AWN Magazine 2017, 1

Page 1

Archeologie

in Nederland

jaargang 1 februari 2017

1

A W N M AG A ZINE

www.archeologienl.nl

Opnieuw speuren naar de Brittenburg Op zoek naar een Romeins fort met 3D onderzoek 5

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 1

Onderzoek Romeins grijs g j aardewerk Met financiële ële steun Archeologie-fonds 6

‘Vijftig jaar met de poten in de modder’ Jubileum Archeologische Ju Werkgroep ‘Leen de Keijzer’ W 11

31-01-17 12:20


2

INHOUD VAN HET BESTUUR AWN ACTUEEL AWN actueel van het bestuur

2

Nieuws van de vereniging

3

Mijn mooiste vondst: Demi-Quinaschaaf van een sloddervos

4

Nieuw onderzoek naar de Brittenburg

5

Onderzoek Romeins grijs aardewerk in Kromme Rijngebied

6

Nieuws

8

Nieuws van de afdelingen

9 | 10 | 11 | 14 | 15

Bruikbare tips uit studiedag Werkgroep Belangenbehartiging

12

Vrijwilliger aan het woord: Teus Koorevaar

13

Nieuwe communicatielijnen

AWN-Archeologiefonds

Met dit eerste AWN Magazine breekt ook een nieuwe manier van berichtgeving aan van het landelijk bestuur naar de leden. De nieuwsbrief Even bijpraten, die naar alle afdelingssecretariaten werd gemaild ter verspreiding onder hun leden, vervalt. Bestuurlijke mededelingen staan voortaan in AWN Actueel en het bestuur gaat ook meer gebruik maken van onze Facebookpagina’s. Afhankelijk van de aard van de informatie wordt die gepresenteerd via onze open Facebook-pagina (https://www. facebook.com/Archeologievrijwilliger) of via onze besloten pagina (https://www. facebook.com/groups/184102061621321). Relevante tussentijdse mededelingen worden verspreid via onze nieuwe AWNNieuwsflits, die via de afdelingssecretariaten bij alle leden terecht zal komen. Ook de AWN-website blijft natuurlijk een belangrijke rol spelen, vooral voor informatie met een langere ‘houdbaarheid’. 䡵

Na het onderbrengen van het Roda-legaat in het AWN-Archeologiefonds beschikt de AWN over een financieel goed uitgeruste vriendenstichting. Deze stelt zich volgens haar statuten ten doel om: – een goede archeologische monumentenzorg (door gemeenten en andere overheden) te bevorderen en te bewaken – archeologisch erfgoed te beschermen en te behouden – beoefening van de archeologie en haar hulpwetenschappen te bevorderen

Nieuw Handboek Veldwerk

Illustratieverantwoording AWG 11 onder | Ronald Betman 15 | William ten Brink 3 boven | Tom Buijtendorp 5 onder | Jan Coenraadts 3 onder | Wim Groener 4 onder | Peter Koch 11 boven | Teus Korevaar 13 boven en onder | Lykke Johansen 4 boven | Rob Mols

Op de Afgevaardigdendag in november is afgesproken om het handboek veldwerk te vernieuwen en op de website te plaatsen. De oude versie blijkt niet digitaal beschikbaar te zijn, die hebben we althans niet kunnen achterhalen. Daarom de vraag aan alle afdelingen om het bij hen beschikbare materiaal voor veldactiviteiten te sturen naar Ruud Raats (ruud.raats@xs4all.nl) en/of Channa Cohen Stuart (channacs@ me.com). Zij zullen vervolgens het nieuwe handboek samenstellen. 䡵

8 boven | Jos Rams 10 boven | Henk Rebel omslag voor, 6, 7 boven | Rijksmuseum, Amsterdam 5 boven | Rijksmuseum van Oudheden, Leiden 7 onder, 14 boven | Rijksuniversiteit Groningen 9 | Uitgeverij Bornmeer 14 onder | Rutger Terluin 10 onder | Westerheem 8 onder | Paul van Wijk 12 De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 2

Aanmelden voor Bronzen Legpenning De Bronzen Legpenning is een blijk van waardering voor leden die zich op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de doelstellingen van onze vereniging. De penningen worden op de ALV uitgereikt. Afdelingsbesturen kunnen kandidaten voor deze penning tot 15 maart aanmelden bij het landelijk bestuur. Benut deze mogelijkheid om leden extra in het zonnetje te zetten. Informatie voor de criteria en wijze van aanmelden is beschikbaar via de landelijk secretaris: h.kluitenberg@caesar-advies.nl. 䡵

Dit tracht het fonds te bereiken door het geven van (financiële) steun aan (projecten van) de vereniging AWN en haar afdelingen en werkgroepen, die een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van deze doelen. Afdelingen en werkgroepen kunnen projecten inbrengen en daarvoor een financiële bijdrage aanvragen bij het AWNArcheologiefonds. Het aanvraagformulier kan worden opgevraagd bij Harmen Spreen (hspreen@xs4all.nl). Meer informatie staat op www.awn-archeologiefonds.nl. In AWN Magazine zal regelmatig aandacht worden besteed aan projecten die met steun uit het Archeologiefonds van start gaan of al zijn gestart. AWN-afdeling 12 (Utrecht) bijt het spits af (zie verderop in dit magazine). Wij hopen met deze voorbeelden andere afdelingen te inspireren om ook met aanvragen te komen. 䡵

Algemene ledenvergadering 2017 De jaarlijkse Algemene ledenvergadering is op zaterdag 8 april in het Huis van Hilde (zie http://huisvanhilde.nl), Westerplein 6, 1901 NA in Castricum. De vergadering begint om 10.30 uur. De agenda, met bijbehorende stukken en een routebeschrijving, ontvangt u begin maart en die zijn dan ook te vinden op onze landelijke website (www.awn-archeologie.nl). In ieder geval staan het verslag van de vorige ALV, het jaarverslag 2016, de financiële stukken, het beleidsplan 2017-2021 en de (her)verkiezing van bestuursleden op de agenda. Verder wordt er uiteraard druk gewerkt aan een goede lunch, een interessant omringend programma en een passende afsluiting. 䡵

31-01-17 12:20


VAN DE VERENIGING

3

NIEUWS 䊴

Studiedag zoekt ‘agenda conflictarcheologie’

O

orlog, strijd, geweld en conflict spelen een cruciale rol in onze geschiedenis. Sporen ervan op voormalige slagvelden, in militaire infrastructuur en in het landschap worden daarom in toenemende mate erkend als belangrijke elementen van ons erfgoed en onderzoek ernaar heeft onmiskenbaar ook maatschappelijke relevantie. Het zorgvuldig blootleggen en bestuderen van de materiële cultuur van conflicten uit het verleden, van prehistorie tot en met de Koude Oorlog, leidt vaak tot een beter beeld van die conflicten, tot meer en diepere inzichten en tot betere interpretaties. Binnen de AWN is medio vorig jaar de Werkgroep Conflictarcheologie van start gegaan als landelijk platform en aanspreekpunt voor onderwerpen met betrekking tot conflictarcheologie. De werkgroep wil, in overleg met de RCE en grote grondeigena-

Beleidsplan 2017-2021

O

p de ALV 2017 stellen we een nieuw beleidsplan vast. De voorbereiding loopt al even. Het landelijk bestuur heeft met de meeste afdelingen gesproken over het functioneren van de afdelingen en wat zij nodig hebben van het landelijk bestuur. Er is overlegd met onze belangrijkste partners, zoals het Convent van Gemeentelijke Archeologen, de koepels van archeologische bedrijven en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Op de Afgevaardigdendag in november kreeg het conceptbeleidsplan op hoofdlijnen brede steun. Tips en suggesties voor verdere uitwerking zijn verwerkt. Afdelingen hebben de nieuwe versie ontvangen en kunnen tot 13 maart wijzigingsvoorstellen indienen. In het nieuwe beleidsplan blijft onze missie onveranderd. Onze drie kernfuncties zijn: bijdragen aan de kennis over archeologie, uitdragen van die kennis en bevordering van publieke betrokkenheid en belangenbehartiging voor het archeo-

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 3

ren als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Geldersch Landschap, ook veldwerkacties voor vrijwilliger initiëren en terreineigenaren en -beheerders helpen om hun kennis over het eigen bodemarchief te vergroten. Zaterdag 22 april organiseert de Werkgroep een eerste (voortaan jaarlijkse) studiedag over het onderwerp conflictarcheologie in het Nationaal Militair Museum in Soest. Aan de hand van een aantal korte inleidingen en vooral veel discussie hoopt de werkgroep een goed beeld te krijgen van de belangstelling onder vrijwilligers voor de vele aspecten van conflictarcheologie. Voor wat betreft WOII is die belangstelling de laatste jaren groeiende, zeker bij metaaldetectorzoekers. Onderzoek naar sporen uit die oorlog wordt meer en meer als archeologie gezien en vindt ook steeds vaker actief en gestructureerd plaats. Maar

logisch erfgoed. In de uitvoering van die kernfuncties gaan we wél nieuwe accenten leggen. Actieve archeologiebeoefening is en blijft voor ons de kern. We willen leden en afdelingen daar gerichter bij ondersteunen door onder andere het proactief verkennen van nieuwe onderzoeksterreinen, het verder uitrollen van de basiscursus archeologie en het aanbieden van de mogelijkheid om het VCA-certificaat te behalen (basiskennis Veiligheid, Gezondheid en Milieu). Ook ledenwerving blijft een belangrijk actiepunt. We willen ons meer profileren naar andere erfgoedorganisaties en onze kennis aanbieden voor educatie en belangenbehartiging. AWN Magazine gaan we volop benutten om goede voorbeelden uit te wisselen en elkaar te inspireren. Op de ALV van 8 april is het woord aan de leden. Alle deelnemers aan de ALV krijgen het conceptbeleidsplan en de wijzigingsvoorstellen. Wie het al eerder wil lezen en wil reageren, kan het concept opvragen bij de landelijk secretaris h.kluitenberg@caesar-advies.nl. 䡵

Strijd, geweld en conflict spelen een cruciale rol in onze geschiedenis. Sporen ervan op voormalige slagvelden, in militaire infrastructuur en in het landschap worden in toenemende mate erkend als belangrijke elementen van ons erfgoed.

er is natuurlijk veel meer, zoals de omvangrijke maar vaak complexe sporen van strijd tussen stammen in prehistorie en ijzertijd, het geweld van en tegen Romeinen, de vroegmiddeleeuwse oorlogen tussen Friezen en Franken, slagen uit de Tachtigjarige Oorlog, belegeringen in de Franse tijd en overblijfselen van de Koude Oorlog. De werkgroep hoopt, dat de eerste studiedag een ‘onderzoeksagenda voor conflictarcheologie’ oplevert, waarmee de werkgroep zelf, maar vooral vrijwilligers binnen de AWN-afdelingen, aan de slag kunnen. De volgende studiedagen stellen daarna telkens één thema van conflictarcheologie centraal. De werkgroep wordt (vooralsnog) gevormd door Fred van der Beemt, William ten Brink, Channa Cohen, Jobbe Wijnen en Henk Hegeman. Voor meer informatie: hehehegeman@gmail.com). 䡵

Afscheid eindredacteur Westerheem

T

ijdens de laatste redactievergadering van 2016 hebben de redactie en AWNvoorzitter Tonnie van de Rijdt afscheid genomen van Jacobine Melis, jarenlang de eindredacteur van Westerheem. Zij werd geprezen als een enthousiaste en zeer nauwgezette eindredacteur die de redactieleden steeds ‘bij de les hield’. Wij hebben begrip voor haar beslissing om te vertrekken, maar betreuren die wel. De redactie wenst Jacobine een fijne, nieuwe werkkring en een mooie toekomst. 䡵

Hoofdredacteur William ten Brink overhandigt Jacobine Melis namens de redactie een afscheidsboeket.

31-01-17 12:20


4

Mijn mooiste vondst

4

Een Demi-Quinaschaaf

Dick Schlüter

Mijn mooiste vondst: Demi-Quinaschaaf van een sloddervos

Werktuig van een neanderthaler Jaar in jaar uit zoek ik op een akkercomplex in de omgeving van Mander in Twente naar artefacten van neanderthalers uit het midden-paleolithicum (MP). Wie wel eens over ‘keizandakkers' heeft gelopen weet dat dit geen gemakkelijke archeologische zoeklocaties zijn. Eerder een kwelling door de hoeveelheden stenen in allerlei formaten. Maar op 15 juni 2006 raapte ik bij Mander mijn tot nu toe mooiste archeologische MP-vondst op. Het gaat om een fraai bewerkte schaaf van fijnkorrelige vuursteen met een lengte van 9,6 centimeter, breedte 4,2 centimeter en een dikte van 1,7 centimeter. Aan beide zijden fraai bewerkt (zie afbeelding). Een werkstuk van een volleerd vuursteenbewerker met een mooi karamelkleurig patina. ‘Mander’ ligt op de flank van de stuwwal Ootmarsum-Vasse-Uelsen (rond de 40 meter NAP) en ter plekke is sprake van verweerde keileem. De uit de Saale-IJstijd stammende verweringslaag bood de neanderthalers de mogelijkheid om in erosiegeulen noordelijke vuursteen te verzamelen en langs de oevers te bewerken. De locatie werd in 1979 ontdekt door het oprapen van een klein driehoekig vuistbijltje (type Moustérien de tradition acheuléenne, MTA). Vervolgens zijn er tussen 1979 en 1982 onder aanvoering van archeoloog Dick Stapert zoekacties geweest door medewerkers en studenten van het toenmalige 䊳

Demi-Quinaschaaf, oppervlaktevondst bij Mander in Overijssel.

Biologisch Archeologisch Instituut (BAI) van de Rijksuniversiteit Groningen.1 Vrijwillige archeologen van onder andere AWN-19 (Twente) hebben daarna het stokje overgenomen. Dat het vinden van MP-artefacten geen ‘makkie’ is, blijkt wel uit het feit dat er de afgelopen 37 jaar minder dan 150 door vakarcheologen erkende artefacten zijn gevonden.2 De Demi-Quinaschaaf (determinatie in 2006 door Lykke Johansen, Dick Stapert en Marcel Niekus) biedt een mogelijkheid om deze vondsten wat ‘preciezer’ te dateren door de in verhouding beperkte doorlooptijd van dit type werktuig. Dit in tegenstelling tot de vuistbijltjes van het MTA-type die zeker 100.000 jaar in gebruik zijn geweest bij de neanderthaler. De vindplaats bij Assen is bijvoorbeeld in verhouding rijk aan (MTA-)vuistbijlen, maar door het ontbreken van andere archetypische werktui-

gen is dateren (nog) problematisch. Het kampement bij Mander – een basiskamp in tegenstelling tot het slachtkamp bij Assen3 – kan door de Demi-Quinaschaaf met de nodige slagen om de arm worden gedateerd op tussen de 35.000 en 60.000 jaar oud. 4 Nog steeds een ruime marge, maar voor ‘Assen’ – waar intussen ruim 500 artefacten zijn gevonden 5 – wordt voorzichtigheidshalve een ouderdom aangehouden van tussen de 35.000 en 130.000 jaar oud. Waarom is dit fraaie werktuig door de neanderthalers achtergelaten? Het is niet versleten! Was de gebruiker een sloddervos? Of is het om rituele redenen achtergelaten? We kunnen daarover alleen maar speculeren. Wat de achtergrond ook is geweest, het leverde mij een vondst op die ik nog regelmatig bewonder. Dichter kunnen we de neanderthalers ook niet ‘op de huid’ kruipen.

Dick Schlüter ‘in gesprek’ met de maker van de schaaf.

Verantwoording Noten 1 Stapert, D. (1982), ‘A middle Palaeolithic artefact scatter, and a few younger finds from near Mander NW of Ootmarsum (Province of Overijssel, the Netherlands)’, in: -Palaeohistoria 24, 1-33. 2 Stapert, D., M. Niekus, D. Schlüter & L. Johansen (2013), ‘De Neanderthaler-site bij Mander

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 4

3

4

krijgt contouren’, in: Paleo-Aktueel 25, 13-22. Niekus M.J.L.Th., D. Stapert, J. Beuker & L. Johansen (2011), ‘A new site of the Mousterian of Acheulianb Tradition in the northern Netherlands’, in: Quartaär 58, 67-92. Schlüter, Dick (2014), ‘Midden-paleolithische vondsten uit Twente in een Overijsselse con-

5

text’, in: Westerheem 5, 242-249. Mededeling Marcel Niekus in: NRC Next, 16.4.2016.

Auteur Dick Schlüter is docent en vice-voorzitter van AWN-19. Email: d.schluter@kpnmail.nl

31-01-17 12:20


5 䊲

Tom Buijtendorp

Nieuw onderzoek naar de Brittenburg

Gezicht op de ruïnes van Brittenburg te Katwijk. De grondslag van het Huis te Britten, noemde Jacobus Schijnvoet de ets, die hij maakte op basis van een tekening van Jan Goeree. De prent werd in 1711 voor het eerst gepubliceerd in Schatkamer der Nederlandsse oudheden van de Amsterdamse arts, oudheidkundige en dichter Ludolf Smids.

Na decennia van stilte is er dit jaar hernieuwde belangstelling voor de Brittenburg bij Katwijk aan Zee. Het meest westelijke eindpunt van de Romeinse limes in ons land heeft altijd tot de verbeelding gesproken, mede omdat het in de achttiende eeuw in zee verdwenen is. Met moderne onderzoeksmethoden zal nu opnieuw gezocht worden naar de locatie van de Brittenburg. Verder is een overzichtspublicatie in voorbereiding die zowel de waarnemingen en onderzoeken in het verleden als het nieuwste onderzoek tot een compleet verhaal bundelt. Nu Provinciale Staten van Zuid-Holland het benodigde budget hebben goedgekeurd, kan het project van start gaan. De overzichtspublicatie wordt geschreven door Tom Buijtendorp, lid AWN/Projectteam Brittenburg. Hij doet sinds de jaren negentig onderzoek naar de Brittenburg. Buijtendorp promoveerde in 2010 aan de VU op een synthese van oud onderzoek naar Forum Hadriani. Op dezelfde manier heeft hij de afgelopen decennia ook de eeuwenoude waarnemingen van de Brittenburg uitvoerig bestudeerd. Tot op heden onontdekte bronnen, die door dit onderzoek boven water gekomen zijn en herinterpretatie van bekend materiaal leveren nieuwe inzichten op.

Maritiem onderzoek Dat onderzoek was reden voor Tine Missiaen van de Universiteit van Gent en Wim Versteeg van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) om te investeren in een maritiem onderzoek met een nieuw apparaat dat 3D beelden van de bodem kan maken. Het gaat om zogeheten 3D akoestisch onderzoek (Sub-bottom Profiling). Als er nog resten van de Brittenburg in zee liggen, bevinden die zich volgens Buijtendorp waarschijnlijk onder een laag suppletiezand. Daarom is apparatuur nodig die in de zeebodem kan kijken. De AWN-afdeling Rijnstreek heeft het maritiem onderzoek mede geïnitieerd. Bestuurslid Henk Hegeman coördineert als verbindende factor de bijkomende logistiek door onder meer een boot te regelen en contacten met duikers te leggen. Daarnaast is het de bedoeling om in de nazomer met leden van de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) te duiken om te kijken of er op de aangewezen plekken toch nog resten zijn vrijgespoeld. Het gaat, net als bij het 3D-onderzoek, om niet-invasief inventariserend onderzoek waarbij de zeebodem ongeroerd blijft. De Beleidsvisie Cultureel Erfgoed 2017-2020 van de provincie Zuid-Holland vermeldt het project Brittenburg voor de komende jaren als een belangrijk speerpunt. Het is onderdeel van de erf-

goedlijn Romeinse limes. Joost Vorst, die als plaatsvervangend hoofd cultuur van de provincie het concept van de erfgoedlijnen heeft uitgedacht, heeft vanaf het begin het belang van de plannen rondom de Brittenburg onderkend. De Brittenburg is namelijk het sluitstuk van de limes waarvoor een nominatie loopt als Werelderfgoed van de Unesco. In 1965 verscheen de laatste overzichtspublicatie, zodat het nieuwe boek en onderzoek ook meer inzicht geven in te beschermen archeologische waarden. Het project biedt bovendien de kans de archeologie, en onderwaterarcheologie in het bijzonder, bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. De inzet van vrijwilligers bij het duikonderzoek past in het streven van de overheid om daar in het kader van de nieuwe Erfgoedwet meer ruimte voor te bieden.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 5

Nieuw onderzoek en een nieuw boek zullen meer inzicht geven in te beschermen archeologische waarden met betrekking tot de Brittenburg.

31-01-17 12:20


6 Henk Rebel, voorzitter afdeling Utrecht

Onderzoek Romeins grijs aardewerk in Kromme Rijngebied Met financiële steun Archeologiefonds

Het Kromme Rijngebied is voor wat betreft Romeins grijs aardewerk nog een weinig onderzochte regio. Over de verspreiding van Low Lands Ware 1, Bataafs grijs en mogelijk andere regionale bakselsoorten is niet veel bekend. Voorzitter Henk Rebel van de afdeling Utrecht zag daarin een uitgelezen kans voor wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Dat ging afgelopen maand van start, met steun uit het Archeologiefonds van de AWN. Het project, dat zeker twee jaar gaat duren, wil een bijdrage leveren aan landelijk archeologisch onderzoek naar deze aardewerk bakselgroepen. Ook biedt het leden van de afdeling Utrecht volop kansen om mee te werken en kennis te maken met wetenschappelijk onderzoek.

AWN-afdeling Utrecht is al langer actief in het selecteren, benoemen en catalogiseren van Romeins aardewerk in het Provinciaal Archeologisch Depot Utrecht en, sinds de eerste helft van 2016, in de ArcheoHotspot Utrecht. Determinatie van grijs en oranje/rood Romeins aardewerk levert voortdurend problemen op. In de literatuur worden allerlei namen voor het grijze aardewerk gevonden, die uiteindelijk zelfs leiden tot spraakverwarring. Daarom werd het materiaal meestal tot nu toe meestal opgeborgen onder de namen ‘Romeins grijs’ of ‘Romeins rood’. Dat is onbevredigend en nadere bestudering is daarom zeer gewenst. Dat kan ook, want door bakselonderzoek hebben archeologen nieuwe aardewerkcategorieën in het grijze spectrum herkend en benoemd. Dat biedt

Drie vrijwilligers aan het werk bij de ArcheoHotspot Utrecht. Zij zijn AWN-lid geworden en werken mee aan het vorige maand gestarte aardewerkonderzoek.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 6

31-01-17 12:20


7

Onderzoek in Kromme Rijngebied met financiële steun Archeologiefonds

richting voor verdere studie, leidend in ons project om Romeins grijs aardewerk (en de oranje/rode oxiderend gebakken variant daarvan) in het Kromme Rijngebied nader te onderzoeken en in te delen. In het Provinciaal Archeologisch Depot Utrecht liggen vele dozen Romeins aardewerk opgeslagen, waarvan de inhoud nooit is uitgezocht. Dit aardewerk is verzameld tijdens veldlopen in het Kromme Rijngebied. Archeologische publicaties geven aan, dat er onvoldoende cijfers zijn over Romeins aardewerk in het Kromme Rijngebied om deze regio op te nemen in de verspreidingskaart van vooral Romeins Bataafs en regionaal grijs gedraaid aardewerk. Het onderzoek van de afdeling Utrecht focust op dit onuitgewerkte materiaal én op het grijs Romeinse aardewerk dat in het verleden na opgravingen is verzameld en beschreven. Dat materiaal zal, op basis van de nieuwe ontwikkelingen, wellicht nader kunnen worden ingedeeld. Grijs Bataafs aardewerk wordt voornamelijk in het oostelijk deel van ons land waargenomen. In het Kromme Rijngebied zijn vondsten aangetroffen in en net voorbij de stad Utrecht (Leidsche Rijn), maar elders langs de Romeinse Rijn niet. Is het daar niet aanwezig, of is het op andere plaatsen in het Kromme Rijngebied gewoon nog niet herkend?

Soortenrijkdom Doel van het onderzoek naar grijs Romeins draaischijfaardewerk en de eventueel oxiderend gebakken variant in het Kromme Rijngebied zijn onder meer het vaststellen van de aanwezigheid van in Nederland (en daarbuiten) geproduceerde grijze baksels, hun aantallen en de percentages Low Lands Ware 1 (LLW 1), Bataafs Grijs en overig (regionaal) gebakken grijs aardewerk. Ook willen we onderzoeken of er verschillen in baksel zijn te onderscheiden en vaststellen of er significante verschillen zijn in de samenstelling van het aardewerk van de verschillende locaties. We verwachten dat het grijze aardewerk waarop ons onderzoek zich richt voornamelijk zal bestaan uit LLW 1. Daarnaast hopen we het zogenoemde Bataafs Grijs aan te treffen en, wie weet, enkele scherven van niet verwacht of niet herkend ander grijs aardewerk.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 7

Jonge bezoekers van de ArcheoHotspot Utrecht storten zich vol overgave op een tafel vol scherven.

Circa de helft van een voorraadpot van grijs aardewerk met ronde rand. De pot werd gevonden in Voorburg.

Zowel LLW 1 als Bataafs Grijs behoren tot het draaischijfaardewerk en de aardewerkcategorie ‘ruwwandig aardewerk’, maar ze behoren tot verschillende bakselgroepen, hebben verschillende soorten baksels en dus verschillende plaatsen van herkomst. We willen graag, dat de resultaten van ons onderzoek voor verschillende soorten vervolgstudies kunnen worden gebruikt. Dat betekent dat zo veel mogelijk facetten van aardewerkonderzoek aan de orde moeten komen, zoals het indelen van al het Romeinse aardewerk in aardewerkcategorieën volgens de nieuw ontwikkelde inzichten, het tellen, wegen en bepalen van percentages van de scherven per categorie, het bepalen van het minimum aantal exemplaren op basis van randscherven per aardewerkcategorie en het bepalen van het aantal en percentage rand-, wand-, en bodemscherven en oren, ook per categorie. Een vraag die naar aanleiding van onze plannen vaak opkomt is, of wetenschappelijk verantwoord onderzoek door AWN-ers wel mogelijk is. Na vijf maanden intensieve studie en overleg ben ik daarvan overtuigd. Natuurlijk vraagt ons onderzoek ondersteuning door mensen met nog veel meer kennis van zaken. Het is opvallend hoe snel en gemakkelijk geschikte mensen zich aansluiten bij ons ambitieuze project: de beheerder van het Provinciaal Archeologisch Depot Utrecht bood werkruimte aan, compleet met computer, kopieerapparaat en een mogelijkheid voor het wassen van scherven. Een AWN-lid/archeoloog is bereid om waar nodig back-up te geven, naast twaalf geïnteresseerde AWN-leden van onze afdeling meldde ook een AWN-senior-archeoloog zich voor de werkgroep aan en een lid met kennis van statistiek en multimedia bood aan om een professionele presentatie van de onderzoeksresultaten mogelijk te maken. Zeer waarschijnlijk wil de Universiteit van Utrecht ons helpen met het maken en interpreteren van slijpplaatjes van aardewerkbaksels. En als klap op de vuurpijl gaf specialist Romeins aardewerk Joep Hendriks van de UvA aan geïnteresseerd te zijn in ons onderzoek. Hij wil helpen met commentaar, advies en als vraagbaak. Een enthousiast en uitdagend plan werkt dus ook naar buiten toe stimulerend voor de bereidheid om samen te werken.

31-01-17 12:20


8

NIEUWS In memoriam Jan Thijssen: archeologische gigant John Jansen, bestuursvoorzitter AWN-afdeling Nijmegen e.o.

O

p 2 december 2016 overleed Jan Thijssen (73), een bijzondere persoonlijkheid, die tot op het laatste moment grote daadkracht wist te combineren met fenomenale kennis. Jan heeft daarmee een enorme bijdrage geleverd aan de geschiedschrijving van Nijmegen en omstreken door alle eeuwen heen. Zo dichtte hij onder meer ‘het gat van Nijmegen’: de vroegmiddeleeuwse periode direct na de Romeinen. Lange tijd werd aangenomen dat Nijmegen toen geheel verlaten was. Jan toonde aan, dat er wel degelijk continuïteit van bewoning is geweest. Daarmee kon Nijmegen terecht de claim van oudste stad van Nederland leggen. Jan heeft het verval en de wederop-

bouw van de Nijmeegse Benedenstad en het stadscentrum in de laatste vier decennia weten te benutten voor omvangrijk archeologisch onderzoek, waarvan de resultaten tot op de dag van vandaag worden onderzocht. Hij deed dat als stadsarcheoloog (1989-2006) en als vrijwilliger in de archeologie, als opgraver, organisator, analist en publicist. Als die er al was, was de scheidslijn tussen professional en vrijwilliger erg dun; Jan was altijd één met de archeologische vrijwilligers, in het veld, aan de archeologische scherventafel en in het café. Voor zijn bijdrage aan de AWN-afdeling is Jan in 2010 onderscheiden met de Wim Tuijnfibula. AWN-Afdeling Nijmegen e.o. betreurt het verlies van een archeologische gigant: zijn determinaties van archeologisch materiaal op de AWN-woensdagavonden, zijn inbreng bij de lezingen en de jaarlijkse schervenavonden, de vraagbaak voor alles wat met

Jan Thijssen.

het archeologische vak te maken had. En last but not least zijn soms onnavolgbare, maar typisch Jan Thijssense kwinkslagen. We zijn dankbaar voor al zijn bijdragen, maar wat zullen we hem missen! 䡵

Werk in Uitvoering Jan Coenraadts

O

p initiatief van de hoofdredacteur startte in 2000 een nieuwe rubriek in Westerheem. Doel was om onze afdelingen in de gelegenheid te stellen bij elkaar ‘over de schutting’ te kijken en zo van elkaar te leren en samen te werken. Een achterliggende gedachte was, dat het de betrokkenheid van de afdelingen bij elkaar, het ‘AWN-gevoel’, zou kunnen vergroten. Reacties uit afdelingen maakten duidelijk dat Werk in Uitvoering voor velen aan zijn doel beantwoordde, maar tijden veranderen en er kwamen andere mogelijkheden om in de keuken van andere afdelingen te kijken. Door de aard van mijn rubriek was het ook niet mogelijk ergens diep op in te gaan. De komst van Archeologie in Nederland leek een goed moment om daar een oplossing voor te vinden. Een meer journalistieke aanpak besteedt aan de meer reguliere zaken binnen een afdeling weliswaar minder aandacht, maar juist meer aan echt bijzondere zaken. Ik schreef Werk in Uitvoering met plezier en bewaar goede herinneringen aan de vele contacten die ik naar aanleiding van de rubriek had. Graag dank ik alle afdelingen die mij trouw hun periodieken toezonden. Daarmee gaven ze mij de mogelijkheid het wel en soms ook het wee binnen hun afdeling in wijdere AWN-kring bekend te maken en dat was een voorrecht. Stuurt u uw periodiek en nieuwsbrieven voortaan naar hoofdredacteur William ten Brink (zie colofon). 䡵 䊴

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 8

Jan Coenraadts: ‘Tijden veranderen. Na zestien jaar pakken we het nieuws uit de afdelingen anders aan, met meer aandacht voor bijzondere zaken.’

31-01-17 12:20


VAN DE AFDELINGEN NIEUWS

9

AWN Noord Nederland zet cultureel erfgoed op agenda gemeente Joop Bosch, AWN Noord Nederland

D

e afdeling Noord Nederland heeft met succes de aandacht voor het cultureel erfgoed op de agenda gekregen van de gemeente Noordenveld. De casus betreft de mogelijke bouw op het Oosterveld, een es in de gemeente Norg. Op basis van plannen uit 1994 van de toenmalige gemeente Norg deed men in april 2016 een voorstel om de es te gaan ontwikkelen voor ruim 200 woningen. Dit voorstel werd door de raad overgenomen en al na de zomer zou worden begonnen met de aanleg van een gedeeltelijke ontsluitingsweg ten behoeve van de uitgifte van een zestal grote kavels. Die uitgifte was onderdeel van een in 2007 vastgesteld bestemmingsplan voor in totaal twintig grote kavels aan de rand van de es. Is het toeval dat in 2017 de tien jaar termijn afloopt? Voor de rest van de es moet nog een nieuw bestemmingsplan opgemaakt worden. Wij hebben bezwaar gemaakt tegen het raadsbesluit, voornamelijk op grond van destijds onvoldoende archeologisch onder䊲

zoek. De eisen voor onderzoek van essen voldoen niet meer aan de Maltawetgeving en de KNA-richtlijnen. Ons bezwaar is niet ontvankelijk verklaard, omdat er door het besluit geen rechtsgevolgen zijn ontstaan voor de AWN (een verkorte samenvatting van de conclusie van de commissie ‘bezwaar’). Wij hebben echter ook de provincie Drenthe betrokken in deze problematiek. De provincie hecht grote waarde aan het esdorpenlandschap van Norg en benadrukt in haar cultuurhistorisch kompas 2009 dat het esdorpenlandschap rond Norg als bijzonder waardevol gebied bekend staat en dat de authenticiteit van het gebied in alles herkenbaar is: essen, beekdalen, dorpen en oude veldgronden. In de Cultuurnota 2016 verbindt de provincie zich aan de wettelijke taken en de autonome en besteltaken vanuit de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Juist vanwege dit belang van de provincie heeft zij de archeologische kant van de onderzoeken in 2003 en 2004 nog eens tegen het licht gehouden. Het uiteindelijke resultaat is dat er als-

Op de es van het Oosterveld bij Norg zijn de oude zandwegen en de eswal nog goed zichtbaar.

nog uitgebreid archeologisch onderzoek komt, conform de huidige wetgeving en normen. Onze conclusie voor het moment is, dat dankzij de interventie van de provincie aan ons verzoek om beter archeologisch onderzoek tegemoet wordt gekomen. Mede daarom zijn wij niet in beroep gegaan tegen het besluit van de commissie ‘bezwaar’. De lering die we uit deze casus kunnen trekken is dat, in elk geval in Noordenveld, het nodig is dat de AWN een rol heeft in het waarborgen van de extra verantwoordelijkheid die naar gemeenten is gekomen als behartiger van het cultureel erfgoed. Bij de afweging van argumenten moet cultureel erfgoed een volwaardige plaats hebben. Dit vraagt van ons als belangenbehartiger veel dossieronderzoek en inschakeling van deskundigen en, indien nodig, andere verantwoordelijke autoriteiten. In dit geval kenmerkt de besluitvorming van de raad zich helaas door tunnelvisie met als enige uitkomst: er moet gebouwd worden op de es, ook al gaat dat ten koste van waardevol cultureel erfgoed. 䡵

Workshop fotografie archeologische vondsten Een mooi initiatief van de Afdeling Zeeland: een workshop fotografie van archeologische vondsten. Want dat is een kunst apart, die nog het meest lijkt op productfotografie. In juni biedt de afdeling belangstellenden de mogelijkheid om kennis te maken met close-up opnamen en zich daar zelf in te bekwamen, toegespitst op archeologisch vondstmateriaal. De workshop is bedoeld voor iedereen die wil beginnen of graag meer met close-up fotografie en het fotograferen van klein en middelgroot vondstmateriaal wil doen, maar nog geen of onvoldoende ervaring heeft. Na de cursus zijn deelnemers volgens cursusleider Niek Beeke in staat om zelf productfoto’s te maken die geschikt zijn voor gebruik in drukwerk of op een website. De cursus gaat onder meer in op geschikte camera’s en objectieven, camerainstellingen, achtergrondschermen, opnametafels en het gebruik van licht en lichttenten. Bij voldoende belangstelling organiseert de afdeling ook nog een sessie over digitale nabewerking van foto’s. 䡵

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 9

31-01-17 12:20


10

VAN DE AFDELINGEN NIEUWS ArcheoHotspot Utrecht dankt vrijwilligers

O

m alle vrijwilligers te bedanken voor hun inzet voor de ArcheoHotspot Utrecht hebben het Universiteitsmuseum, het LEU en de AWN verschillende activiteiten ontplooid. Zo waren er korte cursussen en een uitstapje naar het Archeologiepark Xanten. De AWN bood de vrijwilligers een proeflidmaatschap van een half jaar aan en de mogelijkheid deel te nemen aan de Basiscursus Archeologie van de AWN. Die cursus werd in de maanden oktober, november en december op de zaterdag gegeven. Het enthousiasme was groot. Maar liefst 30 deelnemers kregen les van ‘onze’ AWN-docent Theo van der Trier. Vooral de syllabus over Romeins aardewerk en een handleiding bij het couperen werden met dank ontvangen. De organisatoren Henk Rebel en Ton van Bommel kunnen met tevredenheid op hun werk terugzien.

Henk Rebel overhangt het certificaat van de basiscursus archeologie aan een trotse Karin Smokers.

De Utrechtse ArcheoHotspot vertrok begin januari uit het Universiteitsmuseum wegens een grote verbouwing van dat museum. De nieuwe locatie wordt het Castellum Hoge Woerd in De Meern. Het is de bedoeling dat de ArcheoHotspot na ongeveer een jaar weer naar Utrecht zal terugkeren. De AWN zal dan zeker weer bereid zijn om als organisatie in te stappen. 䡵

Naerdincklant: special gemeentelijke archeologie

A

fdeling 13 (Eem en Vechtstreek) komt dit voorjaar met een veelbelovend en actueel themanummer van haar regionaal archeologisch tijdschrift Archeologica Naerdincklant over gemeentelijke archeologie. De bedoeling is dat gemeenten in de regio Gooi, Vechtstreek en Eemland daarin beschrijven hoe zij hun archeologiebeleid vormgeven. Belangrijke vragen daarbij zijn wat de gemeentelijke visie is op archeologie en archeologiebeleid, hoe de gemeente dit beleid beschreven en geoperationaliseerd heeft en hoe de beleidsuitvoering in de praktijk verloopt. Verder besteedt de special aandacht aan de archeologische verwachtingskaart van gemeenten, waardevolle gebieden en interessante recente archeologische ontdekkingen of projecten. Alle gemeenten in het gebied zijn uitgenodigd om een bijdrage te leveren. 䡵

Helinium door afvalcontainers ‘tot over de oren’ in het werk

D

ankzij plaatsing van ondergrondse afvalcontainers op verschillende locaties in Vlaardingen zit Helinium voorlopig ‘tot over de oren’ in het werk. Na booronderzoeken door BAAC, voorafgaande aan de plaatsingen, kwam maar één locatie in aanmerking voor officiële archeologische begeleiding. De overige punten werden vrijgegeven onder de voorwaarde, dat leden van Helinium de mogelijkheid zouden krijgen om de uitgekomen grond uit te pluizen. Dat is gebeurd, maar de vrijwilligers zijn voorlopig nog wel even bezig om al het gevonden materiaal ook te ordenen en in kaart te brengen. Ongetwijfeld met veel enthousiasme, want de eerste indrukken zijn veelbelovend. Zo’n beetje alle vondstcategorieën blijken vertegenwoordigd: aardewerk, leer, metaal, glas, hout, bouwkeramiek en bot. De eerste indruk is dat het vondstmateriaal dat op de verschillende locaties is verzameld, ook nogal verschilt in samenstelling. Elke plek heeft zo zijn eigen verhaal en archeologie is belangrijk om die verhalen te kunnen vertellen. Het materiaal is gewassen en een deel is al aan het archeologisch depot van de gemeente aangeboden

om geconserveerd te worden. ‘Alles in kaart brengen zal nog wel even duren’, laten Hilde van Wensveen en Rutger Terluin weten in Terra Nigra. Opvallende vondsten (op verschillende locaties) zijn onder meer een hele tabaksdoos en een los deksel ervan, beide uit de achttiende eeuw. Een heeft een leuke versiering met een onleesbare tekst. Bijzonder zijn ook de resten van een fijn versierde waaier. Die hadden ze in Vlaardingen nog niet. Bijzonder zijn ook enkele religieuze voorwerpen. Zo kwam er een pelgrimspenning naar boven die bekend staat als de Vera Icon, daterend uit de vijftiende eeuw. Vermoedelijk uit ongeveer dezelfde tijd is een beeldje van Maria Lactans. Dit is Maria die het kindje Jezus de borst geeft. Vrijwilligers vonden ook een deel van een driekoningenkroon, die kinderen droegen als ze op Driekoningen langs de huizen gingen. Van het kroontje zijn een van de koningen, Maria en Jezus nog aanwezig. Enigszins mysterieus zijn twee metalen voorwerpen. Het eerste is een mes, met aan de scherpe zijde twee halfronde inkepingen. Omdat de inkepingen in vorm sterk overeenkomen denkt Helinium niet dat dit door wegroesten is veroorzaakt. Ze lijken bewust te zijn aangebracht, maar waarom? Ook een metalen punt verdient extra aandacht: van een kruisboogpijl of gewoon een sierelement? Helinium is voorlopig nog druk aan het uitwerken. ‘Als we alles netjes uitgewerkt hebben, vertellen we er meer over’, beloven Hilde van Wensveen en Rutger Terluin. 䡵 䊴

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 10

Leden van Helinium pluizen een storthoop uit op een van de locaties waar de gemeente Vlaardingen ondergrondse containers plaatste.

31-01-17 12:20


VAN DE AFDELINGEN 11 Vijftig jaar ‘met de poten in de modder’ ‘E

en cadeautje voor de Houtense samenleving’, noemt Pieter Frederiks van de Archeologische Werkgroep ‘Leen de Keijzer’ (AWG) de expositie ‘50 jaar graven met de poten in de modder’, waarmee de werkgroep dit jaar haar jubileum viert. Frederiks verwoordt daarmee een belangrijk doel van de AWG: het overbrengen van kennis. ‘Archeologie is meer dan kijken in de bodem. Het is ook het uitwerken en bestuderen van de resultaten, rapporteren en presenteren. Doel is uiteindelijk om te achterhalen hoe de mens in lang vervlogen tijden leefde, woonde en werkte en om de kennis daarover te delen, met iedereen en in begrijpelijke taal.’ Hoe de AWG dat de afgelopen jaren met succes aanpakte, staat in de eveneens ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan gepresenteerde jubileumgids. In deze fraai vormgegeven en rijk geïllustreerde uitgave besteedt de AWG aandacht aan de geboorte van de werkgroep, aan wegbereiders en stichters, activiteiten als opgravingen, rapportages, restauraties en aan de acht speciale tentoonstellingen die de werkgroep tot nu toe verzorgde. Het is een uiterst lezenswaardig overzicht geworden van een halve eeuw graven in de achtertuin van Houten, Schalkwijk, ’t Goy en Tull en ’t Waal. Duidelijk blijkt, dat dit alles gebeurt in uitstekende samenwerking met de gemeente. 䊲

Vrijwilligers van ‘Leen de Keijzer’ aan het werk tijdens een opgraving van resten van een middeleeuws kasteel op landgoed Wickenburgh in Houten, 2009.

Van meet af aan heeft het gemeentebestuur van Houten zich de vraag gesteld hoe de identiteit van deze snel groeiende plaats met veel nieuwkomers geborgd zou kunnen worden. Bij de start van grootschalige woningbouw rond 1980 steunde de gemeenteraad het idee om een deel van die identiteit te zoeken in ‘geschiedenis’. Er bleek veel archeologie in de Houtense bodem te zit-

Archeologisch museum en expositieruimte van de werkgroep op de zolder van het Oude Station in Houten.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 11

ten: de gemeente telt achttien archeologische rijksmonumenten en meer dan 140 terreinen met archeologische waarde. In verband met de grootscheepse bouwactiviteiten moest er in de loop der jaren veel grond verzet worden. Precies de ingrediënten voor een actief archeologiebeleid, waarvan de AWG én Houten profiteren. De werkgroep sloot in 2007 een prestatiecontract af met de gemeente. Die betaalt huisvestings- en nutskosten in ruil voor onder meer archeologisch onderzoek door de werkgroep, rapportages daarover en advisering van de gemeente over het archeologiebeleid. De AWG overlegt periodiek met de verantwoordelijke wethouder en staat in voortdurend contact met de gemeentearcheoloog. Sinds 2009 beschikt de AWG over een eigen onderkomen met publieksruimte op de zolder van het oude station van Houten. Daar zijn in de loop der jaren een archeologisch museum en een uitgebreide vakbibliotheek opgebouwd. Een vaste groep vrijwilligers verzorgt er onder meer lezingen, presentaties, workshops en lesprogramma’s voor scholieren. De expositie ‘Met de poten in de modder, 50 jaar graven in de achtertuin van Houten’ is tot en met 28 oktober te bezichtigen. Informatie over openingstijden: info@ archeologiehouten.nl. 䡵

31-01-17 12:20


12

Bruikbare tips uit studiedag Werkgroep Belangenbehartiging

Volop aandacht voor interessante presentaties tijdens de studiedag van de Werkgroep Belangenbehartiging.

De tweede landelijke studiedag van de werkgroep belangenbehartiging, op 3 september 2016 in Houten, heeft veel bruikbare tips en adviezen opgeleverd. Daarmee kunnen afdelingen hun voordeel doen. Pierre van Grinsven (AWN-afdeling Rijnstreek) presenteerde zelfs een concreet stappenplan, bijvoorbeeld voor gebruik in kleinere gemeenten die vaak geen eigen archeologiebeleid hebben. Zijn afdeling heeft daarmee al ervaring opgedaan, die hij graag deelt met andere afdelingen. Pierre’s advies: begin met een lijst van alle gemeenten binnen de afdeling en kies daaruit een gemeente waarvan op het gebied van archeologie weinig bekend is. Inventariseer vervolgens de historische verenigingen en/of lokale musea én de actieve AWN-leden in die gemeente en zorg dat je weet welke wethouder verantwoordelijk

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 12

is voor archeologie en welke ambtenaar aanspreekpunt is. Zoek uit of de gemeente een archeologiebeleid heeft en wat daarin staat over verwachtingen. Is er bijvoorbeeld een waardenkaart? Pierre adviseert ook om Archis en DANS te raadplegen voor vondstgegevens en om te checken of bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen een archeologische paragraaf bevatten.

Juridische ondersteuning Aandacht is er volgens Pierre ook nodig voor de juridische status van afdelingen. Zorg voor passende statuten (model op te vragen bij HB). Voor 75 euro kan een afdeling zich als rechtspersoon laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel en daar komt maximaal 250 euro bij voor de notaris. Belangrijke voordelen zijn, dat een afdeling als rechtspersoon niet langer via het hoofdbestuur of een historische vereniging

hoeft in te spreken en dus veel sneller kan reageren. Ook is het veel gemakkelijker om subsidies aan te vragen. Dick Bakkenes, secretaris van Afdeling Den Haag, sprak over de inmiddels sterk juridisch getinte ontwikkelingen rond de Nieuwe Kerk in Delft. Deze zaak is onlangs door de Raad van State behandeld. De uitspraak wordt over een aantal weken verwacht, maar volgens Dick zijn er nu al enkele waardevolle lessen te trekken. Zo hebben kleine werkgroepen vaak onvoldoende kennis en mankracht voor dergelijke grote zaken. Schakel dus tijdig het afdelingsbestuur in, de landelijke werkgroep BB of het hoofdbestuur van de AWN. Check ook of je bevoegd bent in een zaak. Neem anders contact op met het hoofdbestuur voor een volmacht, of beter nog, maak van de afdeling een rechtspersoon. Let er daarbij op, dat de statuten van de afdeling voldoen aan de eisen die de juridische procedure stelt en dat degene die namens de afdeling optreedt daartoe volgens de statuten ook bevoegd is. Dat belangenbehartiging van belang is, maakte ook Wouter Smith van de archeologische dienst Almere duidelijk. Hij besteedde aandacht aan de samenwerking tussen zijn gemeente en vrijwilligers van de AWN, die volgens hem goed zichtbaar is in veldwerk, vondstverwerking en nader onderzoek. Vrijwilligers bemannen ook het Archeologiehuis in Almere, een gemeente die er volgens Wouter tot afgelopen jaar overigens niet zo’n ‘archeologievriendelijk’ beleid op nahield. Zo vertelde Smith over de vondst van een T-bijltje van hertshoorn uit een periode die in Almere nog niet was vertegenwoordigd. Provinciaal beleid (2010) beperkte nader archeologisch onderzoek en ook het gemeentelijk beleid (2009) was niet archeologievriendelijk: 75 procent van het grondgebied was vrijgegeven, ondanks bezwaren van onder andere de AWN en de RCE. Afgelopen jaar heeft de archeologische dienst van Almere dit naar 35 procent weten terug te brengen, met argumenten, gebaseerd op horizontale en verticale gegevens. Het grondgebied van de gemeenten Almere en Zeewolde hebben nu dezelfde vrijstelling en uitvoering.

31-01-17 12:20


Vrijwilliger aan het woord

13

Teus Korevaar

Vrijwilliger aan het woord: Teus Korevaar Archeologische vervuiling van de plattelandsbodem Mijn bijzondere belangstelling gaat uit naar het middeleeuws agrarisch cultuurlandschap. Daarom maak ik me ook zorgen om de toenemende archeologische vervuiling op het platteland. Je ziet het de laatste jaren voortdurend toenemen: gesleep met grond. Her en der zie je in het land hopen grond verschijnen en iedere ruilverkavelingsboerderij heeft tegenwoordig wel een depot met grond die ‘overal vandaan komt’, hetzij uit een baggerdepot uit de regio, een bouwput of een afgraving/egalisatie. Hiermee wordt dan een weiland opgehoogd, een sloot gedicht of de bodem verbeterd. De gevolgen? Ik constateer ze in mijn regio: het natuurlijke bodemprofiel wordt verstoord en er komt mogelijk vondstmateriaal op plaatsen terecht waar dat oorspronkelijk niet thuishoort. Ik noem drie oorzaken van deze grondbewegingen. Allereerst bodemdaling als gevolg van de voortschrijdende oxidatie van het (klei op) veengebied. Daardoor wordt de afstand tussen maaiveld en grondwaterpeil op den duur te groot voor een effectief gebruik als weiland, laat staan als bouwland, dat een nog grotere afstand tot het grondwater vraagt. Wanneer het waterschap niet tege-

moet kan komen aan de wens tot peilverlaging, bijvoorbeeld vanwege verzakking en paalrot in de woonzones, gaan de boeren zelf ophogen. Daar gebruiken ze dan bij voorkeur minder klinkgevoelige grond voor, zoals klei. Ten tweede speelt schaalvergroting in de veeteelt en het gebruik van zwaarder materieel een rol. Boeren streven naar een efficiënter grondgebruik; ze dempen oude kavelsloten en verwerven zo een meer aaneengesloten areaal. Ook in de oude linten zie je al jaren een haast onstuitbare trend om sloten of slootjes rond het huis te dichten voor een grotere tuin, meer parkeerruimte, een extra oprit of om gewoon van het onderhoud af te zijn. En als het verlies aan oppervlaktewater al wordt gecompenseerd, dan zie je dat vaak in de vorm van het her en der uitgraven van allerlei streekvreemde poelen en plassen. Ten slotte zijn er de dijkverzwaringsprogramma’s. Voor het ophogen van de kruinen en het verzwaren van de bermen zijn enorme hoeveelheden klei nodig. Ik vraag me af waar je zoveel klei vandaan haalt… In onze regio wordt goed duidelijk hoe archeologisch materiaal op wezensvreemde plekken terecht kwam. Voor de uitbreiding van een waterzuiveringsinstallatie

in Alblasserdam werd in 2015 een grote bouwput uitgegraven bij een plek waar in het verleden al sporen uit de Romeinse tijd waren aangetroffen. Die grond is door leden van onze AWN-afdeling met hulp van plaatselijke basisschoolklassen onderzocht, en inderdaad werd daaruit een flinke hoeveelheid Romeinse scherven verzameld, maar lang niet alles. Deze grond is naar verschillende particulieren her en der in de polder afgevoerd. Dit betekent dus dat in de toekomst Romeinse vondsten kunnen worden gedaan op plekken waar in de Romeinse tijd nooit een mens een voet heeft gezet! Voor de versterking van de wantijdijk op het Eiland van Dordrecht bleek in 2015 voor het binnentalud klei te zijn gebruikt uit Tiel, afkomstig van de bouwput voor een parkeergarage (waarbij overigens wel archeologische begeleiding plaatsvond). Diverse zoekers hebben uit de klei van die dijk flinke aantallen vroegmiddeleeuwse scherven weten te bergen, waaronder fragmenten reliëfbandamfoor. Bij de open dag in onze nieuwe werkruimte liet een bezoekster mij vol trots een plastic tas vol dergelijke scherven zien! Wat mij betreft is het dus hard nodig om voor stortgrond, afkomstig van archeologische terreinen of opgravingen, de verplichting in te stellen om herkomst en verspreiding van de grond vast te leggen. Dan krijgen we na de mest- of fosfaatboekhouding op het platteland wellicht ook nog eens te maken met een grondboekhouding. Dat lijkt mij zeer wenselijk!

Over de auteur Teus Korevaar is voorzitter van AWN-afdeling Lek en Merwestreek.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 13

Her en der zie je in het land hopen grond verschijnen die overal vandaan komen. Mogelijk vondstmateriaal komt zo op plaatsen terecht waar het oorspronkelijk niet thuishoort.

31-01-17 12:20


14

VAN DE AFDELINGEN NIEUWS Protest tegen bouw op historische locatie

S

amen met Heemschut Gelderland en de Stichting Behoud WOII Erfgoed heeft AWNafdeling 17 met succes protest aangetekend tegen bouwactiviteiten zonder archeologische begeleiding op het bouwterrein rond het voormalige hotel Dreijeroord in Oosterbeek. Volgens historische bronnen heeft op deze locatie vanaf het begin van de veertiende eeuw hoeve De Drijen gestaan. In de WOII-operatie Market Garden is er bij het hotel hevig gevochten. De bouwactiviteiten krijgen nu wél archeologische begeleiding, maar helaas zijn er door grondwerkzaamheden al wel sporen van de strijd (schuttersputjes, bominslagen) in WOII verloren gegaan. Overigens is nog steeds niet duidelijk of hotel Dreijeroord wordt gesloopt of wordt geïntegreerd in de nieuwe bouwplannen voor het gebied. Tegen mogelijke sloop op deze voor Market Garden iconische locatie is de afgelopen maanden fel geprotesteerd, onder meer door Britse WOII-veteranen (afbeelding). 䡵

De Britse Sunday Mail besteedde in augustus royaal aandacht aan de dreigende sloop van hotel Dreijeroord. Veel veteranen beschouwen het als een iconische plek.

Het gipsen afgietsel van de bijl ligt veilig bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Prehistorische hamerbijl zoek

E

en gipsen afgietsel ligt veilig in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO), maar het origineel is zoek: niemand weet waar de in 1926 in Uitgeest gevonden prehistorische hamerbijl is gebleven. Ook een zoekactie van de afdeling ZaanstreekWaterland en omstreken bleef helaas zonder resultaat, meldt het afdelingsblad Grondspoor. De CultuurCompanie NoordHolland, die sinds 1 januari NMF Erfgoedadvies heet, had de afdeling gevraagd of die wist waar de bijl van Uitgeest was gebleven. Dankzij een artikel over de bijl in Westerheem van Egbert Helderman (‘Een stenen strijd- of hamerbijl uit Uitgeest’, Westerheem XXI 1972, blz. 239-244) was er wel veel informatie beschikbaar, maar de bijl zelf bleef zoek. Het vermiste object werd in 1926 opgegraven door een bollenkweker, die gaten groef tegen wateroverlast. Uit een van die gaten kwam, op meer dan twee meter diepte, de stenen bijl tevoorschijn, door archeologen gedateerd in late steentijd of vroege bronstijd circa 1750 tot 1500 voor Christus. De bijl is 13 centimeter lang en weegt 650 gram. Grondspoor reconstrueerde de gebeurtenissen na de vondst van de bijl, die eerst lange tijd in bezit van de vinder bleef. Daarna was de bijl in bezit van de archeologische werkgroep van Uitgeest, die later opging in een historische vereniging. Sindsdien ontbreekt van de hamerbijl elk spoor. 䡵

LWAOW in Encyclopedie van Fryslân

D

e Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) is opgenomen in de nieuwe Encyclopedie van Fryslân. Deze eer valt de werkgroep ten deel op bladzijde 1624 van het lijvige werk, waar 200 wetenschappers maar liefst zeven jaar mee bezig waren. De nieuwe encyclopedie, vierdelig, 8 kilo zwaar en met meer dan 3.100 pagina’s, 10.600 lemma’s en 1.100 illustraties, was sinds 1975 dan ook niet meer aangepast. De opname van de LWAOW betekent volgens deze werkgroep dat de samenstellers

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 14

van de nieuwe Encyclopedie van Fryslân oog hebben voor de activiteiten van de LWAOW-leden in Friesland. ‘Mogelijk dat dit een aanzet is om ook elders in het land bekendheid te geven aan de activiteiten van onze afdeling.’ Opname van de LWAOW ging wel ten koste van andere lemma’s in de encyclopedie, zoals hûnewippen, een lokaal maar niet meer actief beoefend volksgebruik in Rinsumageest, waarbij honden voor de lol vanaf een plotseling strakgetrokken koord werden gelanceerd. 䡵

Encyclopedie van Frieslân.

31-01-17 12:20


COLOFON 15 Op zoek naar Hamaland

A

deling 18 (Zuid-Salland, IJsselstreek, Oost-Veluwezoom) blijft voortvarend op zoek naar de grenzen van het aloude graafschap Hamaland en heeft daarin weer een paar forse stappen gezet. Eerder gingen vondsten van een door de afdeling onderzochte akker in Empe niet verder terug dan de veertiende eeuw en dat is te jong voor Hamaland, een graafschap in het Karolingische Rijk waarvan de naam al in de negende eeuw in geschreven bronnen verschijnt. Dat was een tegenvaller (zie Westerheem, oktober 2015), maar inmiddels is de afdeling weer een hoopgevend stukje verder. Het uitwerken van de vondsten die vrijwilligers in maart vorig jaar op een akker bij Terwolde verzamelden gaat nog steeds door en brengt mogelijk nieuwe aanwijzingen. Alle vondsten zijn nu gewassen, geteld, gewogen en voor een flink deel ook gefotografeerd. Voor een goed onderbouwde datering van het materiaal is de specialistische hulp van Emile Mittendorff (Archeologie Deventer) ingeroepen. Hij dateerde veel van de Pingsdorf-scherven in de tweede helft van de tiende en elfde eeuw, hoewel er ook wel

enkele oudere scherven waren. De oudste scherven dateren zelfs uit het eind van de negende eeuw of begin tiende eeuw, terwijl de bewoning lijkt te eindigen aan het begin van de veertiende eeuw. Een bijzondere vondst van dezelfde akker bij Terwolde werd gedaan door een jongeman uit de buurt. Hij vond een zilveren denier, geslagen in Deventer tijdens Hendrik II (1002-1024). Vrijwel identieke munten zijn ook in Deventer geslagen door Adela van Hamaland (973-1018). ‘Dichter bij Hamaland zijn we nog niet eerder geweest in ons onderzoek’, aldus Afdeling 18 in haar nieuwsbrief van september. Een andere interessante vondstcategorie zijn meer dan honderd rolletjes lood van 1,5 tot 4 centimeter lang. Waarschijnlijk zijn ze gebruikt als netverzwaring. Soortgelijke loodrolletjes zijn ook bekend uit Dorestad. Overwogen wordt om eerder gevonden glasmateriaal en slakachtige materiaal nader te onderzoeken met behulp van XRF-metingen te onderwerpen. Met de RCE zijn daarvoor al contacten gelegd. 䡵

Adressenlijst hoofdbestuur Alg. voorzitter A.H.J. (Tonnie) van de Rijdt-van de Ven, Luxemburglaan 43, 5625 NB Eindhoven, tel. 040 · 2415910, e-mail: vdrijdt@iae.nl Vice-voorzitter W. (Wim) Schennink, Vossenberglaan 29, 6891 CP Rozendaal (Gld), tel. 026 · 3610334, e-mail: Schennink-dekker@hetnet.nl Alg. secretaris H. (Henk) Kluitenberg, Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613050, e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, De Pauwentuin 19, 1181 MP Amstelveen, tel. 020 · 4537021, e-mail: hspreen@xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN Bestuursleden Educatie vrijwilligers R.H. (Ruud) Raats, Karper 41, 3824 LT Amersfoort, tel. 06 · 55784878, e-mail: ruud. raats@xs4all.nl LWAOW J. (Jan) Venema, Groote Zijlroede 1, 8754 GG Makkum, tel. 0515 · 232160, e-mail: voorzitter@ lwaow.nl PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, Avenbeeck 91, 2182 RV Hillegom, tel. 06 · 24343859, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl Hoofdredacteur Archeologie in Nederland en AWNMagazine W.G. (William) ten Brink, Valutaboulevard 87, 3825 BS Amersfoort, tel. 06 · 46139670, e-mail: william.ten.brink@archeologienl.nl Belangenbehartiging J.P. (Paul) van Wijk, Reggestraat 11, 7523 CP Enschede, tel. 053 · 4314041, e-mail: pw566@hotmail.com Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman, Gerrit Rietveldlaan 59, 2343 MB Oegstgeest, tel. 06 · 33084721, e-mail: hehehegeman@gmail.com Kijk op www.awn-archeologie.nl voor: – de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van AWN – nabestellen AWN-uitgaven AWN-lidmaatschapen A basislidmaatschap B studentlidmaatschap C jeugdlidmaatschap D geassocieerd lidmaatschap E huisgenoot-lidmaatschap

€ 50,00 € 30,00 € 27,50 € 40,00 € 25,00

Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen ingaan per 1 januari of na 1 juli. Na 1 juli is 50 procent van het jaarlidmaatschap verschuldigd. Opzegging vóór 1 december. Het lidmaatschap als basislid, studentenlid en jeugdlid geeft als rechten: – Toezending tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine – AWN-verzekering op AWN-opgravingen en bij AWN-activiteiten – Toegang tot de landelijke en afdelingsactiviteiten van de AWN – Stemrecht op de algemene ledenvergadering Huisgenoten hebben alle rechten, met uitzondering van toezending van de tijdschriften. Een huisgenoot-lidmaatschap kan alleen verbonden worden aan een basislidmaatschap. Het geassocieerde lidmaatschap staat alleen open voor hen die lid zijn van een zusterorganisatie (historische kring, heemkundekring, oudheidkamer etc.) die als organisatie een basislidmaatschap van de AWN heeft. Geassocieerde leden ontvangen geen tijdschriften en hebben geen stemrecht op de algemene ledenvergadering. Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt. Wanneer u zich graag bij een andere afdeling wilt aansluiten kunt u dat bij uw aanmelding opgeven.

Determinatie van aardewerk uit Terwolde door Emile Mittendorff.

Nadere informatie over lidmaatschappen kan verkregen worden bij de ledenadministratie van de AWN: p/a Administratiekantoor Van Dinther, Postbus 714, 3170 AA Poortugaal, tel. 010 · 5017323 (tijdens kantooruren), e-mail: awn@vandinther.nl De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 15

31-01-17 12:20


A W N M AG A ZINE De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten. De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.

Opmaak.AWN.Jaargang.1.nr.1.febr.2017.def.indd 16

31-01-17 12:20


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.