NETWERKEN
Artsen zoeken nieuwe plaats in ziekenhuisnetwerken
“Nieuwe nomenclatuur kan veel discussies ontmijnen” De ontwikkeling van ziekenhuisnetwerken laat uiteraard ook de artsen niet onberoerd. Na de fusiegolf van de voorbije decennia, worden bestaande maatschappen en associaties opnieuw in vraag gesteld. In sommige regio’s lopen artsen voorop in de nieuwe ontwikkelingen, elders kijken ze nog even de kat uit de boom. Maar er is geen ontkomen aan, zegt juriste Rita Cuypers. Rita Cuypers is als juriste gespecialiseerd in samenwerkingsverbanden onder artsen. Ze is ook directeur van de belangenvereniging voor artsen ASGB. “Vroeger groeiden associaties onder artsen organisch: van twee naar drie naar vier artsen door de jaren heen. Nu zijn er veel externe factoren die artsen als het ware ‘dwingen’ tot meer samenwerking. De creatie van ziekenhuisnetwerken is zonder twijfel goed voor patiënten, ziekenhuizen, overheid én artsen. Voor artsen bieden grotere associaties voordelen: ze kunnen zich subspecialiseren, grote investeringen doen, minder van wacht zijn, de low-volume pathologie concentreren, het financieel verlies van pathologieverschuiving compenseren… Maar die evoluties roepen ook vragen op. Tot nu was het de ongeschreven regel dat artsen die goed overeenkwamen een maatschap sloten. Sommige artsengroepen hebben zelfs niet gewacht op een samenwerking tussen hun ziekenhuizen om elkaar over de ziekenhuizen heen te vinden. Soms botste zo’n maatschap zelfs op verzet van de ziekenhuisdirectie. Vandaag is de situatie anders. Ziekenhuizen moeten in netwerken samenwerken en dan is het eigenlijk aangeraden dat ook de artsen kiezen voor ‘logische’ maatschappen die bij die ontwikkelingen aansluiten en regionale samenwerking stimuleren.” “Ik zie een evolutie naar grotere maatschappen binnen grotere structuren over verschillende ziekenhuizen heen. Persoonlijk ben ik een voorstander van redelijk flexibele maatschappen: democratisch maar met de nodige soepelheid, zodat iedereen aan zijn trekken komt. De
Rita Cuypers: “Sommige artsen zullen met pijn in het hart pathologie die ze altijd heel graag gedaan hebben, moeten overlaten aan collega’s. Dat zal tijd en veel overleg vragen in een open sfeer. Eventueel kan een overgangsperiode worden ingebouwd. Maar er zijn in elk geval goede financiële én juridische afspraken nodig.”
zorgwijzer | 28