Power+ magazine nummer 1 (2019)

POWER

+

magazine

Nieuwe visie op bodembeheer In dit nummer o.a.:

ACOLE leert je alles Ondernemer die weet wat hij wil Investeren in de jeugd is leuk

April 2019 Jaargang 8 - Nummer 1

Trainen volgens de praktijk:

ACOLE ontwikkelt nieuwe lesstof Aeres Tech

POWER+ Magazine Inhoud

“Wij hebben verstand van opleiden en lesstofontwikkeling en onze klant weet alles van zijn

3

ACOLE ontwikkelt nieuwe lesstof Aeres Tech Trainen volgens de praktijk

4

‘Ik weet nu wat ik wil in mijn bedrijf’ Johan Meinderts over training business skills

6

‘Wat je dóet, kun je beter onthouden’ Jan van der Leck (New Holland) over leerconcept Aeres Tech

8

‘De sleepwagen is cruciaal voor de wedstrijd’ Leerlingen Talentenklas krijgen rol in Tractorpulling

product. Door dat samen te brengen halen we het beste resultaat”, zegt Loes Meijboom van ACOLE Productions, het educatieve bedrijf dat ruim twee jaar geleden werd overgenomen door Aeres Tech.

Het roer om Wat kunnen we leren van de droogte die ons vorig jaar zo bezighield? De grondwaterstand heeft zich nog niet hersteld. Het probleem van droogte kan structureel worden; we moeten er klaar voor zijn om het roer om te gooien, want alsmaar blijven beregenen is waarschijnlijk niet de oplossing. In dit magazine is te lezen hoe een nieuwe visie op het bodembeheer uitkomst kan bieden. In een beter doorlaatbare bodem kunnen gewassen dieper wortelen en worden ze minder kwetsbaar voor droogte. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we met machines over de akkers rijden.

We volgen nieuwe technieken en nieuwe ontwikkelingen in dit magazine.

10 Nieuwe visie op bodembeheer nodig

Grondwater nog steeds te laag na droge zomer 12 Wie in de jeugd investeert, investeert in de toekomst

Weevers Mechanisatie in Swifterbant 14 Barend (25): voeten op de grond houden

Oud-leerling Aeres Tech maakt carrière

We stellen u bovendien voor aan onze collega’s van ACOLE Productions. Bijna drie jaar geleden namen wij deze leermiddelenontwikkelaar uit Aalsmeer over. De samenwerking met dit team van onderwijskundigen, ontwerpers, technisch schrijvers en grafisch vormgevers werpt vruchten af. Voor verscheidene klanten verschenen nieuwe leerboeken, bedieningsinstructies en zelfs een hele leerlijn, soms op papier, soms digitaal. We zijn trots op die resultaten.

15 Zomerprogramma mobiele techniek

Trainen volgens de praktijk 16 De bus van … Reinier Bassa

En verder vertellen mensen uit het werkveld over het belang van opleiden in de mobiele techniek: of het nu gaat om business skills en persoonlijke ontwikkeling, autonoom rijden over de akker of het calculeren van ‘operational lease’: kennis, inzicht en vaardigheden bepalen het succes van uw bedrijf. Daarom zijn wij graag uw partners in ontwikkeling.

April 2019 Jaargang 8 - Nummer 1 Oplage: 4.500 exemplaren POWER+ is een uitgave van Aeres Tech Aeres Tech Zandlaan 29, 6717 LN Ede Postbus 32, 6710 BA Ede

“Het ontwikkelen van leermethoden is voor ons altijd maatwerk. De klant heeft een product en weet daar alles van. Wij gaan in gesprek met de inhoudsdeskundige van onze opdrachtgever en vragen die het hemd van het lijf. Dat zijn leuke momenten omdat specialisten vrijwel altijd trots zijn op hun product; ze praten er graag over. Vervolgens bekijken we altijd in samenspraak welke kennis en vaardigheden moeten worden overgebracht, wat ze dus willen bereiken en voor wie. Dat is belangrijk om te bepalen op welk niveau we de stof aanbieden en in welke toonzetting. Het maakt verschil of je lesstof ontwikkelt voor havenarbeiders of medewerkers van een bank.”

Tel: 088 020 6400 Fax: 088 020 6401 E-mail: info@aerestech.nl Internet: www.aerestech.nl

Ik wens u veel leesplezier, Jenny van den Bovenkamp Directeur Aeres Tech

Colofon

De overname van ACOLE Productions was een strategische keuze van Aeres Tech om over meer eigentijdse expertise te kunnen beschikken als het gaat om het maken van nieuwe lesstof, ook digitaal. Immers: blended learning is sterk in opkomst en biedt mensen uit het bedrijfsleven meer flexibiliteit om zich theoretisch voor te bereiden op de technische trainingen in Ede. “Ons bedrijf heeft vanouds wortels in de techniek”, zegt Loes Meijboom van ACOLE. “We waren in de jaren negentig de opleidingspoot van Fokker Aircraft BV dat zelf mensen opleidde tot onder andere vliegtuigbouwer. Daarvoor ontwikkelden wij de lesstof en leermethoden. Toen het bedrijf failliet ging, heeft onze voormalig directeur Harry Opdam een doorstart gemaakt als Stichting Centrale Ontwikkeling Leermiddelen (COL) dat leermiddelen maakte voor Arbeidsvoorziening Nederland. Na enkele jaren stopte de overheid met Arbeidsvoorziening Nederland, zodat we de markt op moesten”. Zo ontstond het huidige bedrijf: ACOLE, dat staat voor Algemeen Centrum voor Ontwikkeling Leermiddelen en Educatieve Technologie.

Het gehele team van ACOLE: uiterst rechts Loes Meijboom.

ACOLE Productions heeft nu een team van zes medewerkers: onderwijskundigen, ontwerpers, technisch schrijvers en grafisch vormgevers.

Zij zorgen er mede voor dat de trainingen van Aeres Tech aantrekkelijk en effectief zijn en blijven.

ACOLE werkt als zelfstandige eenheid onder de paraplu van Aeres Tech, maar beide partijen zoeken nadrukkelijk samenwerking, wat de opzet van de overname was. “Die samenwerking levert inmiddels mooie resultaten op”, zegt Loes Meijboom. Voor verscheidene klanten van Aeres Tech verschenen vorig jaar leerboeken, e-learning modules, bedieningsinstructies en zelfs hele leerlijnen.

Redactie: Jos Steehouder Fotografie: Jos Steehouder, Tim Exoo, ACOLE Vormgeving: Tim Aarnink Druk: De Bondt grafimedia, Barendrecht ISSN: 2115-0676

2

Lesstof moet aantrekkelijk en toegankelijk zijn, zegt Loes Meijboom.

“We doen alles samen met de klant. We maken een analyse van wat nodig is, definiëren de lesstof, ontwerpen, implementeren en evalueren die. Je wilt natuurlijk weten of je je doelen behaalt.” Lesstof kan verschijnen in vertrouwde boekvorm, maar ook digitaal in de vorm van e-learning, het voordeel hiervan is dat het niet uitmaakt waar en wanneer je leert, zegt Loes “Aeres Tech kon 10-daagse cursussen in de koudetechniek bekorten tot 6 dagen, omdat veel theorie nu via e-learning wordt overgebracht. Maar dat is alleen effectief als de deelnemers de discipline hebben om hun voorbereiding echt serieus te nemen”, zegt Loes .

De ontwikkelaars uit Aalsmeer maken lesstof voor van alles: altijd op maat in nauwe samenspraak met de opdrachtgever. De samenwerking tussen ACOLE en Aeres Tech werpt inmiddels vruchten af. Verscheidene klanten van Aeres Tech werken al met nieuwe in Aalsmeer gemaakte leermiddelen, zowel op papier als digitaal.

POWER+ Magazine

Nr. 1 - April 2019

Meer informatie: www.acole.nl 3

Johan Meinderts over training business skills:

‘Ik weet nu wat ik wil in mijn bedrijf’ Hij schreef zich in voor de cursus ‘ambitieus ondernemen’ uit het programma dat gezamenlijk door het trainingsbureau VMR, Aeres Tech en Fedecom wordt aangeboden. Johan Meinderts (37) uit het Friese Wergea blikt terug en zegt: “Het is geweldig om een dag in de maand achterover te kunnen leunen en jezelf samen met anderen te kunnen afvragen: Wat wil ik?

Waar ben ik goed in? Wat zijn mijn ambities? Hoe zie ik mijn bedrijf voor ogen?”

schrikbeeld was om dagelijks tot in de late uurtjes met de facturen bezig te zijn. Daarom heb ik de administratie professioneel gestroomlijnd door dat te laten uitvoeren door mensen die daar goed in zijn. Er staat nu een administratief strakke organisatie. De planning, het beheer van het magazijn en de uitvoering van garanties kon ook beter. Daarvoor is er nu een goede planner die zorgt voor strakke afspraken. Dat scheelt een hoop gedoe op de werkvloer. Het geeft iedereen meer ruimte om juist dat te doen waarin je goed bent.”

Zijn landbouwmechanisatiebedrijf onder de ‘rook’ van Leeuwarden is met 24 medewerkers het kleinste niet. Hij is zijn vader opgevolgd, die nog altijd in het bedrijf actief is en in wie de medewerkers nog altijd de natuurlijke leider zien. “De meesten zijn hier door mijn vader aangenomen. Maar mijn gevoel zegt me dat ze accepteren dat ik het overneem.

Dat merk ik aan de manier waarop ze voor overleg bij me komen.”

Canada Johan werkte na zijn studie agrarische bedrijfskunde anderhalf jaar in Canada. Daar besloot hij dat zijn toekomst ligt in Warga, op zijn geboortegrond, waar zijn opa ooit begon met een smederij en schaatsen maakte. Onder de leiding van zijn vader groeide het landbouwmechanisatiebedrijf uit. “En ondertussen veranderde alles. Mijn opa zag nog paarden voor de wagen, nu rijden de machines zelfstandig over de akker. Ook in de toekomst zullen er veranderingen zijn, die we ons nu nog niet kunnen voorstellen. Ondertussen wil ik wel dat Meinderts in Warga een blijvertje is in de mechanisatie.”

‘Ik wil dat mijn bedrijf een blijvertje is in de mechanisatie’ En dat geldt ook voor Johan zelf, zegt hij. “Tijdens de cursus deden we een persoonlijkheidsanalyse. Die bevestigde dat ik graag nieuwe uitdagingen aan ga, in contact wil zijn met mensen en avontuurlijk ben ingesteld. De analyse liet ook zien dat ik nogal chaotisch ben ingesteld en niet zo goed ben in structureren. Daarop heb ik mijn activiteiten in het bedrijf zoveel mogelijk aangepast. Een voorbeeld: de functioneringsgesprekken voer ik zelf, want die brengen me in contact met de medewerkers. Maar de organisatie van die gesprekken laat ik door iemand anders doen.”

“Wat betekende dat voor de rol die ik neem in het bedrijf, waarin mijn vader nu nog actief is. Ga ik alles doen zoals hij altijd? Ga ik op zijn stoel zitten en me net als hij vaak tot diep in de avond bezighouden met administratieve dingen? Van papierwerk word ik doodongelukkig, dat weet ik wel. Gelukkig laat mijn vader mij wel mijn ding doen. Maar om er achter te komen hoe ik dat moest doen, ben ik deze cursus gaan volgen.

Luisteren Tijdens de cursus heeft Johan Meinderts anders leren luisteren, zegt hij. “Om een leider binnen een organisatie te zijn, is het belangrijk om goed te luisteren en te kijken. Klinkt er emotie door in de stem van een medewerker? Dat kan een teken zijn om eens door te vragen. We zijn in ons vak gewend om altijd door te rennen en pas te praten als er iets loos is. Dat is eigenlijk jammer. Daarom is zo’n cursus ook zo mooi: samen

Doelen Johan heeft van de cursus genoten. “Er kwam van alles voorbij: een ondernemingsplan maken, SWOT-analyse opstellen, doelen stellen en meetbaar maken. Beschrijven wat je wil veranderen in het bedrijf en op welke manier. Ik heb vrijwel alles daadwerkelijk uitgevoerd. Mijn

4

POWER+ Magazine

Johan Meinderts: “Ik geef nu mezelf de ruimte te die dingen te doen waarin ik het beste tot mijn recht kom.”

Aeres Tech Business Support biedt een uitgebreid programma business skills trainingen.

met vijf of zes anderen gelijkgestemden neem je de tijd om vragen te stellen, na te denken en te luisteren naar elkaar. De deelnemers geven elkaar feedback: wat zien ze, wat horen ze? Je bent echt in contact met elkaar. Uiterst leerzaam om mee te maken en heel goed begeleid. Dat zijn allemaal ervaringen die van pas komen op de werkvloer van je eigen bedrijf. Mensen zijn het belangrijkste goed van je bedrijf. Met een mooi gebouw zonder goede mensen kom je niet ver. Ze zijn het waard om in te investeren.”

Aeres Tech is dé opleidingspartner die zich richt zich op de volledige ontzorging van bedrijven en professionals en graag meedenkt over bedrijfsvraagstukken met het doel bedrijven te ondersteunen in de groei van de organisatie. Aeres Tech gaat graag met u in gesprek over de ontwikkeling van uw bedrijf en medewerkers.

En dat geldt ook voor Johan zelf, erkent hij. “Door intern een aantal zaken beter te organiseren, verschaf ik mijzelf nu de ruimte om te kiezen voor de dingen waarin ik het best tot mijn recht kom. Ik ga veel bij klanten op bezoek en bedenk samen met hen oplossingen voor hun problemen. Ik geniet van het sociale contact en van de mogelijkheid om het avontuur aan te gaan: nieuwe toepassingen bedenken waarmee we ons als bedrijf kunnen onderscheiden.”

Nr. 1 - April 2019

Kijk voor het volledige programma op www.aerestech.nl/Business-support

5

Jan van der Leck (New Holland) over leerconcept Aeres Tech:

‘Wat je dóet, kun je beter onthouden’

intensiever gebruikt, door middel van hi-tech systemen zoals Isobus en Canbus worden allerlei werktuigen aangekoppeld. Machines worden daarbij kapitaalsintensiever. Een hakselaar van pakweg 4 ton moet zijn geld in vier tot zes jaar opbrengen. In de beschikbare tijd mag die machine dus niet afhaken. Dat betekent dat de klant hogere eisen stelt en ook dat wij zelf hogere eisen aan onze dealers stellen. Machines zijn via het internet altijd te volgen: storingen kunnen zelfs met telematics en algoritmen voorspeld worden, zodat op tijd kan worden ingegrepen om uitval te voorkomen. Elke minuut is kostbaar.”

dracht specifieker werd, ontdekten we dat trainen een echt vak is. Dat konden ze in Ede beter dan wijzelf. Zo is de samenwerking ontstaan die later keer op keer is uitgebreid. Sinds een jaar of zeven werken we ook nauw samen in de New Holland Bedrijfsschool, we beschouwen dat echt als een succesverhaal: een kweekvijver waaruit inmiddels vele tientallen zeer goed opgeleide monteurs zijn voorgekomen.”

‘Een van de grote uitdagingen is kennisdeling op de werkvloer’

Slimsten Van der Leck schetst dat deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe vormen van dienstverlening. Koopt een loonbedrijf bij een machine ook een onderhoudscontract? Wellicht zelfs een reparatiecontract? En wat mag dat kosten? Of heeft de klant vooral behoefte aan capaciteit, zonder dat de machine in eigendom komt? Hoe stel je zo’n ‘service level agreement’ precies op? “Het vraagt om nieuwe vaardigheden in onze bedrijfstak. Tegenwoordig is dit vak alleen nog voor de slimsten van de klas.”

Het leerconcept van Aeres Tech - learning by doing - spreekt leerlingen en bedrijven enorm aan, zegt Van der Leck. “Daarbij komt dat de kenmerkende opzet van Aeres Tech erg aanslaat”. Leerlingen zijn eens in de zes, zeven weken een hele week in Ede voor zijn (praktijk)studie.

De overige weken is de leerling gewoon beschikbaar voor het werk bij de baas. “De oefenstof beklijft daardoor veel beter dan in het reguliere systeem van vier dagen werken en één dag school”, zegt Van der Leck.

Kennis delen

De schaalvergroting gaat door, is de overtuiging van Van der Leck. Maar er zijn ook tegendraadse ontwikkelingen. Impulsen vanuit onder meer de biologische landbouw zorgen voor een vraag naar lichtere machines die autonoom over de akkers rijden om kwetsbare monoculturen te beëindigen en polyculturen mogelijk te maken die bijdragen aan het herstel van biodiversiteit. “Met nieuwe technieken is dat al mogelijk.

Ook dát is de toekomst.”

“Wat je doet, kun je beter onthouden”. Dat is de kracht van het leerconcept ‘Learning by doing’ van Aeres Tech, is de overtuiging van Van der Leck. Dat geldt voor zowel de jongeren die via BBL-leertrajecten in het vak terecht komen, als voor de ervaren rotten die dealertrainingen volgen.

Jan van der Leck: ‘Nieuwe technieken helpen het herstel van biodiversiteit’.

Het mechanisatiebedrijf is allang geen dorpssmid meer,

Henry Ford, Giovanni Agnelli, Leon Claeys, Abe Zimmerman. Roemruchte namen zijn het uit vervlogen tijde; deze pioniers van de landbouwmechanisatie brachten met hun merken Ford, Fiat, Claeyson, en New Holland een ware revolutie in de landbouw teweeg. Deze pioniers in Europa en de Verenigde Staten hadden met hun trekkers, dorsmachines en ploegen van destijds nooit kunnen bevroeden dat ze indirect aan de wieg stonden van een enorm internationaal bedrijf met een omzet van 25 miljard euro, actief is in de landbouwmechanisatie, auto- en truckindustrie en rail- en luchtvaartsector.

zegt Jan van der Leck, service manager van New Holland in de Nederlandse hoofdvestiging in het Betuwse Andelst.

Klinkt er een beetje spijt in zijn stem? Of is het juist trots?

De opmerking volgt op een uitvoerige uiteenzetting over hoe New Holland als wereldmerk is ontstaan in de afgelopen decennia, als gevolg van schaalvergroting,

Een van de grote uitdagingen in de komende tijd is kennisdeling op de werkvloer, vindt Van der Leck. “Oudere werknemers hebben veel ervaring, maar kunnen soms wel een update van hun kennis gebruiken zeker als het gaat om elektronica en telematica. Jonge jongens hebben de nieuwste kennis, maar nog weinig ervaring. Hoe houd je iedereen in zijn waarde, ook tegen het licht van duurzame inzetbaarheid en vergrijzing? Veel ouderen gaan in de komende jaren met pensioen. Grote aantallen jongeren moet instromen. Ik denk dat het belangrijk is om in de werkplaatsen mensen aan de slag te hebben met coachingsvaardigheden. Het gaat daarbij beslist niet alleen om technische kennis en vaardigheid, maar ook om business skills, zoals het omgaan met klanten, servicegerichtheid en communicatie. Nieuwelingen moeten zich ook maar zien te redden in het veld tijdens hun dagelijks werk. Dat is echt niet zo eenvoudig.”

Ontzorgen Van der Leck is als service manager verantwoordelijk voor de after sales in de Benelux: “Dat gaat over zaken als hoe een dealer zichzelf organiseert, het contact met de klant maakt, klachten behandelt, productiviteit teweeg brengt, en efficiënt is voor zowel zichzelf als voor de klant.

We willen de klant ontzorgen want onze producten worden steeds complexer. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden, vandaar mijn focus op opleidingen, zoals ook business skills en persoonlijke ontwikkeling.”

Een echt vak

overname na overname. Sommige merknamen overleefden

Van der Leck: “In de jaren negentig van de vorige eeuw besloot Ford, als een van de voorgangers van New Holland, de dealertrainingen onder te brengen in Ede, dat was toen nog de praktijkleerschool. De trekkers werden steeds groter en geavanceerder. Meer computers, meer elektronica: alles werd complexer. Naarmate de gewenste kennisover-

en anderen raakten in vergetelheid.

6

POWER+ Magazine

En dan is er de almaar doorgaande schaalvergroting. De gemiddelde trekker van New Holland heeft nu ongeveer 125 pk; dertig jaar geleden was 80 pk heel gewoon. “Destijds werden 12.000 trekkers per jaar verkocht, nu rond 3100 per jaar. Maar als je de aantallen pk’s optelt, zie je dat jaarlijks nog steeds zo’n 300.000 pk is. Een trekker wordt veel Nr. 1 - April 2019

Jan van der Leck: op de werkvloer komt alle kennis samen.

7

Column Leerlingen Talentenklas krijgen rol in Tractorpulling

‘De sleepwagen is cruciaal voor de wedstrijd’ Zoals de Formule 1 is verbonden met de auto-industrie, zo verhoudt Tractorpulling zich tot

Wereldbaan

de landbouwmechanisatie. Kennis van techniek, puur motorvermogen, tactiek, creativiteit en een gezonde portie competitiedrang verbindt de deelnemers aan hun sport. “En elke

Het begon vorig jaar allemaal met de vraag van iemand die me viavia benaderde of ik namens Aeres Tech een weekje wilde helpen sleutelen in de fabriek van Steyr in Oostenrijk. Ze hadden daar een tijdelijk tekort aan monteurs. En kijk nu: een jaar later heb ik hier in Ede een wereldbaan als chef werkplaats, zit de hele dag tussen tractoren en landbouwwerktuigen, ben begeleider van de Aeres Tech Talentenklas en ga geef ook nog eens trainingen. Dat had ik vroeger nooit zo kunnen bedenken.

landbouwmonteur die in deze sport meedoet, heeft ooit minimaal een week bij Aeres Tech in Ede doorgebracht”, weet Marcel Hoornsman, de voorzitter van de Nederlandse Truck- en Tractorpulling Organisatie (NTTO).

De sleepwagen die door de leerlingen van de Talentenklas is geadopteerd.

Vandaar dat het geen wonder mag heten dat Aeres Tech en de NTTO elkaar goed weten te vinden en elkaar op sleeptouw nemen. Aeres Tech is al een aantal jaren als (kennis)partner en als sponsor verbonden aan de NTTO. De NTTO geeft zelf ook actief inhoud aan het partnership: de nieuwe Talentenklas van Aeres Tech mag zich vanaf nu het hele tractorpulling-seizoen ontfermen over de sleepwagen voor de ‘instapklassen’ bij de wedstrijden. En dat moet je niet te licht opvatten, zegt Marcel Hoornsman: “De sleepwagen is de sleutel voor elke succesvol verlopen wedstrijd”.

nische jaarproject. Het is de bedoeling dat ze naast technische vaardigheden ook communicatieve, sociale en commerciële vaardigheden ontwikkelen.

Hoornsman: “Het gaat om een kleinere sleepwagen, die we vooral gebruiken voor de kleinere categorieën trekkers. Er is een team van mensen nodig om zo’n ding in de running te houden. Voor ons is dit de manier om jonge mensen aan onze technische sport te binden. Net als elke andere sport, kunnen wij ook niet zonder de instroom van jongeren.

We vinden het bovendien leuk om jongeren te enthousiasmeren voor de sport waar we zelf ook wild van zijn.”

Talentenklas Aeres Tech is in september 2019 begonnen met een uniek opleidingsconcept: de Talentenklas van 16-jarige mbo’ers die in drie jaar tijd in dienstverband bij Aeres worden opgeleid tot monteur mobiele werktuigen. Tijdens hun opleiding worden ze onder andere gedetacheerd bij de klanten van Aeres Tech. De zorg voor de sleepwagen is hun tech-

Cruciaal De sleepwagen is cruciaal bij Tractorpulling. “De machine en de verzorgingsploeg ervan is medebepalend of heet een mooie en eerlijke wedstrijd wordt. Onder een mooie wedstrijd verstaan we dat de deelne-

AGENDA

mers met de sleepwagen de baanlengte optimaal kunnen benutten.

Het publiek heeft er niks aan als een trekker na tien of twintig meter al tot stilstand komt. Het team van de sleepwagen moet dus de kracht van de trekkers inschatten en de conditie van de baan. Met die kennis in het hoofd bepalen ze de hoe diep de messen worden gestoken en ook hoe het gewicht op de sleepwagen naar voren beweegt, waardoor de weerstand toeneemt.

Niet dat een werkplaats voor mij een vreemde omgeving is. In tegendeel. In de bijna twintig jaar dat ik werkte in de autobranche heb ik daar zo’n beetje alle papieren behaald die er zijn; ik reviseerde versnellingsbakken, motoren en stelde diagnoses en werkte met merken als Mitsubishi, Chrysler, Jeep en Dodge. Ik durf te zeggen dat ik een allround monteur ben.

Naast mijn werk doe ik aan autocross, rij 25 wedstrijden per jaar en ik ben tweevoudig Nederlands kampioen. Als klein jochie van acht jaar was ik al bezig met het lasapparaat van mijn vader en voorzag ik fietsen van een zijspan. Ik sleutelde naar hartenlust aan brommertjes en op mijn veertiende had ik mijn eerste cross Golfje. Op mijn achttiende ben ik officieel in de standaardklasse gaan meedoen.

De leerlingen van de Talentenklas worden begeleid door hun eigen trainers van Aeres Tech, maar ook door mensen van de NTTO, die als organisatie natuurlijk veel kennis heeft over de manier waarop een sleepwagen het beste functioneert. “Het draait allemaal om het inspelen op de omstandigheden die voor alle deelnemers zoveel mogelijk hetzelfde moeten zijn, maar die per wedstrijd altijd weer verschillen. Het instellen van de sleepwagen bepaalt of de deelnemers tijdens de wedstrijd een mooie lange run kunnen laten zien en of de wedstrijd eerlijk kan verlopen. Het vraagt inzicht in techniek, motorvermogen en timing”, zegt Hoornsman.

Het is een hobby waarin je altijd blijft zoeken naar meer en naar beter, zodat je het uiterste haalt uit de techniek. Elk jaar bouw ik een nieuwe motor: nu heb ik een Ford-motor met een enkele veertigmillimeter carburateur; die levert 238 pk. De autocross-wereld is vergelijkbaar met Tractor Pulling: deelnemers persen het uiterste aan vermogen uit een motorblok. Prachtig.

Topconditie

27 maart 2019: Meeloopdag in Ede

Ondertussen verwacht de NTTO ook dat ze de sleepwagen op doordeweekse dagen telkens weer in technische topconditie brengen, zodat we een vlekkeloze wedstrijd aan ons publiek kunnen voorschotelen. Ze leren dus ook dat de NTTO service wil bieden aan ons publiek.

In Made is een wedstrijd waar jaarlijks meer dan 20.000 toeschouwers op de tribune zitten. Die mensen hebben een kaartje gekocht en hopen op een mooie wedstrijd.”

Augustus: Zomercursussen

Ervaar zelf het leerconcept en de sfeer bij Aeres Tech

Bekijk de aankondigingen op onze website

17 april 2019: Open avond

27/28 september 2019: Onderwijsbeurs Zuid, Beursgebouw Eindhoven

Voorlichtingsavond over leren bij Aeres Tech

4/5 oktober 2019: Onderwijsbeurs Noordoost, IJsselhallen Zwolle

19 juni 2019: Open avond Voorlichtingsavond over leren bij Aeres Tech

Meer info: www.aerestech.nl 8

POWER+ Magazine

Ik woon in Mijdrecht, ben geboren en getogen in Baambrugge, allebei onder de rook van Amsterdam. Toen ik via-via de kans kreeg om hier in Ede de werkplaats te gaan beheren, hoefde ik niet lang na te denken. Aan lesgeven heb ik nooit gedacht, maar ik vertel graag over mijn werk. Ik deel graag mijn kennis.

Het verschil tussen autotechniek en mobiele techniek is misschien minder groot dan sommigen wel eens veronderstellen. En groot verschil is wel dat je bij grote machines meer ruimte hebt om te werken, het is dus minder gepriegel. Maar alles is wel groot en zwaar , je hebt hulpstukken of soms zelfs een takel nodig om onderdelen te verwijderen. Veel wordt bovendien met hydrauliek aangestuurd, met enorme krachten. Ik vind het allemaal erg interessant, en ben nieuwsgierig hoe de machines werken.

Ondertussen zoeken de leerlingen zelf naar een sponsor voor hun sleepwagen en zijn ze ook nog druk doende er een goede naam voor te bedenken. “Het is de bedoeling dat ze zelf sponsors over de streep trekken met een overtuigend en aantrekkelijk verhaal. Trainer Jeroen Ekkelenkamp, begeleider van de Talentenklas: “Voor ons is dit een manier om onze leerlingen veel praktische kennis mee te geven. Het is goed voor de motivatie, ze ervaren het resultaat van hun werk en ze leren goed samen te werken met elkaar en met anderen”.

Nr. 1 - April 2019

Ivo Galekop Chef werkplaats in Ede

9

Grondwater nog steeds te laag na droge zomer

Nieuwe visie op bodembeheer nodig De beregeningsinstallaties waren vorige zomer nauwelijks nog aan te slepen.

De mechanisatiebedrijven reden met pompen het hele land door om hun klanten bij te staan in de strijd tegen de droogte. Akkerbouwers schreeuwden om water voor hun aardappelen, uien, suikerbieten, wortels en al die andere gewassen. De kans is groot dat de landbouw in Nederland - en heel WestEuropa - dit vaker gaat meemaken.

Theo Vulink

heb je een alternatief voor regen om het grondwaterpeil aan te vullen.

Aan de capaciteit zal het niet liggen, want de producenten van beregeningsinstallaties draaien op volle toeren. Maar het kost wel veel geld.

Bovendien: het water zakt omlaag in de bodem en je weet niet onder wiens akker dat precies terecht komt. Beregening wordt zo een collectieve taak, waar je met meerdere bedrijven of een hele polder afspraken over moet gaan maken.”

“Hoe we hiermee moeten omgaan? Er is gelukkig veel onderzoek gaande. Het antwoord op de vraag ligt waarschijnlijk in een nieuwe visie op het beheer van onze bodem”, zegt Theo Vulink van Fedecom, brancheorganisatie voor mechanisatie. In het voorjaar van 2019 is in ieder geval duidelijk dat de grondwaterstand nog onder de maat is, als gevolg van structureel neerslagtekort.

Regenplassen Natuurlijk, de rivieren en sloten staan weer vol water zoals het hoort. Af en toe stonden er zelfs weer regenplassen op de akkers. Toch is dat vertrouwde beeld niet meer dan de camouflage van de sporen die de droge zomer van 2018 heeft achtergelaten. “De aanvulling van het grondwater moet van neerslag komen, de stand van het oppervlaktewater heeft daar nauwelijks invloed op. Het bufferen van oppervlaktewater biedt tijdelijke oplossingen in noodgevallen, maar de grondwaterstand is afhankelijk van de neerslag.”

‘Minder wieldruk is goed voor doorlaatbaarheid van de grond’ Vulink: “In de afgelopen zomer zagen we vermindering van de opbrengst in kilo’s, maar ook in kwaliteit. Bedrijven die normaal 40 tot 50 ton aardappelen van een hectare haalden, kwamen vorig jaar soms niet verder dan 10 ton. En dan nog van mindere kwaliteit, of het nu ging om aardappelen, wortel of ui. De vraag rijst: kennen we de bodem voldoende? Hoe verhoudt de vochthuishouding zich tot de beschikbaarheid van mineralen voor de plant? Hoeveel vocht is nodig voor het mineralentransport dat bepalend is voor de groei? Weten we wel onder welke voorwaarden de gewassen het beste gedijen? Wat is minimaal nodig voor welke kwaliteit?”

In het voorjaar van 2019 heeft de grondwaterstand zich nog altijd niet hersteld en daar kwam bij dat januari en februari ook droger waren dan normaal. “We weten nu nog niet welke effecten dat gaat hebben op het kiemen en de groei van de planten die voor de oogsten voor 2019 moeten zorgen”, zegt Vulink, die namens Fedecom geregeld contact heeft met de waterschappen.

Nat en droog

Bodemregie

De landbouw in ons land moet zich op de een of andere manier voorbereiden op meer en langere perioden van droogte én korte perioden van extreem veel neerslag. De weg der geleidelijkheid lijkt definitief afgesloten; dat betekent nogal wat. Vulink: “Je kunt denken aan preventief beregenen buiten het groeiseizoen vanuit het oppervlaktewater. Zo

Vragen, vragen en nog eens vragen. De kunst is dus om meer regie te krijgen over de vochthuishouding in de bodem, vertelt Vulink. Risicoanalyses per type gewas en per type bodem moeten informatie geven over de geschiktheid van de bodem voor bepaalde gewassen. “Dat zou

10

POWER+ Magazine

Vanwege de lange, droge zomer zijn de uien kleiner dan normaal.

akker kunt rijden. En daar komen wij als mechanisatie weer in beeld.

Een interessante gedachte is ook de functie van drainage: we zijn altijd gericht geweest op het wegwerken van water. Kunnen we drainageprocessen technisch gezien omkeren, zodat we water kunnen toevoeren?”

ertoe kunnen leiden dat je in bepaalde regio’ sommige gewassen niet meer toepast.

Er wordt veel onderzoek gedaan naar een betere regie over het vocht in de bodem, weet Vulink. De Wageningen Universiteit en de waterschappen zijn daarbij nauw betrokken. “In tijden van hevige neerslag - dat hoort ook bij de klimaatverandering - moet het water in de grond kunnen zakken om later door middel van capillaire werking weer naar boven toe aangezogen te kunnen worden. Daarvoor moet je een goede bodemstructuur hebben, die vocht kan vasthouden en mineralen kan transporteren. Boeren moeten meer kennis over dit onderwerp verwerven, dat lijdt geen twijfel”, zegt Vulink. “Een suikerbiet kan tot anderhalve meter diep wortelen, als de bodemstructuur dat toelaat. Daarmee wordt suikerbiet veel minder gevoelig voor droogte. Maar het stelt wel eisen aan de bodemstructuur: om te beginnen zou je technieken moeten ontwikkelen waarmee je met veel minder wieldruk over de Nr. 1 - April 2019

Lichtere machines De mechanisatie zit niet stil, wil Vulink maar kwijt. Er is een ontwikkeling met kleinere en lichtere machines die autonoom - op de automatische piloot - over de akkers rijden. Minder wieldruk leidt tot minder bodemverdichting wat goed is voor behoud en herstel van het bodemleven dat zo essentieel is voor de doorlaatbaarheid van de grond.

De kleinere machines zijn bovendien geschikt voor kleinere percelen, waardoor strokenteelt mogelijk wordt of delen van het land eens een jaar braak kunnen blijven liggen om het bodemleven meer kans te geven. Die zomer van 2018 krijgt beslist nog een staartje. Dat lijdt geen twijfel.

11

Weevers Mechanisatie in Swifterbant:

Wie in de jeugd investeert, investeert in de toekomst

ving, er lopen altijd wel enkele stagiairs in de werkplaats. We investeren regelmatig in snuffelstages. Dan lopen ze twee of drie dagen mee met een monteur en mogen ze alles zien en vragen. En soms ook een beetje dóen. Het valt op dat we ook jongeren trekken die niet van oorsprong in de landbouw zijn opgegroeid. Ze weten ons via school dus wel degelijk te vinden. Dat geeft hoop. We zijn er bewust mee bezig, want we beseffen dat de wereld verandert. Vroeger gingen jongeren meestal sleutelen aan fietsen en brommers, nu brengen ze hun tijd door met games op de computer. Begrijp me niet verkeerd: ook computervaardigheden zijn belangrijk, maar dat gaat wel wat verder dan alleen spelletjes doen.”

Natuurlijk wil Anton Weevers meewerken aan een interview. “Voor het goede doel”, zegt hij spontaan als hij hoort dat het gesprek zal gaan over het belang dat hij in zijn bedrijf hecht aan scholing, opleiding én het interesseren van jonge mensen voor de sector. “Als het maar niet teveel over óns gaat.”

’In onze sector is het echt nooit saai’ Het opleiden van jonge mensen is een vak apart, erkennen Weevers en Rijnhout. Rijnhout heeft zich laten scholen tot leerlingbegeleider: “We investeren in onszelf en in mogelijke toekomstige leerlingen. Daarmee investeren we in onze toekomst en behalve dat is het erg leuk om te doen”.

Anton Weevers (rechts) en werkplaatschef en leerlingbegeleider Marcel Rijnhout.

techniek, willen geen vieze handen krijgen, zo is het beeld. Klopt dat?

Anton Weevers: “De natuurlijke interesse voor techniek en landbouw lijkt af te nemen. Dat zie je op het vmbo gebeuren, ik mis de lts van vroeger, maar het onderwijs is ook veranderd.

Ondanks die nadrukkelijke wens kan dit verhaal natuurlijk niet zonder een klein beetje geschiedschrijving van het landbouwmechanisatiebedrijf uit Swifterbant. De opa van Anton Weevers verhuisde in de jaren dertig van de vorige eeuw van het Brabantse Zundert naar de droogmakerij Wieringermeer. Daar ging hij werken als smid. Na de oorlog vestigde hij zich als zelfstandig smid in de net drooggelegde Noordoostpolder. De Weevers horen dus tot de generatie polderpioniers, harde werkers bij wie alles in dienst stond van de voedselproductie onder het motto: ‘nooit meer honger’.

Persoonlijk

Anton Weevers: “Mijn vader besloeg hier als smid nog paarden. Nu rijden tractoren zelfstandig zonder bestuurder over de akker, met behulp van GPS en hele tritsen elektronica. Dat is een ongelooflijke ontwikkeling, waarin de landbouwmechanisatie een bepalende rol speelt. De landbouwmechanisatie maakt vernieuwing in de landbouw mogelijk om beter voedsel te verbouwen, beter te zorgen voor de bodem en ook voor het milieu. Dat betekent dat er elke dag weer nieuwe uitdagingen zijn.”

Misschien moeten we meer de nadruk leggen op andere facetten van het werk dan alleen het sleutelen. Een automonteur heeft nauwelijks contact met zijn klant: hij geeft een auto één keer in de 30.000 kilometer een onderhoudsbeurt, dat is het dan. In de landbouwmechanisatie is de aanpak veel persoonlijker. Behalve een trekker heeft een boer een eg, een aardappelrooier, zaaimachines, noem maar op. Al die machines hebben eigen technische karakteristieken, afhankelijk van hoe die boer zijn bedrijf runt. Dat betekent dus dat het contact tussen het boerenbedrijf en het landbouwmechanisatiebedrijf veel persoonlijker is en bovendien veel frequenter. Van een goede monteur verwacht je dat die het bedrijf van de klant begrijpt en meedenkt naar oplossingen. De monteur is ook een ambassadeur van zijn bedrijf.”

Een mooiere aanbeveling voor de sector is nauwelijks denkbaar. Toch dreigen overal personeelstekorten. Jongeren kiezen niet meer voor

Weevers: “Mooi in onze sector is dus die persoonlijke aanpak. Wij kennen onze klanten en onze klanten vertrouwen op ons. We verdiepen

12

POWER+ Magazine

ons in het type akkerbouwbedrijf van onze klanten en kunnen om die reden goed advies uitbrengen over de investeringen die iemand doet.

Wij houden elkaar daardoor in gang”.

En dan is er nog de maatschappelijke betekenis van de landbouwmechanisatie, zegt Weevers. Hij duidt op vraag om meer zorg voor natuur en milieu, juist in de landbouw. “Biologische landbouw vraagt om mechanische onkruidbestrijding. Denk aan moderne schoffelmachines in plaats van veldspuiten. Denk ook aan de noodzaak tot het beter beschermen van de bodemstructuur en bodemleven. De tendens van almaar grotere en zwaardere machines keert om: met kleine en autonoom rijdende machines breng je de bodem minder schade toe en wordt het mogelijk om op grote percelen meer verschillende gewassen te verbouwen. In onze sector is het echt nooit saai.”

Scholen Om op het netvlies te komen bij jongeren die aan het begin van een beroepscarrière staan werkt Weevers samen met scholen in de omgeving.

Werkplaatschef en leerlingbegeleider Marcel Rijnhout: “Gelukkig hebben wij nog geen problemen om nieuwe medewerkers te vinden als we die nodig hebben. We hebben goed contact met scholen in de omgeNr. 1 - April 2019

Anton Weevers op de oude werkplek van zijn vader waar de showroom van het bedrijf omheen is gebouwd.

13

Oud-leerling Aeres Tech maakt carrière

Trainen volgens de praktijk:

Barend (25): voeten op de grond houden

Zomerprogramma mobiele techniek In de komende zomermaanden augustus en september verzorgt Aeres Tech in Ede een reeks zomertrainingen tegen gereduceerd tarief. Professionals in de mobiele techniek kunnen zich in de loop van het voorjaar inschrijven op de website van Aeres Tech. De zomertrainingen worden gegeven in het Expertisecentrum Mobiele Techniek. Daar zijn alle faciliteiten aanwezig om te trainen met een hoog praktijkgehalte, volgens het didactisch concept van Aeres Tech: ‘Learning by doing’.

Eerlijk zijn, met beide voeten op de grond blijven en de handen uit de mouwen steken als dat nodig is. Zie daar hoe Barend van Dijk (25) zijn bliksemcarrière in de

Voor de zomertrainingen is er keus te over: elektrotechniek, hydrauliek, airco, wet- en regelgeving, dieselmotoren, precisielandbouw, veiligheid en zelfs taaltrainingen. In de loop van het voorjaar wordt het zomerprogramma aangekondigd en toegelicht op de website www.aerestech.nl.

De zomertrainingen zijn gericht op (service)monteurs, werkplaatschefs en andere praktische probleemoplossers die werken in de mobiele techniek. Tijdens dit zomerprogramma worden groepen deelnemers geformuleerd van acht tot tien deelnemers. Dat garandeert voldoende persoonlijke begeleiding om optimaal rendement uit de training te halen.

landbouwmechanisatie verklaart. In 2016 studeerde hij af op niveau 4 aan de John Deere Bedrijfsschool. Datzelfde jaar nog werd hij bevorderd tot werkplaatschef en sinds 1 januari 2019 is hij officieel bedrijfsleider bij Vlastuin Mechanisatie in Kesteren.

Oud-leerling Barend van Dijk: “Ik vind het leuk om te leren.”

medewerkers leveren. “We zitten hier in een streek met een mix van sectoren: de boomkwekerijen zijn belangrijk, net als fruitteelt, veeteelt en akkerbouw. Meet name in het fruit en de boomkwekerijen ontwikkelen we speciale toepassingen, op maat voor de klant, maar ook met de bedoeling om die machines breder te kunnen verkopen natuurlijk.”

Tijdens zijn mbo-opleiding werd hij twee keer uitgeroepen tot ‘beste leerling’ van zijn jaargang op de bedrijfsschool. “Ik heb het geluk dat ik eigenlijk een hbo-denkniveau heb. En ik heb van jongs af aan al de drang om initiatief te nemen; onbewust nam ik op school het voortouw bij projecten en opdrachten. Ja, nu gebeurt dat bewust, daarvoor ben ik immers nu bedrijfsleider.”

Slecht nieuws

Praktisch

Barend vertelt dat hij ten aanzien van zijn leidinggevende capaciteiten alle begeleiding kan krijgen die hij wenst. Want als bedrijfsleider moet hij soms ook wat minder fijne gesprekken voeren, slecht nieuws brengen of medewerkers corrigeren. Dat hoort er allemaal bij. “Ik kan nog wel wat ontwikkeling in business-skills gebruiken”.

Barend spreekt lovend over de bedrijfsschool waar hij zes jaar de opleidingen op niveau 2, 3 en 4 doorliep. “Het is een mooi praktisch concept, dat voor mijzelf echt supergoed heeft gewerkt. Het sterke punt is dat je wordt opgeleid in de sfeer en kennis van het bedrijf en het merkt waarvoor je werkt. Een mogelijk zwak punt van de opleiding zou kunnen zijn dat de ontwikkeling van technische basiskennis een beetje achter blijft - althans voor hen die niveau 2 niet doorlopen. Kijk: je laptop openklappen voor een diagnose is prima, maar je moet ook echt wéten wat er onder die motorkap gebeurt. Dat merk ik hier bij ons in het bedrijf ook.

Je hebt monteurs die een kunstje kennen en je hebt monteurs met een dieper begrip. Die laatsten komen het verst, dat begrijp je vast wel.”

Vlastuin Mechanisatie valt onder het moederbedrijf Vlastuin Group, samen met DTEC, dat trailers produceert voor containervervoer, mesttransport en agrarische bulk. Het bedrijf gaat groeien, is de overtuiging van Barend. Dat betekent ook dat het bedrijf nieuwe medewerkers zal moeten gaan aantrekken. “We hebben nu ook een monteur die bij de John Deere Bedrijfsschool zit en dit jaar afstudeert. Verder komt er dit jaar een hbo-stagiair die de bedrijfsprocessen komt bestuderen. Daar kan ik ook kennis van meepikken. Ik vind het gewoon leuk om te leren.”

Het meeste plezier beleeft Barend aan het maatwerk dat hij en zijn 15

14

POWER+ Magazine

Uit de werkplaats Een kijkje in de achterbrug van een versnellingsbak: zichtbaar zijn het differentieel en het kroonpignon.

Nr. 1 - April 2019

15

De Bus van ...

Reinier Bassa Het is een Mercedes Sprinter, een forse wagen, waarin eigenlijk altijd alles aanwezig is wat ik nodig heb voor het werk bij mijn klanten. Hij heeft inmiddels bijna een ton op de teller. Ik werk nu tien jaar als servicemonteur bij mechanisatiebedrijf Hamoen in Ameide. In onze regio met volop veengrond ligt de nadruk op de melkveehouderij. Dus behalve aan trekkers sleutel ik meestal aan machines als hooibouwwerktuigen, machines voor graslandverzorging en voermachines. Negentig procent van mijn werktijd ben ik onderweg: mijn klanten heb ik door de jaren heen aardig leren kennen. Soms schuif ik aan voor koffie of lunch en lopen we nog even een rondje over het bedrijf. Zo weet je waar je klanten mee bezig zijn en kun je met ze meedenken. Vriendschappelijk? Jawel, maar we blijven allemaal ook zakelijk. Zo ga ik ook met mijn bus om en geniet ik van de afwisseling en het werken op locatie.

www.aerestech.nl