persOneelspAginA
ONDER REDACTIE VAN COMMUNICATIE & MARKETING VU JAArgAng 6, nummer 1, 26 Augustus 2013
het nieuwe evAlueren verbetert het OnderwiJs Dit collegejaar gaat de VU al haar onderwijs evalueren via VUnet Onderwijsevaluaties. Studenten zien de resultaten en wat hun docent daarmee doet. Afgelopen collegejaar was er een grote pilot.
STUDENTE POEY LAM (LINKS) EN PROJECTLEIDER JOHANNA DE GROOT MAKEN ZICH STERK VOOR EFFECTIEVERE ONDERWIJSEVALUATIES
“Studenten vonden evaluaties invullen tijdverspilling. Ze zagen er niks van terug.” Poey Lam, nu nog net voorzitter van de Facultaire Studenten Raad van FEWEB en binnenkort voorzitter van de Universitaire Studenten Raad, gaf vorig jaar input voor het project VUnet Onderwijsevaluaties. De nieuwe manier van evalueren moet het door haar gesignaleerde probleem oplossen. En omdat evalueren grotendeels wordt gedigitaliseerd, bespaart het ook kosten. Vakken met meer dan 75 studenten worden voortaan altijd digitaal geëvalueerd. Bij minder studenten bepaalt de faculteit of digitaal of op papier wordt geëvalueerd, maar de evaluaties op papier volgen hetzelfde stramien als de digitale. Bij digitaal evalueren krijgen studenten na het tentamen van hun vak een link toegestuurd, waarmee ze via VUnet een evaluatieformulier kunnen
invullen tot twee weken na het tentamen. Daarna gaat er een rapportage naar de docenten, die daarop binnen twee weken reageren en aangeven of en hoe ze hun onderwijs zullen aanpassen. Vervolgens gaat de rapportage met de reactie van de docenten naar de studenten. Belangrijk dat studenten zien wat ermee gebeurt, vindt Lam. Toch vindt ze evalueren nog belangrijker voor docenten: “Daarmee kunnen zij hun vak verbeteren. Dat is een grote bijdrage aan de onderwijskwaliteit.”
biJnA Alles ging mis
Maar tijdens de pilot van VUnet Onderwijsevaluaties ging er meer mis dan projectleider VUnet Onderwijsevaluaties Johanna de Groot had verwacht en gehoopt. “Heel vervelend voor de gebruikers”, vond ze het. “Je probeert problemen te voorkomen door veel te testen, maar in
de praktijk bestaat er veel meer variatie dan je kunt testen”, zegt De Groot. Zo werkte de link die de studenten ontvingen niet of verwees naar de evaluatieresultaten van een verkeerd vak. En toen de rapportages aan de docenten werden toegestuurd, bleken zij deze niet te kunnen lezen. Nadat dit was opgelost, was de termijn waarop de docent feedback kon geven aan de studenten veel te krap geworden. “In de pilot ging inderdaad bijna alles mis wat er mis kon gaan”, constateert docent Theo de Haan van de faculteit Bewegingswetenschappen, die met zijn tweedejaarsvak Statistiek meedeed aan de pilot. Toch is hij positief. “De enquête ziet er mooi uit en is goed opgezet. Je kunt aan de standaardvragen zelf blokken met je eigen vragen toevoegen. Als de kinderziektes er eenmaal uit zijn, is het een mooi systeem.” Ook rechtendocent