Een groene oase aan kronkelende wandelpaden tussen de gebouwen en een bloementuin met appelboomgaard. Royale leef-terrassen, een boven-standaard afwerking, kamerhoge ramen en uitzonderlijk vooruitstrevende technieken.
26 appartementen, 6 gezinswoningen en 1 commerciële ruimte. De oplevering wordt verwacht najaar 2026. 6% btw mogelijk. Informeer naar de voorwaarden.
ARCHITECTUURNIEUWS
DE ARCHITECTUURWERELD
STAAT NOOIT STIL. NIEUWE
PROJECTEN, BAANBREKENDE ONTWERPEN EN INSPIRERENDE
SAMENWERKINGEN ZORGEN
ERVOOR DAT ONZE GEBOUWDE
OMGEVING CONTINU VERANDERT. IN DEZE RUBRIEK NEMEN
WE JE MEE LANGS DE MEEST OPVALLENDE ONTWIKKELINGEN VAN DE VOORBIJE PERIODE. WAT VERBINDT DEZE PROJECTEN? WELKE TRENDS SPRINGEN
ERUIT? EN WAT VERTELLEN DEZE VERHALEN OVER DE TOEKOMST VAN ARCHITECTUUR?
1. GENT WASTE BRICK: DUURZAME PRIMEUR VOOR DESIGN MUSEUM GENT
De nieuwe vleugel van Design Museum Gent krijgt een gevel van 82.000 Gent Waste Bricks, vervaardigd uit lokaal afval zoals glas en beton. Deze stenen worden geperst en aan de lucht uitgehard, wat de CO2-uitstoot vermindert. Gerecycleerd glas zorgt voor een glinsterend effect. De baksteen won goud en zilver op de Henry van de Velde Awards. Het museum zet hiermee een sterke stap richting circulaire architectuur.
Voor het Serpentine Pavilion 2025 in Londen werd de Bengaalse architecte Marina Tabassum gekozen. Haar ontwerp – ‘A Capsule in Time’ –is een licht, houten paviljoen geïnspireerd op vergankelijke architectuur uit de Bengaldelta. Centraal staat een ginkgoboom die evolueert met de seizoenen. Het paviljoen benadrukt de verbondenheid tussen mens, natuur en tijd. Het vormt een serene plek voor reflectie en dialoog.
TOMORROWLAND LANCEERT HIGH-END MEUBELCOLLECTIE MET DIETER VANDER VELPEN
Tomorrowland heeft met MORPHO een high-end meubelcollectie gelanceerd in samenwerking met architect Dieter Vander Velpen en Great Library Design Studio. De collectie vertaalt de magie van het festival naar een tijdloos interieurconcept. MORPHO debuteerde op Salone del Mobile in Milaan. Organische vormen, geïnspireerd op libellenvleugels, geven de collectie een hedendaagse Art Nouveau-uitstraling. Zo brengt Tomorrowland zijn beleving tot in het dagelijkse leven.
Op Expo 2025 in Osaka draait het Belgische paviljoen rond het thema ‘levens redden’, met een focus op Waalse innovatie. Het ontwerp van Carré 7 uit La Louvière viert water in al zijn vormen en biedt bezoekers een poëtische, interactieve ervaring. Waalse bedrijven bundelden hun krachten voor de bouw, techniek en scenografie. Zo toont Wallonië zijn creativiteit en technologische knowhow aan de wereld. België profileert zich hiermee internationaal op het vlak van gezondheid, biotechnologie en duurzaamheid.
5.
BAS SMETS OP DE ARCHITECTUURBIËNNALE VAN VENETIË
Landschapsarchitect Bas Smets opende de 19e architectuurbiënnale van Venetië met de tentoonstelling ‘Building Biospheres’. In het Belgische paviljoen toont hij hoe planten het binnenklimaat van gebouwen kunnen reguleren. Dit sluit aan bij het centrale thema van de Biënnale: ‘The Laboratory of the Future’. Dat onderzoekt hoe innovatie kan bijdragen aan een duurzamere toekomst. Dankzij sensoren worden het licht, de luchtvochtigheid en de irrigatie automatisch aangepast. De tentoonstelling loopt van 10 mei tot 23 november 2025.
4.
WAALSE INNOVATIE IN DE SCHIJNWERPERS OP EXPO OSAKA
ARCHITECTUUR EEN GEVOEL VAN GELUK KAN TEWEEGBRENGEN, DAN MOETEN WE DAT
NASTREVEN.”
SCHOONHEID IS ALTIJD
GOED GEZELSCHAP
U houdt een bijzondere editie van ons geliefde magazine in handen. Bijzonder, omdat we deze keer nog harder hebben nagedacht over hoe we wat al echt goed was, nog beter konden maken. Het credo ‘het perfecte is de vijand van het goede’ indachtig, hebben we het kind niet met het badwater weggegooid en slechts omzichtig aangepast waar dat nuttig, duurzamer en natuurlijk ook leuker leek.
In het eerste architectuurartikel openen we deze keer niet met een architect, maar met Arne Schollaert, publiek econoom en CEO van ABS Bouwteam. Het antwoord op de vraag wat een publiek econoom doet en hoe die past in de creatieve galerij van de actoren in architectuur zal u boeien. En het door hem gekozen gebouw zal u eveneens verrassen. Naadloos laten we u daarna verder bladeren naar ons gesprek met Peter Buggenhout en Berlinde De Bruyckere. Jawel, over architectuur en hun visie daarop! Dit kunstenaarskoppel houden wij al meer dan dertig jaar dicht bij ons hart, blijvend gesterkt in onze fascinatie en genegenheid door hun niet-aflatende groei en creativiteit. Dit alles overgieten we met een sausje van prachtige mensen, voorwerpen en gebouwen, zoals we dat al vijftien jaar en dertig edities lang doen, op zoek naar alles wat mooi en eerlijk is.
Laat ABSoluut Magazine uw rustmoment zijn. Schoonheid is altijd goed gezelschap. Het ga u goed.
Anton Sr Gonnissen
Sint-Martens-Leerne 10 juni 2025
INHOUD
ABSOLUUT ARCHITECTUUR
ARCHITECTUURNIEUWS
De meest opvallende ontwikkelingen
ARNE SCHOLLAERT
“Als architectuur een gevoel van geluk kan teweegbrengen, dan moeten we dat nastreven.”
VOORWOORD
Schoonheid is altijd goed gezelschap
BAGSVAERD KIRKE
Een les in nederigheid
ABSOLUUT DESIGN
VILLA ROLE
Een krachtig drieluik op niveau
CONTRASTERENDE KARAKTERS
Een eclectische verzameling van Belgisch design
VERRASSEND VERBONDEN DESIGN
De kracht van werken in duo
BERLINDE DE BRUYCKERE EN PETER BUGGENHOUT
Gesprek met het kunstenaarskoppel over hun gezamenlijke levenswerk
ABSOLUUT KUNST
VILLA SAE
Kneedbare architectuur in het groen
HANNES PEER
De favoriete kunst- en foodadressen van de architect-designer van het moment
COLUMN ANTON
Identiteit is een gevangenis
DUURZAME TRANSITIE
Een gedeelde visie op duurzame en toekomstgerichte architectuur
ABSOLUUT RUBRIEK
EXPO
Deuren die (weer) opengingen
BOEKEN
Ode aan een huis
5 VRAGEN
Een gesprek met
Elke editie gaan twee partijen in gesprek over architectuur. In deze dertigste editie geeft Anton Gonnissen, voormalig CEO van ABS Bouwteam en uitgever van dit magazine, symbolisch de fakkel door aan zijn opvolger Arne Schollaert tijdens een bezoek aan Bagsværd Kirke in Kopenhagen. Hoewel het sacrale bouwwerk van de Deense architect Jørn Utzon uit 1976 van buitenaf meer weg heeft van een fabrieksgebouw, is het wel een gebouw dat met zijn inhoud weet te beroeren. Met een interieur waarin goddelijk licht langs de sierlijke lijnen van een wolkenplafond over de hoofden van de parochianen neerdaalt, en een architect die betekenis zoekt boven uiterlijk vertoon, stond de kerk van Bagsværd al heel lang op het mustvisitlijstje van Arne: “Ik hou ervan als een gebouw zonder veel omhaal doet wat het moet doen.”
BAGSVÆRD KIRKE
EEN LES IN NEDERIGHEID
“Ik kan me mijn bezoek aan het Sydney Opera House nog levendig voor de geest halen. Het was een onvergetelijk kippenvelmoment”, vertelt Arne. “Utzon is er wereldberoemd mee geworden, hoe moeilijk het bouwproces ook was verlopen. Of je het nu mooi vindt of niet, het is in elk geval een gebouw dat boeit. En dat is voor mij wat architectuur moet beogen. Het Opera House is bovendien een publiek goed par excellence, omdat iedereen kan genieten van dezelfde sensatie wanneer hij ervoor staat. Dat gevoel van geluk is zo ontzettend waardevol, en toch wordt het nooit mee in rekening gebracht als we de kosten en baten van wat we bouwen tegen elkaar afwegen. Het is volgens mij nochtans dat gevoel dat we moeten nastreven en niet alleen bij publieke gebouwen, maar ook bij residentiële woningen of woonprojecten. De ode aan schoonheid, die bezingen we al decennialang. Ik voeg er graag de strijd tegen de standaardisatie (lees: banaliteit) aan toe. Of het nu gaat om appartementsblokken die het straatbeeld overspoelen met tristesse of een living en keuken die door slechte ruimtelijke verhoudingen een dagelijks gevoel van onrust voeden; zo’n zaken krijg je als je niet meer doet dan streven naar een optimaal rendement of efficiëntie in het productieproces, terwijl die aanpak uiteindelijk veel hogere kosten draagt dan we in rekening nemen.” Wie opbrengst en welbevinden meer in balans brengt, realiseert volgens Arne een ander soort architectuur met ruimtes, materialiteit en verhoudingen die meer waarde creëren voor de bouwheer en de gemeenschap. “Ik koester de ambitie om er mee over te waken dat wát we bouwen, ook dat immateriële, niet-gemonetariseerde extraatje in zich draagt.”
DEENSE EENVOUD EN FUNCTIONALITEIT
Het is half juni en het miezert in Kopenhagen. Arne en Anton schuilen onder een paraplu en turen wat twijfelachtig naar Bagsværd Kirke. Met zijn bleke betongevel, ogenschijnlijk lukrake aaneenschakeling van losse volumes en opeenstapeling van daken in grijs aluminium lijkt het gebedshuis eerder op een fabriek. Al even onopvallend als zijn schil nestelt het bouwwerk zich geruisloos in zijn omgeving. Dat is de noordelijke rand van de Deense hoofdstad, in een voorstedelijke omgeving te midden van de berkenbomen, met de achterkant naar een lokale straat. Naast die harmonieuze relatie tussen de kerk en zijn omgeving, verrassen ook de eenvoud en functionaliteit van de architectuur niet. Het zit immers ingebakken in het DNA van de Deense architectuur. “Bagsværd Kirke kan je eigenlijk zien als een doos rond een inspirerende ruimte. Herken jij er de stijl van zijn maker in?”, vraagt Anton terwijl hij vanop afstand met zijn wijsvinger langs de bleke contouren van het bouwwerk gaat. “Als je het andere werk van Utzon bekijkt, kan je niet echt spreken van een kenmerkende signatuur. Hij lijkt zich als een kameleon volledig naar elke opdrachtgever, omgeving en programma te schikken. Zijn hand is nauwelijks zichtbaar en dat is misschien maar goed ook. Aan dat onnodig indruk willen maken, wordt tegenwoordig te veel aandacht besteed. Utzon is vooral een architect die inhoud brengt, en dat kunnen we alleen maar waarderen.”
De kerk staat er ondertussen bijna vijftig jaar. In 1976 kreeg de gemeenschap van Bagsværd na drie eeuwen zonder kerk, eindelijk weer een plek voor gebed. Naast het creëren van een betekenisvolle relatie tussen een gebouw en zijn omgeving, blijkt uit het werk van de Deense architect ook duidelijk zijn vermogen om architectuur te laten resoneren met de lokale gemeenschap. Niet alleen in Sydney, maar ook in het kleine Bagsværd. Arne: “Bagsværd Kirke is veel meer dan een kerk. In de aansluitende volumes komen mensen uit de buurt ook samen voor events, vergaderingen, expo’s, jeugdactiviteiten, enzovoort. Het is een plek voor iedereen.” Het is voor Arne het uitgelezen moment om ook even te verwijzen naar het wooncomplex ‘Fredensborg Houses’ in de gelijknamige Deense gemeente, dat andere werk van Jørn Utzon dat de gemeenschap vooropstelt. “Heel kenmerkend voor dat woonproject uit 1963 is dat het een vroeg voorbeeld is van gedeeld privaat groen; een principe waarin ik heel sterk geloof.”
Met zijn bleke betongevel, ogenschijnlijk lukrake aaneenschakeling van losse volumes en opeenstapeling van daken in grijs aluminium lijkt het gebedshuis eerder op een fabriek.
“STANDAARDISATIE
IN FUNCTIE VAN HET
RENDEMENT BRENGT ONZICHTBARE
KOSTEN MET ZICH MEE DIE NIET IN REKENING WORDEN GEBRACHT. IK PLEIT
VOOR EEN BETERE BALANS TUSSEN
RENDEMENT EN WELBEVINDEN.”
Arne Schollaert
“BAGSVÆRD
ZIEN ALS EEN DOOS ROND EEN INSPIRERENDE RUIMTE.”
Anton Gonnissen
ULTRADUNNE BETONSCHALEN
Ondertussen kondigt klokkengeschal het einde van de dienst aan en wachten de twee heren geduldig hun beurt af om de kerk van binnenuit te kunnen aanschouwen. Bagsværd Kirke is het meest geprezen Deense project van Jørn Utzon. Hij was een meester in het combineren van moderne architectuur met traditionele elementen, maar ook van het alledaagse met het buitengewone. Dat wordt duidelijk van zodra het gezelschap naar binnen stapt. Het contrast met het buitenaanzicht kan niet groter zijn.
Net als in al zijn andere gebouwen, komt hier Utzons organische benadering van architectuur tot uitdrukking. Zo zijn de plafonds van de kerk gemaakt van ter plaatse gestorte, gewapende betonschalen van twaalf centimeter dik, met een overspanning van zeventien meter. Een huzarenstukje en een zeldzaamheid binnen de westerse religieuze architectuur van die tijd. De schalen zijn vrij gevormd op basis van cirkelgeometrie, waardoor de architect de hoogte, helling en kromming volledig vrij kon bepalen. Deze techniek is geïnspireerd op de elegantie van grote historische kerkgewelven, maar dan met de technologie van de 20ste eeuw. Utzon vond de inspiratie ervoor tijdens een reis naar Hawaii, liggend op het strand en turend naar de wolkenformaties die werden gevormd door de passaatwind. Het resultaat? Een wit betonnen, noord-zuid
Mooi detail: de altaartapijten werden gemaakt door de dochter van Jørn Utzon: weefster en keramiste Lin Utzon.
georiënteerd dak dat als rollende wolken over de gebedsruimte golft. Ze nemen het daglicht uit de nok van de kerk mee en verspreiden het diffuus over de ruimte, wat een sacrale beleving van tijd en ruimte mogelijk maakt en kerkgangers tot bezinning stemt. “Het is niet evident om als architect grote creatieve risico’s te nemen”, stelt Arne. “Daarom nemen wij als bouwteam die rol graag op ons. Zo kan de architect zo dicht mogelijk bij zijn ideeën blijven, kan de bouwheer zorgeloos bouwen en kunnen we samen bijzondere architectuur realiseren.”
Wie de doorsnede van de gebedsruimte bekijkt, kan de link ontwaren met oosterse kalligrafie. Utzon etaleert er zijn bewondering voor de vloeiende lijnen van het handschrift mee. Volgens sommigen doet de plattegrond van de kerk dan weer sterk denken aan die van boeddhistische kloosters, met hun rechthoekige binnenhoven en pagodevormige daken. Naast invloeden uit China en Marokko, koesterde de architect na een reis door de Verenigde Staten tot slot grote bewondering voor de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright. In zijn werk weerklinkt overtuigd diens opvatting over de synergie tussen architectuur en natuur.
TWINTIG TINTEN WIT
Een bijzondere blikvanger in de kerk van Bagsværd is ongetwijfeld het altaar. Als een luchtige wand van driehoekige cementtegels weerkaatst het het binnenvallende daglicht in de ruimte. “Twintig tinten wit”, fluistert Anton terwijl hij ziet hoe het licht verandert naarmate de tijd verstrijkt en de verschillende ruimtes, hoekjes en details telkens in een andere witvariant kleuren. “Dit is visuele poëzie.” Oplettende bezoekers zien dan weer hoe de witte vloertegels aansluiten bij de geglazuurde witte tegels die in een dynamisch patroon de witte prefabbetonpanelen van de buitengevel sieren. De aanvulling met kerkmeubels in licht beukenhout geeft het interieur de nodige warmte. Mooi detail: de altaartapijten en andere kunstwerken werden gemaakt door de dochter van Jørn Utzon: weefster en keramiste Lin Utzon. Het orgel is een ontwerp van Utzon zelf.
SNEL HANDELENDE AANNEMER
Net zoals bij het Sydney Opera House, verliep ook de bouw van Bagsværd Kirke niet zonder obstakels. Financiële problemen en politieke tegenwerkingen dreigden het project te boycotten. Het was dankzij het snelle handelen van de aannemer dat de bouw daadwerkelijk een kans kreeg. Zo werd de realisatie van de kerk een verhaal van volharding en overtuiging, zowel van Utzon als van de lokale gemeenschap. Arne en Anton nemen die gedachte mee naar buiten, waar de regen het blije gemoed na het bezoek niet kan temperen en waarna het gezelschap de terugtocht naar het zonnigere België kan inzetten.
Een bijzondere blikvanger is het altaar. Als een luchtige wand van driehoekige cementtegels weerkaatst het het binnenvallende daglicht in de ruimte.
Met villa ROLE in Dilbeek realiseerde CAS architecten in samenwerking met ABS Bouwteam een woning die in het glooiende karakter van de groene rand rond Brussel werd geschoven. Het resultaat is een eigenzinnige compositie van niveaus, met een groene patio die elke bezoeker begroet. Dat is een stevige handdruk die beroert en bijblijft.
EEN KRACHTIG DRIELUIK OP NIVEAU
Op een compact en hellend terrein ontwierp CAS architecten een woning die dankzij het niveauverschil tussen de voor- en achterzijde naadloos opgaat in de omgeving.
Een landschap met reliëf: dat is de groene omgeving rond Dilbeek in een notendop. Bouwgrond is er schaars, en de beschikbare percelen vragen een doordachte aanpak. Op een compact en hellend terrein ontwierp CAS architecten een woning die dankzij het niveauverschil tussen de voor- en achterzijde naadloos opgaat in haar omgeving. Aan de straatzijde toont zich een verfijnde gelaagdheid:
een krachtig drieluik van verdiepingen, met een warmgrijze bakstenen gevel en accenten van houten plinten onderaan. Aan de achterzijde verdwijnt één verdieping uit het zicht, waardoor de leefruimte op de tweede verdieping rechtstreeks uitgeeft op tuinniveau. Door de woning letterlijk in de helling te schuiven en ze te laten zweven boven een houten volume, rijst het huis elegant boven het terrein uit.
Door de woning letterlijk in de helling te schuiven en ze te laten zweven boven een houten volume, rijst het huis elegant boven het terrein uit.
EEN EERSTE GROENE INDRUK
Bewoners en bezoekers worden in de entree van villa ROLE meteen verwelkomd door een verrassend architecturaal gebaar: een patio met een centraal geplante steeneik. Het stukje groen dat zich aan de zijkant van de woning bevindt en doorgroeit tot het buitenterras op de tweede verdieping, brengt bij binnenkomst meteen daglicht binnen en doorbreekt het klassieke gevoel van de entree als niets meer dan een noodzakelijke ruimte. Het zicht op de groene buitenruimte brengt ook flair op de verder heel praktische, gelijkvloerse verdieping. Op dit onderste niveau van de woning
bevinden zich een garage, de berging, een polyvalente ruimte, het poolhouse en een bureau. Voor extra comfort is de woning voorzien van een lift, die toegang biedt tot de twee bovenliggende woonniveaus. Het illustreert helemaal hoe het bouwteam hier inspeelde op de vraag van de bewoners naar praktisch comfort. Nog een handige troef: ook via de buitentrap kom je op de tweede verdieping die zich op het tuinniveau bevindt.
Een verrassend architecturaal gebaar: een patio met een centraal geplante steeneik die tot het buitenterras op de tweede verdieping groeit.
Op de tweede verdieping bevindt zich de leefruimte, waar het technische hart de rol van subtiele roomdivider opneemt en zo de leefkeuken en zitruimte op een stijlvolle manier van elkaar scheidt.
CENTRALE KERN
Binnen ontvouwt het leven zich rond een technisch volume dat fungeert als de centrale kern van de woning. Hierin is niet alleen de lift geïntegreerd, maar ook de trap en een berging. Op de tweede verdieping bevindt zich de leefruimte, waar het technische hart de rol van subtiele roomdivider opneemt en zo de leefkeuken en zitruimte op een stijlvolle manier van elkaar scheidt.
Dankzij royale raampartijen vloeit het interieur van villa ROLE naadloos over in het exterieur. De leefruimtes openen zich naar het terras met zicht
op de patio, het zwembad en de zacht glooiende tuin. Op de bovenste verdieping bevinden zich dan weer de slaapkamers, waar de rust van het omliggende landschap het ritme van de dag vertraagt. Het maakt van villa ROLE een woning waarin elke ruimte maximaal werd verbonden met de omgeving. Met de natuurlijke patio onderaan en het weidse zicht op de tuin en de aansluitende natuur achteraan voelt villa ROLE aan als een heerlijke gelaagdheid die verrast en perfect samensmelt met de omgeving én het leven van zijn bewoners.
Vakmanschap sinds 2007. Voor al uw schilderwerken, behang, raamdecoratie en kleuradvies – binnen en buiten. Eigen team, topmerken, strakke afwerking. Met garantie en oog voor detail.
De Vlaamse Staak 8, 1745 Opwijk
0475 50 62 30 | www.schilderwerkenvenneman.be
FOTOGRAAF: CAFEINE
CONTRAS— TERENDE
Een steekproef in het aanstormende Vlaamse designlandschap toont het interieur van morgen op zijn best. Contrast en koppige eigenzinnigheid tekenen de ontwerpen: van driepotig vakmanschap tot stalen zitgenot op wieltjes. Wij selecteerden enkele opvallende stukken op de grens van functioneel en collectible design en trekken daarmee een kleurrijke zomer in.
karakters
art@evybosman.be) –
–
Terra Incognita, Evy Bosman (1800 euro,
Buphagus #00, Pierre Coddens (prijs op aanvraag, pcoddens@gmail.com)
TTML, WØTI (vanaf 5240 euro, woti.be)
Lido chair, Ykoon (prijs op aanvraag, ark38.be)
CH06, WØTI (vanaf 1750 euro, woti.be)
objectswithnarratives.com of declercq.design)
Rollmaster, Atelier Serruys (3025 euro,
– Lido chair, Ykoon (prijs op aanvraag, ark38.be)
A place for rest, Joris Verstrepen (prijs op aanvraag, verstrepen.studio) – CH04, WØTI (vanaf 920 euro, woti.be) – Untitled, Pierre Coddens (prijs op aanvraag, pcoddens@gmail.com)
Sweet Dreams #00, Pierre Coddens (prijs op aanvraag, pcoddens@gmail.com)
VERRASSEND
VERBONDEN
De kracht van het duo
Twee blikken, één gebaar
De kracht van een duo schuilt zowel in het individu als in het collectief. Waar de een vertrekt vanuit materiaal en techniek, benadert de ander het ontwerp vanuit een conceptueel of narratief perspectief. Ieder vormt zijn ervaring en blik tot een interactie van ideeën, materialen en technieken op het snijvlak van kunst, vormgeving en ambacht. Op dat grensgebied ontstaan tastbare objecten die de zintuigen prikkelen. We presenteren drie duo’s, elk met een unieke vorm van samenwerking. Hun werk ontstaat uit een gezamenlijke zoektocht naar het juiste gebaar in hout, textiel of keramiek. Een reeks fijne objecten is het resultaat.
Links: architect Olivier Daelman, rechts: meubelmaker Toon Van der Gucht
ECHO’S MET EEN KWINKSLAG
Onder de naam ‘ECHOES’ bundelen meubelmaker Toon Van der Gucht (alias Stoonie) en Olivier Daelman, bezieler van MAN architecten, de krachten. Hun werk verenigt ambacht en architectuur in meubels die verwijzen naar iconen uit de vorige eeuw. Het duo zoekt naar een balans tussen esthetiek, functionaliteit en verbeelding, met een duidelijke echo uit het verleden. Olivier, met twintig jaar ervaring als interieurarchitect, voelde de drang om zijn praktijk te verruimen. “De spanning tussen oud en nieuw boeit me. Meubels hebben me altijd aangesproken, maar zolang je iets niet echt vormgeeft en uitvoert, blijft het abstract. In Toon vond ik de perfecte partner: een maker met een scherpe blik, technische precisie en een diepe liefde voor het ambacht.”
Hoewel de samenwerking voor beiden een zijproject is, wordt elk ontwerp met zorg en toewijding uitgewerkt. Het creatieve proces is er één van constante dialoog: ideeën worden heen en weer geschoven, aangescherpt en verfijnd. De sterkte schuilt in de wisselwerking, niet alleen tussen Toon en Olivier, maar ook tussen denken en doen, sculptuur en gebruiksvoorwerp. Ze kennen elkaar sinds het tweede leerjaar, bewandelden elk een eigen pad, maar bleven elkaar volgen, professioneel én persoonlijk. Hun gedeelde fascinatie voor vorm, ruimte, kleur en materiaal mondde twee jaar geleden uit in de eerste prototypes.
TILT is een schuin tegen de muur leunend meubel dat – geïnspireerd door Donald Judd en Dan Flavin – speelt met evenwicht, perspectief en spanning. “Een spie onderaan brengt het lijnenspel in balans, niet alleen functioneel, maar ook sculpturaal. We houden van objecten met een verhaal en verbergen onze inspiratiebronnen niet, maar omarmen ze net. Elk van onze ontwerpen vertrekt vanuit een gedeeld referentiekader, maar krijgt een persoonlijke twist dankzij een spel van sparren en bijsturen. Wat ons als duo verbindt, is de visie van Olivier en mijn vertaling ervan naar uitvoering. Tussen idee en materie ontmoeten we elkaar”, besluit Toon.
VERWEVEN MATERIALITEIT
Hoewel hun disciplines op het eerste gezicht ver uit elkaar liggen, vormen textielontwerpster Nathalie Van der Massen en keramiste Karen Verlinden een bijzonder artistiek duo. Klei en textiel – hard tegenover zacht en vast tegenover flexibel – gaan dankzij het tweetal een verrassende dialoog aan. In dat spanningsveld staat tactiliteit centraal: de materialen versmelten visueel tot een zintuiglijk geheel waarin het ene de gevoeligheid van het andere versterkt of uitdaagt.
“Onze samenwerking ontstond toevallig en groeide natuurlijk. Nog voordat we elkaar kenden, werd ons werk al samen getoond op expo’s. Het vond elkaar als vanzelf”, vertelt Nathalie. De contrasten tussen keramiek en textiel, fragiel versus robuust, gestructureerd versus organisch, versterken elkaar. Gaandeweg besloten Nathalie en Karen om, naast hun individuele praktijk, ook bewust samen te werken. Het resultaat is gezamenlijk werk waarin textielstructuren overgaan in keramische vormen en omgekeerd. De grenzen vervagen en er ontstaat een meerlagig materiaalgevoel. “Wij ervaren het als een speelveld en een onderzoek naar hoe mixed media elkaar kunnen dragen. Sommige textielelementen houden de keramiek letterlijk bij elkaar, als verbindend gebaar. Dergelijke pistes willen we nog verder bewandelen”, licht Karen toe.
Keramiek en textiel vragen om een intuïtieve, zintuiglijke benadering. “Meer dan ons hoofd bepalen onze handen hoe een werk evolueert. We vertrekken allebei vanuit de tactiele kwaliteiten van het materiaal en het intrigeert ons hoe de aardse massa van de klei en de natuurlijke vezels van het textiel samenvloeien. Voor mij is het essentieel om het ruwe kleikarakter te behouden”, benadrukt Karen. In twee richtingen laat de samenwerking ruimte voor experiment, duidt Nathalie: “Ik begin vaak met materiaalstudies waar Karen verder mee aan de slag gaat. Soms is het kader strak, soms los, afhankelijk van de schaal. Textiel nodigt uit tot groot en vloeiend werken, terwijl keramiek gewicht, structuur en architecturale diepte toevoegt.”
Links: textielontwerpster Nathalie Van der Massen, rechts: keramiste Karen Verlinden.
Michaël Verheyden en Jordy Pattar tonen het potentieel van samenwerken vanuit uiteenlopende achtergronden en intuïtieve visies.
Michaël benadert een object vanuit het concept, Jordy vanuit het maakproces. Toch hebben ze elkaar gevonden in de liefde voor het materiaal en het toepassen van oude technieken op hedendaagse ontwerpen. Michaël zocht altijd al de dialoog met vaklui, en met de VAKlab-community van Bokrijk gaat hij nog een stap verder. Samen met vijf diverse meesters creëerde hij een unieke collectie waarin zijn visie en hun vakmanschap samenkomen. Een van hen is Jordy Pattar. Een intense dialoog met hem leidde tot de Trestol: een unieke stoel die zich onderscheidt door zijn natuurlijke vorm en structuur van het hout.
Michaël staat bekend om zijn minimalistische ontwerpstijl waarin hij verfijnde materialen en ambachtelijke technieken samenbrengt, terwijl Jordy’s werk getuigt van een diep respect voor traditie en vakmanschap door het toepassen van eeuwenoude methodes binnen een eigentijdse ontwerpcontext. Hij heeft een diepe waardering voor hout in zijn meest natuurlijke vorm en behoort tot de weinige Belgen die nog woningen bouwen op de traditionele manier. Michaël: “De Trestol weerspiegelt onze waarden voor vakmanschap, duurzaamheid en tijdloos design. Mijn ideeën komen alleen tot leven dankzij de vakmensen die ze realiseren. Zonder hen blijft het bij een schets. Als ontwerper denk ik vaak na over hoe ik met iemands technieken iets waardevols kan creëren.”
De samenwerking toont zich in elke vezel van het hout. Voor Jordy staat de schoonheid van het materiaal centraal, een focus die leidt naar zijn signatuur als maker: “Ik ben niet tegen vooruitgang, maar hout dat de sporen van de beitel draagt, vertelt een uniek verhaal. De Trestol is volledig met de hand gemaakt: het zitvlak draagt nog de subtiele sporen van het ambacht, en de poten zijn niet gedraaid, maar gekapt. Je ziet waar het vandaan komt en elke vierkante centimeter is anders, waardoor je er blijft naar kijken”, besluit Jordy.
Vloer- en wandtegels voor professionals en particulieren
BERLINDE DE BRUYCKERE
over hun gezamenlijke levenswerk
PETER BUGGENHOUT
DE ARCHITECT IN DE KUNSTENAAR
Het jaar is goed begonnen voor het Belgische kunstenaarskoppel Berlinde De Bruyckere en Peter Buggenhout. Zij sluit deze zomer haar grote overzichtstentoonstelling ‘Khorós’ in Bozar in Brussel af, hij rondt in augustus zijn grootschalige solotentoonstelling in Skulpturenpark Waldfrieden in het Duitse Wuppertal af. Al 38 jaar deelt het koppel liefde en leven en zijn ze een onontbeerlijk klankbord voor elkaars werk. Van architectuur maakten Berlinde en Peter al in het begin van hun carrière hun gezamenlijke levenswerk – van woning tot atelier. Klaas Goris van Coussée & Goris architecten is een vaste gast op dat pad, met een gedeeld respect voor erfgoed en historie. “Een ruïne is een bouwwerk in zijn blote kont.”
“De Gentse havenwijk De Muide is al dertig jaar onze thuisbasis. Deze plek is onder mijn vel gekropen. Ik heb het hier doorheen de jaren zien veranderen, mensen zien bricoleren aan hun woning. Elke aanpassing was ongetwijfeld een logische stap, maar het geheel slaat nergens op. Zo is het ook bij mijn werk, zo is het ook in de wereld”, vertelt Peter Buggenhout. Op deze hete junidag biedt een stoeltje in de schaduw van de luifel van de oude school en woning wat soelaas voor een gesprek over architectuur. Buggenhouts fascinatie voor afgedankte, alledaagse materialen die geschiedenis meedragen, maar waarvan het verhaal onderweg verloren ging, vertaalt hij naar monumentale sculpturen die als archeologische objecten uit een vergeten verleden de kijker in totale chaos achterlaten. Er is geen boodschap of betekenis, enkel de onmogelijkheid om het kunstwerk (lees: de wereld) volledig te begrijpen of te duiden. Naast hem zit Belgiës grande dame van de hedendaagse kunst, maar ook zijn levensgezellin en klankbord. Dat merk je meteen als ze praten. Ze laat pauzes, vraagt het woord, denkt mee en haalt herinneringen op. Ook haar werk zoekt de confrontatie op rond thema’s zoals vergankelijkheid, ook zij maakt gebruik van ‘geladen’ materialen, zoals huid, textiel of gevonden voorwerpen, en ook zij wil de kijker doen reflecteren over de wereld. En hoewel ze qua vorm sterk verschillen – zij figuratief, hij abstract – gaat hun universele boodschap de hele wereld rond, van de biënnales van Venetië en Lyon tot toonaangevende musea wereldwijd. Peter: “We zijn elk in een totaal ander expoparcours ondergebracht, maar samen bereiken we alle musea.” (lacht)
“Ik ben in deze buurt, zelfs in deze straat, opgegroeid”, vertelt Berlinde. “Later, in onze studententijd, hebben we meer dan eens gebouwen gekraakt op zoek naar een goedkope plek om te leven of te werken. Eén keer richtten we in een verlaten pand een atelier in dat via een wiebelend trapje van enkele meters hoog bereikbaar was. Schilderijen naar boven brengen was gekkenwerk.” De liefde voor ruïnes, ook dat is wat het koppel in 1988 aantrok in de voormalige katholieke jongensschool in de Gentse Muide. Berlinde: “Dit gebouw stond al lang leeg en was compleet verwaarloosd. Bomen groeiden uit de vensters en de gevel zag zwart door de havenactiviteiten. Toch zag mijn vader het potentieel voor ons, als twee startende kunstenaars. Door ruimtes te verhuren aan andere kunstenaars konden we dit project financieel beter dragen. Later lieten we het klasseren als merkwaardig gebouw, waardoor we dankzij subsidies het dak konden vernieuwen. Stad Gent zag dat
we goede intenties hadden, klasseerde het ook als monument en zo kwam er voor ons geld vrij voor onderhoud. Heel lang liepen ons werk en leven hier door elkaar, totdat Peter en ik met steeds meer mensen werkten, ik met mijn assistente aan tafel de agenda voor de dag aan het overlopen was terwijl ik aan het koken was voor onze kinderen en besefte dat die situatie al lang niet meer ideaal was. Bovendien evolueerde ons werk en hadden we steeds meer nood aan ruimtes met hoge openingen om ons werk binnen en buiten te rijden, maar ingrijpende insnijdingen in de originele architectuur van dit oud-neogotische pand wilden we niet doen. Historische gebouwen zoals dit houden we liever in hun waarde. Tegelijk kwam naast de school een stukje grond vrij dat ooit dienst had gedaan als autogarage. Dat hebben we gekocht om een nieuw atelier in onder te brengen en tegelijk gingen we op zoek naar een andere woning zodat we ons privé konden loskoppelen van onze werkplek en er letterlijk en figuurlijk ruimte vrij zou komen om ons op te laden en te voeden met andere dingen.” Het duo neemt tussen het praten door afscheid van jonge kunstenaars die deze plek met hen delen en tussendoor komen en gaan. Dat er nog weinig mogelijkheden zijn om verlaten gebouwen op dezelfde manier te behouden, verzorgen en opwaarderen, beseffen de twee zeer goed. “Het systeem is log en traag, waardoor veel mensen de moed verliezen. Bovendien heeft Stad Gent de middelen niet meer, waardoor ze heel selectief te werk gaan en er zijn de steeds strenger wordende bouwnormen. Dat maakt dat er vandaag heel wat pareltjes in Gent verlaten zijn.”
“DE
MUIDE IS ONDER MIJN VEL GEKROPEN. IK HEB HET HIER DOORHEEN DE JAREN ZIEN VERANDEREN, MENSEN ZIEN BRICOLEREN AAN HUN WONING. ELKE AANPASSING WAS ONGETWIJFELD EEN LOGISCHE STAP, MAAR HET GEHEEL SLAAT NERGENS OP.”
Peter Buggenhout
“BETON, ZWART STAAL EN GLAS: IN MIJN NIEUWE ATELIER ZIJN DE MATERIALEN SOBER, HEB IK EEN HOOG PLAFOND EN NEUTRAAL, KOEL LICHT DAT VAN BOVENAF BINNENVALT. HET IS ANDERS WERKEN HIER, WANT DE RUIMTE IS VOLLEDIG AFGESTEMD OP HET MAKEN VAN MONUMENTALE WERKEN.”
Berlinde De Bruyckere
Arcangelo II (San Giorgio), 2023-2024
NIET ZOEKEN, MAAR VINDEN
Het vroegere woongedeelte van het oude schoolgebouw doet vandaag dienst als archief voor het werk van het koppel. Op de gelijkvloerse verdieping van de zijvleugel zijn dan weer twee oude klasjes samengesmolten tot een werkplek voor Berlinde en haar team. Was, kookpotten en nieuw werk staan er vol verwachting opgesteld in een stille staat van wording. Het gegeven dat veranderend daglicht deel uitmaakt van elk werk, omdat het de kracht heeft om zware thema’s te verlichten, is onbetwistbaar hier ontstaan. Door de grote ramen valt warm licht binnen in dit deel van het atelier. “Hier is alles begonnen”, mijmert Berlinde. “Het is hier gewoon heel charmant werken en het licht speelt de hele dag. In de winter hebben we wel een extra trui nodig.” (lacht) Wat verder staat een nieuw afgewerkt stuk. ‘Lift Not the Painted Veil’ (2025) staat klaar voor vertrek naar de gelijknamige expo in het Ernst Barlach Haus in Hamburg. De zijkant van de sokkel is afgewerkt met oude linoleum. De kleur matcht wonderwel met de teint van het werk. “Het was een oprecht eurekamoment toen ik eindelijk dit stuk linoleum vond”, vertelt Berlinde. Peter: “Het is zoals Picasso zegt: je moet niet zoeken, maar vinden. Veel mensen zijn zo gefixeerd op het eindresultaat dat ze onderweg niet zien wanneer de oplossing zich aandient.” Aan het einde van de gang bevindt zich het nieuwe atelier, een nieuwbouw die in 2020 in samenwerking met Klaas Goris werd gerealiseerd. Berlinde: “Beton, zwart staal en glas: in mijn nieuwe atelier zijn de materialen sober, heb ik een hoog plafond en neutraal, koel licht dat van bovenaf binnenvalt. Het is anders werken hier, want de ruimte is volledig afgestemd op het maken van monumentale werken. Het warme licht mis ik hier.” Het Belgische architectenbureau Coussée & Goris staat bekend om zijn aanpak van erfgoed met een hedendaagse functionaliteit en heeft naast de Gentse landmark De Krook ook andere kunstenaarsateliers op zijn palmares staan, zoals dat van Michael Borremans en Mark Manders. De keuze voor Coussée & Goris, en meer specifiek voor Klaas Goris, stamt uit hun studententijd. Berlinde: “Toen we aan het Sint-Lucas studeerden, zijn we tijdens een schooltrip naar Parijs over architectuur beginnen spreken. Hij droomde ervan om beeldhouwer te worden, terwijl wij geïnteresseerd waren in architectuur. Vooral de manier waarop hij van Hofheide, het crematorium in Holsbeek, een universele en ingetogen plek voor iedereen heeft gemaakt – gelovig of niet – sluit sterk aan bij ons werk.”
Op de eerste verdieping van de zijvleugel heeft ook Peter nog steeds een werkplek. In de bontgekleurde studio staan verschillende werken in semi-afgewerkte staat. “Ik werk altijd aan verschillende werken tegelijk en ik ga door tot het nergens meer op lijkt.” Peter verwijst daarmee naar de amorfe, onherkenbare vormen die zo eigen zijn aan zijn werk. Hoe chaotisch zijn werk ook mag zijn, zijn studio heeft hij het liefst kraaknet. En nu de student die hem helpt opruimen zich voorbereidt op zijn jurymoment op school, en het atelier bijna in een staat van ontbinding verkeert, loopt de Gentse installatiekunstenaar er naar eigen zeggen lichtjes geënerveerd bij, ook als we later een kijkje nemen in zijn nieuwe atelier op een industrieterrein, in vogelvlucht zo’n 500
meter verderop. Peter gaat er het liefst met de fiets naartoe. De nieuwbouw fungeert vooraan als werkplek en achteraan als depot. “Goed licht is voor mij niet dat noorderlicht waar mijn vrouw zo van houdt. Ik wil daglicht dat leeft, want ook in realiteit staat mijn werk altijd in relatie met zijn veranderende omgeving, zowel binnen als buiten. Daarom heb ik hier aan twee kanten ramen. Zo zie ik ook al eens een vogeltje voorbijvliegen en behoud ik de connectie met buiten.” Ook dit atelier werd in samenwerking met Coussée & Goris gerealiseerd en opnieuw blijkt hoe belangrijk licht is in het werk van beide kunstenaars. Ook de connectie tussen werk en omgeving loopt doorheen het oeuvre van allebei. Zo zijn Buggenhouts installaties vaak sitespecifiek en gaan ze met hun schaal en materiaalgebruik een fysieke confrontatie aan met het gebouw. In Museum Dhondt-Dhaenens (2009) werden werken uit zijn serie ‘The Blind Leading The Blind’ bijvoorbeeld gepresenteerd op glazen platen in een strak patroon, waarbij zelfs de kleur van de muren werd aangepast aan de schijn van de glazen tafelbladen. Dat soort architecturale ingrepen is typerend voor zijn werk. Voor haar grote expo ‘Khorós’ in Bozar (2025) werkte Berlinde dan weer intensief met het art-decogebouw van Victor Horta en gaf ze aan dat het een uitdaging was om haar verticale werken in te passen binnen de horizontale context van Horta’s architectuur.
The Blind Leading the Blind #95
Hoewel er zeker raakvlakken zijn, blijft het werk van Berlinde en Peter strikt gescheiden. Enkel architectuur beleven ze volop samen. “Het is een hobby die uit de hand is gelopen”, vertelt Berlinde. Zo kwam in 2018 Huis Ligy op het pad van het kunstenaarskoppel. Peter: “Ik gaf in die tijd nog les. Bram De Jonghe, een van mijn studenten, zocht een locatie voor zijn eindjury. Hij vroeg me om raad, en ik stuurde hem naar het kadaster om te informeren naar leegstaande panden. Een week later zag ik hem enthousiast terug met de boodschap dat hij een prachtig pand in Onderbergen had gevonden. We gingen samen kijken en ik was op slag verliefd. Het gebouw stond al vele jaren leeg en was in erbarmelijke staat. Je kon van op de gelijkvloerse verdieping tot in het dak kijken. Het was een ruïne, een bouwwerk in zijn blote kont. Alleen wie goed kan kijken, ziet het potentieel. Voor mij waren de proporties van de ruimtes, het licht en de ligging van het huis werkelijk subliem.”
Het herenhuis maakt samen met de binnenplaats en het hoekgebouw Huis Katrien – ooit een bekend snoepwinkeltje – deel uit van het oude ‘Hof van Ravenstein’, waar in de 15de eeuw de hertogen van Kleef en Ravenstein verbleven. In samenwerking met Klaas Goris wisten Peter en Berlinde de historische waarde te behouden en tegelijk te transformeren naar een nieuw leven in de 21ste eeuw. “Het is niet zo dat Klaas een ontwerp maakt, waarna wij simpelweg ja of nee zeggen. Het gaat eerder over bepaalde architecturale ingrepen die ontstaan uit gesprek en dialoog ter plekke”, aldus Berlinde. Peter: “Ook later, tijdens de werken, stuurden we nog regelmatig bij, zoals met de lichtschachten die door het dak kwamen en uitgeven op de gang.
Die wilden we aanpakken, maar tijdens de renovatie ervan zag ik dat de vorm niet goed zat. De beeldhouwer in mij kwam naar boven en ik ben samen met de vakmannen op de werf gaan boetseren. Lijn per lijn en van golving tot recht vlak zijn we handmatig gaan bijsturen en uitpuren. Dat is uiteindelijk ook wat we met ons werk doen: het in gesprek laten gaan met de ruimte.” Hoewel artistieke esthetiek vanzelfsprekend is, is wonen voor het koppel in de eerste plaats een functionele aangelegenheid. Berlinde: “We gaan van onze woning geen sculptuur of kunstwerk maken, want dat is niet leefbaar. Anderzijds hebben we jaren op krakkemikkige stoeltjes gezeten omdat we niet de juiste sofa voor onze leefruimte van toen vonden. Of misschien gaat dit minder over esthetiek en meer over het feit dat we graag de tijd nemen om de puzzel te leggen. Dat we willen wachten tot het plaatje klopt.” De inwijding is hun architectuurprojecten loopt op haar einde en de twee zijn ondertussen weer beland waar het gesprek is gestart: op een stoeltje onder de luifel. Architectuur samen beleven, betekent ook dat de individuele hand van elk niet zichtbaar is in het geheel. “Op dat vlak zijn we vrij traditioneel”, geeft Berlinde toe. “Peter ontfermt zich vooral over de ruwe en technische werken en ik kom in beeld als er moet worden afgewerkt of ingericht. Als we het niet eens zijn, nemen we een pauze. We laten ons niet vangen aan snelheid. Ook dan is tijd van groot belang. Voor je het weet, komt de oplossing vanzelf uit de bus.”
Huis Ligy in Gent
Tijdens de renovatie van Huis Ligy kwam de beeldhouwer in Peter naar boven. Lijn per lijn en van golving tot recht vlak is hij handmatig gaan bijsturen en uitpuren.
Kneedbare architectuur in het groen
VILLA
IN DESTELBERGEN, TE MIDDEN DE LUWTE
VAN DE RAND ROND GENT, STAAT VILLA
SAE. MET DE UITSTRALING VAN EEN
KNAP GESCHIKT VOLUME, FUNGEERT DE WONING ALS EEN SCULPTUUR DIE ZICH
FLEXIBEL AANPAST AAN HET LEVEN VAN
HAAR BEWONERS. HET ONTWERP VAN
CAS ARCHITECTEN IN SAMENWERKING
MET ABS BOUWTEAM TOONT IMMERS
EEN DOORDACHTE COMPOSITIE VAN
VOLUME EN LICHT. VILLA SAE VOELT ZO
HEEL HEDENDAAGS AAN EN IS TEGELIJK
KLAAR VOOR DE TOEKOMST.
VILLA
Op een steenworp van Gent beland je in een mum van tijd van de drukte van de autostrade in een doodlopende straat in Destelbergen, waar villa SAE zich mooi in het groen nestelt. De woning vouwt zich langzaam open voor wie haar nadert.
Bij aankomst krijg je zelfs op sombere dagen een zomergevoel dankzij de keuze voor een zandkleurige gevelsteen, die handmatig werd gebakken, en het dansende patroon van perfect imperfect metselwerk. Het buitenaanzicht draagt zowel in vorm als in materiaalkeuze de CAS-signatuur: een kubistisch volume met strategisch geplaatste openingen en een uitgepuurde materialiteit die het uniforme karakter en het totaalbeeld van de woning kracht bijzet.
PERSONALISEERBARE WONING
Het CAS-duo Pieter-Jan en Jovanca ging nog een stapje verder door de nieuwe realisatie te zien als een groot beeldhouwwerk dat zich in de tijd verankert en tegelijk flexibel blijft in de interactie met zijn bewoners van dat moment. Zo vormt de lichtrijke keuken vandaag een intiem ankerpunt achteraan de woning, terwijl dezelfde ruimte in de toekomst evengoed als zithoek kan fungeren. Ook andere aanpassingen, zoals pakweg de mastervleugel verlengen of inkorten, is mogelijk zonder aan de consistentie in vormentaal of materialen te raken. Die balans tussen tijdloosheid en flexibiliteit is geen toeval, maar een doordachte keuze zodat de woning sterk genoeg is om op zichzelf te blijven en tegelijk soepel genoeg om betekenis te dragen in elke nieuwe levensfase van de bouwheer of in het leven van elke nieuwe bewoner of generatie.
HET BUITENAANZICHT DRAAGT ZOWEL IN VORM ALS IN MATERIAALKEUZE DE CASSIGNATUUR: EEN KUBISTISCH VOLUME MET STRATEGISCH GEPLAATSTE OPENINGEN EN EEN UITGEPUURDE MATERIALITEIT DIE HET UNIFORME KARAKTER EN HET TOTAALBEELD VAN DE WONING KRACHT BIJZET.
VILLA
VILLA
VANUIT DE OVERTUIGING DAT DEZE WONING GENERATIES LANG KAN MEEGAAN, IS ELKE RUIMTE, ELK MATERIAAL EN ELK DETAIL BEWUST GEKOZEN MET HET OOG OP DUURZAAMHEID.
VILLA SAE
COMPOSITIE VAN RUIMTES
Binnen ontvouwt villa SAE zich als een zorgvuldig gecomponeerde reeks van ruimtes die afzonderlijk voldoende privacy bieden en toch onderling met elkaar in contact blijven staan. Het resultaat is een goed opgebouwd verhaal, van de ruime leefruimte als inleiding tot het slotstuk achteraan de keuken en terug. Een mooie extra is hoe de ruimtelijkheid en eenheid in materialen via de grote raampartijen worden doorgetrokken naar de buitenterrassen met tuin tot aan het aangrenzende boslandschap. Het uitzicht is ongebreideld en de beleving weergaloos dankzij de positie van de woning op een betonnen plateau dat subtiel boven het maaiveld zweeft. Ook de directe verbinding met de natuur is een immense troef: via een achterliggend pad in de tuin wandel je rechtstreeks het bos in.
Terug binnen zorgen de bijzondere maatwerkdetails voor verfijning in het interieur. Jovanca tekende ze met precisie uit, zoals de zwevende houten keukentafel die naadloos in het massieve keramische keukeneiland werd geïntegreerd, de kasten met de haard in de leefruimte en de wastafels in de badkamer. Daar komt de keuze voor onderhoudsvriendelijk keramiek met een wit marmerpatroon in combinatie met donker hout terug. Dat wordt ook doorgetrokken naar de buitengevel met houten lamellen.
En de toekomst? Die is mee ontworpen. Vanuit de overtuiging dat deze woning generaties lang kan meegaan, is elke ruimte, elk materiaal en elk detail bewust gekozen met het oog op duurzaamheid.
TANDEM IN ONTWERP
info@tuinensnaet.be www.tuinensnaet.be
Tim Van de Velde Photography
Het eclectische universum van
Hannes Peer
Hoe de Zuid-Tiroolse ontwerper met nostalgisch utopisme de wereld van interieur en architectuur naar zijn hand zet.
In het noorden van Italië, tussen de bergen van Zuid-Tirol, beschilderde Hannes Peer als kleine jongen glazen salontafels met bananen. Vandaag hertekent hij als architect-designer de regels van het interieurontwerp vanuit Milaan, Parijs en New York. In een wereld waar design te vaak gevangen zit in vluchtige trends en Instagrammable oppervlakkigheid, tapt Peer uit een dieper en rijker vaatje. Zijn werk spreekt een taal die even nostalgisch als visionair is, vormt een ode aan imperfectie en leest als een geschiedenisles die een fundament vormt voor de toekomst.
Het parcours van architectuurstudent tot zijn huidige status als gewaardeerd interieurarchitect begon niet met een eenduidig eurekamoment, maar ontvouwde zich geleidelijk aan. In de technische opleiding aan de Politecnicouniversiteit van Milaan leerde Peer de grammatica van het bouwen, maar nog niet het spreken van zijn eigen taal. Dat gebeurde pas in Berlijn, onder mentoren als Peter Mussotter. Daar leerde Peer denken met zijn handen en voelen met zijn hoofd. Het was een bevrijding – zo zegt hij zelf. En ook een uitnodiging tot onderzoek en tot verwondering. Later voerde zijn pad naar de studio’s van grootheden, zoals Rem Koolhaas’ OMA in Rotterdam, waar nieuwsgierigheid een werkethiek werd, en Zvi Hecker in Berlijn, waar expressie in materiaal werd gekerfd. En altijd was er de invloed van zijn moeder, kunstenares Ursula Huber, die hem leerde kijken zoals kunstenaars dat doen.
Doorbraak met Minotti
In 2009 richtte Hannes Peer zijn eigen studio op in Milaan. In een discipline die vaak drijft op het glanslaagje van de tijdsgeest, koos hij radicaal voor diepgang. Tegen het dominerende minimalisme in ontwierp hij ruimtes die vertellen over reizen, herinneringen en materiaal. In 2024 brak hij definitief door met de meubelcollectie ‘Yves’, die hij tijdens het Salone del Mobile lanceerde voor Minotti, kort na het overlijden van hun langdurige artdirector en designlegende Rodolfo Dordoni. Peer injecteerde een nieuwe energie in het merk. Lees: zachtere lijnen, rationele volumes met organische vormen en couturegeïnspireerde asymmetrische stiksels.
Wat Peer onderscheidt, is zijn afkeer van eenduidigheid en zijn afwijzing van gemakzucht. Interieurs mogen spreken, vindt hij, en dus vertelt hij in zijn ontwerpen verhalen over reizen, liefdes, verliezen en weer herbeginnen. Een goed interieur is immers nooit neutraal, maar persoonlijk en alles begint altijd bij één sterk element: een open haard, een gouden keuken, een zetel als sculptuur. Rond dat anker groeit dan het huis – laag voor laag, als een roman die zich pas bij herlezing helemaal prijsgeeft.
The Manner NYC: een hotel als thuislandschap
Het recent geopende hotel The Manner in SoHo in het New Yorkse Manhattan, vormt het voorlopige hoogtepunt van Peers oeuvre. Wat op het eerste gezicht een luxehotel lijkt, blijkt eenmaal binnen een cinematografisch portret van gastvrijheid. Het is een home away from home, zeg maar, maar dan ontworpen door iemand die het idee van een thuis grondig heeft heruitgevonden.
Geïnspireerd door het Milaan van de jaren zestig, het werk van de Italiaanse architectontwerper Giò Ponti, de excentrieke meubel- en interieurvisionair Carlo Mollino en de brutalistische lijnen van New York, ademt het hotel tegelijk glamour en geborgenheid. Denk aan fluweelzachte contrasten: lipstickrood naast mat eik, marmer dat zucht onder het licht en kroonluchters als zwevende herinneringen. Er zijn geen televisies op de kamers, maar wel spiegels van vloer tot plafond, badkamers die zijn ontworpen als tempels en meubels die meer zeggen dan woorden. De muurschilderingen in het restaurant verwijzen dan weer naar Jean-Michel Basquiat, de invloedrijke Amerikaanse kunstenaar die in de jaren ‘80 bekend werd met zijn rauwe, expressieve stijl vol graffitiinvloeden, symboliek en sociaal-politieke thema’s – een subtiel knikje naar de lokale geschiedenis, zoals Peer dat wel vaker doet. Elk detail, van de messing bar tot het travertijnen atrium, is een ode aan ambacht, die met de nodige humor en lichtheid wordt gebracht.
In een tijd waarin oppervlakkigheid lonkt als een gemakkelijke muze, is het werk van Peer een daad van weerstand tegen de digitale one-size-fits-allaanpak en de vluchtigheid van likes. In de wereld van Peer is elke ruimte, elk detail en elk materiaal een uitnodiging om thuis te komen. Honey, I’m home.
The Manner NYC
The Manner NYC
De adressen waar Peer zich helemaal thuis voelt? Die vind je in levendige metropolen, waar kunst en onmisbare culinaire plekken samenkomen. Ontdek hieronder zijn favoriete hotspots wereldwijd.
NEW YORK
Verblijf in The Manner in SoHo, met prachtig design, kunst en een bar op het dak met uitzicht op het hart van de stad.
Bezoek de kunstgalerijen David Zwirner, The Hole en James Fuentes voor een scherpe mix van gevestigde en opkomende kunst.
Laat je verrassen door de vurige gerechten van Foul Witch, of proef natuurlijke wijnen in de strakke, minimalistische setting van The Four Horsemen. Reserveer bij Le Rock als je op zoek bent naar klassieke Franse gerechten in een gedurfde sfeer.
Fondazione Prada, Milaan.
MILAAN
BERLIJN
Hou halt bij Boros Collection en ontdek kunst in een bunker uit de Tweede Wereldoorlog.
Verken Galerie Neu en König Galerie, beide toonaangevend op het gebied van hedendaagse kunst.
Geniet van een maaltijd bij Otto, met lokale en seizoensgebonden gerechten in een informele sfeer, of ervaar 893 Ryōtei, een restaurant in Tokyo-stijl, verborgen achter een met graffiti bedekte spiegel.
Voor een drankje in een relaxte sfeer is Bar Freundschaft de plek om naartoe te gaan.
Breng een bezoek aan Fondazione Prada en Nilufar Depot, twee must-sees voor liefhebbers van kunst en design.
Check de iconische galerij Massimo De Carlo in het historische pand Casa Corbellini-Wassermann.
Bij het restaurant Masuelli geniet je van een authentieke Milanese ervaring met nostalgische charme, of schuif aan bij het knusse La Latteria: kleinschalig zonder reservatie, maar absoluut de moeite waard.
LOS ANGELES
PARIJS
Ga naar Palais de Tokyo, Chantal Crousel en Lafayette Anticipations voor de beste tentoonstellingen.
Dineer bij Chez Georges, waar je geniet van een klassieke bistro-ervaring, bij Septime voor moderne verfijning, of bij Folderol, dat een verrassende combinatie van ijs en wijn biedt.
Bezoek Le Collier de la Reine, een trendy bar-restaurant waar je kan dineren in een stijlvolle en ontspannen sfeer.
Bezoek het museum The Broad, met iconische namen uit de kunst, en de galerij Hauser & Wirth in het Arts District, voor tentoonstellingen in een indrukwekkende setting. Ook de galerijen Regen Projects en Matthew Marks zijn een aanrader dankzij hun strak gecureerde exposities.
Ga langs bij Gjusta in Venice, een all-day café met een relaxte vibe, of kies voor Bestia, een levendige, industrieel ingerichte hotspot met karaktervolle Italiaanse gerechten.
Voor een drankje in Silver Lake is Bar Stella een blijvende favoriet: stijlvol, maar met een ontspannen, onopvallende charme.
Introduceert: de Expressive Serie.
Met de Expressive serie presenteert Gaggenau zijn eerste volledig nieuwe ovendesign in bijna twintig jaar – een gedurfde stap die traditie en toekomst in één sculpturaal ontwerp verenigt. Meer dan een reeks keukentoestellen, is Expressive een ervaring die luxe tastbaar maakt. Elke lijn, elke textuur en elk detail is een bewuste keuze om de keuken te transformeren tot een ruimte van beleving. Zwevende bediening
Het ontwerp is gebaseerd op de Bauhaus-principes: helder, functioneel, en toch elegant. Het kenmerkende ‘twee frames en één cirkel’-concept zorgt voor visuele rust én professionele precisie. De iconische zwevende bedieningsring speelt hierin een centrale rol. Ontstaan uit een intens ontwerptraject met talloze prototypes, brengt deze ring een tastbare, intuïtieve bediening in een verder digitale interface. Vorm en functie vloeien hier naadloos samen.
“Het
is niet zomaar een toestel, maar een kunstwerk”
– Sven Baacke (Head of Design, Gaggenau)
De toestellen – van ovens tot volautomatische espressomachines – zijn met de hand afgewerkt door vakmensen en tonen Gaggenau’s meesterschap in materiaalgebruik en afwerking. Ze reageren op je aanwezigheid, verlichten wanneer je nadert, en geven je het gevoel dat koken niet alleen een taak is, maar een ritueel.
Geavanceerde technologie
Zoals Dr. Peter Goetz, Managing Director, het verwoordt: “Deze serie weerspiegelt onze toewijding aan geavanceerde culinaire technologie, gecombineerd met een intuïtief en sculpturaal design. Ze is er voor wie geen compromissen sluit – niet in esthetiek, noch in prestatie.” De Gaggenau Expressive serie is niet zomaar een innovatie. Het is een manifest van hoe luxe in de keuken kan aanvoelen.
www.gaggenau.com/be
IDENTITEIT IS EEN GEVANGENIS
Frank stond, voor hij zich daar mentaal helemaal op had kunnen voorbereiden, aan de goede kant van de gevangenispoort. Vijfendertig jaar lang had hij, half verlangend naar vrijheid, maar evengoed half in twijfel daarover, de relatieve gerieflijkheid van het leven tussen muren gaandeweg omarmd en er het zijne van gemaakt. De structuur die regelgeving en regelmaat, hiërarchie en herhaling met zich meebrachten, was hem uiteindelijk welgevallen, en binnen die muren was hij iemand. Aan deze kant van de poort was Frank niemand meer en was het compositum van zijn dagelijks bestaan verdwenen. Het patroon van verplichtingen en pauzemomenten, en alle verdere interacties die dat ritme met zich meebracht, ook in een gevangenis, was even plots verdwenen als zijn razernij die avond, lang geleden, kort nadat hij zijn vrouw de trap had afgeduwd. Frank snoot zijn neus, stak een sigaret op en begon te stappen … op weg naar het restant van zijn leven.
Op de hoek van de straat van het tijdelijke opvanghuis voor pas vrijgelaten gedetineerden zag Frank een typisch Vlaams café met een klein terras. Naast alle verrassingen die zijn wandeling hem al hadden gebracht bleek hij hier iets te vinden dat hij nog kende van vroeger. Als blijk van erkenning voor deze herkenning besloot hij er zijn eerste pint als vrij man te nuttigen. Het door een biermerk gesponsorde terrasmeubilair nodigde uit om plaats te nemen naast een oudere man in kostuum. Eenmaal gezeten sprak deze man luidop, zonder enige intro, een vreemde zin uit: “De betekenis die we aan onszelf geven, valt samen met onze job en ons vermogen”. Daarna zweeg hij weer, strak voor zich uit starend. Frank onderdrukte de drang om direct te antwoorden, een reflex die hij in de gevangenis had aangeleerd. Hij liet de uitspraak langzaam bezinken en begon rustig de draagwijdte ervan te analyseren, nog zo’n aangeleerde reflex. Het duurde twee Stella’s en een ovalen schaaltje nootjes voor hij zijn gedachten op orde had.
De man in kostuum wekte de indruk iemand te zijn die een belangrijke bijdrage leverde aan het bruto binnenlands product en aan zijn daarmee gepaard gaande persoonlijke groei. Waarschijnlijk was er ergens een wiel afgelopen, want om op een dinsdag in de vroege namiddag, op het terras van een onbeduidend café, voor zich uit starend luchtgitaargewijs algemeenheden te kunnen zitten oreren, moest zijn agenda wel leeg zijn, wat geenszins strookte met het bekende spanningsveld tussen nietsdoen met het moderne zakenleven. Bovendien straalde de man verlorenheid uit. Frank stelde met genegenheid vast dat er veel gelijkenis was tussen deze man en het ‘vers vlees’ dat hij vaak de gevangenis had zien binnenwandelen. Een goed gesprek diende zich aan, maar niet zonder eerst die rare uitspraak eens ten gronde te analyseren, dacht hij. Dus liet Frank zijn gedachten de vrije loop.
Al tijdens de verloren jaren in de gevangenis had hij ruimschoots de tijd gehad om veel te lezen. Daarbij had hij begrepen dat zijn generatie rijk en materialistisch was geworden, waardoor het oogsten van financiële middelen centraal kwam te staan vanaf het verlaten van de school. Het eigen vermogen werd daardoor één met de identiteit, met als gevolg dat de morele kwaliteit van het samenleven verschoof naar de daarvan vervreemde individuele burger. Die diende dan maar, losgekoppeld van de betekenis van zijn persoon in het grotere geheel, waarde aan zichzelf te geven. En als dan die magnifieke tijdsinvulling wegvalt, valt ook de zorgvuldig opgebouwde, daarbij horende, identiteit weg. Frank kon het niet laten om na deze vluchtige analyse van de vreemde man in kostuum wat beaat te zitten glimlachen, want hij begreep dat hij dat probleem niet had en ook nooit zou hebben. Hij kon zich om de dooie dood niet identificeren met zijn misdaad, en het leven in de gevangenis had hem geen enkele kapstok geboden om zijn identiteit mee op te bouwen. Frank was bijgevolg vrij.
Na de bestelling van nog eens twee Stella’s – de waard vroeg eerst nog verbaasd of beide drankjes
wel voor hemzelf bedoeld waren – dwaalden de gedachten van de inmiddels in onze ogen aaibare ex-gedetineerde verder af naar filosofischer contreien. De constructie van een identiteit, zo leerde Frank bij het bestuderen van Freud en zijn kornuiten in de bibliotheek van de gevangenis, is het eeuwige gevecht van het individu met wat we gemeenzaam ‘onze spoken’ zijn gaan noemen. Tot ongeveer de heerlijke leeftijd van dertien jaar voeren we allen de strijd met het conflict rond het ver(wan)trouwen van onze ouders, gevolgd door de onvermijdbare gruwelperiode van onze puberteit, koninkrijk van verwarring en puisten. Tijdens onze adolescentie kiezen we (on)vrijwillig tussen intimiteit of isolatie, waarna het echte werk nog moet starten. Middenvolwassenheid is het ware slagveld waar we worden verwacht te kiezen voor een betekenisvolle plek in de samenleving of stagnatie met de onvermijdelijke teleurstellingen die daaruit voortvloeien. Rest ons dan nog, sterfelijke wezens, de periode tot de dood waarbij we de laatste strijd moeten voeren tussen integriteit en wanhoop. In elk van die levensfases dienen we een evenwicht te vinden tussen die tegenstellingen, om dan in één lijn, als de keuzes langs de juiste kant vallen, specifieke levensvaardigheden en hopelijk geneugtes te ontwikkelen. Identiteit – concludeerde hij – is een dynamisch proces met een kwetsbaar resultaat, vormgegeven door de uitkomst van al die conflicten, en in het geval van zijn buurman op het terras, gekaderd door diens beroepsinvulling. En zijn derde pint ging voor de bijl.
Net toen Frank zich opmaakte om zijn volgende denkstap te nemen, liet de man in kostuum plots weer van zich horen. “Ego is het ongezonde geloof in onze eigen belangrijkheid”. En dan zweeg hij weer, zonder zijn blik af te wenden. Daar had Frank niet van terug. Opnieuw stuurde deze uitgebraakte zin zijn diepzinnige gedachten in een bepaalde richting. Hij zag onmiddellijk het verband tussen zijn overpeinzingen met betrekking tot de ketens van een identiteit en het schadelijke gevolg van een dosis ego erbovenop. Arrogantie, eigenwaan, eerzucht … hij had er camionladingen van gezien
in de gevangenis en maakte zich geen enkele illusie dat dit in de vrije wereld anders was. De nood om beter te zijn, om meer te zijn, om erkend te worden, ver voorbij elke redelijke nuttigheid ervan, dat is ego. En wanneer ego een plaats krijgt in een identiteit, zelfs in de kleinst mogelijke mate, verandert zelfvertrouwen in arrogantie, assertiviteit in koppigheid en zelfverzekerdheid in roekeloosheid.
Zonder twijfel, afgaand op zijn uitspraken en houding, was de man naast hem in beide bedjes ziek. Was het door de lichte roes van die drie pinten of had hij nood aan een menselijke connectie op deze bijzondere dag, ongegeneerd draaide Frank zijn stoel en sprak hij de man aan. “Ik weet niet of u hulp wenst, maar ik wil een inzicht met u delen dat kan helpen. Ik kom net uit de gevangenis. Ik ben niemand, een wit blad zonder identiteit. Nu ik vrij ben, mag ik, niet belast met enige vooringenomenheid, mezelf helemaal opnieuw opbouwen. Een groot en indrukwekkend avontuur staat me te wachten. U bent duidelijk wel iemand, maar het vertrouwde tapijt is onder uw voeten weggetrokken. U hebt blijkbaar uw zelfwaarde jarenlang gekoppeld aan de spiegel die uw omgeving u heeft voorgehouden. U bent niet vrij. U bent, denk ik nu, degene die een gevangenis is ingegaan. Uw identiteit is uw gevangenis. De oplossing lijkt me simpel. Druk de deleteknop in, wis uw harde schijf. Drink dan een pint, stel u recht en kijk niet om.”
De man keek Frank lang aan zonder iets te zeggen, greep de vierde pint en dronk ze in één teug leeg. Daarna stond hij op en begon te wandelen, zonder om te kijken.
“In eenvoud ligt kracht”, dacht Frank … en bestelde opnieuw.
Anton Sr Gonnissen 9 juni 2025, Sint-Martens-Leerne
Woningen met persoonlijkheid
Immodôme is ontstaan uit onze passie voor architectuur en lifestyle. Wij verkopen woningen met een architecturale, historische of esthetische meerwaarde. Contacteer ons voor de verkoop van uw woning. Check de website.
De bouwsector wordt vaak bestempeld als log en traag, maar staat nu aan de vooravond van een noodzakelijke transitie. Om die versnelling mogelijk te maken, zijn nieuwe, radicale strategieën nodig. Vanuit een gedeelde visie op duurzame en toekomstgerichte architectuur zetten AUAR, Natura Mater en SuReal mee de toon. Welkom in een toekomst waarin we minder stenen stapelen of beton gieten. Het ‘andere’ bouwen vraagt niet alleen technologische innovatie, maar ook een mentale shift. Want alles op aarde is eindig, behalve onze verbeelding. De tijd is rijp om het begrip ‘bouwen’ ingrijpend te herzien en positieve impact te creëren.
RUIMTE MAKEN VOOR MORGEN
DRIE STEMMEN
In het discours over duurzaamheid ligt greenwashing altijd op de loer, maar deze drie pioniers weten te inspireren en weerstand om te buigen naar vertrouwen. Natura Mater biedt toegang tot biogebaseerde bouwmaterialen en materiaalexpertise die nodig zijn om duurzame ontwerpen in de praktijk te brengen. Het bedrijf combineert advies, educatie en praktische ondersteuning om de transitie naar een duurzamere bouwsector te versnellen. Als sustainability manager combineert SuReal ecologische visie met economische realiteit en toont het aan dat de twee perfect kunnen samengaan. Het illustreert dat meetbare keuzes in de vastgoedsector een positieve impact kunnen genereren. AUAR ten slotte herdenkt het bouwproces door modulaire houten elementen te combineren met digitale fabricatie en automatisering. De Britse startup bouwt lokaal, circulair en snel via microfabrieken die door algoritmes worden aangestuurd. Kortom, duurzaam bouwen is geen utopie, maar een haalbare en meetbare realiteit.
ONNODIG COMPLEX
Het besef leeft dat een sector die leunt op eindige grondstoffen, zichzelf uitput. Met een dubbele uitdaging – een wooncrisis én een klimaatcrisis – is de nood hoog: we moeten grootschalig bouwen en renoveren, maar wel op een ecologisch verantwoorde manier. Het ene sluit het andere gelukkig niet uit. Natura Mater richt zich op het versnellen van de materiaaltransitie en het gebruik van natuurlijke, circulaire en biogebaseerde materialen. Erik Van Eyck: “We vertrekken vanuit de eenvoudige vaststelling dat er vandaag al veel wordt gedaan om duurzamer te bouwen, maar dat de weg ernaartoe soms onnodig complex is. We willen informeren, maar we zijn geen fan van duurzaamheid als goednieuwsshow. Daarmee schieten we onszelf al te vaak in de voet. Zelfs ervaren professionals botsen op versnipperde informatie, technische onduidelijkheden of onvindbare milieudata. Idealiter worden ecologische keuzes eenvoudiger en toegankelijker. In elk bouwproject wordt gezocht naar haalbare eerste stappen, zodat de energie kan gaan naar de grotere uitdagingen.”
“ALLEEN DOOR OP TE SCHALEN MAKEN WE DUURZAAM BOUWEN ÉCHT BETAALBAAR.” — AUAR
METEN IS WETEN
Met integrale ondersteuning, bestaande uit advies, educatie en het verbinden van partners, krijgt een bouwteam met veel intenties een stevige basis en stijgt het ambitieniveau. Tegelijkertijd wijst Sunita Van Heers van SuReal op een belangrijke nuance: “Naast het gebrek aan kennis heerst er veel wantrouwen. Daarom zijn betrouwbare data noodzakelijk. Wij zien realisme niet als een beperking, maar juist als een uitnodiging om los te komen van vaste kaders, want een groene ambitie zal alleen geloofwaardig worden als je het kan meten.” Met strategisch advies pleit ze voor het verduurzamen van bedrijven, gebouwen en wijken. De focus ligt op levenscyclusanalyses, circulariteit en certificeringen. Door rekenmodellen centraal te stellen, onderbouwt ze duurzaamheidsclaims met harde data, in de taal van de boardroom, waar de beslissingen worden genomen en de impact het grootst is. Het advies beslaat de volledige levenscyclus van een project en omvat energieverbruik, materiaalgebruik, waterbeheer, biodiversiteit én sociale impact.
EFFICIËNTIESLAG
Door bewuste keuzes te maken in materiaalgebruik, energiebeheer en schaal, wordt duurzaam bouwen ook economisch verantwoord, weet architect Gilles Retsin, medeoprichter van AUAR (Automated Architecture). Hij waarschuwt dan ook voor het valse dilemma waarin duurzaamheid, betaalbaarheid en esthetiek tegenover elkaar worden gezet. “In veel discussies wordt het snel zwart-wit: óf je doet iets voor de planeet, óf je kiest voor betaalbaar wonen. Dan mag het ineens niet meer visionair of esthetisch zijn. Voor mij is het net essentieel dat die drie dimensies samenkomen in één coherent verhaal.” Hij schetst ook een historisch perspectief op het huidige momentum in de bouw: “De laatste revolutie in de sector vond plaats rond 1920, met de opkomst van het modernisme, aangewakkerd door gewapend beton als nieuwe constructiemethode. Architecten interpreteerden het creatief, wat leidde tot een radicale efficiëntieslag in het bouwen. De vraag die vandaag voorligt, is of biogebaseerde materialen een vergelijkbare paradigmaverschuiving kunnen teweegbrengen.”
MODULAIRE TOEKOMST
AUAR gelooft er alleszins in en ontwikkelt geautomatiseerde bouwsystemen en flexibele architectuurconcepten die lokaal geproduceerd, schaalbaar en circulair zijn. Gilles Retsin: “We maken de revolutie concreet door digitale fabricatie, robotisering en houtbouw met een herhaalbare opzet samen te brengen in een nieuw, schaalbaar bouwsysteem. We willen tonen dat technologische innovatie niet leidt tot vervreemding, maar juist bijdraagt aan lokale, duurzame en mensgerichte architectuur. De kleine houten modules worden door robots geproduceerd. Elk element is eenvoudig, maar het systeem als geheel is flexibel in mogelijkheden. De fabricatie gebeurt in lokale microfabrieken.” Of je nu ontwerpt, fabriceert of faciliteert, je voelt dat de spelregels aan het verschuiven zijn. Architectuur bevindt zich onmiskenbaar in een overgangsfase, met gevolgen voor materiaal, mens en machine. De toekomst vraagt om een volledig duurzame keten, van concept tot realisatie en evaluatie. De omslag is onvermijdelijk, van dat pad wijken we niet meer af. Deze drie bedrijven pleiten niet voor groene gekte, maar voor realisme, en winnen daarmee het vertrouwen.
MATERIALENBIBLIOTHEEK
Obstakels in de transitie worden idealiter met nuance benaderd, door te kiezen voor een constructief en pragmatisch verhaal. Erik Van Eyck: “Natuurlijk zijn er technische uitdagingen, maar die gelden niet overal of voor elk materiaal. Wij bekijken bouwprojecten resultaatgericht: snelle winst pakken we meteen, zodat we onze energie kunnen richten op de moeilijke stappen. Zo willen we de impact versnellen. Bouwpartners zijn vaak al overtuigd of ervaren, maar zoeken soms nog specifieke oplossingen, zoals de juiste toepassing van een isolatiemateriaal. Architecten hebben niet altijd alle antwoorden, terwijl onze toegevoegde waarde zit in het bemiddelen, gericht adviseren en onderbouwen van duurzame keuzes. Zo worden we een partner die anderen helpt om uit hun comfortzone te stappen en het ambitieniveau te verhogen. Onze materialenbibliotheek met vijfhonderd lokaal beschikbare en toepasbare alternatieven – van hennepblokken en leem tot gerecycled glas en circulaire vloeren – maakt het verschil. Wat onbekend is, wordt vaak gemeden. Door materialen tastbaar en zichtbaar te maken, nemen we die drempel weg.”
VERSTOPTE WINSTEN
Koudwatervrees is er zeker. Tradities in de bouwsector zijn hardnekkig, maar wie wil veranderen, verdient heldere en correcte technische voorlichting, benadrukt Erik Van Eyck: “Het huidige normenstelsel is afgestemd op beton, staal en baksteen, en het is bovendien een logge tanker die traag bijstuurt. Daarbij helpt het niet dat overheden uiteenlopende definities van duurzaamheid hanteren. Toch mogen deze obstakels geen excuus zijn, want er is al veel mogelijk, zoals tal van realisaties aantonen. We investeren nog te vaak in zichtbare keuzes met minimale impact. Natuurlijke pleisters ogen fraai, maar een paar centimeter in je betonplaat uitsparen levert vaak meer milieuwinst op. Echte milieuwinsten zitten soms verstopt op plekken die je niet ziet. Wij focussen op wat tastbaar is, niet op labels.” Stap voor stap verschuift de mindset. Niet één wondermateriaal maakt het verschil, wel de combinatie van heldere normering, innovatie en de grootschalige toepassing van lokaal hernieuwbare grondstoffen. Dan zal het vertrouwen van de bouwpartners volgen.
SCHAALVERGROTING
Schaalbaarheid is cruciaal. Zonder opschaling blijft duurzaam bouwen, ondanks alle beschikbare kennis, een niche. Volgens Gilles Retsin vormt de kostprijs de grootste drempel, zelfs voor traditionele aannemers die openstaan voor innovatie. “Robotisering en nieuwe bouwmethodes kunnen die kosten drukken. Alleen door op te schalen maken we duurzaam bouwen écht betaalbaar. Willen we de symboliek overstijgen, dan moeten we de sprong wagen. Niet door te concurreren met bestaande bedrijven, maar door nieuwe technologieën in bestaande processen te integreren. Zo maken we kwaliteit toegankelijk voor een breed publiek. Hoewel er vandaag misschien meer goede architectuur is dan ooit, blijft die vaak voorbehouden aan een selecte groep. Stel dat we nieuwe technieken zouden inzetten om betaalbare, mooie woningen te bouwen voor velen. Esthetische én betaalbare huisvesting zou een basisrecht moeten zijn. Efficiëntie laat zich meten, ruimtelijke kwaliteit vraagt nog een extra blik. Gelukkig vraagt visuele identiteit geen hoge prijs, want robots en software omarmen moeiteloos de rijkdom aan vormen en ontwerpen.”
TOEKOMSTBESTENDIG
Ecologisch bouwen is een investering in waarde. Wie kiest voor toekomstbestendigheid, kijkt anders naar kosten en baten. Sunita Van Heers: “Wij maken duurzaamheid concreet en meetbaar met cijfers, niet met slogans. We brengen de impact van elke keuze helder in beeld, onder andere via de waarde van de gebruikte materialen. Een gebouw is nooit helemaal afgeschreven, maar blijft waarde behouden, al is het maar door de materialen die erin zitten. Dat besef vormt voor ons het vertrekpunt. Daarbij brengen we ook de sociale aspecten in kaart, want echte duurzaamheid is meerlagig: energetisch, ruimtelijk, financieel én sociaal. Een energieneutraal gebouw zonder bereikbaarheid of gemengde functies is geen duurzaam project en een wijk die elders wateroverlast veroorzaakt, draagt niet bij aan klimaatbestendigheid. Er is nood aan oplossingen die integraal werken: in ontwerp, materiaalgebruik en sociale inbedding. Deze omslag hoeft geen last te zijn, maar is een hefboom voor langetermijnbesparing, concurrentievoordeel en maatschappelijke meerwaarde. Wie klimaatbestendig bouwt, verlaagt risico’s én verhoogt de waarde van de stad”, besluit Sunita Van Heers.
“WIJ MAKEN DUURZAAMHEID CONCREET EN MEETBAAR MET CIJFERS, NIET MET SLOGANS.”
SUREAL
EEN STERKE BASIS, GENERATIE NA GENERATIE
R&S Projects is een familiebedrijf met 29 jaar ervaring in vloerisolatie en chapewerken. Met een hecht team en actieve zaakvoerders op de werf staan we garant voor kwaliteit, duidelijke communicatie en betrouwbare planning. We werken enkel met gecertificeerde materialen en leveren een officieel plaatsingscertificaat. Binnenkort breiden we uit naar Wallonië, waar de derde generatie – Robin en Siebren – klaarstaat om ons vakmanschap verder te zetten.
Dit jaar zwaaien heel wat musea na een lange afwezigheid hun deuren opnieuw open. Sommige zijn het resultaat van jarenlange restauraties, andere kunsttempels presenteren hun nieuwe visie op wat een museum vandaag kan of moet zijn. Zo werd in Kortrijk een abdij subtiel getransformeerd tot een hedendaagse tentoonstellingsruimte en kreeg Rotterdam een futuristische toevoeging aan zijn skyline. Ook buiten Europa groeit het culturele landschap letterlijk en figuurlijk, met onder meer een verticale uitbreiding van het MASP in São Paulo. Wat al deze architecturale nieuwkomers verbindt? De boeiende dialoog tussen oud en nieuw.
Rotterdam, de hoogbouwstad van Nederland, voegt met Fenix een opvallende eyecatcher toe aan zijn stadssilhouet. Het nieuwe kunstmuseum over migratie – meteen het allereerste museum ter wereld dat zich over dit onderwerp buigt – is gevestigd in een historische havenloods. Het ontwerp van het Chinese MAD Architects omvat ook ‘Tornado’, een dubbele helixtrap die zich door het gebouw slingert en uitmondt in een panoramisch uitkijkpunt over de stad. Wie de 550 meter lange trap betreedt, zet zijn voeten op maar liefst 336 op maat gemaakte houten treden. Daar kijk je van op!
Fenix - Paul Nijghkade 5 in Rotterdam
2 NIEUWKOMER ABBY
Cultuur opsnuiven én genieten van een architecturaal hoogstandje op West-Vlaamse bodem kan sinds dit jaar in het nieuwe kunstmuseum Abby in Kortrijk. Het museum is gevestigd in de gerestaureerde Groeningeabdij en kreeg daar gezelschap van een opvallend zwart, afgeplat paviljoen met knalrood hart. Deze bijzondere toevoeging van Barozzi Veiga en TAB Architecten is op zich al een ritje naar Vlaanderens designstad waard. Maar bovenop de geslaagde combinatie van historische en hedendaagse architectuur, vind je in Abby ook een ruime kunstcollectie en wisselende expo’s. Zo ontdek je er in ‘De Living’ nog tot 6 september werk van Rinus Van de Velde.
Abby - Begijnhofpark in Kortrijk
3 DE TUIN VAN RUBENS
Het Rubenshuis in Antwerpen staat dit jaar nog niet op het lijstje van langverwachte heropeningen, want nog tot 2030 ondergaat de historische woonst een grondige renovatie. In afwachting valt er wel al het een en ander te beleven. Robbrecht en Daem ontwierpen gedurfd nieuw entreegebouw, dat toegang geeft tot de Rubens Experience. Aan de hand van immersieve beelden ontdek je zo het verhaal van de schilder. Verder word je ondergedompeld in de leefwereld van Rubens tijdens een bezoek aan de bijhorende baroktuin, waar je in het gezelschap van 22.000 planten het kleurrijke decor achter zijn verhalen ontdekt. In de tuin heb je bovendien een mooi zicht op de verbindingen tussen het nieuwbouwgedeelte en de kunstenaarswoning, die nu volop wordt gerestaureerd.
Rubens - Hopland 13 in Antwerpen
4 — NAOSHIMA NEW MUSEUM OF ART: TADAO ANDO’S TIENDE MEESTERWERK OP HET EILAND
Op een heuvel nabij het Honmura-district op het kunsteneiland Naoshima in Japan verrijst het Naoshima New Museum of Art. Dat is ondertussen het tiende project van architect Tadao Ando op het eiland. Het museum opende nog maar pas de deuren, maar is nu al een topper in wording voor bewonderaars van architectuur en liefhebbers van Aziatische kunst. De architectuur volgt de natuurlijke glooiing van het landschap, met een dak dat doet denken aan de contouren van een bergkam. Het gebouw wordt verder visueel verankerd in zijn historische omgeving dankzij de keuze voor een zwarte pleistergevel en gestapelde kiezelwanden. Aan de noordzijde geeft het café met terras uit op de Japanse Binnenzee. Zo kan je naast kunst en architectuur kijken, ook turen naar de prachtige natuur die het eiland te bieden heeft.
Naoshima New Museum of Art - in Japan
5 — VERTICALE UITBREIDING
Dit jaar heropende het Braziliaanse Museu de Arte de São Paulo – beter gekend als het MASP – met een langverwachte verticale uitbreiding. Een veertien verdiepingen tellende toren vult nu het iconische, zwevende volume van architecte Lina Bo Bardi uit 1968 aan. Het nieuwe gedeelte kreeg de naam ‘Pietro Maria Bardi’, naar de medeoprichter van het MASP, en werd ontworpen door architectenbureau METRO Arquitetos Associados en Júlio Neves. Dankzij de nieuwe vleugel verdubbelde het museum zijn capaciteit en introduceerde het een sculpturale gevel van geplooid en geperforeerd metaal, die het licht filtert als een hedendaagse brise-soleil. Daarnaast wordt er nog gewerkt aan een ondergrondse passage die het in de toekomst mogelijk zal maken om makkelijk de oversteek te maken van het oude naar het nieuwe gebouw.
MASP - Av. Paulista 1578 in São Paulo (Brazilië)
6 VERHUIZING NAAR HARTJE PARIJS
In het najaar van 2025 heropent de ‘Fondation Cartier pour l’art contemporain’ de deuren op Place du Palais-Royal in Parijs. Op deze nieuwe locatie nestelt het museum zich tussen de klassieke gevels recht tegenover het Louvre. Architect Jean Nouvel transformeerde het 19e-eeuwse Haussmanngebouw tot een architecturale parel. Unieke feature? Achter de historische gevel kunnen vijf bewegende platforms worden omgevormd tot flexibele tentoonstellingsruimtes.
Fondation Cartier pour l’art contemporain - 2 Place du Palais-Royal in Parijs
RAMEN en DEUREN
Want bij Raemen zijn we verliefd op het ambacht. Onze producten worden stuk voor stuk vervaardigd uit duurzame materialen van de hoogste kwaliteit. En dat door gespecialiseerde vakmensen die hun creativiteit en perfectionisme de vrije loop laten.
Vertel ons wie je bent, wat je wenst en wij doen de rest. Zo garanderen we de perfecte ramen en deuren voor U!
Ode aan een huis
Een huis is nooit zomaar een verzameling muren. Het is een karakter, een verhaal, een tijdscapsule. In deze selectie staan woningen centraal die meer zijn dan hun ontwerp: ze belichamen ideeën, herinneringen en levens. Elk boek werpt een ander licht op wat wonen kan betekenen, en toont hoe architectuur soms verhalen vertelt waar woorden tekortschieten.
1/ Can Lis – Jørn Utzon is een ingetogen portret van het legendarische huis dat de architect voor zichzelf bouwde op een klif in Mallorca. In verstilde beelden van Simon Watson volgen we het spel van licht en ruimte doorheen de dag. Meer dan een woonhuis toont Can Lis hoe architectuur een levenshouding kan belichamen.
Apartamento, 49 euro
2/ Portrait of a House: Conversations with BV Doshi duikt in de gesprekken tussen architect BV Doshi en fotograaf Dayanita Singh, tegen de achtergrond van Doshi’s Kamala House. Hun dialoog, gecombineerd met zwart-witportretten van licht, ruimte en familieleven, onthult de poëtische kracht van architectuur als levende, menselijke omgeving.
Apartamento, 35 euro
4/ Fallingwater: Living With and in Art biedt een unieke kijk op Frank Lloyd Wrights iconische meesterwerk, waar architectuur en natuur samensmelten tot één totaalkunstwerk. Het boek onthult hoe de kamers, het vakmanschap en de kunstcollectie samen een organische leefomgeving creëren – een harmonie tussen mens en natuur die het huis tot een tijdloze schat maakt.
Rizzoli/Electa, 69 euro
5/ The house that Kahn built belicht Louis Kahns parlementsgebouw in Dhaka als een meesterwerk van moderne architectuur. Het combineert oosterse en westerse invloeden, met strenge geometrie en een doordachte relatie met het omringende water. Dit boek is een visueel en inhoudelijk rijk fotografisch essay, met indringende beelden van de Bengaalse architect en fotograaf Kashef Chowdhury, die de monumentale kracht én poëzie van het gebouw op unieke wijze vastlegt.
Quart Verlag, 58 euro
3/ Bosco Verticale: Morphology of a Vertical Forest viert het tienjarige bestaan van Milaans iconische Vertical Forest. Het boek toont de evolutie van dit baanbrekende project via essays, technische tekeningen en fotografie van onder meer Iwan Baan, en onderzoekt de relatie tussen architectuur en natuur.
Rizzoli, 80 euro
HARINCK nv/sa
Heirweg 95, zone 2 • B-8710 Wielsbeke T +32 (0)56 67 40 50 info@frager.be www.frager.be
Facade Facade Ferforge
Wij ontwerpen en realiseren groendaken en living walls perfect geïntegreerd in elk project. Voor meer groen, meer beleving, meer geluk.
Note design studio werd in 2008 in Stockholm opgericht door Johannes Karlström en Cristiano Pigazzini. Sinds ze doorbraken met het iconische houten krukje ‘Bolt’ voor La Chance, waarmee ze in 2011 de Wallpaper* Design Awards wonnen, zijn ze goed op weg om een vaste waarde te worden in de internationale designwereld. Samen met hun veertienkoppige team, combineert het duo een multidisciplinaire aanpak die zich uitstrekt van architectuur en interieur tot product- en grafisch design, met een stevige portie gevoel voor kleur en materialiteit – denk maar aan de opvallende Tarkett Ateljé-showroom tijdens de afgelopen Stockholm Design Week. Wij vroegen medeoprichter Johannes Karlström wat Note bezighoudt in het huidige designklimaat.
01.
Welk recent project heeft jullie op onverwachte manieren uitgedaagd?
“De samenwerking met Neko Health, een Zweedse startup met de oprichter van Spotify als medeoprichter. Het project betrof de ontwikkeling van een gezondheidscentrum rond geavanceerde medische scanapparatuur die ziektes als kanker en hart- en vaatziekten vroegtijdig en preventief kan opsporen. Het is baanbrekende technologie, waarbij wij verantwoordelijk waren voor het interieurontwerp en de totale ruimtelijke beleving. Dat bracht de nodige uitdagingen met zich mee. Technologie heeft haar beperkingen, en daar moet je als ontwerper omheen werken. Tegelijkertijd speelt het menselijke aspect een cruciale rol –zeker wanneer je met iets relatief nieuws en met AI werkt. Hoe zorg je ervoor dat zo’n plek niet kil of onpersoonlijk aanvoelt? Juist dat maakt het project zowel complex als bijzonder boeiend.”
02.
Waar liggen voor jullie de grootste mogelijkheden in design?
“Voor mij draait het om samenwerking: om de manier waarop creativiteit tussen mensen ontstaat. Dat aspect houdt ons ook als team bezig – hoe we elkaars creativiteit kunnen losmaken. Het is een bijzonder gevoel wanneer je in een creatief vakgebied werkt en op een bepaald moment beseft dat je samen iets waardevols aan het creëren bent. Ik realiseerde me dat je dat ook met klanten kan bereiken: als je een goede band hebt, dan krijg je het beste resultaat.”
03.
Hoe benaderen jullie kleur en welke rol speelt het bij het vormgeven van een sfeer?
“Kleur speelt al sinds het begin een grote rol in ons werk. Je kan er de volledige sfeer van een ruimte mee beïnvloeden. Iedereen die als architect of ontwerper werkt, zal dat herkennen. Wanneer je een project presenteert en er staat bijvoorbeeld een rode stoel in, weet je dat de aandacht meteen daarnaartoe gaat. Vaak zien klanten dan niets anders meer. Juist dat maakt kleur zo krachtig. Design is over het algemeen een traag medium, maar kleur is snel en krachtig. Misschien is het wel het meest directe communicatiemiddel binnen de architectuur en vormgeving. Het is vergelijkbaar met muziek: je voelt er ook onmiddellijk of iets je aanspreekt of juist niet.”
Naast kleur staat ook materialiteit centraal in jullie projecten. Hoe selecteren jullie materialen voor een nieuw project?
“Bij de keuze van materialen kijken we niet alleen naar de functionaliteit, maar ook naar zintuiglijke kwaliteiten. Hoe ziet een materiaal eruit, hoe voelt het aan, maar ook: hoe ruikt het? Tegelijkertijd worden we ons steeds bewuster van duurzaamheid. We streven ernaar om in onze projecten zoveel mogelijk met lokale materialen te werken. Voor een aankomend project in bijvoorbeeld Armenië onderzoeken we eerst wat daar beschikbaar is: welke steensoorten, welke houtsoorten, hoe worden die lokaal bewerkt en wat zijn de tradities? Die contextuele beperkingen kunnen uitdagend zijn, maar maken het proces juist interessanter. Ook in Zweden werken we met wat er voorhanden is. Zo is er veel naaldhout, maar weinig natuursteen zoals marmer. Toch kan je, ook met beperkingen, tot verrassend sterke ontwerpen komen.”
Stockholm en Scandinavië in het algemeen hebben een rijk designerfgoed. Hoe beïnvloedt deze culturele context jullie esthetiek?
“We zijn natuurlijk gevormd door de Scandinavische ontwerptraditie – rationeel, minimalistisch en subtiel. Die benadering waarderen we, maar tegelijkertijd proberen we ook buiten die kaders te werken. In ons werk spelen kleur en intensiteit een prominente rol, wat minder kenmerkend is voor het klassieke Scandinavische design. Opvallend is dat veel jonge ontwerpers in de regio daar inmiddels ook mee experimenteren. Misschien is dat wel de nieuwe Scandinavische beweging.”
“Design is een traag medium, maar kleur is snel en krachtig.”
Ons vak, is bouwen. Niet met onze handen, maar door de juiste handen. Het strijdgewoel dat een bouwproces soms is, is onze thuis. Zo wordt voor u de lange tocht vanaf de kriebels bij het eerste voorontwerp tot de verhuis een boeiende wandeling, vol verwondering, en doorspekt met prettige keuzes.
PUBLIEKSWINNAAR HOOG.DESIGN AWARDS 2025
villa WIGO
Een woning en een schuur, ontworpen door CAS architecten. Achteraan ligt alles open. De schuur is eenvoudig van vorm. Ze herhaalt hangartypologie waar onze agrarische gebieden zo rijk aan zijn.
De woning heeft geen hellend dak en is een herhaling van gesloten volumes met glas ertussen. Beide gebouwen zijn opgetrokken in dezelfde drie materialen. Stampbeton, hout en glas.
In 2021 werd het ambitieuze woonproject ‘EUREKA!’ afgewerkt. Dit architecturale meesterwerk van het bekroonde Vlaamse architectenduo Benny Govaert en Damiaan Vanhoutte slaagde erin om een geheel te realiseren dat bij een eerste aanblik een strakke, sobere indruk geeft, maar al even snel aanvoelt als een warme en leefbare woonplek met een aparte identiteit. Er bleef echter nog één deeltje te realiseren: ‘EUREKA! II’.
Tim Van de Velde: cover, p. 6, p. 9, p. 12-23, p. 25-31, p. 58-64
Alexander Popelier: p. 42-46, p. 48, 51, 53, 54, 55
Anaïs Lesy: p. 34-41
ILLUSTRATIE
Leonard Cools: p. 72
REDACTIE BEREIKEN? redactie@absoluutmagazine.be
ADVERTEREN? contacteer Choisi – info@choisi.be of 0477 67 11 08
Uitgever en auteurs betrachten grote zorgvuldigheid bij de samenstelling van dit magazine. Zij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van onjuiste vermelding en/of zetfouten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ten aanzien van hetgeen in deze uitgave is opgenomen, is getracht voor zover deze niet bekend waren de auteursrechthebbenden te achterhalen. Voor zover er sprake is van onjuiste vermelding van auteursrechthebbende is dit gebaseerd op te goeder trouw verkregen gegevens. Uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventueel ontbreken van toestemming van auteursrechthebbenden.
Lees onze blog www.absoluutmagazine.be
Interieur- en kleuradvies, binnen- en buitenschilderwerken, decoratieve verftechnieken, behangwerken, exclusieve raamdecoratie, stoffering, meubilair, maatwerk, vast tapijt en karpetten.