Spelling in beeld 2 - Werkboek 6a blok 4

Page 6

Wat ga je leren?

BLOK

4

Je leert persoonsvormen van werkwoorden op ~gen en ~chen.

Op verkenning 1

LES

Omcirkel alle persoonsvormen. Onze groep geeft vandaag een optreden. De andere groepen zitten in de zaal. Ik bibber helemaal van de zenuwen. Het publiek wacht tot we gaan beginnen. Jasper en ik stappen het podium op. Hij speelt op zijn gitaar en ik zing. Het voelt goed. We lachen naar elkaar. De kinderen in de zaal zingen hard mee. En na afloop juichen ze!

1

Twee persoonsvormen eindigen op ~chen. Kleur die.

Uitleg 2

u

Eindigt een werkwoord op ~gen of ~chen? In de persoonsvormen van die werkwoorden blijft de g of de ch staan. Lees uitlegkaart W2-a.

Aan de slag 3

Wat doen ze? Schrijf de hij-vorm van het werkwoord op.

zeggen juichen

sib-wb6a.indb 58

hij w

Omcirkel de dertien werkwoorden op ~gen en ~chen. vragen

58

hij j

zagen heggen buigen

dinsdagen

klagen

kragen

leggen

negen

vegen

nachten

kuchen

muggen

dragen regen zwijgen

plagen bewegen eigen

Š Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg

4

zij z

geen kopieermateriaal

hij l

BLOK GEVOEL LES BLOK 1 4OMGEVING LES 11 WOORDENSCHAT

16-12-13 21:40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Spelling in beeld 2 - Werkboek 6a blok 4 by Uitgeverij Zwijsen - Issuu