VVVF Verf&Inkt 34 (maart 2015)

Page 1

verf&inkt magazine van de verenig ing van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 34 - maart 2015

Verfmarkt maakt zich op voor

‘de nieuwe realiteit’ Ons beroep op: Kunstenaar Johnny Beerens: ‘Verf veel veranderd in 20 jaar’ De mens achter… Ron Hulst, wetenschapper in het MKB: ‘Heldere definitie biobased nodig’

Ben Berkel vertrekt na 15 jaar en 166.230 km Start nieuwe cao-ronde Onderhandelaars laden zich op na ‘akelige periode’ Valspar maakt serieus werk van veiligheid


Vision on quality www.tqc.eu

N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R VOOR DE VERFINDUSTRIE TQC

TQC

TQC

AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR

AUTOMATISCHE CUPPING TESTER

WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER

Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.

Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.

Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.

• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren • Intuïtieve bediening • Vele instelmogelijkheden

• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding • Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat • Deformatie vooraf instelbaar in mm

• Voor droge en natte testen • Test tot vier proefstalen tegelijk • Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen

TQC

TQC

TQC

GLANSMETERS

AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS

Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten

Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).

TQC PRODUCEERT INSTRUMENTEN EN TOEBEHOREN VOOR HET TESTEN VAN ONDER ANDERE

• Drie modellen: SoloGloss 60°, Duogloss 20°/60°, Polygloss 20°/60°/85° • Uniek in stabiliteit en robuustheid • Geïntegreerde kalibratie standaard • Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek) • Incl. Ideal Finish Analysis software

TQC B.V. Molenbaan 19

• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid • Ook handmatig instelbaar

2908 LL Capelle a/d IJssel Nederland

• • • • • •

viscositeit dekkracht lopersvorming droogtijd slagvastheid natte laagdikte

• • • • • •

densiteit vloeiing maalfijnheid elasticiteit metamerie adhesie

TQC is dé RAL distributeur van Nederland!

+31(0)10 - 79 00 100 +31(0)10 - 79 00 129

info@tqc.eu www.tqc.eu


ons beroep op verf & inkt

Johnny Beerens herschilderde ‘zijn’ Oostburgse watertoren Zeeuws-Vlaming Johnny Beerens geniet landelijke bekendheid door zijn intrigerende beschildering van de watertoren van Oostburg. In 1995 bracht hij met Sigma-verf een water lekkende ‘wond’ aan. Vorig jaar restaureerde hij het werk. Bijna zestig meter hoog, in een glazenwassersbak. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Peter Nicolai

In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf & drukinkt van doen hebben en daar enthousiast over vertellen. Deze keer: Johnny Beerens uit Breskens. De kunstenaar verwierf landelijke bekendheid met de beschildering van de markante watertoren van Oostburg.

‘Verf is in 20 jaar veel veranderd’

Van 2 mei tot en met 6 september is werk van Johnny Beerens te zien in het Gorcums museum op de Grote Markt in Gorinchem. Titel van de expositie, waar twintig Nederlandse kunstenaars voorbeelden van papierkunst tonen, is ‘Papier in de hoofdrol’. www.gorcumsmuseum.nl/tentoonstellingen

anders. De kleuren zelf waren onveranderd, maar andere bindmiddelen en andere pigmenten leidden tot andere resultaten bij het mengen.” “Een paar jaar nadat ik het beeld op de watertoren had aangebracht, kreeg ik een vergelijkbare opdracht in Breskens. In de vissershaven bracht ik een autonoom beeld aan op een hoge graansilo: vijf broden en twee vissen. De verf werd toen beschikbaar gesteld door Caparol.”

We woonden er een paar straten vandaan. Als kind zag ik door mijn slaapkamerraam de grote witte watertoren van Oostburg. In 1994 vroeg de gemeente kunstenaars een voorstel in te dienen voor een kunstwerk. Ik dacht meteen aan de toren. Vanuit de religieuze traditie van de schilderkunst maakte ik een ontwerp dat refereerde aan de wond van Christus aan het kruis. Omdat het bedoeld was voor een watertoren sijpelde er geen bloed uit, maar water, het symbool voor terugkerend leven. Daarom ook liet ik de zee terugkomen in de druppels. Ik noemde het ‘Levensbron’. Het ontwerp werd uitverkoren en in 1995 bracht ik het aan.” “De toren was toen nog in gebruik. Er was koud water in de bassins opgeslagen, buiten brandde de zon op de wand. Daardoor stond het oppervlak steeds onder spanning. De verf moest blijven meebewegen met het uitzetten en krimpen van de buitenwand. Ik kwam uit bij Sigma Façade Elastocoat, de verf die ook was gebruikt voor de witte ondergrond. De eigenschappen daarvan zijn niet te vergelijken met olieverf of acrylverf waarmee kunstschilders doorgaans werken, maar het viel me niet tegen. De gevel-

verf&inkt 34 - 2015

verf was smeuïg, ik kon nat in nat werken. Ik moest alleen rekening houden met een korte droogtijd.” “De toren is 55 meter hoog, ik moest werken vanuit zo’n glazenwassersbak. Dat was best angstig. Ik kreeg instructies van een Italiaan en een Fransman die geen Engels spraken en ik stond te schilderen bij windkracht vijf. De eerste keer bleef ik uit veiligheid op mijn knieën zitten, later wende het.” “Ik had een schaalmodel gemaakt op basis van de bouwtekeningen. Daarop had ik het ontwerp getekend. Op de torenwand zette ik punten van waaruit ik op het zicht de rest schilderde. Natuurlijk ging het niet allemaal in één keer goed. Ik moest vaak omlaag om het resultaat te zien en weer omhoog om het aan te passen. Bij elkaar heb ik er drie weken over gedaan. Gek genoeg kostte de restauratie me afgelopen jaar een week méér. Dat had onder meer te maken met de veranderde samenstelling van de verf, waartoe de fabrikant verplicht was door gewijzigde wetgeving. Twintig jaar geleden had ik de mengverhoudingen zorgvuldig gedocumenteerd, maar de uitkomst was nu heel

“De toren en de graansilo hebben mijn naamsbekendheid vergroot, maar het waren projecten die afwijken van mijn gebruikelijke werk. Ik maak hoofdzakelijk werken die zijn opgebouwd uit verschillende lagen zelfgeschept aquarelpapier. Vaak zijn mijn werken geïnspireerd op de natuur aan de Zeeuwse kust of plekken in de Noorse natuur waar ik een paar keer per jaar aan het werk ben. Het is arbeidsintensief werk, dus ik heb geen hoge productie.” “Ik rijd geregeld langs de watertoren en ik ben trots op het eindresultaat. Ik weet hoeveel ik heb afgezien tijdens het herschilderen. Het is bovendien een geesteskind van me, een visitekaartje. Het was daarom goed te ervaren dat er een actie van de bevolking op touw werd gezet om de restauratie mogelijk te maken. De gemeente stelde geld beschikbaar op voorwaarde dat er draagvlak was. Dat bleek gelukkig het geval. Ik had de schildering niet graag zien verloederen. Ik vind het resultaat mooi geworden: de vorige verf was erg mat, die nieuwe is semiglanzend. Daardoor is hij dieper van kleur. Bovendien zal hij waarschijnlijk minder vuil aantrekken.” “Ik heb het materiaal ingekocht bij verfgroothandel Luijten-VVZ. Allemaal blikken van tien liter, bij elkaar 280 liter. Van sommige blikken gebruikte ik maar een klein deel. Alles bij elkaar heb ik ongeveer de helft van die 280 liter verwerkt. Wat ik onrechtvaardig vind is dat muurschilderingen onder het hoge btw-tarief vallen, terwijl op gewoon schilderwerk het lage tarief van toepassing is vanwege de crisis. Dat zou voor de kunstenaar, die erg arbeidsintensief werk levert, ook mogen gelden, lijkt me.

3


The difference between a packaging supplier and a value added packaging partner is the difference between spending money and saving money

Want to know why and how?

Contact us!

Packaging Management From Another Perspective

Coldenhovenseweg 79 - 6961 EC Eerbeek - Postbus 108 - 6960 AC Eerbeek - Tel: +31 (0)313- 67 95 30 Fax: +31 (0)313- 67 95 31 - E-mail: bark@bark-verpakkingen.com - Internet: www.bark-verpakkingen.com


inhoud 34 - maart 2015

De nieuwe realiteit

Hoe ziet de wereld er voor de verf- en drukinktindustrie uit na een lange en diepe crisis? Goed, maar niet uitbundig, lijkt de conclusie na een blik op de cijfers en een rondje deskundigen. Het herstel zet door, maar de tijden van voor de crisis komen niet terug. Het is zaak te leren leven met de nieuwe realiteit. Pagina 12

Verder in dit nummer: 3 Beroep op: Johnny Beerens, kunstenaar 5 Inhoudsopgave 7 Branchenieuws en voorwoord 9 Branchenieuws en colofon 20 De mens achter: Ron Hulst 22 Verfindustrie werkt aan stoffen 24 Kluijtmans 27 Coatings Innovatie Dag 31 Gastcolumn: Annet Sluer over CLP 33 VVVF-Nieuws 34 Valspar en veiligheid 38 VVVF-nieuws

Na 166.230 kilometer…

Hij heeft het nagerekend: in vijftien jaar reed hij 166.230 autokilometers voor de VVVF. Ben Berkel is gestopt als bestuurslid en - hij was het de afgelopen twee jaar - voorzitter van de VVVF. Hij kijkt terug op een hectische periode, waarin de VVVF veranderde van een ‘Heerensociëteit’ in een echte belangenorganisatie. Bovendien werd de verf- en drukinktindustrie geconfronteerd met steeds strengere wetgeving en met de zwaarste crisis uit haar bestaan. Pagina 18

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

Volgende maand start een nieuw rondje cao-overleg in de verf- en drukinktindustrie. Een overleg dat is belast met de gebeurtenissen van afgelopen najaar, toen de bonden vanuit het niets eisten dat de overeengekomen cao ook zou gelden voor de fabrikanten met een eigen ondernemings-cao. “De onderhandelingen waren heel constructief”, blikt VVVF-onderhandelaar Robbert van der Eijk terug, “maar we moeten even nieuwe motivatie vinden na deze akelige periode.” Pagina 28

verf&inkt 34 - 2015

Het volgende nummer van Verf&Inkt verschijnt in juni

5


verlengtuiten

aluseal

DIN 24 32 42 57 69

balgsluiting

kinderveilig

opzetstukken

kunststofsluiting REL 24 32 42 57

gemonteerde kwast

voor blik, aerosols en plastic verpakkingen

Mus Verpakkingen cans & closures

Bekijk al onze sluitingen tijdens de Empack 2015 in Den Bosch, stand A209 Mus Verpakkingen BV | Herfordstraat 9 | 7418 EX | NL - Deventer T +31 (0)570 629 299 | info@musverpakkingen.nl | www.musverpakkingen.nl


Branchenieuws

AkzoNobel wint kort geding over illegaal gebruik software AkzoNobel heeft begin deze maand het kort geding gewonnen tegen Kirs over het illegale gebruik van AkzoNobel verfmengsoftware. Enige tijd geleden heeft AkzoNobel geconstateerd dat Kirs, zonder hiertoe gerechtigd te zijn, beschikte over de software en kleurendatabases van AkzoNobel. Kirs installeerde deze op verfmengmachines van haar klanten. AkzoNobel stapte naar de rechter om haar intellectuele eigendomsrechten en know-how op de software te beschermen en het ongerechtvaardigde gebruik daarvan tegen te gaan. Dit doet AkzoNobel mede om klanten die deze software legaal gebruiken te beschermen. AkzoNobel heeft voor het mengen van haar verven unieke software ontwikkeld, die ervoor zorgt dat de juiste kleurrecepten worden gebruikt, en dat de verf met de juiste basispasta en in de juiste percentages wordt gemengd. De software is alleen geschikt voor het afmengen van AkzoNobel-verf, niet voor verf van andere fabrikanten. De software is beschermd door het auteursrecht en deze rechten zijn eigendom van AkzoNobel. Alleen verfwinkels aan wie AkzoNobel deze software levert krijgen een gebruiksrecht.

Kleurconverter van Sikkens De kleurconverter van Sikkens maakt het mogelijk om snel en eenvoudig kleurcombinaties op te zoeken die zelfs iemand met kleurenblindheid kan zien. De kleurencirkel toont kleurcombinaties zoals ze worden waargenomen door mensen die kleurenblind zijn maar ook door anderen die geen gezichtsbeperking hebben. Dankzij de draaifunctie zijn kleuren uit te zoeken die niet verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd. Een matrix op de achterzijde van de converter geeft aan welke combinatie men moet mijden in het geval van kleurenblindheid.

Koopmans Verf in ‘Durf te vragen’ Na een optreden in ‘De Succesfactor’ en een wekelijkse verschijning in ‘Robs Grote Tuinverbouwing’ is Koopmans Verf ook te zien geweest in het RTL4 programma ‘Durf te vragen’. In dat programma worden kijkers uitgedaagd vragen in te sturen zodat de redactie aan de slag kan met het antwoord. De presentator trekt vervolgens het land door om alles te weten te komen over het onderwerp. Op deze manier komen de meest bijzondere, grappige en interessante vragen aan de orde. De vraag die in de uitzending met Koopmans Verf centraal stond, was: ‘Hoe herken je een goede verf?’ Door middel van een rondgang door de fabriek gaf Ad Verbree (R&D bij Koopmans Verf) antwoord op deze en andere vragen en werd een kijkje achter de schermen geboden. Het programma werd uitgezonden op 1 maart en herhaald op 7 maart. De uitzending is nog een jaar te zien via http://www.rtlxl.nl/#!/gemist/ durf-te-vragen-338968. 4

verf&inkt 34 - 2015

voorwoord

De nieuwe realiteit De nieuwe realiteit. Daarover gaat het verhaal verderop in deze Verf&Inkt. Onze branche komt uit een lange en diepe crisis en we staan aan de vooravond van een voorzichtig herstel. Dat is tenminste wat alle deskundigen ons vertellen en vanuit de praktijk kan ik dat beeld bevestigen. De nieuwe realiteit houdt in dat de marktomstandigheden verbeteren, maar voorlopig niet zo Himmelhoch jauchzend zullen zijn als in de jaren voor de crisis. Het is de vraag hoe erg dat is, maar we zullen het ermee moeten doen. Het wordt dus hard werken om afzet en omzet op peil te houden en toch tijd en geld te vinden om te blijven innoveren, want daarvan zullen we het op de langere termijn moeten hebben. Maar een branche die zo’n lange crisis heeft doorstaan, zal ook aan de nieuwe realiteit wennen en zijn weg erin vinden, is mijn overtuiging. In dit nummer staat ook het afscheidsinterview met Ben Berkel. Ben was vijftien jaar bestuurslid en van december 2012 tot december 2014 voorzitter van de VVVF. Dat was een moeilijke periode voor de vereniging: net als veel lidbedrijven moest ook de organisatie de tering naar de nering zetten. Onder voorzitterschap van Ben is dat proces in goede banen geleid. Vanaf deze plek wil ik hem daarvoor hartelijk dank zeggen. En niet alleen daarvoor. Ben heeft zich vijftien jaar op verschillende plekken ingezet voor de verf- en drukinktindustrie. Hij heeft dat, net als andere bestuursleden, gedaan in zijn ‘vrije tijd’, in uren die hij niet kon besteden aan zijn bedrijf of aan privé-activiteiten. Als ik om me heen kijk, dan zie ik steeds meer jonge ondernemers aan het roer staan van bedrijven in onze sector. Jonge honden die met kennis van zaken en enthousiasme aan de slag zijn om hun bedrijf op te stoten in de vaart der volkeren. Geweldig om te zien. Ook al omdat ze vaak nieuwe ideeën hebben over markten, producten en hun betekenis voor de samenleving. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed gaat komen. Aan de andere kant zie ik de gezichten van bestuursleden om me heen. Ik ken ze allemaal en sommigen ken ik al een hele tijd. Ze vervullen hun bestuursfunctie met enthousiasme en plichtsbetrachting, maar soms maak ik me zorgen. Een organisatie moet niet te lang steunen op een beperkt aantal goedwillenden. Zo nu en dan is de toevoer van vers bloed in een bestuur wenselijk of zelfs noodzakelijk. Vers bloed ontlast de mensen die al lang hun beste krachten inzetten voor de vereniging en - minstens zo belangrijk - brengt nieuwe meningen en gezichtspunten met zich mee. Ik realiseer me dat het je inzetten voor een vereniging een prijs vraagt, maar gezien het belang voor de collectiviteit en daardoor ook voor individuele bedrijven, durf ik een beroep te doen op onze jonge honden. Houd de VVVF sterk en modern, zodat we de nieuwe realiteit aankunnen. Michel Kranz, voorzitter VVVF 7


A D VA N C E D M I X I N G S O LU T I O N S 21-23 april 2015 Nürnberg, Duitsland Wij staan in hal 6 stand 209

MULTI SHAFT DISSOLVER MENGMACHINES

MENGMACHINES MET DRUK- EN VACUÜM SYSTEEM

ZET-KNEADER MACHINES

PLANETAIRE MENGMACHINES

HYDRAULISCHE PERSMACHINES

HORIZONTALE (PLAMUUR) MENGMACHINES

Solvica B.V. • De Rijnlandse Roe 5 • 8252 JS Dronten • The Netherlands +31 (0)321-331066 • info@solvica.com • www.solvica.com


colofon

Branchenieuws

Sigma S2U Nova: verlenging ‘open tijd’ resulteert in optimale verwerkbaarheid Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt vier keer per jaar. Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden. Redactie Jos de Gruiter (hoofdredactie), Adriaan van Hooijdonk, Annet Huyser (eindredactie), Dorine van Kesteren en Anton Stig. Redactieadres Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam 070 3378734 degruiter@vvvf.nl Vo r m g e v i n g GrafischeZaken, Den Haag Druk Impressed, Pijnacker Advertentie-acquistitie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS Den Haag Telefoon 070 3234070 info@mooijmanmarketing.nl

© VVVF Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF.De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen.Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.

verf&inkt 34 - 2015

Sigma Coatings introduceert een nieuwe, watergedragen lak, Sigma S2U Nova met LTA+-technologie. Door de unieke combinatie van bindmiddelen is het geverfde oppervlak beter beschermd tegen krassen, huidvet en vuil. De hardheid van de watergedragen lak is vergelijkbaar met de hardheid van een alkydlak. Daarnaast is de laagdikte van de lak verhoogd met 5 µm naar 35 µm. Dat zorgt voor een betere dekking. Door de bindmiddelcombinatie en de hogere laagdikte is de ‘open tijd’ van de lak verdubbeld. Dit zorgt ervoor dat de lak lange tijd goed blijft vloeien en dus beter te verwerken is. Bovendien is Sigma S2U Nova zeer kleurvast. Dit alles is het resultaat van de verbeterde samenstelling en de unieke LTA+-technologie. Deze maakt gebruik van een speciale bindmiddeltechnologie, aldus fabrikant PPG. “De zogenaamde

cross-linking zorgt voor een sterkere verbinding van de polymeren (onder andere polyurethan) in de lak”, aldus technical manager Architectural Coatings Gerard van der Worp bij Sigma. De lak heeft een DUBO-keur. Hierdoor is de watergedragen Sigma S2U Nova een van de milieuvriendelijkste lakken op de markt.

Balkenende onderscheidt duurzame ideeën Van Wijhe Onder de naam Groene Kikker Contest schreef Van Wijhe Verf vorig jaar een wedstrijd uit onder zijn medewerkers. In teams konden zij een duurzaam idee inleveren. Een jury, bestaande uit oud-premier Jan Peter Balkenende, wethouder Economische Zaken René de Heer van Zwolle en oprichter Jan van Betten van duurzaamheidsplatform Nudge maakte een keuze uit meer dan 50 ideeën. Het winnende idee is een ontwerp voor het reinigen van blikken met een hogere efficiency en minder restafval. Van Wijhe brengt het idee ten uitvoer. De ingediende ideeën varieerden van een concreet plan voor een nieuw, duurzamer verfproduct tot het beter en efficiënter delen van kennis. Ook waren er ideeën voor verduurzaming van interne processen. De Groene Kikker Contest is een vervolg op de themaweek duurzaamheid bij Van Wijhe uit oktober 2013. In die tijd werden veel duur-

zame initiatieven geopperd, die inmiddels ten uitvoer zijn gebracht. De activiteiten worden gestimuleerd door het interne Greenteam, dat bestaat uit medewerkers die zich sterk maken voor een duurzame sector. Onlangs werd tevens de nieuwe corporate duurzaamheidsbrochure van Van Wijhe gepresenteerd.

Sikkens iPad app

Interactief AkzoNobel

De Sikkens Designer-app is een gratis app voor de iPad voor professionele ontwerpers in de commerciële verfindustrie. Professionals kunnen de app gebruiken om conceptborden uit te werken en te delen met collega’s en klanten. Dankzij een interactief canvas kunt u kleurstroken uit het 5051-kleurpalet kiezen of eigen kleuren selecteren en ze meteen integreren in uw schema met beelden en notities. De app bevat ook onze Colour Futures-lijn met opkomende trend- en stijlkleuren

AkzoNobel heeft zijn jaarverslag over 2014 online beschikbaar gesteld, inclusief uitgebreide informatie over de jaarresultaten en duurzaamheidsprestaties. De interactieve website is tevens beschikbaar als app voor de iPad en maakt gebruik van infographics en intuïtieve functies. Het verslag is te raadplegen via www.akzonobel.com/report of via de te downloaden app in de app-store. De gedrukte versie bevat de interactieve Layartechnologie die linkt naar de online versie. Deze versie komt in april beschikbaar.

9


Bezoek o EuropeannCs op de HAL 5, staonatings Show d

110

Uw partner voor kunststof verpakkingen voor: · · · ·

Pigmentpasta Watergedragen autoreparatielak Verf Drukinkt

Zowel standaard standaard potten als speciaalverpakkingen. nagenoeg restloos Zowel potten als leegbare speciaalverpakkingen. Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze 8408 opkijk deop Eurofinish Voor meer informatie en stand voorbeelden 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . www.bema.nl Deltastraat 14, 4301 RC Zierikzee

Tel. +31 111 418807 info@bema.nl

• ERNAT 100

Lecithin based dispersing additives

• Pigments • Fillers • Minerals

Innovative Ingredients

Chemicals B.V. Stoomloggerweg 1 - 3133KT Vlaardingen T 010 4601544 - info@eandr.nl - www.eandr.nl

02-2014 Vert Ink AZO N5 ndl Pfade 96x267 28.02.14.indd 1

08.02.14 14:09


Branchenieuws

Amerikaans patent voor Baril Coatings Goud en zilver bij De Vos Verf De Vos Verf heeft twee loyale medewerkers onderscheiden. André Mientjes en André Vieselman waren respectievelijk 40 jaar en 25 jaar in dienst van het bedrijf. Kleurmaker André Mientjes (rechts) kreeg namens de VVVF uit handen van directeur Paul de Vos de gouden medaille uitgereikt. Logistiek medewerker en chauffeur André Vieselman (links) ontving de zilveren medaille.

Baril Coatings heeft een Amerikaans patent gekregen voor zijn Dual Cure Chemistry (DCC) coatingproducten. Deze lijn van producten is speciaal ontwikkeld om objecten op een duurzamer wijze te kunnen voorzien van een conserveringssysteem. DCC verbindt het beste van verschillende bindmiddeltechnologieën, zo claimt het bedrijf. “De publicatie van dit patent onderstreept wederom het innovatieve karakter van onze gehele organisatie en meer specifiek het feit dat we blijvend streven naar het verschaffen van duurzame coatingoplossingen voor onze klanten”, zegt algemeen directeur Geert Duijghuisen van de Baril Coatings Groep. “We zijn met recht enorm trots op deze nieuwe mijlpaal in de historie van Baril.”

De gepatenteerde Dual Cure Chemistry technologie omvat de nieuwe generatie coatings met superieure duurzaamheid. Baril claimt dat de combinatie van een hoog vaste-stof-gehalte en dunne-laag-technologie een “supersnelle droging zonder hulp van externe warmtebronnen” oplevert. DCC presteert beter dan alle andere typische coatingtechnologieën en levert een ultieme bescherming tegen weersinvloeden en corrosie, zeer hoge flexibiliteit, slijt- en slagvastheid. Deze extreme eigenschappen zorgen voor een verdrievoudiging van de levensduur en daarmee voor enorme reducties van de totale onderhoudskosten voor eigenaren en gebruikers, aldus Baril. Met DCC coatings worden drastische reducties van de CO2- en VOS-emissies behaald.

Hollandse lijnolie in Aquamarijn bio based

AkzoNobel breidt capaciteit in Indonesië uit AkzoNobel Performance Coatings investeert 2,5 miljoen euro in de uitbreiding van zijn fabriek in het Indonesische Cikarang. De investering zorgt voor extra capaciteit waardoor kan worden voldaan aan de verwachte groei in de vraag naar Internationalproducten van de onderdelen Protective Coatings en Marine Coatings. Naar verwachting is het project eind 2015 voltooid. “De lokale markt is de afgelopen drie jaar gegroeid en er wordt een verdere toename verwacht nu Indonesië haar positie in de petrochemische en energiesector wil verbeteren, terwijl ook een toename van nieuwe scheepsbouwprojecten wordt verwacht”, aldus managing director Mauricio Bannwart van het onderdeel Protective Coatings van AkzoNobel. AkzoNobel investeerde recentelijk vijf miljoen euro in vergroting van de capaciteit bij de onderdelen Marine Coatings en Protective Coatings in Singapore en Sunshine (Australië).

verf&inkt 34 - 2015

Ursa Paint is gestart met de productie van bio based verven op basis van door de fabrikant zelf geteelde Hollandse lijnolie. De verffabrikant uit IJmuiden wil daarmee laten zien dat een ‘circulaire economie’ mogelijk is in de Randstad. Ursa Paint produceert al 40 jaar Aquamarijn natuurverven, maar moest tot voor kort de grondstof lijnolie importeren uit Canada en Rusland. De fabrikant is continu op zoek naar verbeteringen in zijn natuurlijke grondstoffen en wil daarom onderzoeken of de vlasteelt in Nederland nieuw leven ingeblazen kan worden. Voor het verbouwen van het vlas werkt de verffabriek samen met onder meer boer Paul Bos uit Hoofddorp. De lijnolie die nu verwerkt wordt in de verven van Aquamarijn is de oogst van het vlas van 2013, die op braakliggende akkers rond Schiphol werd verbouwd. De oogst van 2013 levert de fabrikant 6.000 liter lijnolie op, genoeg voor 25 procent van zijn jaarproductie aan lijnolieverven. “Met ons ‘Hier groeit verf’-project zijn we weer een stap dichter bij het verduurzamen van onze productie”, zegt directeur Machiel van Westerhoven van Ursa Paint. “We kijken daarbij niet alleen naar de herwinbare oorsprong van onze grondstoffen, maar ook naar de herkomst. Daarmee kunnen we de milieu-impact van onze producten nog verder verlagen, en

verankeren in een regionale samenwerking.” In 2014 werd de samenwerking uitgebreid met Bio Based Connections in Amsterdam en groeide het vlas op braakliggende terreinen in het westelijk havengebied van Amsterdam. De vezel van het vlas wordt verwerkt tot een bio based composiet, de zaden zijn verwerkt tot lijnolie. Aquamarijn verven geproduceerd met Hollandse lijnolie zijn te herkennen aan het blauwe zegel.

AkzoNobel verbetert rendement AkzoNobel heeft in 2014 een positieve volumegroei en een verbetering in het rendement op verkopen gerealiseerd. Exclusief incidentele posten bedroeg het rendement op verkopen 7,5 procent. Een jaar eerder was dat 6,1 procent. Het bedrijfsresultaat exclusief incidentele posten steeg met twintig procent tot 1.072 miljoen euro (2013: 897 miljoen).

“2014 was een uitdagend jaar, gemarkeerd door negatieve valuta-effecten, een aanhoudend gebrek aan groei in Europa en een vertraging in enkele Aziatische en Latijns-Amerikaanse economieën. Tijdens het jaar bouwden we verder aan een solide basis en we blijven op koers om onze doelstellingen voor 2015 te behalen”, zegt CEO Ton Büchner.

11


verf & economie

Verfindustrie krabbelt uit de krater

Hoe ziet de

nieuwe realiteit eruit? Hoe ziet de wereld er voor de verf- en drukinktindustrie uit na een lange en diepe crisis? Goed, maar niet uitbundig, lijkt de conclusie. De tijden van voor de crisis komen niet terug, het is zaak te leren leven met de nieuwe realiteit. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

De nieuwe realiteit. Sectorspecialist bouw, vastgoed en ingenieursbureaus Leontien de Waal van Rabobank Nederland gebruikt de term een paar keer. “Het dieptepunt van de economische crisis is gepasseerd”, benadrukt ze. “2014 was een overgangsjaar en vanaf 2015 lijkt de weg omhoog definitief ingeslagen.” Maar het is een voorzichtig herstel, waarschuwt ze. “We moeten accepteren dat we in een nieuwe realiteit leven. De groeipercentages van voor de crisis zullen niet meer zo gemakkelijk gehaald worden.” De verf- en drukinktindustrie maakte een lange en diepe crisis door, met afzetdalingen tot 30 procent en verlies van zestien procent van de werkgelegenheid. De bouw stagneerde, de huizenmarkt stortte in en woningbouwcorporaties raakten in de knel, met alle gevolgen van dien voor de verfbranche. In het voorjaar van 2015 lijkt het verantwoord met optimisme naar de toekomst te kijken, al zijn mitsen en maren op zijn plaats. “De verfindustrie heeft zware jaren gehad”, zegt bijvoorbeeld René Vogels van onderzoekinstelling Panteia, “en het lijkt beter te gaan, maar voor een deel hebben die mooie cijfers te maken met het diepe dal waarin de sector was terechtgekomen.” En ook Vogels benadrukt dat nergens in de bouwketen het niveau van voor de crisis zal worden bereikt. “Dat geldt voor de bouw, de huizenmarkt, maar de komende jaren ook voor alles wat daarmee samenhangt, zoals de keukenbranche, de woninginrichting, de schilderbranche en dus ook de verfindustrie.” Volgens het kwartaalbericht Woningmarkt van de Rabobank van medio februari groeide de Nederlandse economie in 2014 met 0,8 procent ten opzichte van 2013. De analisten verwachten in 2015 een versnelling van de groei door een aantrekkende

12


verf & economie

EIB: werkgelegenheid bouw groeit De werkgelegenheid in de bouw zal dit jaar voor het eerst weer groeien na zes jaren van krimp. Dat voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB). De totale werkgelegenheid zal in 2015 toenemen met zo’n vijfduizend voltijdbanen, daarna vindt een versnelling plaats. De komende zes jaar komen er bijna 60.000 banen bij. Tijdens de crisis zijn er ongeveer 85.000 verdwenen. In totaal nam de bouwproductie, dankzij de groei van de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw, toe met één procent. Voor dit jaar wordt een plus van drie procent voorzien en zal de nieuwbouwproductie van woningen toenemen met ruim elf procent, aldus het EIB. “De groei moet wel worden bezien in het licht van de uitzonderlijk lage niveaus die inmiddels zijn bereikt.” Werden er voor de crisis nog 80.000 woningen per jaar opgeleverd, in 2014 waren dit er nog maar zo’n 45.000. In het segment onderhoud en renovatie in de woningbouw gaat het nog minder goed. Hier bedraagt de groei dit jaar anderhalf procent, mede doordat het verlaagde btw-tarief van zes procent halverwege dit jaar afloopt. Pas na 2016 zal deze ‘’negatieve impuls’’ wegebben. In de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw (gww) is de groei de komende jaren respectievelijk twee en anderhalf procent. Het herstel in de utiliteitsbouw wordt gedrukt door de hoge leegstand van kantoren en winkelpanden, terwijl de gww last heeft van dalende investeringen in infrastructuur en onderhoud.

binnenlandse vraag. De bank verwacht dat dit jaar tussen 150.000 tot 170.000 woningen van eigenaar wisselen. In 2014waren er 153.000 huizentransacties. Positief noemt de bank zaken als de verbeterde economische situatie, de dalende hypotheekrente, de stijgende nieuwbouwverkopen en de goede betaalbaarheid. Rabobank verwacht dat die positieve factoren sterker zijn dan remmende factoren, zoals de restschuldproblematiek, de versobering van stimuleringsmaatregelen en kredietbeperkingen.

Herstel breder gedragen Begin maart liet het Centraal Planbureau (CPB) weten dat het bureau de groeiverwachting voor de Nederlandse economie voor dit jaar heeft verhoogd van 1,5 naar 1,7 procent. Vooral de stijging van de dollarkoers en de daling van de olieprijs heeft het bureau optimistischer gemaakt.

verf&inkt 34 - 2015

Voor volgend jaar mikt het CPB op een vooruitgang van 1,8 procent. De groeiversnelling is hoofdzakelijk te danken aan de aantrekkende binnenlandse bestedingen. De groei van de wereldhandel blijft ook steun bieden. Econoom Tim Legierse is onderzoeker en analist bij Rabobank Nederland. Sinds vorig jaar is hij hoofd van het team Nationaal Onderzoek. Op de website van de bank laat hij zijn licht schijnen over de cijfers voor 2015. “De economische groeiverwachtingen voor Nederland zijn in onze Visie op 2015 de hoogste van de afgelopen vier jaar”, schrijft hij. “Nadat het Nederlandse BBP-volume in 2014 sneller dan verwacht een voorzichtig herstel heeft laten zien, voorzien we voor 2015 een verdubbeling van de economische groei. De werkloosheid daalt, het besteedbare inkomen van huishoudens neemt voor het tweede jaar op rij toe en het herstel op de woningmarkt zet

door. Daardoor wordt de economische groei in 2015 iets minder afhankelijk van de uitvoer. Hoewel ook dan de vraag vanuit het buitenland de belangrijkste groeimotor van de Nederlandse economie blijft, voorzien wij naast een toename van de bedrijfsinvesteringen eindelijk ook weer eens een stijging van de particuliere consumptie en de woninginvesteringen. Daardoor zal het economische herstel in 2015 ook in de op het binnenland gerichte sectoren zoals de bouw, de detailhandel en de horeca en daardoor ook op de arbeidsmarkt duidelijker te voelen zijn. De breder gedragen economische groei zal bovendien merkbaar zijn in vrijwel alle delen van het land.”

DHZ springt er uit Het herstel zal dit jaar doorzetten, maar 2014 was in veel sectoren van de verfindustrie nog uiterst mager. “Eigenlijk sprong alleen de doe-het-zelf-markt (DHZ)

4

13


verf & economie

NVM: herstel woningmarkt beter dan verwacht Het herstel van de woningmarkt was in het vierde kwartaal van 2014 beter dan verwacht. In totaal zijn er door NVM-makelaars 34.622 woningen verkocht. Dat is ruim 30 procent meer dan in dezelfde periode van een jaar eerder en bijna een verdubbeling van het aantal verkochte woningen op het dieptepunt van de crisis, zo blijkt uit voorlopige cijfers van de NVM. In de totale markt werden er in het laatste kwartaal naar schatting 46.500 huizen verkocht. Voor alle woningtypen geldt een stijging in verkoopaantallen, maar bij de appartementen is de toename het sterkst: er zijn 38,1 procent meer appartementen verkocht dan vorig jaar. In heel 2014 zijn er door NVM-makelaars 116.623 woningen (totale markt: 156.500) verkocht. De prijs van de gemiddeld verkochte woning in Nederland ligt nu op 215.000 euro. Dat is 3,5 procent hoger dan vorig jaar en inmiddels vijf procent hoger dan op het dieptepunt. NVM-voorzitter Ger Hukker verwacht een toename van het aantal transacties tussen vijf en tien procent en een prijsstijging van zo’n 2,5 tot drie procent. De NVM noemt het opvallend dat de verkooptijd van verkochte woningen, dus het aantal dagen dat het duurt om een woning te verkopen, in het laatste kwartaal van 2014 niet verder daalde. In vergelijking met een jaar eerder was de verkooptijd van verkochte woningen met meer dan een maand gedaald tot 124 dagen. In vergelijking met het derde kwartaal van 2014 nam de verkooptijd echter licht toe.

er in positieve zin uit”, zeggen Vogels en zijn collega Johan Baukema van Panteia. De DHZ-omzet steeg in volume met bijna elf procent ten opzichte van 2013. “Je kunt onderhoud even uitstellen, maar er komt een moment dat je moet schilderen”, verklaart Vogels het groeicijfer. “Maar kennelijk schakelen we minder vaak de professionele schilder in; we nemen zelf de

14

NVB: Nieuwbouw in het slop

Leontien de Waal (Rabobank): “De mediane huizenprijs is in 2014 in sommige regio’s gestegen. Maar niet overal. Er zijn grote regionale verschillen, dé Nederlandse woningmarkt bestaat niet”

kwast ter hand, ondanks de verschuiving van onderhoudswerk naar het lage btw-tarief.” Mede daardoor gingen er afgelopen jaar, ondanks de aantrekkende economie, nog altijd zo’n 65 schildersbedrijven failliet (bron: Creditsafe). “Maar DHZ was in 2014 de enige stevige groeier”, vult senior projectmanager Johan Baukema van Panteia aan. “Bouwverven, staalconservering, autoreparatielakken (-12,6 procent omzet), poedercoatings (-18,2 procent omzet) en meubellakken eindigden allemaal in de min.” (zie kader) De enige andere groeisector was die van de scheepsbouwreparatie. Vogels: “De autoreparatiebranche is een verhaal apart. Auto’s gaan langer mee, er worden minder auto’s verkocht en er wordt minder schade veroorzaakt. Ter vergelijking: in 1987 telde Nederland 240.000 ongevallen met doden en gewonden, in 2013 waren dat er nog maar 102.000. Het aantal ongevallen met uitsluitend materiële schade daalde in dezelfde periode van 196.000 naar 92.000. De afzet naar schadeherstelbedrijven nam vorig jaar opnieuw af, deze keer met ruim twaalf procent.” Vogels verwacht niet dat die trend zal worden om-

De bouw van nieuwe huizen komt maar niet van de grond. Dat komt omdat banken de geldkraan voor projectontwikkelaars hebben dichtgedraaid. Dat zegt de branchevereniging voor bouwers en ontwikkelaars NVB op basis van een onderzoek onder haar leden. “Banken maken projectontwikkelaars kapot”, stellen de NVB-leden. De ontwikkelaars haken aan bij een nog lopend onderzoek van financiële waakhond AFM naar de afdelingen ’bijzonder beheer’ van banken. De NVB schat dat meer dan de helft van alle projectontwikkelaars inmiddels op ’de pijnbank’ van de afdeling bijzonder beheer ligt. Dat betekent dat de geldkraan om nieuwe projecten te financieren dichtgaat. “Of de exploitatie van de ontwikkelaar nu gezond is of niet, eerst moeten lopende kredieten tot op de laatste euro worden afgelost”, zegt NVB-directeur Nico Rietdijk. Grootbanken als ING, Rabobank en ABN Amro proberen sinds de kredietcrisis hun risico’s bij financieringen te beperken.

gebogen. “Het is niet voor niets dat de autoherstelbranche steen en been klaagt. Er is nog veel overcapaciteit, die zal moeten worden afgebouwd.” In zijn totaliteit, over alle afzetmarkten gezien, daalde het volume van de verfindustrie in 2014 nog met 0,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Opvallend is dat de binnenlandse afzet licht steeg (1 procent), terwijl de export fors daalde (-8,3 procent).

Grote regionale verschillen Terug naar de (koop)huizenmarkt. Half januari stuurde de belangenvereniging van makelaars, de NVM, een juichend bericht de ether in. “Het herstel van de woningmarkt was in het vierde kwartaal van 2014 nog beter dan verwacht”, schreef de organisatie. “In totaal zijn er door NVM-makelaars 34.622 woningen verkocht. Dat is ruim 30 procent meer dan


verf & economie

in dezelfde periode vorig jaar en bijna een verdubbeling van het aantal verkochte woningen op het dieptepunt van de crisis. In de totale markt werden er naar schatting 46.500 huizen verkocht.” De prijs van de gemiddeld verkochte woning in Nederland ligt nu op 215.000 euro, aldus de NVM. Dat is 3,5 procent hoger dan vorig jaar en inmiddels vijf procent hoger dan op het dieptepunt. Volgens NVMvoorzitter Ger Hukker liggen de “crisiskwartalen van lage verkoopaantallen en dalende woningprijzen definitief achter ons”. De verwachtingen voor 2015 noemt de NVM “positief ondanks allerlei beperkende financieringsmaatregelen sinds 1 januari.” “De lage rente maakt de hypotheekmarkt momenteel erg aantrekkelijk”, reageert Vogels (Panteia). “Maar het is de vraag óf je hypotheek krijgt. De normen zijn aangescherpt.” “Klopt,” zegt De Waal (Rabobank), “er worden kritischer afwegingen gemaakt. Maar banken doen grotendeels wat de wetgever ons oplegt. Het is niet altijd terecht dat met een beschuldigende vinger naar de banken wordt gewezen.”

Restschuld De makelaarsvereniging verwacht een toename van het aantal transacties tussen vijf en tien procent en een prijsstijging van zo’n 2,5 tot drie procent. “Maar politieke onrust en instabiliteit in de wereld kunnen de woningmarkt verstoren.”

Heijmans in het rood door bouwcrisis

René Vogels (Panteia): “De autoreparatiebranche is een verhaal apart. Auto’s gaan langer mee, er worden minder auto’s verkocht en er wordt minder schade veroorzaakt”

“De mediane huizenprijs in 2014 in sommige regio’s gestegen”, nuanceert De Waal (Rabobank). “Maar niet overal. Er zijn grote regionale verschillen, dé Nederlandse woningmarkt bestaat niet. Wel lijkt de bodem bereikt. Wat nu van belang is, is dat er beleidsrust komt. Een verdere stijging van de prijzen zal in belangrijke mate worden bepaald door wat er gebeurt op het gebied van de financiering. De Nibudnormen zijn

ING: koophuis niet meer voor iedereen rendabel De tijd dat een koophuis automatisch in een periode van tien jaar geld oplevert voor de eigenaar, is voorbij. Dat is de belangrijkste conclusie uit een begin maart gepubliceerd rapport van ING over de Nederlandse huizenmarkt. Het komende decennium zal de gemiddelde huizenprijs met twee procent per jaar stijgen, is de verwachting van de bank. De afgelopen 45 jaar stegen de huizenprijzen jaarlijks met gemiddeld 5,3 procent. “Als je nu een huis koopt, moet je je realiseren dat het over tien jaar ongeveer evenveel waard is als dat je er nu voor betaalt”, zegt hoofdeconoom Marieke Blom van ING. De aanschafkosten, verbouwingen en inflatie zullen over een periode van tien jaar ongeveer evenveel bedragen als de waardestijging van een huis. Als oorzaken van de teruggelopen prijsstijging noemt Blom de afnemende groei van het aantal huishoudens en de afnemende groei van het gemiddelde inkomen van huishoudens. “Een huis kopen is niet meer voor iedereen en overal een goede investering”, concludeert Blom.

Bouwbedrijf Heijmans heeft vorig jaar 47 miljoen euro verlies gemaakt, ondanks het voorzichtige herstel in de woningmarkt. Net als BAM eerder in februari bekendmaakte, moet Heijmans afschrijvingen doen op de waarde van zijn bouwgrond. De waardevermindering van de grond kwam uit op veertien miljoen euro. Daarnaast was het bedrijf 29 miljoen euro kwijt aan een reorganisatie waarbij 350 banen verdwijnen, en had het bedrijf last van een tegenvaller van 11 miljoen euro bij een project in Tilburg.

aangescherpt (hoe hoog mag de hypothecaire lening bedragen ten opzichte van het inkomen) en het is van belang te weten wat een volgend kabinet gaat doen aan de hypotheekrente-aftrek. Desondanks meen ik dat de positieve signalen de negatieve overstemmen. Met de koophuizenmarkt gaat het de goede kant op.” De restschuld die veel huizenverkopers boven het hoofd hangt, ziet De Waal niet als een grote belemmering. “Een kwart van de hypotheken staat ‘onder water’, maar het is van belang hoe groot de fictieve restschuld is. De omvang van de schuld verschilt ook erg per leeftijdsgroep. Van alle huiseigenaren in de leeftijdscategorie tussen 25 en 30 jaar heeft 80 procent een restschuld, maar in de groep tussen 50 en 55 is dat nog maar 30 procent. Het is onze indruk dat alle betrokkenen ook hier de nieuwe realiteit onder ogen zien en hun verlies nemen. Een extra schuld blijft natuurlijk vervelend, maar mensen sparen om ervan af te komen. Bovendien is de tijd in hun voordeel: met het stijgen van de prijzen zal de restschuld verminderen en in sommige gevallen verdwijnen.”

Tijdperk van de consument Tussen 2008 en 2014 was sprake van een afname van de verkoop van nieuwbouwwoningen van 40 tot 50 procent; in 2013 werd het dieptepunt gepasseerd

4

verf&inkt 34 - 2015

15


verf & economie

Huizenprijzen op niveau medio 2003 Koopwoningen waren in januari 2,1 procent duurder dan in januari 2014. De gemiddelde prijs van een verkocht huis ligt hiermee al tien maanden op rij hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster. Door de stijging lagen de huizenprijzen in januari ongeveer op hetzelfde niveau als halverwege 2003. Ten opzichte van het dieptepunt in juni 2013 zijn de prijzen met 3,6 procent gestegen. Ten opzichte van de prijzenpiek in de zomer van 2008, vlak voor het volledig uitbreken van de kredietcrisis, liggen de huizenprijzen echter nog altijd 18,6 procent lager.

met ongeveer 15.000 verkochte nieuwbouwwoningen. In 2014 is het aantal verkochte woningen gestegen tot 26.000. Dat aantal zal langzaamaan stijgen, verwacht De Waal, maar ook hier moeten we rekening houden met de nieuwe realiteit. Het tijdperk van de consument is aangebroken: de portemonnee is niet meer zo gevuld en de financiering is aangepakt, dus producten worden niet meer klakkeloos afgenomen. De bouw staat voor de uitdaging om woningen betaalbaar te maken en te houden. Duurzaamheid trekt kopers niet over de streep, wel als je duidelijk kunt maken dat door specifieke investeringen het comfort wordt verhoogd en het onderhoud op langere termijn prijsvriendelijker is. Ik voorzie verder de grootschalige nieuwbouw niet massaal terugkeren. De kopers worden veeleisender, de seriegrootten kleiner.” In de huursector ziet zij soortgelijke ontwikkelingen. “De eerste taak van woningcorporaties is sociale huisvesting en het in stand houden van hun woningportefeuille. Daarbij past kostentechnisch slim onderhoud. Corporaties zullen daarnaar blijven streven.” Rabobank voorziet voor de bouwsector in 2015 een totale productiestijging van 3,5 procent, de stijging

16

voor nieuwbouw en renovatie zou kunnen uitkomen tussen de zes en zeven procent. “Daarbij moeten we wel in het achterhoofd houden dat de bouw uit een diepe krater komt”, nuanceert De Waal. “Bij een lage productie in absolute zin heb je sneller een spectaculaire toename in procenten. Er zijn echter kansen genoeg als bedrijven in de sector op een efficiënte manier en ketenoverstijgend weten samen te werken in het realiseren van totaaloplossingen.

Kantorenmarkt: structurele leegstand De situatie op de kantorenmarkt baart zorgen. Van het totale kantorenbestand staat zestien tot zeventien procent leeg, zo rekent De Waal voor. “En dan tel ik de verborgen leegstand nog niet mee. Dat is de kantoorruimte die leegstaat als gevolg van het zogenoemde nieuwe werken. Van de totale leegstand is zo’n 60 procent structureel, dat laat dus weinig ruimte voor nieuwbouw. Transformeren van kantoorruimte naar appartementen is een veelgehoorde oplossing, maar we moeten realistisch zijn: niet elk pand leent zich daarvoor en niet elke locatie is daarvoor geschikt.” Anderzijds kan de leegstand van kantoren ook weer iets afnemen als er veel leeg staat en als er op specifieke plekken huurprijsdaling is opgetreden, zegt ze. “Door de overcapaciteit is er immers veel ruimte beschikbaar voor een relatief lage prijs en dat zou bedrijven kunnen verleiden om al dan niet tijdelijk meer kantooroppervlakte per medewerker in gebruik te nemen.” Slopen van kantoorpanden is een voor de hand liggende oplossing, maar De Waal ziet de belemmeringen. “Als er twee of drie verdiepingen van een groot pand zijn verhuurd, heeft de eigenaar in elk geval inkomsten. Dan is er geen incentive voor sloop, hetgeen de eigenaar uiteindelijk geld kost.” De bedrijfskundige zou graag zien dat colleges van B&W een uiterst beroep doen op bedrijven in hun gemeente om de leegstand niet te vergroten. “Sommige ondernemers dromen ervan een geheel nieuw pand naar hun wensen te laten bouwen. Gemeentebesturen moeten ondernemers uitdagen voor de realisatie van hun nieuwe huisvesting zo veel mogelijk

naar bestaande en leegstaande panden te kijken.” Maar de wettelijke mogelijkheden zijn beperkt, erkent ze. “Er is geen wet die leegstand verbiedt.” De utiliteitssector is meer dan kantoorpanden. Fabrieken, opslagloodsen en winkelruimten bieden echter geen respijt. Zo aarzelen bedrijven met investeren in nieuwbouw of uitbreiding en leiden de toenemende online aankopen tot problemen in de retailsector. Illustratief voor de problemen in de bouw is de situatie bij architectenbureaus. Sinds het begin van de crisis is de omzet in de architectenbranche met 60 procent gezakt en is de werkvoorraad teruggelopen van zeventien naar 3,5 maand, met de aantekening

Faillissementen schildersbedrijven In 2014 gingen in totaal 65 schilders-/glaszettersbedrijven ter ziele, 35 procent minder dan een jaar eerder. Vorig jaar zijn 957 ondernemingen in de bouwsector failliet verklaard. Dat is 28 procent minder dan in 2013, het jaar waarin het recordaantal van 1.336 bedrijven het loodje legde. In 2012 waren er 1.240 faillissementen in de branche.


verf & economie

dat die werkvoorraad nu ligt te wachten op 50 procent minder medewerkers dan in 2008. “De situatie bij architectenbureaus is dramatisch”, vindt Vogels. “Bij de beroepsorganisatie BNA waren in 2008 1.550 bureaus aangesloten, nu nog 1.250 en al die bureaus werken met veel minder mensen: 60 procent van de werkgelegenheid is in deze branche verdwenen. Ik voorzie niet dat dat aantal zal toenemen. En als er minder wordt getekend, wordt er minder gebouwd”, aldus Vogels.

Geldkraan dichtgedraaid Ook de Panteia-onderzoeker ziet een nieuwe realiteit. “De consumentenbestedingen zijn decennialang aangeduwd door de overwaarde in koophuizen, die jaarlijks met vijf tot tien procent steeg. Dat is voorbij.” Vogels vraagt zich overigens af hoe schadelijk de lagere groeicijfers zijn. “Bij een jaarlijkse groei van het bruto nationaal product van drie procent verdubbel je de economie in een periode van 25 jaar. Dat moeten we niet willen.” Hij ziet daarom met tevredenheid dat consumenten terughoudend worden en eerder hun hypotheek aflossen dan geld te besteden aan een nieuwe keuken of een nieuwe auto. Vogels valt zijn Rabobank-collega bij als het gaat om de prijsontwikkeling van koophuizen. “De prijzen trekken in sommige regio’s bij, maar andere regio’s ontvolken. Het beeld wordt heel wisselend, ook al

verf&inkt 34 - 2015

door demografische ontwikkelingen. Door bezuinigingen op de zorg blijven meer ouderen zelfstandig wonen en is er dus behoefte aan woningen voor eenpersoonshuishoudens. Op termijn betekent dat een toenemende vraag naar kleinere huizen en andere woonvormen, mogelijk gecombineerd met zorg.” De trek naar de stad zal doorgaan, verwacht Vogels, omdat daar de voorzieningen zijn. Negatieve effecten gaan ook uit van de sloop van overbodige kantoorruimte en de terughoudendheid van woningcorporaties en bedrijven om de beurs te trekken voor dure projecten. “Krediet zal niet meer zo gemakkelijk worden verstrekt als voor de crisis. Aan alle kanten is de geldkraan dichtgedraaid en dat zal gevolgen hebben voor de bouw en het onderhoud aan vastgoed.” Van grotere volumes op de binnenlandse markt zal de verfbranche het in 2015 en volgende jaren niet moeten hebben. “Innovatie is het kernwoord”, zeggen Vogels en Baukema. “De eindconsument vraagt om lakken die langer meegaan en extra functies vervullen. Daarnaast ligt er een opdracht om doe-hetzelvers ervan te overtuigen dat ze professionele verf moeten gebruiken omdat daarmee betere resultaten kunnen worden behaald.” De Waal ziet mogelijkheden voor kostenvoordelen door betere samenwerking tussen fabrikanten. “Per kostencomponent zou je moeten onderzoeken of

Omzet verfindustrie 2014 t.o.v. 2013 per sector in % Bouw 3,9 Doe-het-zelf 17,4 Industrie -6,9 Scheepsbouwreparatie 7,9 Staalconservering -0,5 Autoreparatie -12,6 Totaal binnenland 4,1 Totaal export -4,5 Totaal generaal 2,5

Volume verfindustrie 2014 t.o.v. 2013 per sector in % Bouw -1,6 Doe-het-zelf 10,9 Industrie -6,8 Scheepsbouwreparatie 1,5 Staalconservering -1,6 Autoreparatie -5,3 Totaal binnenland 1,0 Totaal export -8,3 Totaal generaal -0,5

het goedkoper of slimmer kan. Waarom laat iedere fabrikant een eigen vrachtwagen naar zijn afnemers rijden en wordt er niet gekozen om dat samen met de concurrent te doen? En moet je wel alles bij de tussenpersoon of groothandel afleveren? Kun je niet voor een deel via pick-up-points de materialen op een snellere manier dichter bij de schilder brengen? Dat soort vragen.” Ze ziet voorts een opdracht voor de schildersbranche. “Als ik om me heen kijk, dan valt me op dat bij elke woning een ander busje staat van een schildersbedrijf. Er is maar zelden een schilder die zijn aanwezigheid gebruikt om een aantrekkelijk aanbod te doen aan andere huiseigenaren in dezelfde straat. Zo’n bedrijf zou bijvoorbeeld een onderhoudscontract voor een langere periode met de eigenaren kunnen afsluiten en daar ook zijn contracten met verfleveranciers op kunnen afstemmen. Dat heeft voordelen voor alle partijen, temeer daar consumenten meer zekerheid willen hebben over de kosten op de lange termijn.” •

17


Verf & vereniging

Ben Berkel gaat zich weer volledig aan Drywood Coatings wijden. Na

‘Meewerkend voorzitter’ vertrekt na 15 jaar en 166.230 kilometer

Ben Berkel:

bijna vijftien jaar is hij gestopt als bestuurslid en - de laatste twee jaar voorzitter van de VVVF. Hij kijkt terug op een hectische periode, waarin de VVVF veranderde van een ‘Heerensociëteit’ in een echte belangenorganisatie en de verf- en drukinktindustrie werd geconfronteerd met zowel steeds strenger wordende wetgeving als de zwaarste crisis uit haar bestaan. Te k s t : J o s d e G r u i t e r

‘Nieuw bloed nodig om organisatie dynamisch te houden’

Het typeert hem. Hij opereerde zo ook als VVVF-voorzitter. “Je kunt je rol beperken tot vergaderingen leiden en boegbeeld zijn, maar ik wilde op elk gebied een inhoudelijke bijdrage kunnen leveren. Daarom bereidde ik me altijd goed voor. Ik had ook niet het idee dat mijn rol wezenlijk veranderde toen het bestuur me in 2012 tot voorzitter koos. Ik zag mezelf vooral als meewerkend voorzitter.”

Hectische periode Hij heeft het nagerekend: op twee weken na was hij vijftien jaar bestuurslid van de VVVF. “Voor de gein” heeft hij nog iets nagerekend: in die periode reed hij 166.230 kilometer in zijn auto om leden te bezoeken en bijeenkomsten bij te wonen: voor een bestuurslid uit Enschede is zelfs vergaderplaats Bunnik niet echt centraal gelegen. Hij vertelt het lachend. Ben Berkel (52), directeur van Drywood Coatings, is gestopt als voorzitter en bestuurslid van de VVVF. Hij kijkt terug op een mooie periode. “Maar om een organisatie dynamisch te houden, moet er regelmatig nieuw bloed instromen”, vindt hij. En hij geeft het ruiterlijk toe: zijn plannen met Drywood verplichten hem de komende tijd alle aandacht aan het bedrijf te schenken. Markten in Scandinavië, Frankrijk en Groot-Brittannië moeten tot ontwikkeling worden gebracht en dat is precies wat hij graag doet: pionieren. Eerder veroverde hij op deze manier de belangrijke Duitse markt. In de auto stappen en potentiële afnemers benaderen. “Ik heb geen hobby’s”, verklaart hij. “Al mijn tijd stop ik in Drywood en de afgelopen vijftien jaar in de VVVF.” Ook op zaterdag is hij in het bedrijf te vinden. “In alle rust dingen doen die zijn blijven liggen.” De zondag is tegenwoordig vrij. Hij was jarenlang lid van een zangkoor, maar hij ging er tegenop zien. “De kwaliteit liep terug en als ik iets doe, probeer ik het perfect te doen. Anders heb ik er geen voldoening van.”

18

Zijn lidmaatschap van het VVVF-bestuur beslaat een lange en hectische periode. Hij zag van nabij de organisatie evolueren van een ‘Heerensociëteit’ met dikke sigaren en afsluitende borrels, tot een zakelijke belangenbehartiger. En er waren meer veranderingen. De VVVF kreeg een andere (matrix)organisatiestructuur, de wetgever legde de bedrijfstak steeds stringentere eisen op, het bedrijfstakpensioenfonds moest elders worden ondergebracht en de branche moest het hoofd bieden aan een lange en diepe crisis. “Dat zijn de grote thema’s, maar er gebeurde nog veel meer. Neem alleen al de oplossing die we moesten vinden met de Veiligheidsinformatiebladen, de aandoening ops waarop we een antwoord moesten formuleren en, als apotheose, de verwikkelingen rond de cao van afgelopen najaar, toen de bonden opeens de cao algemeen verbindend wilden laten verklaren, dus ook voor de lidbedrijven met een eigen cao.” Naast bestuurslid en voorzitter van het VVVF-bestuur was Berkel talloze jaren voorzitter van de delegatie die namens de industrie (uitgezonderd bedrijven met eigen arbeidsovereenkomsten) de onderhandelingen voor de bedrijfstak-cao voerde. Zijn stokpaardje in die rol was ‘sociale innovatie’: de cao meer toespitsen op het benutten van kansen door flexibele inzet van medewerkers en modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Het steekt hem dat hij die ambitie onvoldoende kon realiseren. “Mijn frustratie was het dat elk jaar het cao-boekje niet goed genoeg was. Steeds werden we geconfronteerd met vakbondseisen om de gaten te dichten die het overheidsbeleid had gecreëerd. Een WW-gat? De werkgever mag

het dichten. Dat soort zaken. Ik noem dat de kosten van niet-verrichte arbeid, die langzamerhand de spuigaten uitliepen. Ik wilde juist investeren in vernieuwing. In arbeidsvoorwaarden die het werk veraangenamen, in de aanpassing van werkzaamheden aan de mogelijkheden van medewerkers, in het dynamisch laten doorgroeien van mensen in de organisatie. Dat soort zaken, afspraken die verder gaan dan het huidige akkoord, waarin de seniorendagen eerlijker worden verdeeld. Maar we stuitten telkens op wantrouwen bij de bonden, die ons kennelijk nog steeds als zakkenvullers zien. Het denken in oude tegenstellingen van arbeid en kapitaal leeft daar nog steeds en dat verbaast me: zeker de mkb-bedrijven in de verfindustrie realiseren zich dat ze in directe zin afhankelijk zijn van het menselijk kapitaal; ze dragen de medewerkers op handen. Dat blijkt wel uit het gegeven dat ook tijdens de diepste crisis uit ons bestaan de werkgelegenheid in de familiebedrijven op peil gebleven is.”

Koehandel Het kostte hem moeite om het onderhandelingsspel in de vingers te krijgen, blikt hij terug. “Vooral de koehandel stond me tegen. Mijn ideaal is het nog steeds dat we afspraken kunnen maken in een gezelschap dat bestaat uit mensen die in de sector werken. Mensen met verf aan hun schoenen, van de werkvloer tot het management. Ik ben ervan overtuigd dat je in zo’n gremium tot betere afspraken komt. Afspraken die het voortbestaan van een gezonde bedrijfstak bevorderen.” Hij vergelijkt het met het overleg in zijn eigen bedrijf. “Alle neuzen kunnen in verschillende richtingen wijzen, maar als het om het bedrijfsbelang gaat, sta je in een cirkel en wijzen de neuzen naar één plek. Ik vind het nog altijd jammer dat het in het cao-overleg zo anders is. Daar sta je niet in een cirkel, maar zit je recht tegenover elkaar. Dat is al illustratief. Je zit er niet met een gezamenlijk doel, maar als partijen die opkomen voor hun eigen, vaak kortetermijnbelangen; het enige wat je bindt is dat je allebei het best haalbare compromis wil bereiken.”


Verf & vereniging

de verfindustrie in grote problemen. “Het werd een lange, diepe crisis waaraan we ons maar heel langzaam ontworstelen. Wat dat betreft kreeg ik in mijn voorzittersperiode de volle laag. We moesten echt bezuinigen. Het afgelopen jaar heeft de VVVF, ondanks alle sombere vooruitzichten, quitte gespeeld. Ik vind dat een prestatie om trots op te zijn. Als dat een jaar ten koste gaat van een grote algemene ledenvergadering, dan moet dat maar een keer.”

Veiligheidsinformatiebladen

De eerste bestuursvergadering die hij - in 2000 - bijwoonde staat hem nog levendig voor de geest. “Ik zat met omgekeerde tenen in mijn schoenen: allemaal concurrenten aan tafel! Ik was heel voorzichtig.” Die terughoudendheid raakte hij snel kwijt. “Ik kwam erachter dat er mensen in het bestuur zaten die het voor de hele verfindustrie wilden opnemen. Als vertegenwoordiger van een mkb-bedrijf kijk je misschien anders tegen onderwerpen aan dan de mannen en vrouwen van onze grote leden, maar ik merkte al snel dat er geen scheidslijn bestaat. Het bleken allemaal kundige en aimabele mensen. Daarnaast hebben kleinere fabrikanten veel baat bij de kennis en ervaring van mensen uit grote bedrijven die werkgroepen en issuegroepen bemannen. Een mkb-bedrijf heeft die mensen misschien ook wel, maar we hebben ze hard nodig in de dagelijkse business en staan ze niet graag af voor niet-productieve activiteiten.” Natuurlijk waren er ook tegenstellingen tussen vertegenwoordigers van grote en kleine lidbedrijven, erkent hij, “maar die werden altijd in goede harmonie opgelost.”

Een van de gevolgen van de economische en financiële crisis waren de moeilijkheden bij diverse pensioenfondsen. Het bedrijfstakpensioenfonds in de verf- en drukinktindustrie kreeg de volle laag. Het relatief kleine fonds had moeite om de dekkingsgraad op peil te houden en werd gedwongen te korten op de verplichtingen. De oplossing werd gevonden in aansluiting bij het pensioenfonds voor medewerkers in de grafische industrie. “Geweldig dat we dat zo hebben kunnen oplossen”, blikt Berkel terug. “Op deze wijze is zekerheid geboden aan de deelnemers.” Hetzelfde geldt voor de aanpak die de branche koos rond de veiligheidsinformatiebladen (VIB’s). “Reach, de Europese regelgeving die carcinogene, toxische en mutagene stoffen moet bannen uit producten, juich ik toe. De keerzijde was de komst van onwerkbare VIB’s. Enerzijds hebben we dat opgelost door de introductie van Werkplaatsinstructiekaarten (WIK’s), maar het blijft wel een zorg of gebruikers van onze producten zorgvuldig met de

‘De koehandel in het cao-overleg stond me tegen’

Quitte gespeeld Over het antwoord op de voor de hand liggende vraag naar hoogtepunten uit zijn vijftienjarige bestuurdersloopbaan hoeft hij niet lang te denken. “Dat we na 2005 zijn gekomen tot de huidige organisatie. Dat is niet niks geweest. Bestuursleden werden in één keer issuevoorzitter. Dat proces staat of valt met de manier waarop directie en bestuur het oppakken en dat is geweldig goed gegaan. Een ander hoogtepunt vond ik elk jaar de algemene ledenvergadering. De dagen waarop je bestuursleden in andere omstandigheden leerde kennen en waarop je alle leden weer eens bij elkaar had. Jammer genoeg hebben we juist onder mijn voorzitterschap in het kader van noodzakelijke bezuinigingen een keer moeten besluiten om de jaarvergadering in haar bestaande vorm niet door te laten gaan.” Berkels voorzitterschap speelde zich overigens in zijn geheel af in een tijd van diepe crisis. Vanaf het eerste crisisjaar kwamen achtereenvolgens de architecten, de bouw en

verf&inkt 34 - 2015

Uitstekende balans Berkel heeft heel zijn werkzame leven doorgebracht bij Drywood. Hij gunt zichzelf één week vakantie per jaar en is elke zaterdag op de zaak te vinden. “Niets bijzonders”, vindt hij zelf. “Mijn vrouw werkt ook fulltime. Ze geeft les aan de VAVO in Enschede, een school waar je vakken kunt inhalen die je nodig hebt voor je diploma vwo, havo of vmbo, maar waarvoor je eerder bent gezakt. Ze doet de klassen 5 havo en 6 atheneum. Dat gebeurt vaak in de avonduren, dus we hebben altijd een uitstekende balans gevonden, ook toen de kinderen klein waren.”

‘Meet new friends’ Berkel is een verstokt roker, zoals dat heet. En hij schaamt zich er niet voor. Sterker: “Roken is een sociale aangelegenheid, waardoor je mensen leert kennen die je als niet-roker niet spreekt. Als je in een restaurant of een kroeg zit, moet je naar buiten om te roken. Daar sta je dan met andere verbannen rokers en binnen de kortste keren maak je een praatje. In Johnny Fox’s, een pub in Dublin, hangt boven de bar een bordje: If you wanna meet new friends, smoke outside. Een waarheid als een koe. Maar inderdaad: jammer dat het niet bepaald gezond is.”

aanwijzingen omgaan. Als industrie kunnen we er alles aan doen om te voorkomen dat gevaarlijke stoffen een probleem vormen, maar met een beetje pech kunnen we toch in de beklaagdenbank komen als de instructies bij toepassing niet worden nageleefd.” Tot slot een vraag die in een afscheidsinterview niet mag ontbreken: nog goede raad voor de opvolger? “Mijn opvolger ken ik uit het bestuur, hij kan goed zijn eigen weg bepalen. Maar als ik een wens mag uitspreken: werk verder aan het uitbouwen van drie thema’s. Dat zijn innovatie, duurzaamheid en ketensamenwerking. Van die onderwerpen moeten we het in de toekomst hebben. Ketensamenwerking bijvoorbeeld is erg belangrijk als we veilig met verf willen werken. Dat is niet uitsluitend een zorg van de fabrikant. En innovatie en duurzaamheid zijn natuurlijk niet weg te denken als we over de toekomstige plaats en rol van verf en drukinkt praten.” Staan de VVVF verder nog grote uitdagingen te wachten? “De ontwikkelingen staan niet stil. GHS rolt verder uit en er zullen nog wel dingen gaan gebeuren met stoffen waarvan we nog niets weten. Brussel blijft belangrijk, CEPE blijft belangrijk en ik acht het, mede daardoor, niet ondenkbaar dat nationale brancheverenigingen nog intensiever gaan samenwerken en uiteindelijk sluit ik fusies niet eens uit. Maar als ik zo praat, lijkt het of ik straks geen lid meer ben en dat is allerminst het geval. Ik zal het kritisch maar met plezier blijven volgen. Ik hoop dat de bedrijfstak sterk blijft en dat de VVVF sterk blijft. Het bureau is daarbij een belangrijke schakel. Met een minimale bezetting worden bergen werk verzet. In 2014 is met de pensionering van twee medewerkers bij elkaar 25 jaar ervaring vertrokken. Als directeur Martin Terpstra vertrekt, wordt dat verdubbeld. Laat ik daarom als vertrekkend bestuurslid en voorzitter nog een belangwekkende oproep doen: het bestuur moet over niet al te lange tijd een goede opvolger benoemen, zodat de continuïteit is gewaarborgd.” •

19


De mens achter

Ron Hulst, hoofd R&D bij verffabrikant Anker Stuy:

‘Werken bij klein innoverend bedrijf biedt veel voldoening’ Aanvankelijk wilde hij veearts worden. Later dacht hij aan een academische carrière. Tegenwoordig is dr. Ron Hulst vooral hoofdonderzoeker bij verffabrikant Anker Stuy in het Friese Terwispel. “Werken bij een klein, serieus innoverend bedrijf, schenkt me veel voldoening”, zegt hij. Te k s t : J o s d e G r u i t e r

“Vlees. Dat was alles wat er van hem over was. Drieënveertig jaar oud, ijskoud vlees. Hij lag opgebaard in het uitvaartcentrum, in een kist die op een verhoging was geplaatst. Mensen schuifelden aan hem voorbij, bogen over de rand, mompelden iets. Het waren meer mensen dan Kai ooit in zijn leven bij elkaar had gezien, en het was niet eens een mooie dag.” Zo schrijft Auke Hulst in zijn autobiografische roman ‘Kinderen van het ruige land’ over het verlies van zijn vader. Het boek handelt over zijn jeugd op het Groningse platteland. De ontbrekende vader en een vaak afwezige moeder zorgen ervoor dat die tamelijk stuurloos verloopt. Voor oudere broer Ron waren de gevolgen van de vroege dood van zijn vader van een andere aard, maar ook ingrijpend: omdat vader zijn studie diergeneeskunde aan de universiteit van Gent niet meer kon financieren, moest hij zijn opleiding in het derde studiejaar stopzetten. Een vervolg in Nederland was uitgesloten: beide landen accepteerden in die tijd elkaars opleidingen niet. Hij moest opnieuw beginnen en koos voor organische chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Spijt? Ik had de pseudo-romantische gedachte dat ik veearts op Ameland zou worden. Als kind was ik daar vaak (broer Auke: “vader huurde elke zomer een met riet bedekt huisje in de duinen, dicht bij zee en niet ver van het grootste dorp”)

20

en het leek me geweldig. Later spreek je studievrienden die inderdaad veearts zijn geworden en dan blijkt het niet zo romantisch. Ik kwam terecht in de grensgebieden van het wetenschappelijk onderzoek. Daarin kun je je nieuwsgierigheid en creativiteit kwijt. Voor een veearts is de duizendste keizersnee niet anders dan de eerste. Als ik vooraf beide werelden had gekend, had ik geen diergeneeskunde gestudeerd.”

Onconventioneel Hij corrigeert zichzelf. “De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het dan misschien ook geen chemie was geworden.” Hij studeerde en promoveerde bij de gelouterde hoogleraar Ben Feringa (“van hem heb ik veel geleerd”), maar het klimaat in de academische (scheikunde) wereld viel hem tegen. “Ik dacht dat je met elkaar streefde naar dezelfde doelen in het vakgebied, maar persoonlijke ambities bleken vaak belangrijker. Als je dan ook nog eens onconventioneel bent en geen blad voor de mond neemt, sta je snel op achterstand.” Hij hield het als onderzoeker vier jaar vol in Groningen en daarna nog vier jaar in Twente, maar het vervolg van zijn carrière bracht hij vooral door bij commerciële bedrijven. In 2009 vond hij “een aanvaardbare oplossing” door commercie en wetenschap te combineren. Hij aanvaardde het deeltijd hoogleraarschap medicinale chemie aan de West-

falische Wilhelms Universiteit in Münster, een positie die hij inmiddels vrijwel heeft afgebouwd. “Ik begeleid nog één promovendus en een tweede op bepaalde onderdelen en als dat is afgerond stop ik ermee. Het wordt me te zwaar, maar ik vond het wel leuk: academisch werk, los van de Nederlandse spelletjes.” Voorts is hij nog als adviseur aan het farmaceutische onderzoeksconcern Sanofi (wereldwijd 110.000 medewerkers, vijf miljard euro jaarlijks aan R&D) verbonden. Hulst is (co-)auteur van inmiddels 125 wetenschappelijke publicaties en hij heeft diverse patenten op zijn naam staan.

Ve r r a s s e n d In 2012 volgde de verrassende stap naar verffabrikant Anker Stuy, een familiebedrijf in het Friese Terwispel. Hij werd er hoofd van het vijf komma vijf man tellende R&Dlab, nadat hij eerder een aanbod afsloeg om bij een vooraanstaand farmaceutisch bedrijf een beduidend grotere researchafdeling te runnen. “Ik had daar geen zin in”, wimpelt hij af. “Ik wil niet meer weg uit het noorden, waar ik prettig woon en waar mijn vrouw een mooie baan in het onderwijs heeft. Ik kan me voorstellen dat mensen er raar van opkijken als je voldoening vindt in het ontwikkelen van nieuwe verfsystemen terwijl je hebt gewerkt aan medicijnen tegen kanker,


De mens achter

“Anders dan in de farmacie zie je in de verfindustrie veel versplintering van R&D. Meer samenwerking zou de sector geen kwaad doen.”

maar ik denk zo niet. Vroeger was ik vreselijk gedreven en werkte ik zeven dagen in de week om een academische carrière op te bouwen. Dat streven heb ik losgelaten. Ik ben nu nog adviseur van Sanofi, maar het werken bij een klein, serieus innoverend bedrijf, schenkt me veel voldoening.”

‘Lichtgevende verf ’ Dat Anker Stuy met ruim 50 medewerkers relatief klein is, staat vast. Dat het familiebedrijf innovatie serieus neemt, zal niemand bestrijden. Vorig jaar kwam het landelijk in het nieuws met ‘lichtgevende verf’: verf die, kort gezegd, daglicht opslaat en het in het donker afgeeft. De gemeente Heerenveen startte een proef met belijning op een slecht verlicht fietspad in Jubbega. Hulst verwacht er veel van. “We hadden dat product al tien jaar op de plank liggen”, vertelt hij, “maar op enig moment besloten we ermee de boer op te gaan.” Tussen de regels door blijkt zijn ergernis over kunstenaar/ontwerper Daan Roosegaarde, die claimt de ontdekker te zijn van ‘lichtgevende wegen’. “Hij verkoopt zichzelf goed”, stelt Hulst onderkoeld vast. Het product van de Friese verffabrikant kwam zelfs nog even in een kwaad daglicht te staan toen er technische problemen ontstonden met de ‘Glowing Lines’ van Roosegaarde en wegenbouwer Heijmans, een project dat niets te maken had met het initi-

verf&inkt 34 - 2015

atief van Anker Stuy. De Friese verffabrikant heeft besloten de marketing en verkoop van de belijningsverf in eigen hand te nemen. Eerdere plannen voor samenwerking met de wegenbouwer zijn van de baan. Inmiddels denkt Hulst al een stap verder. “Lijnen die in het donker oplichten zijn leuk, maar er liggen andere uitdagingen. Je zou ze moeten kunnen aan- en uitzetten, bijvoorbeeld om van een onderbroken lijn een doorgetrokken streep te maken op momenten waarop dat gewenst is.” Verder denkt hij aan coatings met ‘ingebouwde’ zonnecellen en aan responsieve systemen. Hij noemt het innovaties van een andere orde. “Het gaat een stap verder dan een verf ontwikkelen met nieuwe grondstoffen. Iedereen is bezig met biobased en nieuwe bindmiddelen, en natuurlijk streven we ernaar daarin leidend te zijn, maar systemen die al jaren bestaan, heten opeens biobased. Alkyd is bijvoorbeeld al voor vijftig procent biobased. Het wordt tijd voor een heldere definitie van het begrip.”

Ve r s p l i n t e r i n g Hoewel traditioneel een groot deel van de afzet wordt gerealiseerd in de zwaar getroffen timmerindustrie, kwam Anker Stuy goed uit de crisis. De fabrikant deed dat onder andere door nieuwe exportmarkten aan te boren en nieuwe smart responsive systems (verf met een ex-

tra functie) te ontwikkelen. Daarnaast werd een belang in Rolsma Advanced Biobased Paints genomen voor de verdere ontwikkeling van biobased producten, wordt gewerkt aan een nieuwe generatie antibacteriële verven en aan een coatingsysteem om de wieken van windmolens te beschermen tegen weersinvloeden. “Innovatie is de enige weg voor de verfindustrie,” is Hulsts overtuiging, “maar het is een zware belasting voor een klein bedrijf. De afgelopen jaren werden we geconfronteerd met strenge wetgeving die veel aanpassing van de producten vergde. Daaraan moet je voldoen, of je nou groot bent of klein. En dan is er Reach, die heel veel administratieve rompslomp met zich meebracht. Daarnaast moet je oppassen dat je niet aan enthousiasme ten onder gaat. Anders dan de farmacie, staat de verfindustrie dicht bij de klant en als je niet oppast, besteed je veel laboratoriumtijd aan relatief kleine projecten. En anders dan in de farmacie zie je in de verfindustrie ook veel meer versplintering van R&D. Veel bedrijven zijn met hetzelfde bezig, in de farmacie zijn het een paar grote concerns die het zware werk doen. Wat dat betreft zou meer samenwerking de sector geen kwaad doen. Maar voor mij als onderzoeker zijn er ook overeenkomsten tussen farma en verf. Je hebt in beide gevallen te maken met colloïdale systemen. Het verschil is dat je het bij medicijnen in stand wil houden en bij verf na applicatie juist niet.”

21


Verf & milieu

Merendeel gevaarlijke stoffen wordt komende jaren uitgefaseerd

Verfindustrie werkt al sinds jaren ’70 aan alternatieven Temidden van het rampennieuws van vorige zomer viel het een beetje weg, maar in werkplaatsen van Defensie bleek slordig te zijn omgesprongen met de gezondheid van medewerkers. Tijdens het schuren van legermaterieel waren ze blootgesteld aan vrijgekomen deeltjes chroom-6 en traden ernstige gezondheidsproblemen op. De verfindustrie is bezorgd: er wordt niet altijd veilig gewerkt met schadelijke stoffen en niet voor alle schadelijke stoffen zijn alternatieven beschikbaar. In dat geval is goede bescherming onmisbaar. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

In een zomer vol terreur- en oorlogsnieuws sneeuwde het een beetje onder, maar het was een zorgwekkend bericht: medewerkers uit onderhoudsbedrijven van Defensie zijn in het verleden blootgesteld aan grote concentraties van de kankerverwekkende stof chroom-6. Chroom-6 is een variant van natuurlijk chroom die zich gemakkelijk hecht aan andere metalen en verwerkt kan worden in hout, verf en plastic. Als deklaag of ingrediënt van bouwmaterialen biedt het extra stevigheid en een “onovertroffen bescherming tegen corrosie”, zoals staatssecretaris Van Hoof van Defensie in 1998 zei. Ze werd onder meer verwerkt in geïmpregneerd hout en in primers en topcoatings zoals Defensie gebruikt op legermaterieel. Ingekapseld in coatings en als vaste stof is chroom-6 niet schadelijk, maar als ze vrijkomt, bijvoorbeeld tijdens het schuren van een oppervlak, en in de luchtwegen van de applicateur komt, kan ze kanker veroorzaken. De Volkskrant van 24 augustus 2014 laat hoogleraar toxicologie Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht aan het woord. “Het metaal wordt al decennialang gebruikt in de verf- en staalindustrie”, zegt hij. De krant tekent uit zijn mond op dat de stof van de jaren zestig tot de jaren tachtig veelvuldig werd geproduceerd en verwerkt. Sindsdien zijn de gezondheidsrisico’s van chroom-6 bekend en is het gebruik van de stof afgenomen, aldus de krant. “Chroom-6 werkt in op het genetisch materiaal: het tast het DNA aan waardoor tumoren ontstaan”, aldus Van den

22

Berg. “De kans op longkanker is het grootst, maar het wordt ook verdacht van het veroorzaken van kanker in andere organen.” Chroom-6 kan via de poriën in het lichaam komen, via het inademen in de luchtwegen en via doorslikken (bijvoorbeeld bij hoesten door stof) in maag en darmen. “Bij verwerking ervan zou het hele lichaam beschermd moeten zijn”, zegt Van den Berg. Inmiddels lijkt het erop dat de lichamelijke bescherming in de werkplaatsen van Defensie onvoldoende was. Verantwoordelijk minister Jeanine Hennis-Plasschaert kondigde medio november in de Tweede Kamer aan dat medewerkers die ernstig ziek zijn geworden, alvast een financiële tegemoetkoming krijgen van Defensie. De minister liep daarmee vooruit op de uitkomst van een onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De regeling is bedoeld voor (oud-)werknemers met aandoeningen waarvan aannemelijk is dat die verband houden met de gebruikte verf en coatings. Bijna 900 (oud-)medewerkers hebben zich gemeld die met de verf hebben gewerkt. Een kwart van hen heeft uiteenlopende gezondheidsklachten die veroorzaakt kunnen zijn door de chroomverf. Begin deze maand maakte Defensie bekend dat zieke medewerkers die hebben gewerkt met het kankerverwekkende chroom-6, een voorschot kunnen krijgen op een schadevergoeding. Eerder liet de minister in antwoord op vragen uit de Kamer weten dat haar

ministerie een oud-medewerker van vliegbasis Twente 100.000 euro schadevergoeding heeft betaald omdat hij heeft gewerkt met verf waarin chroom-6 was verwerkt.

Informatie gegeven In de verfindustrie wordt met zorg gereageerd op de gebeurtenissen bij Defensie. “Helaas worden de veiligheidsinformatiebladen die fabrikanten bij hun product leveren, niet altijd goed gelezen en opgevolgd”, reageren deskundigen uit de industrie. “Ik heb geen behoefte aan een potje zwartepieten, maar de verfindustrie heeft over de behandeling van dit product alle benodigde informatie gegeven”, zegt een anonieme bron. Een andere woordvoerder wijst erop dat de verfindustrie voortdurend op zoek is naar alternatieven voor schadelijke stoffen, maar dat die niet altijd beschikbaar zijn, zeker niet als een professionele klant vraagt om een coating met bijzondere eigenschappen. In zo’n geval moeten bij het aanbrengen de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen, zoals goede afzuiging en persoonlijke beschermingsmiddelen. Volgens nieuwsberichten was in de Defensiewerkplaatsen de blootstelling een factor vijfduizend hoger dan als maximum aanvaardbaar wordt geacht. Aan de andere kant was in het verleden niet van alle stoffen de mogelijke gezondheidsschade bekend. Een stof als loodchromaat werd pas begin jaren negentig geclassificeerd als kankerverwekkend. Voor


Verf & milieu

‘Industrie gebruikt geen gevaarlijke stoffen omdat ze het leuk vindt’ watergedragen verven en drukinkten te vrijwaren van micro-organismen die het product aantasten of rotting veroorzaken. Biociden kunnen echter ook schadelijk zijn voor de mens. Verder is onderzoek nodig naar vervangers voor chromaten en ftalaten en andere stoffen die op de autorisatielijst en de kandidatenlijst staan van Reach.

Nog uitdagingen

die tijd werd vooral naar de milieueffecten gekeken. De publiciteit over gezondheidsschade door stoffen in verf is schadelijk voor de sector, die al sinds de jaren zeventig stelselmatig bezig is met het uitfaseren van stoffen die schadelijk (kunnen) zijn voor mens en milieu. Zo ging de verfindustrie op zoek naar alternatieven vanaf het moment waarop meer bekend werd over de effecten van bestanddelen als benzeen, glucol ethers, kwikverbindingen en cadmium pigment. In de tweede helft van de jaren tachtig participeerde de industrie in het overheidsproject KWS 2000, dat er op gericht was vijftig procent minder vluchtige organische stoffen uit te stoten dan in 1980. De doelstelling van het project werd gehaald, zo werd rond de eeuwwisseling geconstateerd. De verfindustrie moest daarna voldoen aan Europese regelgeving uit 2004, die in 2010 werd aangescherpt. De Brusselse regels waren er op gericht de hoeveelheid oplosmiddelen in verven terug te brengen. De regelgeving leidde onder meer tot de verdere ontwikkeling van watergedragen verven en verf met een hoger gehalte vaste stof.

Laaghangend fruit Zo was wetgeving uit Brussel en Den Haag voor een deel verantwoordelijk voor het ‘schoner’ worden van verf, maar ook de industrie zelf wilde haar maatschappelijke verantwoordelijkheid waarmaken. Zoals een vertegenwoordiger van de industrie het verwoordde: “We wilden geen

verf&inkt 34 - 2015

doodshoofden op onze etiketten.” Na het jaar 2005 werd de Europese stoffenwetgeving Reach bepalend voor de ontwikkelingen in de chemie en de verfindustrie. De regelgeving werd door sommige partijen als een ‘gedrocht’ ervaren, maar ze zette fabrikanten wel aan tot een snellere vervanging van verdachte stoffen. Inmiddels is het ‘laaghangend fruit’ geplukt en is de industrie op de eerste grenzen van haar mogelijkheden gestuit. “We gebruiken geen gevaarlijke stoffen omdat we dat zo leuk vinden”, klinkt het vanuit de sector. Veel coatings worden toegepast om natuurlijke verouderingsprocessen te stoppen of te vertragen en zijn daardoor per definitie niet milieuvriendelijk: ijzer wil corroderen, hout wil rotten, en verf vertraagt dat natuurlijke proces. Afnemers van de producten verlangen dat en nemen geen genoegen met mindere prestaties in ruil voor duurzaamheid. Zo verlangt de vliegtuigindustrie chromaatvrije coatings, maar gelijkblijvende prestaties zijn niet voldoende. Het moet altijd beter. In onderzoek en ontwikkeling gaat het speuren naar alternatieven dan ook altijd samen met onderzoek naar de mogelijkheden van verbetering van het product. Veel verven bevatten nu aanzienlijk minder schadelijke bestanddelen dan dertig jaar geleden. Toch liggen er nog uitdagingen. Zo is in een aantal gevallen gebleken dat de gekozen alternatieve stoffen nieuwe problemen met zich meebrachten. Biociden deden hun intrede om

Anders gezegd: bij het zoeken naar alternatieven is er geen sprake van een kast met laadjes van schadelijke en laadjes van onschadelijke stoffen. Er is ook steeds sprake van een afweging. Het aantal sterfgevallen door het gebruik van loodchromaatverf is heel laag. Van methylisothiazolinonen (MIT’s), die bijvoorbeeld als biocide in watergedragen verven wordt gebruikt, gaat een mens niet dood, maar wie er gevoelig voor is, kan uitslag krijgen. En dan gaat het om een veel grotere groep mensen. Omdat de effecten worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een combinatie met het gebruik van cosmetica waar MIT ook in zit. Een ander probleem is dat stoffen worden geclassificeerd op het gevaar van een stof zelf; er wordt te weinig rekening gehouden met de vraag hoe groot de kans op blootstelling is. Een stof kan ontzettend gevaarlijk zijn, maar als de kans op blootstelling nihil is, is er geen reden om er paniekerig over te doen. En tot slot is er een onevenwichtigheid in de aandacht voor enerzijds de registratie van gevaarlijke stoffen in het kader van Reach en anderzijds voor de vraag hoe de eindgebruiker omgaat met de bijgeleverde informatie over mogelijke schadelijkheid van het product. Een inventarisatie van CEPE (de Europese koepel van de verf- en drukinktindustrie) brengt aan het licht dat zestig tot zeventig procent van de gevaarlijke stoffen in coatings de komende jaren kan worden uitgefaseerd. Voor tien tot vijftien procent van de schadelijke stoffen zal voorlopig waarschijnlijk geen minder schadelijk alternatief beschikbaar komen. Strontiumchromaat is zo’n stof. Het is een chroom-6-verbinding die wordt toegepast in de vliegtuigbouw. Het is een voorbeeld van een stof die kwaliteiten aan een verf toevoegt die van belang zijn voor de veiligheid in de luchtvaart en waarvoor nog geen alternatief met gelijkblijvende prestaties is ontwikkeld. Het is in dat geval van belang dat mensen die ermee werken adequaat beschermd zijn. •

23


verf & apparatuur

Huub Kluijtmans voorziet mooie toekomst voor spuitinstallatie

WSB Finishing Equipment:

In symbiose met de verfindustrie Als een symbiose met de verfindustrie; een samenwerkingsvorm waarvan beide partijen profijt hebben. Met synergetisch effect. Zo ongeveer ervaart Huub Kluijtmans van WSB Finishing Equipment uit Utrecht de relatie die zijn onderneming heeft met de verfwereld. En met verffabrikanten in het bijzonder. Vaklieden met topproducten, die hij hoog heeft zitten. En die hij dan ook regelmatig over de vloer krijgt. Juist vanwege het gezamenlijk belang. Te k s t : A n t o n S t i g Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

24

Niet zo verwonderlijk. WSB verkoopt, distribueert, assembleert en onderhoudt apparatuur die nodig is bij oppervlaktebehandeling van uiteenlopende ondergronden en eindproducten. Het gaat dan vooral om spuit- en pompinstallaties. Bijvoorbeeld om een verf of coating mee op te brengen, om vloeistoffen te handlen, of om er eenvoudigweg mee te lijmen of te kitten. Met merkartikelen - pompen van het Zwitserse Wagner-concern voorop - waarmee vakmensen uit diverse branches geacht worden beter, sneller en efficiënter te kunnen werken. Iets waarvoor in het assortiment bij WSB ook een arsenaal aan spuitpistolen, persoonlijke beveiligingsmiddelen en reinigingstoestellen borg moeten staan.

Historie WSB Finishing Equipment is voortgekomen uit één van de veertien Wagner-vertegenwoordigingen, die Europa ooit telde, vertelt Kluijtmans. “Toen wij via een management-buy-out verzelfstandigden, hebben we van Wagner de verkoop van de apparatuur in de bouw en de natlak-industrie overgenomen. Want Wagner heeft uiteraard een heel mooi programma, maar niet alles. We wilden naar een breder pakket. Verder hebben we een deal gesloten met de poedercoatingdivisie. Die zit hier 500 meter verderop. De doe-het-zelfmarkt is een activiteit die Wagner zelf vanuit het hoofdkantoor stuurt, maar de rest is ons pakkie aan.”


Huub Kluijtmans: ‘Op den duur beschikt elke schilder over een spuitinstallatie’

Met ‘we’ doelt hij op de WSB-vestigingen in Nederland en België. Namens Wagner bedienen beide WSB-vestigingen de markt in de Benelux. Met alle verkoopactiviteiten samen verdienen in beide bedrijven bij elkaar bijna 30 mensen hun boterham. Alle activiteiten voor de bouw en de automotive worden ondernomen via de verfgroothandel. De industrie wordt hoofdzakelijk rechtstreeks bediend.

Ook scholing WSB levert niet alleen de installaties, maar neemt ook de scholing en training voor zijn rekening van mensen die met ‘hun’ apparatuur aan de slag gaan. Een ‘essentieel onderdeel’ in de bedrijfsvoering, waarbij de pas sinds 2011 betrokken nieuwbouw in Utrecht goed van pas kwam; een fonkelnieuw bedrijfscomplex aan de boorden van de recreatieve Haarrijnse Plas - lokaal bekend als de Heldinnenlaan 200 in Utrecht - die de beschikking heeft over testfaciliteiten en lokalen voor scholing. Nieuwbouw, waarover Kluijtmans aan het begin van de recessie nog wel eens danig in de rats heeft gezeten. Maar met de economie inmiddels in de lift, is dat verleden tijd. Het pand heeft 1001 voordelen ten opzichte van de oude vestiging aan gene zijde van de A2. Alleen al qua uitstraling. Maar ook nostalgie heeft er weer een plekje in de vorm van een indrukwekkende serie oude spuitpistolen achter glas en een bijna museale uitstalling van pompen uit vervlogen tijden. De vestiging in het Belgische Wolvertem, tien

verf&inkt 34 - 2015

kilometer voor Brussel, werd in 2008 helemaal verbouwd. Kluijtmans (1949) vat het geheime wapen en kennen en kunnen van het inmiddels 35-jarige WSB Finishing Equipment aldus samen: “Voor elk probleem hebben we een oplossing. En als die er onverhoopt nog niet blijkt te zijn voor een afnemer, uit welke sector dan ook, dan gaan we die natuurlijk in een heel rap tempo bedenken”. Sleutel van het succes vormen de merken die WSB in het assortiment heeft. ‘Topmerken in hun klasse’ waarachter volgens het WSB-directielid een reputatie van wereldniveau zit. Met name qua onderzoek en ontwikkeling, met inbegrip van service en garantie. In het rijtje naast Wagner derhalve ook ‘klinkende namen’ zoals Walther-Pilot, Reinhardt-Technik, Titan en SATA.

Substantieel aandeel in verf Zelf ooit nog werkzaam geweest bij de naar Frankrijk vertrokken verffabriek van Tollens in Rotterdam, weet Kluijtmans één ding zeker: “Als wij geen samenwerking met de verfindustrie zouden hebben, dan hadden wij niet kunnen presteren wat wij nu doen. Want mede dankzij de inbreng van de verfindustrie en de wederzijdse samenwerking kunnen wij onze producten doorlopend verder ontwikkelen, aanpassen, vernieuwen en verbeteren, kortom, steeds goed functionerend in de markt

zetten. Maar dat geldt net zo goed voor alle eindverbruikers die spuitinstallaties van ons afnemen.” Van de jaarlijkse omzet, met inbegrip van de WSBvestiging in België, kon volgens de directie zeker circa 35 procent op het conto worden geschreven van aan bouwverven gerelateerde bedrijvigheid.

Samenwerking in praktijk Hoe krijgt de samenwerking tussen WSB Finishing Equipment en de verfindustrie zoal vorm? Kluijtmans: “Het kan gaan om de ontwikkeling van een industriële coating. Met als hamvraag hoe deze bij de productie in desbetreffend bedrijf of fabriek effectief op een eindproduct moet worden aangebracht. Of liever gezegd: met welk systeem. Met een bekerspuit, moet het airless worden aangebracht, met één, twee of misschien meer componenten en ga zo maar door. De mogelijkheden zijn bijna oneindig.” Op het moment dat een verffabrikant bij WSB aanklopt, wordt er in het WSB-laboratorium direct met praktijktesten begonnen. Volgens Kluijtmans “net zo lang, totdat we de juiste samenstelling of combinatie hebben.” Cruciaal bij de samenwerking is het wederzijdse vertrouwen en het respecteren van eventuele voorwaarden en afspraken, die zonodig contractueel worden vastgelegd. “Want het gaat bij de meeste samenwerkingen lang niet alleen om het op de

4

25


verf & apparatuur

juiste wijze aanbrengen van een verf of een coating, maar misschien wel juist om de toepassing van de bijbehorende apparatuur. Een traject dus waarin wij net zo goed investeren.” Kind aan huis bij WSB in Utrecht zijn overigens niet alleen verffabrikanten, maar ook schilders- en stucadoorsbedrijven, de bouw, de automotivesector, de maritieme sector (jachtbouw) en de offshore, de wegenbouw, kortom al die branches die wat te spuiten dan wel te coaten hebben, tot de voedingsmiddelenindustrie aan toe. Want volgens Kluijtmans wordt ook daar nog wel eens het spuitpistool getrokken. Al was het alleen maar om daarmee een punt op de i te zetten in de vorm van chocola. Afnemers van spuit- en pompinstallaties zouden nog wel eens geneigd zijn de leverancier uit te horen over de vraag welke verfmerken het best bij de apparatuur zouden passen. Kluijtmans zegt zijn vingers niet te willen branden aan die voortrekkerij en blijft liever neutraal. Waar zijn bedrijf echter zeker geen geheim van maakt, is als de samenwerking met een verfmerk leidt tot de

ontwikkeling van een concreet en succesvol concept. In dat verband verwijst hij onder meer naar de ontwikkeling van EasySpray in samenwerking met Sikkens (AkzoNobel), een project rond het ‘verwarmd spuiten’ in samenwerking met Sigma (PPG), ook wel bekend als TempSpray en het ‘nevelarm’ Nespray spuiten in samenwerking met Caparol. En zo zijn er volgens hem wel meer voorbeelden te noemen van geslaagde samenwerkingsverbanden, waarbij de eindgebruiker wordt ‘ontzorgd.’

Mooie toekomst Hoewel hij inmiddels als ‘algemeen directeur’ is afgezwaaid en het stokje met die titel heeft overgegeven aan Danny Vanlerberghe, voorziet het huidige ‘mededirectielid en DGA’ hoe dan ook nog een mooie toekomst voor het bedrijf, de sector in zijn geheel en voor zichzelf. “Zolang ik gezond blijf en door mijn naaste medewerkers nog niet word afgedaan als ouwe baas, hoop ik nog heel lang iets voor ons bedrijf te kunnen betekenen. Samen met je collega’s mooie oplossingen

bedenken, dat houdt je jong, dat houdt je scherp.” Over de toekomst in relatie tot verf gesproken: op den duur zal in navolging van Duitsland ook in Nederland en België vrijwel elke schilder naast traditionele kwast en roller over een spuitinstallatie beschikken, is de rotsvaste overtuiging van Kluijtmans. Nu is die verhouding in het bestand aan schilders en het schildersbedrijf nog slechts fifty-fifty. Terwijl in Amerika schilders zelfs al kunnen kiezen uit drie verschillende door hen aangeschafte apparaten. Zit spuiten ook hier in de lift? “Bij schilders heb je te maken met één heel belangrijk feit”, benadrukt Kluijtmans. “Een kwast kan niet sneller dan hij gaat en ook het schuurpapier niet. Anderzijds stijgen de (loon)kosten. Dus waar valt er nog winst te behalen en kan de efficiency worden verbeterd? Juist, door te gaan spuiten! Al zullen kwast of roller nooit helemaal het veld ruimen, omdat er altijd wel een omgeving bestaat waar niet gespoten kan worden. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoud van elektriciteitsmasten.” •

Advertentie

Will your product last outdoors? Don’t guess when you can test!

accelerated weathering tester

Q-Lab Europe, Ltd. Bolton, England Tel: +44-1204-861616 info.eu@q-lab.com www.q-lab.com

xenon test chambers

Q-Lab is represented in the Netherlands by:

BENELUXSCIENTIFIC lab technology for research & innovation

Benelux Scientific BV

The Netherlands Tel: +31 (0)344 655 556 dennis.koeckhoven@benelux-scientific.nl www.benelux-scientific.nl


Veel nieuws op

Coatings Innovatie Dag in Eindhoven

De VVVF en de Nederlandse Vereniging van Verftechnici houden op 16 april in het Evoluon in Eindhoven voor de tweede keer een Coatings Innovatie Dag. Twee deelnemers vertellen alvast welke innovaties zij gaan pitchen. Te k s t : A d r i a a n v a n H o o i j d o n k

De Nederlandse starter LCR Systems uit Den Haag ontwikkelde de afgelopen vijf jaar een robot die met scan- en lasertechnologie vliegtuigen eenvoudiger, sneller, duurzamer én goedkoper van hun lak kan ontdoen. Dat was mede mogelijk door een innovatiekrediet van het ministerie van Economische Zaken en financiering van private partijen. Programmadirecteur Peter Boeijink van LCR Systems wijst erop dat hiervoor nu chemicaliën worden gebruikt. “Bovendien gaat het schuren vaak met de hand. Dat neemt niet alleen veel tijd in beslag, maar het zorgt ook voor grote hoeveelheden gevaarlijk afval. Ook is het niet het meest gezonde werk. Verder vereist de toename van composiet bij de bouw van vliegtuigen een andere werkwijze.” LCR Systems heeft al launching customer SIA Engineering Company geworven, een dochterbedrijf van Singapore Airlines. SIAEC is één van de grootste vliegtuigonderhoudsbedrijven ter wereld. “Inmiddels zijn wij zo ver dat wij eind 2016 de eerste robots in Nederland gaan assembleren”, stelt Boeijink. De robot gaat volgens hem voor een doorbraak in de vliegtuigindustrie zorgen. “Vliegtuigmaatschappijen kunnen straks veel gemakkelijker en eenvoudiger coatings verwijderen. Daarom zullen ze de coatings veel meer als marketinginstrument gaan inzetten. Een vliegtuig dat strak in de lak zit, schept immers meer vertrouwen bij de passagiers. Wij verwachten dan ook dat de vliegtuigindustrie binnen tien jaar haar toestellen veel vaker zal verven. En dat is natuurlijk goed nieuws voor de coatingindustrie. De verf hoeft minder lang mee te

verf&inkt 34 - 2015

gaan, maar er zullen grotere volumes nodig zijn.” De lasertechnologie is volgens Boeijink ook geschikt voor het verwijderen van verf op schepen, machines, treinen, tanks, bruggen en gebouwen.

Zelfhelende materialen De bescherming van metallische structuren met 3D nanodeeltjes staat centraal in de pitch van Santiago Garcia. Hierbij gaat het om stoffen die op het moment van een beschadiging uit een coating vrijkomen om het metaaloppervlak tegen corrosie te beschermen. Daarna volgt een structurele heling van de coating zelf. De assistant-professor van de Novel Aerospace Materials Group, onderdeel van de faculteit Aerospace Engineering van de TU Delft, werkt met zijn onderzoeksgroep al geruime tijd aan zelfherstellende coatings. “De 2D nanodeeltjes die wij hiervoor in het verleden gebruikten, hebben het nadeel dat ze maar een beperkt aantal corrosiecomponenten kunnen bevatten. Daardoor kan een coating met 2D nanodeeltjes maar kleine oppervlaktes beschermen tegen corrosie.” Garcia is er met zijn onderzoeksgroep onlangs in geslaagd om op labschaal meer componenten toe te voegen via 3D nanodeeltjes zoals zeolieten. “Deze doorbraak brengt verschillende voordelen met zich mee. Door de toevoeging van diverse corrosiecomponenten, die bij een beschadiging in verschillende snelheden uit de 3D nanodeeltjes vrijkomen, kunnen wij niet alleen grotere oppervlakken sneller beschermen. Ook blijft het oppervlakte van bijvoorbeeld

staal- of aluminium legeringen langer beschermd.” De wetenschapper hoopt op grote belangstelling van de coatingsindustrie. “Wellicht kunnen wij samen projecten uitvoeren. Er komt immers steeds minder geld voor onderzoek en innovatie beschikbaar van de overheid. Daarom is samenwerking met het bedrijfsleven essentieel voor de ontwikkeling van het onderzoek aan universiteiten. Bovendien krijg je zo ook een grotere industriële impact.” Bezoekers van de Coatings Innovatie Dag zijn op 16 april vanaf 10.30 uur welkom in het Evoluon in Eindhoven. Dagvoorzitter Cees Pille van de VVVF geeft om 11.00 uur de aftrap voor de bijeenkomst waar innovaties in de coatingsindustrie centraal staan. In het ochtendprogramma komt het boegbeeld van de Topsector Chemie, Gerard van Harten, aan het woord. De andere spreker is Steven Flipse van de TU Delft. Hij is universitair docent wetenschapscommunicatie en doet onderzoek naar maatschappelijk verantwoord innoveren. Hij zal spreken over het creatief denkproces om te komen tot innovatie en heeft een tool ontwikkeld om successen te voorspellen. Tijdens de lunch in het innovatiecafé kunnen deelnemers vanaf het middaguur stands bezoeken en posters bekijken van kennisinstellingen en bedrijven. Uiteraard is er volop de gelegenheid om te netwerken met pitchers en andere bezoekers. Het evenement is bedoeld voor VVVF- en NVVT-leden, maar ook andere geïnteresseerden die te maken hebben met coatingsinnovatie zijn van harte welkom. Kennisoverdracht tussen experts en de coatingsindustrie is een belangrijk doel van de dag. In het middagprogramma is er daarom veel ruimte voor tien inspirerende pitches van topwetenschappers en onderzoekers. In vijf minuten vertellen zij over hun soms baanbrekende onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten voor de coatingsindustrie. • Belangstellenden kunnen zich tot 8 april inschrijven voor de Coatings Innovatie Dag op 16 april in het Evoluon in Eindhoven. Haast is geboden, want de zaalcapaciteit is beperkt en inschrijving gebeurt op volgorde van binnenkomst. Inschrijven kan via www. vvvf.nl of info@vvvf.nl

27


Verf & Arbeidsvoorwaarden

‘Even zoeken naar motivatie’

Volgende maand start

beladen nieuwe ronde cao-overleg

Volgende maand start een nieuw rondje cao-overleg in de verf- en drukinktindustrie. Een overleg dat is belast met de gebeurtenissen van afgelopen najaar, toen de bonden vanuit het niets eisten dat de overeengekomen cao ook zou gelden voor de fabrikanten met een eigen ondernemings-cao. “De onderhandelingen waren heel constructief,” blikt VVVF-onderhandelaar Robbert van der Eijk terug, “maar we moeten even nieuwe motivatie vinden na deze akelige periode.” Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

De verf- en drukinktindustrie werd het afgelopen najaar geconfronteerd met een eigenaardige ontwikkeling in het cao-overleg. Eind september bereikte de onderhandelingsdelegatie van de VVVF een principeakkoord met de bonden over een nieuwe cao. Op dat moment waren de onderhandelingen bij PPG en AkzoNobel, die beide een eigen cao hebben, met eigen onderhandelingen, niet afgerond. De bonden maakten van die situatie gebruik door PPG te laten weten dat het bedrijf automatisch onder de VVVF-cao viel aangezien het geen eigen cao had en een nooit gebruikte passage in de VVVF-cao die mogelijkheid bood. Hetzelfde gold voor AkzoNobel.

Ringeloren Beide fabrikanten lieten weten dat zij zich niet op deze wijze wilden laten ringeloren en kondigden aan het lidmaatschap van de VVVF op te zeggen. Niet uit onvrede met het beleid van de organisatie, maar louter met het oogmerk dan niet onder de werkingssfeer van de VVVF-cao te vallen. Door grote verschillen in omvang en organisatie tussen de grote bedrijven en

28

de mkb-achtige VVVF-leden voor wie de cao wordt afgesloten, zou het van toepassing verklaren van de VVVF-cao nadelig uitpakken voor PPG en AkzoNobel. De handelwijze van de bonden en de voorspelbare reactie daarop van PPG en AkzoNobel, leidden ertoe dat de VVVF niet overging tot afronding van het principeakkoord. Het VVVF-bestuur kondigde voorts aan maatregelen te zullen treffen die herhaling van de ontstane situatie zou voorkomen. Om die maatregelen te formaliseren werd de algemene ledenvergadering van 11 december verplaatst naar 31 maart 2015. Inmiddels is het stof gaan liggen en is de cao door de leden aanvaard. AkzoNobel heeft de onderhandelingen over de ondernemings-cao afgerond en bij PPG zijn de gesprekken hervat. Tijd voor een terugblik met Robbert van der Eijk van De IJssel Coatings. Hij leidt de onderhandelingsdelegatie van de VVVF.

Leeftijdsfasegerelateerd beleid Het onderhandelingsproces verliep stroef maar redelijk normaal, herinnert Van der Eijk zich.


Verf & Arbeidsvoorwaarden

Robbert van der Eijk: “De verf- en drukinktindustrie wil een aantrekkelijke werkgever blijven, maar er is een grens aan de kostenstijgingen die we ons kunnen permitteren”

‘De wereld om ons heen verandert onstuimig’ “In het traject hadden we een akkoord bereikt over een moeilijk onderwerp: het verminderen van het aantal zogenoemde seniorendagen en die spreiden over alle leeftijdscategorieën. Daarmee sloegen we twee vliegen in één klap: we kunnen een beter leeftijdsfasegerelateerd beleid voeren en oudere medewerkers zijn vaker inzetbaar. Een beter leeftijdsfasegerelateerd beleid betekent dat ook jongere medewerkers recht hebben op extra vrije dagen, bijvoorbeeld voor zorgtaken, en een betere inzetbaarheid van ouderen houdt in dat dure, hooggewaardeerde krachten niet doorbetaald thuiszitten, maar hun kwaliteiten inzetten voor het bedrijf. Als blijkt dat de belasting te hoog wordt, moeten er afspraken gemaakt worden over minder uren werken, niet over meer uren vrij. Hierdoor ontstaat er budget om nieuwe collega’s aan te nemen waardoor het werk uitgevoerd kan worden zonder dat de kosten stijgen.” De afspraken op dat terrein passen in de wens van de werknemers en de werkgevers in de branche om tot sociale innovatie te komen.

verf&inkt 34 - 2015

Van der Eijk: “In het verleden zijn artikelen in ons caoboekje terechtgekomen die om herziening vragen. Veel van die artikelen leiden tot hoge kosten van niet verrichte arbeid.” De seniorendagen vormen zo’n probleem met verregaande gevolgen, legt hij uit.

Overgangsregeling “De regeling is ooit in de cao gekomen toen ouderen eerder met (pre)pensioen gingen en er dus minder ouderen actief waren in de sector. De afgelopen jaren is het aantal werkende ouderen sterk gestegen en wordt er op grote schaal gebruik gemaakt van de seniorendagen. Het gevolg is dat bedrijven dure krachten betalen die niet aan het werk zijn en daarnaast een extra medewerker moeten aannemen voor elke vier ouderen die van de regeling gebruikmaken. Dat leidt tot een onaanvaardbare kostenverhoging en een moeilijk te vermijden ongewenst bijverschijnsel: bedrijven passen ervoor om mensen van boven de vijftig aan te nemen, want ze zadelen zichzelf daarmee

op met een aankomend probleem. Bovendien leidt het in de bedrijven tot scheve gezichten, want een dertiger met kinderen wil ook de mogelijkheid hebben om eens een dag vrij te nemen bij ziekte van een kind of van de partner. Dat probleem kunnen we nu aanpakken. Overigens met beperkingen, want er is een overgangsregeling overeengekomen van tien jaar. In die periode wordt het aantal seniorendagen langzaam afgebouwd.”

Kosten niet-verrichte arbeid Van der Eijk is blij dat met de vakbonden op dit terrein afspraken te maken waren. “De werkgeversdelegatie in het overleg brengt al een aantal jaren het onderwerp sociale innovatie in. Mijn voorganger Ben Berkel noemde dat het terugdringen van de kosten van niet-verrichte arbeid. De wereld om ons heen verandert onstuimig. We moeten langer werken, er is minder economische groei, de crisis ijlt na en de overheid neemt maatregelen die werknemers raken. Het kan niet zo zijn dat bedrijven alle nadelige

4

29


Verf & Arbeidsvoorwaarden

gevolgen daarvan compenseren. De verf- en drukinktindustrie wil een aantrekkelijke werkgever blijven, maar er is een grens aan de kostenstijgingen die we ons kunnen permitteren.” Het overleg over sociale innovatie verloopt stroef, was de ervaring van zowel Berkel als zijn opvolger Van der Eijk. Van der Eijk waardeert het daarom dat met de vakbeweging over leeftijdsgebonden personeelsbeleid was te praten. “Het hele voorbereidingsproces heeft zo’n twee jaar geduurd. De bonden hebben er net als wij veel energie in gestoken en ik ben blij met dit eerste resultaat. Daarom was het zo’n klap in ons gezicht toen bleek dat het zorgvuldig tot stand gekomen resultaat op een andere tafel werd gebruikt alleen omwille van het afdwingen van een salarisverhoging.”

‘Het was een akelige periode en de persoonlijke verhoudingen hebben wel een deuk opgelopen’

Andere tafel? “Terwijl wij bezig waren met onze achterbanraadpleging kwam plotseling het bericht dat de bonden ervan uitgingen dat PPG en AkzoNobel ook gebonden waren aan het akkoord. Ze wezen op een passage in het caoboekje waar stond dat dit het geval zou zijn als bedrijven met een eigen cao nog geen nieuw akkoord met de bonden hadden bereikt. Ze probeerden daarmee de onderhandelaars bij PPG en AkzoNobel onder druk te zetten.”

Het heeft een hoop onrust opgeleverd, maar uiteindelijk hebben de bonden hun doel niet bereikt. “Het was een hoop onnodige onrust. PPG en AkzoNobel hebben zelfs het lidmaatschap van de VVVF opgezegd om te voorkomen dat ze onder de cao van de verfindustrie zouden vallen. Dat zijn zware middelen. Aan de andere kant hoorden we in onze bedrijven ook vakbondsleden klagen dat ze niets van hun organisatie snapten. Maar goed, uiteindelijk ligt er een cao en was er een heleboel onnodige onrust en onzekerheid.”

Een passage die niet in eerdere onderhandelingsronden van stal was gehaald? “Nooit. Daarom overviel het ons ook zo en werd het opgevat als het beschamen van vertrouwen.”

Volgende maand begint een nieuwe onderhandelingsronde. In welke sfeer zitten jullie tegenover elkaar? Is de onvrede uitgepraat? “Er is nog niets uitgepraat, daar zijn we nog niet aan toe. Het wordt even zoeken naar het hervinden van onze motivatie, denk ik. Het was een akelige periode en de persoonlijke verhoudingen hebben wel een deuk opgelopen. Je moet niet vergeten dat wij veel tijd en energie stoppen in iets wat niet ons beroep is. Ons werk is verf of drukinkt maken en verkopen. De tijd die we aan cao-overleg besteden, kunnen we niet aan onze bedrijven besteden. Als de onderhandelingspartner op deze wijze ons vertrouwen beschaamt, dan is dat frustrerend. Het is nuttig om met elkaar afspraken te maken over de arbeidsvoorwaarden in de bedrijfstak, maar dan moeten we niet te vaak met dit soort geintjes worden geconfronteerd.”

Past zo’n manoeuvre niet bij het onderhandelingsspel? “Het is net als met de vrijheid van meningsuiting: je mág je mening geven, maar het hoeft níet. Je mág dit soort acties uithalen, maar het hoeft níet. All is fair in love and war, maar deze actie stond in schril contrast met het voorgaande proces, waarin we op basis van fatsoen en vertrouwen met elkaar tot een afgewogen akkoord waren gekomen. Wanneer je dan na afloop, als je elkaar een hand hebt gegeven als bezegeling van de afspraken, zo’n stap zet, dan voel ik me bij mijn staart genomen.”

30

Wat is de inhoudelijke inzet voor de komende overlegronde? “Ik ga ervan uit dat beide partijen het deze keer simpel willen houden. We hebben allebei veel tijd en energie in het vorige akkoord gestopt, dus ik denk dat het niet verstandig is om opnieuw ingewikkelde zaken te willen regelen. Wel zal het ons uitgangspunt zijn dat de kosten voor niet-verrichte arbeid stijgen. Daarnaast moeten we voorkomen dat we via de cao weer overheidsmaatregelen gaan corrigeren.” Is het niet gebruikelijk dat de vakbeweging probeert overheidsbeleid via de cao te compenseren als dat leidt tot koopkrachtverlies? “Ik snap dat de bonden het proberen, ik ben het er alleen niet mee eens.” Tot slot: staan er nog andere passages in het caoboekje die tot verrassingen kunnen leiden? “Een van de opdrachten die we onszelf hebben gegeven, is een nauwkeurige herlezing van de tekst. Als we gekke dingen tegenkomen, die niet meer bij deze tijd passen, zullen we niet aarzelen om die ter discussie te stellen.” •


GASTCOLUMN

Deadline CLP-regels nadert

Annet Sluer, beleidsmedewerker wet- en regelgeving VVVF

De Europese verfindustrie krijgt dit jaar te maken met de laatste fase van de CLP (Classification, Labelling and Packaging)-verordening. Etiketten van producten die vanaf 1 juni 2015 op de markt komen, moeten voldoen aan de Europese verordening over indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. De CLP-verordening trad in 2009 in werking met een overgangstermijn van 6,5 jaar. De eerste deadline (voor stoffen) lag op 1 december 2010. Leveranciers van mengsels moeten vanaf 1 juni 2015 de regels toepassen. Vanaf die datum moeten bedrijven alle mengsels die ze in de handel brengen, indelen, etiketteren en verpakken volgens de CLP. De regels gelden niet alleen voor alle nieuwe coatings, maar ook voor mengsels als was- en reinigingsmiddelen. De CLP-regels zijn nauw verbonden aan het Globally Harmonised System (GHS, het systeem voor indeling en etikettering van chemische stoffen van de Verenigde Naties). De bedoeling van GHS was de wereldwijde introductie van eenduidige gevarencommunicatie over gevaarlijke stoffen en mengsels. Helaas is van volledige harmonisatie geen sprake. Landen kunnen kiezen uit delen van het systeem waardoor bedrijven die mengsels importeren uit bijvoorbeeld Amerika of China nog steeds de indeling daarvan moeten aanpassen aan de CLP. De CLP-regels gelden per 1 juni 2015. Leveranciers hoeven mengsels die zij leveren v贸贸r die datum tot 1 juni 2017 niet terug te halen (de uitverkoopperiode). Deze mengsels mogen dus nog gebruikt worden met de oude indeling en etikettering (de Preparatenrichtlijn). In de uitverkoopperiode is het nog mogelijk om producten te leveren met de oude indeling en etikettering. Die moeten wel verkocht zijn voor 1 juni 2015. Vanaf 1 juni 2017 is het opnieuw etiketteren van alle verfproducten de verantwoordelijkheid van diegene in de keten die op dat moment de producten in eigendom heeft en ze op de markt brengt. Bedrijven die voorraden in opslag hebben moeten ervoor zorgen dat ze voor 1 juni 2015 het juridisch eigendom overdragen aan afnemers. Doen ze dat niet dan moeten ze ook de voorraden opnieuw indelen en etiketteren volgens de CLP-regels. REACH houdt rechtstreeks verband met CLP. Voor de registratie onder REACH moeten fabrikanten en importeurs informatie verzamelen over de eigenschappen van grondstoffen. Deze informatie is noodzakelijk om grondstoffen onder de CLP in te delen in gevaren-

verf&inkt 34 - 2015

klassen. Verfproducenten hebben de indeling van deze grondstoffen nodig om te kunnen voldoen aan de verplichtingen voor mengsels. Een nieuwe (zwaardere) indeling van gevaarlijke grondstoffen kan tot andere verplichtingen leiden. Een ander aandachtspunt vormt het veiligheidsinformatieblad (VIB). De bepalingen die nu in REACH staan, gelden nog steeds. Na 1 juni 2015 mag het VIB alleen informatie volgens CLP bevatten. Mengsels die tijdens de uitverkoopperiode met oude classificatie worden geleverd, moeten tot 31 mei 2017 voorzien zijn van het VIB met de oude classificatie. Als na 1 juni 2015 volgens REACH een update van het VIB nodig is, dan vervalt deze overgangsperiode. Het bijgewerkte VIB moet dan voldoen aan de CLP. De Europese Commissie heeft onlangs een wijziging van bijlage II van REACH aangenomen om de bepalingen te stroomlijnen met de situatie na 1 juni 2015. De nieuwe bijlage wordt spoedig gepubliceerd. Naleving van CLP kost de verfindustrie veel geld aan investeringen, consultants, opleiding en communicatie naar de eindgebruikers. Ook het gebrek aan duidelijkheid over het gebruik van meertalige gevouwen etiketten, aangebracht op kleine verpakkingen en containers van speciale coatings en andere producten is een belangrijk knelpunt. Vanwege deze onzekerheid hebben sommige EU-lidstaten het gebruik van meertalige gevouwen etiketten beperkt. Zo geldt onder andere in Nederland en Frankrijk een bepaling dat de informatie op het etiket eerst in de taal van de binnenlandse markt moet worden vermeld. Als de nationale taal van elk land eerst moet worden vermeld, moet de leverancier voor elk land een ander etiket verstrekken. Dat brengt extra kosten met zich mee en vormt een belemmering voor de vrije handel. Een ander onduidelijkheid betreft de link met de vervoerswetgeving. De verfindustrie heeft veel producten die volgens CLP ge毛tiketteerd moeten worden maar die volgens de transportwetgeving zijn vrijgesteld van etiketteringsplicht. Dit leidt tot logistieke problemen. Over dit soort onderwerpen wordt momenteel in Brussel overleg gevoerd. Voor producenten van coatings is de CLP-naleving niet alleen een kwestie van het halen van een deadline. Het is een continu proces waarin ze ervoor zorgen dat de gevarenindeling en etikettering van hun producten plaatsvindt volgens de nieuwste beschikbare veiligheidsinformatie.

31


Cenomic™ full-volume bead mill – maximum economic efficiency at an attractive price. The wet grinding solution with up to – 20 % better pigment utilization* – 20 % lower production costs* – 20 % higher throughput* – 20 % reduction of required specific energy

* Compared with the standard solutions on the market.

Cenomic™ – best value for money. The new Cenomic™ provides you with the perfect wet grinding solution for the price-conscious production of coatings and inks. Customer experience shows that a significant reduction in production costs is possible. Make the change today and benefit from the excellent economic efficiency of this Bühler solution.

Bühler Benelux, BE-2800 Mechelen, T +32 15 28 65 23, F +32 15 20 51 02 service.benelux@buhlergroup.com, www.buhlergroup.com/cenomic

Innovations for a better world.


vvvf verenigingsnieuws

Veiligheidsinformatie verfproducten: lezen! Verf&Inkt naar schildersen onderhoudsbedrijven Een groot aantal schilders- en onderhoudsbedrijven van OnderhoudNL ontvangt voortaan Verf&Inkt Magazine. De VVVF wil ze op de hoogte stellen over de ontwikkelingen in de verfindustrie en meer gaan betrekken bij de projecten waar verffabrikanten aan werken. Deze waardevolle informatie stelt ze in staat om tijdig in te spelen op komende veranderingen. Voor een schilder- of onderhoudsspecialist kunnen veranderingen in de samenstelling en functies van verf grote gevolgen hebben. De kwaliteit van het eindresultaat is immers afhankelijk van het verfproduct en het applicatieproces samen. Meer informatie: Catelijne Hopmans (Communicatie VVVF), 070 444 06 79, e-mail: hopmans@vvvf.nl.

Slimme verf in het nieuws Het FD van 7 februari publiceerde onder de kop ‘Nanodeeltjes maken van verf bestrijder van ziektes en gevaar’ een artikel over ‘slimme verven’. Het artikel vertelt hoe verf door toepassing van nanodeeltjes verandert in een ‘multifunctionele trucendoos voor innovatieve toepassingen’. Op 9 maart publiceerde NRC Handelsblad een artikel onder de kop ‘Supernanocoating werkt tegen water, vuil en krassen’. Het artikel geeft aan wat het ‘geheim’ is van de veeg- en krasbestendigheid van deze coating.

@verfeninkt Volg ons op Twitter

verf&inkt 34 - 2015

Steeds meer schilders- en onderhoudsbedrijven ontvangen bij hun eerste aankoop van een verfproduct via VeiligmetVerf een e-mail met het bijbehorende Veiligheidsinformatieblad (VIB), en indien beschikbaar ook een Werkplekinstructiekaart (WIK). Verffabrikanten adviseren hun afnemers hun medewerkers die het verfproduct gaan gebruiken te informeren over de inhoud het VIB. Op die manier kan veilig met een product worden gewerkt en kunnen eventuele gezondheidsrisico’s tot een minimum beperkt worden. Ook

kan gewerkt worden volgens de wettelijk voorgeschreven voorzorgsmaatregelen. Afnemers dienen de VIB’s altijd in het bedrijf te archiveren. De Inspectie-SZW controleert hierop. VeiligmetVerf is een gezamenlijk initiatief van fabrikanten, importeurs en groothandelaren. Het is erop gericht veiligheidsinformatie van verfproducten voor alle betrokkenen toegankelijk te maken. Via de link ‘Direct VIB’s downloaden’ op de website van VeiligmetVerf is een (gratis) account aan te maken.

Systeemupdate VeiligmetVerf Op basis van feedback van verffabrikanten, verfgroothandelaren en eindgebruikers is in het systeem van VeiligmetVerf een aantal veranderingen doorgevoerd. Het doel van de aanpassingen is het systeem toegankelijker te maken voor leveranciers en gebruikers. Verffabrikanten en verfgroothandelaren hebben VeiligmetVerf ontwikkeld om te voldoen aan de wettelijke verplichting om een Veiligheidsinformatieblad (VIB) mee te sturen naar de afnemer, bij de eerste aankoop van een verfproduct. In het VIB staat informatie over de risico’s en de beschermingsmaatregelen die de gebruiker van een product moet nemen om veilig daarmee te kunnen werken. Verfleveranciers kunnen voortaan makkelijker hun Veiligheidsinformatie bladen (VIB’s) uploaden en wijzigen in het

systeem. Verder is het nu ook mogelijk om veiligheidsinformatiebladen van private label producten via het systeem te distribueren, zonder de naam van de verfleverancier kenbaar te maken. Voor de gebruikers zijn er ook zaken verbeterd. Ze ontvangen in de e-mail naast het VIB ook de contactgegevens van de leverancier. Zo kunnen ze rechtstreeks contact opnemen met de leverancier bij eventuele vragen over de verfproducten of om hun gegevens aan te passen. Verder is de zoekfunctie op de website www.VeiligmetVerf. nl uitgebreid. Na het inloggen kan een gebruiker een VIB vinden aan de hand van de leveranciersnaam, productnaam of de artikelcode. Het distributiesysteem via VeiligmetVerf is beschikbaar voor VVVF-en VVVH-leden, maar ook voor andere verfleveranciers.

Aanmelden Nieuwsbrief Verf&Inkt Netwerk Belangstelling voor de activiteiten van de VVVF en de ontwikkelingen in de verf- en drukinktindustrie? Neem een gratis abonnement op de nieuwsbrief Verf&Inkt Netwerk en ontvang minimaal vijf edities per jaar per e-mail.

Via de nieuwsbrief houdt de VVVF belangstellenden op de hoogte van de laatste nieuwsberichten. Aanmelden kan via het blok ‘Nieuwsbrieven’ op de homepagina van de VVVF website www.vvvf.nl.

Loodchromaat in verf Vanwege de gevaren van loodchromaat voor gezondheid en milieu geldt voor het gebruik en het op de markt brengen van de stof binnen de Europese Unie onder REACH, een verbod. Het verbod geldt vanaf 21 mei 2015 tenzij toestemming van de Europese Commissie is verkregen voor het gebruik en het op de markt brengen. Loodchromaat werd vroeger ook algemeen, net als loodwit, als kleurstof toegepast in verven. Vanwege de zeer toxische effecten is de verf- en drukinktindustrie inmiddels op alternatieven overgestapt. Dit mede op basis van de verwachtingen die de EU heeft gewekt dat er een verbod op de toepassing van de stof komt. Uit bronnen rond ECHA (European Chemicals Agency) blijkt dat de EU autorisatie voor het gebruik van loodchromaat overweegt. CEPE en VVVF hebben hier protest tegen aangetekend bij de Europese Commissie respectievelijk de Nederlandse overheid. Dit omdat beide organisaties van mening zijn dat er voldoende minder schadelijke alternatieven beschikbaar zijn. Meer informatie: Annet Sluer (Weten Regelgeving VVVF), 070 444 06 74, e-mail: sluer@vvvf.nl.

Nieuwe leden: Cépé Producten en MagPaint Onlangs heeft de VVVF er twee nieuwe gewone leden bijgekregen. CéPé Producten (www.cepe-producten.nl) is gespecialiseerd in milieuvriendelijke (meubel)beitsen, krijtverven en afwerkproducten. MagPaint Europe produceert specialistische en/of decoratieve watergedragen verven voor zowel de professionele als de consumentenmarkt (www.magpaint.com).

33


verf & veiligheid

Veiligheidspauze voor iedere shift

Valspar maakt

serieus werk van veiligheid

Voor verfproducent Valspar is veiligheid niet alleen belangrijk in woord, maar ook in daad. Zo is er dagelijks veiligheidsoverleg op de werkvloer en krijgen alle nieuwe medewerkers verplicht een week veiligheidstraining voordat zij aan de slag gaan. Het resultaat? Significant minder incidenten en spills. Te k s t : D o r i n e v a n K e s t e r e n Fotografie: Pet van de Luijtgaarden

Zonder veiligheidscultuur wordt het nooit wat met de veiligheid in een bedrijf, aldus de deskundigen. Veiligheid moet eerst en vooral verankerd zijn in de ‘hearts and minds’ van de directie en medewerkers. Wat dat betreft zit het wel goed bij Valspar, producent van autoreparatielakken. Het besef dat er ongelukken kunnen gebeuren en dat je alles moet doen om die te voorkomen, is doorgedrongen tot in de vezels van dit bedrijf. Dat blijkt al als de journalist en fotograaf in al hun naïviteit denken dat ze wel even kunnen rondkijken in de productieruimtes. De medewerkers van Valspar maken ondubbelzinnig duidelijk dat daar geen sprake van kan zijn. Dan zouden we eerst uitgebreide veiligheidsinstructies en persoonlijke beschermingsmiddelen moeten krijgen. Bovendien is fotoapparatuur daar niet toegestaan. Maar zo was het niet altijd. Voorman Chafik Boughanmi signaleert een ontwikkeling bij de productiemedewerkers in zijn team. “Eerst zagen ze veiligheid vooral als een verplichting, nu als een recht.” Marc de Boode, groepsleider R&D: “In het begin vond ik het weleens wat ver gaan, al die veiligheidsmaatregelen. Maar inmiddels vind ik het normaal om er constant mee bezig te zijn. Zelfs bij een klusprogramma op de televisie valt het me op als er iemand op een onveilig trapje staat.”

34


verf & veiligheid

Van links naar rechts: Maarten de Vries, Chafik Boughanmi, Marc de Boode en Regillio Plein

Ook bij voorman Regillio Plein strekt het veiligheidsbewustzijn zich uit buiten de bedrijfsgrenzen. “Laatst heb ik in de supermarkt een medewerker aangesproken die op een onveilige manier aan het laden en lossen was. Mijn vrouw vond dat maar niets, haha!”

Veiligheidspauze Bij Valspar is er dagelijks, vóór iedere shift, een zogeheten veiligheidspauze van een kwartier, waarin verschillende veiligheidsonderwerpen worden besproken. De voorman, die het praatje houdt, krijgt wekelijks de onderwerpen aangeleverd van de veiligheidsmanager. Deze onderwerpen hebben niet alleen betrekking op het werk, maar ook op de privésituatie. Het idee is dat veiligheid zo een vast onderdeel wordt in het denken van de medewerkers. Plein: “Niemand gaat aan het werk zonder dat hij eerst heeft stilgestaan bij veiligheid. Soms hebben we het over een gebeurtenis binnen Valspar, soms over een gebeurtenis in een ander chemisch bedrijf en soms over een bericht uit de krant. Het doel is om te bespreken hoe we zulke dingen kunnen voorkomen.” Boughanmi: “Ik probeer de medewerkers er altijd zo veel mogelijk actief bij te betrekken, bij-

verf&inkt 34 - 2015

voorbeeld door vragen te stellen. Want als ze niet luisteren, heeft het natuurlijk geen zin.” De Boode is verbaasd als hij hoort dat de veiligheidspauzes in de productie vóór werktijd plaatsvinden. “Bij ons is het onder werktijd.” Plein, lachend: “Jullie zijn de elite!” In het laboratorium zijn er ook niet dagelijks veiligheidspauzes, maar één keer per week. De 22 medewerkers leiden het gesprek bij toerbeurt. De Boode: “Ook wij krijgen de onderwerpen van de veiligheidsmanager, maar de mensen mogen ook zelf met iets komen. Voorwaarde is wel dat het iets te maken heeft met het werk. De kracht zit hem vooral in de herhaling.”

6S-beleid Het veiligheidsbeleid van Valspar is permanent in ontwikkeling, aldus De Boode. “Vroeger reageerden we vooral op incidenten die waren gebeurd, maar nu zijn we in het stadium van de preventie. Een voorbeeld: laatst heeft iemand een spijker in zijn voetzool gekregen, omdat hij op een palet was gaan staan. Dan kun je nog sterkere veiligheidsschoenen aanschaffen óf je kunt voorkomen dat er een palet op de grond ligt. Wij kiezen voor die laatste benadering. Door de werkplek netjes te houden en te zorgen voor orde, verlaag je de kans op letsel.” Hieruit vloeit het zogenoemde 6S-beleid voort; dat

‘Niemand gaat aan het werk zonder dat hij heeft stilgestaan bij veiligheid’ staat voor Scheiden, Sorteren, Schoonmaken, Standaardiseren, Standhouden en Safety. Met andere woorden: een schone werkomgeving is een veilige werkomgeving. Valspar huurt alleen een schoonmaakbedrijf in voor de kantoren en de gangen. De rest doen de medewerkers zelf. Een aantal dagen per jaar zijn ze zelfs alleen maar aan het schoonmaken, en draaien geen productie. Maarten de Vries, eerste medewerker in het grondstoffenmagazijn: “Eén keer per kwartaal hebben wij een audit, waarbij iemand van een andere afdeling komt kijken wat er anders en beter kan. Tijdens de schoonmaakdagen lossen we die punten op.” Plein: “We maken de machines schoon, nemen de buizen en leidingen in de fabriek af met behulp van een hoogwerker, repareren stellingen… Dit jaar ligt de nadruk op standaardiseren. Alle spullen hebben een vaste plek en dat maken we duidelijk met etiketten. Dan zie je ook snel of er iets ontbreekt.”

Nieuwe medewerkers Iedere nieuwe medewerker krijgt eerst een week veiligheidsinstructies voordat hij operationele taken gaat verrichten. Dit geldt ook voor uitzendkrachten. “Niemand gaat zomaar achter een machine, ook al betekent dat een week geen output”, zegt De Boode. De Vries: “Je mag dan letterlijk niets doen. Ik ben

4

35


21 MAY 2015 AMSTERDAM RAI

Âť Âť Âť Âť

Meet employers from your sector Increase your chances on the labour market Broaden your career perspectives Develop your personal skills

THE CAREER EVENT FOR

BIO, CHEMISTRY, FOOD & PHARMA Âť Including access to the conference ‘Talent for Growth’

Main Sponsor Powered by

Sponsor

Media Partners

Partners

Exhibitors (status 17-12-2014)

MRC-Holland ÂŽ

MLPA

Your logo here?

Your logo here?

Free registration at www.bcfcareerevent.nl


verf & veiligheid

bijvoorbeeld ingewerkt door een collega van 63, die inmiddels met pensioen is. Ik heb toen toegekeken hoe hij zakken van 25 kilo op een pallet tilde, maar mocht geen handje bijsteken.”

Interne veiligheidscode De medewerkers mogen werkzaamheden weigeren als ze denken dat hun veiligheid daarbij in het geding komt. Dit komt volgens de heren minder voor dan vroeger, toen Valspar een minder uitgebreid veiligheidsbeleid had. Wat weleens gebeurt, is dat medewerkers vanwege hun persoonlijke gesteldheid tijdelijk ander werk willen doen – ook een vorm van veiligheidsbewustzijn. “Vaak zie ik tijdens de veiligheidspauze al dat iemand minder goed in zijn vel zit. Bijvoorbeeld omdat hij slecht heeft geslapen of omdat er thuis iets speelt. Het is dan altijd mogelijk om werkzaamheden te doen die minder alertheid vragen. Geen draaiende machine bedienen, maar etiketten plakken bijvoorbeeld”, zegt Boughanmi. Alle verpakkingen in het bedrijf zijn voorzien van een interne veiligheidscode, waaruit blijkt of het materiaal brandbaar of schadelijk voor de gezondheid is. Het etiket maakt ook duidelijk welke persoonlijke beschermingsmiddelen er nodig zijn, zoals een masker, veiligheidsbril, handschoenen of schort. Verder móeten de machines altijd geaard zijn als de medewerkers ermee bezig zijn. Ook dampafzuiging is verplicht. Plein: “Als de dampafzuiging kapot is, komt er onmiddellijk iemand van de technische dienst.”

Minder incidenten en spills Valspar organiseert ook ieder jaar een veiligheidsdag, waarbij de medewerkers van alle afdelingen worden opgedeeld in groepjes en workshops over veiligheid volgen. De Boode: “Dat is eigenlijk een soort bedrijfsfeest. Vorig jaar heeft de brandweer een lezing gehouden en hebben we kickbokslessen en valtrainingen gevolgd. En we hebben op kratjes geklommen, waarbij je werd geborgd door een collega, om een gevoel van veiligheid te ervaren.”

verf&inkt 34 - 2015

‘Als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een keer iets misgaat, wordt het incident gemeld aan het hoofdkantoor’ Op de vraag wat dit alles nu oplevert, is het antwoord helder: beduidend minder ongelukken en ongelukjes. Minder medewerkers snijden bijvoorbeeld in hun vingers, omdat ze geen stanleymessen meer gebruiken, maar veiligheidsmessen die vanzelf inklappen. Ook het aantal stootincidenten is afgenomen nu de medewerkers verplicht zijn om een helm te dragen als zij onder een bordes werken. Daarnaast zijn er minder spills, waarbij er verf of grondstoffen buiten het blik terechtkomen. Plein: “Als je een spill moet opruimen, heb je oplosmiddel nodig. Dat is brandbaar en schadelijk voor de ademhaling. Natuurlijk hebben we maskers, maar hoe meer je dit kunt voorkomen, hoe beter het is.” Als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een keer iets misgaat, wordt het incident (uiteraard nadat zonodig eerste hulp aan de persoon in kwestie is verleend) gemeld aan het hoofdkantoor. Vervolgens vindt er een onderzoek plaats volgens een vaste methode, waarbij het wie, wat, waar en waarom aan de orde komen. Plein: “Op deze manier kunnen we de oorzaak van het incident achterhalen, zodat we dit in de toekomst kunnen voorkomen.” De Boode: “Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen aan het einde van de werkdag even gezond vertrekt als hij aankwam.” •

Veiligheid is belangrijk in de (petro)chemische industrie. Niet alleen voor de eigen medewerkers, maar ook voor omwonenden en het milieu. Met Veiligheid Voorop heeft het bedrijfsleven in 2011 een actieplan in werking gesteld om de veiligheidscultuur en daarmee de veiligheid in de sector te verbeteren. Het programma richt zich in eerste instantie op bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, de zogenoemde BRZO-bedrijven. De VVVF is een van de deelnemende bracheorganisaties. De partijen van Veiligheid Voorop meten de veiligheid en veiligheidscultuur in bedrijven aan de hand van vijf indicatoren: betrokken leiderschap, borging kwaliteit veiligheidsbeheersplan, ontwikkeling veiligheidsprestaties, meedoen in veiligheidsnetwerken en zakendoen met veilige bedrijven. De branches rapporteren jaarlijks over de prestaties van de leden, vertellen hun leden hoe zij het doen in vergelijking met andere (petro)chemische bedrijven en stimuleren hen om de prestaties van de sector in de breedte te verbeteren. Dit jaar wordt het Veiligheid Voorop-initiatief geëvalueerd.

37


vvvf verenigingsnieuws

Cao-akkoord in verf/drukinkt Sterker met lidmaatschap VVVF Onlangs heeft de VVVF een nieuwe publicatie uitgebracht over het VVVFlidmaatschap met een overzicht van de lidmaatschapsvormen en bijbehorende dienstverlening. Wie verbonden wil zijn aan de vereniging, wil bijdragen, meepraten en slim gebruikmaken van de resultaten van samenwerking met branchegenoten wordt lid en versterkt het bedrijf. Het lidmaatschap van de VVVF staat open voor verf- en drukinktfabrikanten en -importeurs die actief zijn op de Nederlandse markt. Ook andere bedrijven die belang hebben bij de verf- en drukinktindustrie, leveranciers van grondstoffen, machines of diensten aan de bedrijfstak kunnen zich via één van de lidmaatschapsvormen aansluiten. Voor meer informatie zie de VVVF-webpagina’s. Meer informatie: Martin Terpstra (directeur VVVF), 070 444 06 79, e-mail: terpstra@vvvf.nl.

CEPE-gids etiketteren en verpakken beschikbaar De Europese koepelorganisatie voor de verfindustrie, CEPE, heeft onlangs de gids over etikettering en verpakking volgens CLP gepubliceerd. Deze gids gaat over de regels die gelden voor etikettering en verpakking van stoffen en (vooral) mengsels. Het richt zich in het bijzonder op de levering en gebruik van mengsels. Voor het vervoer van gevaarlijke goederen gelden aparte regels. De gids is beschikbaar gesteld aan de VVVF-leden op de ledensite. Meer informatie: Annet Sluer (Wet- en Regelgeving VVVF), 070 444 06 74, email: sluer@vvvf.nl.

@verfeninkt Volg ons op Twitter

38

Partijen in de verf- en drukinktsector hebben alsnog een cao afgesloten. Deze cao heeft de looptijd van één jaar voor de periode 2014-2015. De werknemers in de sector ontvangen een loonsverhoging van 1,75% per 1 juni 2014. Partijen kwamen tevens overeen om de franchise van het ouderdomspensioen te verlagen. De cao kent een uitgebreide regeling van seniorendagen, deze zullen in een periode van tien jaar worden afgebouwd. Deze regeling zou op termijn onbetaalbaar worden en stimuleert de werkgelegenheid voor oudere werkne-

mers niet. Eerder werd al een onderhandelingsresultaat bereikt dat werd afgewezen door de werkgeversachterban. De werkingssfeer van de cao had een onbedoeld effect, waardoor deze van toepassing zou worden op AkzoNobel en PPG. Dit was nog nooit voorgekomen in de branche en is ook nooit de bedoeling geweest. Met het akkoord is de passage in de werkingssfeer aangepast. Zodra de aangepaste cao-tekst formeel rond is zal deze gepubliceerd worden. Meer informatie: Cees Pille (Werk&Arbo VVVF), 070 444 06 75, e-mail: pille@vvvf.nl.

Controle notificatieverplichting bij vergiftigingencentrum NVIC De NVWA, en ook de Inspectie Leefomgeving en Transport, controleert bij bedrijfsgerichte inspecties op de REACH- en CLP-verordening of bedrijven de notificatieverplichting bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) naleven. Het NVIC is het

kenniscentrum voor de klinische toxicologie in Nederland. Bij niet-naleving van de notificatieverplichting riskeren bedrijven een boete. De VVVF- en VLKleden zijn via de ledensite geïnformeerd over de wijze van aanleveren van productinformatie bij het NVIC.

Onderzoek duurzame inzetbaarheid en opleiden De komende jaren verandert de arbeidsmarkt in de procesindustrie drastisch. De gemiddelde leeftijd van de werknemers stijgt. Er gaan veel mensen met pensioen en er is een lage instroom van nieuw personeel. Daarbij komt dat door constante technologische ontwikkelingen de werkzaamheden steeds sneller veranderen. Bedrijven in de verfindustrie staan voor een grote uitdaging: hoe kunnen ze ervoor zorgen dat ze in de toekomst over voldoende medewerkers met de juiste

kennis en kunde kunnen beschikken? De VVVF vraagt haar leden mee te doen aan een marktonderzoek in het kader van duurzame inzetbaarheid en opleiden. De organisatie wil in kaart brengen hoe de branche ervoor staat om een optimaal rendement te (blijven) behalen, en ervoor te zorgen dat er in de toekomst voldoende medewerkers met de juiste kennis en kunde beschikbaar blijven. Meer informatie: Cees Pille (Werk&Arbo VVVF), 070 444 06 75, e-mail: pille@vvvf.nl.

REACH- en CLP-informatie voor leverancier en klant Verf-, kit- en lijmfabrikanten spelen als samensteller van producten een belangrijke rol bij de bevordering van een veilig gebruik van chemische stoffen. Zij kunnen namelijk relevante informatie doorgeven aan leveranciers en klanten. Het

VVVF-branchebureau heeft daarom de VVVF- en VLK- leden erop geattendeerd dat ECHA onlangs informatiemateriaal over REACH en CLP op haar website heeft geplaatst dat gebruikt kan worden bij gesprekken met leveranciers of klanten.

Biobased Coatings krijgt vervolg In 2030 is 50 procent van de verf op de Nederlandse markt biobased met een gelijkwaardige performance in vergelijking met fossiele grondstoffen. Dat is de ambitieuze doelstelling van de VVVF. De VVVF haakt daarmee in op de maatschappelijke tendens van duurzaamheid en groene grondstoffen. Maar in hoeverre is deze ambitie haalbaar? Er blijkt nog een behoorlijk gat tussen de onderzoeksresultaten en daadwerkelijke toepassing in coatings. Hoe kunnen we deze transitie maken, welke materialen zijn hiervoor nodig en geschikt en welke aanpassingen moeten er plaatsvinden in de productieprocessen? Om meer duidelijkheid te kunnen verschaffen over de huidige knelpunten is onlangs een enquête onder de VVVF-leden gehouden. De resultaten daarvan zullen kenbaar gemaakt worden in een bijeenkomst in het najaar van 2015. Aan de hand van berekeningen en informatie over de laatste technologische ontwikkelingen, en in overleg met andere partijen, wil de VVVF haar leden helpen om de ambitie te realiseren. Meer informatie: Cees Pille (Technologie & Innovatie VVVF), 070 444 06 75, e-mail: pille@vvvf.nl.

Erkend certificeringsstelsel behouden In december was er onduidelijkheid over de relatie tussen Komocertificaten en de CEmarkering (Verordening Bouwproducten). De rijksoverheid dreigde met sancties als de certificaten die in strijd waren met de Verordening niet voor 1 januari 2015 waren aangepast. Stichting Bouwkwaliteit legt nu in een persbericht uit hoe het bestaande certificeringstelsel behouden blijft binnen de randvoorwaarden van de Verordening Bouwproducten. Dit doet zij door de gangbare certificatiesystematiek zodanig aan te passen, dat het erkende certificeringsstelsel zijn waarde voor de bouwsector behoudt.


Processing Equipment for Coatings & Ink Industry • Mixing • Dispersing • Grinding • Sieving • Filling • All types of grinding media available from stock

E & R B.V. Stoomloggerweg 1 - 3133KT Vlaardingen T 010 4601544 - info@eandr.nl - www.eandr.nl

Infor Blending Branchespecifieke soft (semi-) procesindustri

Handige sof twar MSDS-en e voor in a Europese ta lle len.

ERP | BEHEER GEVAARLIJKE STOFFEN | LIMS

Recepturen, Berekening VOS-gehalte, Pigment/Vulstof-verhouding Tracking and Tracing, Analysecertificaat, MSDS, REACH, GHS ........? Dan weten wij waar het over gaat! IT-partner voor automatisering van al uw bedrijfsprocessen. Wij bieden volledig geïntegreerde ERP of deeloplossingen in de branches: ⇒ Chemie & Verf ⇒ Farmacie & Voedingssuplementen ⇒ Voeding & Drank ⇒ Verzorging & Cosmetica Blending Nederland BV Hakgriend 18 3371 KA Hardinxveld-Giessendam +31 184 490 367 www.blending.nl

Blending_ADV_1210.indd 1

11/26/10 1:36:57 PM

dols-inTernaTional.eu

Chemicals and service … to boost your business! Beside the sale of chemical specialties, we serve our customers with technical support. Based on more than twenty-five years experience and ongoing investment in our service lab, we contribute to solve many physico-chemical formulation problems. Zuidhoven 7n 6042 PB RoeRmond (nL)

T +31 (0) 475 - 315 554 info@doLs-inteRnationaL.eu


2,5 liter - 30 liter

Kleine oplages Premium kwaliteit

Transparant mogelijk

7 kleuren Folie: mat of glans

Colorcan printservices Ze vallen gelijk op, mooie verpakkingen, goed verzorgd en altijd up-to-date. Met ons complete COLORCAN concept ontwikkelen we samen met u verpakkingen die de positie van uw product in de markt versterken. Door blikverpakkingen direct te bedrukken of te etiketteren, krijgt elk product een unieke uitstraling. Ongeacht welke ordergrootte u nodig heeft. Daarom onze belofte:

“All batches. Great looks� Zandvoortstraat 69 T +31 (0)255 510 409

1976 BN IJmuiden F +31 (0)255 512 801

info@hildering.com www.hildering.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.