Schrijf van de werkwoorden de drie persoonsvormen op.
5
6
7
8
fluisteren
verstoppen
geloven
beloven
ik
ik
ik
ik
hij
hij
hij
hij
wij
wij
wij
wij
Kies de goede letters en schrijf de woorden op. a(l/ll)e(r/rr)eerste
vr(ei/ij)dagmi(d/dd)ag
verschi(l/ll)en(d/t)
han(d/t)re(m/mm)en
(c/s)ir(c/k)ustent
s(chr/r)i(k/kk)eljaar
onv(ei/ij)li(g/gg)e
o(n/nt)spa(n/nn)en
Maak de woorden af met één of twee letters. Schrijf ze op. o of oo
Het bootje zit in het ijs vastgevr...ren.
a of aa
De dorre bl...deren dwarrelen in de wind.
gk of k
Milou heeft een kettin...je om haar hals.
t of dt
Hier staat de han...ekening van de directeur.
r of rr
De jurk van mijn zusje is donke...ood.
Maak negen woorden die op ~ing eindigen. Drie woorden beginnen met be~, drie met ver~ en drie met ont~.
be
be
be
met ver~:
ver
ver
ver
met ont~:
ont
ont
on
9
Welke zinnen kloppen? Kruis aan. ◻ De woorden speelplaatsen, zitplaatsen en verplaatsen zijn samenstellingen. ◻ De woorden ontdekken, ontelbaar en ontbijten beginnen met het vaste stukje ont~. ◻ In de woorden verbouwing, ontmoeting en inspanning staat geen open lettergreep. ◻ Alle lettergrepen in het woord paraplu zijn open lettergrepen.
Klaar? Kies sib-wb6a.indb 75
of
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Terugkijken
geen kopieermateriaal
met be~:
75 16-12-13 21:42