gekleurd verleden
Cor Boonstoppel belt en Cees Boonstoppel schrijft op het kantoor (collectie: A. Boonstoppel sr.).
Bastiaan Boonstoppel (tweede van links) en Arie Boonstoppel (rechts) in hun stand op een schildersvakbeurs (collectie: A. Boonstoppel sr.)
worden ook bij Boonstoppel gekenmerkt door een gestage groei. Niet alleen qua personeel, maar ook wat betreft het aantal vestigingen, zoals in Almelo (1951), ’s-Gravenhage (1953), Rotterdam (1955) en Amsterdam (1956). Hoewel er vlak na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks grondstoffen zijn te krijgen wordt er volop geadverteerd in de vakbladen, zoals Het Schildersblad, De Schilder, St. Lucas en Het Schildersgilde. Als snel worden nieuwe afzetgebieden aangeboord. Lakverwerkende industrieën krijgen verven en lakken op maat. Klanten in die jaren zijn onder meer schoensmeerfabriek Erdal (bliklakken) en de Waddinxveense speelgoedfabrieken G. Okkerse (synthetische lakken en schoolbordenverf) en W. Sliedrecht (blanke lakken). Het meest gekend in die jaren is ‘De Weduwe’ bij de huisschilders om ‘de mooie standverven met bolle glans en het vette karakter’. Verven, die volgens De Jong ook zeer geliefd zijn bij bezitters van monu-
verf&inkt 04 - 2009
mentale panden. “Met name de kleuren (Herengracht) groen, rood, blauw en roomwit uit de speciale Monumentenwaaier sieren menig pand.” Wa t e r v e r d u n b a r e l a k De Jong meent dat ‘De Weduwe’ in het begin van de jaren zeventig ‘als één van de eerste verffabrieken van Nederland’ met een waterverdunbare glanzende schilderslak op de markt is gekomen. “Al snel daarna komt men, nu als eerste verffabriek, met high solid schilderlakken naar buiten. High solid staat voor hoge vaste stof. Dit betekent dat de verven minder oplosmiddel bevatten en daardoor minder belastend zijn voor het milieu.” Het gaat om de jaren waarin na het terugtreden uit de directie van Cees en Cor Boonstoppel opnieuw een generatie Boonstoppel in de directie wordt benoemd: Ad Boonstoppel, de zoon van Cees, en Bas Boonstoppel, de zoon van Cor. ‘De Weduwe’ ontwikkelt zich tot 1980 voorspoedig en behoort
volgens De Jong “lange tijd achter de twee groten (AkzoNobel Coatings en Sigma Coatings) tot de groep van de grotere bedrijven van de Nederlandse verfindustrie.” Op het hoogtepunt van de onderneming werken er in totaal honderdtwintig man personeel in diverse vestigingen in Nederland en Duitsland. Midden jaren negentig breken er volgens de scribent minder goede tijden aan. Het personeelsbestand wordt teruggebracht naar vijfenzestig personen en er worden met collega-fabrikanten gesprekken gevoerd om tot een samenwerkingsverband te komen. Gevolg: samen met verffabrieken als ‘De Wit’ in Groningen en ’Nezolid’ in Tiel gaat ’Boonstoppel Verf’ deel uitmaken van de zogenoemde Circle Group. Aangezien de Engelse firma Kalon daar grootaandeelhouder van is heet de groep al snel ‘Kalon Netherlands.’ Als vervolgens Sigma en Kalon in 1999 fuseren, komt de verfproductie in Waddinxveen onder de regie van Sigma. Volgens de nieuwe eigenaar is de voormalige Boonstoppel-locatie sterk verouderd. Bovendien heeft men zelf voldoende productiecapaciteit. Het gevolg is dat de activiteiten in Waddinxveen eind 1999 beëindigd worden. Als zelfstandige verffabriek is er voor ‘De Weduwe’ geen toekomst meer. Oude Liefde Onder het motto ‘Oude Liefde’ heeft Sigma de Boonstoppel-verven nieuw leven ingeblazen. Halverwege het jaar 2000 is het assortiment opnieuw in de markt gezet als ‘ambachtelijke kwaliteit in een modern jasje.’ Anno 2006 zijn de Boonstoppel-producten bij 62 verkooppunten verkrijgbaar. En in oktober van dat jaar worden de verpakkingen en het merklogo met de toevoeging ‘sinds 1890’ vernieuwd. “Want”, zo besluit De Jong zijn publicatie, “Boonstoppel Verf staat voor nostalgie, traditie en authentieke kleuren. De herpositionering van Boonstoppel Verf lijkt vooralsnog geslaagd.”
Te k s t : A n t o n S t i g
29