Diepe hersenstimulatie bij dwangstoornissen
Beter door elektriciteit
Diepe hersenstimulatie, waarbij een geïmplanteerde elektrode in de hersenen continu stroompulsen afgeeft, werkt niet alleen bij de ziekte van Parkinson, maar ook bij dwangstoornissen. Psychiater Pelle de Koning onderzocht hoe dat kan. Dat leverde verrassende hypothesen op; misschien leidt de behandeling uiteindelijk zelfs tot genezing. Door Loes Magnin
Neurochirurg Pepijn van den Munckhof begint aan het plaatsen van de elektrode voor diepe hersenstimulatie bij een patiënt met een dwangstoornis. Vlak daarvoor heeft hij op de computer een berekening gemaakt waar de elektrode precies moet komen.
Mensen die lijden aan ernstige OCS (obsessieve-compulsieve stoornis) zien hun hele leven ontregelen door deze psychiatrische aandoening. Ze worden volledig beheerst door dwang- en angstgedachten. “Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die in de auto rijdt. Hij rijdt over een hobbel en denkt: ‘Misschien reed ik net een kind aan’. Hij gaat terug naar de plek waar hij daarvoor reed om te controleren of hij een kind heeft geraakt. Ook al ziet hij geen kind, hij vertrouwt het niet. Terwijl hij wegrijdt, blijft hij zich afvragen of hij wel goed heeft gekeken. Hij stelt zich voor hoe érg het zou zijn als hij toch dat kind heeft aangereden. En rijdt weer terug. Zo kan het dat een dwangpatiënt uren achtereen rondrijdt om
10
zichzelf te controleren – uit een gebrek aan vertrouwen in de eigen controle”, vertelt Pelle de Koning, die onlangs promoveerde op onderzoek naar diepe hersenstimulatie (DBS) bij dwangstoornissen.
Chirurgisch ingrijpen
In Nederland lijdt 1 tot 3 procent van de bevolking aan een dwangstoornis – denk ook aan smetvrees of ordedrang, de neiging om spullen op een nette manier te schikken, steeds opnieuw. Ongeveer 90 procent heeft baat bij de algemene behandelingen (van cognitieve gedragstherapie tot medicatie). Tien procent reageert niet of nauwelijks op de therapie – zij komen potentieel in aanmerking voor diepe hersenstimulatie.
Al in de eerste helft van de twintigste eeuw wist men dat chirurgisch ingrijpen in de hersenen effectief was bij uiteenlopende psychiatrische aandoeningen, waaronder dwangstoornissen. Maar gaandeweg kreeg dat chirurgisch ingrijpen een nare bijsmaak. Bij de uitvoer van vele duizenden lobotomieën (waarbij verbindingen in hersenen deels werden doorgesneden) kwamen vaak onvoorziene complicaties en bijwerkingen in beeld. Wie denkt er niet onwillekeurig terug aan de scènes uit de film One flew over the cuckoo’s nest? Apathie was één van die bijwerkingen. Toen er meer medicatie voorhanden kwam die prima bleek te werken, raakte chirurgisch ingrijpen bij psychiatrische ziek-
december 2016