HEART OF LIGHTNESS
“Il faut être léger comme l’oiseau, et non comme la plume”
(Paul Valéry)
4
Thijs Demeulemeester
Een fotoreeks maken over lichtheid houdt een risico in. Het is een sprong in het onbekende, want geen enkele kunstenaar wil ‘lichtheid’ aangewreven worden. En toch hield dat de Belgische fotografe Frieke Janssens niet tegen. “Lichtheid is niet per se negatief”, zegt ze. “Het is een ambigu begrip, dat visueel en inhoudelijk net heel rijk is.” Ze verwijst in de eerste plaats naar de Franse dichter en filosoof Paul Valéry (1871–1945), die de tweeslachtigheid van het woord ‘lichtheid’ prachtig verbeeldde: “Je moet licht zijn als een vogel, niet als een pluim.” Valéry houdt een pleidooi om te vliegen. Niet om richtingloos te dwarrelen, als speelbal van de wind.
De Italiaanse schrijver Italo Calvino (1923–1985) selecteerde ‘lichtheid’ in 1985 als één van d é literaire waarden voor het nieuwe millennium. Hij doelde volgens Niña Weijers op “nadenkende lichtheid, die het gewicht aan de dingen onttrekt, maar die met oppervlakkigheid niks van doen heeft”. Voor Calvino is lichtheid net een positieve kracht: een overlevingsmechanisme om de lasten van het leven te kunnen dragen. Net door ‘licht’ door het leven te stappen, kun je gewichtige zaken gemakkelijker overstijgen, vindt hij. Calvino ziet zelfs parallellen tussen zijn filosofie en de exacte wetenschap. Alle leven op aarde is opgebouwd uit de kleinste parallellen, denk maar aan quasi-gewichtloze atomen, moleculen of DNA. Zij structureren zelfs de grootste zaken. “ At this point we should remember that the idea of the world as composed of weightless atoms is striking, just because we know the weight of things so well ”, schrijft Calvino. “ So, too, we would be unable to appreciate the lightness of language if we could not appreciate language that has some weight to it. ”
KUNDERA’S DUALITEIT
Incontournable in het discours over lichtheid is uiteraard Milan Kundera’s roman De ondraaglijke lichtheid van het bestaan . In die filosofische bestseller uit 1983 is het verhaal van de hoofdpersonages Tereza, Thomas, Franz en Sabina – geschetst tegen de achtergrond van de Praagse Lente – eigenlijk ondergeschikt. Kundera gebruikt hun karakters als aanleiding voor filosofische denkoefeningen over de vrije wil, liefde, seksualiteit, vrijheid en lichtheid. Anders dan bij Calvino is lichtheid door Kundera’s bril eerder een negatieve term. Hij ziet het als een manier om zware verantwoordelijkheden te ontlopen of aan de ondraaglijke realiteit te ontsnappen.
“ The heavier the burden, the closer our lives come to the earth, the more real and truthful they become. Conversely, the absolute absence of burden causes man to be lighter than air, to soar into heights, take leave of the earth and his earthly being, and become only half real, his movements as free as they are insignificant. What then shall we choose? Weight or lightness? ” , schrijft hij in de proloog van zijn roman. Het citaat is niet alleen cruciaal voor het boek, Kundera formuleert in één klap ook Janssens’ belangrijkste
motieven uit haar recentste werk: lichtheid, gewichtloosheid, zwaartekracht, escapisme, oppervlakkigheid en de zoektocht naar zingeving. Net als Kundera’s boek(titel) zit Janssens’ nieuwe beeldenreeks Lightness vol van contradicties, dualiteiten en ambiguïteiten. Haar foto’s zijn ondraaglijk licht en ondraaglijk zwaar tegelijk. Aan de oppervlakte drijven haar composities op de visuele tegenstelling tussen gewichtloosheid en zwaartekracht. Maar onderhuids gaan ze ook over veel diepere spanningsvelden, bijvoorbeeld tussen perfect en imperfect, leven en dood, aarde en lucht, realistisch en surreëel. Janssens’ beelden ‘hangen’ tussen twee werelden, die vaak ook tegenpolen zijn. Haar foto’s hebben geen eenduidige ‘lichtvoetige’ boodschap. Haar vrij werk verkoopt niks. Het zet net de deur open naar een hele resem nieuwe ideeën over onze drang naar escapisme, ons gebrek aan realiteitszin en onze oppervlakkigheid.
TUSSEN VOGELPERSPECTIEF EN SCHIJNBEWEGING
Dat Frieke Janssens kiest voor het perspectief van de zwevende mens, is veelbetekenend. Ze leviteert haar modellen boven de realiteit é n boven het landschap. Vanuit dat ‘vogelperspectief’ is haar blik op de wereld meer onthecht. Lichtheid is haar strategie om te transcenderen boven de oppervlakkigheid van de wereld. Zwevend komen haar modellen los van hun aardse context. En die context is in de meeste beelden: de zee. Ook al is de zee de basso continuo van deze nieuwe reeks, toch hebben Frieke Janssens’ beelden helemaal geen band met klassieke marines. Ze ‘overstijgen’ dat klassieke kunstgenre, in de eerste plaats omdat haar fotoreeksen compleet in een studio zijn gecreëerd. Janssens verhult ook helemaal niet dat haar beelden ‘onecht’ en ‘onthecht’ zijn. Dat surreële aspect is net essentieel om ze te vatten, hoe ongrijpbaar ze ook lijken. Die strategie roept Yves Kleins legendarische experiment rond fotomontage, lichtheid en zwaartekracht op: Leap into the Void (1960). Op die foto maakt Klein een halsbrekende sprong van een hoge dakrand in Parijs. In een poging om te vliegen, stort de kunstenaar te pletter in de leegte. Het beeld lijkt – geheel in de traditie van Henri Cartier-Bresson – het beslissende moment te documenteren, waarop hij zweeft tussen hemel en aarde. Alleen is dat beeld een complete illusie: Klein maakte een montage van het Parijse decor én van een sprong in een valmat, vastgehouden door bevriende kunstenaars. Ook al is het beeld niet echt en ook al smakte Klein niet é cht op de stoep, toch is zijn werk tegelijk een schijnbeweging en een sprong in het onbekende. Door met ‘lichtheid’ de zwaartekracht te omzeilen, manipuleerde hij de objectiviteit van fotografie als documentair medium. Met als resultaat: een kwantumsprong in de geschiedenis van de fotografie als kunstvorm.
5
AFWEZIGE AANWEZIGHEID
Frieke Janssens’ nieuwe beeldenreeks Lightness kwam tot stand op vraag van Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke-Heist. Ook al schemert haar idee over de Belgische badplaats wel door in de expo, toch is geen enkele foto ter plaatse aan zee gemaakt. In die zin zijn Janssens’ beelden de tegenpool van de beelden die de Britse Magnumfotograaf Martin Parr twintig jaar geleden in Knokke-Heist maakte. In zijn documentairestijl ging Parr toen bewust op zoek naar de vooroordelen over de Belgische kustgemeente. En die vergrootte hij danig uit, als een visueel essay vol hyperbolen. Snobisme, gulzigheid, surrealisme, massatoerisme, escapisme, mondainiteiten: de beelden zijn niet alleen gesatureerd met felle kleuren, maar staan daarnaast ook vol van de clichés. Frieke Janssens interpreteert die Knokse thema’s absoluut niet zo satirisch of in your face zoals Parr. Haar beeldenreeks overstijgt de visuele clichés over de mondainste badplaats van België. Frieke neemt – letterlijk en figuurlijk – afstand van Knokke-Heist en van de zee. Ze vermijdt de ‘ondraaglijk lichte’ platitudes en distantieert zich zoveel mogelijk van de stereotypes. Anders gezegd: in haar reeks schittert Knokke in afwezigheid. Met een schijnbeweging richt ze liever haar lens op andere onderwerpen, om zo via die omweg toch haar kijk op de badstad te geven.
AANTREKKELIJKE AMBIGUÏTEIT
Veel meer dan Knokke-Heist is de Noordzee omnipresent in de nieuwe beeldenreeks. Ze is nooit het letterlijke onderwerp, maar wel de achtergrond voor Friekes ‘bovennatuurlijke’ composities, die iets magischrealistisch hebben. Janssens gebruikt de Noordzee als abstract motief, niet als thema zelf. In dat decor laat ze haar figuranten zweven in de lucht, alsof ze – ondanks hun gewicht – geen last hebben van de zwaartekracht. Alsof ze de waan van de dag willen overstijgen. Alsof ze zich in een hogere staat van bewustzijn bevinden. Alsof ze in volle metamorfose zijn. De ambiguïteit in Frieke Janssens’ beelden is ook inherent aan de zee. “Ze is aantrekkelijk, maar stoot ook af. Voor veel mensen heeft de zee iets meditatiefs, door de oneindige getijdenwerking. Tegelijk straalt ze ook onrust uit: die immense watermassa kan je opslokken en weer uitspuwen. In het bijzijn van de zee ben je overgeleverd aan de krachten van de natuur. En daar ontsnappen de personages in mijn beelden net aan. De zee doet hen boven zichzelf uitstijgen”, zegt ze. Aan de zee kleven heel uiteenlopende connotaties, die Janssens op een gelaagde manier verwerkte in haar beelden. Sommige mensen zoeken de zee op om hun donkerste gedachten te laten ventileren. Anderen vinden troost in de eeuwige sequentie van eb en vloed: een symbool dat alles voorbijgaat, ook de meest woelige golven van het leven. Anderen verkiezen net de dijk als catwalk om publiekelijk te flaneren. Voor nog anderen is naar de zee kijken als turen naar onbekende horizonten, naar het open einde van het leven, naar het zwarte gat
van het bestaan. Ook de Nederlandse conceptuele kunstenaar Bas Jan Ader (1942–1975) gebruikte de zee als ontsnappingsroute voor zijn ondraaglijk lichte bestaan. Op zijn 33ste wilde hij als ervaren schipper de Atlantische Oceaan oversteken in een éénmansbootje. Zijn finale performance kostte hem zijn leven: zijn lichaam is nooit teruggevonden, zijn sloep wel. In zijn oeuvre probeerde Bas Jan Ader wel vaker met lichtheid de zwaartekracht te ontstijgen. In zijn video Fall 2 (1970) zie je hem met fiets en al de Reguliersgracht in Amsterdam inrijden. En in zijn video Broken Fall (1971) bengelt hij minutenlang aan een boomtak boven een vijver, tot hij er uiteindelijk in valt. Op het eerste zicht neigt zijn oeuvre naar geënsceneerde, vederlichte slapstick à la Buster Keaton. Maar onder de oppervlakte is zijn werk een tragische ode aan het leven, met vallen en opstaan, met kopje onder gaan en weer bovendrijven. Tot het water hem finaal opslokte.
SCHOONHEIDSIDEAAL
Het officieuze startpunt van Frieke Janssens’ reeks die ze in CC Scharpoord toont, was – niet toevallig –ook een ‘drenkeling’. Meer bepaald: een geënsceneerde foto die ze maakte van een hurkende jongeling, gewikkeld in een goudkleurig reddingsdeken. Dat materiaal ziet er glamoureus uit, maar het moet de minst glamoureuze uitwassen van de vluchtelingencrisis verhullen: mensen die ten einde raad per bootje de zee willen oversteken, op zoek naar een gouden toekomst in het beloofde land. Het beeld heeft een politieke bijklank. Al is het – vanuit artistiek oogpunt – evengoed een rappel naar Bas Jan Aders fatale boottocht, naar Ai Weiwei’s installaties met reddingsdekens, naar Géricaults schipbreukelingen op zijn Vlot van de Medusa of naar James Lee Byars’ mystieke werken in (blad)goud. Het beeld van de jongeling in de gouden folie zette Janssens tijdens de coronacrisis op het spoor van een compleet nieuwe reeks, waarin ze afstapte van goud als rode draad. In plaats daarvan focuste ze zich op de zee als universele metafoor voor de dood, reïncarnatie, oneindigheid, escapisme, metamorfose en verstilling.
Onvermijdelijk roepen Frieke Janssens’ beelden ook de beroemde strandportretten van Rineke Dijkstra (1959) op. Tussen 1992 en 1994 portretteerde zij adolescenten in strandkledij, in volle lichamelijke metamorfose. Zij beeldde hen af als hedendaagse ‘Venussen van Botticelli’, zwevend tussen kinderlijke onschuld en volwassenheid, tussen zelfbewustheid en ongemak. Dijkstra fotografeerde haar modellen ten voeten uit, in een klassieke compositie met de zee op de achtergrond. Frieke Janssens pakt het anders aan: zij laat haar figuranten zweven boven de zee. Haar personages lijken op miraculeuze wijze geen last te hebben van de zwaartekracht: ze stijgen uit boven het water, als in een bijbels visioen. Zowel Dijkstra’s als Janssens’ beelden stellen vraagtekens bij de heersende schoonheidsidealen. Dijkstra deed dat door pubers te
6
portretteren, wiens lichaam in transitie was. Janssens werkte ook vaak met modellen die niet meteen beantwoorden aan de traditionele schoonheidscanon. Een bejaarde mannequin liet ze een rood badpak dragen à la Pamela Anderson in Baywatch , als illusie over de eeuwige jeugd. Een volslanke naakte vrouw ontsnapt zwevend aan de zwaartekracht én aan de lichtheid van het bestaan. Sommige silhouetten uit Janssens’ werk doen denken aan prehistorische vruchtbaarheidsbeelden, andere aan barokke vrouwen of vlezige putti op Rubensiaanse schilderijen. En nog andere aan de voluptueuze modellen die Lucian Freud of Jenny Saville wel eens lieten poseren in hun schildersatelier. Met haar hedendaagse fotoreeks past ook Frieke Janssens in die lange kunsthistorische traditie.
HET ESCAPISME VAN RELIGIE
De zee – en bij uitbreiding: water – heeft ook een helende en religieuze connotatie. Water is in vele culturen of religies een symbool voor catharsis en geestelijke reiniging. Janssens maakt in veel van haar beelden dat transitiemoment heel tastbaar. Haar foto’s tonen een soort overgangsritueel: een moment waar haar modellen letterlijk zweven tussen twee toestanden: tussen levend en dood, bewust en onbewust, realiteit en fictie, droom en daad. Wars van zwaartekracht, bevriest ze de mens onderweg naar die transcendentale toestand. Dat concept doet denken aan het werk van Bill Viola (1951), de Amerikaanse kunstenaar die in zijn immersieve video’s zulke catharsismomenten heel tastbaar maakt. In zijn video’s Martyrs en The Crossing zien we onder meer mensen die – in een studiosetting – overspoeld worden door buitenmaats veel stromend water. Als martelaar worden ze geconfronteerd met de onmetelijke kracht van de natuurelementen, zoals water en vuur. Viola refereert in zijn werk – net als Frieke Janssens – graag aan bijbelse taferelen of symbolen. Ook al gaat hun werk in essentie niet over religie, maar over de grote menselijke gevoelens en twijfels.
“De Bijbel en het geloof gaf mensen vroeger antwoorden over de zin van het leven. Maar gezien de traditionele religie terrein verliest, zoeken mensen naar andere manieren om de ‘ondraaglijke lichtheid van het bestaan’ zin te geven. Ze zoeken hun toevlucht in aardse geneugten: liefde, rijkdom, eeuwige jeugd, familie, maar evenzeer drank, drugs, woede of fetisjisme. Daarover gaan mijn beelden evengoed”, zegt Frieke Janssens. Dat escapisme komt sterk tot uiting in haar reeks zeemansportretten. Daarin toont ze bonkige schippers, die zich verliezen in de roes van het leven op zee. Potig maar breekbaar verrijzen ze uit de zee, als een goddelijke kruising tussen Poseidon, Jezus Christus en Bas Jan Ader. De karakterkoppen van haar modellen zijn geïnspireerd op oude foto’s van vissersfamilies, die ze aantrof in Sincfala, het Knokse erfgoedmuseum over de Zwinstreek. “Ik ontdekte er ook dat vissers soms pijlstaartrog-olie gebruikten; een stinkend wondermiddel tegen allerlei kwaaltjes zoals reuma of spierpijn.
Dat oeroude product inspireerde me om sommige modellen in te smeren met pek: nog zo’n product dat bol staat van de symboliek. Het werd in Zeeland gebruikt om schuren te beschermen tegen zout.”
TOPZWARE LICHTGEWICHTEN
Bird of Prey Flying high
In the summer sky Gently pass on by Am I going to die Take me on your flight. (Jim Morrison, ‘Bird of Prey’, An American Prayer , 1978)
Net als Bill Viola koppelt Jim Morrison – frontman van The Doors – lichtheid aan religie op zijn postuum uitgegeven album An American Prayer. Vooral in zijn spoken word gedicht ‘Bird of Prey’ komt dat heel visueel tot uiting. Als in een meditatieve mantra herhaalt hij verzen over een roofvogel die zorgeloos en geduldig rondvliegt, tot hij zijn prooi bij een dodelijke aanval ontvoert. Net als Janssens mengt Morrison de zorgeloze lichtheid van het leven met zware thema’s als dood, vergankelijkheid en escapisme. De titel An American Prayer heeft op zich al een religieuze connotatie. En opmerkelijk genoeg heeft het werkwoord ‘bidden’ ook een dubbele betekenis. Voor mensen is het ‘contact zoeken met een goddelijk wezen’, voor roofvogels is het ‘ter plaatse in de lucht blijven hangen’. Beide definities zijn toepasselijk op Frieke Janssens’ werk: haar zwevende figuren zijn aan het ‘bidden’. Vooral in haar composities met volslanke naaktmodellen levert dat gewichtloos ‘bidden’ een sterk beeld op. Nergens leunt Janssens sterker aan bij het surrealisme dan in die reeks. De beelden roepen meteen René Magrittes Golconda (1953) op: het beroemde schilderij uit de Menil Collection, waarin tientallen mannen in zwart kostuum als regendruppels recht uit de lucht vallen. Net als René Magritte verleidt Frieke Janssens de kijker met attractieve beelden, die er op het eerste gezicht geloofwaardig en herkenbaar uitzien. Pas in tweede instantie besef je dat het representaties van een onmogelijke werkelijkheid zijn. Haar beelden lijken lichtgewichten, maar ze zijn – net als bij Magritte –topzwaar van betekenis.
In die zin kun je – afsluitend – bezwaarlijk zeggen dat Frieke Janssens een klassieke fotografe is. Haar foto’s vertrekken niet vanuit de realiteit, maar vanuit haar verbeelding. Anders dan documentairefotografen herkadreert ze de werkelijkheid niet. Ze gebruikt haar studio – naar eigen zeggen – zoals een schilder zijn canvas gebruikt. Het is een plek waar ze alle fotografische parameters – licht, compositie, modellen, setting, achtergrond – helemaal onder controle kan houden. Ze kan er in alle vrijheid het ideale beeld creëren dat ze in haar hoofd heeft. Haar studio is – om Paul Valéry te parafraseren – een plek om te vliegen, niet om richtingloos te zweven als een pluim.
7
Dit boek verschijnt naar aanleiding van de tentoonstelling Lightness in Cultuurcentrum Scharpoord, Knokke-Heist van 26 maart tot 12 juni 2022. De tentoonstelling is een onderdeel van ‘Foto Knokke-Heist’.
TENTOONSTELLING
CURATOR
Gemeentebestuur Knokke-Heist
PRODUCTIE
Cultuurcentrum Scharpoord, Knokke-Heist
SCENOGRAFIE Cédric Etienne
SOUNDSCAPE Ozark Henry
PRINTS & AFWERKING Milo-Profi
BOEK
FOTOGRAFIE © Frieke Janssens, 2022
TEKSTEN
Lize Spit Sofie Crabbé Thijs Demeulemeester
EINDREDACTIE
Martine van der Deijl (Nederlands) Xavier De Jonge (Engels)
VERTALING Sandy Logan
VORMGEVING Tim Bisschop
PROJECTCOÖRDINATIE Sofie Meert
DRUK die Keure, Brugge, België
INBINDING
Van Mierlo, Nijmegen, Nederland die Keure, Brugge, België
TEAM LIGHTNESS
FOTOGRAFIE
© Frieke Janssens, 2022
POSTPRODUCTIE
Stephan Lesger
STYLING - HAIR & MAKE-UP
Emmanuelle Bastiaenssen
ASSISTENT
Alwin Vyvey
It took a village to create Lightness
Bij de creatie van deze expo kreeg ik de hulp van een klein dorp aan gepassioneerde koppen en sterke handen. Eerst en vooral wil ik mijn vriend Joeri Van Den Broeck bedanken. Mijn brainstormpartner, eerste hulplijn en motivator als ik weer eens te streng ben voor mezelf. Dank je voor dit en veel meer ♥
Aan Cultuurcentrum Scharpoord, bedankt voor deze mooie kans en fijne samenwerking met jullie team. Ook dank aan alle mensen die ik mocht interviewen ter inspiratie: Hugo Camps, Danny Jones, Danny Lannoy, Paul Moeyaert, Servaas Van Belle, Jan Van Coillie en An Vervarcke.
Emmanuelle Bastiaenssen: jij was er van het allereerste moment bij, hebt alle trials & errors meegemaakt en bent steeds enthousiast blijven meewerken.
Alwin Vyvey, jij zeebonk. Het is allemaal groter geworden dan verwacht. Dank voor je kennis, kracht en extra oog.
En, last but not least, Stephan Lesger. Sterren komen en gaan, alleen Stephan blijft bestaan. Al jarenlang mijn vaste beeldbewerker, die met veel geduld mijn regie van zelfs de meest pietluttige details blijft uitvoeren.
Allemaal mijn grote dank.
Ik wil ook volgende mensen bedanken.
MODELLEN
Daphne Agten (muze!), Ayse Bassez en Iege Bassez, Gisèle Bataille, Hannah Beeckmans, Hosanna Bohin, Anne Bosch Vandergraaf, Ton Bosch Vandergraaf, Peter Brabants, Marc Bussens, Anthony Evrard, Gabrielle Goyvaerts, Keith Lambrecht, Vicky Lugentz, Yves Marginet, Anneleen Meurs, Ebe Meynckens, Carolina Mosquera, Marieke Oldenburger, Marthe Ramoudt, Brigitta Rodemich, Dirk Roose, Lynca Rutagarama, Romy Schlimbach, Alexandre Thibedore, Benjamin Tollet, Luc Vanaudenaerde, Marijne Van Boeckel, Mare Van Boven, Eric Van Den Bosch, Robin VandenBussche, Yana Van Glabeke, Horta Van Hove, Kyona Van Santen, David Venkatapen, Alwin Vyvey en eerste Zeescouts Georges de Hasque Antwerpen
HAIR & MAKE-UP-ARTIESTEN
Emmanuelle Bastiaenssen, Johanna Cool, An Graré, Kim Printemps en Steven Versées
STYLISTEN
Emmanuelle Bastiaenssen en Sophie Pillen
ASSISTENTEN
Tine Segaert en Alwin Vyvey
STAGIAIRES
Mohamed Almamoun, Sive Cauwenberghs, Louis Degrande, Cédric De Smedt, Lars Hoogveldt, Eva Thurman, Kelly Van Meel en Ilse van Schuur
SET DRESSING FRESCO Cachet
BACKDROPS
Bob Vantricht
LOCATIES
Artenova (Mechelen), The Bunkers (KnokkeHeist), Fabrik (Mechelen), Loftstudio 85 (Gent), Magical House (Parijs), Space Katleen Vinck (Antwerpen), Space Louis De Keyser (Gent), Studio Kartel (Mechelen), Studio Woot Woot (Gent) en Space Zeescouts (Antwerpen)
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
COLOFON
Hannibal Books, 2022
ISBN 978 94 6436 646 4 D/2022/11922/26 NUR 653
©
www.hannibalbooks.be