14
GrootSneek hoe gaat het nu met?
OKTOBER 2013
Lang niet gek… DIETER STENEKER EENENZEVENTIG JAAR GELEDEN DEED EEN (ZOALS LATER ZOU BLIJKEN) OPMERKELIJKE SNEKER VOOR HET EERST ZIJN OOGJES OPEN OP DEZE WERELD. ALS ZOONTJE VAN EEN DUITSE MOEDER EN EEN FRIESE VADER IN DE PLAATS HAMBURG. WIE HAD KUNNEN DENKEN DAT DEZE MAN, MET MARKANTE KOP EN SLUIK DONKER HAAR, RUIM ZEVENTIG JAAR LATER DE BEKENDSTE DJ VAN SNEEK ZOU ZIJN, BEKEND VAN TELEVISIE (MAN BIJT HOND), ANCHORMAN VAN DE IVANHOE CLUB, MAAT VAN FOKKO DAM, AANBIDDER VAN DE SANSEVIERIA, EN HUIS DISK JOCKEY VAN ’T SKÛTSJE; DIETER STENEKER. EEN BIJZONDER MENS. Zijn vader werd in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s tewerkgesteld in een Russisch werkkamp, een beproeving die hij slechts overleefde dankzij zijn doorzettingsvermogen en de wetenschap dat er in Duitsland een familie op hem wachtte, want inmiddels was Dieter in Hamburg geboren in 1942. Vijf jaar later verhuisde de familie Steneker naar Friesland, waar zijn moeder een ellendige periode had, omdat ze zich als Duits staatsburger regelmatig moest melden bij de politie. De tijd schreed voort en de littekens van de Tweede Wereldoorlog werden wat minder scherp. De familie Steneker verhuisde van de Waterhoenstraat in Sneek, waar ze aanvankelijk terecht konden bij de broer van vader Steneker, naar een ‘krot’ op het Somerrak, inmiddels deel van de Sneker historie, waar niet meer van over is dan een naambordje verwijzend naar de promenade langs de Houkesloot (officieel op de waterkaart ook het Somerrak genaamd). Dieter blijkt over een geheugen te beschikken als een olifant. Zo weet hij nog precies dat zijn familie zijn intrek nam in een koophuisje aan de IJlsterkade met zicht op de Geeuw. Ze hadden geen nagel om
hun ‘kont te krabben’ en het meubilair moest van het Somerrak naar de IJlsterkade worden vervoerd met paard en wagen van Niemendal. Een aantal gelukkige jaren in zijn herinnering met vriendjes, water, vissen en zwemmen.
SCHOOL Dieter ging eerst een jaar naar de Sperkhemschool, maar werd een jaar later overgeplaatst naar de Meester Visserschool aan de Oude Koemarkt, toen bleek dat hij, zoals hij het zelf uitdrukt, ‘wat achtergebleven’ was. Hij leerde moeilijk, had soms moeite om het geheel te overzien, maar had een ontwapenende eerlijkheid, die niet altijd even goed werd begrepen. Vooral zijn eerste meester, Hoekstra, op de Mr. Visserschool had er erg veel moeite mee, toen Dieter op zijn eerste dag op de Mr. Visserschool na de ochtendpauze om elf uur naar huis ging in de veronderstelling dat school toen afgelopen was en om half twee ’s middags pas weer terugkwam. “Waar hij geweest was” . “Thuis”, was het antwoord. “Het was toch pauze?” . Een half uur in de bezemkast viel hem ten deel, als onderdeel van de pedagogische aanpak van Meester Hoekstra. Zijn volgende meester, meester Steensma bleek iets meer begrip te hebben voor de kinderen waar hij mee werkte.
Na zijn ‘opleiding’ kwam Steneker terecht bij de Pier de Boer Stichting, de voorloper van Finkenburgh en het tegenwoordige Empatec. Die beginperiode herinnert Dieter zich niet als een pretje. Hij werd tewerkgesteld op de afdeling die stoelen moest ‘matten’. Het rotan voegde zich beter wanneer het vooraf in gloeiend heet water was gelegd. “Ik weet eigenlijk niet meer of we daar handschoenen voor hadden” vertelt Dieter. “Alleen maar dat het niet leuk werk was, constant de handen open van het hete water”. Hij was dan ook blij dat hij ‘promoveerde’ naar de afdeling oudpapier, de voorloper van OPA, die tegenwoordig het oud papier en verpakkingsmateriaal bij de Sneker zakenlieden ophaalt. Hij moet haast giechelen wanneer hij het verhaal vertelt van de keer dat ze met het mechanische voertuig, waarvan Dieter de chauffeur was, in het Snekers was dat de mechanische hond, refererend aan de ‘hônnekar’, vlakbij ‘de stal’ omsloegen. “Wij waren zo bekend bij de winkels en de mensen in de wijken dat iedereen zijn oud papier meegaf. Het ‘mechanische voertuig’ lag zo vol met jutezakken oud papier dat wij omvielen toen we de bocht omgingen. Rechtuit rijden ging wel goed, maar de