Erkenningsnummer P702012
Afgiftekantoor Gent X
ZONDER MEER
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE KIEM VZW - JG. 28 NR. 3 JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2021
Voorwoord
TOEGANKELIJKE EN LAAGDREMPELIGE ZORG
De beslissing van de Vlaamse overheid om te investeren in bijkomende ambulante zorg is zeer terecht. Druggebruik is al lang niet meer een fenomeen dat zich enkel in de grote steden afspeelt. Om toegankelijke en laagdrempelige zorg mogelijk te maken is een goeie spreiding van het ambulant zorgaanbod noodzakelijk. Minister Beke keurde voor Vlaanderen een plan goed waarbij er in Vlaanderen 4 nieuwe ambulante centra bijkomen en in de Kempen en in Limburg de bestaande maar onderbemande antennewerkingen worden versterkt. Precies 1 jaar terug is De Kiem gestart met een ambulant centrum in Ninove. Zoals verwacht loopt de werking daar vergelijkbaar met onze ambulante werkingen in Ronse en Geraardsbergen. Binnen het huidige uitbreidingsplan kan De Kiem een nieuw ambulant centrum opstarten in de stad Dendermonde. We zijn dit volop aan het voorbereiden en plannen om op 1 oktober effectief te starten. De eerste zes maanden van dit jaar werden we geconfronteerd met grotere wachtlijsten voor de zorgvragers. Zowel ambulant als residentieel. Na de zomer was de wachtlijst voor het residentieel programma al weer helemaal verdwenen. Ambulant is ze er wel nog. Wordt
2
DE KIEM
dit beïnvloed door covid-19? We zijn nu volop aan het nadenken hoe we hier het best mee kunnen omgaan zodat wie een hulpvraag stelt, vlug geholpen wordt en zo snel als mogelijk naar de aangepaste zorg wordt toegeleid. Nu we met De Kiem niet langer Federaal, maar Vlaams worden aangestuurd maken we ook kennis met de Vlaamse werkwijze. Eén daarvan is de Vlaamse inspectie. Voor ons een nieuw gegeven. In De Kiem hebben we onze eigen systemen om er voor te zorgen dat we kwalitatief hoogstaand werk leveren. We maken bijvoorbeeld gebruik van de Vlaamse standaards voor Therapeutische Gemeenschappen. Deze werden ontwikkeld samen met de andere TG’s in Vlaanderen en zijn geïnspireerd op internationaal ontwikkelde standaards. Via interne audits gaan we na of de medewerkers en de cliënten goed geïnformeerd zijn over de specifieke behandelmethodiek van de TG, kennis hebben van de afspraken en weten hoe ze de verschillende programmaonderdelen zinvol kunnen inzetten in functie van het handelingstraject. Met de conclusies van zo’n audit werken we verbetertrajecten uit. Zo bouwen we stelselmatig aan de borging van een goed werkend behandelmodel. Verder in dit tijdschrift kan je lezen over de week waarin de bewoners in de zomer naar de Hoge Venen trokken
en over de schenking van een elektrische fiets voor de tipi-mama’s door de Lionsclub van Gavere/Rhodeland. Covid-19 interfereert nog altijd sterk in de werking van De Kiem. Dat is ook te lezen in het verhaal van de moeder van Kevin. Toch is ze nu dolgelukkig dat haar zoon een programma volgde en ze durft terug vertrouwen te hebben in de toekomst. Jill vertelt over haar behandeltraject in De Kiem maar maakt meteen ook duidelijk dat een terugval altijd op de loer ligt. Verslaving is duidelijk een hardnekkig beestje.
Dirk Vandevelde Directeur
Nieuw
UITBREIDING AMBULANTE CENTRA VERSLAAFDENZORG IN VLAANDEREN Ter uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 werd een zesde Vlaams-Intersectoraal akkoord afgesloten. Daarin zijn middelen vrijgemaakt om het aanbod aan gespecialiseerde ambulante zorg voor druggebruikers verder uit te breiden.
Wouter Beke, Vlaams Minister bevoegd voor welzijn, volksgezondheid, gezin en armoedebestrijding keurde recent het investeringsvoorstel van de Vlaamse Vereniging voor Behandelingscentra Verslaafdenzorg (VVBV) goed. Dit uitbreidingsplan werd, voorafgaand aan de goedkeuring door de Minister, besproken op de sectorale adviescommissie en de expertencommissie, maar ook op de verschillende betrokken regionale netwerken Geestelijke Gezondheidszorg. Het voorstel werd overal ruim gesteund en positief onthaald. De VVBV wil met de toegekende middelen inzetten op een sterker en beter gespreid aanbod van ambulante drughulpverlening in Vlaanderen. Om tot een gedeelde besluitvorming te komen werd in dit dossier gewerkt met een aantal objectieve parameters. Een ambulant ankerpunt voor drughulpverlening moet op een laagdrempelige manier toegankelijk zijn voor een voldoende groot aantal zorggebruikers. Een eerste richtinggevende parameter die in dit plan werd gebruikt is de grootte van een stad of gemeente. Steden met een bewonersaantal van minimaal 30.000 inwoners werden geselecteerd. Een tweede, daaraan verbonden, parameter is het aantal
inwoners per eerstelijnszone. Dit geeft een idee van de ruimere groep zorggebruikers die in de omliggende gemeenten op het aanbod kunnen terugvallen. Daarnaast brachten we een hele reeks bijkomende socio-demografische en zorg-strategische parameters in kaart die van belang kunnen zijn om een juiste inschatting te maken van de mogelijke zorgnoden op het terrein. Zo bekeken we onder meer de situatie in verschillende provincies en gemeenten op vlak van kansarmoede, druggerelateerde criminaliteit, werkloosheidsgraad, bevolkingsdichtheid, geografische bereikbaarheid, enzovoort. Met dit ruimer kader voor zorgplanning in het achterhoofd werd vervolgens ook een actuele stand van zaken opgemaakt over de bestaande inzet van ambulante drughulpverlening in Vlaanderen. Voor elk van de 12 Vlaamse netwerken Geestelijke Gezondheidszorg voor volwassenen werd in kaart gebracht hoeveel effectieve ambulante voltijdse medewerkers (VTE) drughulpverlening er tewerkgesteld zijn in elk van deze netwerken. We stelden vast dat er in sommige netwerken GGZ verhoudingsgewijs veel aanbod is en in andere bijzonder weinig. De bestaande GGZ netwerken met verhoudingsgewijs het hoogst aantal ambulante medewerkers op dit moment zijn: Het netwerk ‘NoordWest-Vlaanderen’, ‘het PAKT’ in Oost-
Vlaanderen en het netwerk ‘SaRA’ in de provincie Antwerpen. De netwerken GGZ met het laagst aantal ambulante medewerkers zijn dan weer: het netwerk ‘ADS’ in OostVlaanderen, de netwerken ‘Diletti’ en ‘SavHa’ in Vlaams Brabant, het netwerk GGZ ‘Kempen’ en de netwerken ‘Reling’ en ‘Noolim’ in Limburg. Om multidisciplinair én efficiënt te kunnen werken heeft de VVBV een minimaal personeelskader per onafhankelijk ambulant hulpverleningscentrum berekend. Voor een stad met minimaal 30.000 inwoners wordt een na te streven personeelsomkadering van 2,94 VTE medewerkers vooropgesteld. Hiermee kan een multidisciplinair team worden samengesteld met ongeveer 9u arts, 2 VTE master/bachelor in de menswetenschappen en kan de nodige omkadering en ondersteuning worden voorzien (onthaal, administratie, coördinatie,..). Omwille van het beschikbare budget is dit personeelskader voor de nieuw op te starten antennes nu nog beperkt tot 2,66 VTE. Rekening houdend met de minimale personeelsomkadering per antenne en de beschikbare middelen is er een akkoord bereikt om zes nieuwe uitbreidingsprojecten in Vlaanderen te realiseren. Verschillende organisaties uit de verslaafdenzorg zullen dit uitvoeren.
3
u
Nieuw
Dit staat op de planning: • Een nieuwe ambulante werking in Sint-Niklaas (MSOC Gent). • Een nieuwe ambulante werking in Dendermonde (De Kiem). • Een nieuwe ambulante werking in Dilbeek (De Spiegel). • Een nieuwe ambulante werking in Eeklo (De Sleutel). • De versterking van de bestaande antennewerking in Limburg (MSOC Limburg). • De versterking van de bestaande antennewerking in de regio Kempen (MSOC Limburg). De verschillende revalidatievoorzieningen betrokken in de zes projecten van dit uitbreidingsdossier willen ambulante, laagdrempelige en herstelondersteunende zorg aanbieden met ruimte voor klinisch, functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel. Een multidisciplinair team biedt snel en op maat begeleiding aan.
De centra zullen minimaal de volgende revalidatieactiviteiten aanbieden aan zorggebruikers en hun omgeving, steeds in afstemming met de regio gebonden zorgprogrammering:
en sociaal vlak te verbeteren en om de gezondheidsrisico’s verbonden aan druggebruik te verminderen. Een verbetering van de levenskwaliteit, steeds in regie van de zorggebruiker, primeert.
• Aanmelding, onthaal en oriëntatie van nieuwe zorggebruikers en hun context, met mogelijkheid van een eerste opvang op medisch, psychisch en sociaal vlak.
Er is heel wat wetenschappelijk bewijs beschikbaar voor de werkzaamheid van de voorgestelde uitbreidingen en versterkingen. Zo weet men dat, onder meer, farmacologische interventies bij opiaatverslaving, specifieke kortdurende op gedragstherapeutische principes gebaseerde interventies zoals cognitieve gedragstherapie, community reinforcement approach, motivationeel interviewen en contingency management hun werkzaamheid voldoende wetenschappelijk bewezen hebben. Deze wetenschappelijke bewijsvoering vertaalt zich in verschillende – internationale – richtlijnen voor de verslavingszorg, zowel algemene als middelen specifieke behandelrichtlijnen.
• Individuele begeleiding door een arts en/of paramedicus • Toediening van vervangingsmedicatie op medisch voorschrift. • Individuele begeleiding door een psycholoog, klinisch orthopedagoog of maatschappelijk werker. Voor elk van de hogergenoemde begeleidingsvormen kan het noodzakelijk zijn dat de begeleider de zorggebruiker begeleidt buiten de revalidatievoorziening. Het doel is steeds om de toestand van zorggebruikers op medisch, psychisch
De netwerken Geestelijke Gezondheidszorg volwassenen in België
4
DE KIEM
Nieuw
DE KIEM START OP 1 OKTOBER MET EEN AMBULANT CENTRUM IN DENDERMONDE Na de opstart van een ambulant centrum voor drugverslaafden in Ninove vorig jaar,start De Kiem in oktober met een een nieuw ambulant centrum in Dendermonde. Dendermonde is na Gent, Aalst en Sint-Niklaas de vierde grootste stad van Oost-Vlaanderen. De stad kent ongeveer 46000 inwoners. De eerstelijnszone Dender, waar Dendermonde deel van uitmaakt naast Hamme, Zele, Lebbeke, Buggenhout en Berlare, telt zo’n 141.000 inwoners. Dit is de vierde grootste eerstelijnszone van OostVlaanderen. Toch was er in deze regio nog geen gespecialiseerde drughulpverlening uitgebouwd. Dendermonde maakt deel uit van het Netwerk geestelijke gezondheid AalstDendermonde-Sint-Niklaas (netwerk ADS) in het kader van de toepassing van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. De regio waarin het netwerk ADS actief is omvat in totaal 580.482 inwoners. Dit netwerk is opgesplitst in 3 sub regio’s: Noord (213.639 inw.) Midden (137.968 inw.) en Zuid (228.875 inw.). Dendermonde ligt in de regio “Midden”. Uit een rapport van de federale politie over het aantal druginbreuken in OostVlaanderen en meer specifiek voor het arrondissement Dendermonde is duidelijk vast te stellen dat er behoorlijk wat drugproblematiek aanwezig is in de regio. Uit deze cijfers blijkt onder andere dat: • Dendermonde hoog scoort op vlak van het absoluut aantal drugsinbreuken.
• Het totaal aantal drugsinbreuken in het arrondissement Dendermonde (3506 in 2019) een stijging kent met 6,3% in de afgelopen 4 jaar. • Omgerekend naar een gemiddelde per aantal inwoners Dendermonde helemaal bovenaan scoort met 10 inbreuken per duizend inwoners op de lijst van steden in het gerechtelijk arrondissement Dendermonde. • De stad Dendermonde in de tabel van totaal aantal inbreuken m.b.t. drugs op de vierde plaats staat (met 405 inbreuken) na Gent, Aalst en Sint-Niklaas. Ook wanneer de cijfers verder in detail bestudeerd worden valt op dat voor wat betreft drugbezit (4de plaats met 311 inbreuken) en druggebruik (4de plaats met 30 inbreuken) Dendermonde steeds vooraan in de lijst staat. Ook uit cijfergegevens van de Justitiehuizen (juni 2020) blijkt dat de drugproblematiek in Dendermonde omvangrijk is. Het totaal aantal cliënten dat door justitieassistenten in het arrondissement Dendermonde wordt opgevolgd in aan drugsdelicten gelieerde dossiers is hoog. In een vergelijking tussen de 3 gerechtelijke arrondissementen in Oost-Vlaanderen waarbij alle dossiers met betrekking tot autonome Werkstraf, autonome probatiestraf, Probatie, Vrijheid onder voorwaarden en Bemiddeling en maatregelen die gelinkt zijn aan drugs, samengenomen worden blijkt dat het arrondissement Dendermonde de meeste dossiers moet verwerken. Het betreft met name 617 dossiers, in vergelijking met 556 voor het justitiehuis van Dendermonde en 396 voor het justitiehuis van Oudenaarde.
Omdat De Kiem in deze regio het enige revalidatiecentrum zal zijn dat werkt met mensen met een drugsverslaving zullen we ons in Dendermonde richten naar alle cliënten met een drugprobleem en zal het aanbod variëren van zeer laagdrempelig (harm reduction) tot meer intensieve begeleidingen (bv CRA + vouchers methodiek voor cocaïnegebruikers). De leeftijd van de cliënten in de bestaande ambulante centra van De Kiem varieert tussen de 16 en de 55 jaar met de grootste groep tussen de 26 en de 40 jaar. 73% van de cliënten zijn mannen. 43% van de cliënten heeft kinderen. Heroïne (27%), cocaïne (25%), cannabis (22%) en amfetamines (15%) worden het vaakst vermeld als voornaamste product.19 % van de cliënten heeft ooit geïnjecteerd, 10 % injecteerde bij de start van de behandeling. We vermoeden dat we in Dendermonde een zelfde beeld zullen krijgen van de zorggebruikers die nu reeds aankloppen bij De Kiem. Het nieuwe centrum van De Kiem komt op de tweede verdieping van het gebouw van de Bond Moyson in de Noordlaan 19 te Dendermonde. Dirk Vandevelde Directeur
5
Wachtlijsten
LANGE WACHTRIJ OF SNELLE KASSA? Wachtlijsten vormen een van de meest knellende problemen in de gezondheidszorg. Er bestaan wachtlijsten in tal van sectoren, zoals het algemeen welzijnswerk, de gehandicaptenzorg, jeugdhulp, sociale huisvesting en geestelijke gezondheidszorg. Ook in de drughulpverlening en in De Kiem kampt men steeds meer met lange wachtlijsten.
Een stand van zaken In 2020 werden de verschillende revalidatiecentra gevraagd een stand van zaken over hun wachtlijsten door te geven. Wat de residentiële voorzieningen betreft stelt men vast dat elke residentiële voorziening momenteel een wachtlijst of wachttijd hanteert: zowel de ontwenningsprogramma’s, de behandelprogramma’s als de therapeutische gemeenschappen. De wachttijden voor een opname variëren van een week tot enkele maanden. De grootste “druk” zit vooral bij de ontwenningsprogramma’s. Algemeen valt op dat bij de residentiële instroom er voor alle voorzieningen een veelvoud aan aanmeldingen is in vergelijking met het aantal effectieve opnames. In de therapeutische gemeenschappen heeft men lang geen structurele wachtlijsten gezien. Soms merkt men wel dat er in een bepaalde periode geen plaats is. In 2020 en 2021 spreken toch ook de TG’s stilaan van een ‘structurele’ wachtlijst. Hetzelfde fenomeen zien we in De Kiem. Veelal is er de laatste jaren geen of een beperkte wachtlijst. Nu merken we al gedurende een langere tijd een wachtlijst van een 8- tal personen. De duurtijd hiervan is nogal variabel. In 2020 en 2021 bedroeg de wachttijd voor een opname ongeveer 2 maanden. In de ambulante voorzieningen is het
6
DE KIEM
beeld eerder divers. Binnen de bepalingen van de revalidatieovereenkomsten van de MSOC’s kunnen zij geen wachtlijsten aanleggen voor kandidaat zorggebruikers. Snelle opvang en zorg voor de eerste medische en sociale noden staan centraal. Er is wel een stijgend aantal instromers in deze laagdrempelige voorzieningen, wat betekent dat de MSOC’s de zorggebruikers minder dikwijls zien dan goed voor hen is. Er kan minder laagdrempelig en outreachend gewerkt worden, wat net voor het bereiken van deze doelgroep zeer belangrijk is. Bij dagcentra zijn zeker de avondconsultaties vaak gebonden aan een wachttijd. In september 2020 noteerde men in de verschillende dagcentra aantallen van minimaal 10 tot maximaal 40 wachtende kandidaat zorggebruikers. De wachttijd bedraagt dan enkele weken tot 9 maanden als het over avondgesprekken gaat. In de verschillende ambulante afdelingen van De Kiem staan het voorbije jaar in totaal steeds een 60-tal personen op de wachtlijst, wat een wachttijd tussen de 2 en 4 maanden kan betekenen. Voornamelijk in de afdeling in Gent merkten we tijdens de eerste lockdown (maart-mei) iets minder instroom, maar vanaf het derde kwartaal groeiden de wachtlijsten aanzienlijk. De afdeling in Geraardsbergen kent al 10 jaar een wachtlijst, de afdeling van Ronse kampt nu met een wachtlijst van ongeveer 25
personen. Ook de pas opgestarte afdeling in Ninove heeft al een beperkte wachtlijst.
Hoe gaan de verschillende centra om met deze wachtlijsten? Een lange wachtlijst is niet noodzakelijk problematisch, wel de duur dat je op die wachtlijst staat. Als de duur te lang is zijn de wachtlijsten zowel contraproductief voor de hulpvrager als voor de voorziening en de samenleving. We hebben weinig zicht op wat er gebeurt tijdens het wachten, het beheren van een wachtlijst kost tijd en cliënten zetten zich op verschillende wachtlijsten terzelfdertijd, …. Bepaalde programma’s hanteren geen wachtlijst: er is geen plaats of er is wel plaats. Cliënten dienen dan regelmatig terug te bellen… Sommige programma’s voelen zich genoodzaakt een intakestop in te lassen. Dit om te vermijden dat de periode tussen intake en opname/begeleiding veel te lang zou worden. Andere voorzieningen zetten in op een aanbod onlinehulpverlening tijdens de wachttijd. Bepaalde centra nemen regelmatig telefonisch contact op tijdens de wachttijd.
De CAPA-methode Zowel in de literatuur als in de praktijk zien we dikwijls de CAPA-methode. CAPA staat voor Choice And Partnership
Wachtlijsten
Approach. Dit organisatiemodel werd voor de kinderpsychiatrische hulpverlening ontwikkeld door de Londense kinderpsychiaters Ann York en Steve Kingsbury. De hulpverlening wordt volgens dit model opgebouwd rond de kernbegrippen ‘keuze’ en ‘participatie’. Men gaat uit van het principe : “De juiste hulpverlener op de juiste plaats, zonder wachten”. Filip Desmit (directie GGZ) legt het als volgt uit : ”In het zwembad hebben de recreatieve zwemmers hun plek en zijn er baantjes vrijgehouden voor de sporters die – al dan niet langzame – baantjes willen trekken. In de supermarkt zijn er tegenwoordig snelle kassa’s voor de klanten die enkel een pakje boter en een kilo appelen kopen. Op die manier moeten ze niet aanschuiven achter mensen met een volle winkelkar. Zo kan je ook CAPA bekijken, een organisatiemodel voor de geestelijke gezondheidszorg dat vraag en aanbod gerichter op elkaar afstemt.”
bepalen: “Wat is precies jouw hulpvraag en hoe kunnen we hier met jouw actieve inbreng en onze expertise aan werken?”. In CAPA-termen noemen we dat het Choice-gesprek. Uit de doelstelling blijkt of de patiënt geholpen is met een ‘core-behandeling’ of een ‘specifictraject’ nodig heeft. Het lijkt de moeite om intern in De Kiem na te gaan wat we kunnen gebruiken van deze methodiek. In de ambulante afdeling zouden we bijvoorbeeld kunnen kiezen om iedere zorgvrager eerst op intake te laten komen en na te gaan wat zijn vraag is. Dan vermijden we toch alvast dat cliënten bij ons al een aantal weken op een wachtlijst staan, ze dan eventueel worden doorverwezen om vervolgens opnieuw op een wachtlijst te komen van een andere voorziening. Op bepaalde momenten proberen we
dit ook reeds toe te passen en lassen we een “intakemoment” in. Echter, ook daarvoor heb je capaciteit nodig die dan ten koste gaat van de huidige behandelingen. Voor het residentieel programma passen we deze methodiek min of meer toe. Cliënten die een vraag hebben naar een residentieel programma van De Kiem kunnen steeds op intake komen, zonder op een wachtlijst te komen. Samen met de cliënt wordt het meest passende zorgtraject uitgestippeld. Dit kan intern zijn, maar eveneens ook extern. Wanneer er wachtlijsten in De Kiem zijn staan we voor de uitdaging er passend mee om te gaan, zowel voor cliënten als voor de medewerkers. Jo Thienpont Verantwoordelijke ambulante diensten
‘De grote troef van CAPA is dat een patiënt nooit op een externe of interne wachtlijst terechtkomt. Er zijn geen wachtlijsten vooraleer iemand op een eerste gesprek kan komen en er zijn evenmin flessenhalzen om na het eerste gesprek door te stromen naar de behandeling’. In een eerste gesprek gaat de hulpverlener actief met de patiënt aan de slag om een gedeelde doelstelling te
7
Interne audit
DE PROEF OP DE SOM De verantwoordelijken van de Vlaamse therapeutische gemeenschappen maakten enkele jaren terug werk van het uitschrijven van kwaliteitsstandaarden voor de therapeutische gemeenschap (TG), geïnspireerd door reeds ontwikkelde ‘TCstandards’ in Europa en Australië. Deze kwaliteitsstandaarden vatten de essentie van het TG model samen. Met een eerste interne audit, namen we de proef op de som om na te gaan of we binnen De Kiem aan deze essentie voldoen.
De therapeutische gemeenschap De therapeutische gemeenschap staat binnen een veranderende samenleving (met nieuwe noden en doelgroepen en de roep naar kwaliteitszorg en kostenbesparing) voor de uitdaging om enerzijds trouw te blijven aan het eigen specifieke behandelconcept en anderzijds om de zorg voor kwaliteit en effectiviteit te onderbouwen en de bestaansgrond van een intensief en langdurig residentieel programma te vrijwaren. Om er voor te zorgen dat de essentie van het TG model niet verloren gaat is het belangrijk dat zowel de medewerkers als de opgenomen cliënten goed weten hoe het model werkt en wat de essentiële elementen er van zijn. Het boek “Community as method” van George De Leon is hierbij een belangrijk naslagwerk (De Leon G., 2000). Om te verzekeren dat het behandelmodel wordt uitgevoerd zoals bedoeld, werden op verschillende fronten standaarden ontwikkeld. Zo werkte de World Federation of Therapeutic Communities “Standards and Goals for TC’s” uit ,een “Code of Ethics” voor de medewerkers en een “Bill of rights” voor de cliënten. Het netwerk Community of Communities in het Verenigd Koninkrijk ontwikkelde een sterk uitgewerkt audit- en evaluatiesysteem op basis van de “Service Standards for Therapeutic Communities”. De evaluatie van deze Standards gebeurt door
8
DE KIEM
middel van een peer review systeem waarbij senior-stafleden en cliënten elkaars voorzieningen evalueren. In Australië werd hierop verder gewerkt wat leidde tot een door de overheid aanvaard accrediteringssysteem en waarbij TG’s elkaars werking beoordelen om zo te beantwoorden aan de minimale standaarden van zorg.
Vlaamse kwaliteitsstandaarden Bij de ontwikkeling van de Vlaamse kwaliteitsstandaarden voor TG’s is rekening gehouden met de hierboven beschreven Standards. Deze werden door de verantwoordelijken van de Vlaamse TG’s vertaald, grondig besproken en uiteindelijk herschreven binnen het actuele kader van de richtingwijzers voor de geestelijke gezondheidszorg: herstelgericht werken, empowerment, krachtgericht werken en ervaringskennis. Ook de minimale kwaliteitscriteria zoals beschreven in de Comiqs.be studie (Autrique et al.) werden hierin verwerkt. Resultaat is een lijvig werkstuk met als onderdelen onder meer de werking van een TG, de TG als herstelgerichte behandeling, de TG als methodiek (TC as a method), een veilige en drugvrije omgeving, het geïndividualiseerd handelingsplan, de rechten en verantwoordelijkheden van de bewoners, terugvalpreventie en harm reduction, … tot ook elementen als HRM en kwaliteitszorg. Alles samen goed voor meer dan 150 indicatoren.
Interne audit De evolutie naar kwaliteitszorg en het ontwikkelen van een zelfevaluatiecyclus van kwaliteitsdoelstellingen en -processen vertaalde zich tot voor kort vooral in andere (Vlaamse) sectoren (zoals de jeugd- en gehandicaptenzorg) in het ontwikkelen van kwaliteitshandboeken, de aanwerving van kwaliteitscoördinatoren en inspectie van de overheid hierop. Op eigen tempo en zonder extra mankracht investeren we binnen De Kiem reeds jaren in het vastleggen en verbeteren van al wat we doen, onder meer aan de hand van een eigen kwaliteitshandboek. Dit proces van expliciteren van processen en borgen van veranderingen door ‘proceseigenaars’ speelt zich echter nog te vaak af op het niveau van verantwoordelijken en wordt door begeleiders niet altijd als een meerwaarde of ondersteuning voor de dagelijkse werking ervaren. Met de overstap naar Vlaanderen binnen het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin werken we nu samen met een overheid die de zorg voor kwaliteit op een (meer) actieve manier onderbouwt en bewaakt via de zorginspectie. Dit gegeven is nieuw voor medewerkers die vooral gedreven worden door wat er reilt en zeilt binnen de leefgemeenschap en de zorg voor de bewoners(groep). Een interne audit kan er alvast toe bijdragen hier een win-win-situatie te creëren, waarbij medewerkers en
Interne audit
verantwoordelijk te zijn voor je herstelproces? Kan je daar zelf invulling aangeven en hoe werkt dat dan? Waar kan ik daar een neerslag van vinden, iets van lezen? Kan je mij dat tonen? Waar kan je ergens terugvinden wat de rol van procesbegeleider precies inhoudt en wat er van jou wordt verwacht? Wordt je hierin voldoende opgeleid en ‘on the job’ begeleid? Hoe gebeurt dit? Ben je hier tevreden over?
bewoners zich ondersteund weten en de kwaliteit van zorg kan geëvalueerd en geoptimaliseerd worden, mede met de hulp van de bewoners die op een meer natuurlijke manier de aanwezige kennis en vaardigheden binnen de leefgemeenschap aan elkaar doorgeven.
TC as a method De plannen voor een interne audit in 2020 werden door de corona-pandemie uitgesteld, maar in mei 2021 was het zo ver. Bij de voorbereiding van een eerste interne audit van de Vlaamse kwaliteitsstandaarden binnen De Kiem, werd in overleg met het TG-team beslist om in eerste instantie de indicatoren inzake “TC as a method” onder de loep te nemen. Deze keuze kwam tot stand nadat de tijd werd genomen om medewerkers vertrouwd te maken met de uitgewerkte bundel TG-standaarden en de werkwijze van een interne audit. Voor de TG-medewerkers ogen de standaarden en indicatoren als een grotendeels herkenbare neerslag van de dagelijkse praktijk. Dat medewerkers hieromtrent zouden bevraagd worden was wel nieuw en voelde toch wel onwennig. De keuze van het team voor de indicatoren inzake “TC as a method” valt niet te verwonderen. De therapeutische gemeenschap ontleent zijn naamgeving aan het feit dat er veel belang gehecht wordt aan het leven in gemeenschap en het werken met de bewonersgroep. De groep vormt het leef- en therapieklimaat
en wordt gezien als het belangrijkste middel om ieder individu tot groei en herstel te brengen (“TC as a method”).
Methodiek De bundel met Vlaamse kwaliteitsstandaarden voor de therapeutische gemeenschap, omschrijft inzake ‘TC as a method’ een achttal standaarden en per standaard verschillende indicatoren. In overleg met de residentieel verantwoordelijke en de therapeutisch coördinator werd uit al deze indicatoren een selectie gemaakt om bij de medewerkers en bewoners te auditen. De keuze viel daarbij niet toevallig onder meer op indicatoren die wellicht stof tot discussie en bijsturing zouden opleveren. Zowel de bewoners als de begeleiders werden bevraagd over ‘herstel’ en over ‘de posities en taken in structuur’. De begeleiding werd bovendien bevraagd over ‘de rol als procesbegeleider’ en over de ‘pedagogische doelen in opvolging van individu en groep’. De bewoners werden ook bevraagd over ‘waarden en normen’ en over ‘onderlinge feedback en bijsturing’. De audit werd uitgevoerd door de beleidsmedewerker en de therapeutisch coördinator, elk bij 5 begeleiders en 5 bewoners en in een tijdsspanne van drie dagen. Per thema werd een auditformulier ontwikkeld met vaste vragen, zodat iedereen op de zelfde manier werd bevraagd. De vragen klonken onder meer als volgt: Heb je het gevoel als bewoner zelf
Er worden aan het werken in structuur therapeutische en pedagogische doelen gekoppeld, op niveau van de individuele cliënt. Kan je mij dit tonen wat cliënt X betreft? Waar staat dit geregistreerd?
Enkele bevindingen Het ging er bij de interne audit niet om individuele begeleiders of bewoners te evalueren op de accuraatheid van hun antwoorden op de gestelde vragen. De geregistreerde individuele antwoorden werden daarom anoniem verwerkt tot algemene conclusies en verbeterpunten. Deze werden zowel naar het TG-team als naar de bewonersgroep teruggekoppeld en verder besproken. Globaal kan je stellen dat bewoners zich in eerste instantie zelf verantwoordelijk voelen voor hun herstel en daar inhoud aan geven via hun handelingsplan en werkpunten. Zij ervaren het waarden- en normenkader in de TG als helpend. Vooral de regels zijn expliciet gekend, de waarden bij sommigen eerder impliciet. Bewoners vinden het werken in structuur heel leerrijk. Welke vaardigheden en attitudes aan bod komen in welke taak en/of positie in de structuur wordt in de dagelijkse praktijk vnl. mondeling en via modelling overgedragen tussen bewoners en nog te weinig via infosessies of opvolging on the job. Deze opvolging door de begeleiding gebeurt nu vooral in de keuken en in de constructieploeg. Ook de begeleiding is overtuigd van het belang dat bewoners zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen herstelproces. Begeleiders vinden niet altijd vlot hun
9
u
Interne audit
weg naar goedgekeurde protocols (in het kwaliteitshandboek op server) en geven soms eerder intuïtief invulling aan hun rol als procesbegeleider. Er is wat dat betreft nood aan coaching en opvolging en meer duidelijkheid inzake het registreren van observaties en interventies. Niet iedereen voelt zich op zelfde manier betrokken bij het werken in structuur. Er is een duidelijk verschil tussen leefgroepbegeleiders en andere disciplines. De verbeterpunten betreffen o.a. het uitwerken van een beleid inzake infosessies, startend in de onthaal-afdeling en het meer up to date en gebruiksvriendelijk bundelen van bestaande protocollen en infosessies, zodat bewoners en begeleiders die snel (via zoek-
functie) kunnen terugvinden en oude documenten niet langer voor verwarring kunnen zorgen. Ook wordt bekeken hoe binnen de privacy-wetgeving moet worden omgegaan met de ‘persoonlijke’ mapjes van bewoners op de server van De Kiem. Een ander actiepunt betreft het verder bespreken en uitklaren van het bestaande protocol inzake de basishouding en de rol als begeleider, en hoe medewerkers die wel of niet tot het TG-team behoren hieromtrent communiceren en registreren. We kijken alvast positief terug op het proces dat we met deze eerste interne audit hebben doorlopen en nemen ons voor in de toekomst ook andere kwaliteitsindicatoren te auditen. De implementatie van interne audits waarbij
begeleiders en bewoners actief worden betrokken zorgt er voor dat het reeds ontwikkelde kwaliteitsbeleid tastbaarder wordt en leidt tot verbeterpunten die voor alle betrokkenen als een ondersteuning worden ervaren. Dit kan de kwaliteit van de geboden zorg voor bewoners en begeleiders alleen maar ten goede komen. Dirk Calle, beleidsmedewerker Luca Littera, therapeutisch coördinator Het in 2018 verschenen artikel ‘Kwaliteitsstandaarden voor de therapeutische gemeenschap’ in het tijdschrift van De Kiem, jaargang 25, nr 3 is met referenties te downloaden via de website van De Kiem.
EEN E-BIKE VOOR DE TIPI Op zaterdag 28 augustus bracht de Lionsclub van Gavere Rhodeland een bezoekje aan De Kiem.
De Lionsclub van Gavere Rhodeland kiest er voor om projecten te ondersteunen die lokaal zijn en kinderen of jongeren ten goede komen. Een tijdje terug dienden we bij hen een voorstel in om een e-bike voor onze Tipi-ouders te kunnen aanschaffen. Moeders of vaders die in de Tipi verblijven en overdag het programma in de therapeutische gemeenschap volgen, brengen en halen hun kind met de fiets naar school of een onthaalmoeder in de buurt. Een e-bike kan daarbij letterlijk voor de nodige on-
10
DE KIEM
dersteuning zorgen. Lions Gavere ging graag op ons voorstel in en voorzitter Pascal Marchand en sociaal voorzitter Piet Vermeulen kwamen de fiets persoonlijk afleveren. Bij een kopje koffie konden ze zelf ervaren dat de fiets bij ons goed van pas zal komen. Dankjewel !
1 jaar Ninove
1 JAAR DE KIEM TE NINOVE Het is alweer een jaar geleden dat De Kiem een ambulant centrum voor druggebruikers opende aan de Brusselsesteenweg te Ninove. Tijd voor een eerste stand van zaken. Op een jaar tijd hebben 230 personen zich bij ons aangemeld. Van de 150 personen die een behandeling startten, zijn er 72% mannen en 28 % vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 35 jaar en 41% van de cliënten heeft kinderen. Cocaïne (28%) en heroïne (20%) worden het vaakst als belangrijkste product vermeld.
230 AANMELDINGEN man 72% vrouw 28%
28% cocaïne 20% heoïne
heeft kinderen 41%
19% cannabis
gemiddeld 35 jaar
15% amfetamines 9% ketamine
AMBULANT CENTRUM NINOVE Brusselsesteenweg 3 9400 Ninove T. 054 33 31 65 ambulant.ninove@dekiem.be
9% alcohol/medicatie
1 OKTOBER 2021 START AMBULANT CENTRUM TE
DENDERMONDE 11
Op kamp
AVONTUURLIJKE EN MEESLEPENDE DAGEN Jaarlijks kijken onze bewoners en ook de begeleiders uit naar de kampweek. Een week in thema van vakantie, binding en elkaar op een informele manier beter leren kennen.
Dit jaar vertrokken we op kamp met 15 bewoners, 4 begeleiders en 1 baby. Spannend, want in juni kregen we te horen dat het oorspronkelijke huis waar het kamp ging doorgaan niet meer beschikbaar was. Volgende optie was ‘L'Aurore des Fagnes’ in Xhoffraix, een fantastisch huis met alle comfort dat we nodig hadden, een geweldig uitzicht, een degelijke keuken, verzorgde kamers, en zelfs een sauna, bubbelbad en vuurplaats. De keuze was snel gemaakt! We hadden een grote prachtige tuin en een uitzicht om U tegen te zeggen. Maandag in de voormiddag reden we met z’n allen met busjes en auto richting Ardennen, een rit van ongeveer 3u die goed verlopen is. Eens gesetteld nam de begeleiding de groep mee in een activiteit met als thema vertrouwen. De groep had er zin in, dus de toon was snel gezet. Traditiegetrouw stond er spaghetti bolognaise als avondmaal op het menu. We hebben heel wat plezier gemaakt en gelachen als groep, maar ook de begeleiding leerden we op een andere manier kennen deze week. Echt tof! Geen tijd te verliezen… Dinsdag was meteen de ‘hoogdag’ van het TG-kamp met een dropping op de planning en een avontuurlijke wandeling voor diegenen die geen grote
12
DE KIEM
fysieke inspanningen mochten/konden doen. Voorafgaand een BBQ als brunch om op krachten te komen. De Tipi organiseerde voor mama en baby een namiddag adventure wildpark waar zowel mama, baby en begeleiding van genoten hebben. Woensdag konden alle bewoners wat ‘op adem’ komen aan het meer van Bütgenbach. Een zonovergoten namiddag chillen op het strand, waar iedereen hard van genoten heeft. In de avond opnieuw een uitgebreide en goedverzorgde maaltijd en nadien wat leuke verhalen aan het kampvuur of even uitzweten in de sauna. Velen van ons zijn lang niet of zelfs nog nooit naar de Ardennen geweest. Het waren avontuurlijke en meeslepende dagen. Donderdag trokken we opnieuw richting het meer van Bütgenbach voor een namiddag adventure. Een stevig hoogteparcours, boogschieten voor de Robin Hoods onder ons en als afsluiter een tochtje met de kayak op het meer. Wie nog energie te veel had kon de rit ook doen met onze mountainbikes. Met 8 reden we door een mooi maar pittig landschap richting het meer. De Tipi vertrok ’s morgens richting Plopsaqua voor een dag waterpret. Als we terugblikken zijn de kleine en de grote dropping toch de toppers van de week. Ook de avonden
verliepen vlotjes en gemoedelijk. De keuken zorgde elke dag voor een lekkere barbecue, de constructie- en de was en strijk ploeg zorgden voor het huishouden en het kampvuur en, niet te vergeten, de ploeg organisatie zorgde voor de dagelijkse planningen, sauna lijstjes enzovoort... Vrijdag, veel te vroeg voor velen, was het opnieuw richting De Kiem met een korte tussenstop in een Leuvens bos om te picknicken. Eens thuis was het toch wel aanpassen maar hoorden we toch enkel lof en mooie en boeiende verhalen van alweer een meer dan geslaagd kamp. Op naar het volgende TG-kamp in 2022! Bedankt aan De Kiem voor deze mooie ervaring Bob De Vos, begeleider Twig en Sanne, bewoners van de therapeutische gemeenschap
13
Familie aan het woord
HET DOET DEUGD Als alleenstaande drugverslaafde vader van een dochtertje, was februari 2020 een keerpunt in het leven van mijn zoon Kevin, maar ook in dat van mij, zijn mama.
Hij besloot in opname te gaan in De Kiem te Gavere waar ook een afdeling Tipi voor ouders met kinderen is. Door corona verliep de opname anders dan normaal. Bezoek was beperkter en als familie kon je er minder bij betrokken worden dan anders wel het geval is. Daardoor was het voor alle partijen veel zwaarder dan in normale omstandigheden. Ondanks dit leerde Kevin veel van het leven in groep met de andere bewoners en van de begeleiders. Het deed deugd om te zien hoe hij zichzelf leerde kennen, zowel positief als negatief, en hoe hij er mee omging. Van een gesloten persoon is hij nu een meer open persoon geworden die zijn problemen aanpakt en volop aan zijn toekomst werkt. In maart 2021 stapte hij over naar het halfweghuis in Merelbeke. Daar nemen de bewoners weer het dagdagelijkse leven op zonder de strenge regels van de TG, maar kunnen ze nog altijd bij elkaar en bij de begeleiders terecht, terwijl ze gaan werken of eerst nog een cursus volgen of vrijwilligerswerk doen. Het doet echt deugd om te zien hoe mijn zoon zijn weg terug vindt in een drugvrij leven en er ook van geniet samen met zijn dochtertje en met ons, zijn familie. Ik durf weer vertrouwen te hebben in de toekomst waar mijn zoon samen met zijn dochtertje nog een mooi en drugvrij leven tegemoet gaat. Een trotse en fiere mama
14
DE KIEM
In mijn jonge jaren heb ik zeer veel meegemaakt thuis. Mijn vader was en is alcoholverslaafd en mijn jeugd was een hel. Mijn mama en ik kregen bijna dagelijks te maken met agressie. Als klein meisje kon ik hierop enkel maar toezien. Naar school gaan kon mijn interesse niet opwekken doordat ik altijd vrij moe was … mijn vader liet immers niet toe dat ik vroeg naar bed ging. Op 12 jarige leeftijd leerde mijn mama mijn stiefpapa kennen en dat was onze redding! Althans dat dachten we, want hierna begon het allemaal! Ik was twaalf en mocht van mijn vader al alcohol drinken. Dus deed ik dat ook. Het was toch zo stoer om op die leeftijd zat te zijn. Samen met alcohol kwam ook wiet op mijn pad. Samen met mijn vrienden rookte ik altijd ’s morgens, ’s middags en na school. Meestal liepen we dan ’s avonds ook nog langs straat. Er zijn niet meer veel dagen geweest dat ik nuchter was. Toen ik 15 jaar was leerde ik xtc kennen. Het rebelleren was prioriteit geworden. Ik uitte al mijn opgekropte woede naar onschuldige mensen. Ondertussen ging ik niet meer naar het secundair maar naar het deeltijds onderwijs. Dat beklaag ik me nu nog steeds. Ik ging werken als jobstudent en daarna ook deeltijds. Dat deed ik graag, want ik kon mij alles kopen wat ik wou. Als er geen controle was van mijn mama en ik had gebruikt,
raakte ik niet op het werk. Dit gebeurde enkele keren, tot op de dag dat ik niet nog eens mijn excuses durfde aanbieden op m’n werk. Ik ging in de horeca werken. Enkel ’s avonds was dat toen, en na het werk ging ik altijd op café. Ondertussen leerde ik ook coke kennen. Ik kwam pas ’s morgens thuis en bleef heel de dag in mijn bed, zo elke dag opnieuw. Ik kwam toen ook mensen tegen die ik beter niet had tegengekomen…. mensen die intraveneus gebruikten en speedverslaafden. Het duurde niet lang voor ik ook daar aan begon. Na enkele maanden lag ik in de goot als 18-jarige: mijn auto kapot gereden, mijn spaarboek opgebruikt, geen contact meer met mijn mama en niet meer in staat om te werken. Na een tijdje kon mijn mama het niet meer aanzien. Ze hielp mij met het huren van een studio, met de gedachte dat ik dan uit de buurt zou blijven van die mensen. Maar het ging van kwaad naar erger. Ik was nog geen 19 jaar en belandde in de gevangenis. Daarna zag mijn leven er eventjes rooskleurig uit. Ik begon weer te werken, woonde terug thuis en kon weer sparen. Totdat ik alcohol had gedronken… Eens ik alcohol drink is het allemaal om zeep. Het gaat 3 maanden goed maar daarna 3 maanden slecht. Zo is dat een vijftal jaar gegaan. In die 5 jaar heb ik enkele programma’s gedaan maar aangezien mijn gebruik zo erg was, kon geen enkel programma mij echt helpen. Totdat ik de stap heb durven zetten naar het
Bewoner Familie aan het woord
GEEN ALCOHOL MEER… Ik ben Jill, 33 jaar, en wil jullie graag even in het kort vertellen over mijn leven en wat De Kiem voor mij heeft betekend.
residentieel programma van De Kiem. Ik was er super bang voor, maar het was de beste tijd uit mijn leven, dat meen ik eerlijk en oprecht. In De Kiem leerden we terug gestructureerd leven, we leerden elkaar confronteren, we leerden omgaan met confrontaties, we leerden naar onze fouten kijken. We leerden om pijn te voelen en om pijn die er al levenslang zit te verzachten. We leerden om terug mensen te vertrouwen en te praten met elkaar. We leerden om onszelf te zijn en ons niet anders voor te doen en we probeerden de banden met familie terug goed te maken. Ikzelf ben na een programma van 12 maanden in de therapeutische gemeenschap, over gegaan naar het halfweghuis. Dat was opnieuw iets waar ik bang voor was, bang om te falen. In het halfweghuis moesten we terug leren omgaan met vrijheid, met de juiste indeling van je dag. Eerst deed ik vrijwilligerswerk en vond ik een uitlaatklep door te lopen. Daarna moest ik zorgen dat ik terug een echte job had. Bij mij is dat heel vlot gegaan. Na 6 maanden verliet ik het halfweghuis om alleen te gaan wonen en het jaar nadien gradueerde ik. Ik stond sterk in mijn schoenen, heel sterk en dit voor 4 jaar lang! Ik ging graag gaan werken en had een zeer goede band thuis en met collega’s. Ik leerde snel nieuwe mensen kennen, goede mensen, wat heel belangrijk was. Ik begon te trainen om een marathon te lopen en heb die ook uitgelopen. Ik ging in het weekend ook bijwerken in de horeca omdat alleen
wonen en sparen heel moeilijk is en ik een appartement wou kopen. Alles ging goed tot alcohol terug op mijn pad kwam. Eigenlijk al na 3,5 jaar, dronk ik de eerste keer opnieuw. Ik verzweeg het voor iedereen, schaamde mij en voelde mij gefaald.. maar het was daar toen bij gebleven. Na enkele maanden dacht ik sterk genoeg te zijn en dronk ik nog eens en nog eens …tot op de dag dat er een terugval kwam. En die was direct heftig! Ik was 4 jaar clean en door het minimaliseren van het drinken van alcohol faalde ik. Ik durfde het met niemand te bespreken en hield het 3 maanden voor mezelf. Maar ik kon het niet langer verzwijgen, ik wilde niet opnieuw in dat milieu hervallen.
ik terug beslis om te drinken loopt dit al verkeerd na de derde keer. Ik weet eigenlijk heel goed en al heel lang wat ik kan en wat ik niet kan. Ik moet stoppen met minimaliseren en mij realiseren dat ik geen alcohol meer kan drinken, nu niet en nooit meer. Ik volg op dit moment een ambulant programma rond alcohol, want dat is het punt dat ik opnieuw moet aanpakken. Het is met vallen en opstaan, maar het belangrijkste is dat je je fouten aanpakt en blijft aanpakken, hoe vaak je ook valt. Ik hoop dat ik jullie iets heb kunnen meegeven met mijn verhaal. Succes en ga ervoor zou ik zeggen! Jill
Ik ging aankloppen bij de begeleiders van het halfweghuis. De enige oplossing was om geen alcohol meer te drinken, maar dat is moeilijk, … zeer moeilijk. Alcohol is zo sociaal aanvaard, dat je je eigenlijk een buiten beentje voelt als je niet drinkt. Zelfs een rustig avondje thuis TV kijken doet je er aan denken, want in elke serie en elke film word er gedronken. Door opnieuw gesprekken te doen kon ik mij herpakken, terug voor enkele maanden. Maar steeds blijf ik dezelfde fout maken, het toch nog eens willen proberen om alcohol te drinken. Denken van nu zal het mij lukken en ik zal stoppen na 3 glaasjes. Dat lukt mij dan twee keer en de derde keer heb ik prijs. Ik ben nu al 3 jaar bezig met vallen en opstaan. Ik drink soms enkele maanden niet en dan gaat alles goed. Maar vanaf het moment dat
15
ERVAREN IN HERSTEL De Kiem biedt hulp aan personen die problemen ervaren door het gebruik van drugs en aan mensen uit hun omgeving. Het residentiële luik van het programma te Gavere omvat een onthaalafdeling, een therapeutische gemeenschap (T.G.), een woonhuis voor moeders / vaders met kinderen en verschillende halfweghuizen. Het ambulante luik omvat ambulante centra te Gent, Ronse, Geraardsbergen en Ninove, een gevangeniswerking en vier regionale preventiediensten.
Colofon
Adressen
Redactie
Contactadres voor opname of begeleiding
Eindredactie en Directie Dirk Vandevelde
Fotografie Dirk Calle, Jo Thienpont, Krista De planter
Vormgeving dotplus
Abonnement Abonnementen kosten 15,- euro voor vier nummers, te storten op rekeningnummer BIC GEBABEBB / IBAN BE 270012 1652 3173 van v.z.w. De Kiem, 9890 Gavere. Voor giften vanaf 40,00 euro kan u een attest voor fiscale vrijstelling bekomen.
Contactadres voor Administratie – Directie
(elke werkdag te bereiken van 8u30 tot 17u00)
(sociale dienst, familiebegeleiding, stages)
Ambulant Centrum Gent Kortrijksesteenweg 185, 9000 Gent Tel. 09/245.38.98 Fax 09/245.41.71 ambulant.gent@dekiem.be
Vluchtenboerstraat 7A 9890 Gavere Tel. 09/389.66.66 Fax 09/384.83.07 admin@dekiem.be
Ambulant Centrum Ronse Oswald Ponettestraat 31 9600 Ronse Tel. 055/21.87.00 ambulant.ronse@dekiem.be
Stages ambulante werkingen anne.dekkers@dekiem.be Stages residentiële werkingen dirk.calle@dekiem.be
Ambulant Centrum Geraardsbergen Abdijstraat 2, 9500 Geraardsbergen Tel. 055/21.87.00 ambulant.geraardsbergen@dekiem.be Ambulant Centrum Ninove Brusselsesteenweg 3 9400 Ninove Tel. 054/33.31.65 ambulant.ninove@dekiem.be
V.U. Dirk Vandevelde – Vluchtenboerstraat 7A, 9890 Gavere
Dirk Calle, Jo Thienpont, Dirk Vandevelde
ZONDER MEER
Inhoud 2 Voorwoord 3 Uitbreiding ambulante centra 4 Nieuw ambulant centrum 6 Wachtlijsten 8 Interne audit 10 Een e-bike voor de Tipi 11 1 jaar Ninove 12 Op kamp 14 Familie aan het woord 15 Bewoner aan het woord