9 minute read

Hoe doen zij het | Samen oogsten

Next Article
Quote

Quote

Tekst: Ernest Marx, beeld: Sicco van Grieken

Wil je ook graag meer natuurvriendelijke landbouw in Nederland? Dan zijn er talloze initiatieven om bij aan te haken. Van herenboerderijen en voedselbossen tot het meefinancieren van grond. Vier mensen vertellen hoe zij meehelpen om onze landbouw te verduurzamen.

Je mag zoveel meenemen als je nodig hebt.
Sara Niermeijer
© Sicco van Grieken

Sara Niermeijer (40) is met haar gezin lid van zelfoogstgroentekwekerij De Nieuwe Ronde in Wageningen.

‘De Nieuwe Ronde is een vereniging en alle leden betalen een jaarlijkse bijdrage. We hebben onze eigen tuinders in dienst die de supervisie hebben over onze akkers. Zodra in het voorjaar geoogst kan worden, krijgen alle leden een mailtje. Daarna volgt wekelijks een overzicht met alle gewassen die klaar zijn. Er is van alles: tuinbonen, broccoli, bietjes, aardappelen, uien, knoflook en kruiden als basilicum, oregano en munt. In de winter eindigt het seizoen met boerenkool en pompoen.

Het leuke is dat de leden zelf komen oogsten. We proberen dat minstens twee keer per week te doen. Je mag dan zoveel meenemen als je nodig hebt voor je dagelijks gebruik, maar het is niet bedoeld om in te vriezen of er jam van te maken. Tenzij dat erbij gezegd wordt. In totaal eten er zo’n driehonderd gezinnen van wat de Nieuwe Ronde te bieden heeft, dus dat zijn er behoorlijk wat.’

Waarom besloten jullie hieraan mee te doen?

‘Een grote motivatie is om onze kinderen te laten zien waar ons eten vandaan komt en hoe en wanneer alles groeit. Dat groenten worden verbouwd en dat je daar ook best wel wat moeite voor moet doen. Een boon moet je van een plant plukken en doperwtjes moet je zelf uit de peul halen. Het is goed als kinderen zulke dingen weten. We betrekken ze erbij als we gaan oogsten. Dat vinden ze hartstikke leuk, behalve als het regent. Een half jaar voor de geboorte van ons eerste kind zijn we lid geworden. Zij is inmiddels acht.’

Ik ben gestimuleerd door mijn kinderen
Marnix Fruitema
© Sicco van Grieken

Marnix Fruitema (68) is een van de ruim 28.000 leden van Land van Ons. Op die manier wil hij zijn steentje bijdragen aan een groenere wereld.

‘Land van Ons koopt – verspreid over heel Nederland –landbouwgrond en geeft het in beheer aan boeren die het bewerken zonder gebruik te maken van kunstmest of bestrijdingsmiddelen. Alle leden zijn collectief eigenaar van de aangekochte grond.

Ik zie Land van Ons als een sympathieke en professionele organisatie, die niet politiek is maar gewoon het beste voorheeft met milieu en biodiversiteit. Als lid ondersteun ik de doelstellingen door een stukje grond bij Land van Ons te kopen. Het aardige is dat je zo’n stukje land ook cadeau kunt doen aan familie en vrienden. Ik heb voor mijn vier kinderen een stukje grond gekocht.’

Waarom besloot je Land van Ons te steunen?

‘Mijn kinderen hebben mijn bewustzijn als het gaat om natuur en het milieu erg gestimuleerd. Twee van hen werken voor een bedrijf dat zich bezighoudt met duurzaamheid en eentje voor een non-profitorganisatie. Als je kinderen daar bewuster mee bezig zijn dan jijzelf dat ooit geweest bent, werkt dat aanstekelijk.

Vanwege mijn werk voor luchtvaartmaatschappijen hebben we met het gezin voornamelijk in het buitenland gewoond. Onder meer in Amerika, Frankrijk en India. Dan zie je ook hoe verschillend het beleid is ten aanzien van natuur en milieu – het ene land is daar bewuster mee bezig dan het andere. Ik vond Nederland nooit erg vooroplopen.

Nu ik weer in Amsterdam woon, wil ik graag een bijdrage leveren. Dat leidde tot mijn lidmaatschap van Land van Ons en enkele andere organisaties. Daarnaast heb ik in mijn tuin twee grote bakken geplaatst, zodat ik in mijn moestuintje mijn eigen groente kan verbouwen. Alle beetjes helpen.’

Alles wat van het land komt, verdelen we
Mijke Vriens
© Sicco van Grieken

Samen met zo’n tweehonderd andere gezinnen is Mijke Vriens (45) lid en mede-eigenaar van een herenboerderij vlak bij haar woonplaats.

‘Ik ben lid van Herenboerderij Nieuw Bureveld in De Bilt. Die is onderdeel van een landelijk initiatief met verschillende herenboerderijen. Elke nieuwe deelnemer koopt zich voor een vast bedrag in en wordt daarmee mede-eigenaar van de boerderij. We hebben een aantal boeren in dienst die als agrarisch bedrijfsleider de regie hebben. Daarnaast zijn er veel vrijwilligers die meehelpen met zaaien, klussen, schoffelen en oogsten. Zelf probeer ik eens in de twee à drie weken te helpen.

Alles wat van het land komt, verdelen we onder de deelnemers. Daarvoor betaalt iedereen apart een maandbedrag dat afhankelijk is van het aantal monden waarmee je deelneemt. Op zaterdag haal ik de groenten op. Die zijn de dag ervoor of dezelfde ochtend nog geoogst. Ook hebben we –afhankelijk van het seizoen – kruiden, spelt, eieren en fruit.’

Wat was jouw voornaamste reden om mee te doen?

‘Het is een combinatie van factoren. Ik haalde mijn groente en fruit al vaak bij de landwinkel en fietste af en toe naar de boer. Nu haal ik hier een deel van mijn wekelijkse boodschappen. Ik vind het heel belangrijk om mijn steentje bij te dragen aan een betere wereld. Er wordt hier niets verpakt of vervoerd en alles is biologisch geteeld. Daarnaast vind ik het leuk om van dichtbij mee te krijgen hoe een boerderij werkt. Ook voor mijn kinderen, die weleens meegaan en dan bijvoorbeeld zien dat spruiten aan een stam groeien.

Een superleuk extraatje is dat wat ik ga eten een verrassing is. Zeker in de zomermaanden hebben we ontzettend veel verschillende soorten groenten. Op basis daarvan bepaal ik wat ik ga maken en moet ik creatief zijn. Daar hou ik wel van.’

Voor mij is dit de landbouw van de toekomst
Simon Verboom
© Sicco van Grieken

Simon Verboom (29) is samen met drie andere twintigers bezig om bij Arnhem een eigen voedselbos aan te leggen.

‘Wytze, Katja, Sasha en ik kennen elkaar nu zo’n anderhalf jaar en bleken dezelfde droom te hebben: op een eigen stuk land ons eigen voedselbos realiseren. Vorig jaar zagen we een advertentie op de website van provincie Gelderland. Daar werd dertien hectare landbouwgrond aangeboden als boslandbouwgrond. We vonden het zo’n geschikt stuk land dat we daar al onze energie in wilden stoppen. Uiteindelijk is de grond ons gegund.

Over vier tot zeven jaar hopen we in Voedselbos De Laar voor het eerst serieus te kunnen oogsten. In het kader van risicospreiding en diversiteit komen er drie voedselbospercelen met allemaal een eigen karakter. Allereerst het ontmoetingsbos. Daar willen we werken met abonnementen, zodat mensen uit de buurt zelf kunnen gaan oogsten en plukken. Het tweede is een gastronomisch voedselbos, bedoeld voor restaurants of bierbrouwerijen die behoefte hebben aan specifieke specerijen en smaken. Tot slot is er een rationeel bos. Daar planten we in rijen, zodat we zo efficiënt mogelijk kunnen oogsten. De opbrengsten verkopen we aan supermarkten en buurtwinkels.’

Waarom wilde je zo graag een voedselbos beginnen?

‘In Nederland zijn landbouw en natuur erg uit elkaar getrokken en voor mij brengt een voedselbos die werelden samen. Een voedselbos is een ecosysteem dat weerbaar is tegen de klimaatextremen die er steeds meer aankomen. Het vereist relatief weinig input en kan heel veel voedsel opleveren.

Voor mij is dit de landbouw van de toekomst. Ik kom uit een familie van ecologen en vind planten en natuur sowieso al heel interessant, maar dat geldt ook voor voedsel. Ik was al langer op zoek naar een model om die werelden te verenigen. Dan kom je uit bij voedselbossen. Toen dat kwartje viel, wist ik: hier wil ik me voor gaan inzetten.’

Ook bijdragen aan duurzame landbouw?

1. Kies voor plantaardig

Simon Verboom: ‘Eet minder vlees. Het overgrote deel van de Nederlandse landbouwgrond wordt niet gebruikt om voedsel, maar om veevoer te produceren. Dat is een heel inefficiënte manier van landgebruik. Door voor plantaardig te kiezen, lever je een positieve bijdrage. Een tweede tip: help bomen planten in voedselbossen. Zelf beginnen wij in november met het eerste plantseizoen. We gaan ruim vier kilometer heggen aanleggen rondom het terrein. Vrijwilligers die willen helpen planten, zijn hartstikke welkom.’

Groenten en fruit

2. Kook met de seizoenen

Mijke Vriens: ‘Als deelnemer van een herenboerderij heb ik geleerd om meer oog te hebben voor seizoensgroenten. Mijn tip: leef met de seizoenen mee, ook als je je inkopen bij de supermarkt doet. In elk seizoen is zoveel lekkers te krijgen. Eten hoeft niet van de andere kant van de wereld te komen. Kijk gewoon wat er op dat moment in Nederland van het land komt en neem dat mee uit de supermarkt. Op die manier kun je heel eenvoudig bijdragen aan meer duurzaamheid.’

3. Begin klein en simpel

Marnix Fruitema: ‘Na mijn pensionering woonde ik vier jaar in Portugal. Daar begon ik een grote moestuin. Ik wist niets van groente verbouwen, maar met hulp van YouTube leerde ik snel. Terug in Amsterdam zette ik dat voort, maar dan op kleinere schaal. Ik heb twee grote groentebakken in de tuin.

Mijn tip is: begin klein en simpel. Zelfs op een balkonnetje kun je iets moois laten groeien. Misschien draagt het nauwelijks bij aan een vermindering van CO2-uitstoot, maar het zorgt wel voor bewustwording. En bewustwording is cruciaal als je streeft naar een betere en groenere wereld.’

4. Laat zien waar eten vandaan komt

Sara Niermeijer: ‘Zoek een zelfoogsttuin of duurzaam voedselinitiatief in de buurt. Er zijn er meer dan je denkt. Je kunt ook zelf beginnen met een bramenstruik of een eenvoudige plantenbak. Daarmee leer je je kinderen dat aardbeien aan een plantje groeien en niet zomaar in bakjes in de winkel liggen. Zo laat je hen op een makkelijke manier zien waar ons eten vandaan komt en kunnen zij dat weer doorgeven aan de volgende generatie.’

This article is from: