Met een steeds kleiner wordende wereld wordt het probleem van de cultuur steeds groter. Dat geldt zowel voor de waardering van de eigen cultuur als voor die van andere culturen. Onmiskenbaar hebben zich daarin grote verschuivingen voorgedaan. Veel toonaangevende ideeën zijn verdwenen zonder dat wij hun verdwijning altijd hebben opgemerkt, waardoor het ook niet mogelijk was ze passend te vervangen. Oude idealen bleken op beschamende wijze slechts van lokaal belang en zijn vervangen door ruimere aanspraken, zonder dat wij precies weten waar die nu weer toe leiden. Verantwoordelijkheden worden anders geformuleerd en hebben soms het ondoordachte karakter van een dwangbevel met universele geldigheid. Oude schuldgevoelens hebben plaatsgemaakt voor nieuwe. Grote onzekerheid is ontstaan over wat behouden moet blijven en wat weg mag. Vanzelfsprekende identificaties zijn problematisch of gênant geworden, maar de gewenning aan nieuwe is nog onvoltooid. Mondialisering leidt in cultureel opzicht tot onhelderheid, onzekerheid, chaos en paradoxen. Van dat proces ben ik al vele decennia getuige. Onder studenten was het vroeger min of meer verplicht de arbeiderscultuur te idealiseren, maar daar hoor je niemand meer over. Door de macht van de televisie zijn cultuurdragers vervangen door Bekende Nederlanders. Door de commercialisering van de eetcultuur en de recreatie werd onze houding tegenover het dier en de resterende natuur een pijnlijke obsessie. Door de instroom van allochtonen is het probleem van het cultuurrelativisme een bron van intellectueel getob geworden. Door de opeenstapeling van problemen en het vermoeden van permanente stuurloosheid is voor velen het cultuurpessimisme een redelijke optie. Wat hiervan te denken? Cordon van trots
Om te beginnen lijkt onze eigen cultuur gaandeweg een dubieus bezit geworden. De situatie is thans zo dat je enerzijds wordt aangespoord hem in te ruilen voor een kosmopolitisch standpunt en anderzijds hem tegen vreemde invloeden te beschermen met een cordon van gepaste trots. De wetenschap behoort onmiskenbaar tot de cultuur, maar je mag aan de beoefening ervan niet merken van welke nationaliteit de onderzoekers zijn. Nederlanders kunnen zich alleen handhaven door in het Engels te publiceren en zij doen dat vanzelfsprekend, omdat ze erkenning binnen de internationale gemeenschap nastreven. Maar mocht één van hen de
Nobelprijs krijgen, dan sterkt dat onze nationale trots. Krijgt een Nederlander hem niet, dan voelen wij ons niet direct miskend. Ons chauvinisme hoort in dat internationale circuit geen rol te spelen. De beoefening van de wetenschap is bij uitstek een kosmopolitische onderneming. De literatuur daarentegen moet in onze eigen taal. Wij willen dat onze literatuur internationaal erkend wordt als groots Nederlands cultuurgoed. Als een Nobelprijs steeds maar uitblijft, voelen wij ons in onze nationale trots gekrenkt. Ze hebben daar in Stockholm geen gevoel voor kwaliteit. Ze hebben geen oog voor de Nederlandse cultuur. Wij moeten die binnen ons buitenlands beleid beter aan de man brengen, en op de Frankfurter Buchmesse moeten wij krachtig propaganda maken voor het Nederlandse boek. Eens in de zoveel jaar staat een van de deelnemende landen centraal. Het zou dwaas en onbegrijpelijk zijn wanneer Nederland, als het aan de beurt is, propaganda zou maken voor een boek in het Turks of het Swahili. Onze eigen boeken hebben voorrang. Dat is een gezonde protectionistische houding die in de wetenschap weer blamerend zou zijn. Trots is trouwens een interessant psychologisch verschijnsel, waaraan wij binnen de grenzen van het nationalisme onherroepelijk onderworpen zijn. Trots definieert onze identiteit. Je kunt niet trots zijn op Gladstone of Adenauer. Dat is voorbehouden aan Engelsen en Duitsers. Het wordt misschien zelfs als ongepast ervaren als je blijk geeft van je trotse bewondering voor een figuur uit een andere cultuur. Je hebt met die cultuur immers geen enkele bemoeienis en jouw identiteit wordt toch niet binnen die cultuur gedefinieerd. Wij kunnen trots zijn op Willem de Zwijger, de gebroeders de Witt of Faas Wilkes hoewel we met hun prestaties ook geen enkele bemoeienis hadden. Je kunt nog zo kosmopolitisch ingesteld zijn, in je trots ontkom je niet aan een nationale bekrompenheid. Je bent er als het ware toe veroordeeld. Tegelijkertijd is het een culturele ambitie om ons tot wereldburgers op te voeden. Dat leidt tot een zekere verscheurdheid. Sl avenhandel
Hetzelfde geldt voor collectieve schuldgevoelens. Die zijn het sterkst binnen een historisch nationaal verband. Je kunt nog zo Europees georiënteerd zijn, je voelt je als Nederlander niet schuldig aan de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Dat gevoel is voorbehouden aan de Duitsers. Je voelt een vaag
AMC Maga zine maar t 2010
23
Foto: Joost van den Broek/ Hollandse Hoogte