Voorleesverhaal De Nacht van Flipje

voorleesverhaal gebaseerd op de musical ‘De Nacht van Flipje’

DE KRACHT VAN FLIPJE

60

Kopzorgen Flip brengt kranten rond in Tiel, maar het nieuws kan hem gestolen worden. Flip heeft andere zorgen. De bessensapfabriek van zijn vader gaat failliet. Niemand drinkt meer bessensap.

En dan wordt hij ook nog eens gepest door wat rotjochies uit zijn klas. Was er maar een manier om deze problemen op te lossen!

Ook Liesje wordt gepest door die rotjochies. Ze dwingen haar al hun huiswerk te maken. Liesje zit hele dagen in de bibliotheek om alle wiskundeopdrachten en boekverslagen op tijd af te hebben. Ze zucht. Durfde ze maar tegen die jongens in te gaan!

Ondertussen belt de deurwaarder aan bij Anton, de vader van Flip. ‘U heeft de rekeningen niet betaald. We gaan alle spullen uit uw sapfabriek in beslag nemen.’ Kan dat zomaar?, vraagt Anton zich af. Er moet toch een andere oplossing mogelijk zijn?

Als hij die rekeningen iets later zou kunnen betalen… Maar hij durft het niet te vragen. Alles wordt meegenomen. Alleen de kratjes bessensap blijven staan, die zijn toch waardeloos.

Spoken bestaan niet Flip is somber. Zijn vader heeft geen werk meer en zit moedeloos thuis. Hij gelooft nergens meer in.

De bessensapfabriek staat er verlaten bij. Alhoewel…

Flip heeft het vermoeden dat er een spook in de kelder van de sapfabriek zit. Hij hoort soms geluiden en ziet een vreemd licht schijnen… Maar ja, spoken bestaan toch niet? Hij besluit het te vragen aan het slimste meisje dat hij kent: Liesje.

Zij weet altijd alles.

61

Liesje zit bij het standbeeld van Alexander Heldring, een beroemde wetenschapper die ooit in Tiel een laboratorium had.

Flip gaat naast Liesje zitten.

‘Hoi Liesje. Ik geloof dat er bij ons een spook in de kelder zit.’

‘Echt niet. Spoken bestaan niet.’

‘Geloof me nou maar! Elke avond zet ik een flesje bessensap in de kelder, en elke ochtend is het leeg. Dat doet het spook!’

‘Ik wist niet dat spoken bessensap drinken.’

‘Ik ook niet, maar er is gewoon geen andere verklaring.’

‘Hmmm. We moeten op onderzoek uitgaan,’ zegt Liesje stellig.

‘Heb je een zaklamp? En een bijl?’ ‘Wat moeten we met een bijl?’

‘Als dat zogenaamde spook toevallig een moordenaar is dan heb ik heel graag een bijl bij me.’

Experiment Gewapend met bijl en zaklamp dalen Flip en Liesje af naar de kelder van de fabriek.

Ze zijn voorzichtig want het is donker, en elke tree kraakt. Ineens klinkt er een kreet.

Whaaaa! Daar verschijnt écht een spook!

Liesje begint nu ook te gillen.

‘Rustig allemaal!’, roept Flip. ‘Geen paniek. Laten we samen even een flesje bessensap drinken.’

Het spook is op een van de kratten in de kelder gaan zitten en vertelt zijn verhaal.

Hij blijkt Ottho van Tiel te zijn, de assistent van de wetenschapper Alexander Heldring. ‘Wisten jullie dat honderdvijftig jaar geleden zijn laboratorium precies hier stond? Op de plek van de sapfabriek? Hij experimenteerde met elektriciteit en bessensap.

Hij ontdekte een formule voor een superkrachtig drankje, waar je ongelofelijk sterk van zou worden! Hij testte het uit op mij… Ik moest een helm met electroden op mijn hoofd zetten en wat sap drinken. Maar toen sloeg de bliksem in en ging het laboratorium in vlammen op. Van Heldring werd niets meer teruggevonden en ik… Ik werd wakker als een spook!’

Wonderen Flip denkt na over wat het spook Ottho hem verteld heeft.

Er is dus een geheime formule waarmee je superbessensap kunt maken! ‘Met die formule zou ik mijn vader kunnen helpen!

Met superbessensap kunnen we de fabriek redden! Ottho, ken jij de formule?’

Ottho haalt zuchtend zijn schouders op. ‘Ik weet echt alles van geschiedenis, maar die formule ken ik nou toevallig net niet.’

Liesje springt op. ‘We gaan naar de bibliotheek! Daar liggen stapels oude boeken. Misschien dat de geheime formule daarin staat!’

Even later zitten ze daar met duizenden, tienduizenden boeken.

Liesje leest sneller dan wie dan ook. Maar hoe ze ook zoekt... nergens vindt ze de formule voor het superbessensap.

‘Wat nu?’, vraagt Flip. ‘Het is hopeloos!’

‘Nee,’ zegt Liesje. ‘Weet je wat het is? Wij zouden niet zo snel op moeten geven.’ Ze staat op en balt haar vuist.

‘We moeten allemaal een beetje meer moed tonen.

Jouw vader moet in opstand komen tegen de deurwaarder!

Wij moeten de pestkoppen uit onze klas een weerwoord geven!

Moed is de oplossing voor alle problemen!’

‘Je hebt gelijk. Het superbessensap zou ons misschien meer moed kunnen geven’, zegt Flip. ‘Maar we weten niet hoe dat gemaakt moet worden. En wonderen bestaan niet.’

Liesje denkt na. ‘Ik geloofde niet in spoken, maar jij hebt me overtuigd en nu heb ik zelf een spook ontmoet. Dat is eigenlijk wel een soort wonder, toch?’

Flip fronst. ‘Bedoel je dat als je ergens maar hard genoeg in gelooft, het vanzelf waarheid kan worden…?’

Liesje veert op. ‘Ja! Wacht eens even! We hebben die superkrachtformule helemaal niet nodig! Kom mee!’

Superkrachten Daar staat Flip op een verhoging, vlak bij de Agnietenhof in Tiel.

Naast hem staat een hele stapel met kratjes bessensap.

‘Nieuw!’, roept Flip. ‘Superbessensap met superkrachten!

Gemaakt volgens een eeuwenoude formule!’

Voorbijgangers blijven geïnteresseerd staan. Superkrachten?

Dat lijkt ze wel wat. En vandaag mogen ze gratis proeven. Liesje deelt flesjes uit. De mensen zijn enthousiast. Het smaakt lekker, en ja, ze voelen zich ook ineens wat sterker, en fitter! Zou het dus echt waar zijn, van die superkrachten?

62

Daar komen de pestkoppen uit de klas. Liesje neemt snel een slokje sap. Ze voelt zich direct wat stoerder. ‘Hier’, zegt ze, en ze geeft de rotjochies allemaal een flesje. ‘Drink dit en jullie zullen slim genoeg zijn om voortaan je eigen huiswerk te doen.’

De jongens nemen een paar slokken en kijken verbaasd op.

‘Lekker! En: A-kwadraat plus B-kwadraat is C-kwadraat! Ik snap het ineens!’

‘Ich spreche plötzlich Deutsch’, roept een ander.

Het wordt steeds drukker op het plein. Iedereen wil wel wat van dat superbessensap. Vader Anton kijkt verbaasd toe. Geheime formule? Hij weet van niets. Het sap wat Flipje uitdeelt is gewoon sap. Het lekkerste sap van de Betuwe, dat wel. Anton neemt een slokje. Het smaakt zoals altijd, maar wat zou er gebeuren als hij probeert te geloven dat er écht superkrachten in zitten…?

Wacht eens, daar loopt de deurwaarder. Anton neemt nog een grote slok, recht zijn schouders en stapt er zelfverzekerd op af.

Iedereen een held De rotjochies zijn geen rotjochies meer maar vriendjes van Flip en Liesje. Huiswerk maken ze voortaan gezellig met z’n allen, in de kelder van de fabriek, waar spook Ottho hen soms een handje helpt met geschiedenis. En natuurlijk drinken ze er een lekker bessensapje bij. Het is het beste energiedrankje dat je maar kunt verzinnen.

De deurwaarder heeft alle spullen van vader Anton teruggebracht. De fabriek beleeft gouden tijden. En de stad Tiel is helemaal opgeleefd nu iedereen zich dankzij het bessensap energiek, moedig en sterk voelt.

Flip is vrolijk. Hij kijkt naar het flesje bessensap in zijn handen.

Je hebt geen drankje nodig om een held te zijn, weet hij.

Want iedereen is een held. Als je er maar in gelooft!

63