VPRO Gids bijlage - 43ste Poetry International Festival Rotterdam

Page 1

vpro gids bijlage

bij #22 van 2 juni t/m 8 juni 2012

43ste Poetry International Festival Rotterdam 12-17 juni


Po ĂŤ

zie

lee

ft b

ij D

eA

w. ar be r sp er s. n

eid ers

ide l

rb pe

ww

rs

Di

ng en ge be

ure

no

md

at

ze

rijm

en


Het 43ste Poetry International Festival vindt plaats van dinsdag 12 t/m zondag 17 juni in de Rotterdamse Schouwburg. Twintig dichters uit alle windstreken lezen voor, geven masterclasses en gaan met elkaar in gesprek over het thema ‘Het Onvoltooide’. www.poetry.nl www.poetryinternational.org

4

Onaf het mooist? Poetry voert als thema ‘Het Onvoltooide’

7

Zuchtmeisje Old Songs zet Sappho op folkmuziek

8

Drie jonge dichters L.K. Holt, Márcio-André en Marije Langelaar

11

Wildwaterbaan Ron Silliman: briljant of flauwekul?

12

De volgorde-machine Acht vragen aan K. Schippers

14

Poetry International Festival uitgelicht

17

Tussen poëzie en politiek 'Elke verwondering is een glibberend touw'

18

‘Ik ben een allesvreter’ Vanaf het begin erbij: Jana Beranová

21

Goudmijn van stemmen Nieuw! Poetry Internationalaudioarchief

22

Wie, wat, waar, wanneer Programma, dichters, service

vpro gids bijlage

Colofon Hoofdredactie Hugo Blom Arne Leffring (adj.) Samenstelling Tjitske Mussche

Tekst Mischa Andriessen Dirk-Jan Arensman Wim Brands Elja Looijestijn Tjitske Mussche Jeroen van Kan

Intussen heb je geleerd dat je misdragen niet per se betekent dat je jezelf niet bent

Arjen van Veelen Beeld Carla van Thijn Eindredactie Maarten van Bracht Vormgeving Frederik Vorderhake

Bladcoördinatie Gabrielle Hagedorn Acquisitie AdNovus B.V. Lithografie Sarah Tames

Druk Roularta, Roeselare (België)

bij #22 van 2 juni t/m 8 juni 2012

43ste Poetry International Festival Rotterdam 12-17 juni

Omslagillustratie Max Kisman

KAREN SOLIE, CANADA

VERTALING: JABIK VEENBAAS

3


ARCHIEF POETRY

Hans Faverey. Versie van een niet voltooid gedicht

Onaf het mooist? Het 43ste Poetry International Festival voert als thema ‘Het Onvoltooide’. Denk daarbij aan alles wat niet poëtisch werd afgerond: gedichten, oeuvres of loopbanen. Festivaldirecteur Bas Kwakman en programmeurs Correen Dekker en Marc Kregting ontleenden het thema aan de muziek. DOOR MISCHA ANDRIESSEN

‘I

k ween om bloemen in de knop gebroken / En vóór den uchtend van haar bloei vergaan.’ Deze beroemde regels van Willem Kloos bewijzen dat een dichter, maar evengoed een lezer, veel waardevols kan ontdekken in wat niet tot wasdom heeft kunnen komen. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom. Wat voortijdig afgebroken wordt, blijft eeuwig een belofte. Die zal niet worden ingelost, nee, maar ook niet worden gecorrumpeerd door latere misstappen. Was Arthur Rimbaud een even mythisch dichter geworden als hij niet zo jong met schrijven was gestopt? Stel je voor, tot aan zijn tachtigste elke drie jaar keurig een bundel. Zou hij tot aan het bittere eind een groot dichter zijn gebleven? Misschien, maar geen mythe. Poetry International voert dit jaar ‘Het Onvoltooide’ als thema. Onvol-

4

tooide schrijverscarrières, onaffe of onvolledig overgeleverde gedichten, dichters die er maar niet in slagen een gedicht te vervolmaken. Zoals Samuel Beckett, die zijn laatste gedicht ‘Comment dire’ na vele versies liet bestaan uit één lange, stotterende zin die slechts zijn eigen eindigheid echoot. Of zoals Tonnus Oosterhoff, die geen keuze kon maken tussen twee woorden waarmee hij een gedicht besluiten kon. Hij koos voor beide door in een digitale versie van het gedicht beide mogelijkheden elkaar in een oneindige loop te laten afwisselen. Want het onvoltooide is natuurlijk niet altijd een tragedie, soms is onaf gewoon het mooist.

Nodig

Desgevraagd vertellen festivaldirecteur Bas Kwakman en programmeur Correen Dekker dat het idee voor het thema vanuit de muziek kwam. Franz Schuberts Unvollendete, het nooit volbrachte Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart of de Tiende symfonie van Gustav Mahler. Werken die later meer dan eens zijn ‘afgemaakt’ door vakbekwame componisten die nauwgezet de aanwijzingen van bijvoorbeeld Mahler hadden opgevolgd. Kwakman: ‘Zelfs als ze het precies zo hebben gedaan als de bedoeling was, blijven veel mensen

in deze stad wordt elk vallend lichaam een vogel

toch geloven dat het in handen van Mahler of Schubert nog net een fractie beter geworden zou zijn.’ Dat roept de vraag op van wie een symfonie of een gedicht eigenlijk is? Van de componist en de dichter, of van de luisteraar en de lezer? Die vraag wordt fraai verbeeld in de beroemde speelfilm Il Postino. De postbode van het eiland waar de vermaarde dichter Pablo Neruda in ballingschap verblijft, gebruikt Neruda’s gedichten om het hart van een barmeisje te veroveren. Als Neruda hem daarover ter verantwoording roept, riposteert de postbode: ‘maar het zijn mijn gedichten, want ik had ze nodig.’ Kwakman brengt een vergelijkbare anekdote te berde: ‘Een kunstenaar had een schilderij gemaakt bij een gedicht van Hans Faverey. Toen hij het trots aan de dichter liet zien en uitlegde hoe hij het gedicht tot beeld had omgewerkt, merkte Faverey voorzichtig op: “Heel mooi, maar daar gaat mijn gedicht helemaal niet over.” Dat viel de kunstenaar rauw op het dak. Hij antwoordde woedend: “Wil je wel van mijn gedicht afblijven!”’

Onvolledig

Faverey stierf tamelijk jong. Dichters als Rimbaud en de Vlaamse junkie Jotie T’Hooft VAHE ARSEN, ARMENIË

VERTALING: A.M. MARTIROSJAN-MATTAAR


Mayröcker

Wat is er zo intrigerend aan het onaffe? Waarom vinden wij het onvoltooide veel aanlokkelijker dan onze voorvaderen dat vonden? uit het feit dat één enkel vers – drie regels lang – alleen al in het Nederlands zo’n twintig, aanzienlijk van elkaar verschillende, vertalingen kent. De fragmentarische vorm die Sappho’s poëzie door de tand des tijds heeft gekregen, is uiteindelijk hét voorbeeld geworden voor veel hedendaagse poëzie. Niet het afgeronde verhaal met strikt rijmschema en metrum van het epische gedicht, maar het bewust onaffe met weglatingen, veel wit en vooral de nadruk op wat níet wordt gezegd, bepaalt nu het voorkomen van de poëzie. Die laat de lezer bovendien meer vrijheid tot interpretatie. Dit jaar zal tijdens verschillende programmaonderdelen van het Poetry International Festival gezocht worden naar het antwoord op de vraag waarom dat zo is. Wat is er zo intrigerend aan het onaffe? Waarom vinden wij het onvoltooide als iedereen ontwaakt droomt de stad vreemd aan zichzelf en aan de tijd –

veel aanlokkelijker dan onze voorvaderen dat vonden? Kwakman en Dekker beamen overigens dat dit zoeken geheel in overeenstemming met het festivalthema niet gebeurt vanuit de gedachte een sluitend antwoord op die vraag te vinden.

Menselijke maat

Wat wel zonder veel twijfel kan worden vastgesteld, is dat het publiek nu iets anders van kunst verwacht dan het publiek driehonderd jaar geleden deed. Alessandro Baricco heeft in zijn veelbesproken boek De Barbaren haarfijn uitgelegd dat tijdgenoten van Bach diens muziek waardeerden vanwege het vakmanschap van de componist en niet om de emoties die hij bij hen wist los te maken. Bij tijdgenoten van Schubert was dat precies andersom en zo is het nog steeds. Misschien ook valt de fascinatie voor het onvoltooide samen met een andere belangrijke verschuiving in mentaliteit. Niet de almacht van het goddelijke is nu de leidraad, maar haar tegendeel: de menselijke maat. En wat is menselijker dan niet kunnen afmaken wat je begonnen bent? Dan hogere idealen koesteren dan je kunt waarmaken? Waarom dicteerde de doodzieke Mozart nog de noten van zijn Requiem? en waarom vertaalde Beckett, oog in oog met zijn naderende dood, ‘Comment dire’ nog in ‘What is the word’, waarbij hij niet precies het origineel volgde maar erop varieerde? Het voltooien is voor stervelingen toch überhaupt een onmogelijkheid. Waarom deden ze niet als Rimbaud en gaven er vroegtijdig de brui aan? Een stuk of wat gedichten als rechtvaardiging van een bestaan en dan de hort op, de wereld rond, op jacht naar vrouwen, geld. Rimbaud liet zijn oeuvre bewust onvoltooid, was zijn tijd wellicht ver vooruit door in te zien hoe mooi het onaffe kan zijn. Bekeek wat hij geschreven had en vond het mooi geweest. Ook Beckett lukte het om een wondermooi falend gedicht te schrijven van één lange gebutste zin.’

HH

overleden op nog jongere leeftijd. Rimbaud was toen zoals gezegd al lang met dichten gestopt. Hun oeuvres zijn voltooid in die zin dat ze er zelf geen werk meer aan toe kunnen voegen. Toch zijn in de nieuwe versie van Favereys Verzamelde gedichten veel niet eerder gepubliceerde gedichten opgenomen. Van T’Hooft is inmiddels ongeveer elke snipper papier die werd gevonden ook geopenbaard. Andere oeuvres zijn onvolledig overgeleverd. Zoals dat van Sappho. Van de gedichten van deze in de zevende eeuw voor Christus geboren dichteres zijn enkel fragmenten bewaard gebleven. Dat dit tot de verbeelding spreekt, blijkt

Van de gelauwerde Oostenrijkse schrijfster Friederike Mayröcker (1924) verscheen in het najaar van 2011 de bundel ich bin in der Anstalt. Fusznoten zu einem nichtgeschriebenen Werk (Suhrkamp). De voetnoten bevatten notities in proza die zich laten lezen als poëtische dagboekaantekeningen. Soms lijken het gedichten in spe te zijn; gedichten die nooit zijn opgeschreven, maar die in het brein van de lezer vorm krijgen en voltooid worden. Tijdens het festivalprogramma geeft de Duitse dichteres Ulrike Draesner een brede introductie op het werk van Mayröcker, waarna literatuurwetenschapper Inge Arteel de bundeling voetnoten toelicht. Andere festivaldichters lezen hun eigen voetnoten voor en/of spreken over het beslissende moment: wanneer een gedicht een gedicht wordt.

► Special: Voetnoten. Over het niet-geschreven werk van Friederike Mayröcker

Vrijdag 15 juni, 22.00-23.00 uur

Opening Tijdens de feestelijke festivalopening maakt u kennis met alle festivaldichters die ieder een ‘onvoltooid’ gedicht lezen. Het Doelen Kwartet speelt John Cages’ 44 Harmonies. Speciaal voor het festival maakten K. Schippers en de Australische Lucy Holt een gesproken soundtrack bij twee historische films over Rotterdam. Ze brengen deze Ciné-Poèmes live op het toneel. ► ‘En vandaag bid ik dat / de onvolmaaktheid me voor altijd te vriend houdt’. Opening

Dinsdag 12 juni, 20.00-21.45 uur

MÁRCIO-ANDRÉ, BRAZILIË VERTALING: ARIE POS

5


Lees deze poëzie Emmens-bewonderaar Wim Brands stelde deze bloemlezing samen: ‘maak nu voor een krats kennis met het werk van een van onze grootste dichters’. isbn 9789028241985 Hardcover 72 pagina’s / ¤ 12,50

‘Wat een weergaloze bundel.’ (Erik Lindner in de Groene Amsterdammer) isbn 9 7 8 9 0 2 8 2 4 1 954 Paperback 72 pagina’s / ¤ 14,50

‘De vlek is geschreven met de nauwkeurigheid en de flow van het betere gedicht, en je leest het in het tempo van de betere roman.’ (Dries Muus in HP/De Tijd) isbn 9789028241770 Hardcover 96 pagina’s, met cd / ¤ 17,50

Foto: Annaleen Louwes

Foto: Sander Vermeer

www. vanoorschot. nl


ZUCHTMEISJE

SAPPHO (CA . 1884) DOOR GUSTAVE MOREAU , STAPLETON COLLECTION / CORBIS

De gedichten van Sappho (zevende eeuw voor Christus) zijn slechts fragmentarisch overgeleverd, maar dat heeft haar reputatie beslist geen kwaad gedaan. De Amerikaanse groep Old Songs zet haar poëzie op folkmuziek. DOOR ARJEN VAN VEELEN

[…] t’aime! […] la vague Je vais, je vais […] […] tes reins […] Stel dat dit tekstsnippertje het enige was wat je had. Verder wist je niets, geen melodie, geen achtergrondinformatie. Zou je dan via deze tekstflarden het liedje ‘Je t’aime, moi non plus’ van Serge Gainsbourg en Jane Birkin kunnen reconstrueren? Je zou hoogstens kunnen concluderen: dit is een liedje over de liefde. Houden van, golf, lendenen… Je zult het verder moeten doen met fantasie. Op zulke onmogelijke missies stuurt Ik zie een draad van schoonheid golven Als een rivier van goede daden

Sappho je steeds. De dichteres gaf ons een schoenendoos van 2600 jaar oud met slechts enkele intacte gedichten en verder vooral heel veel gruis. Zwaar verminkte poëzie. Met soms een glimp van een schaduw van een oeuvre. Zoals in fragment 31 (vertaling van Paul Claes): Gelukkig als de goden lijkt / mij de man te zijn die vlak / tegenover jou zit en luistert / naar je mooie stem // en lieve lach, zodat plots / mijn hart in mijn borst bonst. / Zodra ik naar je kijk / stokt mijn stem.

Songs

Dat Sappho vol gaten zit heeft haar reputatie nooit geschaad, eerder gesterkt. Poëzie gaat nu juist over de gaten, over betekenisvol wit, over pregnante puntje-puntje-puntjes. Sappho is stuk en dus nooit af. Daar houden wij van. En alle vertalingen zijn even waar, want van Sappho mag alles. Alles? Een Sappho-vertaling zou op zijn minst zingbaar moeten zijn. Haar gedichten waren niet om te lezen. Sappho schreef songs. Sappho was een soort zuchtmeisje. Er is een anekdote over de Griekse dichter-

staatsman Solon die zo in verrukking zou zijn geraakt toen hij een Sapphosong hoorde, dat hij het liedje per se zelf wilde leren, opdat hij daarna rustig sterven kon. Je moet Sappho eigenlijk niet vertalen, maar uitvoeren. Een wonderlijke poging daartoe komt van Old Songs. Die Amerikaanse groep zet antieke Griekse poëzie op muziek – op twintigste-eeuwse Amerikaanse folkmuziek. Ze zingen Hipponax, Alkaios en ook Sappho onder begeleiding van banjo’s en gitaren. Innovatief. En dat past bij Sappho, die zelf volgens de overlevering als eerste de lier bespeelde met een plectrum. We vertalen van liedjes naar liedjes, schreef Chris Mason van Old Songs in 2009 het Amerikaanse literaire tijdschrift The Antioch Review. ‘My goal is a song you sing in your head as you walk down the street.’

Didgeridoo

Twee van de leden van het trio beheersen Grieks. Ze proberen het muzikale van Sappho over te brengen in de Engelse songteksten. Dat is lastig, schrijft Mason. Neem bijvoorbeeld de Sappho-regel ‘μήτε μοι μέλι μήτε μέλισσα’. De hypnotiserende herhaling van m- en lklanken gaat in het Engels verloren: ‘Neither for me, honey nor bee’. Het eerdergenoemde fragment 31 wordt als songtekst dit: He seems like a god to me / Sitting there across from you / Listening closely to your sweet voice / And your lovely laughter sets / My heart trembling in my breast. Dat klinkt opeens een beetje simpeltjes. Maar je zou het natuurlijk moeten horen. Bij één uitvoering speelt Old Songs zelfs een Sappholiedje onder begeleiding van een didgeridoo. Raar? Er is geen enkel geluid uit de oudheid overgeleverd dat deze uitvoering kan weerleggen. Sappho-nummers van Old Songs zijn te beluisteren via writing.upenn.edu/pennsound/x/Old-Songs.html Dichters uit Nederland en België die na 2000 debuteerden delen hun ideeën over, en ervaringen met Sappho op sapphopoetryinternational.blogspot.com

► ‘Ik zeg dat iemand zich ons nog herinneren zal’. Over Sappho. Met Paul Claes en Marianne Peereboom Zaterdag 16 juni, 20.00 -21.00 uur NAJWAN DARWISH, PALESTINA

VERTALING: KEES NIJLAND

7


3 jonge dichters De generatiegenoten L.K. Holt, Márcio-André en Marije Langelaar hebben het nodige gemeen. ‘Ondernemende dichters die, gevoed door muziek en kunst, hun eigen muzikale en beeldenrijke woordwerelden bouwen.’ DOOR DIRK-JAN ARENSMAN

Z

e werden geboren op drie verschillende continenten. Ze hebben ieder een uniek eigen geluid. En het altijd verleidelijke feit dat ze betrekkelijk jonge generatiegenoten zijn, zou ook geen reden moeten zijn om L.K. Holt (Melbourne, 1982), Márcio-André (Rio de Janeiro, 1978) en Marije Langelaar (Goes, 1978) zomaar op een hoop te vegen. Maar toch hebben deze dichters meer gemeen dan hun talent en begin-dertigerschap alleen. Net genoeg in elk geval om ze hier toch samen te willen presenteren. Ze delen om te beginnen hun inspirerende en geïnspireerde liefde voor andere kunstvormen. En ze zijn volop actief als organisators, bloggers of essayisten én werken alle

L.K. Holt

8

We zijn een troep schatjes die spelen dat ze elkaar kussen

drie als uitgever of redacteur in de spannende en vitale marge.

Energieniveau

De Braziliaan Márcio-André mag je zelfs met recht radioactief noemen, sinds hij in 2007 een geruchtmakend ‘zelfmoordoptreden’ verzorgde in het spookstadje Pripyat (Tsjernobyl) in Oekraïne, waar hij zes uur lang zijn gedichten voorlas tussen de ruïnes van de verboden zone. Of besmet raken een ingecalculeerd risico was of het doel van de onderneming is niet helemaal duidelijk, maar hij schreef over de ervaring in elk geval het boekje Ensaios Radioactivos (2008). Een wonderlijke actie, op zijn minst, maar zijn energieniveau werd er ondertussen duidelijk niet minder om. De man schrijft regelmatig in verscheidene Braziliaanse kranten en vertaalde werk van onder anderen Gilles Yvain, Forrest Gander en Hagiwara Sakutaro. Hij doceerde creative writing aan de Universiteit van Coimbra, literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Rio de Janeiro en gaf workshops op middelbare scholen in Portugal. Hij was hoofdredacteur van het Portugees-Braziliaanse literaire tijdschrift Confraria en werkt als redacteur bij uitgeverij Confraria do Vento. Hij organiseert jaarlijks het literair-theatrale festival Cidade aTravessa in Lissabon, Rio de Janeiro en Sao Paulo. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de multimediale performances die steeds meer de kern van zijn werk lijken te vormen. Sommige daarvan zijn op YouTube en zijn eigen website te vinden, en ze beloven een opwindend experimenteel spektakel op het Poetry International Festival. Want MárcioAndré gebruikt meer dan woorden

alleen om zijn poëtisch universum in te richten. In 2009 maakte hij bijvoorbeeld een bescheiden tournee door Europa met een project met de veelzeggende titel Indivisible: polyphonic poem for voices, violin, electronic processing, bells and whistles. Hij bediende zich van soundscape-achtige geluidscollages, speelde viool terwijl hij voordroeg en liet op wanden of schermen letters, architecturale tekeningen, boomdiagrammen en andere associatief hypnotiserende beelden projecteren. Dansen op de grens tussen installatiekunst, performance art en woordmuziek, zoiets is het.

Heftige wereld

Zo uitbundig zal het er bij het optreden van de Australische L.K. Holt waarschijnlijk niet aan toegaan. Ze is een haast even geestdriftig ambassadeur van de poëzie, daar niet van. Zo vult ze samen met collega’s Elizabeth Campbell en Petra White de blog ‘So Long Bulletin’ over Australische poëzie en literaire kritiek, geeft ze de workshop ‘Writing with the Reader’s Ear’ in voordrachttechnieken en is ze redactrice bij uitgeverij John Leonard Press. Maar haar verzen, verzameld in de bundels Man Wolf Man (2007) en Patience Mutiny (2010), neigen meer naar de verstilde lyriek van kamermuziek, kalme welluidendheid vol rijm en halfrijm. Onder die schijnbaar rimpelloze oppervlakte gaat niettemin een complexe en heftige wereld schuil. Holt kan schrijven over gruwelijk geweld en huiveringwekkende dreiging (‘Sometimes the enemy knocks before/ entering. A baby is hidden in the drawer.’) en opperste schoonheid. Ze verwijst ernstig naar Donne, Shakespeare of Althusser, maar kan ook onverDOLORES DORANTES, MEXICO

VERTALING: MARIOLEIN SABARTE BELACORTU


CREDIT

wacht speels en ironisch uit de hoek komen, zoals in de erotiek-met-eenknipoog van ‘Sedimentary Layers’: If a geologist were to wander in and see us lying here – my head on your chest but your legs on top of mine – he’d certainly be a little perplexed over whether you or I came first Prachtig is haar cyclus ‘Long Sonnets of Leocadia’, waarin ze het woord geeft aan de werkster/minnares van de schilder Goya. Monologen over liefde en loyaliteit, strijd en dood, vol haarscherpe typeringen van de doeken van de Spaanse meester, zoals deze: ‘You paint a purposeful silence, mouths chasmal / to consume all sound, small complete eclipses.’ In zulke regels denk je soms te kunnen lezen dat Holt ooit zelf beeldend kunstenaar was, voor ze, zoals ze ooit in een interview zei, in 2004 besloot dat ‘woorden makkelijker te manipuleren zijn dan verf, klei en potloden’.

Surrealiste

FERNANDO BRANQUINHO

Die achtergrond deelt ze dan weer met de Nederlandse Marije Langelaar, die studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem en de Nottingham Trent University

Márcio-André

Marije Langelaar for Contemporary Arts, in binnenen buitenland exposeerde en nog steeds betrokken is bij de onafhankelijke kunstboekenuitgeverij ROMA Publications. In 2003 debuteerde ze met de bundel De rivier als vlakte, zes jaar later gevolgd door De schuur in. Titels die klinken naar natuurlyriek, die ze soms inderdaad schrijft, op een eigenzinnige manier. Maar als dichteres is ze eerder een surrealiste dan iemand van de zoetige landschapjes in aquarel. Ze kijkt intens en met vrolijke overgave naar de (kleine) dingen, zo intens dat ze er in haar regels vaak mee samenvalt. Ze dicht vanuit het perspectief van, pakweg, een vogel of een vis; schept droomvoorstellingen – soms liefelijke, soms beklemmend als een nachtmerrie – waarin meubels plotseling nadrukkelijk menselijke trekjes kunnen krijgen: ‘Kasten en stoelen trekken hun schouders op,/bonken tegen het plafond.’ Vrolijk stemmende poëzie is het, zelfs als ze over het duister en de dood gaat (‘roets de kist in’). Vanwege Langelaars vaak lichte

hoe sprakeloos weg in zichzelf met wilde jagende blik kwam ze in die paar seconden seconden lang vreemd op me af

toon, en vooral omdat ze zo’n aanstekelijke lol in de taal heeft, in de klank en de beelden die je er zomaar mee kunt oproepen. Verrassende en vreemd betoverende tafereeltjes, zoals ‘Stad’ bijvoorbeeld: Op hoeven draaft de stad de nacht door lange teugels om gebouwen zweepslagen op het plein van opwinding luiden de klokken bakstenen laten hun greep los fietsen ratelen de straat op, fornuizen. Genoeg. De stad strijkt neer bij een oever door het rinkelen en gongen ontwaken de vissen glad en radeloos. Drie jonge dichters, dus. Ondernemende dichters die, gevoed door muziek en kunst, hun eigen muzikale en beeldenrijke woordwerelden bouwen. Alle drie even verschillend en – misschien is dat uiteindelijk hun grootste overeenkomst – alle drie evenzeer de moeite van het ontdekken waard.

► Dichterslezing: o.a. L.K. Holt en Márcio-André

Donderdag 14 juni, 16.00-17.15 uur

► ‘De tover ligt al dagen op de loer’. Tsead Bruinja in gesprek met o.a. Marije Langelaar Vrijdag 15 juni, 17.00-18.00 uur

► Dichterslezing: o.a. Marije Langelaar Vrijdag 15 juni, 20.30 uur Zaterdag 16 juni, 18.45 uur

ULRIKE DRAESNER, DUITSLAND VERTALING: ARD POSTHUMA

9


¤ 12,50

azul 3

Gedichten

international literary magazine

azul 3

Gratis azulpressinfo@gmail.com

Waar je was

Verwacht najaar 2012

€ 15,—


Wildwaterbaan

Het werk van de experimentele dichter Ron Silliman roept felle reacties op. Is het briljant of de grootst mogelijke flauwekul? ‘Je kunt niet anders dan je laten meevoeren.’ DOOR JEROEN VAN KAN

L

aten we beginnen met The Alphabet (2008), een duizend pagina’s tellend gedicht over alles. Een epische woordenbrij waarin je ademloos blijft lezen. De relatie tussen de ene regel en de volgende is vaak afwezig. Het beste is je vrij associerend mee te laten voeren door die stroom woorden. Poëzie als wildwaterbaan. Je bent blij als je weer aan de kant bent, maar eenmaal op de oever wil je ook graag weer terug. Karaoke Shakespeare: day awash with rain stains the windows. That woman forms the voice of Homer Simpson. One person’s horizon is the next one’s limit. (uit: The Alphabet) Ron Silliman maakt deel uit van een groep experimentele Amerikaanse dichters die bekendheid heeft gekregen onder de naam L=A=N=G=U=A=G-E Poets. “IK HAAT TAAL” schreef een van de pioniers van die stroming, Robert Grenier, begin jaren zeventig boven een essay. Die uitspraak luidde volgens Ron Silliman een nieuw tijdperk in de Amerikaanse poëzie in. Hoogste tijd om het genre opnieuw uit te vinden en alle sleets geworden tradities ter discussie te stellen. Uit de as herrees een poëzie die doorgaans lang van stof is, zich meestal voordoet als proza, niet zelden politiek van aard is en waarin veel tussen de regels gelezen moet worden. Dat het een soort poëzie is waar sommige Nederlandse lezers aan zullen moeten wennen, heeft te maken met onze eigen poëtische traditie. Hoe rijk die ook is, gedichten zoals die van Silliman en de zijnen bestaan hier nauwelijks. Pas de laatste jaren heeft een aantal jonge Nederlandse dichters belangstelling gekregen voor de experimenterende Amerikanen. Arnoud van Adrichem, Waarom missen ze mij, mijn gewei is benig en veroorzaakt niets dan pijn

Samuel Vriezen en Jeroen Mettes, om er enkele te noemen.

Amechtig

Vooral Mettes plaatste zijn werk nadrukkelijk in de traditie van de L=A=N=G=U=A=G-E Poets. Net als Ron Silliman was Mettes een onvermoeibaar poëzieblogger. Hij maakte in 2006 op 28-jarige leeftijd een einde aan zijn leven, maar liet wel een epos na dat N30 heet en vorig jaar werd uitgegeven, samen met een keuze uit zijn kritische stukken. ‘Nieuwe zinnen’ is de ondertitel van N30, wat verwijst naar een baanbrekend essay van Silliman uit 1977: The New Sentence. Net als The Alphabet is ook N30 een gedicht als een wildwaterbaan. Je kunt niet anders dan je mee laten voeren. Ook bij hem sta je na afloop amechtig hijgend op de oever en vraag je je af wat je nu eigenlijk hebt gelezen. Is dit briljant of is dit de grootst mogelijke flauwekul? Dat is de reactie die alle dichters die voortkomen uit de traditie van de L=A=N=G=U=A=G-E Poets voortdurend oproepen. Ze worden beurtelings op schilden gehesen en met pek en veren de straat uit gejaagd. Ron Silliman heeft altijd blijk

gegeven van een grote behoefte aan theoretische onderbouwing van zijn radicale poëzie. Dat leverde hem een reputatie op van moeilijk dichter. Waarschijnlijk was hij juist daarom zo opgetogen toen criticus Andrew Ervin in een recensie van The Alphabet opmerkte dat het lezen van zijn werk beslist niet moeilijker is dan in de trein zitten en naar buiten kijken. ‘It’s good to see that some people are getting it, that you can just read what’s there and that will tell you everything you need to know about my work.’

► Debat: Argumenten gezocht! Ron Silliman en Language-poëzie in de Lage Landen Donderdag 14 juni, 17.15-18.15 uur

► ‘Zo raakte ik los/ van elk idee van anker’. Samuel Vriezen interviewt Ron Silliman Donderdag 14 juni, 19.00-19.45 uur

► Dichterslezing: Ron Silliman, Inuo Taguchi, Chus Pato

Donderdag 14 juni, 20.00-21.00 uur

► Dichterslezing: o.a. Ron Silliman Zaterdag 16 juni, 18.45-19.15 uur

Light art van Silliman: From Northern Soul (Bury Neon)

OLLI HEIKKONEN, FINLAND

VERTALING: ADRIAAN VAN DER HOEVEN

11


K. Schippers is een van de deelnemers aan Poetry International. Zijn meest recente bundel: Tellen en wegen. Hoe ontstaat een gedicht van hem? Wim Brands en Max Kisman ondervroegen hem.

De volgorde-machine voor Marten Jongema

De kunstenaar Jan Schoonhoven die bij de PTT werkte zat elke dag in de trein van Delft naar Den Haag. De reis was een avontuur, elke dag weer want alle dagen waren anders. Schippers snapt dat. Hij zegt: ‘Ik loop veel. Dat is beter dan in de trein zitten. Ik kan zelf bepalen wanneer ik stop. De bakker is overigens elke dag een vaste stop’. Wie tref je daar? ‘Daar zeg je me wat... nooit dezelfde mensen. Ik let daar natuurlijk niet altijd op. Dat moet je eigenlijk wel doen want anders gaat je beurt voorbij. Wie staan er voor je, wie staan er achter je. Ik roep liever niet ‘wie was de laatste?’ W Waarom niet? ‘Ik heb dat als jongen afgeleerd: kwam ik bij de dokter, moest ik in de wachtkamer vragen wie er voor mij was. Ik vond dat vervelend’.

Hebben ze geen apparaat met nummers? ‘Dat zou ik bijna vergeten - onlangs was ik m’n nummertje vergeten. Laat die meneer nu maar voorgaan, zei toen iemand. Die nummers.... als je even nadenkt besef je: er is een volgorde-industrie. Er zijn mensen die leven van het drukken van die nummers’.

12

als je woorden stelen kunt waarom kun je stilte dan niet stelen?

INUO TAGUCHI, JAPAN VERTALING: IVO SMITS


Je hebt ook verschillende soorten. ‘Klopt. Je hebt nummers die je moet trekken. Een lint nummers. Zoals bij de bakker. Maar je hebt ook boekjes met nummers. Het nummer dat je aangereikt krijgt in een garderobe. Vergeetbonnen. Ik heb in Frankrijk een paar van die boekjes gekocht. Mooi dacht ik.’

Je kunt ze ook hier kopen, denk ik, in een kantoorboekhandel. ‘Natuurlijk, maar ik loop ook vaak met m’n ogen in m’n zak. Pas in Frankrijk vielen die nummers me op. Hoe ontroerend ze zijn. Ontroerend omdat ze nuttig zijn maar ook zo snel weer worden vergeten.’

Heb je later in Nederland ook nummers gekocht? ‘Ja maar die waren niet goed, onder de nummers stonden streepjes.’

En, wat is daar mis mee? ‘Te brutaal. Dat weet je als je het ziet. Dat Nederlandse ontwerp is te luidruchtig. De Franse ontwerper heeft beter begrepen wat het karakter van zo’n vergeetbon moet zijn: terloops.’

En hoe werden die bonnen een gedicht? ‘Ik moest een gedicht maken voor collega Arjen Duinker, voor een literair tijdschrift. Zes pagina’s heb ik gemaakt, van nummer 1 tot en met 126. Het ziet eruit als een kunstwerk van Schoonhoven. Mooi gedrukt bij drukkerij SSP bij Amsterdam. Ik stond er zelf bij. Onderaan het gedicht staat: Vestiaire, kleine zaal Voor Arjen Duinker K. Schippers.’

Zomers melkwezen. Wilde baai. Je bent mijn ivoren huid. Zwarte ster. Mijn schaamteloze zone.

► Dichterslezing: o.a. K. Schippers Donderdag 14 juni, 16.00-17.15 uur Zaterdag 16 juni, 20.00-21.00 uur UMAR TIMOL, MAURITIUS

VERTALING: HILDE KETELEER

13


Max Temmerman

Michaël Vandebril

SIEBE BLUIJS

JORI BEERDEN

FRANKY CLAEYS

NADINE ANCHER

Ellen Deckwitz

Jeroen Mettes

Uitreiking C. Buddingh’-prijs D

e C. Buddingh’-prijs wordt dit jaar voor de vijfentwintigste keer uitgereikt. Deze prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het afgelopen jaar bedraagt 1200 euro en is bedoeld als stimulans voor de beginnende dichter. De C. Buddingh’-prijs wordt uitgereikt tijdens Poetry International. De jury, bestaande uit Annelies van Hees, Jan de Roder en Xavier Roelens, nomineerde het werk van vier dichters die al langer actief zijn in de poëzie maar nu pas een eerste bundel publiceerden. Ellen Deckwitz (1982) won bijvoorbeeld in 2009 al de Meander Dichtprijs en het Nederland

Kampioenschap Poetry Slam. Zij publiceerde in diverse tijdschriften en kranten. In 2011 verscheen haar bundel De steen vreest mij bij Nijgh en Van Ditmar. De Vlaming Max Temmerman (1975) produceerde en regisseerde literaire voorstellingen in binnenen buitenland. Hij was betrokken bij Antwerpen Boekenstad en is nu directeur van cultuurcentrum De Kern in Wilrijk. Zijn debuut is Vaderland (uitgeverij Vrijdag). ‘Niets van wat ouwe tantes als poëzie beschouwen is in de gedichten van Max Temmerman terug te vinden,’ schreef Benno Barnard daarover. Ook Michaël Vandebril (1972) is een

bekende in de Vlaamse poëziewereld: hij leidt sinds 2002 Antwerpen Boekenstad en is onder meer de man achter het Antwerpse stadsdichterschap. Zijn debuut Het vertrek van Maeterlinck verscheen in januari bij De Bezige Bij Antwerpen. De nominatie van Jeroen Mettes’ Nagelaten werk (Wereldbibliotheek) komt postuum; de dichter overleed in 2006. Hij liet een eigenzinnig en omvangrijk oeuvre van gedichten en essays na, dat vorig jaar werd bezorgd door Piet Joostens, Frans-Willem Korsten en Daniël Rovers.

► Uitreiking 25ste C. Buddingh’-prijs Donderdag 14 juni, 21.30-22.30 uur

Geheimhouding van het gepasseerde T

WWW . GENDING . NL

ijdens Poetry International presenteert WORM (Instituut voor Avant-gardistische Recreatie) het experimentele hoorspel Geheimhouding van het gepasseerde, waarvoor geluidskunstenaars Henk Bakker en Lukas Simonis samenwerkten met dichteres Saskia de Jong. Zij schreef onder meer de bundels zoekt Vaas (2004) en resistent (2006) en werd in 2004 genomineerd voor de C. Buddingh’prijs. Op basis van haar tekst schreven Bakker en Simonis, samen met Gamelan-ensemble Gending, een partituur. Het hoorspel wordt live uitgevoerd en is later ook te horen in Café Sonore op Radio 6.

Gamelan-ensemble Gending

14

Je kneep je kruis vast in blije vrees en verloor je hoed

► ‘Geheimhouding van het gepasseerde’ Vrijdag 15 juni, 19.15-20.00 uur

L.K. HOLT, AUSTRALIË

VERTALING: ERIK BINDERVOET EN ROBBERT-JAN HENKES


Poëzietheater M S

inds 2004 hebben meer dan 150 kunstenaars het publiek van het jaarlijkse Poetry International Festival Rotterdam verrast met hun werk op het snijvlak van taal en beeldende kunst. Onder hen Joseph Kosuth, Lawrence Weiner, John Körmeling en Jenny Holzer. Met de Language & Art Gallery Tour 2012 wijst Poetry International u de hele maand juni de weg langs nieuwe, intensieve versmeltingen van taal en kunst in vele Rotterdamse galeries. In samenwerking met het Centrum voor Beeldende Kunst Rotterdam zijn er exposities van onder anderen Nina Boas, Leyn Leynse, Pam Emmerik en Hans Wap. De plattegrond van de Language & Art Gallery Tour, vormgegeven door Paul Bogaers (zie illustratie onder), zit als bijlage bij Tortuca, tijdschrift voor literatuur en beeldende kunst, en is verkrijgbaar bij de deelnemende galeries en Festivalcentrum de Rotterdamse Schouwburg.

► Opening Language & Art Gallery Tour Zondag 10 juni, Centrum voor Beeldende Kunst, 11.00 uur

et het festivalthema ‘Het Onvoltooide’ als uitgangspunt, selecteerde regisseur Peter Sonneveld van Bonheur Theaterbedrijf Rotterdam een grote hoeveelheid gedichten uit het festivalverleden, aangevuld met gedichten van dichters als Tomas Tranströmer, Wisława Szymborska, Victor Hugo

Poëzie Actief Poëzie vertalen? Zelf gedichten schrijven? Hoe poëzie te lezen? Poetry International laat het je tijdens het festival allemaal graag zelf doen tijdens masterclasses ‘Poëzie schrijven’ en ‘Poëzie lezen’, het vertaalproject ‘Met andere woorden’ en doorfluisteringen voor publiek.

PAUL BOGAERS

Meer informatie en inschrijven: www.poetry.nl

zet je hart in een klem ja zo bind je hersens vast

en William Shakespeare. Acht studenten van de toneelopleiding van ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem dragen ze voor. Intiemer en onthutsender kan poëzie bijna niet zijn: gedichten een op een gebracht, de mond die voordraagt nog geen twintig centimeter van het oor dat luistert. Geen ontkomen aan.

op Poetry Een voorproefje van het Poetry International Festival

► K. Schippers is te gast in Boeken, gepresenteerd door Wim Brands.

Zondag 27 mei, 10.30-11.00 uur Herhaling 9 juni, 9.50-10.20 uur

► Live-uitzending vanaf het Poetry International Festival van De avonden (Radio 6) Vrijdag 15 juni, 21.00-23.00 uur

MARIJE LANGELAAR, NEDERLAND

15


M a a n d b l a d v a n h e t G e n o o t s c h a p o n z e ta a l

12 2011

1

2012

5 #Vondel is terugh 2012

Nederlandse taaltoets in het buitenland

m?

n naa Wat zegt ee William Labov:

’ ie ‘uit de klas Nieuwe ser leraar Nederlands ooit Frits spits: de smiley? irecte stijl ind de gt Verdrin en straatbord e teksten op erd and Ver an te zonder slog Geen gemeen

Steeds meer Engels in de media?

Jack Spijkerman over zijn leraarschap Werken wetten voor begrijpelijke taal? De slot-n verdwijnt – maar niet overal 9 tips voor beter googelen

Vijf redenen om lid-abonnee te worden: Tien keer per jaar een boeiend taaltijdschrift. Gratis taaladvies. Korting op taalboeken. Onze Taal versterkt de positie van onze taal. Niet duur! Voor € 33,50 per jaar geniet u van tijdschrift en alle diensten.

Geef u op via www.onzetaal.nl of bel: 070 – 356 12 20 (ook voor een proefnummer)


Tussen poëzie en politiek In het door Poetry en Prins Claus Fonds samengestelde programma ‘Elke verwondering is een glibberend touw’ vertellen dichters en webredacteuren van het Poetry International Web uit eigen ervaring over het belang dat in veel landen aan poëzie wordt gehecht. DOOR MISCHA ANDRIESSEN ILLUSTRATIE ANGELIQUE VIESTER

ties samengestelde programma ‘Elke verwondering is een glibberend touw’ worden dichters en webredacteuren van het Poetry International Web aan het woord gelaten die uit eigen ervaring kunnen vertellen welk wezenlijk belang in veel landen aan poëzie wordt gehecht. Christa Meindertsma, directeur van het Prins Claus Fonds: ‘Poëzie is een manier om ervaringen van mensen

I

edere morgen opnieuw zit in een bocht van de weg een man op zijn hurken te wachten. Zodra vier auto’s een wieldop verliezen, heeft hij etensborden voor heel zijn gezin. Dit beeld komt uit een gedicht van de Zimbabwaanse dichter Julius Chingono. Poëzie uit een land waarvan de meeste Nederlanders nauwelijks iets zullen weten. De weinige beelden uit Zimbabwe die wel het Nederlandse journaal weten te halen, tonen opgeschoten jongens die luid joelend in open vrachtwagens rondrijden en hun geweer leeg schieten in de lucht. Het beeld van een man die het vallen van wieldoppen afwacht om een servies te vergaren, verdringt het beeld van uitgelaten, bloeddorstige jongeren niet, maar plaatst er zogezegd een nieuw beeld naast. Misschien blijft het beeld van Zimbabwe als wanordelijk, in staat van oorlog verkerend land als dominant beeld bestaan, maar dankzij het gedicht wordt dat wel genuanceerd.

Stem geven

Precies dat willen de programmeurs van Poetry International en het Prins Claus Fonds bewerkstelligen; door middel van poëzie een afwijkende blik bieden op andere landen en daarmee bestaande beelden nuanceren. In het door beide organisapennen poppen pannen pincetten zinloos absurd en nodig broodnodig

gezet of erger. Poetry International heeft in zijn lange bestaan steeds weer een stem gegeven aan dichters die in hun thuisland niet zonder gevaar vrijuit kunnen spreken. Op het Poetry-podium zullen dichters uit onder andere Palestina en Armenië en webredacteuren uit onder andere Zimbabwe en Indonesië hun verhalen delen met het publiek. Dat krijgt een poëtische en dus verrassende kijk op hoe het er in die landen aan toe gaat, maar tevens inzicht in de manier waarop politiek en poëzie verweven kunnen zijn, en de mogelijke gevolgen daarvan. Ook met dat laatste heeft Poetry International ervaring. Vorig jaar nog zegde op het allerlaatste moment een uitgenodigde Syrische dichter met een achterdochtig stemmende reden af.

Boodschap

te delen en elkaar te inspireren, vooral in situaties van onvrijheid, conflict en repressie.’ Anders dan in Nederland wordt in die landen aan poëzie ook een politieke waarde toegekend. Dat zorgt ervoor dat veel dichters wereldwijd worden gecensureerd, geschaduwd, gevangen

Dat uit het verbinden van politiek en poëzie niet vanzelf een gelukkig huwelijk volgt, bleek recent weer, toen Günter Grass het gedicht ‘Was gesagt werden muss’ publiceerde, waarin hij zich zeer kritisch uitliet over Israël. Daarop haastten veel literatoren zich te zeggen dat dit toch ‘verdomd lelijke poëzie’ was, zonder op de inhoud in te gaan. Festivaldirecteur Bas Kwakman stelde in een artikel eerder al vast: ‘Hier is betrokken poëzie met een duidelijke boodschap automatisch slechte poëzie.’ Die in West-Europa wijdverbreide opvatting kan wel wat nuancering gebruiken. Mogelijk draagt de discussie op Poetry International daaraan bij. Bij ‘Elke verwondering is een glibberend touw’ gaat het overigens niet over politieke denkbeelden, maar over de overtuiging dat de poëtische blik de werkelijkheid en daarmee ook een leven kan veranderen. Eén auto hoeft maar zijn wieldoppen te verliezen en er is weer een servies compleet.

► ‘Elke verwondering is een glibberend touw’. Debat o.l.v. Nausicaa Marbe over poëzie in conflictgebieden Vrijdag 15 juni, 15.00-16.30 uur JAN LAUWEREYNS, BELGIË

17


JANA BERANOVÁ

‘Ik ben een allesvreter’ 18

Vanavond zijn onze moordenaars dronken of zitten opgesloten op het toilet

CHUS PATO, SPANJE (GALICIË)

VERTALING: MARIOLEIN SABARTE BELACORTU


Al vanaf het allereerste begin is Jana Beranová verbonden aan Poetry International. Als dichter, presentator en als vertaler en ambassadeur van poëzie. ‘Literatuur is me echt gewoon overkomen.’ DOOR TJITSKE MUSSCHE FOTO KAROLY EFFENBERGER

‘I

k had nog nooit een gedicht vertaald, toen ik in 1970 in de krant een gedicht van de Tsjech Miroslav Holub las. Hij was een van de genodigden op de eerste Poetry International, maar kreeg geen uitreisvisum. Het gedicht was duidelijk vertaald uit het Duits en de typografie was veranderd. Boos belde ik Poetry op. Ik kende daar niemand, maar ik kreeg de toenmalig directeur, Martin Mooij, aan de lijn. “Komt u dan maar hier naartoe, mevrouw.”’ Het was het begin van de glansrijke vertalerscarrière van Jana Beranová. ‘Ze hadden in die tijd bij Poetry nog niemand die uit de Slavische talen vertaalde, maar ik had Russisch op school gehad en kon me ook redden in het ServoKroatisch, en een beetje Pools.’ Jana Beranová (1932) vluchtte in 1948 met haar ouders uit Tsjechoslowakije. Via vluchtelingenkampen en allerlei omzwervingen kwam ze begin jaren vijftig in Nederland. Hier studeerde Beranová economie en werkte vervolgens bij de Kamer van Koophandel en het ministerie van Binnenlandse Zaken. ’Het is nooit in me opgekomen om iets met poëzie te doen. Wij waren stateloos, mijn ouders spraken de taal amper, ik moest geld verdienen. De liefde voor taal was er wel, in mijn vrije tijd deed ik veel met theater. Ik heb bijvoorbeeld Het boek Ik van Bert Schierbeek gedramatiseerd. Daarmee speelden we in kleine theaters. Op een gegeven moment werd dat onhoudbaar met die baan als econoom, ik werd gewoon schizofreen. Toen heb ik die baan opgezegd.’

Feijenoordkussentjes

Het vertalen van Tsjechische poëzie kreeg vorm na het einde van de Praagse Lente in 1968. ‘Ik voelde me ineens weer heel erg Tsjechisch. Toen in de jaren zeventig de censuur opnieuw werd ingesteld, dacht ik: ik moet die cultuur redden, ik moet

de dichters die daar niet mogen publiceren hier bekend maken.’ Ze begon met het werk van Miroslav Holub. In 1976 volgde poëzie van Milan Kundera, die in Nederland nog volstrekt onbekend was, en in 1978 van Jaroslav Seifert, de latere Nobelprijswinnaar (1984). ‘Er stond beneden in mijn huis een drukpers, daarmee maakte ik boekjes van die gedichten. Die stuurde ik naar kranten en bibliotheken.’ Die boekjes verkocht ze ook, op Poetry International. ‘In het begin was het bij Poetry heel informeel. Niemand wist hoeveel mensen er zouden komen, het gebeurde vaak dat we gewoon op Feijenoordkussentjes in de foyer van De Doelen zaten. Na een paar jaar kwamen er allemaal van die kraampjes waar bibliofiele boekjes verkocht werden. Dat deed ik dus ook.’ Ze rommelt wat tussen de grote stapels boeken in haar kleine Rotterdamse woning en tovert een prachtboekje tevoorschijn van de Nobelprijswinnaar Jaroslav Seifert, zorgvuldig gedrukt en ingebonden. ‘Zat ik daar zo achter een kraampje op Poetry rustig die boekjes in te naaien, handgedrukte poëziekaarten, T-shirts en sjaaltjes te verkopen – dat was nog voor Plint dat deed hoor! En dan maakte ik een praatje met de mensen die langskwamen. Zo leerde ik ook dichters kennen. Rutger Kopland bijvoorbeeld, die kocht een boekje van Holub. “Goede dichter,” zei hij.’

Eremedaille

Dankzij Beranová’s vertalingen van Kundera’s poëzie vroeg een uitgever haar om ook zijn romans te vertalen. Het werden uiteindelijk zeven boeken, inclusief De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Dankzij die vertalingen werd Kundera in Nederland bij een groot publiek bekend. Beranová: ‘Eigenlijk is het dus allemaal gekomen dankzij Poetry.’ Trots haalt ze, uit een andere stapel boeken, een doosje tevoorschijn met de eremedaille die ze in 2005 kreeg van de Tsjechische staat voor haar inzet voor de Tsjechische literatuur. ‘Echt sterling zilver!’ Maar Jana Beranová was niet alleen als vertaler te vinden op Poetry International, ze trad er ook op als dichter. Haar gedichten verschenen eerst in eveneens zelfgemaakte boekjes en op kaarten. Misschien

ik zie dat er nieuwe wezens komen alsof een onzichtbare hand ze in het gras plaatst

wel het meest bekend zijn de regels ‘als niemand/luistert/naar niemand/vallen er doden/in plaats van woorden’ die ze maakte voor Amnesty International. De poster wordt nog steeds gebruikt. Inmiddels heeft Beranová één prozabundel en zeven dichtbundels op haar naam staan, en de verzamelbundel Werkboek 1983-2010 (De Geus, 2011). ‘Ik ben een laatbloeier in de poëzie. In Nederland debuteren mensen op hun 25ste, soms jonger. Ik was al, weet ik veel, 45 of zo. Ik moest eerst een ander leven leiden. Economie was niet mijn liefde, maar literatuur is me echt gewoon overkomen.’

Ambassadeur

In 2009 en 2010 was Jana Beranová stadsdichter van Rotterdam, een drukke baan waar ze nog steeds een ‘beetje van aan het afkicken is’. Het afgelopen jaar heeft ze weinig geschreven. ‘Ik ben niet een schrijver die elke dag aan een boek werkt. Ik heb het gevoel dat mijn mentaliteit ook niet direct die van een schrijver is, ik ben een soort allesvreter. Projecten met kunstenaars, optredens, workshops geven op scholen – ik vind het allemaal ontzettend leuk. Ook het representatieve gedeelte, wat hoorde bij het stadsdichterschap, want zo komt er weer poëzie bij de mensen.’ Ze moet zelf ook wel een beetje lachen om deze uitspraak. Maar toch zit er een kern van waarheid in. De bundeltjes voor Poetry, de zelfbedrukte T-shirts, het stadsdichterschap, haar gedichten aan muren in de stad; Jana Beranová ís een ambassadeur voor de poëzie. ‘Je wilt het volk toch wel verheffen hè!’ grapt ze. ‘Nee serieus, waarom breng je muziek, waarom gaan mensen naar concerten, naar de Mattheus Passion? Ik denk dat ook dat belangrijk is, juist als je het gevoel hebt dat er wat meer vrede zou moeten komen.’ Ze haast zich eraan toe te voegen: ‘Maar ik heb daar weinig hoop op hoor. Ik weet ook wel dat je de wereld er niet mee verandert. Maar je kan misschien toch een aantal dingen... ja, ik heb toch echt wel het gevoel dat mensen soms door een dichtregel aan het denken worden gezet.’

► ‘Misschien ben ik wel iemand anders’. Gesprek met Jana Beranová Woensdag 13 juni, 19.00-20.15 uur TOMAŽ ŠALAMUN, SLOVENIË

VERTALING: ROEL SCHUYT

19


bernlef al jaar aan de top! 50

Bernlef weet als geen ander de kracht én de verraderlijkheid van herinneringen op te roepen. ‘Een van onze belangrijkste schrijvers’ de Volkskrant www.querido.nl


WIM L . J . CONSENHEIM

De dichters van het eerste Poetry International Festival, vlnr Eugène Guillevic, Peter Rühmkorf, Carolyn Kizer, Zbigniew Herbert, Sir Eric White, Vassiliss Vassilikos, Lars Gustafsson, Friederike Mayröcker en Ernst Jandl

Goudmijn van stemmen Radio Nederland Wereldomroep legde van ruim vier decennia Poetry International een audioarchief aan, dat nu online beschikbaar komt. ‘Alles moest uitgezocht en gecontroleerd worden, en dat in al die verschillende talen.’

met wat er in de programmaboekjes stond. Soms waren er op het laatste moment verschuivingen of voegde men omwille van de actualiteit iets toe. Alles moest uitgezocht en gecontroleerd worden, en dat in al die verschillende talen.’

Gerrit Kouwenaar zijn te horen.’ Het archief is een belangrijk bestanddeel van het komende festival. Baeke: ‘Omdat het audioarchief in het zonnetje wordt gezet, wordt het programma toegespitst op het thema “dialoog met het verleden”.’

DOOR ELJA LOOIJESTIJN

Kruisje

Uitgekleed

V

anaf de eerste Poetry International in 1970 was de Wereldomroep aanwezig om opnames te maken. Het internationale karakter trok de omroep aan, die toen nog in tien talen uitzond. Dat leidde tot een duurzame samenwerking: vanaf begin jaren tachtig werd het hele festival integraal opgenomen en bewaard. Dat betekent dat er een uniek archief is opgebouwd. Sinds 1990 is Henk Lansink bij de Wereldomroep de drijvende kracht achter het project. ‘Het is echt historisch erfgoed, maar lange tijd gebeurde er eigenlijk niets mee. Toen hebben we besloten dat het archief ontsloten moest worden. Al het materiaal is gedigitaliseerd en beschreven, daar zijn we al ongeveer tien jaar mee bezig.’ Drie mensen uit de dichtwereld hebben aan de ontrafeling van de opnamen meegewerkt: Kiki Coumans, Sascha van der Aa en Paul Evans. ‘Zij hebben echt monnikenwerk verricht,’ zegt Lansink. ‘De daadwerkelijk voorgelezen gedichten klopten lang niet altijd De droom van de deur beperkt zich niet tot de aarde

Het archief heeft een roerig verleden, weet Lansink. ‘Er is een jaargang gewist, omdat een vertrekkende medewerker per ongeluk een verkeerd kruisje had gezet. Daar kan ik nog boos om worden. Ook zijn een keer banden uit de auto van een verslaggever gestolen. Maar aan de andere kant is er ook een verloren gewaande jaargang opgedoken; die bleek mijn voorganger nog thuis te hebben. Daar kwamen we onlangs bij toeval achter.’ ‘Het archief beslaat al gauw duizend tot 1500 uur aan audiomateriaal,’ zegt Jan Baeke, projectleider bij Poetry. ‘En Poetry heeft altijd een goede neus gehad voor poëtisch talent. Daardoor zijn zeer goede en bekende internationale dichters al op het festival gepresenteerd voor ze internationaal doorbraken. Dat betekent dat het archief vroege opnames bevat van grote namen, zoals Nobelprijswinnaars Pablo Neruda, Derek Walcott en Wole Soyinka. Maar ook de stemmen van Nederlandse grootheden als Lucebert, Hans Faverey, Cees Buddingh, Remco Campert en

Er zit een bitterzoet randje aan de feestelijkheden: vanwege zware bezuinigingen wordt de Wereldomroep flink uitgekleed en maken ze in de toekomst geen opnames meer. Daarom wordt het archief tijdens het slotprogramma officieel overgedragen aan Poetry International. Tegelijk wordt de nieuwe website gelanceerd, waar het materiaal voor iedereen beschikbaar zal zijn. Lansink: ‘Ik ben blij dat eindelijk iedereen mee kan genieten van deze unieke opnames.’ Gelukkig komt er geen einde aan de traditie, vertelt Baeke: ‘We gaan er nu zelf voor zorgen dat de voordrachten worden opgenomen. Daarnaast gaan we door met het maken van streams om zo ons archief ook met beeld te verrijken.’

► Slotprogramma in samenwerking met Radio Nederland Wereldomroep Zaterdag 16 juni, 21.30-23.00 uur

► www.poetry.nl en www.poetryinternational.org K. SATCHIDANANDAN, INDIA

VERTALING: ANNETTE VAN DER HOEK EN A.G. MENON

21


Programma Zondag 10 juni 11.00 Opening Language & Art Gallery Tour, Centrum voor Beeldende Kunst Dinsdag 12 juni 20.00 ‘En vandaag bid ik dat / de onvolmaaktheid me voor altijd te vriend houdt.’ Opening Woensdag 13 Juni Dag van poëzievertalingen 11-18.00 Vertaalsymposium 11-17.00 Werksessies Met Andere Woorden 18.00 en 20.45 Poetry-dj draait opnamen van voordrachten van o.a. Allen Ginsberg, Gertrude Stein en William Carlos Williams 19.00 ‘Misschien ben ik wel iemand anders’. Gesprek met Jana Beranová 19.00 Dichterslezing: Hédi Kaddour, Sascha Aurora Akhtar, Jan Lauwereyns, Vahe Arsen, Olli Heikkonen 21.00 Film: Louder Than a Bomb Donderdag 14 juni 16.00 Dichterslezing: L.K. Holt, K. Schippers, Dolores Dorantes, Sascha Aurora Ahktar, Márcio-André 17.15 Debat: Argumenten gezocht! Ron Silliman en Language-poëzie in de Lage Landen 19.00 ‘Zo raakte ik los / van elk idee van anker’. Interview met Ron Silliman 20.00 Dichterslezing: Ron Silliman, Inuo Taguchi, Chus Pato 20.00 Special: In de ruimte van het onvoltooide. Van Maurice Blanchot naar Samuel Beckett. Met o.a. Yra van Dijk en Dirk van Hulle 21.30 Dichterslezing: Tomaž Šalamun, Karen Solie, Najwan Darwish 21.30 Uitreiking: 25ste C. Buddingh’-prijs Vrijdag 15 juni 15.00 ‘Elke verwondering is een glibberend touw’. Debat over poëzie in conflictgebieden (i.s.m. Prins Clausfonds). Gespreksleiding: Nausicaa Marbe 15.30 ‘Het leven is een kermis’. Gesprek met Karen Solie en Inuo Taguchi over humor en oronie in poëzie. Gespreksleiding: Kees ’t Hart 16.45 Dichterslezing: Tomaž Šalamun, Karen Solie, Inuo Taguchi, Najwan Darwish, Hédi Kaddour, Ulrike Draesner 17.00 ‘De tover ligt al dagen op de loer’. Tsead Bruinja in gesprek met Olli Heikkonen en Marije Langelaar over de relatie tussen mens en natuurkrachten 18.15 Poëzievertalen voor en door publiek 18.15 ‘Verander ons in hemel die de takken doorboren’. Dolores Dorantes wordt geïnterviewd

22

Mijn been slaapt in het hotel iets tussen tintelen en zeuren in

12-17 juni. Uitgebreide info, updates, achtergronden: www.poetry.nl door Mariolein Sabarte Belacortu

19.15 ‘Geheimhouding van het gepasseerde’.

Hoorspel van WORM, Saskia de Jong en Ensemble Gendeng 19.15 ‘Poëzie schrijft slechts wat de interpunctie toestaat’. Jan Baeke spreekt met Sascha Aurora Ahktar en Márcio-André over totaalperformances 19.15 Masterclass ‘Poëzie lezen’, door vertaler Robert Dorsman 20.30 Dichterslezing: K. Satchidanandan, Marije Langelaar, Umar Timol 20.30 Special: Het Juiste Woord. Vertaalprogramma met o.a. vertalersduo Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes 21.00 VPRO De avonden. Live vanaf Poetry International 22.00 Dichterslezing: Dolores Dorantes, L.K. Holt, B. Zwaal 22.00 Special: Voetnoten. Over het niet-geschreven werk van Friederike Mayröcker Zaterdag 16 juni

15.00 Masterclass ‘Poëzie schrijven’. Door

festivaldichter Karen Solie 15.00 ‘Nu weet ik dat ik soms een haan was Festivallocatie en kaartverkoop Rotterdamse Schouwburg, Schouwburgplein 25. Dagkaarten à 15 euro zijn verkrijgbaar via www.poetry.nl en bij de schouwburgkassa. Een passe-partout (voor het hele festival) kost 29,50. Diverse kortingen Language no problem Alle poëzievoordrachten worden voorzien van simultaan geprojecteerde vertalingen in het Nederlands en Engels. Veel interviews zijn in het Engels te volgen Live streaming Alle poëzievoordrachten en enkele speciale programma’ s zijn live te volgen via www.poetry. nl. Kijk op de website voor het streamingsoverzicht Themabundel ‘Onvoltooid’ Poetry International heeft het festivalthema uitgewerkt in een bloemlezing met onvoltooide gedichten van festivaldichters en dichters uit het festivalverleden. Gedichten

en soms een rendier’. Wim Brands interviewt Tomaž Šalamun 16.00 Dichterslezing: Umar Timol, B. Zwaal, K. Satchidanandan, Chus Pato, Jan Lauwereyns, Olli Heikkonen 16.45 Special: ‘Leve Pier Angeli’. Over Leyn Leynse. Met presentatie van de resultaten van de vertaalworkshop 17.30 ‘Doorns zijn mijn taal’. Arundhati Subramaniam interviewt K. Satchidanandan 18.00 Rengasessie voor en door publiek 18.45 Dichterslezing: Ron Silliman, Marije Langelaar, Vahe Arsen 18.45 ‘In de etalage / liggen haast alleen maar vrienden’. Interview met Hédi Kaddour 20.00 Dichterslezing: K. Schippers, MárcioAndré, Ulrike Draesner 20.00 ‘Ik zeg dat iemand zich ons nog herinneren zal’. Over Sappho 21.30 Slotprogramma i.s.m. Radio Nederland Wereldomroep Zondag 17 juni (Arminiuskerk)

15.00-17.00 ‘Het onvoltooide: een oneindig

verhaal? Slotlezing en debat met schrijver Marc Reugebrink en beeldend kunstenaar Jonas Staal zijn opgenomen in de oorspronkelijke taal en Nederlandse vertaling. Veel van de gedichten uit het festivalverleden staan bovendien op de meegeleverde cd. De bundel is voor 15 euro verkrijgbaar tijdens het festival en via www.poetry.nl Felix Poetry Festival Antwerpen Op vrijdag 15 juni treden de festivaldichters Chus Pato, Jan Lauwereyns en Ron Silliman op in Antwerpen op het Felix Poetry Festival. Aanvang 20.00 uur Poetry Arrangement In het NH Atlanta Hotel vlakbij de Rotterdamse Schouwburg kan een Poetry International Arrangement worden geboekt, bestaande uit een overnachting voor twee personen met ontbijt, entreebewijzen voor het festival en een gratis themabundel. Informatie over prijzen en boekingen: nootenboom@poetry.nl Nieuwsbrief Aanmelden onder: www.poetry.nl

K. SCHIPPERS, NEDERLAND


Dichters Márcio-André (Brazilië, 1978) was als dichter, klank- en beeldkunstenaar op internationale festivals en exposities te zien met videokunst, installaties en performances. Wordt ‘de eerste radioactieve dichter ter wereld’ genoemd sinds hij in spookstad Tsjernobyl urenlang poëzie voorlas. Vahe Arsen (1978). Geboren in Jerevan, Armenië, waar hij aan de Staatsuniversiteit wereldliteratuur doceert. Jerevan vormt een belangrijk decor in zijn poëzie. Tegelijkertijd voelt hij zich bedrukt door de mensenmassa en trekt hij ten strijde tegen de technocratische samenleving. Sascha Aurora Akhtar (Pakistan/UK, 1976) verhuisde op haar achttiende naar de VS. Tegenwoordig pendelt ze tussen Londen en Pakistan. In haar poëzie maken woorden muziek. Begrippen uit de mythologie, de klassieke oudheid en de popcultuur verschijnen zij aan zij. Najwan Darwish (Palestina, 1978). Werkt in Jeruzalem als adviseur voor het Palestijnse literatuurfestival PalFest en als criticus, journalist en initiator van multidisciplinaire projecten. Zijn poëzie maakt een sociale werkelijkheid zichtbaar door de kloof tussen poëzie en politiek te overbruggen. Dolores Dorantes (Mexico, 1973) schrijft poëzie die moedig en verhelderend is. Reflecterend op sporen van vernieling, manifesteert zich niets minder dan een oorlog. Dorantes schreef als onderzoeksjournalist en cultuurcriticus talloze artikelen, blogposts en opiniestukken. Momenteel woont ze in Los Angeles, waar ze het leven van bannelingen documenteert. Ulrike Draesner (1962) is dichter, schrijver en vertaler van Engelstalige poëzie. Ze woont in Berlijn. Haar visueel en auditief prikkelende poezie doet een appel op de zintuigen en daagt uit tot het doorbreken van conventies over de verhouding tussen dichter en lezer. In haar gedichten onderzoekt ze nationale, mediale en biotechnologische ontwikkelingen.

Ik luister niet naar hun gesprek maar eerder naar de taal

Olli Heikkonen (1965) werd geboren in Karelië, Finland, en woont in Helsinki. In zijn poëzie roept hij een bezielde natuur op die de mens waarschuwt in beladen monologen. Zo sluit dit dichterschap aan bij het sjamanisme dat in Finland een lange traditie kent: voorbij de grens van leven en dood kunnen verworven inzicht en kennis helpen. L.K. Holt (1982) werd geboren in Melbourne, Australië. Haar gedichten, waarin vogels, natuur en historische personages figureren, laten zich lezen als kleine sculpturen van taal. Holt beschouwt haar poëzie als een ‘exacting science’, om waarheden, patronen en equivalenten te vinden in de kleinste details van de menselijke ervaring.

hele wereld. Hij tracht met zijn gedichten ‘het nameloze te noemen en stem te geven aan de stemlozen’. K. Schippers (Amsterdam, 1936) schreef talloze dichtbundels, essays en romans. Hij was medeoprichter van het tijdschrift Barbarber, waarin kunst en poëzie elkaar bevruchtten. In 1996 kreeg hij de P.C. Hooftprijs voor beschouwend proza. Vorig jaar verscheen de bundel Tellen en wegen.

Hédi Kaddour (1945) woont in Frankrijk. Beïnvloed door Auden, Borges, Walcott, Akhmatova en Brodsky, schrijft hij gedichten over ontheemding en ballingschap, de Franse en Noord-Afrikaanse geschiedenis, maar noteert vooral fijnzinnige observaties van het dagelijks leven in Parijs.

Ron Silliman (VS, 1946) is een van de grondleggers van de L=A=N=G=U=A=G=E-poëzie. Claims van natuurlijkheid en authenticiteit gelden daarin niet, terwijl men zich nadrukkelijk met de wereld bemoeit en genregrenzen overschrijdt. Sillimans oeuvre telt meer dan dertig titels. Zijn ‘Silliman’s Blog’ op internet is een verbindende factor in de poëziewereld.

Marije Langelaar (1978) is behalve dichter ook beeldend kunstenaar. In vitalistische, soms surrealistische gedichten raakt het sprookjesachtige aan het grimmige, passie aan dood. Haar debuut De rivier als vlakte (2003) blinkt van licht en lust, terwijl in haar tweede bundel De schuur in (2009) het donker op de voorgrond dringt.

Karen Solie (Canada, 1966) schreef drie poëziebundels, die uitbundig zijn bekroond. Op kalme parlandotoon houdt ze gedistantieerde bespiegelingen over de moderne mens. Daarbij is een hoofdrol weggelegd voor het landschap, door de moderne consument versmaad, maar door Solie nauwgezet, doorleefd en met ironie beschreven.

Jan Lauwereyns (Antwerpen, 1969) doceert neuropsychologie in Fukuoka, Japan. Ook in zijn poëzie is hij onderzoeker, zoals van de blik waarmee ‘het geheim van de dichterlijke ziel te kraken’ zou zijn. Lauwereyns pendelt tussen hart en hersenen, mens en dier. Kreeg voor zijn bundel Hemelsblauw de VSB-poëzieprijs 2012.

Inuo Taguchi (letterlijk ‘Hondman’ in het Japans), geboren in 1967, groeide op in Tokio. In zijn lichte en concrete gedichten gebruikt hij dikwijls de dramatische monoloog van personages. Soms is zijn taal gevat en humorvol, soms schrijnend onschuldig en oprecht, maar altijd gericht op mensen die gewoonlijk geen poëzie lezen.

Chus Pato (Spanje, 1955) dicht in het Galicisch, de taal van het noordwesten van het Iberisch Schiereiland, om weerstand te bieden aan de centralistische druk van de Spaanse overheid. In haar gedurfde grammaticale en lyrische mengvormen staan we oog in oog met de trauma’s en migraties van heel West-Europa. Tomaž Šalamun (1941) werd geboren in Zagreb, maar groeide op in Slovenië waar hij in de jaren zestig en zeventig uitgroeide tot de pionier van de avant-garde. Zijn in vijftien talen verschenen poëzie is tegelijkertijd absurd, elegant en ironisch, met veel aandacht voor het schijnbaar irrelevante detail. K. Satchidanandan (1946) is een vooraanstaand Indiaas dichter die schrijft in het Malayalam, zijn moedertaal. Hij staat bekend om zijn universele blik en waardering voor poëzie uit de

Umar Timol (Mauritius, 1970) studeerde in Londen en schrijft in het Frans. Kiest voor een met neologismen doorspekte ‘zwerftochttaal’, en gebruikt diverse vormen en stijlen. Een tijdlang wilde hij zich bevrijden van de westerse canon en andere horizonten opzoeken, maar nu erkent Timol dat hij niet kan ontsnappen aan zijn geschiedenis. B. Zwaal (Vlaardingen, 1944) was regisseur bij bewegingstheater BEWTH. In 1984 debuteerde hij met fiere miniature en sindsdien verschenen meer dan tien bundels. In zijn klank- en beeldspel gebruikt hij veel nieuwvormingen, archaismen en streektaal. Onderwerpen zijn vaak natuur en erotiek. RON SILLIMAN, VERENIGDE STATEN

VERTALING: ARNOUD VAN ADRICHEM EN HAN VAN DER VEGT

23


PoĂŤziEclubkEuzE voorjaar 2012!

2E druk

!

17E druk!


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.