7
SCHEEPSWERF PIET TEN WOUDE VAN KLEIN PUTSJE TOT COMPLEET NIEUWE SCHEPEN
In de wereld van scheepsbouwers, werfeigenaren, skûtsjeschippers, of ze nu bij de SKS- of de IFKS-familie behoren, hoeft de naam Piet ten Woude amper introductie. Iedereen kent de IJlster Ten Woude en is vol lof over de man die in 1998 op een prachtige plek aan de Geeuw een veelzijdig bedrijf startte. Absoluut geen eendagsvlieg. Deze ZZP’er ‘avant la lettre’ verkocht aan het eind van de vorige eeuw zijn huis om vervolgens zo goed als eigenhandig een doordachte scheepswerf met een grote nieuwbouw- en reparatiehal, eigen haven en bedrijfswoning uit de grond te stampen. Nu bijna twintig jaar later is Scheepswerf Ten Woude uitgegroeid tot een onderneming die zich richt op het droogzetten en onderhouden van plezier- en werkvaartuigen tot 70 ton. Voor hermotoriseringen, ijzerwerk, waaronder het verlengen van o.a. skûtsjes, nieuwbouw van jachten, werkboten en veerponten in staal en aluminium draaien ze bij Ten Woude hun hand niet om. Maar ‘in ynterview foar yn GrootSneek, is dat no noadich…?’ Ja, dus! Als we aankomen op de werf is het juist koffietijd en incasseren we de opmerking ‘dat jim it rûke wannear’t der kofje is’ van illustere IFKS-skûtsjeschipper Peter de Koe met een glimlach. De Koe is druk bezig met werkzaamheden aan een skûtsje. Bij Ten Woude is er altijd wel plaats om in de wintermaanden aan het varend erfgoed te werken. We drinken koffie aan een bijzondere tafel, een cadeau dat Piet ten Woude kreeg toen hij ‘Abraham’ zag, inmiddels al weer een aantal jaren geleden. “Ja, een degelijke mooie tafel. Hufterproof. Dit was ooit de mast van de Dolce Vita, een Friese tjalk uit 1906. Die mast verongelukte hier, dat was jammer maar die dingen gebeuren. We hebben de mast in het water ‘dondere’ en naar de molen hier in IJlst gevaren. Daar hebben ze er dikke planken van gezaagd en zodoende zitten we hier nu aan de mast van de Dolce Vita. Kijk, de naam van onze werf staat erin en ook een kompas. ‘Aardich nou’?!”
MELKVAARDER Zijn hele leven heeft boerenzoon Piet ten Woude al iets met schepen. De jongste uit een gezin van vijf kinderen, geboren in Ruigahuizen waar hij tot z’n derde jaar woonde. Opgegroeid in de buurt van IJlst waar zijn ouders aan de Súdergoweg een boerderij hadden, werd Piet geen boer maar zocht hij zijn heil in de nautische wereld. Na de lagere school in IJlst gaat de boerenzoon naar de LTS in Sneek, maar maakt die opleiding niet af.
“Ik was absoluut geen ‘learder’, ik wilde zo snel mogelijk geld verdienen. Mijn allereerste baantje was melkvaarder, ik was nog maar 15 jaar. Ik heb er nog een mooie foto van”, zegt Piet. Hij laat inderdaad een prachtig zwart-wit kiekje zien waarop een jongen met lange wapperende witte manen staat te midden van de melkbussen. Piet haalde melkbussen op bij de boeren in de buurt van IJlst in opdracht van de zuivelfabriek in Heeg. Het volgende baantje dat Piet krijgt is in de kaasfabriek van Heeg. “Ik kwam daar achter de lopende band met een wit schortje voor, dat vond ik maar helemaal niks en ik kwam daarna al vrij vlot bij het loonbedrijf van Feike Attema in Gaastmeer. Daar heb ik elf jaar gewerkt. Na die periode kwam ik in de ‘botenwereld’ terecht eerst bij Allard Sijperda in Ozingahuizen, en later bij zijn broer Peter. Dat duurde met elkaar vijf jaar en toen ben ik als zelfstandige voor mij zelf begonnen.” Het eerste werk bestond naast het inbouwen van motoren ook uit het bouwen van casco’s van Lemsteraken.
“Ik gaf mijn ogen goed de kost en dacht al snel ‘wat die cascobouwers kunnen, dat kan ik ook’. Als ik iets niet wist, dan vroeg ik anderen wel hoe ze het deden. Ik vond het heerlijk om zelfstandig te zijn. Sippie, mijn vrouw, en ik hadden al een huis in Oudega gekocht dat we na zes jaar weer verkochten om hier in IJlst te beginnen. We hebben drie kinderen, Johan is de oudste, dan komt Ytsje en de jongste is Douwe.” Piet laat vervolgens een plakboek vol foto’s zien waarop het bouwproject goed te volgen is.
TOERIST V “Een van de eerste grote opdrachten was het bouwen van de Toerist V, de rondvaartboot van Molle van der Werf uit Sneek. Van het een kwam het ander, we kregen volop werk. Ik zeg heel vaak dat wij een ‘van-alles-en-nog-watbedrijf’ zijn. Je kunt hier lassen en verven. Er zijn genoeg werven en hellinkjes waar je een boot uit het water kunt
halen, vervolgens van onder schoonmaken en in de antifouling zetten. Echter als er dan een lasklusje gedaan moet worden zeggen ze al snel ‘wegwezen met die slijptol’, dan krijg je vonkjes en die veroorzaken roestvlekken. Bij ons kun je achter in de loods wel lassen en wij schermen het zo af dat je geen problemen krijgt. De laatste mooie klus die we hebben gedaan was het bouwen van een groot schip voor It Fryske Gea.”
SKÛTSJES Regelmatig zijn er op Scheepswerf Ten Woude ook skûtsjes te vinden. In de loop van de jaren zijn er in de loods heel wat skûtsjes van zowel de SKS en de IFKS, gemeten. De skûtsjes werden er niet alleen door de ‘meetmolen’ gehaald er werden op de werf van Ten Woude ook stabiliteitsproeven uitgevoerd. Piet ten Woude, wiens zoon Douwe sinds vorig jaar ook in het bedrijf zit, weet wel waarom zijn werf zo geschikt is voor het uitvoeren van al deze meet- en stabiliteitsproeven. “Je kunt bij ons zo naar binnen varen, je hoeft niet te ‘bokken’. Voor het meten is het hier ook ideaal, het waait hier niet dus dat geeft stabiliteit. Je kunt hier secuur meten. Trouwens ook voor onderhoudswerk aan skûtsjes weten ze ons wel te vinden. Wij doen dat niet alleen, vaak komen de klusser en de bemanningsleden zelf om aan het skûtsje te werken. Ik vaar zelf al 17 jaar mee als bemanningslid op de Striidber van Sybo Zijsling, het skûtsje van IJlst. Skûtsjeschippers zijn van ouds opgegroeid in vrijheid en dat spreekt mij ook erg aan.”