
10 minute read
Nathalie Leynen, droogtecoördinator
Nathalie Leynen
De zomer van 2022 was een uiterst droge zomer. Er viel in juni, juli en augustus amper een drup regen uit de lucht. En het was warm. De zomer van 2022 kwam in de top drie van warmste zomers sinds de weerkundige metingen in 1833. De gevolgen waren dan ook niet te overzien: Europa werd geteisterd door bosbranden, de opgewekte elektriciteit door zonnepanelen verpulverde record na record en de boeren zagen hun oogst onder de aanhoudende droogte letterlijk verschrompelen. We weten ondertussen dat dit geen uitzonderlijk verhaal meer zal zijn. Wat vandaag uitzonderlijk is, is morgen het nieuwe normaal. We staan dus voor heel wat uitdagingen. Hoe bereiden we ons voor op toekomstige droogteperiodes? Of beschermen we ons tegen hevige regenbuien? Kunnen we er überhaupt iets aan doen? De provincie Limburg heeft alvast niet stilgezeten. Om de Limburgse droogteaanpak te coördineren heeft de provincie in 2021 Nathalie Leynen aangeworven. Als droogtecoördinator is zij het aanspreekpunt over beleidsdomeinen en gemeentegrenzen heen voor alle Limburgse partners. Hoogste tijd dus voor een gesprek met haar.
Droogtecoördinator is een ‘nieuwe job’. Kan je eens schetsen waarom een droogtecoördinator nodig is en wat je precies doet/wil bereiken?
Nathalie Leynen: Mijn job is heel gevarieerd. In droge periodes volg ik vooral de situatie op het terrein nauwgezet op: het checken van grondwaterpeilen, hoe zit het met de landbouw, worden de onttrekkingsverboden (nvdr: het verbod om water uit rivieren en beken op te pompen) gerespecteerd? De droge situatie kan ik op zo’n moment niet veranderen. Het is wel het ideale moment voor bewustmaking rond het belang van het doordacht omspringen met water. Daarnaast zetel ik ook tweewekelijks in de Vlaamse adviesgroep droogte, samen met alle droogtecoördinatoren van de andere Vlaamse provincies, en met tal van andere diensten. In de adviesgroep wordt de algemene situatie in Vlaanderen besproken en vervolgens de toestand per provincie. Als er zich een kritieke situatie stelt, kan de adviesgroep de droogtecommissie adviseren om maatregelen voor heel Vlaanderen of voor een specifieke provincie af te kondigen. Het is belangrijk om de situatie van provincie tot provincie te bekijken, want de situatie in WestVlaanderen kan erg verschillen van die van Limburg. De maatregelen bekijken we dan op provinciaal niveau en stemmen we af op de provinciale situatie. Dat gebeurt via het provinciaal droogteoverleg, dat voorgezeten wordt door de gouverneur. De rest van het jaar, buiten de droge periodes, zet ik in op de opstart van nieuwe initiatieven en volg ik lopende projecten op.
Het Ruimtepact 2040 is in opmaak. Komt daar het water- en droogteverhaal ook voldoende in terug?
Het Ruimtepact 2040 is het nieuwe Beleidsplan Ruimte voor de provincie Limburg. Onze Afdeling Waterbeheer heeft eraan meegewerkt en ik ben dan ook tevreden dat het water- en droogteverhaal hierin werd meegenomen. Zo worden er in het Ruimtepact waterlopen en hun (beek)valleien geselecteerd die belangrijke blauwe aders in het landschap vormen. Het Ruimtepact legt de focus op die geselecteerde aders om een goed/ beter functionerend natuurlijk watersysteem te vrijwaren of zelfs te verbeteren: d.w.z. zo veel mogelijk water bufferen wanneer er te veel is maar ook zorgen dat meer water vastgehouden wordt wanneer er te weinig is. Bovendien kunnen deze blauwe aders ook interessant zijn voor de biodiversiteit doordat ze groene (openruimte)plekken en natuurgebieden met elkaar verbinden.
Wat moet er veranderen op korte termijn? Stel binnen 5 jaar? En welke maatregelen moeten we nemen op ‘langere’ termijn?
Het klimaat verandert, en je moet nu maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat je in de toekomst geen problemen krijgt. Over het algemeen is het belangrijk dat er opnieuw ruimte wordt gegeven aan water, zowel in natuurgebieden, landbouwgebieden als in een stedelijke omgeving. In grootschalige projecten heeft de provincie Limburg vaak een adviserende rol: tijdens de vergunningsfase geven wij een wateradvies in het kader van de watertoets. We kijken dan of de geplande werken schade kunnen veroorzaken aan het watersysteem. Soms kunnen er dan bijkomende voorwaarden opgelegd worden, zoals extra buffering en infiltratie van regenwater. Idealiter houden architecten, projectontwikkelaars, … hier rekening mee vanaf de start van het vergunningsproces. Vanuit Vlaanderen wil men nu die watertoetsen en hemelwaterverordeningen verstrengen. Zo wil men ervoor zorgen dat bij nieuwe vergunningsaanvragen er nog strengere regels zijn om water te bufferen en extra te infiltreren. Dit is ook echt nodig nu we zo geconfronteerd worden met de klimaatverandering en extremere weersomstandigheden. Via extra infiltratie worden langdurige droogteperiodes overbrugd en grotere bufferbekkens dienen voor het opvangen van de extremere buien. Je merkt wel dat de mentaliteit rond water zich aan het wijzigen is. Mensen staan meer stil bij het belang en de waarde van water, en de verspilling ervan. Water wordt meer en meer gezien als het “blauwe goud” kan je zeggen. Zo kwam er de afgelopen jaren veel reactie op het wegpompen van bemalingswater(nvdr: het wegpompen van grondwater bij infrastructuurprojecten om de werken in droge omstandigheden uit te voeren). Dit zorgt ervoor dat er ook in de bouwsector dingen bewegen. Bovendien bleef het waterverbruik van de gezinnen de afgelopen zomer laag, ook een teken dat we er allemaal voorzichtiger mee omspringen.
Heb je een overzicht van alle initiatieven die momenteel gedaan worden in Limburg? Ook lokaal worden immers tal van initiatieven genomen, bvb door de Wateringen, door de Regionale Landschappen, door natuurverenigingen, er worden projecten gedaan om beken terug te laten meanderen enz…
Er gebeurt inderdaad al veel en ik probeer zeker op de hoogte te blijven van al die projecten. Zo houd ik een goed zicht over hoe men bepaalde problemen of uitdagingen heeft aangepakt, of kijk ik of er mogelijkheden zijn om bestaande initiatieven op elkaar af te stemmen. Als er werken uit te voeren zijn aan een waterloop in ons beheer, dragen we ons steentje bij. Dat kan gaan van een financiële tussenkomt of subsidie tot het leveren van technische expertise voor de geplande werken aan de waterloop. Ik merk ook er meer initiatieven zijn om projecten op grotere schaal in te richten, bijvoorbeeld door zich op het volledige stroomgebied van waterlopen te richten. En dat is interessant want dan kan je structurele maatregelen nemen die zowel droogte als wateroverlast kunnen voorkomen en aanpakken. ‘Riviercontract Dommelvallei’ is zo een voorbeeld, waarbij tal van partners: de gemeentes, provincie, Watering, ANB, natuurverenigingen, Fluvius enz… samenwerken om te kijken hoe ze droogte en wateroverlastproblemen kunnen aanpakken in de hele vallei, dus op grotere schaal. Zo blijkt bijvoorbeeld dat het interessant is om het water in Peer meer op te houden, wat dan weer goed is tegen de droogte, om in Pelt de wateroverlast te verminderen. Het inzicht groeit ook bij de gemeentes dat ze hun regenwater zo lang mogelijk op moeten houden. Gemeentes zoals Peer en Oudsbergen die op de top van het Kempisch plateau liggen, hebben erg te kampen met uitdroging. Daar heb je nog veel landbouwers, die dan het water moeten oppompen om hun gewassen te besproeien. Als je binnen zo een stroomgebied de nodige maatregelen kan nemen om het water ter plaatse te houden, werk je eigenlijk aan een oplossing voor zowel droge periodes als voor natte periodes. Tijdens natte periodes voorkom je dat het water afstroomt naar lagergelegen gebieden en daar voor overlast zorgt. Je houdt het ter plaatse waardoor het kan infiltreren, wat op zijn beurt zorgt voor een aanvulling van de grondwatertafel, wat dan weer van pas komt tijdens droge periodes. De droogteperiodes van de afgelopen paar jaar hebben echt wel de ogen doen openen. 5 jaar geleden bestond ‘droogte’ niet voor veel mensen. Qua wetgeving werd alles destijds ook afgestemd op het afvoeren van water, er werd toen te weinig rekening gehouden met het aspect ‘droogte’. Gelukkig is er nu de Blue Deal, waarmee sterk wordt ingezet op de subsidiëring van waterprojecten.
Wat kan je nog doen tegen wateroverlast?
Je merkt dat, als er de dag van vandaag ergens wateroverlast is, je alleen al aan de straatnaam kan zien dat het daar van oudsher eerder natte gebieden waren, bijvoorbeeld de Broekstraat, of de Beekstraat. Door de jaren zijn er
immers veel beken verdwenen of werden ze ingebuisd en moerassen werden drooggelegd. Bij hevige regenval is het opvallend dat het water toch terug die oude beekbeddingen opzoekt en daar voor overlast zorgt. Jammer genoeg bevinden zich daar nu vaak verkavelingen en woonwijken. De provincie is momenteel bezig met een stuwtjesproject, dat gebaseerd is op de pluviale overstromingskaart, dus zeg maar de gebieden die onder water lopen als het hard regent. Op de waterlopen die in een geschikt gebied overstromen bij hevige regenval worden stuwtjes geplaatst om het gebied kortstondig te laten overstromen om zo strategisch water op te houden. Zo weten we dat in uitzonderlijk natte periodes die opstuwing van de waterloop niet voor overlast zal zorgen. Momenteel bekijken we zo een 90-+tal locaties, waar we er uiteraard ook rekening mee houden dat de geplaatste stuw er niet voor zorgt dat tuintjes, woningen en wegen blank komen te staan.
Als we spreken over ontharding, opvang van regenwater, water de kans geven om te infiltreren enz…, wordt dan in verhouding geen (te) grote inspanning gevraagd van de landbouw- en natuursector
in verhouding tot particulieren, bedrijven en lokale overheden?
Op zich is het inderdaad zo dat er vaak naar natuurgebieden en landbouwgebieden wordt gekeken als het gaat over extra infiltratie of grote overstromingszones voor de opvang van regenwater. Er zijn daar immers nog grote open gebieden waar de mogelijkheid tot infiltratie nog bestaat, en vaak ook met eenvoudige aanpassingen kan gestimuleerd worden. De natte natuur in natuurgebieden kan ons in grote mate beschermen tegen droogte en overstromingen, maar we mogen ons zeker niet beperken tot enkel de natuurgebieden. Het water moet over het algemeen meer ruimte krijgen in de valleien. De landbouwgebieden nemen in Limburg een relatief grote oppervlakte in en de sector is ook vragende partij voor extra water. In het zuiden van Limburg kan de opvang van regenwater in landbouwgebied soms ook gecombineerd worden met erosiebestrijding via de aanleg van erosiebekkens. In die optiek zijn de gevraagde inspanningen aan deze sectoren volgens mij dus niet te groot. De grote verwevenheid van de verschillende gebieden in Vlaanderen (woongebied, agrarisch gebied enz…) zorgt er voor dat er dikwijls tegenstrijdige belangen zijn en er niet steeds aan één zeel getrokken wordt.
Kunnen wij als burger ook iets ondernemen om de droogte en/of wateroverlast aan te pakken?
Zeker en vast. Belangrijk is om je tuin en oprit te ontharden. Zorg ervoor dat het regenwater dat valt bij jou blijft en dus niet in de riool terechtkomt. Door te ontharden zorg je ervoor dat het water kan infiltreren op eigen terrein. Dat kan ook door het water vanuit je regenpijp gewoon in je tuin te laten lopen. Zeker in NoordLimburg trekt dat water snel weg door de zanderige bodem. Als het water wat minder snel wegtrekt, kan er eventueel een wadi voorzien worden. Het voordeel hiervan is dat er veel water opgevangen wordt in de tuin en niet naar de riolen stroomt die dan weer niet overbelast worden. De zuiveringsinstallaties krijgen dan ook niet enorme hoeveelheden verdund afvalwater binnen. Dat is belangrijk want verdund afvalwater zorgt ook voor een veel moeilijkere zuivering. Daarnaast is het plaatsen van een regenwaterput ook een zeer goed idee. Als je daar dan bv. je toilet, wasmachine en buitenkraan op aansluit, beperk je daarmee ook het gebruik van kostbaar drinkwater. De grotere regenwaterputten van 10.000L die nu worden opgelegd in recente bouwvergunningen helpen ook om tijdens piekbuien water op te slaan. Maar zelfs dan nog. In geval van een waterbom zoals die van vorig jaar heb je al heel wat regenwaterputten van 10.000 liter nodig om die regen te kunnen bufferen… In geval van zulke waterbommen is overlast niet te vermijden. De provincie ondersteunt reeds gemeentebesturen om hun inwoners te sensibiliseren: het project Klimaattuincoach, en het project Groendaken zijn daar voorbeelden van. Verenigingen, gemeentes en scholen kunnen ook rekenen op subsidies als ze iets willen doen rond klimaat.
Nathalie, heel erg bedankt voor de boeiende uiteenzetting. Het is duidelijk dat er nog heel wat uitdagingen op ons zullen afkomen op het gebied van waterbeheer in Limburg en Vlaanderen. Maar tegelijk is het ook geruststellend om te horen dat er serieus werk van wordt gemaakt!
Meer info: www.limburg.be/klimaattuinen