‘Ik denk er vaak over om terug te gaan naar Suriname’
Karan Gokoel 27, masterstudent spiritual care
“
Ik zou vaker hindoestaanse mannenkleding willen dragen, de kurta, maar ik doe het niet. Daarin voel ik me toch belemmerd door wat anderen vinden, ook mensen van binnen onze eigen groep. Eigenlijk wil ik me daar niets van aantrekken, want ik ben er trots op om hindoestaan te zijn en je hebt hele mooie kurtas voor feestelijke gelegenheden, maar toch doe ik het niet. De laatste jaren denk ik er vaak over om terug te gaan naar Suriname. Deels omdat mijn familie daar woont: mijn moeder en zus, opa en oma. Ik ben opgegroeid in Suriname en naar Nederland gekomen om te studeren. Eens per jaar ga ik terug, als het kan twee keer. Maar soms wil ik ook terug omdat ik het sociale klimaat hier niet prettig genoeg vind. Ik heb het gevoel dat autochtone Nederlanders geen moeite willen doen om andere groepen te begrijpen en zich afsluiten voor het koloniale verleden. Het klimaat is killer geworden de afgelopen jaren. De houding is erg van: zo lang wij er maar geen last van hebben. Ondertussen zijn er grote problemen binnen de hindoestaanse bevolkingsgroep zelf: hoge zelfmoordcijfers, groepsdwang. Goede integratie betekent ook dat die problemen serieus worden genomen. Als ik in Nederland blijf, zou ik een team willen oprichten van hindoe geestelijk verzorgers dat werkt als een soort straatpastoraat: met een centrale waar een hulpvraag binnenkomt, waar dan een deskundige op afgaat. Want het is duidelijk dat veel hindoestanen de weg naar de reguliere hulpverlening niet weten te vinden.” (WV)
ADVALVAS
nr 10 — 14 januari 2015
15