10 minute read

Voor iedereen eerst

Op bezoek bij medewerkers van de Ruusulankantu locatie.

Advertisement

Voor iedereen eerst een woning

Leren van de Finse daklozenaanpak

Rond 2008 hadden Finland en Nederland ongeveer evenveel daklozen, zo’n 18.000. 15 jaar later zijn er in Finland nog 4.000 daklozen tegenover ruim 40.000 in Nederland. Finland heeft geïnvesteerd in Housing First, een aanpak die voor alle daklozen geldt. Niet een kamer die gedeeld moet worden met andere daklozen, maar een één- of tweekamerappartement om in alle rust en op eigen tempo te werken aan herstel met zorg om je heen. Met een langdurige aanpak, die breed gedragen is door alle overheidslagen en samenwerkende organisaties, is een bijzonder resultaat bereikt. Als enige land in Europa daalt in Finland het aantal daklozen.

Anne-Jo Visser

In Nederland slapen sinds begin juli grote groepen asielzoekers buiten op straat. In het aanmeldcentrum in Ter Apel is geen plek en de rest van de Nederlandse gemeenten biedt te laat hulp aan. In Nederland kan je niet alleen halverwege je wooncarrière op straat komen te staan, maar ook de eerste nacht van aankomst als je bent gevlucht. Het staat in schril contrast met de Finse aanpak van dakloosheid: Housing First. Die aanpak belandde in 1987 voor het eerst in een landelijk overheidsprogramma.

Housing First

Het basisidee is dat je niet pas recht hebt op een woning als je leven weer op orde is, maar juist dat een woning ervoor kan zorgen dat een nieuw hoofdstuk van je leven start. In Housing Firstunits hebben bewoners een eigen huurwoning waar bescherming en ondersteuning geboden wordt. Sommige bewoners hebben dit 24 uur per dag nodig. Zij kunnen zelf kiezen van welke service zij gebruik maken. Bovendien zijn ze niet verplicht te stoppen met een verslaving als ze daar nog niet klaar voor zijn. De bewoners kunnen er zo lang blijven wonen als zij nodig hebben om hun leven weer op de rit te krijgen. Voor de een is dat één jaar, voor de ander tien jaar. Het doel is de bewoners te empoweren om weer op eigen benen te kunnen staan. Daarom krijgen bewoners voor elke kleine stap positieve feedback en behandelen zorg- en welzijnsmedewerkers hen als gelijken. Housing First rust op vier principes: • Wonen maakt onafhankelijk leven mogelijk. Daarom staat het krijgen van een eigen woning voorop. • Respect voor de keuze van de bewoner.

Elke bewoner is welkom ongeacht zijn verslaving of mentale problemen. Hou-

sing First helpt met de volgende stappen in het leven, maar heeft daarbij respect voor de keuzes die de bewoner daarin maakt. • Rehabilitatie en empowerment van de bewoner. Herstel is belangrijk en ook het krijgen van meer levenskills om weer op eigen benen te kunnen staan. Integratie in de community en samenleving. Die integratie start op het moment dat de bewoner in een Housing Firstunit komt te wonen, en loopt uiteen van buurtwandelingen tot het schoonhouden van de buurt.

Ontwikkeling Housing First in Finland

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de eerste concentraties daklozen in de Finse steden voor. Veel Finnen zochten werk, maar hadden nog geen huis. Lange tijd was de aanpak gericht op tijdelijke oplossingen, zoals het inzetten van schuilkelders. In 1967 stierven 40 tot 50 dakloze alcoholisten aan de kou op straat. Daarom werd in Helsinki een daklozenopvang opgezet, waar op het hoogtepunt 1000 dakloze alcoholisten per nacht bivakkeerden.

Eind jaren tachtig, toen de brede aanpak van daklozen landelijk startte, was er relatief weinig sociale woningbouw. Daarom begon veel opvang in tijdelijke units met grote opvangplekken. Het aantal daklozen nam af, maar niet het aantal langdurige daklozen. Daar bleek meer voor nodig, namelijk een eigen woning voor onbeperkte tijd en 24-uurs zorg op locatie. In 2008 startte het Housing First programma, waarbij alle oude daklozenopvang (nachtopvang en tijdelijke opvang) sloten en er overal Housing First service unitskwamen.

Ruusulankatu

Het voormalige kinderziekenhuis in Hel-

FOTO ANNE-JO VISSER

FOTO ANNE-JO VISSER

sinki is één van de grootste locaties waar voormalige daklozen wonen (in totaal 93). Tot 2011 was het een daklozenopvang en in dat jaar is het verbouwd naar Ruusulankatu Housing First units. De eigenaar is de Y-stichting, de grootste verhuurder van Housing First units. De start was niet prettig volgens de medewerkers. Er kwam veel weerstand uit de buurt, maar de politieke wil om dit plan door te zetten was heel groot. Een 24-uur per dag bereikbaar telefoonnummer voor buren om bij klachten naar toe te bellen en een eigen dagelijkse buurtwandeling van medewerkers samen met de bewoners deed de rest. Inmiddels zijn ze zo ver dat ze, als ze eens een klein feestje geven, ook de buren uitnodigen. Bij het concept hoort de interactie met de buurt, omdat de gedachte is dat je zo ook weer langzaam terugkomt in de samenleving.

Bijna alle bewoners op deze locatie hebben problemen, variërend van verslavingsproblemen (alcohol en drugs) tot mentale problemen. De gemiddelde leeftijd is 28 jaar. Bewoners krijgen een huur- en servicecontract die ze zelf betalen, veelal van hun uitkering. Het servicecontract biedt brede ondersteuning op mentaal vlak, maar ook om samen een huisarts te bellen. De overheid betaalt 50% van het servicecontract mee. De andere helft wordt door publieke stichtingen betaald. Bewoners betalen in totaal tussen de 800 en 1000 euro per maand hiervoor. Hierbij is verwarming, water en internet inbegrepen, hetgeen vaak het geval is in de huursector in Finland. Als een bewoner klusjes doet voor de locaties, zoals centrale schoonmaak of schilderen, krijgt hij of zij hiervoor betaald. Het aantal bewoners dat ook ‘diensten’ levert aan de Y-stichting blijft echter beperkt. De circa 20 medewerkers zijn zeer divers opgeleid (zoals verpleegster, fysiotherapeut, welzijnswerker, beveiliger) en kunnen allerlei diensten aanbieden. In het gebouw is ook een sportruimte, een muziekruimte, een wasruimte en een sauna. Maar ook een plek om schone naalden te krijgen en eventuele andere medicatie.

Bewoners gebruiken in hun eigen apparte-

“Een woning kan ervoor zorgen dat een nieuw hoofdstuk van je leven start”

ment drugs en alcohol, maar in de centrale ruimten en de gezamenlijke keuken en woonruimte is dat uit den boze. Als bewoners geweld gebruiken of meer dan zes maanden geen huur betalen (tot die tijd zijn er regelingen), kunnen ze de woning uitgezet worden. In de praktijk is een waarschuwing meer dan genoeg. Ondanks het hoge aantal medewerkers op het aantal bewoners en de extra voorzieningen draait de Y-stichting financieel positief. De financiële basis is gelegd door een lening van

ARA, een uitvoerende overheidsorganisatie op het gebied van wonen, die onder meer subsidies en leningen verstrekt. In de praktijk blijkt de ene bewoner het leven beter op de rit te krijgen dan de ander.

Sommige bewoners vinden het lastig om goed voor zichzelf te zorgen qua voeding en hygiëne, maar het grote verschil met veel andere Europese landen is dat zij wel een rustige plek voor zichzelf hebben. Dat geeft rust, vertellen de bewoners. Een nadeel is dat veel andere bewoners ook verslaafd zijn, hetgeen ontsnappen uit deze wereld een stapje lastiger maakt, aldus een bewoner. Bewoners kunnen net zo lang blijven wonen als zij willen. Een social worker van de gemeente bepaalt samen met de bewoners of die toe is aan de volgende stap: een woonvorm met lichtere ondersteuning, dan wel een eigen sociale huurwoning.

Bijzonderheden

Wat het systeem bijzonder maakt ten opzichte van veel daklozenopvang in andere Europese landen, is dat bewoners hier (met hun verslaving) onbeperkt en zonder

voorwaarden welkom zijn. Geen tijdelijke huurcontracten, maar wel intensieve (zorg)begeleiding. De opvang is ook geen sociale voorziening zoals in Nederland, maar in de kern een woonvoorziening met veel sociale diensten en maximale zelfstandigheid erbij.

Een ander opmerkelijk verschil is het wonen in een eigen appartement, variërend van 20 tot ruim 35 m2. Ook in Finland was de opvang lange tijd in grote complexen met meerdere daklozen in een kleine ruimten (bijv. 3-4 persoonskamers van 10 m2). Nu hebben bewoners een eigen keuken en badkamer, naast de gemeenschappelijke woonkamer en keuken. Voorheen waren er alleen gedeelde badkamers en keukens. In Nederland zien we overigens op sommige daklozenopvanglocaties ook een transformatie naar opvang in kleinere eenheden.

Naast de opvanglocaties, die ook sterk gericht zijn op langdurige daklozen met verslaving en of mentale problemen, is er in Finland een meldpunt voor dreigende dakloosheid. Dit meldpunt voorkomt in de praktijk dat veel bewoners echt dakloos worden. Preventie is dus ook een onderdeel van de aanpak van Housing First.

De brede governance-aanpak – van landelijke tot lokale overheid wordt dit beleid al sinds 2008 uitgedragen en geïmplementeerd – is een andere randvoorwaarde voor succes. Ook de netwerksamenwerking tussen verhuurders, zorg en welzijnspartijen is goed en leidt tot een effectieve aanpak. Ook in de Verenigde Staten (VS) is Housing First geïmplementeerd en bereikt het resultaten, zoals bewoners die meer gevoel van autonomie ervaren en minder totale zorgkosten per bewoner. De aanpak wijkt daar iets af van in Finland. Daar wordt de huur ingehouden van iemands inkomen. In Finland betaalt de bewoner die zelf, maar kan die op vrijwillige basis ook worden ingehouden. In de VS wordt de aanpak van je problemen van tevoren door een multidisciplinair team bepaald. In Finland is alle aangeboden hulp geheel vrijwillig, maar niet vrijblij-

“Bewoners zijn hier onbeperkt en zonder voorwaarden welkom”

vend. Ook wordt de hulp in Finland meer geboden op basis van de behoefte van de bewoner en wordt in eerste instantie gekeken naar wat reguliere partijen aan zorg en hulp aanbieden. In Finland, een land met een hoge standaard op zorg en welzijn, kan deze aanpak ook gemakkelijker dan in de VS.

Kansen voor Nederland

In Nederland bestaat Housing First sinds 2006 op kleine schaal. In 2018 is een landelijk platform Housing First opgezet. In zo’n 80 gemeenten zijn nu 1400 Housing First-verhuurcontracten afgesloten. In Nederland richt het concept zich met name op de langdurige daklozen met psychische en verslavingsproblemen. In Helsinki is de aanpak breder en gericht op het terugbrengen van dakloosheid naar nul.

Wat in mijn ogen nog mist in Nederland, is net als in Finland een gespecialiseerde corporatie/organisatie zoals de Y-stichting, die woningen kan bouwen en beheren en die een gespecialiseerd netwerk heeft van welzijn en zorgverleners. De doelgroep is anders dan de reguliere sociale huurders en het aanbod van zorg en sociale diensten ook. Dat vraagt in mijn ogen om eigen expertise, eigen vastgoed en een startkapitaal.

Willen we in Nederland ook de dakloosheid naar nul terugbrengen, dan is het daarnaast noodzakelijk dat alle overheidslagen langdurig en met dezelfde aanpak gaan samenwerken. Housing First is in Nederland lokaal gestart. Het is een goede zaak dat het nu ook eindelijk op de rijksagenda is gezet door drie ministeries. Een verschil met Finland is wel dat ons land veel centraler in Europa ligt en daarmee veel meer immigranten en arbeidsmigranten aantrekt (waarvan een deel dakloos aankomt en/of dakloos wordt). Ook is het asielbeleid in Finland strenger dan bij ons.

Begin juni kondigde ook onze overheid in een Kamerbrief aan dat het recht op een woning en niet het recht op opvang de kern wordt van de nieuwe aanpak van dakloosheid. En net als in Finland is de aanpak langdurig. De aanpak in Nederland zet in op een periode van 2023 tot 2030. In Nederland is nu ook de overtuiging dat een eigen woning het herstel versnelt. De twee opvallendste zaken zijn het om- en afbouwen van de grootschalige opvanglocaties en het inzetten van ervaringsdeskundigen bij het ontwikkelen van de nieuwe aanpak. We lopen inmiddels gigantisch achter op Finland, maar de aanpak verdient snel en veel navolging!

This article is from: