Alles wat afwijkt vinden we eng. Eerst waren dat de Surinamers, die tijd is voorbij. Nu zijn dat de Marokkaanse jongeren, maar feitelijk zijn dat gewoon Amsterdamse pubers met een grote mond. Ik geloof dus ook niet dat de mensen in de Westelijke Tuinsteden kansloos zijn. Ik geloof in kansen; mensen die nu aan de kant staan moeten we één op één benaderen met opleidings- en werkgelegenheidsprojecten. Dat zijn de belangrijkste instrumenten voor integratie. Ik neem opnieuw mijn vader hierbij als voorbeeld: door keihard te werken is hij geïntegreerd. Het gaat hier om actieve tolerantie: mensen ondersteunen én wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Allochtone kinderen moeten
‘ Ruimtelijke ordenaars mogen
niet vergeten voor wie ze feitelijk
werken: de bewoners van de stad’
68
De Stad vernieuwt 06.2004
Cohesie of explosie
bijvoorbeeld gewoon Nederlands leren. Maar dat is wat anders dan de passieve tolerantie die we in Nederland kennen en die niet verder gaat dan ‘zolang het maar niet in mijn achtertuin gebeurt’. Met een dergelijke houding komen we er niet in de steden.’ //