Verf&Inkt 29 - 2013-12

Page 1

verf&inkt magazine van de vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 29 - december 2013

MKB schrikt van gevolgen REACH Conjunctuur 2014 jaar van herstel bouw? Ontwerpen op duurzaamheid ‘Milieubelasting te hoog? Terug naar de tekentafel!’ Ons beroep op: De verfspecialist ‘Voor vakkundig advies kun je niet op internet terecht’ De mens achter… Bruggenbouwer Martin Terpstra: 25 jaar directeur van de VVVF Ben Berkel: ‘Bouw wordt nooit meer zoals het was’ Constant Rebecque Kazerne omgebouwd tot school Duurzaam schilderwerk en onderhoud centraal Opfrisbeurt Veiligmetverf.nl Nederlandse verfindustrie voorop in Europa met brengen veiligheidsinformatie


Vision on quality www.tqc.eu

N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R VOOR DE VERFINDUSTRIE TQC

TQC

TQC

AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR

AUTOMATISCHE CUPPING TESTER

WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER

Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.

Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.

Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.

• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren • Intuïtieve bediening • Vele instelmogelijkheden

• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding • Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat • Deformatie vooraf instelbaar in mm

• Voor droge en natte testen • Test tot vier proefstalen tegelijk • Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen

TQC

TQC

TQC

GLANSMETERS

AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS

Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten

Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).

TQC PRODUCEERT INSTRUMENTEN EN TOEBEHOREN VOOR HET TESTEN VAN ONDER ANDERE

• Drie modellen: SoloGloss 60°, Duogloss 20°/60°, Polygloss 20°/60°/85° • Uniek in stabiliteit en robuustheid • Geïntegreerde kalibratie standaard • Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek) • Incl. Ideal Finish Analysis software

TQC B.V. Molenbaan 19

• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid • Ook handmatig instelbaar

2908 LL Capelle a/d IJssel Nederland

• • • • • •

viscositeit dekkracht lopersvorming droogtijd slagvastheid natte laagdikte

• • • • • •

densiteit vloeiing maalfijnheid elasticiteit metamerie adhesie

TQC is dé RAL distributeur van Nederland!

+31(0)10 - 79 00 100 +31(0)10 - 79 00 129

info@tqc.eu www.tqc.eu


ons beroep op verf & inkt

Erik van Lieshout, directeur van Kroonpart: De 41-jarige Erik van Lieshout begon al op zijn 14e in het magazijn van de verfspeciaalzaak van zijn vader in Rotterdam-West. De kneepjes van het vak, zoals kleuren maken, leerde hij in de winkel van traditionele ambachtslieden. Ook volgde hij verschillende trainingen bij verfproducenten. Inmiddels staat Van Lieshout als directeur aan het roer van de drie vestigingen van Kroonpart in Zoetermeer, Rotterdam en Den Haag. Te k s t : A d r i a a n v a n H o o i j d o n k Foto: Pet van de Luijtgaarden

Als mijn vader niet in de verfbranche had gezeten, was ik wellicht iets heel anders gaan doen. Maar nu, jaren later, weet ik dat ik het contact met klanten, het op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen in de sector, de vrijheid en het ondernemerschap niet zou willen missen.” “In het magazijn hield ik de boel op orde. De winkel was nog verboden terrein, maar als vader op de vloer stampte, kon ik de vakken gaan bijvullen. Van het magazijn ging ik naar de kleurmakerij. Een echte ambachtsman heeft mij daar geleerd om handmatig kleuren te mengen met van die ouderwetse bakelieten pijpen.” “De handelsgeest zat er vroeg in want op de middelbare school had ik al een lucratieve handel in overtollige

verf&inkt 29 - 2013

In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf&inkt van doen hebben en daar enthousiast over vertellen. Deze keer: de directeur van de verfspeciaalzaak.

‘Voor vakkundig advies kun je niet op internet terecht’

spuitbussen opgezet. Na de overname van een andere winkel, leerde ik pas echt met klanten omgaan. Blijkbaar was vader tevreden, want op mijn 20e kreeg ik de verantwoordelijkheid voor de zaak in Zoetermeer.” “Net als andere verfspeciaalzaken hebben wij de laatste jaren last van een dalende omzet door de crisis en de felle concurrentie van bouwmarkten. Verf voor bijna de kostprijs verkopen om toch maar omzet binnen te halen? Veertig procent korting op een pot Histor, dat kan toch niet? Ook kopen klanten steeds meer online. Ze komen hier wel kleurstalen uitzoeken en advies vragen, maar moeten vervolgens thuis ‘nadenken’ over de aankoop. Vaak zie je ze nooit meer terug.” “In de jaren 90 ben ik met Kroonpart for Artists begonnen. Een unieke shop, sinds dit jaar afgescheiden

van de rest van de winkel in Zoetermeer, voor kunstschilders en hobbyisten, die hier alles voor hun kunstproject of vrijetijdsbesteding kunnen vinden. Van ezel tot penseel, van passe-partout tot kleurpigment, duizenden artikelen hebben wij in huis. Ook organiseer ik regelmatig workshops, waarbij klanten zelf verf leren maken met pigmenten en bindmiddelen. Of met olieverf leren schilderen. De voornamelijk gepensioneerde clientèle komt soms iedere week echt voor haar plezier naar de winkel. Ook komen klanten vaak hun schilderijen laten zien. En dan vind ik het knap dat ze met mijn verf een leuk portret of een aardig landschap hebben gemaakt. De kunstafdeling groeit nog steeds en compenseert zo de dalende omzet van de reguliere verven voor het huis, de boot of de auto.” “Trainingen bij verfproducenten zorgen ervoor dat ik op de hoogte blijf van de laatste ontwikkelingen binnen de branche. Zo verkoop ik inmiddels ook zelfreinigende en zelfherstellende verf die met behulp van nanotechnologie is geproduceerd. Ook heb ik de laatste jaren steeds meer klanten voor verf op basis van natuurlijke grondstoffen.In de schappen staan nu producten van drie verschillende fabrikanten. Zo draag ik op mijn manier bij aan een duurzamere samenleving.” “Soms vraag ik mij wel eens af of er in de toekomst überhaupt nog winkels zullen zijn. Loop maar eens door een gemiddelde winkelstraat en kijk eens hoeveel panden er leeg staan. Het negatieve effect van internet. Toch ben ik ervan overtuigd dat een nichespeler zoals wij altijd wel een boterham kan verdienen. Voor vakkundig advies en maatwerk kun je immers niet op internet terecht. Klantentrouw bestaat helaas niet meer, dus je moet het echt hebben van vakkennis en specifieke producten, zoals de kunstenaarsbenodigdheden en verven op basis van natuurlijke grondstoffen. Gelukkig hebben wij niet alleen de drie verfwinkels, maar ook een groothandel en zelfs een eigen verffabriek met 20 personeelsleden.

3



inhoud 29 - december 2013

Verfbranche schrikt van Reach Stoffenwetgeving Reach voldoet aan de verwachtingen. Vriend en vijand zijn het daarover eens. Maar het MKB zucht onder de regeldruk en kosten. Het gevaar bestaat dat sommige stoffen binnen afzienbare tijd niet meer leverbaar zijn, waarschuwt directeur Robert le Rütte van Vliegenthart. “Ik ga dat niet meer doen, tenzij een klant bereid is de registratiekosten voor zijn rekening te nemen. Maar dat doet natuurlijk niemand.” Pagina 12

Verder in dit nummer: 3 7 9 11 18 20 24 26 28 32

Bouw uit de put?

34

Beroep op: de verfspecialist Branchenieuws en voorwoord Branchenieuws en colofon VVVF-verenigingsnieuws De mens achter: Martin Terpstra Berkel: “Bouw nooit meer wat hij was” Ervaringen met LCA-database CEPE Kleurrijk verleden: stopverf en spreeuwen PGS 15 Duurzaam schilderwerk met Sigma VVVF-verenigingsnieuws

Nederland uit de recessie, huizenprijzen stabiliseren, consumentenvertrouwen in de lift. Is er licht aan het eind van de tunnel? Klimt de bouw uit de put? Komt er eindelijk een eind aan de lange reeks van jaren waarin de verf- en drukinktindustrie kampt met omzetdalingen? De signalen lijken voorzichtig op groen te springen. Verf&Inkt zet de signalen, feiten en meningen op een rij. Pagina 16

Opfrisbeurt Brengen in plaats van halen van informatie. Daarom draait het bij de opgefriste website Veiligmetverf.nl. Wanneer een schilder een verfproduct koopt, krijgt hij automatisch een e-mail met een link naar het veiligheidsinformatieblad. Dat gebeurt ook als het blad is gewijzigd. Een ingenieuze IT-oplossing zorgt voor een sterke vermindering van de administratieve lasten van verfproducenten en distributeurs. De Nederlandse verfbranche loopt hiermee voorop in Europa. Pagina 30

verf&inkt 29 - 2013

5


Mus Verpakkingen

blik bepalend ook in 2014

W ij w e n s e n u e e n g e z o nd e n voorspoedig 201 4

Mus Verpakkingen BV | Herfordstraat 9 | 7418 EX | NL - Deventer T +31 (0)570 629 229 | info@musverpakkingen.nl | www.musverpakkingen.nl


branchenieuws

voorwoord

Sigma publiceert kleuradviesboek Kleurgebruik in de onderwijssector is mede bepalend voor de beleving en kan een positieve invloed hebben op de prestaties van zowel de leerlingen als het personeel. Dat blijkt uit semi-wetenschappelijk onderzoek van Sigma dat is gebundeld in het nieuwe kleuradviesboek Opgroeien & Leren. Sigma Coatings introduceerde onlangs haar Colours of Life-filosofie waarin mens en beleving centraal staan. Colours of Life geeft inzicht in de biologische en psychologische effecten van kleur en hoe kleur het leven en functioneren van mensen op een positieve manier kan beïnvloeden. Op basis van deze kleurenfilosofie zijn er inmiddels drie kleuradviesboeken verschenen die helpen bij het opstellen van functionele, belevingsgerichte kleurplannen. Sigma Coatings is een van de toonaangevende merken van PPG Industries.

Henkel opent grootste lijmfabriek ter wereld in China Henkel heeft de grootste lijmfabriek ter wereld geopend in Shanghai. Met deze nieuwe productiefaciliteit breidt het bedrijf zijn capaciteit uit in een belangrijke opkomende markt. Het bedrijf is zo in staat om zijn innovatieve lijmtechnologieën sneller te leveren aan een groeiende groep klanten in China en de Aziatische regio. De nieuwe fabriek beslaat 150.000 vierkante meter en is nu de centrale productielocatie voor industriële lijmen in China en Azië-Pacific regio. Afnemers zijn bedrijven in de automotive-industrie en verschillende producten van consumentengoederen. De jaarlijkse productie zal naar verwachting uitkomen op 428.000 ton.

Nieuwe praktijkrichtlijn verf op zink Zowel op de Eurofinish in Gent als op de Dag van de Oppervlaktetechnologie van de VOM op 14 november in Utrecht, is de nieuwe Praktijkrichtlijn voor Poeder en Natlak op Zink gelanceerd. De praktijkrichtlijn is een vernieuwing van de bestaande VISEM-kwaliteitseisen voor duplex-systemen en is tot stand gekomen via een samenwerkingsverband tussen de VISEM, Zinkinfo Benelux, VOM Nederland, VOM België en OnderhoudNL. Daardoor is het een breed gedragen document geworden dat wijd verspreid kan worden in de markt. De bedoeling is dat deze praktijkrichtlijn gebruikt gaat worden door zowel verzinkers, coaters als opdrachtgevers. De praktijkrichtlijn is op te vragen bij de VOM of de VISEM (www.visem.nl) of digitaal te downloaden.

Villa Rams Woerthe mooiste schildersproject 2013 De Heerenveense decoratie- en restauratieschilder Randolph Algera (Art-Decor) heeft de Nationale SchildersVakprijs 2013 gewonnen met het project Villa Rams Woerthe in Steenwijk. De villa is in 1899 in art-nouveau-stijl gebouwd in opdracht van een vermogend houthandelaar. In 1919 vestigde de gemeente Steenwijk het gemeentehuis in het pand. Tegenwoordig is de villa het bestuurscentrum van de gemeente Steenwijkerland en herbergt het werkkamers voor burgemeester en wethouders. 4

verf&inkt 29 - 2013

Op een beter 2014 En zo komt er een einde aan opnieuw een moeilijk jaar in de verf- en drukinktindustrie. Een jaar dat begon met een rampzalig kwartaal (min vijftien procent omzet ten opzichte van een jaar eerder) en eindigt met lichtpuntjes waarvan niet is te voorspellen óf en in welke mate ze volgend jaar uitgroeien tot iets moois. We weten wat er voor nodig is om de markt weer op gang te krijgen. Voor de bouwverven, de core business van de verfindustrie, voor tweederde verantwoordelijk voor onze gezamenlijke omzet, is het van het grootste belang dat de woningmarkt weer functioneert, dat jonge mensen een eerste woning kunnen kopen, mensen hun woning kunnen verkopen en doorstromen naar een andere woning, kortom weer gaan verhuizen en iedereen zijn woning weer gaat opknappen en opfrissen. Verderop in dit blad kijken we wat de barometer op dit vlak vertelt en misschien mogen we eindelijk heel voorzichtig optimistisch zijn. Dan Reach. We wisten dat er iets zat aan te komen, maar de consequenties van de nieuwe stoffenwetgeving gaan zwaar drukken op onze industrie. Dat hebben we misschien onderschat, maar ik vraag me af of de wetgever deze consequentie heeft voorzien. De kosten voor registratie van stoffen die in kleine hoeveelheden worden verhandeld en toegepast, dreigen uit de hand te lopen en sommige stoffen worden wellicht niet geregistreerd en zullen dus niet meer beschikbaar zijn. De verf- en drukinktindustrie is afhankelijk van innovatie en als stoffen niet meer beschikbaar zijn, kan dat ertoe leiden dat veelbelovende ontwikkelingen worden stopgezet. Hetzelfde is het geval als de overheid laks is met wetgeving, zoals we nu zien rond de recycling van verfrestanten. Bedrijfseconomisch is het haalbaar, technisch is het mogelijk, maar industrie en afvalverwerkers hebben vele maanden op uitsluitsel van de rijksoverheid over de status van verfrestanten moeten wachten: het maakt (in kosten en afhandeling) nogal wat uit of we ze mogen zien als grondstof of als afval. Alles bij elkaar heeft de malaise in onze branche ook grote gevolgen voor de financiën van onze belangenvereniging. De VVVF zucht onder het juk van de crisis en moet noodgedwongen op onderdelen pas op de plaats maken. Zo wordt de algemene ledenvergadering van volgende week sober. Toch een hoogtepunt: VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes is onze gast en als onze plannen doorgaan, neemt hij de vernieuwde website Veiligmetverf.nl officieel in gebruik, waarmee dit moeilijke thema tot een goed einde is gekomen. We zitten in een behoorlijk diep dal, maar ik ondersteun de bemoedigende woorden van Martin Terpstra elders in dit nummer. In 25 jaar heeft hij diverse hoogte- en dieptepunten meegemaakt, maar het is zijn overtuiging dat de branche er ook nu bovenop komt. Met die woorden op mijn netvlies wens ik ons een beter 2014. Ben Berkel, voorzitter VVVF 7


Al meer dan 20 jaar de verwerker van verf & inkt afvalstoffen die vrijkomen bij de leden van de VVVF ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: John van den Berg (06-51422067) & Ron van Verk (06-51124004)


colofon

Branchenieuws

Huidkleurige verf is ‘ziek’ Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt vier keer per jaar. Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden. Redactie Jos de Gruiter (hoofdredactie), Marloes Hooimeijer, Adriaan van Hooijdonk, Annet Huyser (eindredactie), Hans Klip. Redactieadres Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam 070 3378734 degruiter@vvvf.nl

In de categorie ‘opmerkelijk nieuws’: een Zweeds meisje heeft een verffabrikant wegens racisme gerapporteerd bij de ombudsman in haar land omdat het bedrijf beige verf als ‘huidkleurig’ aanprees. Het (14-jarige) kind ontdekte de verf op school. Ze noemde het ‘ziek’ dat de fabrikant de verf als zodanig typeerde. Haar familie en haar school zijn dezelfde mening toegedaan. “Het is ziek dat alleen beige als huidkleurig wordt aangeduid, terwijl zwart en bruin dat ook zijn”, klaagde ze. De fabrikant, Universal Color and Chemicals, heeft nog niet gereageerd. “Verf en racisme is niet alleen in Nederland een combo die het nieuws haalt”, concludeert ochtendkrant Spits met een verwijzing naar de Pietendiscussie in Nederland.

Verbeterde wegmarkering van Veluvine Aannemer Heijmans heeft in samenwerking met de leverancier Veluvine een proefvak van een verbeterde thermoplast markering aangelegd op de A2 (Den Bosch-Eindhoven)

tussen Boxtel en Best-West. Thermoplast is een duurzaam wegmarkeringsmateriaal. De thermoplast die aangelegd is op de A2 is in samenstelling veranderd en qua werking verbeterd. Het product is in het kader van duurzaamheid en milieubewustzijn ontwikkeld. De markering is een combinatie van bindmiddelen op natuurlijke basis. De thermoplast wordt als type II markering aangebracht, wat zorgt voor een verhoogde nachtzichtbaarheid, onder natte omstandigheden, en voor verhoogde stroefheid. Een ander voordeel van de vernieuwde thermoplast is dat bij gebruik ervan, er drastisch bespaard kan worden op openbare verlichting.

AkzoNobel: lagere omzet, hogere winst

Sigma: optimisme en bezinning

De omzet van AkzoNobel daalde in het derde kwartaal van 2013 met vijf procent. Het bedrijfsresultaat steeg met 22 procent. De omzet van 1.136 miljoen euro in Decorative Paints was stabiel ten opzichte van het derde kwartaal in 2012. Hogere volumes werden tenietgedaan door negatieve valuta-effecten. Hoewel de omstandigheden in Europa in het algemeen ‘uitdagend’ bleven, waren de wereldwijde volumes hoger dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Lagere kosten en lagere herstructureringskosten droegen bij aan een hoger bedrijfsresultaat in het derde kwartaal van 2013 van 107 miljoen euro. Dat is een ruime verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.

Optimisme en bezinning. Dat zijn de trefwoorden in de kleurentrends die Sigma voorziet voor de komende jaren. Ze staan beschreven in de Sigma Trend Forecast 2014/2015. “Een aantal trends laat een duidelijke reactie zien op de economische crisis en de digitalisering van de samenleving. Mensen zijn toe aan het positieve en aan ruimte om tot zichzelf te komen. Dat zie je terug in de voorkeuren voor bepaalde materialen, ontwerpen en kleuren”, aldus kleurontwerper Fabienne Bruyninckx van Sigma Coatings. Drie trends zijn gerelateerd aan optimisme en levenslust. Twee andere trends hebben te maken met bezinning en rust. Via de website van Sigma is een uitvoerige uiteenzetting over de kleurentrends te lezen.

Vo r m g e v i n g GrafischeZaken, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag Advertentie-acquistitie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS Den Haag Telefoon 070 3234070 info@mooijmanmarketing.nl

© VVVF Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF.De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen.Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.

verf&inkt 29 - 2013

9


Cenomic™ 3 – innovative and efficient. Bühler provides unique expertise in the field of wet grinding and dispersing technology. With its new full-volume bead mill Cenomic™ 3, Bühler presents a solution that cuts costs in the production of protective coatings, paints, gravure inks, bulk materials and many other fields. The system also helps in achieving higher productivity from a smaller mill volume with an optimum flow capacity. Furthermore, due to the minimal specific energy requirement, the Cenomic™ 3 provides a cost efficient solution for your wet grinding and dispersing processes. www.buhlergroup.com/cenomic

Bühler Benelux, Bedrijvenlaan 3, 2800 Mechelen, Belgium, T + 32 (0) 15 28 65 00, F + 32 (0) 15 20 51 02 grinding.dispersion@buhlergroup.com, www.buhlergroup.com

Cenomic™ 3 High productivity: Energy saving technology through highly efficient EcoMizer™ grinding discs. The extended residence time improves the product quality and productivity. Operationally safe: The SCS™ bead separation system in combination with the large surface of the SuperScreen guarantees high flow rates with outstanding process safety. Service friendly: Unique cleaning feature for the screen to guarantee high availability of the machine. Easy access to the inner surface without draining of the beads! Metal-free grinding: Special DraisElast™ coating of inner parts. Wear-proof elastic material for metal-free processing and no discoloration.

Innovations for a better world.


vvvf verenigingsnieuws

VVVF neemt deel aan Veiligheid Voorop Programma Duurzaam Onderhoud van start Opdrachtgevers kunnen straks wetenschappelijk onderbouwd een keuze maken uit meer en minder duurzame onderhoudscenario’s. Er zal rekening gehouden worden met verf en de applicatie door het onderhoudsbedrijf. Om deze doelstelling te kunnen bereiken zijn de betrokken brancheverenigingen het Programma Duurzaam Onderhoud gestart. Door middel van het programma willen ze komen tot een algemeen erkende definitie van duurzaam onderhoud. Verder willen zij aangeven welke rekentools het beste ingezet kunnen worden voor het bepalen van de duurzaamheid van onderhoudscenario’s. Ook is het de bedoeling om afspraken te maken over hoe duurzaam onderhoud verder kan worden bevorderd in de keten. Met het programma wordt uitvoering gegeven aan de afspraken die OnderhoudNL en VVVF in oktober 2012 hebben gemaakt. Toen ondertekenden zij de Intentieverklaring Duurzaam Onderhoud aan gebouwen en infrastructuur. OnderhoudNL en VVVF starten in het kader van het programma zes projecten. Het ontwikkelen van een beoordelingskader en een communicatieinstrument zijn twee van de projecten die er deel van uitmaken. Samen zullen zij een communicatieplan opstellen. Een onderdeel daarvan is de ontwikkeling van een gezamenlijke nieuwsbrief over de ontwikkelingen op het gebied van duurzaam onderhoud. Het is de bedoeling om de projecten in 2014 te hebben afgerond. Voor meer informatie over dit programma: Gerben Dijkstra, VVVF-issuemanager Duurzaam Ondernemen, 070 444 0680, dijkstra@vvvf.nl.

VVVF Factsheet CE-Markering De VVVF heeft een nieuwe versie van de factsheet ‘CE-Markering’ uitgebracht. De factsheet is beschikbaar op de ledensite.

verf&inkt 29 - 2013

De VVVF zal deelnemen aan het VNONCW-programma Veiligheid Voorop, en heeft hiervoor een werkgroep ingesteld. Het programma is gericht op het verbeteren van de veiligheidsprestatie van de sector in het algemeen en de veiligheid in bedrijven die grootschalig met gevaarlijke stoffen werken in het bijzonder. In het programma worden tien actiepunten vermeld. De werkgroep zal deze punten

omzetten in een VVVF-actieplan. Daarnaast zal de werkgroep een plan opstellen voor het starten van een zelfstandig dialoog met de meest betrokken RUD’s en andere instellingen over de uitvoering van inspecties. Op 22 november 2013 is de VVVF werkgroep Veiligheid Voorop voor het eerst bijeengekomen. De VVVF is van plan in 2014 een informatiebijeenkomst te organiseren over Veiligheid Voorop.

Bijeenkomst Wet- en Regelgeving een succes Op 5 november 2013 organiseerde het Branchebureau VVVF een bijeenkomst over wet- en regelgeving in ‘t Veerhuis Nieuwegein voor VVVF-, VLK- en VVVHleden. Tijdens de bijeenkomst kwamen onderwerpen aan bod zoals exposure scenario’s voor mengsels, biociden en treated articles, brengplicht veiligheidsinformatiebladen, PGS 15 en PGS 31. Meer dan 70 deelnemers waren aanwezig en er werd veel informatie uitgewisseld. Het Branchebureau zal in het najaar 2014 opnieuw een dergelijke bijeenkomst organiseren.

Bijeenkomst Kennis delen in de keten, Reach-CLP Het Branchebureau VVVF is van plan om in het voorjaar van 2014 een bijeenkomst te organiseren over het delen

van kennis in de keten met betrekking tot Reach-CLP. Meer informatie hierover volgt op de ledensite.

Campagne Vrienden#vanhout

Medio september is de campagne Vrienden#vanhout van start gegaan. De leden van de VVVF die een belang hebben bij het beschermen en verfraaien van hout, hebben zich via de VVVF aangesloten bij deze driejarige en branchebrede publiekscampagne die tot doel heeft het gebruik van hout en houtproducten te promoten. De campagne is een initiatief van VVNH en NBvT en een aantal samenwerkende bedrijven in de houtsector en aanverwante sectoren. Inclusief de achterbannen van een aantal brancheorganisaties telt de campagne meer dan duizend deelnemers (waaronder OnderhoudNL). Het is de bedoeling dat alle betrokken partijen de campagne gaan dragen en zich als afzender van de campagne gedragen. Via tal van media willen de initiatiefnemers Nederland laten zien dat er geen mooier, beter en ’groener’ materiaal is dan hout. Op de website www.devriendenvanhout.nl is alle informatie te vinden over de campagne. Om de boodschap op de juiste plek te krijgen, worden nog meer middelen ingezet, waaronder Twitter, Pinterest, Instagram, een actie met als prijs een reis naar bos- en houtland Zweden en een tv-commercial. Dit spotje is uitgezonden in de weken 38, 39 en 41 op de zenders Nederland 1, 2 en 3, National Geographic, Fox Sports, National Geographic Wild, FOXLife, 24Kitchen en FOX. Op de website zijn voorts een brochure te downloaden met als titel ‘Echt#vanhout’ is toch het mooist en diverse factsheets met informatie over hout. Op de website is ook informatie te vinden over de initiatiefnemers, de campagne en hoe men mee kan doen via social media. Voor meer informatie: Martin Terpstra, directeur VVVF, 070 444 0680, terpstra@vvvf.nl.

11


verf & milieu

Stoffen mogelijk niet meer leverbaar

MKB schrikt van kosten Reach Stoffenwetgeving Reach voldoet aan de verwachtingen. Vriend en vijand zijn het daarover eens. Maar het MKB zucht onder de regeldruk en kosten. Langs drie lijnen zouden de kosten voor kleinere bedrijven gereduceerd moeten worden.

Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

Niemand zal zeggen dat Reach niet deugt. De Europese regels voor ‘registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen’ worden alom omarmd als probate wetgeving voor het verantwoord omgaan met chemische stoffen, waardoor mens en milieu worden beschermd tegen blootstelling aan schadelijke stoffen. Ook door de industrie. In toenemende mate echter is kritiek te horen op de hoge kosten van de regelgeving voor bedrijven die ermee worden geconfronteerd. Vooral nu sinds afgelopen juni kleinere hoeveelheden (vanaf 100 ton) stoffen geanalyseerd en geregistreerd moeten worden bij het voor Reach in het leven geroepen chemicaliënagentschap ECHA. Vooral kleinere bedrijven die een breed portfolio aan stoffen in kleine hoeveelheden produceren of verhandelen, staan voor een dilemma: wegen de kosten van de registratieprocedure op tegen de baten van het vervaardigen of verhandelen? In zulke gevallen is het niet uitgesloten dat zij de stof uit hun assortiment halen. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor de prestaties van producten en voor innovatieve ontwikkelingen. Zeker in de verf- en drukinktindustrie zal dat een rol spelen. “Loop even mee”, inviteert directeur Robert le Rütte van Vliegenthart in Tiel. De bestemming is een imposante archiefkamer. Eén wand is van onder tot boven en van links naar rechts gevuld met ordners vol documenten die betrekking hebben op de Reachwetgeving. “Achtduizend manuren werk”, licht hij toe. Vliegenthart produceert onder meer gekookte lijnolie. Omdat het in grote hoeveelheden gebeurt, is het bedrijf vanaf de start van de Reachwetgeving registratieplichtig. “Ik zal niet zeggen wat het tot nu toe heeft gekost”, houdt hij af. “Ga maar uit van vele tonnen.”

Veiligheidsinformatieblad De Reach-verordening werd van kracht op 1 juni 2007. Met ingang van die datum waren producenten en im-

12

porteurs van chemische stoffen verplicht alle stoffen te registreren die ze produceren of importeren. In eerste aanleg was die verplichting van kracht voor stoffen waarvan minimaal 1.000 ton per jaar wordt geproduceerd of geïmporteerd. Vóór 1 juni 2013 dienden stoffen in hoeveelheden tussen de 100 en 1.000 ton te worden geregistreerd. Uiterlijk in 2018 moeten alle stoffen geregistreerd zijn. Bij de registratie moet de producent of importeur onder meer aangeven of de stof schadelijk is. Ook moet hij vermelden hoe een gebruiker er veilig mee om kan gaan. Die informatie moet worden opgenomen in het Veiligheidsinformatieblad (VIB) dat verstrekt moet worden aan de professionele gebruiker.

MKB zorgenkind Vijf jaar na de start van de regelgeving voerde de Europese Commissie een eerste evaluatie uit. In februari 2013 werden daarvan de resultaten gepubliceerd. “Reach functioneert goed en presteert op alle doelen die op dit moment bereikt kunnen worden”, was de hoofdboodschap. De Europese Commissie achtte het


verf & milieu

‘Wat het tot nu toe heeft gekost? Ga maar uit van vele tonnen’ zaamheden die eruit voortvloeien, zoals etikettering en het afleiden van grenswaarden, moeten toch gebeuren. Extra kosten door Reach komen voort uit dataverzameling, externe laboratoriumkosten, registratie van stoffen, inhuur van externe adviseurs en communicatie met ketenpartners.

Rem op innovatie “Vliegenthart is een relatief klein bedrijf. Wij hebben geen staf die zich met Reach kan bezighouden”, vertelt Le Rütte. “Alles wat we op dit gebied doen, moet gebeuren in de avonduren en de weekends. Voor inhoudelijke kennis zijn we aangewezen op externe adviseurs die met twee man samen al gauw zo’n 450 euro per uur rekenen en aan de diverse opdrachtgevers werkweken van 60 uur declareren.” Schandalig, vindt hij het. “Ik ben van mening dat de overheid ons hiervoor had moeten compenseren.” Registrerende bedrijven zouden volgens Le Rütte een subsidie over de feitelijk gemaakte Reachkosten moeten krijgen. De kosten van registrerende

daarom niet nodig de verordening aan te passen. Wel werd vastgesteld dat het midden- en kleinbedrijf een zorgenkind bleef, vooral vanaf het moment waarop stoffen geregistreerd moeten worden die het MKB in relatief kleine hoeveelheden maakt of verhandelt. “Aan de ene kant zijn zij minder goed op de hoogte van hun verplichtingen, aan de andere kant drukken de kosten zwaar op kleine chemiebedrijven”, aldus de evaluatie. De Commissie kwam daarom met een aantal oplossingen om het kleinere bedrijven makkelijker te maken, zoals lagere kosten voor registraties en meer ondersteuning vanuit de Europese Unie. Om helder te krijgen hoe Reach in Nederland uitpakt, gaf het ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) een onderzoekopdracht aan de bureaus Panteia en IVAM. Op basis van de bevindingen rapporteerde het departement in oktober dat Reach het Nederlandse midden- en kleinbedrijf in 2012 zo’n 425 miljoen euro heeft gekost. Naar 2018 toe (het jaar waarin alle stoffen geregistreerd moeten zijn) lopen de kosten op naar 670 miljoen. De onderzoekers tekenen wel aan dat deze kosten niet exclusief aan Reach zijn toe te schrijven: sommige werk-

verf&inkt 29 - 2013

Le Rütte (Vliegenthart): “Wij discussiëren hier over de vraag of we een printertje van een paar duizend euro moeten vervangen of niet, maar rond Reach ging het geld eruit in bedragen van een kwart tonnetje hier en een kwart tonnetje daar.”

bedrijven voor het inschakelen van adviseurs en laboratoria zijn volgens hem “bizar hoog”. “De overheid krijgt hierdoor onbedoeld extra fiscale afdrachten van die instellingen, zoals loon- en winstbelastingen.” Die extra belastinginkomsten zouden in de vorm van subsidie naar registrerende bedrijven moeten terugvloeien, meent hij. “Wij discussiëren hier over de vraag of we een printertje van een paar duizend euro moeten vervangen of niet, maar rond Reach ging het geld eruit in bedragen van een kwart tonnetje hier en een kwart tonnetje daar.” Die hoge kosten plaatsen het bedrijf voor een dilemma. Le Rütte: “Onze lijnolie is geregistreerd, maar sommige klanten willen dat wij er bijvoorbeeld vijf procent soja- of houtolie tijdens het proces aan toevoegen, waardoor het nieuwe substance wordt: de stoffen reageren op elkaar. Het product zou dus de hele registratieprocedure moeten doorlopen, met alle hoge kosten van dien. Ik ga dat niet meer doen, tenzij een klant bereid is de registratiekosten voor zijn rekening te nemen. Maar dat doet natuurlijk niemand.” Hij is ervan overtuigd dat die afweging in veel bedrijven wordt gemaakt. “Een aantal producten zal daardoor niet meer leverbaar zijn. Dat kan een rem zijn op innovatieve ontwikkelingen.”

Actieplan Dat roept een vraag op: is er bij de start van de Reachonderhandelingen wel voldoende rekening gehouden met de gevolgen voor kleinere bedrijven? Beleidsmedewerker Stoffen Dirk van Well van de VNCI (chemische industrie) vindt van wel. “Er is voortdurend gekeken naar de gevolgen voor het MKB”, herinnert hij zich. Ze betalen minder voor de registratie en als het gaat om kleine hoeveelheden geproduceerde of geïmporteerde stoffen kwamen ze pas later in het traject aan de beurt. Daarnaast is in de aanloop naar zowel de eerste als de tweede deadline intensieve voorlichting gegeven via de kamers van koophandel, juist voor MKB’ers. Wat onderschat is, zijn de inspanningen en kosten die gemoeid zijn met de communicatie in de keten, met het verwerken van de gegevens in Veiligheidsinformatiebladen en het vaststellen van grenswaarden. Het Panteiarapport wijst daar ook op. In elk geval kunnen we constateren dat de kosten onnodig hoog zijn en dat daar iets aan gedaan moet worden.” Kort na het verschijnen van het rapport traden de verantwoordelijke staatssecretaris Wilma Mansveld (I&M) en de industrie in overleg. Dat leidde tot een plan van aanpak waarin de volgende onderwerpen centraal staan: • Verbetering van de communicatie over de verplichtingen en over de beschikbare vormen van ondersteuning waar bedrijven gebruik van kunnen maken; • Vereenvoudiging van zowel nationale als Europese regels;

4

13


een aantal van deze merknamen zijn verdwenen

maar de harsen en de kwaliteit zijn geBleven!

Bent u op zoek naar deze producten die een nieuwe merknaam heBBen gekregen? dan kunnen wij u helpen. Nuplex biedt haar klanten een uitgebreid productportfolio met kwalitatief hoogstaande harsen. Het is onze passie om voor onze klanten de juiste oplossing te vinden door het ontwikkelen van innovatieve producten, het verstrekken van voortdurende technische ondersteuning en persoonlijke service.

BAyER mERknAAm

PRoDuctgRoEP

nuPLEx mERknAAm niEuw

Desmophen® A

Acrylaat harsen

Setalux D A

Desmophen® A HS

High solid acrylaatharsen

Setalux D A HS

®

Copolymeer dispersies

Setaqua B B

®

Bayhydrol E

Polyester dispersies

Setaqua B E

Desmophen® RD

Polyester polyolen

Setal D RD

Desmalkyd®

Polyurethaan harsen, olie -gemodificeerd

Setal D L

Alkydal®

Alkyd harsen

Setal A

Bayhydrol B

wiLt u mEER infoRmAtiE? nEEmt u DAn contAct oP mEt:

Nuplex Industries Limited is a leading global manufacturer of polymer resins. As a global manufacturer and distributor of polymer resins to the

nuPLEx RESinS B.V.

DiStRiButEuR BEnELux

paint and coatings market, Nuplex has 17 production

(hoofdkantoor EmEA)

kEySER & mAckAy

sites located across Australasia, Asia, Europe and

T +31 (0)164 276 406

Leidsegracht 19, 1017 NA Amsterdam

North America. Through its commitment to

F +31 (0)164 276 446

T +31 (0)20 626 33 23

R&D and production excellence, Nuplex consistently

E resins@nuplex.com

E info.nl@keysermackay.com

delivers its customer high quality, innovative products

nuPLEx RESinS gmBH

kEySER & mAckAy

T +49 3493 35 8123

Plaskylaan 144, 1030 Brussel

F +49 3493 35 8111

T +32 (2)735 40 72

Webshop: https://shop.nuplex.com

E info.be@keysermackay.com

which are sold in over 80 countries worldwide. Via its extensive technology portfolio, Nuplex supplies resins for a wide range of applications including automotive OEM, plastic, vehicle refinish, industrial wood, metal, marine & protective, flooring & construction and decorative coatings. In EMEA, Nuplex’s regional head office is located at its production and R&D facility at Bergen op Zoom in The Netherlands. Additionally, Nuplex has production sites in Bitterfeld, Germany and London in the UK.


verf & milieu • Afspraken met het bedrijfsleven om gezamenlijke registratiekosten naar beneden te brengen; en • Verbetering van de praktische toepasbaarheid van VIB’s. Over de resultaten kan Van Well nog niets zeggen. “We zijn begin november van start gegaan. In het eerste kwartaal van 2014 zijn de verbeteropties in kaart gebracht, daarna start de implementatiefase.” Daarbij is het van groot belang, benadrukt hij, dat de uitkomsten van activiteiten in Nederland Europees worden afgestemd. Een andere belangrijke voorwaarde is dat de Reachregistraties worden gebruikt in aanpalende (milieuen arbo-)regelgeving, zoals bij het vaststellen van liefst Europese arbogrenswaarden. Van Well: “Dan kunnen de kosten van naleving van verplichtingen in bijvoorbeeld arbo- en milieuregelgeving worden gereduceerd. Bedrijven moeten voor tientallen gevaarlijke stoffen de grenswaarden vaststellen. Als dat kan met een verwijzing naar Reach, voorkomt het dubbel werk.”

Skull and bones Een bijzonder probleem waarmee Le Rütte werd geconfronteerd, is de onmogelijkheid om foute testen van stoffen te corrigeren. “Een van de leden van ons consortium heeft ons een foute test verkocht, zo bleek. Uitgevoerd door een gecertificeerd laboratorium. Om te voorkomen dat die stof in een te zware categorie valt, zijn we verplicht aan te tonen dat de test niet deugt. Kost ons ook weer een kleine ton. Ik vind het eigenaardig dat ECHA geen correctiemogelijkheid biedt. Het zou belachelijk zijn als een product als bewerkte lijnolie alleen verkocht mag worden met skull and bones op het etiket. Dan moet je die aanduiding ook op een fles mineraalwater zetten: als je zes liter water achter elkaar drinkt, ben je dood.” Le Rütte wil voorkomen dat er een misverstand blijft hangen. “Reach is een uitstekend instrument om mens en milieu te beschermen tegen schadelijke stoffen”, benadrukt hij. “De industrie moet zo innovatief zijn dat ze veilige producten op de markt

‘Geen skull and bones op producten die pertinent niet schadelijk zijn’ brengt. Reach voldoet op dat vlak helemaal.” Hij vindt het uitstekend dat slechte stoffen worden verbannen en de noodzaak bestaat om naar alternatieven te zoeken. “Het enige is dat je al snel een nieuwe substance hebt die het hele Reachtraject moet doorlopen. En we moeten natuurlijk geen stoffen schadelijk gaan noemen als ze dat pertinent niet zijn.”

Te bleu geweest Le Rütte steekt ook de hand in eigen boezem. “Misschien zijn we als industrie te bleu geweest. Hebben we ons in de voorbereiding op de verordening onvoldoende gerealiseerd wat er op ons afkwam. Hoe veelomvattend het was. Normaal gesproken is nieuwe regelgeving te consumeren. Reach was niet te consumeren voor een klein bedrijf. Ik had geen geld om extra mensen aan te trekken. We moesten alles doen met de bestaande bezetting.” Hij stuitte daarnaast op een vorm van concurrentievervalsing. “Grote bedrijven zetten vijf man op het onderwerp,

lezen de kleine lettertjes, schudden een zak geld leeg en hebben de markt. Daar kunnen kleinere bedrijven niet tegenop.” Ook voor Van Well (VNCI) staat Reach niet ter discussie. “Hoe ongelukkig we ook zijn met onderdelen van Reach, we willen nu geen aanpassing van de regels. Los van het feit dat zo’n traject via raad en parlement minstens drie jaar duurt en dus voor het MKB nu geen oplossing biedt, weet je niet waar je uitkomt als we de regelgeving ter discussie stellen.” Na 2018, als de laatste registratiefase achter de rug is, moet de Reachverordening wel tegen het licht gehouden worden, vindt hij. Intussen moeten oplossingen gevonden worden voor de uitvoering en de kosten van Reach. “Ik begrijp de problemen van het MKB”, zegt hij. “Maar het is jammer dat zo weinig bedrijven gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheden om goedkope deskundigheid in te kopen. In 2011 zijn we begonnen met een zogenoemd mentorenprogramma. Daarin werden deskundigen uit de chemie gekoppeld aan kleine bedrijven. Daarnaast heeft SynChem Plus zich geprofileerd als Reachcentrum Nederland en werd kennis beschikbaar gesteld. Ik heb begrepen dat van beide mogelijkheden weinig gebruik is gemaakt. Ik ben bang dat veel informatie het MKB wel heeft bereikt, maar dat niet door iedereen de urgentie is ingezien.” Le Rütte: “Dat zal hier en daar het geval zijn geweest, maar ik voel me niet aangesproken. Geen van de aangeboden hulplijnen kon werkelijk relevante informatie leveren op een gebied als bewerkte lijnolie.” •

Advertentie

Uw partner voor kunststof verpakkingen voor: · · · ·

Pigmentpasta Watergedragen autoreparatielak Verf Drukinkt

Zowel standaard standaard potten als speciaalverpakkingen. nagenoeg restloos Zowel potten als leegbare speciaalverpakkingen.

Van Well (VNCI):“Hoe ongelukkig we ook zijn met onderdelen van Reach, we willen nu geen aanpassing van de regels.”

verf&inkt 29 - 2013

Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze 8408 opkijk deop Eurofinish Voor meer informatie en stand voorbeelden 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . www.bema.nl Deltastraat 14, 4301 RC Zierikzee

Tel. +31 111 418807 info@bema.nl


verf & Conjunctuur

Bouw zit op de bodem

Seinen lijken aarzelend op groen te springen Nederland uit de recessie, huizenprijzen stabiliseren, consumentenvertrouwen in de lift. Is er licht aan het eind van de tunnel? Komt er eindelijk een eind aan de lange reeks van jaren waarin de verf- en drukinktindustrie kampt met omzetdalingen? Verf&Inkt zet een aantal feiten, meningen en analyses op een rij. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

Nederland is uit de recessie. Dat was het heuglijke nieuws van afgelopen maand. Volgens de eerste raming van het CBS is de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2013 met 0,1 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Het was het eerste kwartaal met groei na het tweede kwartaal van 2012. Het nieuws werd niet met veel jubel onthaald, en terecht, zo bleek een week later. “De Nederlandse economie blijft zwak en zal ook volgend jaar nog licht krimpen”, voorspelde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in haar Economic Outlook. Volgens de OESO bereikt de Nederlandse economie pas in de tweede helft van volgend jaar het dieptepunt en treedt het herstel in 2015 in. Voor volgend jaar verwacht de denktank een krimp van 0,1 procent, na een min van 1,1 procent dit jaar. Voor 2015 wordt voorlopig gerekend op een groei met 0,9 procent. De risico’s voor de Nederlandse economie blijven volgens de organisatie groot. Zo kan een verdere daling van de huizenprijzen de consumptie verder onder druk zetten en kunnen banken verder in de problemen komen als de uitslagen van het bankenonderzoek van de ECB tegenvallen. Aan de andere kant zou de ontwikkeling van de internationale handel beter kunnen zijn dan nu wordt verwacht. Hoofdeconoom Pier Carlo Padoan van de OESO koppelde nog een waarschuwing aan de prognoses van zijn organisatie: “Fouten of het uitblijven van politieke ac-

16

tie kunnen veel zwaardere gevolgen hebben dan de onrust die we al hebben gezien en kunnen de groei jarenlang bedreigen.”

Consumentenvertrouwen Een andere indicatie: het consumentenvertrouwen. “Nederlandse consumenten worden steeds minder somber”, concludeerde het CBS eind november. Het consumentenvertrouwen steeg in die maand met negen punten tot min achttien. Consumenten waren voor het eerst sinds het voorjaar van 2011 weer positief over de toekomstige economische situatie. Dan de bouw en de huizenmarkt. Van groot belang voor grote delen van de verfindustrie. Hoe ziet 2014 er voor die sectoren uit? In september presenteerde het ING Economisch Bureau zijn nieuwe kwartaalbericht bouw. “De krimp in de bouwproductie houdt ook volgend jaar nog aan”, aldus ING. “Als de economie zich herstelt en de woningmarkt zich weer opricht, trekt op de middellange termijn de vraag naar nieuwbouwwoningen opnieuw aan. Maar na 2020 neemt die vraag dan weer sterk af, omdat het aantal huishoudens dan minder snel gaat groeien.” De bankeconomen verwachten voor geheel 2013 een afname van de bouwproductie met 5,5 procent. Er is hevige concurrentie voor de weinige opdrachten die op de markt komen. De orderboeken van vooral woning- en utiliteitsbouwers zijn slecht gevuld. De bezuinigingen van zes miljard euro door het kabinet zetten in 2014 de bouwpro-

ductie onder druk. De sector wordt daardoor, meent het ING-Bureau, ook in 2014 nog met een lichte daling (van één procent) van het bouwvolume geconfronteerd. Beter nieuws kwam er van het huizenfront. De verkoop van huizen steeg in oktober met bijna zeventien procent ten opzichte van oktober 2012. Het Kadaster telde 9.929 verkochte huizen, tegen 8.507 een jaar eerder. De Rabobank, de grootste hypotheekverstrekker van Nederland, liet afgelopen maand voorts weten dat de eerste signalen van prijsherstel op de woningmarkt zichtbaar zijn. Wel met de kanttekening dat de prijzen pas in 2014 echt stabiliseren. Het CBS maakte op 21 november wereldkundig dat bestaande koopwoningen in oktober vier procent goedkoper van de hand gingen dan een jaar eerder. De prijsdaling ten opzichte van 2012 is iets kleiner dan in september (4,1 procent). Het prijspeil van bestaande koopwoningen lag in oktober op hetzelfde niveau als begin 2003. In vergelijking met augustus 2008, toen de huizenprijzen hun hoogste niveau bereikten, daalden de prijzen met 20,3 procent.

Roet in het eten Bij het Economisch Instituut voor de Bouw klinken gematigd positieve geluiden. Programmaleider productie en arbeid drs. Martin Koning bij het EIB spreekt de verwachting uit dat de bodem in de bouwproductie is bereikt. “De orderportefeuilles van bouwbedrijven dalen niet verder, ze schatten hun omzetverwachtingen hoger in en op de woningmarkt loopt het aantal transacties op en lijken de


verf & Conjunctuur

om de vraag of iemand zijn maandelijkse hypotheeklasten kan betalen. Als dat mogelijk is, inclusief aflossing van de restschuld, dan is dat geen beperkende factor.” Daarmee is niet gezegd dat het prijsniveau op de huizenmarkt snel zal terugkeren naar het niveau dat in 2008 werd bereikt. “De politiek heeft maatregelen genomen die hebben geleid tot structureel lagere prijzen, zoals de beperking van de hypotheekrente. Als de vraag aantrekt en de bouw met vertraging hierop reageert dan ontstaat schaarste, die tot hogere prijzen leidt. De oude prijsniveaus zullen naar verwachting voorlopig niet worden bereikt.” Ook ten aanzien van de huren heeft de politiek maatregelen genomen die gevolgen hebben, maar dan vooral op het gebied van onderhoud. Koning: “Corporaties mogen de huren verhogen, maar zijn aan de andere kant geconfronteerd met een verhuurdersheffing van in totaliteit vele miljoenen. Dat kan beperkend werken op investeringen en onderhoud.” Als het gaat om de perspectieven van de utiliteitsbouw, reageert Koning: “Ook daar zal sprake zijn van groei, maar die zal minder groot zijn. Het Centraal Planbureau verwacht de komende jaren geen uitbundige economische groei. De behoefte aan bedrijfsruimten zal dus niet snel toenemen. Bovendien hebben we te maken met structurele leegstand in kantoren en winkels.”

Petitie huizenprijzen gestabiliseerd. Dat is belangrijk: als mensen het idee hebben dat de prijzen niet verder dalen, zijn ze geneigd te kopen. Voor het eerst in jaren zijn er concrete aanwijzingen dat de bodem is bereikt en dat we dus naar boven kunnen kijken.” Koning plaatst wel een kanttekening. “Het overheidsbeleid moet geen roet in het eten gooien, bijvoorbeeld door banken nieuwe kredietrestricties op te leggen, vooral voor starters. Dat is de categorie die de carrousel weer op gang moet brengen.” Maar de onderzoeker is optimistisch: “Er is de afgelopen jaren veel minder gebouwd dan voor het stijgend aantal huishoudens nodig was. Jaarlijks komen er 55.000 huishoudens bij. Dat aantal, plus het volume aan gesloopte huizen, leidt tot een behoefte aan 65.000 tot 70.000 woningen. Dat aantal is de afgelopen jaren zeker niet gerealiseerd. Dat heeft er onder meer toe geleid dat groepen mensen pas later gaan kopen. Maar dat gaat wel een keer gebeuren. Het is nu bovendien een goed moment om te kopen: de huizen zijn ten opzichte van 2008 met gemiddeld twintig procent gedaald en de rente is laag.” Dan moeten banken wel bereid en in de gelegenheid zijn om leningen te verstrekken en moet een oplossing worden gevonden voor huiseigenaren die willen verhuizen maar zich opgezadeld weten met een restschuld. Grove schattingen wijzen erop dat momenteel zo’n 700.000 huizen ‘onder water staan’. “Dat zou geen probleem moeten zijn”, denkt Koning. “Het gaat er niet om of een huis onder water staat, maar

verf&inkt 29 - 2013

Om de politiek ervan te overtuigen dat de bouw en aan de bouw gerelateerde bedrijfstakken van groot belang zijn om de economie uit het moeras te trekken, richtten bijna twintig belangenverenigingen en maatschappelijke organisaties zich eind oktober met een petitie tot de voorzitters van de Vaste Eerste-Kamercommissies voor Financiën, Binnenlandse Zaken en Algemene Zaken. In de petitie benadrukken de organisaties dat de woning(nieuw)bouw een belangrijke bijdrage kan leveren aan het aanjagen van de economie en de werkgelegenheid. Daar is op dit moment geen enkele sprake van, zo betoogden de organisaties, die met elkaar 150.000 bedrijven en meer dan 500.000 werknemers. Naast bouwers, schilders, ontwikkelaars en corporaties gaat het ook om hoveniers, detaillisten, binnenvaartschippers, de (bouw)industrie, evenals de vakbonden FNV Bouw en CNV Vakmensen. “Zoals het er nu uitziet, zakt de woningproductie volgend jaar zelfs onder de 30.000 nieuwe huur- en koopwoningen, terwijl vóór de crisis jaarlijks nog aantallen van ruim 80.000 nieuwe woningen normaal waren”, zegt de petitie. “Aangezien jaarlijks een productie van 70.000

nieuwe woningen nodig is op grond van demografie en gezinsverdunning, loopt het woningtekort weer snel op in Nederland en vindt er sluipende verpaupering plaats van wijken.” Over de maatregelen die het kabinet tot dusver in het belang van de bouw heeft genomen, zoals de btwverlaging naar zes procent, zeggen de initiatiefnemers: “Die hebben alleen effect op onderhoud, verbouw en renovatie van bestaande woningen, evenals op het werk van hoveniers.” Daarmee is het kabinet volgens de gezamenlijke organisaties volkomen voorbij gegaan aan de mogelijkheden die de woning(nieuw)bouw biedt als het gaat om de transformatie en vernieuwing van stedelijke gebieden. Bovendien komt er dan geld vrij dat nu vastzit in stenen en terreinen. In de petitie dringen de organisaties daarom aan op het nemen van ten minste drie maatregelen: • Stimuleer (vervangende) nieuwbouw en tranformatie, zoals nu ook onderhoud en renovatie worden gesteund, en koppel dit aan energiezuinig heid (premie-E); • Zorg dat de Nederlandse Hypotheekinstelling er nu ook écht komt en dat de hypotheekrente omlaag gaat; en • Creëer investeringsruimte in de huurmarkt.

Prille lichtpuntjes Samenvattend: in concreto is er nog steeds geen enkele zekerheid dat de bouw - en in het verlengde daarvan de verfindustrie - zal aantrekken in 2014. Een enkele verkeerd uitpakkende beleidsbeslissing kan zomaar roet in het eten gooien. Wel lijken de seinen voor het eerst sinds een groot aantal jaren aarzelend op groen te springen. “En dat is gebaseerd op feiten en niet op promotiepraatjes”, benadrukt Koning desgevraagd. Voor de verfindustrie is het te hopen dat het herstel doorzet: over de eerste drie kwartalen van 2013 daalde de omzet in bouwverven nog met 7,3 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2012. Over het totaal gezien is sprake van een omzetdaling van 3,8 procent; de export daalde met 2,9 procent. “Ik zie wel prille lichtpuntjes”, zegt VVVF-directeur Martin Terpstra. “Het aantal verstrekte hypotheken is toegenomen, de prijzen lijken te stabiliseren, de hypotheekrente is historisch laag, met de banken gaat het relatief beter en de politiek praat over garantieregelingen en startersleningen. Dat is gunstig en het zal langzamerhand ook wel beter gaan, maar we weten allemaal dat het pas echt goed zal gaan als de verhuisbewegingen op gang komen. En daarop hebben we nog te weinig zicht.” •

‘Fouten of uitblijven van politieke actie kunnen zware gevolgen hebben’ 17


De mens achter

Bruggenbouwer Terpstra 25 jaar VVVF-directeur

‘Conflict oplossen voor het uit de hand loopt’ Achtentwintig nummers achter elkaar portretteerde Verf&Inkt mannen en vrouwen uit de verfen drukinktindustrie. Tekende op hoe zij tegen hun bedrijf en tegen hun bedrijfstak aankeken. Vroeg hun iets te vertellen over activiteiten buiten de dagelijkse business en fotografeerde hen op bijzondere plekken of in afwijkende omstandigheden. Wat ze gemeen hadden was het ondernemerschap. Allemaal hadden ze een onderneming opgezet of waren ze erin terechtgekomen, in veel gevallen als opvolger van pa - en soms van pa en opa. Deze keer geen ondernemer, maar wel een man met een verleden in de bedrijfstak. Afgelopen maand vierde Martin Terpstra zijn 25-jarig directeurschap van de VVVF. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Foto: Pet van de Luijtgaarden Zoals hij het woord ‘garage’ uitspreekt, dat kan alleen een Fransman. Niet verwonderlijk: VVVF-directeur Martin Terpstra werd geboren in Parijs, waar zijn vader als diplomaat was gestationeerd bij de OESO, woonde tot zijn elfde jaar in de Franse hoofdstad en volgde een geheel Franstalige schoolopleiding (Internationaal Baccalaureaat). Het beroep van zijn vader bracht hem in zijn jonge jaren ook naar Congo, Argentinië en Brussel. Afgelopen maand vierde hij op bescheiden wijze het feit dat hij 25 jaar geleden aantrad als VVVF-directeur.

Dikke sigaren “In een statig pand in Wassenaar”, herinnert hij zich. “Daar begon het, op 1 november 1988. De VVVF telde zestien medewerkers. De bestuursleden werden voorgereden in auto’s met chauffeur en rookten dikke sigaren tijdens de vergadering.” Hij vertelt het om duidelijk te maken hoezeer de organisatie onder zijn ‘bewind’ is veranderd van een belangenorganisatie van directeuren in een vereniging die de expertise van medewerkers uit de bedrijfstak gebruikt en ze betrekt bij de beleidsvoorbereiding. Bovendien een organisatie die zich niet per definitie afzet tegen overheden, maar stakeholders ziet als partners met vaak vergelijkbare belangen. “Ik hou niet van conflicten”, zegt hij, ergens in het ge-

18

sprek. “Ik ga ze niet uit de weg, maar probeer ze zo snel mogelijk op te lossen. Ik wil voorkomen dat ze uit de hand lopen. Ik zie mezelf als bruggenbouwer. Dat zijn waarschijnlijk de genen van mijn vader.” Het typeert hem. Weinigen zullen Terpstra ooit met stemverheffing horen spreken of hem geharnaste standpunten zien innemen. “Ik ben ervan overtuigd dat de achterban daarmee niet is gediend.” Een illustratief voorbeeld is de totstandkoming van de Europese Verfrichtlijn in 2004. “Het ministerie van VROM wilde in de jaren negentig limieten vaststellen voor vluchtige organische stoffen in verf. We hebben ons niet tegen het uitgangspunt gekeerd, maar er wel voor gepleit het onderwerp in Europees verband aan te pakken, want de verfindustrie is internationaal. Uiteindelijk hebben onze inspanningen geleid tot de Europese Verfrichtlijn. Dat was in het belang van alle leden.”

600 experts Hij noemt zich niet graag lobbyist. “De verf- en drukinktindustrie is zich al lang bewust van de noodzaak om veiligheid, gezondheid en milieu een hoge prioriteit te geven. In die zin lopen onze belangen parallel aan die van de wetgever en andere stakeholders. Ook op het persoonlijke vlak zou ik er moeite mee hebben om mijn kinderen te moeten

vertellen dat mijn werk eruit bestond regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu te frustreren. Ik denk dat we dankzij die coöperatieve opstelling veel bereikt hebben. Uiteraard was het een enkele keer moeilijk om tegenstellingen te overbruggen, maar uiteindelijk zijn we er altijd uitgekomen.” Een belangrijk rol in het werk van de VVVF wordt sinds jaar en dag ingenomen door wat gekscherend wordt genoemd ‘de groep van 200’, de inmiddels bijna 600 experts uit de achterban die hun tijd, kennis en kwaliteiten inzetten via besturen, werkgroepen en commissies. “Dankzij de inzet van die mensen is onze inbreng inhoudelijk altijd van hoog niveau én kunnen we functioneren met een relatief klein bureau”, aldus de directeur. “Moderne communicatiemiddelen als ons ledennet, maar ook Twitter en LinkedIngroepen stellen ons in staat snel en effectief contact met elkaar te hebben. De lijnen zijn daardoor heel kort.” Terpstra studeerde economie en rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Zijn eerste werkgever was het ministerie van Economische Zaken in Den Haag. Het was zijn taak innovatie in de dienstverlenende sectoren te bevorderen. Later kwam hij in een functie binnen EZ waarin hij ‘ministerieel vertegenwoordiger’ in het Bedrijfschap Schilderbedrijven werd. Toen een headhunter hem polste voor een overstap naar de verfindustrie, stond hij daar


De mens achter

“Riskant wel hoor, weg is weg”

positief tegenover. “Niet alleen vanwege mijn betrokkenheid bij schildersbedrijven”, blikt hij terug. “Ik wilde na mijn jaren voor dienstverlenende sectoren een keer werken voor een industrie die iets tastbaars maakt. Verf leek me een onmisbaar product.” Het VVVF-bestuur was enthousiast over de 36-jarige ambtenaar, maar had één angst: “Ze waren bang dat ik weer snel zou vertrekken. In een onbewaakt ogenblik heb ik me laten ontvallen dat ik de VVVF zag als een eindstation. Dat was om de heren gerust te stellen, maar achteraf gezien heb ik er geen woord van gelogen.” Terpstra nadert de pensioengerechtigde leeftijd, maar ziet zich geplaatst voor een uitdagende opdracht: “Kort na elkaar gaan Gerben Dijkstra en Gerrit Jonkers met pensioen, de twee langstzittende stafleden. Op mij rust de taak hun vertrek goed op te vangen. Eerst door goede opvolgers te vinden en vervolgens door het nieuwe team in te werken. Pas als dat proces is afgerond, ga ik aan mijn eigen pensioen denken.”

Ergste niet voorbij In 25 jaar heeft Terpstra veel ups en downs meegemaakt in de branche. “Sinds 2008 gaat het heel moeilijk”, stelt hij met spijt vast. Die ochtend zijn de kwartaaloverzichten beschikbaar gekomen met om- en afzetcijfers over het

verf&inkt 29 - 2013

derde kwartaal van 2013. “We zitten nog dik in de min,” wijst hij op de cijfers, “met een 7,3 procent lagere omzet dan een jaar geleden. Er zijn serieuze lichtpuntjes over consumentenvertrouwen, huizenprijzen en orderportefeuilles in de bouw, maar we kunnen helaas nog niet zeggen dat het ergste achter de rug is. 2013 zal in ieder geval in de min eindigen: het eerste kwartaal was rampzalig, met een vijftien procent lagere omzet. Dat haal je nooit meer in.” De branche komt er bovenop, is zijn overtuiging, maar heeft een hoge prijs betaald in de vorm van verlies aan werkgelegenheid. Tussen 2008 en 2013 verloor de industrie ruim 1.000 arbeidsplaatsen op een totaal van 6.000.

Zwem-gen De VVVF-directeur woont op zo’n tien kilometer van zijn werkplek, een autorit van twintig minuten - en incidenteel anderhalf uur als de Randstad zucht onder exceptioneel fileleed. Maar een enkele keer verschijnt zijn afgetrainde lichaam in sportkledij bij de receptie van het Synthesiumgebouw nabij het Prins Claus verkeersknooppunt. Terpstra is lange-afstandsloper en gebruikt het traject van huis naar werk een enkele keer als trainingsparcours. “Als elfjarige kon ik niet zwemmen,” blikt hij terug om zijn passie voor sporten te verklaren, “en dat was voor een neefje van Erica (winnares van zilveren en bronzen medailles op

de Olympische Spelen in Tokio in 1964 – red.) natuurlijk schandalig. Voordat wij naar Congo verhuisden heeft mijn moeder mij op les gedaan en in Afrika lag ik elke dag in het zwembad naast ons huis.” Er moet naast een diplomatiek ook een zwem-gen zijn overgedragen aan de VVVF-directeur, want terug in Europa zwom hij onvoorbereid het record van de Brusselse schoolzwemploeg, waarvan hij lid werd, aan diggelen. Een zwembad ligt echter niet naast ieders deur, loopschoenen en traject zijn sneller beschikbaar. Terpstra stapte daarom over op lange-afstandslopen. “En dat blijkt me te liggen”, stelt hij nuchter vast. Naast het lopen heeft hij een nieuwe passie gevonden in het beeldhouwen. In de kelder onder zijn woning in Zoetermeer heeft hij een atelier ingericht waar hij zijn scheppende werk verricht. “Ik ben er een paar jaar geleden mee begonnen, maar als ik terugkijk was de wens onbewust latent aanwezig. Ik bezoek graag musea en ben geïnteresseerd in de klassieke oudheid. Als ik naar mijn oude foto’s kijk, die ik heb gemaakt in Frankrijk en Italië, dan is het opvallend hoe vaak ik beelden heb gefotografeerd.” Terpstra maakte zijn eerste beelden (“nooit iets abstracts”) in speksteen, maar stapte al snel over op hardere steensoorten.” “Riskant wel hoor”, benadrukt hij. “Weg is weg.”

19


verf & markt

VVVF-voorzitter bij jubilerende verftechnici:

‘Bouwkolom moet zich richten op veranderende behoefte’ “Al komt er meer beweging in de woningmarkt, de bouw wordt nooit meer zoals het was.” Aldus VVVF-voorzitter Ben Berkel in een toespraak voor de jubilerende (80 jaar) NVVT. Berkel wees erop dat de bouwkolom zich moet richten op veranderende behoeften als gevolg van demografische ontwikkelingen. Voor zijn gehoor van verftechnici schetste hij de uitdagingen voor de verfindustrie voor de periode ná de huidige crisis. Duurzaamheid, sociale innovatie, technologische innovatie en ketensamenwerking spelen daarin een belangrijke rol. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden “Ik hoop dat ik ondanks de economisch sombere berichten, toch vertrouwen en optimisme heb kunnen overbrengen. We zijn goed bezig en mogen daar trots op zijn.” Zo eindigde VVVF-voorzitter Ben Berkel zijn toespraak bij gelegenheid van het tachtigjarig jubileum van de NVVT, de Nederlandse Vereniging van Verftechnici. Berkel stond stil bij de ontwikkelingen in de verfindustrie en keek vooruit naar de periode na de economische crisis, die de verfindustrie sinds 2008 in zijn greep heeft. “Een van de punten waarop wij gezamenlijk een antwoord moeten geven is duurzaamheid”, zei hij. “Verf is een halfproduct: het moet worden aangebracht wil het zijn functie uitoefenen. Het heeft totaal geen zin om duurzame verf te isoleren van alle andere factoren die de duurzaamheid van bijvoorbeeld een woning uitmaken gedurende zijn levensfase. Wij willen daarom samenwerken met OnderhoudNL om te komen tot duurzame onderhoudsscenario’s. We hebben met elkaar afgesproken om gezamenlijk de weg naar duurzaam onderhoud te bewandelen. Inmiddels hebben we een gezamenlijke stuurgroep Duurzaam Onderhoud geïnstalleerd die een programma van zes projecten gaat uitvoeren.”

Verfrestanten recyclen Een van die projecten bouwt voort op de inspanningen van CEPE, de Europese koepelorganisatie van de verfindustrie. CEPE heeft een database ontwikkeld voor de berekening van duurzaamheid van een verftoepassing. “Het project moet een geaccepteerde rekentool opleveren voor het berekenen van de duur-

20

zaamheid van een onderhoudsscenario. Eer dat er daadwerkelijk onderhoudsscenario’s naar hun berekende duurzaamheidklasse aan een woningcorporatie worden geoffreerd is nog een hele weg”, aldus Berkel, “maar de start is er”, stelde hij vast. De VVVF-voorzitter wees erop dat de verfindustrie ook in andere ketens dan de bouw met partners moet nagaan wat gezamenlijk aan het verduurzamen van de keten kan worden gedaan en daar afspraken over maken. Ook wees hij op de mogelijkheden van de circulaire economie: “Het blijkt mogelijk verfrestanten te recyclen en bedrijfseconomisch verantwoord om de recyclede verf als grondstof te gebruiken in nieuwe verf. De VVVF heeft daarvoor samen met afvalbedrijf SITA de basis neergelegd. Het is nu aan de leden om er gebruik van te maken.”

Veilig met verf Een onderwerp in het verlengde van duurzaamheid is veilig werken met verf, stelde Berkel. Vervolgens wees hij op de bestaande complicaties. “Het veilig werken met verf in alle schakels in de keten moet een voorwaarde zijn. De wet schrijft voor dat elke schakel in de keten het Veiligheidsinformatieblad moet leveren aan de eerstvolgende schakel in de keten. Dat was tot voor kort eigenlijk niet te doen. De VVVF heeft daar een unieke oplossing voor gevonden door het mogelijk te maken dat elke leverancier van verf in Nederland automatisch het juiste VIB meteen bij verkoop van de verf per e-mail stuurt naar de volgende in de keten,

zodat het VIB bij de professionele of industriële gebruiker terechtkomt. Dat is de eerste stap in het veilig werken: de informatie moet bij de juiste persoon terechtkomen. Daarmee hebben we het probleem echter niet opgelost. Het VIB is zo complex, uitvoerig en ontoegankelijk dat het zijn doel voorbijschiet.” Berkel wees erop dat de VVVF het initiatief heeft genomen om het probleem in Europa aan te kaarten. “We hebben daarbij steun gekregen van alle brancheverenigingen van afnemers en van de VNCI. Wetende dat dit een zaak van lange adem zal worden gaat de VVVF intussen een eigen oplossing in de markt zetten in de vorm van de zogenoemde Werkplek Instructie Kaart (WIK). Die oplossing biedt ons ook de mogelijkheid in het overleg met afnemersorganisaties het punt van veilig werken aan de orde te stellen.”

Kartelachtige trekken De VVVF-voorzitter (en directeur van Drywood Coatings) blikte kort terug op de ontstaansgeschiedenis van de VVVF. Opgericht in 1907 door verffabrikanten en -handelaren die zich zorgen maakten over de stijgende grondstofprijzen en het uurloon van schilders. Zij richtten de VVVF op om door middel van samenwerking, misstanden in het vak op te ruimen maar ook met de bedoeling prijzen vast te stellen en met de schildersorganisaties een akkoord te sluiten dat er in voorzag dat alleen bij leden van de VVVF zou worden gekocht. Berkel: “In de eerste jaren van haar bestaan had de VVVF dus eigenlijk kartelachtige trekken.”


verf & markt

Vanaf de jaren 70 werden veiligheid, gezondheid en milieu steeds belangrijker, waardoor de VVVF steeds meer de rol van belangenbehartiger kreeg in het speelveld tussen overheid, applicateurs, vakbonden, milieuorganisaties en ondernemers. Berkel: “We kregen te maken in de jaren 80 met overheidsbeleid dat gericht was op het terugdringen van de luchtvervuiling. U herinnert zich vast wel KWS 2000 en daarna allerlei maatregelen om de uitstoot van vluchtige organische stoffen te verminderen. Uiteindelijk culmineerde dat voor ons in de Europese Verfrichtlijn uit 2004. Ook bedrijven realiseerden zich dat zij een verantwoordelijkheid hadden om het nadelig effect van hun ondernemen op mens en milieu te verminderen. Dat is naast een individuele zaak van ondernemers ook een verantwoordelijkheid van de sector. Uit die gedachte zijn Responsible Care en Coatings Care in de jaren 90 geboren.” In dezelfde periode werd de ‘schildersziekte’ OPS een onderwerp. Berkel: “De VVVF nam de rol op zich van issuemanager. Ook dit onderwerp eindigde voor de VVVF in regelgeving en wel in het verbod op de toepassing van oplosmiddelhoudende verven voor schilderwerk binnen, bij timmerfabrikanten, bij conserveringswerk enz. Telkens zat de VVVF aan tafel om het belang van de leden te bewaken maar ook om werkbare regels te helpen maken. Onze rol schoof langzamerhand op van lobbyist naar partner.”

Berkel: “Grote doorbraken moeten komen van andere technologieën, vooral van biobased coatings en nanotechnologie.”

Koerswijziging Rond de eeuwwisseling maakte de VVVF een radicale koerswijziging mee, memoreerde Berkel. “We konden vaststellen dat er nogal wat veranderd was in de wereld om ons heen. Maatschappelijk zaten we als verfindustrie te vaak in het verdachtenbankje, de regelgeving kwam steeds nadrukkelijker uit Brussel en door fusies en overnames slonk het aantal leden. Het werd tijd voor herbezinning over de sector en over de branchevereniging”, concludeerde Berkel. Die herbezinning leidde tot een nieuwe missie en een nieuwe visie. In 2005 zagen beide het licht. Berkel: “Van belangenbehartiger in enge zin werden wij een maatschappelijk betrokken branchevereniging. Verf en inkt stelden wij weer centraal en het verantwoordelijkheidsbesef van de ondernemer voor de maatschappelijke betrokkenheid en toekomst van zijn bedrijf en zijn branche werd het uitgangspunt. Het maatschappelijke inbedden van verf en inkt werd de nieuwe missie van de VVVF.” De visie voor de branche was in een paar kernwoorden samen te vatten, aldus Berkel. “Duurzaamheid, sociale innovatie, technologische innovatie en ketensamenwerking.” De visie werd vertaald in tien actiepunten die richtinggevend zijn voor het beleid van de VVVF (zie kader). Berkel schetste voorts het belang van innovatie en technologie voor de toekomst van de verfindustrie. “Vanuit de VVVF zien we dat de laatste twintig jaar de R&D van verf sterk beïnvloed en gestimuleerd is geweest door de eisen die wet- en regelgeving stelde. Dat zal zonder meer doorgaan. De komende tijd zal Reach een uitdaging vormen. Door Reach zullen som-

verf&inkt 29 - 2013

mige essentiële grondstoffen niet meer of beperkt gebruikt kunnen worden, zo wordt door de deskundigen verwacht. Dat stelt ons en onze grondstofleveranciers voor uitdagingen.” Andere prikkels tot verbetering komen van opdrachtgevers. Berkel: “De performance van verf moet beter en duurzamer worden en dat in het licht van de performance van het systeem. Zo kunnen houten gevelelementen beter concurreren met kunststof kozijnen als hun levensduur langer, misschien wel veel langer, is dan wat vandaag gebruikelijk is. Dat geldt natuurlijk ook voor een brug of een waterkering. Daarnaast zien we ook dat er toenemende eisen zijn op het gebied van de verf in het afvalstadium van het product waar het op is aangebracht. Denk aan het recycleren van bouwelementen of auto’s.” Op basis van de huidige technologie kunnen nog verbeteringen plaatsvinden, is Berkels overtuiging. “Sterker: nog dagelijks veranderen de recepturen. Maar de grote doorbraken moeten komen van andere technologieën, vooral van biobased coatings en nanotechnologie.”

Technologische innovatie Berkel benadrukte dat de ontwikkeling van de verfsector afhankelijk is van technologische innovatie. “De VVVF kan daaraan bijdragen door de leden te helpen prioriteiten te kiezen, ambities voor de sector te formuleren, leden in contact te brengen met de kenniswereld, een dialoog met de chemische industrie aan te gaan, toegang tot subsidiegelden te

vergemakkelijken, de ketenpartijen te mobiliseren en communicatie op gang te brengen. Enkele jaren geleden hebben wij samen met de leden de prioriteiten voor technologische ontwikkeling aangewezen. Twee topprioriteiten kwamen bovendrijven: high tech materials en hernieuwbare coatings. De VVVF heeft met haar achterban een visie ontwikkeld over de noodzaak en de gezamenlijke wil om technologische kennis aan te wenden voor hernieuwbare coatings. De uitputting van de bodem kunnen we tegengaan door over te stappen op hernieuwbare grondstoffen. De branche wil verdere stappen zetten op weg naar het gebruik van biobased materials, om op tijd te kunnen anticiperen op de sterke veranderingen die op haar af zullen komen zonder concessie te doen aan de beschermende rol die verf vervult.” Het argument dat de olie opraakt is zeker niet het enige argument, aldus de voorzitter. “De technologie van hernieuwbare verf is in Nederland aanwezig en biedt kansen. Die kansen zijn er trouwens niet alleen voor de verfindustrie, maar zeker ook voor de kennisinstellingen, voor de landbouw, voor de grondstofleveranciers, voor de andere partners in de kolom, voor de verwerkers en voor de klanten en opdrachtgevers. Denk even aan de commerciële formule die de houtkolom zou kunnen omarmen: duurzaam geproduceerd en van origine hernieuwbaar hout als materiaal voor timmerwerk, vakkundig afgelakt en onderhouden met hernieuwbare verf. Een schitterende propositie!”

Dutch Biobased Coatings “In 2011 hebben we een innovatieproject met TNO afgesloten en samen met de chemische industrie een concrete doelstelling geformuleerd: onder de titel Dutch Biobased Coatings willen we dat in 2030 vijftig procent van het verfassortiment op de Nederlandse markt uit hernieuwbare grondstoffen is gemaakt en een gelijkwaardige prestatie levert als de op petrochemie gebaseerde tegenhangers. Samen met de VNCI en TNO hebben we dit jaar een vervolgproject in de vorm van drie workshops uitgevoerd. We zijn nu bezig als vervolg daarop, ook weer samen met TNO en VNCI, met het opzetten van projecten waarmee we weer een stap verder komen.” Het thema technologische innovatie heeft op meer betrekking dan biobased coatings. De VVVF kan er aan werken dat de technologische kenniswereld meer gericht is en blijft op coatings, aldus Berkel. “Daarvoor is een grotere interactie tussen achterban en kenniswereld nodig. In dat kader hebben wij dit jaar samen met de NVVT voor het eerst een Coatings Innovatiedag georganiseerd.”

Crisis voorbij? Loont het nog verf te maken in Nederland? Die retorische vraag stelde Berkel aan het slot van zijn betoog. Zijn antwoord: “Natuurlijk wel! Maar het zal niemand ontgaan zijn dat we in een serieuze crisis

21


Optimaal voeden van mengers en processen

Automatisch efficiënt

Infor Blending Branchespecifieke soft (semi-) procesindustri

Voedingssystemen voor mengers :

Handige sof twar MSDS-en e voor in a Europese ta lle len.

ERP | BEHEER GEVAARLIJKE STOFFEN | LIMS

AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.

AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel. : +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02

www.azo.be

Recepturen, Berekening VOS-gehalte, Pigment/Vulstof-verhouding Tracking and Tracing, Analysecertificaat, MSDS, REACH, GHS ........? Dan weten wij waar het over gaat! IT-partner voor automatisering van al uw bedrijfsprocessen. Wij bieden volledig geïntegreerde ERP of deeloplossingen in de branches: ⇒ Chemie & Verf ⇒ Farmacie & Voedingssuplementen ⇒ Voeding & Drank ⇒ Verzorging & Cosmetica Blending Nederland BV Hakgriend 18 3371 KA Hardinxveld-Giessendam +31 184 490 367 www.blending.nl


verf & markt

zitten. Al sinds 2008 daalt de totale omzet van onze industrie zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt.” Berkel maakte melding van de lichtpuntjes die her en der in de pers verschijnen. “Dat roept de vraag op: zijn we de crisis voorbij? U en ik willen dat graag geloven maar misschien is de wens hier de vader van de gedachte. Wanneer gaan we weer groei zien in de binnenlandse verfomzet? Dat is wanneer de woningmarkt weer functioneert, jonge mensen een eerste woning kunnen kopen, mensen hun woning kunnen verkopen en doorstromen naar een andere woning, kortom weer gaan verhuizen en iedereen zijn woning weer gaat opknappen en verfrissen. De Nederlandse verfindustrie is voor zijn binnenlandse omzet voor tweederde gerelateerd aan de woning- en utiliteitsbouw. Zolang het in de bouw niet goed gaat, gaat het met ons ook niet goed. De woningmarkt zit op slot. Wij hebben er dus belang bij, net als schilders- en onderhoudsbedrijven en bijvoorbeeld de timmerindustrie, dat iemand dat slot openmaakt en dat er weer gebouwd gaat worden in Nederland. Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) pleit voor het verruimen van de bestaande startersleningen, zodat meer hypotheken aan starters op de woningmarkt kunnen worden verstrekt. Het EIB berekende dat één nieuwe toetreder tot de woningmarkt

Tien actiepunten De tien actiepunten die het beleid van de VVVF de komende jaren richting geven, zijn kortweg: 1. Verantwoordelijk ondernemerschap mobiliseren voor de vernieuwing van de sector; 2. Ruimte voor ondernemerschap in de maakindustrie; 3. Ketensamenwerking; 4. Sociale innovatie, arbeidsvoorwaarden en opleidingen; 5. Gezond en veilig werken in onze bedrijfstak; 6. Duurzaam Ondernemen; 7. Technologische innovatie; 8. Wet- en regelgeving; 9. Europese samenwerking; 10. Communicatie.

door een kettingreactie vier verhuisbewegingen veroorzaakt. Als je weet dat er een positieve correlatie is tussen de omzet van verf en het aantal verhuisbewegingen, is het dus ons belang dat de woningmarkt in beweging komt. Als er door het verruimen van het

budget voor de starterslening meer starters worden geholpen en zij daardoor hun entree maken in de woningmarkt, is dat in ons belang. We zijn dus benieuwd wat de reactie van de overheid zal zijn op het voorstel van het EIB.”

Veranderende behoefte “Maar ook al komt er meer beweging in de woningmarkt, de bouw wordt nooit meer zoals het was”, waarschuwde Berkel. “De hele bouwkolom heeft te maken met een structureel gegeven, namelijk dat door demografische ontwikkelingen de behoefte aan extra woningen na 2020 langzaam krimpt. Daarbij komt dat als er nu behoefte is aan extra woningen, dat aan deze behoefte voor een deel ook kan worden voldaan door herbestemming van leegstaande kantoren. Aan de andere kant ontstaat door vergrijzing van de bevolking een behoefte aan andere woningen. De huishoudens worden kleiner, we willen ook duurzamer wonen en de waarde van onze woningen behouden. Dat alles maakt dat er nog volop te bouwen, verbouwen, renoveren en te onderhouden valt de komende jaren. De bouw en de hele bouwkolom zullen zich meer op deze veranderende behoefte moeten richten.” • De volledige toespraak van Ben Berkel is te lezen op de website van de VVVF.

Advertentie

SaleS engineer/account Manager/unit Manager (buitendienSt) Integrated ChemICals speCIaltIes BV opgericht in 1975, levert grondstoffen en additieven aan de maak-industrie in de Benelux en Duitsland. Als voorraadhoudend distributeur van deze “Fine Chemicals” voegen wij al meer dan 35 jaar waarde toe aan de chemische industrie als transparante verkooporganisatie voor internationale producenten van specialistische en kwalitatief hoogwaardige speciale additieven in diverse markten. Samen met onze klanten en leveranciers richten wij ons op verbetering van bestaande producten en nieuwe ontwikkelingen. Nadere informatie over onze markten en deze vacature staat op onze nieuwe website (under construction). taken en VerantwoordelIjkheden • Verantwoordelijk voor regelmatige lange termijn verkoop van onze producten en het daarbij horende budget. • Onderhoudt en ontwikkelt contact met onze, veelal buitenlandse, principalen. • Bezoekt regelmatig, ook samen met leveranciers, (potentiële) afnemers. • Stuurt voor uw activiteiten de binnendienst aan. • Neemt zelf initiatieven om verkoopacties te laten uitvoeren. • Heeft intensief contact met klanten tijdens bezoeken, via de telefoon en per e-mail. • Maakt zelfstandig analyses voor het creëren van innovatieve product-markt-combinaties. • Deelt informatie met het ICS Team en assisteert bij de begeleiding van stagiaires.

FunCtIe-eIsen • Commerciële of chemische/technische HBO opleiding • Commerciële ervaring • Chemisch technische affiniteit • Sterke communicatieve vaardigheden • Service- en oplossingsgericht • Zelfstandig en innovatief kunnen werken en denken • Stevige persoonlijkheid, initiatiefvol, alert, stressbestendig en resultaatgericht • Uitstekende beheersing van de Nederlandse taal en goede schrijf- & spreekvaardigheid van Engels & Duits ICs BIedt Passende beloning, inclusief gebruik van auto, laptop en smartphone, voor 40-urige werkweek. Ruimbaan voor initiatieven, veranderingen en Europese expansie.

sollICIteren Heeft het bovenstaande uw interesse gewekt en voldoet u aan het profiel? E-mail uw CV met sollicitatiebrief naar Dhr. Hoek: hh@icspecialties.nl Integrated ChemICals speCIaltIes BV • DrAChmeweg 18 • 2153 PA Nieuw-VeNNeP • www.ICspeCIaltIes.nl


Verf & milieu

VVVF-leden experimenteren met berekenen ecologische voetafdruk

‘Milieubelasting te hoog? Terug naar de ontwerptafel’ CEPE, de koepelorganisatie van de Europese verfindustrie, lanceerde in juni een database en een webapplicatie waarmee producenten de ecologische voetafdruk van verf kunnen vaststellen. Baril Coatings in Den Bosch en Van Wijhe Verf in Zwolle hebben inmiddels de eerste ervaringen met de nieuwe hulpmiddelen opgedaan. “Mocht de milieubelasting van onze grondstoffen te hoog uitvallen, gaan wij terug naar de ontwerptafel”, aldus directeur Geert Duijghuisen van Baril Coatings in Den Bosch. Te k s t : A d r i a a n v a n H o o i j d o n k Fotografie: Pet van de Luijtgaarden Duijghuisen: “Door het gebruik van de database en de webapplicatie krijgt verf, net als koelkasten of auto’s, straks een label dat de milieubelasting in kaart brengt.” (foto Schildersvakkrant)

“De database en de webapplicatie zijn prima hulpmiddelen om de ecologische voetafdruk van verf in kaart te brengen”, stelt directeur Geert Duijghuisen van Baril Coatings in Den Bosch. “Wij gebruiken een groot deel van de 300 grondstoffen waarover CEPE inmiddels verschillende milieuaspecten heeft verzameld. Met één druk op de knop zien wij waar de grondstoffen vandaan komen, wat de toxicologische gegevens zijn en welke CO2-belasting ze met zich meebrengen.” Het bedrijf gebruikt de hulpmiddelen om formuleringen te toetsen die het op de markt wil brengen. “Als wij nieuwe verfproducten ontwikkelen, halen we de grondstoffen door de rekenmodule en kijken wij of onze verftechnologen een verstandige keuze hebben gemaakt. Mocht de milieubelasting te hoog uitvallen, gaan we terug naar de ontwerptafel.”

Meer met minder Duijghuisen is ruim tien jaar geleden gestart om de ontwikkeling van een database met milieuaspecten van de belangrijkste grondstoffen voor de verfindustrie binnen de commissie duurzaam ondernemen van de VVVF op de agenda te krijgen. “Baril Coatings

24

wil met minder materiaal meer kunnen bereiken. De grondstoffen raken immers op en daarom is het belangrijk om er zuinig mee om te gaan. Ook vinden wij het belangrijk zo min mogelijk milieubelastende grondstoffen te gebruiken, hoewel dat in de praktijk niet altijd mogelijk is. Zo heeft de VOS-richtlijn nogal wat ontsnappingsmogelijkheden om producten op de markt te brengen die eigenlijk heel traditioneel zijn en veel oplosmiddelen bevatten. Door het gebruik van de database en de webapplicatie krijgt verf, net als koelkasten of auto’s, straks een label dat de milieubelasting in kaart brengt. Inkopers en consumenten kunnen dan zelf een keuze maken. Ieder zichzelf respecterende verffabrikant wil uiteraard niet alleen maar verf met rode labels verkopen. Daardoor is het een stimulans voor verfproducenten om de recepturen aan te passen.”

Eerste ervaringen Baril Coatings heeft inmiddels de eerste ervaringen met de database en de webapplicatie opgedaan. “Voor een klant die op een watergedragen verfysteem wil overstappen, hebben wij met behulp van deze middelen


Verf & milieu

een berekening gemaakt. Daaruit bleek dat vooral de CO2-belasting afnam in vergelijking met traditionelere verfsystemen die meer oplosmiddelen bevatten. Een mooi voorbeeld van een duurzame en milieuvriendelijke verf die goed zou moeten scoren in de database is onze DCC-coating. Het systeem onderscheidt zich door de korte droogtijd, de lange levensduur en de mechanische bestendigheid. De coating is weliswaar een stuk duurder, maar levert voor een aantal klanten op de langere termijn toch geld op”, aldus Duijghuisen. Volgens hem zijn er steeds meer afnemers die een ‘groen’ label belangrijk vinden. “Maar het moet ook geld opbrengen, bijvoorbeeld omdat een coating langer meegaat. Zo leveren wij het DCC-systeem aan de Brabantse mastenfabrikant Kaal in Oss. Het bedrijf gebruikt de coating voor de Spirit-verlichtingsmast die volledig op zonne-energie draait zonder aangesloten te hoeven worden op het energienetwerk. De levensduur van onze coating is een belangrijk onderdeel van de verkooppropositie van deze klant. Ook Rijkswaterstaat heeft onlangs een duidelijke keuze gemaakt voor de toepassing van ons DCC-systeem voor alle kunstwerken.”

Compleet beeld De Baril-directeur wijst er op dat het rekenprogramma de applicatie en de levensduur niet meeneemt. “Dit is helaas een beperking in de keuze die CEPE heeft gemaakt. Daarom pleit de VVVF er bij de koepelorganisatie voor om de laatste stappen tot en met het einde van de levensfase van het systeem op te nemen in de software, zodat er een compleet beeld ontstaat.” Duijghuisen zou ook graag extra grondstoffen aan de database en de webapplicatie willen toevoegen. “Sommige grondstoffen zijn nogal traditioneel. Neem bijvoorbeeld de alkydharsen; de 90 procent solids types, nodig voor het formuleren van de 2010-verven, ontbreken gewoonweg. Verder zijn er inmiddels ook op groene grondstoffen gebaseerde harsen op de markt, maar die komen er nog niet in voor. Kortom, de huidige ecologische voetafdruk tool is een zeer goede eerste stap, maar behoeft nog

verf&inkt 29 - 2013

Klock: “Bij iedere nieuwe receptuur of een aanpassing daarvan nemen ze voortaan de milieubelasting van de grondstoffen mee.”

‘Ik vind het overbodig dat een kostbare externe deskundige deze informatie nog eens verifieert. Daarom pleit ik ervoor dat de overheid een paar experts vrijmaakt die de LCA-data toetsen’ uitbreiding en optimalisatie om de betrouwbaarheid van de gegenereerde getallen te verbeteren.” Verder stelt Duijghuijsen dat in de ideale situatie om de verfsysteemkeuze door opdrachtgever of applicateur te bepalen, naast de ecologische voetafdruk, ook de arbobelasting mee zou moeten spelen. “Door de getallen uit de tool te combineren met bijvoorbeeld de Awarecodes ontstaat een systematiek om in één oogopslag de classificatie van een verfsysteem helder te maken. Denk bijvoorbeeld aan een A (groen) tot G (rood) indeling voor het ecodeel, met als toevoeging ‘+’ tot ‘+++’ voor het arbodeel. Dan is wat ons betreft het plaatje compleet.”

Meetbaar maken De formuleerders van Van Wijhe Verf in Zwolle hebben inmiddels ook met de database en de webapplicatie gewerkt, meldt business developer Wim Klock. “Bij iedere nieuwe receptuur of een aanpassing daarvan

nemen ze voortaan de milieubelasting van de grondstoffen mee. Overigens werd er altijd al geformuleerd met de minst schadelijke grondstoffen. De database en de webapplicatie zijn praktische instrumenten om deze stappen nu meetbaar te maken. Ook helpen ze ons de milieubelasting te verlagen.” Klock begon veertig jaar geleden als schilder en heeft de afgelopen decennia de aandacht voor duurzaamheid zien toenemen. “Ook op het persoonlijke vlak. Als wij vroeger vieze vingers hadden, wasten wij de handen overvloedig met terpentine. En als het nog sneller moest, gebruikten we xyleen. Tegenwoordig is er veel meer bewustwording gekomen voor de negatieve effecten van deze stoffen. En dat geldt uiteraard ook voor de ingrediënten van verf.”

Kostbare verificatie Ook Klock ziet in de praktijk een toenemende belangstelling bij afnemers voor verfproducten met een milieuvriendelijk label. Deze ontwikkeling wordt volgens hem eveneens gedreven door wet- en regelgeving, zoals het Bouwbesluit. “Voor nieuwbouwwoningen en kantoren boven de 100 m2 moeten bouwbedrijven vanaf begin dit jaar een milieuprestatieberekening materialen bijvoegen. En dat geldt uiteraard ook voor de toegepaste verf.” Meer moeite heeft de business developer met de volgende stap in het proces, de verificatie van de gemeten voetafdruk door een certificerende instelling. “Vooral de hoge kosten van een milieu product verklaring (EPD) vormt in mijn ogen een belemmering voor de uitrol van het CEPE-initiatief. Voor één product heb ik het uitgezocht en ik schrok van de 13.000 euro die ik voor zo’n verklaring moest betalen. Als je eenmaal een EPD hebt, ga je niet zomaar de receptuur aanpassen, want dan kun je weer een flinke rekening tegemoet zien. De data zijn transparant en iedereen kan zien op welke aannames en ISO-normen de gegevens zijn gebaseerd. Ik vind het overbodig dat een kostbare externe deskundige deze informatie nog eens verifieert. Daarom pleit ik ervoor dat de overheid een paar experts vrijmaakt die de LCA-data toetsen.” •

25


kleurrijk gekleurdverleden verleden

Nederland telde ooit honderden verffabrieken en ambachtelijke verf- en inktmakers: van kleinschalige familiebedrijven tot robuuste ondernemingen met industriële potentie. ‘Kleurrijk Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van fragmenten uit de rijke geschiedenis van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. In deze aflevering: de vroegere Haagse Verf- en Vernisfabriek Doelfray op de bres voor stopverf etende spreeuwen.

Kennelijk bij gebrek aan beter, doen hongerige spreeuwen zich in de winter van 1925 tegoed aan verse stopverf. Dat weten ze tussen het glas van ‘broeikassen’ in het Westland vandaan te peuteren. Met schade als gevolg. Als er mensen zijn die roepen dat er voortaan gif doorheen moet om hun honger voorgoed te stillen, zijn de rapen gaar. Niet alleen vogelbeschermers zijn daar faliekant op tegen, maar ook een producent van stopverf uit die tijd: de in Den Haag gevestigde verffabriek Doelfray. Gebruik van gif zou “niet genoeg ontraden kunnen worden”, laat de directie van de Haagse verffabriek dagblad Het Vaderland in een ingezonden brief weten. Dat spreeuwen dan blijkbaar dol zijn op stopverf, verbaast de fabrikant overigens niet. “We kunnen dit alleen verklaren door het feit dat de laatste jaren de kwaliteit van stopverf zeer verbeterd is. Vroeger maakte men stopverf uit allerlei afval. Doch de laatste tijd staan de houders van kassen erop dat alleen met zuivere belegen lijnolie verwerkte stopverf gebruikt wordt. Deze heeft een aangename zoete lucht en daar komen de spreeuwen op af.” Voor de Doelfraydirectie is het spreeuwenrelaas echter meteen aanleiding proeven te nemen met stopverf die geen kwaad kan bij vogels.

Bron stopverfaffaire De affaire barst los na berichten in ‘De Westlander’ waarin wordt gemeld dat de stopverf etende spreeuwen als ‘grote last’ worden ervaren door de tuinders en vergiftigd zouden moeten worden. In overleg met de directie van Proeftuin Westland nemen lokale ‘Stopverffabrikanten te Naaldwijk’, de firma Bospoort en Verhagen, proeven met het door de stopverf vermalen van

26

Verffabriek Doelfray op de bres voor stopverf etende spreeuwen

Op de Westlandse kassen van nu, heeft een spreeuw meestal niks meer te zoeken (foto: Mediamiek).

gif. Gif dat in die tijd beter bekendstaat onder de naam ‘Parijsch groen.’ “Natuurlijk dient men voorzichtig te zijn met kippen die er ook van mochten snoepen en met kinderen die er mede willen spelen”, aldus de krant, die tussen neus en lippen door meldt dat het goedje voor de stoppers zelf niet gevaarlijk zou zijn, “mits ze voor het boterhameten eerst de handen wassen.”

Nuttige, beschermde vogel Media die hier lucht van krijgen, denken er het hunne van. “Het blad schijnt er niet aan te denken dat de spreeuw tot de nuttige, beschermde vogels behoort, welke het niet vrijstaat te vangen of te doden zonder speciale vergunning aan eigenaren of gebruikers van gronden of wateren, waar deze vogels schade toebrengen”, reageert bijvoorbeeld de Nieuwe Rotterdamsche Courant in zijn kolommen. Voor de Nederlandse Vereniging van Bescherming van Vogels is de affaire aanleiding ‘onverwijld’ bij het ministerie van Landbouw aan te dringen op het bevorderen van onderzoek. En om proeven te nemen met bijvoorbeeld “bruine teer, petroleum, enz. om de schade tegen te gaan zonder nuttige vogels te verdelgen.” De spreeuwen afschieten helpt in elk geval niet, weet

De Westlander. In Den Haag is het vooral vogelkenner en –liefhebber W. Tolsma, die het opneemt voor de spreeuwen: “Wie meent dat de Westlanders door deze vogelmisère tot het inzicht gebracht zouden zijn, dat het niet meer dan mensenplicht is in barren wintertijden de vogels te helpen, heeft het glad mis. Men grijpt er liever naar vergift. Ze zullen daar die vermaledijde spreeuwen wel krijgen”, aldus de schrijver van het boek ‘Den Haag als vogelstad’ in dagblad Het Vaderland. Tolsma heeft wel een oplossing: “Strooi wat voedsel in tijden van nood en de dieren zullen heus wel van de broeiramen afblijven”, aldus de vogelliefhebber, die zijn betoog afsluit met de oproep een Westlandse vereniging voor vogelbescherming op te richten. “Op hulp uit Den Haag kunt ge desgewenst rekenen.”

Zonder gif De directie van Proeftuin Westland doet in januari 1926 uit de doeken hoe de vlag er bijhangt. ”Vele middelen worden aanbevolen ter vervanging van stopverf. En al helpt dit niet voor de gestopte kassen en al is het oude, beproefde stopmiddel niet zomaar van de baan, ze zullen zo veel mogelijk worden getoetst op de Proeftuin Westland. En zo is er kans dat we ook zonder vergif – dat is nog nooit aangewend – de grote economische schade kunnen beteugelen”, zo verzekert de directie in ‘De Westlander.’ Of de Proeftuin daar ook uiteindelijk in is geslaagd, is niet bekend. Als de zaak eenmaal lijkt te zijn geluwd, roept Handelsonderneming Kralingen uit Rotterdam de ‘Heren Tuinders’ in het Westland tussentijds in advertenties op geen stopverf meer te gebruiken maar ‘Conserva’, een middel dat volgens het bedrijf “absoluut alle aantrekkingskracht voor vogels mist” en “beter is dan de beste stopverf, omdat ze steeds enigszins elastisch blijft.”


kleurrijkverleden verleden gekleurd

Ook onze steden worden in het najaar nog wel eens verrast met wolken spreeuw, zoals op de foto het geval is in Den Haag onder het toeziend oog van een Haagse ‘règâh’ (foto: Mediamiek).

Om te voorzien in een groeiende vraag zou de Haagse verffabriek Doelfray in de jaren twintig overigens nog een aparte afdeling voor de productie van stopverf opzetten. Voor dat doel had men gebouw de ‘Hoeksche Waard’ aan de Lulofstraat aangekocht, dat voorheen dienst deed als opslag van de Haagse aardappelhandel. In het aangekochte pand werd ook plamuurverf gemaakt. Doelfray beschikt in die jaren twintig over een drietal stopverfmachines met een capaciteit van

vijfduizend kilo per dag. In Doelfray’s eigen Schildersblad, is de voorman van deze afdeling ervan overtuigd dat dit in de drukke tijd beslist onvoldoende is. Daarom is de fabriek bezig met de aanschaf van een vierde stopverfmachine. Bij de productie ervan komt volgens de voorman “heel wat kijken.” “Want als je niet oppast, wordt het stropverf” is de boodschap van de specialist, die in het artikel wordt geduid als “de stopverfkoning.” Zo moet er vooral “droog krijt” gebruikt worden en de lijnolie “steeds dezelfde constanten vertonen,” aldus de stopverfmaker, die meldt dat elke partij die bij Doelfray de deur uitgaat eerst nog door het laboratorium wordt gecontroleerd.

Stopverfadvertentie

Een medewerker van Doelfray poseert hier naast een stapel blikken stopverf uit de Haagse fabriek in een advertentie in Doelfray’s Schildersblad uit de jaren twintig (illustratie: collectie Mediamiek).

verf&inkt 29 - 2013

In een advertentie in Doelfray’s Schildersblad poseert in 1928 nog een personeelslid naast een grote stapel blikken met stopverf. Waaruit duidelijk wordt dat de Haagse verffabriek rond die tijd plusminus driekwart miljoen kilo stopverf aan de man brengt zonder “zwaarspaat, kunstolie, oliedroes, verfvellen en rommel!” In de jaren dertig zou Doelfray overigens nog een “stopverfrecept met alleenfabricagerecht” verwerven van ‘N.V. Glashandel voorheen L.J. de Wolf.’ Overigens meldt dagblad Het Vaderland in december 1927 nog dat “op de gemeentegrens” (van Den Haag) een 19-jarige jongeling op stopverf etende spreeuwen schoot. De schutter gebruikt zijn wapen zo onhandig dat hij een deel van de lading in zijn oog krijgt en naar het ziekenhuis moet worden overgebracht. Een paar jaar later, in 1930, zou lokaal veldwachter Corstens in het naburige Schipluiden nog een tuinder betrappen op het afschieten van de bij wet beschermde spreeuwen. Althans, volgens een bericht in De Westlander. Bij de kantonrechter verklaart ‘D. de M.’ dat het hem

Een advertentie in Doelfray’s Schildersblad uit de jaren twintig (illustratie: collectie Mediamiek).

niet om de spreeuwen was te doen, maar om de schade die ze bij hem hadden aangericht. “Ze vreten de stopverf van mijn kassen en door die lieve dieren zijn pas 120 ruiten bij me stukgewaaid.” Toch wordt de tuinder veroordeeld tot een boete van twee kwartjes en inlevering van zijn dubbelloops geweer. In 1990 is de Haagse verffabriek Doelfray overgenomen door - toen nog de ‘grootste exportklant’ van de Haagse fabriek - Hickson uit Engeland. De overname brengt in 1993 een verhuizing naar Veenendaal met zich mee. Daar wordt de fabriek samengevoegd met de eveneens door Hickson overgenomen coatingproducent Macostan Coatings. Het bedrijf heet dan D&M Coatings dat later overgenomen zou worden door SigmaKalon en dus tegenwoordig in eigendom is van de Amerikaanse verfproducent PPG. Tek s t : A nt on St ig

27


Verf & veiligheid

Richtlijn verpakte gevaarlijke stoffen toegankelijker

Actualisatie PGS 15 in volle gang De actualisatie van de PGS 15-richtlijn voor het veilig opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen is momenteel in volle gang. Onder regie van NEN zijn vijf werkgroepen aan de slag om onder meer de leesbaarheid en de toegankelijkheid van de verschillende teksten te verbeteren. “Ook inhoudelijk staan er in de nieuwe versie die in 2014 verschijnt een aantal veranderingen op stapel die de verfindustrie raken”, stelt projectleider Paula Bohlander van NEN. Te k s t : A d r i a a n v a n H o o i j d o n k Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

“Op de PGS 15-richtlijn uit 2005 waren zoveel aanvullingen en correcties gekomen dat het onmogelijk was om ze allemaal mee te nemen in de nieuwe versie die in 2011 is verschenen”, licht Bohlander toe. “Twee jaar geleden hebben we er daarom voor gekozen om eerst een aantal urgente punten aan te pakken, zoals de opname van een nieuw hoofdstuk over de tijdelijke opslag van chemische producten. Ook zijn de eisen aan het uitgangspuntendocument waarin alle aspecten voor de keuze van een brandbeveiligingssysteem staan, duidelijker omschreven omdat hier in de praktijk veel discussie over was.” Inmiddels is de PGS 15-richtlijn volgens haar weer toe aan een nieuwe actualisatieslag. Vijf werkgroepen, met vertegenwoordigers van brancheorganisaties, brandweer, IPO en VNG, zijn momenteel druk aan de slag om onder meer op basis van alle commentaren van gebruikers van de richtlijn een aantal aanpassingen door te voeren. Bohlander benadrukt dat het nog te vroeg is om met zekerheid te zeggen waar de recent gestarte discussies in de praktijk toe zullen leiden,

28

maar kan alvast wel een tipje van de sluier oplichten over de belangrijkste onderwerpen die momenteel worden besproken.

Discussie brandbaarheid Zo is er volgens haar altijd veel commentaar geweest op de opslag van klasse 9 producten. Ook watergedragen verven, die veel minder oplosmiddelen bevatten, vallen onder deze categorie. Bedrijven die deze producten opslaan, moeten vaak strenge en kostbare veiligheidsmaatregelen nemen. “De insteek van de nieuwe PGS 15-richtlijn is om klasse 9 producten niet onder een zwaarder regime te laten vallen dan eigenlijk nodig is”, aldus de projectleider. Ook over de definitie in de PGS 15-richtlijn over de brandbaarheid van chemische producten en materialen vinden momenteel intensieve discussies plaats. De huidige definitie verwijst naar een bepaalde norm waarmee je de brandbaarheid van chemische stoffen niet kunt meten. Bohlander: “En dat terwijl de verpakkingen vaak brandbaarder zijn dan de stoffen die


Verf & veiligheid

‘En dat terwijl de verpakkingen vaak brandbaarder zijn dan de stoffen die ze bevatten’ de vergunningverlener te krijgen. Het lijkt erop dat er maar weinig gebruik wordt gemaakt van het tweede beschermingsniveau. Daarom komt het tweede niveau wellicht te vervallen of er komt iets ander voor in de plaats.”

Tijdelijke opslag ze bevatten. Het is in de praktijk bijzonder lastig om een goede definitie van brandbaarheid of onbrandbaarheid vast te stellen. Om de juiste eisen te kunnen stellen aan wat bedrijven wel of niet zouden mogen opslaan, is het echter wel essentieel om een goede definitie te hebben”, stelt de projectleider.

Verschillende blussystemen Het zogeheten uitgangspuntendocument (UPD) waarin een goede werking van het brandveiligheidssysteem is vastgelegd, komt momenteel ook veelvuldig aan bod tijdens de discussies tussen de verschillende belanghebbenden. Doel van het document is om tot de juiste keuze van een brandblussysteem te komen. In de praktijk zijn er verschillende mogelijkheden, van sprinklerinstallaties tot schuimblussystemen, waaraan uiteraard andere prijskaartjes hangen. Bohlander stelt dat de eisen waaraan zo’n systeem moet voldoen in de PGS 15-herziening uit 2011 goed zijn beschreven, maar dat er in de praktijk toch problemen optreden omdat de samenhang tussen de

verf&inkt 29 - 2013

vergunningverlening en PGS 15 niet optimaal is. “Daardoor kan het voorkomen dat een bedrijf geen vergunning krijgt, terwijl de opslag aan alle eisen voldoet. Hoewel het knelpunt buiten de PGS 15-richtlijn ligt, willen we de weeffout in het systeem in de nieuwe PGS 15-richtlijn helpen oplossen.”

Inpandige of uitpandige opslag Experts blijken verder een verschil in interpretatie van de voorschriften te hebben over de vraag of bedrijven die meer dan tien ton chemische stoffen opslaan hiervoor een uitpandige voorziening moeten kiezen of dat het ook inpandig kan. In de nieuwe PGS 15-richtlijn moeten de voorschriften hierover eenduidig zijn, zodat er geen discussie meer over mogelijk is, benadrukt de projectleider. “Ook staan de verschillende beschermingsniveaus waaraan bedrijven moeten voldoen en die in de richtlijn staan beschreven ter discussie. Het gaat om drie niveaus, maar in de praktijk merken wij dat veel bedrijven vaak voor het hoogste beschermingsniveau kiezen om geen problemen met

Inmiddels is er ook meer ervaring opgedaan met het nieuwe hoofdstuk over de tijdelijke opslag van chemische stoffen in de PGS 15-richtlijn van 2011. “Voor de verffabrikanten is het niet zo relevant omdat zij vaak eindgebruiker zijn. Het is vooral van belang voor logistieke en chemiebedrijven. Die hebben vaker te maken met verpakte chemicaliën die net geproduceerd zijn en tijdelijk op het bedrijfsterrein zijn opgeslagen voor ze worden getransporteerd. De ervaringen nemen we mee in de nieuwe versie van PGS 15.” De incidenten bij Chemie-Pack, Odjfell en andere chemiegerelateerde bedrijven hebben er volgens Bohlander toe geleid dat vergunningverleners strengere en zwaardere eisen stellen aan de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. “Ze kijken nu nog strikter naar de eisen uit PGS 15. Daarom is het essentieel om eventuele onduidelijkheden uit de weg te ruimen en de leesbaarheid en toegankelijkheid van de teksten te vergroten. Een van de belangrijkste doelen is om de richtlijn beter te laten aansluiten bij de praktijk en de laatste stand van de technische voorzieningen op veiligheidsgebied in kaart te brengen.” •

29


Verf & veiligheid

Flinke opfrisbeurt voor website Veiligmetverf.nl

Verfindustrie Nederland

brengt innovatief veiligheidsinformatie

Brengen in plaats van halen van informatie. Daarom draait het bij de vernieuwde website Veiligmetverf.nl. Wanneer een schilder een verfproduct koopt, krijgt hij automatisch een e-mail met een link naar het veiligheidsinformatieblad. Dat gebeurt ook als het blad is gewijzigd. Een ingenieuze IT-oplossing zorgt voor een sterke vermindering van de administratieve lasten van verfproducenten en distributeurs. De Nederlandse verfbranche loopt hiermee voorop in Europa. Te k s t : H a n s K l i p Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

Velen zullen het al hebben gezien: de site Veiligmetverf.nl heeft recent een flinke opfrisbeurt gekregen. De informatie over veilig werken met verfproducten is op een veel toegankelijker manier gepresenteerd. De meest wezenlijke verandering is minder zichtbaar. Het gaat om de grote database van veiligheidsinformatiebladen (VIB’s). Het systeem zit nu zo in elkaar dat eindgebruikers automatisch op de hoogte worden gesteld van nieuwe en aangepaste VIB’s. Daarmee voldoen de verfindustrie en de verfhandel aan de verplichting om deze bladen actief te verstrekken. Vanwege het grote belang hiervan kunnen niet alleen de leden van de VVVF en de Vereniging van Verfgroothandelaren in Nederland (VVVH) meedoen, maar ook niet-aangesloten producenten, importeurs en grossiers. Voor leden van de VVVF en VVVH is het gebruik van het systeem gratis.

Administratieve rompslomp Om uit te leggen wat er precies veranderd is, nemen we een korte duik in de geschiedenis. Al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zitten vooral verfgrossiers met een groot probleem. Wettelijk is bepaald dat de leverancier ongevraagd en gratis een veiligheidsinfor-

30

matieblad ter beschikking moet stellen, wanneer een professionele eindgebruiker een verfproduct koopt. Dat levert veel administratieve rompslomp op. De VVVF onderkende het probleem en bedacht samen met de VVVH een handige oplossing: de website Veiligmetverf.nl. Deze site ging in 2005 in de lucht. De schilder kon hier de veiligheidsinformatiebladen downloaden die hij nodig had, vertelt Gerrit Jonkers, beleidsmedewerker Technische zaken bij de VVVF. “Daarmee voldeden we eigenlijk niet aan de verplichting om de informatie te verstrekken. Het ministerie van SZW had echter vrede met onze oplossing, als we een aantal zaken maar goed zouden regelen. Zo moesten we de site uitgebreid promoten. Dat hebben we ruimschoots gedaan.”

Strikte verplichting Na de invoering van de Europese verordening Reach en de publicatie van de guideline voor het opstellen van VIB’s (eind 2011) was het voor de Nederlandse overheid niet meer mogelijk deze oplossing toe te staan. De Europese Commissie en het Europese Chemicaliënbureau (ECHA) maken in de guideline duidelijk wat zij onder een actieve brengplicht verstaan.

“Het halen van informatie is dus sinds 2012 niet meer mogelijk”, vertelt Leo Reichert. “Je moet de veiligheidsinformatiebladen nu bij wijze van spreken thuisbrengen met een postpakketje.” Reichert is directeur van Vista in Voorburg en oud-bestuurslid van de VVVF. Hij is voorzitter van de expertgroep Veilig met Verf, die verantwoordelijk is voor de vernieuwing van de site. Hierin zijn producenten, importeurs en distributeurs vertegenwoordigd. De verfdistributeurs kregen de laatste tijd te maken met verscherpte controles door de Inspectie SZW, vervolgt Reichert. “Daarbij bleken veiligheidsinformatiebladen soms niet voorhanden te zijn of niet te kloppen. Er is nog geen enkele distributeur beboet voor het niet actief verstrekken van VIB’s, omdat we de inspectiediensten in een vroeg stadium hebben laten weten dat we met een oplossing bezig waren. Dat zal veranderen wanneer een distributeur komend jaar het versturen van VIB’s nog steeds niet op orde heeft. Er is daarom erg veel belangstelling voor de vernieuwde site. Door hieraan mee te doen kun je bewijzen dat je de regels goed naleeft.”

Praktische IT-oplossing De VVVF en de VVVH hebben speciaal een praktische IT-oplossing voor het actief verstrekken van VIB’s ontwikkeld. De functionele eisen voor de site zijn opgesteld in samenspraak met het ministerie van

Meer informatie Meer weten over hoe het actief verstrekken van veiligheidsinformatiebladen werkt? Kijk op de site Veiligmetverf.nl bij Aanmelden. De informatie op deze pagina is ook opgenomen in de brochure die is te downloaden. Geïnteresseerd in de wet- en regelgeving over de brengplicht? Die is te vinden in artikel 31 van de Reach-verordening (zie Veiligmetverf.nl) en hoofdstuk 9 van de Wet Milieubeheer (zie www.overheid.nl).


Verf & veiligheid

Lancering op 12 december Ook niet VVVF- en VVVH-leden kunnen tegen betaling deelnemen aan Veiligmetverf.nl. Meer informatie hierover is op te vragen bij het Branchebureau van de VVVF. De officiële lancering van veiligmetverf.nl zal plaatsvinden tijdens de ledenvergadering op 12 december.

regelgeving op 5 november voor het eerst geïnformeerd over de werking van de site. De reacties waren positief, zegt Leo Reichert. “Ik kreeg meermaals te horen: ‘Goh, ik wist niet dat het al zover was.’ Ook was er veel waardering voor wat we hebben gedaan.” Nederland loopt met zijn aanpak voorop in Europa, vervolgt Reichert. “De brengplicht bij VIB’s komt regelmatig aan de orde bij vergaderingen van CEPE, de Europese koepelorganisatie van de verf- en drukinktindustrie. Elk land gaat er op zijn eigen manier mee om. We hebben niet tot het uiterste gewacht en al vroeg toegewerkt naar het resultaat van nu. De andere landen zijn nog niet op de helft van waar wij zijn. Ons land is de beste leerling van de klas.” Economische Zaken in het kader van het project Slim geregeld, goed verbonden. Begin dit jaar was er sprake van dat de vernieuwde website snel operationeel zou worden (zie het artikel ‘Problemen rond website Veiligmetverf.nl opgelost’ in Verf&Inkt 26). Het heeft toch nog tot 15 oktober geduurd. Volgens Jonkers is hiervoor een goede verklaring. “Er was een geschikt prototype beschikbaar. Maar het kostte de nodige tijd om op basis daarvan een volledig werkend systeem te maken.” De basisgedachte is simpel: een eindgebruiker die een verfproduct koopt, krijgt een e-mail met een deeplink naar het bijbehorende veiligheidsinformatieblad in de database op de site. Door de link aan te klikken is het VIB direct beschikbaar. Het grote voordeel is dat de mail automatisch wordt verzonden. De verfgrossier hoeft dus niet zelf aan de klant een mail te sturen. Reichert vindt het een mooie oplossing. “We kunnen het zo doen omdat in ons land eigenlijk elke schilder een computer heeft. Je zou ook een pdf van een VIB bij de mail kunnen voegen. Dat is echter onpraktisch. Zo’n bestand is vaak zeer groot, waardoor bij meerdere berichten de mailbox van de ontvanger volloopt. Door te werken met een deeplink voorkomen we dat probleem.” Jonkers voegt eraan toe dat de eindgebruiker niet alleen een mail krijgt bij

verf&inkt 29 - 2013

aankoop van een product. “Wordt het VIB gewijzigd van een product dat je eerder hebt aangeschaft? Dan ontvang je daarvan automatisch ook bericht.”

Automatisch uploaden Er komt aan de kant van de producent en leverancier wel wat bij kijken voordat de schilder een mail ontvangt. Het VIB moet eerst in de database zijn gezet. Ook moeten de verkoopgegevens zijn verwerkt. Gerrit Jonkers licht toe hoe dit in zijn werk gaat: “Het begint ermee dat de verffabrikanten nieuwe en gewijzigde veiligheidsinformatiebladen uploaden in de database. Zij zijn daarmee op het moment druk bezig. Er zijn nu zo’n 7.000 VIB’s opgenomen. Dat worden er uiteindelijk 20.000 à 25.000. De website voorziet erin dat de VVVF- en VVVH-leden VIB’s eenvoudig kunnen uploaden.” Bij aankoop van een product wordt het e-mailadres van de klant gekoppeld aan het VIB via het verkoopordersysteem van de fabrikant of groothandel. Vervolgens wordt het VIB automatisch verstrekt. Het verkoopordersysteem of ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) moet hiervoor geschikt zijn. Jonkers: “Nog niet elke distributeur beschikt over een systeem met een automatische aansluiting. Het is echter ook mogelijk om handmatig e-mails met links naar de VIB’s te sturen.” De VVVF-leden zijn tijdens het symposium over wet- en

Handige kaart Allemaal mooi en wel dat het nu keurig is geregeld. Maar een bekend probleem blijft bestaan: het veiligheidsinformatieblad schiet in de huidige vorm zijn doel voorbij. Reichert formuleert het hard: “Het blad is weliswaar ontwikkeld voor de veiligheid, maar de veiligheid is er niet mee gediend. Het document is veel te complex. De meeste eindgebruikers snappen er niets van. Iedereen is het daar wel over eens, maar de EU houdt tot nu toe strak vast aan de eisen voor het VIB. Langzaam komt de discussie op gang of het niet eenvoudiger kan.” Een veel handiger document is de werkplekinstructiekaart (WIK). In de WIK staat in grote lijnen hetzelfde als in het VIB, maar de informatie is praktisch gepresenteerd en het taalgebruik eenvoudig. De VVVF werkt aan het opstellen van WIK’s voor productgroepen. Als er een werkplekinstructiekaart van een product beschikbaar is dat binnen de productgroep valt, wordt deze WIK met het VIB meegestuurd. “Het gaat om pure dienstverlening van de VVVF”, zegt Jonkers. “De WIK heeft geen juridische status. Wij hebben voor een aantal productgroepen werkplekinstructiekaarten gemaakt en op de site geplaatst. In 2014 doen we dat voor de rest van de productgroepen. In totaal komen er zo’n 140 WIK’s. De eindgebruiker weet door de kaart precies wat hij moet weten!” •

31


Verf & praktijk

Oud-kazerne wordt school met Sigmaverf

‘Alles moest duurzaam - en leerlingproof’ Tijdens de renovatie en uitbreiding van de Constant Rebecque Kazerne, afgelopen september in gebruik genomen door de Internationale School Eindhoven, stond duurzaamheid centraal. Ook in al het schilderwerk en bijbehorend onderhoudsplan voor de komende dertig jaar. Schildersbedrijf Coolen uit Eindhoven koos Sigma Coatings als leverancier. Projectleider Michiel van Bree: “We hadden al ervaring met Sigma als betrouwbare partij voor de lange termijn.” Te k s t : M a r l o e s H o o i m e i j e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden “Ik ben hier zelf ook nog nooit geweest”, vertelt Maarten Buijs, projectmanager duurzaamheid bij Sigma Coatings (PPG Industries). ‘Hier’ is op de Constant Rebecque Kazerne in Eindhoven. Het poortgebouw, het keukengebouw met manschappenzaal en drie leveringsgebouwen waren tot 1968 in militaire dienst. Daarna dienden de panden als asielzoekerscentrum en woonden er enige tijd antikrakers. Dit schooljaar opende de Internationale School Eindhoven er zijn deuren. Maar niet voordat het rijksmonument grondig was gerenoveerd en er vier nieuwe gebouwen aan waren toegevoegd om plaats te kunnen bieden aan alle 1.200 leerlingen. Samen met projectleider Michiel van Bree van Schildersbedrijf Coolen bewondert Buijs zowel de oude als nieuwe panden. Hij was meer op de achtergrond betrokken, legt hij uit als ze de gloednieuwe kantine binnenstappen. “De gemeente riep de renovatie en uitbreiding uit tot BREEAM-project, wat betekent dat duurzaamheid centraal staat. Schildersbedrijf Coolen kreeg de opdracht om ook al het schilderwerk duurzaam te maken. Daar schakelde het ons bij in. Wij hebben alle producten die Coolen wilde gaan gebruiken in het laboratorium getest. In een BREEAM-project moet je de duurzaamheid altijd kunnen aantonen.” Van Bree: “Voor ons was het fijn om met één partij samen

32

te werken die alle benodigde producten kon leveren. Producten die niet alleen op duurzaamheid goed scoren, maar ook goed zijn te reinigen en - ook bij koud weer - te verwerken.”

Meer dan de scherpste prijs Voor Sigma Coatings is het Eindhovense project volgens Buijs een ‘mooie showcase’ voor een nieuw product: 5.500 vierkante meter werd beschilderd met de extra goed te reinigen muurverf Sigmapearl Clean Matt. “Het is onze duurzaamste binnenmuurverf, met daardoor langere onderhoudsintervallen.” De Sigmapearl is in diverse tinten aangebracht op de lambrisering in de gangen, daar waar schoenen en tassen de boel nogal kunnen bevuilen. Buijs: “Dit is de eerste te reinigen muurverf die niet gaat glanzen, hoe vaak je ‘m ook schoonmaakt. Het product is leerlingproof.” Van Bree wijst naar een zwarte veeg op de muur. “Dit soort vlekken zou je eraf kunnen poetsen met een nagelborsteltje; de vraag is wel of ze dat ook doen.” Volgens Buijs volstaat een gewone schoonmaakdoek met wat water voor de meeste vlekken ook, en anders is er altijd nog de Sigmapearl Cleaner. “Een reinigingsmiddel speciaal ontwikkeld om ondergronden geschilderd met Sigmapearl Clean Matt van hardnekkige vlekken te

ontdoen. Dat draagt nog extra bij aan de duurzaamheid.” In een tijd waarin aan alle kanten wordt bezuinigd op onderhoud en renovatie, was het schilderwerk van de kazerne voor Schildersbedrijf Coolen een mooie klus. “We konden laten zien wat we in huis hebben aan ambachtelijk vakmanschap maar ook aan kennis van sustainable schilderwerk. Het ging bij deze opdracht gelukkig weer eens om meer dan de scherpste prijs alleen”, vertelt Van Bree. Wel moesten de werkzaamheden in een jaar en een paar weken tijd gereed zijn, dus werd er met twintig schilders van Coolen aan het project gewerkt. “Uitloop was niet mogelijk, want in september moest de school gaan draaien. Dat was best spannend, zeker omdat we ook afhankelijk waren van de vorderingen van de andere disciplines en de weersomstandigheden.”

6.000 ruitjes Het meeste werk (“50 procent van de tijd”) ging zitten in herstel van de stalen gevelkozijnen. Niet verwonderlijk, want wie een blik langs de oude gebouwen werpt ziet een veelheid aan kleine ruitjes. Van Bree: “Het zijn er bijna 6.000. We hebben de oude stopverf er uitgehakt en er een duurzaam systeem op aangebracht.” Het gaat om twee lagen SigmaCover 280, een


Verf & cultuur

Van Bree (links): “Dit soort vlekken zou je eraf kunnen poetsen met een nagelborsteltje; de vraag is wel of ze dat ook doen.” Buijs (rechts): “Dit is de eerste te reinigen muurverf die

niet gaat glanzen , hoe vaak je ‘m ook schoonmaakt. Het product is leerlingproof.”

tweecomponenten-epoxyprimer met goede corrosiewering, die na het plaatsen van het glas is aangestopt met een MS-polymeerkit. De kozijnen zijn uiteindelijk geschilderd met Sigma S2U Primer en Sigma S2U Gloss. Buijs: “Die SigmaCover is een soort rubber, dat je niet zoals stopverf iedere acht tot tien jaar moet vervangen. Dit product is dus technisch duurzaam. Maar de duurzaamheid zit er ook hier in dat schilders door de lagere onderhoudsfrequentie minder vaak heen en weer hoeven te rijden, er dus minder CO2-uitstoot aan verbonden is.” Van Bree voegt toe: “Het scheelt nogal of die kozijnen binnen het onderhoudsplan vijf keer of drie keer overgeschilderd moeten worden. Sigma heeft ons de onderhoudstermijn gegarandeerd.” Geen onbelangrijk detail, want Schildersbedrijf Coolen moest richting de opdrachtgever met een onderhoudsplan voor de komende dertig jaar over de brug komen. “Aan een partij die nu een heel goed product kan leveren, maar volgend jaar mogelijk niet meer bestaat, hebben we niks in zo’n project. Met Sigma hadden we al ervaring als betrouwbare partij voor de lange termijn.” En over die lange termijn gesproken: “Het laatste onderhoud binnen dit plan staat voor over 24 jaar gepland. In dat jaar word ik 68 en mag ik als het goed is met pensioen.” •

verf&inkt 29 - 2013

Toegepaste producten •

15.000 vierkante meter ProGold Glasweefsel, in diverse kleuren afgewerkt met Sigmatex Superlatex Matt (DUBOKeur) en met de nieuwe extra reinigbare binnenmuurverf Sigmapearl Clean Matt (5.500 vierkante meter);

• buitenschilderwerk hout en metaal: Sigma S2U Primer en Sigma S2U Gloss; • buitenschilderwerk beton: Sigma Façade Topcoat Satin; • binnenschilderwerk hout en metaal: Sigma S2U Nova Primer, Sigma Multiprimer en Sigma S2U Nova Satin; • binnenschilderwerk blank: Sigmavar WS Project Satin.

33


vvvf verenigingsnieuws

VVVF deelnemer Green Deal Duurzaam Hout Wientjes gastspreker op ledenvergadering De VVVF-ledenvergadering wordt gehouden op 12 december in Van der Valk Hotel Hilversum, De Witte Bergen in Eemnes. Tijdens de vergadering zal door middel van een openingshandeling de website veiligmetverf.nl officieel in gebruik worden genomen. Daarnaast zal voorzitter Bernard Wientjes van VNO-NCW de leden toespreken. Hij zal daarbij ingaan op de huidige economische situatie, en mogelijkheden aangeven voor de verf- en drukinktindustrie om uit de crisis te komen.

CEPE LCI Database & Eco Footprint Tool beschikbaar De Europese koepelorganisatie CEPE heeft de LCI Database en Eco Footprint Tool ter beschikking gesteld voor de VVVF-leden (zie elders in dit blad). Op 4 juni organiseerde de VVVF een workshop om te laten zien hoe verffabrikanten de database en tool kunnen gebruiken om de duurzaamheid van hun verfproducten uit te rekenen. (foto: directeur Jan van der Meulen van CEPE aan het woord)

Medewerkers gezocht voor revisie van PGS 15-richtlijn Het VVVF-bureau is op zoek naar medewerkers die willen deelnemen aan werkgroepen in het kader van de revisie van de PGS 15-richtlijn. Voor meer informatie: Gerrit Jonkers, stafmedewerker Technische Zaken, 070 444 0680, jonkers@vvvf.nl.

34

Op donderdag 20 juni 2013 was Martin Terpstra namens de VVVF mede ondertekenaar van de Green Deal Duurzaam Hout. Het betreft een initiatief van de overheid en het bedrijfsleven om duurzaam hout (lees: duurzaam bosbeheer) te promoten. De VVVF heeft daarbij het volgende aangegeven: “Daar waar de verffabrikant betrokken is bij projecten van opdrachtgevers voor nieuwbouw, renovatie of onderhoud van vastgoed of infrastructuur, zal hij zijn invloed aan-

Norm voor brandvertragende verven

wenden ter bevordering van de keuze van duurzaam geproduceerd hout, duurzame gevelelementen, het gebruik van duurzame verf en duurzame applicatie.”

Nieuwe leden Onlangs hebben zich drie nieuwe leden aangesloten bij de VVVF. Het gaat om Chromaflo Technologies (buitengewoon lid) in Maastricht, Rolsma Lijnolieverven (gewoon lid) in Enschede en transporteur Broekman Logistics Division (buitengewoon lid). Chromoflow is de grootste onafhankelijke wereldwijde leverancier van onder meer pigmentdispersies aan de coatingsindustrie. Rolsma Lijnolieverven maakt verf op basis van lijnolie. De lijnolie komt onder andere uit Canada. Sinds het voorjaar van 2012

heeft het bedrijf in de gemeente Raalte eigen vlasteelt voor de lijnolieverfmakerij. Broekman Group is in 1960 opgericht als Scheepvaartmaatschappij Broekman Motorships. De wortels van het bedrijf liggen in de Rotterdamse haven. Inmiddels telt Broekman vijf divisies: Automotive, Logistics, Shipping, Special Products en Corporate. Met dertig vestigingen in acht verschillende landen, van Europa tot in het verre oosten. Broekman Logistics Division BV levert haar gespecialiseerde logistieke diensten onder meer aan de verf- en drukinktindustrie.

Ledenbijeenkomsten 2014 Het VVVF-bestuur heeft de voorlopige planning voor de verschillende ledenbijeenkomsten in 2014 (en begin 2015) goedgekeurd. Onder voorbehoud gaat het om de volgende vergaderingen: feb/mrt Bijeenkomst Kennisdelen in de keten ‘Reach-CLP’ mrt/apr Workshop EPD’s ontwikkelen voor Milieu Database mrt/apr Informatiebijeenkomst CLP-Labeling apr/mei Stakeholdersbijeenkomst Duurzaam Onderhoud mei/jun Bijeenkomst Veiligheid Voorop sept Netwerkbijeenkomst Logistiek sept/okt Informatiebijeenkomst Nanotechnologie okt/nov Workshop Sociale Innovatie nov Informatiebijeenkomst wet- en regelgeving nov Themabijeenkomst voor drukinktleden dec Algemene Ledenvergadering febr 2015 Coatings Innovatiemiddag 2015 Informatie over de bijeenkomsten zal voortdurend via de ledensite, de website en in nieuwsbrieven worden gecommuniceerd.

Er is geen onduidelijkheid meer over de geldende norm voor brandvertragende verven in Nederland, te weten de norm NEN-EN 13881-deel 8. De leden van de VVVF zullen nog slechts conform de Europese norm NEN-EN 13881-deel 8 brandwerende verf op de markt brengen.

‘Ouders in Actie!’ Op 21 november startte de campagne ‘Ouders in Actie’. De campagne is een initiatief van de NVWA en VeiligheidNL. Ook de overheid en het bedrijfsleven zijn erbij betrokken. De komende weken gaan bezorgde ouders op een positieve manier aandacht vragen voor de nieuwe gevaarsymbolen op huishoudchemicaliën. Per jaar zijn er 6.500 ongelukken met huishoudchemicaliën. Ook producten als verfverdunners en verfreinigingsmiddelen behoren hiertoe. De VVVF ondersteunt de campagne. De leden zijn bezig om de nieuwe etikettering te implementeren op de verfproducten.

VVVF steunt actie Winterschilder De actie tot promotie van de ’winterschilder’ wordt ook dit seizoen gevoerd op initiatief van OnderhoudNL. Deze actie is er opnieuw op gericht consumenten over te halen schilderwerk te laten doen in de winter, het jaargetijde waarin de vakman prima schilderwerk kan afleveren. De winterschilder kan bovendien extra voordelig zijn. VVVF-leden hebben de mogelijkheid gekregen via de VVVF ‘vriend’ van de winterschilder te worden door de campagne financieel te steunen. Voor meer informatie: Martin Terpstra, directeur VVVF, 070 444 0680, terpstra@vvvf.nl.

@verfeninkt Volg ons op Twitter


‘it’s in our nature!’

Eskens steunt dit jaar het goede doel KWF

Eskens Benelux B.V. T: + 31 172 430181 Eskens Benelux nv T: + 3 2 1 5 4 5 1 5 0 0 info@eskens.com w w w. e s k e n s . c o m

coating dispersing dosing filling grinding mixing packaging shaking regenerating

PARTNER IN INNOVATIE

Meer dan alleen houtonderzoek! • INNOVATIEF ONDERZOEK PRODUCT-, PROCES- EN MATERIAALINNOVATIE: (wetenschappelijke) kennis toepasbaar maken voor de praktijk en uitvoeren van experimenteel laboratoriumonderzoek.

• ADVISERING:

materiaalkeuze, bewerkings- en applicatiemethoden, certificatietrajecten (IKB) en bedrijfsprocessen.

• SCHADEONDERZOEK:

oorzaken van schade en houtaantasting vaststellen en adviezen voor herstel en verbeteringen.

• TESTEN EN ONDERZOEK VOLGENS NORMEN EN RICHTLIJNEN: materiaaleigenschappen; prestaties van halffabricaten en eindproducten, milieuaspecten van materialen.

SHR beschikt over uitstekende test- en laboratoriumfaciliteiten én meetapparatuur voor op locatie.

SHR

Nieuwe Kanaal 9b | Postbus 497 | 6700 AL Wageningen Tel: (+31) 0317 467 366 | Fax: (+31) 0317 467 399 | info@shr.nl | www.shr.nl


Wij wensen u een gezond, succesvol en kleurrijk 2014

Hildering Packaging heeft met Can Decors een verpakkingslijn ontwikkeld speciaal voor het topsegment decoratieve verven en lakken. De verpakking is in kleine oplages volledig te bedrukken, waardoor u uw product optimaal kunt vermarkten en uw boodschap kleurrijk kunt communiceren. Met deze hoogwaardige blikverpakking onderscheidt u zich in het schap.

Zandvoortstraat 69 T +31 (0)255 510 409

1976 BN IJmuiden F +31 (0)255 512 801

The Netherlands info@hildering.com

www.hildering.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.