Veneca Info 28

Page 1

Secretariaat Veneca Postbus 693 4200 AR Gorinchem

Telefoon 0183 626 172 E-mail veneca@zpg.nl www.veneca.nl

Veneca Info is het informatieblad van de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties en verschijnt vier maal per jaar

VENECA Vereniging

8e jaargang nummer 28 December 2008

Nederlandse Cateringorganisaties

INFO

Veneca Info in 3 minuten Duurzaamheid streeft naar een betere wereld Minister Jacqueline Cramer van VROM ziet duurzaamheid niet als ‘interen’, niet als een stelregel die de nadruk legt op wat we niet moeten doen. Het is een streven om een betere wereld te creëren, niet alleen voor onszelf, hier en nu. Als je het zo formuleert, zegt zij in een interview, is duurzaamheid makkelijker concreet te maken voor bedrijven. De cateringsector maakt deel uit van de voedselkringloop en die is bij uitstek geschikt om deze principes toe te passen. Lees het interview op pagina 1

Ik Kies Bewust-boodschap slaat (inter)nationaal aan Clémence Ross, voorzitter van de Stichting Ik Kies Bewust, is bepaald niet ontevreden. Monitoring wijst uit dat het Ik Kies Bewust-logo wint aan bekendheid bij de consument, het ledental van de stichting fors is toegenomen en het aantal producten dat het logo mag dragen de 3.000 nadert. Het logo begint ook internationaal door te dringen. Lees het interview op pagina 2

Laaggeletterdheid raakt hart samenleving Stichting Lezen & Schrijven zet haar werk voor de aanpak van laaggeletterdheid in ons land de komende jaren voort. Er gebeurt al veel, maar het is nog niet genoeg, vindt directeur Margreet de Vries. Daarom is zij blij met een nieuw initiatief: Forum AtotZ, een platform bestaande uit 28 toonaangevende personen die zich gezamenlijk gaan inzetten voor een geletterd Nederland. Lees het artikel op pagina 3

Vergeten Groenten Een Rode Baron die samen opgroeit met de Rattenrug en de Huttentut. Een nieuwe attractie in het sprookjesbos van de Efteling? Nee, het zijn de vergeten Nederlandse groenten die aan de poorten van de supermarkten en restaurants kloppen. Lees het artikel op pagina 4

Van gebakken lucht tot luchtkasteel Het bakken van lucht en het bouwen van luchtkastelen zijn aan de orde van de dag in duurzaamheidland. Maar wat kunnen bedrijven nu echt aan duurzaamheid doen en in welk gat kan de contractcatering springen? Lees het artikel op pagina 5

Duurzaamheid streeft naar een betere wereld ‘Duurzaamheid’ is een belangrijk en veelbesproken aandachtspunt binnen Veneca. Het is echter ook een lastig begrip, dat erom vraagt van alle kanten belicht te worden om (meer) duidelijkheid te krijgen. Aan wie zouden wij beter om een nadere toelichting kunnen vragen dan aan de minister van VROM, Jacqueline Cramer.

Exameninstituut OCC vernieuwt Terwijl de plaatselijke FC maar niet de stijgende lijn te pakken krijgt, stijgt het aantal kandidaten dat in het voetbalstadion van Utrecht hun examens voor opleidingen in de contractcatering aflegt gestaag. De gestegen eisen aan medewerkers in de branche hebben een grootscheepse vernieuwing van lesmateriaal en examens door exameninstituut OCC op gang gebracht. Lees het artikel op pagina 6

Veneca Info | Nummer 28 | December 2008

Wat verstaat u onder duurzaamheid en waarin uit zich dat concreet? Jacqueline Cramer: ‘Duurzaamheid is één van de doelen van overheidsbeleid: we willen niet alleen nu goed leven, maar ook in de toekomst en ook voor de mensen na ons een goede wereld nalaten. Niet interen dus. Dit is een duidelijke stelregel. Ik formuleer de uitdaging graag liever positief, als een doel, een streven: we willen een betere wereld creëren niet alleen voor onszelf, hier en nu, maar ook voor andere mensen, elders op de wereld en later in de tijd. Als je het zo formuleert komt het ook heel dicht bij onszelf. En het is dan ook makkelijker concreet te maken voor bedrijven: de essentie van een bedrijf is het produceren van goederen of leveren van diensten die voor de klanten waarde hebben.

1

Voor een duurzame onderneming komt het aan op investeren, innoveren, ontwikkelen. Je wilt rendement halen op je investering en ook op langere termijn een sterke positie behouden of verwerven. Ook dat is duurzaamheid, namelijk een goed toekomstperspectief voor je onderneming of sector. En dan zie je ook dat je aandacht moet besteden aan kwaliteit,

tevreden klanten en een goed imago nu, maar ook aan maatschappelijke meerwaarde op langere termijn.’ ‘Ruimteschip aarde’ Ze vervolgt: ‘De laatste tijd is er veel aandacht voor cradle to cradle en dat spreekt mij aan: de kern van die gedachte is dat menselijke activiteiten tot in het oneindige door kunnen gaan, als ze passen in of bijdragen aan de natuurlijke processen op ons “ruimteschip aarde”. Dat is een perspectief, dat de menselijke creativiteit flink uitdaagt. De cateringsector maakt deel uit van de voedselkringloop en die is bij uitstek geschikt om deze principes toe te passen. Maar duurzaamheid is natuurlijk ook heel concreet: zorg dat producten en diensten – in de hele keten – voldoen aan wettelijke eisen en internationale standaards, een lage milieu-impact hebben en op sociaal verantwoorde wijze worden geproduceerd.’ Uw inzet is 100% duurzaam voor overheidsinstellingen. Dit lijkt vooralsnog voor de catering niet haalbaar. Hoe zou binnen de catering hierop het beste ingezet kunnen worden? ‘Bij 100% duurzaam gaan we uit van wat op dit moment qua duurzaamheid haalbaar is. Dat betekent dat we goed kijken naar de producten die in milieu- en sociaal opzicht het beste scoren. Die 100% duurzaamheid is dus altijd een moment-

Jacqueline Cramer

Lees verder op pagina 6


Ik Kies Bewust-boodschap slaat (inter)nationaal aan Scala van toegevoegde waarden voor contractcatering De stichting Ik Kies Bewust en het daaraan gekoppelde logo bestaan twee jaar. Is de stichting gegroeid? Hoe bekend is het logo inmiddels bij de consument en op hoeveel producten prijkt het eind 2008? Kortom, slaat de boodschap aan? we willen zeggen: mensen, in vergelijking met andere producten in één assortiment is dit Ik Kies Bewust-product de gezondere keus. Het ‘waarom’ ervan moet uitgelegd worden op een heldere, begrijpelijke manier. Daar is behoefte aan. Binnenkort verschijnen nieuwe prints met – nog – meer informatie op de Ik Kies Bewust-producten. Tevens staan ook weer wervende tv-campagnes en andere promotionele acties voor de werkvloer op stapel.‘

Clémence Ross, sinds ruim een jaar voorzitter van de Stichting Ik Kies Bewust, is bepaald niet ontevreden. ‘Van zo’n twintig leden vorig jaar zijn we nu uitgegroeid tot meer dan honderd en er komen er nog dagelijks bij. Het aantal Ik Kies Bewustproducten – vorig jaar 400 – is zelfs gigantisch toegenomen, we gaan al aardig in de richting van de 3.000’, klinkt het enthousiast. Ze vervolgt: ‘De stichting is continue bezig om het logo en de boodschap erachter onder de aandacht van de consument te brengen. Meer dan driekwart van de Nederlanders kent het logo en de helft zegt regelmatig Ik Kies Bewust-producten te kopen. Een mooie ontwikkeling, maar we zijn nog lang niet tevreden. In één oogopslag moet duidelijk worden wat

Streeft de stichting er nog steeds naar dat Ik Kies Bewust als enige ‘gezonde keuze-logo’ overblijft? ‘Zeker, wij blijven voorstander van één logo, dat is het beste voor de consument. De situatie is al behoorlijk overzichtelijk want op het ogenblik zijn er twee logo’s: het klavertje vier van Albert Heijn en Ik Kies Bewust. Als er een keuze gemaakt zou moeten worden, dan ligt het voor de hand – vinden wij – dat het logo dat voor iedereen open staat, blijft. Ik Kies Bewust staat immers open voor producenten, retailers, horeca, contractcatering, kortom de hele voedselketen. De Consumentenbond is voorstander van het zogenaamde ‘groen-oranje-rood systeem’. Wij vinden dat geen alternatief voor Ik Kies Bewust. Ik zie al iemand voor me met een winkelwagentje vol ‘rood’ producten omdat hij die dag eens lekker

wil zondigen… Moet hij zich dan schuldig voelen? Een dergelijk systeem heeft een ander resultaat dan het onze. Wij willen graag een bewuste keuze voor een gezonder product stimuleren met een positieve boodschap.’ Alhoewel de doelstelling bij alle drie in grote lijnen gelijk is – het logo dient als hulpmiddel voor de consument – biedt het Ik Kies Bewust-lidmaatschap zoveel meer: samen in een club zitten met gelijkgestemden die gezonde(re) produceren/aanbieden nastreven, meedoen aan productinnovatie, grootschalige promotie, verbeteringstrajecten, uitwisseling van ervaringen enzovoort. Daar komt nog bij dat we ons beraden over aansluiting van de Ik Kies Bewust-criteria bij de uitgangspunten van duurzaamheid met als gevolg dat we ook maatschappelijk ondernemen gaan stimuleren.’ Kunt u aangeven waarom het goed is voor de contractcatering om lid van Ik Kies Bewust te worden? ‘Het mes snijdt aan twee kanten. De ene kant betreft de consument. Een substantiële groep werkenden luncht dagelijks in bedrijfsrestaurants. Het Ik Kies Bewust-logo zet deze mensen direct op het goede been. En aan de andere kant wordt de cateraar er om bovengenoemde redenen zelf beter van: samenwerking, uitwisseling. Het logo brengt een heel scala van toegevoegde waarden mee. Het is een visitekaartje voor de cateraar. Overigens weten al heel veel contractcateraars de weg naar Ik Kies Bewust te vinden en werken wij nauw samen met de brancheorganisatie Veneca.’

‘De consensus binnen het Veneca-bestuur is uniek’ Gedreven bestuurslid Geert van de Ven neemt afscheid In oktober 2008 trad Geert van de Ven uit als lid van het Dagelijks Bestuur van Veneca, een functie die hij 12 jaar met – naar eigen zeggen – ‘veel plezier en gedrevenheid’ heeft vervuld. Zijn vertrek betekent allerminst dat daarmee de banden tussen hem en Veneca verdwijnen. Als eigenaar en voorzitter van de Raad van Commissarissen van Appèl B.V. in ‘s-Hertogenbosch, één van de veertien bij Veneca aangesloten cateringbedrijven, blijft Geert van de Ven aan de zijlijn betrokken bij de verrichtingen van de branchevereniging. In dit interview een terugblik, een stand van zaken en een vooruitblik. Wat heeft u als bestuurslid van Veneca in de loop der jaren ervaren? Geert van de Ven: ‘Gezamenlijkheid. Harmonie. Binnen Veneca vertegenwoordigde ik de middelgrote aangesloten bedrijven. Getalsmatig waren die, vergeleken bij de drie groten, wel in de meerderheid, echter niet in volume. Toch heeft dat gegeven nooit een rol gespeeld in de discussies. De afspraak was dat het belang van Veneca als geheel voorop stond, niet dat van de individuele ondernemingen. Daar zijn we met z’n allen goed in geslaagd. Natuurlijk, het ging er wel eens fel aan toe in de discussies… Maar het is heel bijzonder, mijns

Wij blijven voorstander van één logo, dat is het beste voor de consument. Internationale bekendheid Het logo begint ook internationaal door te dringen. Destijds is bewust gekozen voor een internationaal samengestelde commissie en werkgroep, voornamelijk bestaande uit wetenschappers en produ-

centen. Hun inspanningen voor ‘choices international’ werpen vruchten af. Het logo wordt nu al gebruikt in een aantal EU-landen, met name België, Polen en Portugal zijn actief op dit gebied.

Ik vind als ondernemer dat je dan je verantwoordelijkheid moet nemen en je moet inzetten om zaken te veranderen, te verbeteren en positieve ontwikkelingen in gang te zetten. Daar is zo’n brancheorganisatie voor. Veneca heeft een positieve uitstraling en heeft bewezen wezenlijke veranderingen voor de branche te kunnen realiseren. Terzijde, ook in mijn privéleven vind ik

dat gezamenlijk inzetten voor de gemeenschap een must is. Daarom vervul ik al jaren een aantal bestuurlijke nevenfuncties bij vrijwilligersorganisaties in ‘s–Hertogenbosch, onder meer op het gebied van beeldende kunst, muziek, carnaval en serviceclub. Het is me veel waard het culturele en maatschappelijke verenigingsleven in mijn mooie woonplaats in stand te helpen houden.’ Segmentering Welke ontwikkelingen ziet u in de toekomst voor Veneca en de branche? ‘Ik zie een toename van segmentering in de contractcatering, daar zal Veneca als belangenbehartiger veel mee te maken krijgen. Daarnaast verwacht ik dat de multi service gedachte een grote vlucht zal nemen, wat belangrijk is voor organisaties bij de uitvoering van contracten. Beide ontwikkelingen zullen een rol gaan spelen in het overleg met de vakbeweging en ik hoop dat de branche op een goede wijze mede invulling aan de besprekingen kan geven zodat voldoende overeenstemming wordt behouden. Een andere invulling voor toekomstige ontwikkelingen is de maatschappelijke toets voor en over onze dienstverlening ten aanzien van tal van onderwerpen: gezond eten & drinken, obesitas, voedselveiligheid, domeinverbreding, duurzaamheid, biologisch… De overheid, vaak de initiatiefnemer, heeft bij veel van deze ontwikkelingen een aanjaagfunctie en dat is goed. Zonder een beetje druk op de ketel gebeurt er te weinig. Wat biologisch betreft: het onderwerp heeft altijd mijn bijzondere aandacht gehad. Het maakte onder andere deel uit van mijn portefeuille, vandaar dat ik me als Venecaafgezant graag inzette binnen de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw van het ministerie van LNV. Ook dat werk stopt nu, een ander zal het stokje overnemen. Zo gaan die dingen.’

inziens uniek, zelfs binnen brancheorganisaties, dat wij bij Veneca nooit hebben hoeven stemmen over onderwerpen. Door rekening met elkaar te houden bereikten we altijd consensus. Dat is een groot compliment waard! Overigens beperken mijn goede ervaringen op het gebied van sfeer en samenwerking zich niet tot het bestuur. Ik heb vele jaren onder andere deel uitgemaakt van de Veneca-onderhandelingsdelegatie over cao-zaken en de Vakraad. Als locatie voor cao-onderhandelingen werd meestal een hotel in het midden des land gekozen. Traditioneel duurden de discussies tot diep in de nacht. Tijdens één van die bijeenkomsten werd op een laat uur tot een schorsing besloten. Een van ons ontdekte ergens een aantal golfsticks. Nadat we ons daar midden in de nacht in de gangen van het hotel uitstekend mee vermaakt hadden, werden de onderhandelingen met verse moed hervat… Een aardige anekdote, toch?’ Verantwoordelijkheid nemen Waarom vond u het destijds belangrijk dat Appèl zich aansloot bij Veneca? ‘Die beslissing lag voor de hand. Binnen ons gestaag groeiende bedrijf waren nogal eens kritische geluiden te horen, onder andere over cao-zaken en sociale aangelegenheden.

De afspraak was dat het belang van Veneca als geheel voorop stond, niet dat van de individuele ondernemingen. Veneca Info | Nummer 28 | December 2008

Ook in bedrijfsrestaurants zijn Ik Kies Bewust-producten verkrijgbaar

2


Laaggeletterdheid raakt hart van de samenleving

Veel vragen over pensioen

Forum AtotZ zet zich in, van Frans Bauer tot Ed Nijpels Stichting Lezen & Schrijven – opgericht in 2004 voor in principe vijf jaar – zal haar werk voor de aanpak van laaggeletterdheid in ons land de komende jaren voortzetten. Tijdens het bekendmaken van de doorstart van de stichting, in september 2008, werd tevens een nieuw initiatief gepresenteerd: Forum AtotZ, een onafhankelijk en informeel platform, bestaande uit 28 personen die zich gezamenlijk gaan inzetten voor een geletterd Nederland. ‘Er gebeurt al veel, maar toch was er tot nu toe slechts een klein aantal vrij traditionele spelers actief’, zegt Margreet de Vries, directeur Stichting Lezen & Schrijven. ‘Dat klopt niet. Laaggeletterdheid raakt het hart van de samenleving. Om die reden is dit brede forum in het leven geroepen, bestaande uit personen met verschillende achtergronden die een toonaangevende rol spelen binnen hun vakgebieden. Van Frans Bauer tot Ed Nijpels…’ Ze inventariseert: ‘We zijn niet ontevreden. Steeds meer individuen, organisaties, gemeenten en bedrijven zetten zich in. Het aantal cursisten is in vier jaar verdubbeld tot 9.000. Een mooi resultaat is ook het convenant dat in 2007 gesloten werd tussen werkgevers, werknemers en de overheid. Maar het is nog niet genoeg. De verankering van de aanpak van laaggeletterdheid in organisaties en in de samenleving is nog onvoldoende. Er moet nog heel wat gebeuren om de doelstelling te halen dat het percentage laaggeletterden in 2015 met 60% zal zijn teruggebracht.

We beseffen: het is een kwestie van lange adem. Daarbij is voortdurende aandacht voor de problematiek essentieel. Dit onderwerp moet een standaard onderdeel zijn van het P&O- en HR-beleid van organisaties en gemeenten.’ 10% onacceptabel Hoe staan we ervoor vergeleken met andere Europese landen? Ons land doet het met 10% laaggeletterden redelijk goed, bijvoorbeeld als je kijkt naar Engeland waar het percentage 23% is. Ook 10% is onacceptabel. Zo’n 2% zou nog te verklaren zijn omdat je het dan over mensen hebt met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, doofstomheid en/of zeer ernstige vormen van dyslexie.’

Wat kan specifiek binnen de catering gedaan worden? ‘Een geweldig voorbeeld is Veneca-lid SAB Catering. Door samenwerking tussen onze stichting en de leidinggevenden in het bedrijf is bereikt dat het aantal cursisten aldaar met sprongen omhoog ging, van drie naar twintig. SAB heeft voor dit resultaat in september 2008 de Nationale Alfabetiseringsprijs gekregen in het kader van de Week van de Alfabetisering. Zo zie je wat communicatie en inspiratie kunnen doen.’

Iedere dag stapt Marcel van Gammeren, accountmanager bij het Pensioenfonds Horeca & Catering, in de auto om overal in het land klanten te bezoeken en vragen over de huidige pensioenregeling te beantwoorden. Daar is zoveel behoefte aan dat de bezetting van de thans twee man tellende afdeling Accountmanagement mogelijk nog wordt uitgebreid.

Taboe voedt zichzelf Is het taboe rond het thema al enigszins doorbroken? ‘Het taboe vormt nog steeds een van de grootste uitdagingen. Het voedt namelijk zichzelf. Zolang laaggeletterden er niet mee naar buiten komen, blijven werkgevers het probleem onderschatten en zelfs ontkennen. Zij moeten niet blijven hangen bij de gedachte ‘het komt bij ons niet voor’, want dat is wél zo. Start met een goede interne communicatie. Organiseer workshops voor leidinggevenden en HR-functionarissen. Stichting Lezen & Schrijven is er om de helpende hand te bieden. Kijk bijvoorbeeld eens op www.taalkrachtvoorbedrijven.nl waar een startpakket wordt aangeboden om te helpen bij de aanpak van laaggeletterdheid.’

Matchen op de arbeidsmarkt vraagt steeds meer om maatwerk Op 1 januari 2009 fuseren CWI en UWV, met als nieuwe naam UWV Werkbedrijf. CWI, de instantie die werkzoekenden begeleidt naar een vaste baan, en uitkeringsinstantie UWV slaan de handen ineen met als doel georganiseerd de (krappe) arbeidsmarkt te benaderen en het aanbod daar zoveel mogelijk op af te stemmen. We praten met Patricia Oosthof, landelijk bedrijfsadviseur op het CWI-hoofdkantoor in Amsterdam. ‘CWI, UWV en gemeenten zijn al jarenlang ketenpartners. De fusie betekent kortere lijnen, beter kunnen inspelen op vraag en aanbod. Er komen honderd locaties werk en inkomen in het land. Deze ‘werkpleinen’ bieden een integrale dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden door de ‘werkcoach’. Hij is op de hoogte van de regionale arbeidsmarkt met betrekking tot vraag en aanbod en kan de instrumenten vanuit UWV en gemeenten actief inzetten daar waar nodig. Te denken valt aan proefplaatsingen, loonkosten, subsidie of scholing.’

werkzoekenden. Om de vergrijzing in de toekomst het hoofd te kunnen bieden is het van belang dat we meer mensen laten participeren op de arbeidsmarkt. De drie sectoren bieden veel parttime werk, wat zeer interessant kan zijn voor de herintredende groepen.

CWI begeleidt werkzoekenden naar een passende baan, in dit kader wordt er dan ook veel gebruik gemaakt van competenties. Competenties zijn basisvaardigheden die in de diverse sectoren gebruikt kunnen worden ofwel uitwisselbaar zijn. Als voorbeeld: de competentie ‘klantgericht’ vinden we zowel binnen de catering als bij de callcenters en de detailhandel. De specifieke kennis die nodig is op dit gebied kan men middels scholing leren, maar het werken mét en vóór klanten moet al in je zitten. Door competenties te

‘Arbeidsmarktontwikkelingen boeien me enorm,’ vertelt zij. ‘Aspecten als vraag en aanbod, werving en selectie, contacten met werkgevers om arbeidsplaatsen in kaart te brengen, knelpunten aanpakken, mensen enthousiast maken voor bepaalde sectoren, noem maar op. De sectoren in mijn pakket zijn horeca & catering, callcenters en de schoonmaakbranche. De overeenkomst tussen deze sectoren is de laagdrempelige instroom voor de diverse Veneca Info | Nummer 28 | December 2008

3

Pensioenfonds Horeca & Catering behoort met ca. 700.000 deelnemers, die werkzaam zijn (geweest) bij ruim 34.000 werkgevers in beide bedrijfstakken, tot de top 10 pensioenfondsen in ons land. Sinds enkele maanden kent de organisatie een nieuwe afdeling: Accountmanagement, gesplitst in een binnen- en een buitendienst. Deze nieuwe tak aan de pensioenboom is in het leven geroepen om de groeiende vraag naar informatie van bestaande en potentiële deelnemers te beantwoorden. Marcel van Gammeren werkt sinds het eerste uur in de buitendienst. Hij doet zijn werk met veel plezier. ‘Ik herken de problematiek bij de klant, we hebben een band, we spreken dezelfde taal,’ vertelt hij. ‘Voor ik me in pensioenland begaf werkte ik vijftien jaar in de horeca en de catering in Gelderland en vervolgens – tot enkele maanden geleden – zeven jaar als pensioenadviseur bij de Delta Groep. Mijn huidige functie biedt me volop de kans om die twee werelden te combineren.’ Mooi pensioen Hoe ziet u het pensioenstelsel voor de contractcatering? Is het een stevig, solide stelsel in deze onzekere tijden? Marcel van Gammeren: ‘Het is op zich een heel mooi, heel redelijk pensioen. Het wordt gekenmerkt door een goede opbouw: 1,5% over het bruto-

loon na aftrek van de franchise. Naast de basisregeling bieden we de mogelijkheid om op vrijwillige basis extra ouderdomspensioen op te bouwen – boven een inkomen van 31.000 euro – en een verzekering voor nabestaanden-pensioen af te sluiten. Om het tweede deel van de vraag te beantwoorden: wereldwijd is sprake van koersdalingen en een lage rentestand. Dat is op zich niet gunstig. Echter de Nederlandse Bank heeft bepaald dat alle pensioenfondsen een goede buffer moeten hebben. Deze buffer zorgt ervoor dat het Pensioenfonds Horeca & Catering de koersdalingen zo goed mogelijk kan opvangen.’ Werkgeversbijeenkomsten Wat is uw mening over de contractcatering en hoe verloopt de samenwerking met de leden van Veneca? Marcel van Gammeren: ‘Zoals gezegd, ik heb zelf in de catering gewerkt, als partymanager en als vestigingsmanager. Ik weet dus maar al te goed hoe kwaliteitsgericht en intensief het daar toe gaat. Daarom weet ik ook dat men in deze branche niet altijd de tijd heeft om zich te verdiepen in alle ins en outs van het pensioen. Op alle vragen die leven geven m’n collega en ik graag de juiste antwoorden. We maken daarbij gebruik van alle gegevens die UWV in haar bestand heeft. Naast persoonlijke contacten geven we ook collectieve voorlichting. Zo organiseren we de komende periode zes werkgeversbijeenkomsten op verschillende plaatsen in het land: Assen, Utrecht, Rotterdam, Best, Arnhem en Schiphol. Veneca-leden worden op de hoogte gesteld en zij zijn van harte welkom.’ Meer info over de werkgeversbijeenkomsten is te vinden op de website van het pensioenfonds: www.phenc.nl

vergroten op een werkgeversgestuurde manier, via vakgerichte opleidingen en cursussen in samenwerking met bijvoorbeeld de ROC’s en het OCC, kom je tot maatwerk. Matchen op de arbeidsmarkt vraagt steeds meer om maatwerk.’

met diverse werkgevers in Amsterdam sluiten de opleiding en de vraag van de werkgever nauw op elkaar aan. Met deze samenwerking staat de werkgever aan het stuur en kan op snelle wijze worden ingesprongen op de marktwerking.’

Werkgeversgestuurd Ze vervolgt: ‘Naast ons reguliere werk houden m’n collega’s en ik ons bezig met specifieke projecten op het gebied van vraag en aanbod, op het ogenblik in totaal zo’n 400 projecten door heel Nederland heen. Een mooi actueel voorbeeld van werkgeversgestuurd opleiden is een gloednieuw congrescentrum: het CCC in Amsterdam. Het is tevens een opleidingscentrum voor werkzoekenden van de gemeente Amsterdam, die hier worden opgeleid tot cateringmedewerker of facilitair medewerker. Door samenwerking

Hoe kijkt CWI aan tegen het beleid van de overheid om mensen te stimuleren meer aan het werk te gaan? Patricia Oosthof: ‘Positief. CWI doet van oudsher niet anders. We spannen ons niet alleen in voor mensen die een uitkering hebben, maar ook om te voorkomen dat ze daarin belanden, bijvoorbeeld door trajecten van werk naar – ander – werk. In essentie gaat het ons om optimaal gebruik te maken van arbeidspotentieel, ook van verborgen of nog niet benut potentieel.’


DE FAVORIETE LUNCH Hoe ziet de lunch eruit van één van Nederlands bekendste en meest innovatieve koks: Pierre Wind? Zijn antwoord verrast: ‘Zo simpel mogelijk. Ik ben bijna dagelijks te vinden in het lunchcafé van een grote Haagse boekhandel. Daar maken ze me helemaal blij met een broodje gebakken ei of een croissantje oude kaas. Soms neem ik een ouderwetse ‘blt’, dat wil zeggen: broodje avocado, sla, gebakken spek en tomaat. En als drankje bij dit alles natuurlijk vers gezeefd fruit. Dat doen ze waar je bij staat. Heerlijk.’

Pierre Wind

Pierre Wind (43) is een duizendpoot op zijn vakgebied. Hij werkte als kok in sterrenrestaurants, presenteerde kookprogramma’s op tv, doceert op scholen, is food-stylist in films/commercials, geeft lezingen/workshops, schrijft kookboeken en columns. En nog veel meer… Hij creëerde onorthodoxe gerechten als dropsoep, mosterd-sambalijs, frikandellencarpaccio en niet te vergeten zuurkoolijs, waarmee hij de prijs De Zilveren Garde won. Jaren geleden startte hij met een smaaklespakket voor het onderwijs: in een

modern jasje gestoken voedingslessen die al op tal van basisscholen worden gegeven. Daarbij werkt hij nauw samen met het Voedingscentrum, Universiteit Wageningen en Innovatienetwerk Agro en groene ruimtes. ‘Ik zie graag gezonde tieners’, zegt hij. ‘Dat wil zeggen dat er in schoolkantines volop gezonde keus moet zijn. Verbieden komt in mijn vocabulaire niet voor. Mijn ideaal is dat smaaklessen verplicht worden op álle basisscholen in ons land en ik werk er hard aan om de directies hiervan te overtuigen. Scholen kunnen zich aanmelden via www.smaaklessen.nl’ Meer vers in de zorg Eén van de projecten die Pierre Wind in samenwerking met onder andere Biologica van de grond kreeg is ‘De Week van de Smaak’. Sinds 2007 wordt gedurende de laatste week van september overal in het land aandacht besteed aan pure smaak en eerlijke voeding. Restaurants, producenten, reformwinkels, supermarkten en boerderijen doen mee. Pierre Wind: ‘In het kader van dit project neem ik regelmatig een kijkje in de keukens van cateringbedrijven met het doel het assortiment mooie maaltijden in de catering uit te breiden. Vooral het uitgangspunt ‘meer vers in de zorg’ heeft m’n aandacht. Ik realiseer me hoe laag het foodbudget in deze sector is en kan dan ook alleen maar concluderen dat het knap werk is wat de catering hier tot stand brengt. Daar wil ik graag bij helpen.’ Tot slot zegt hij: ‘Ik ben geen gezondheidsfreak. Als we ons met z’n allen houden aan wat Universiteit Wageningen verkondigt, dan komt het heus wel goed. Gezond is vooral vérs. En biologisch is het puntje op de i van de maaltijd: vers, zonder beschermingsmiddelen geproduceerd en ook nog op een diervriendelijke manier.’ Foto: Paul Bergen

Horeca kan hipper ‘De horeca doet het uitstekend, maar in haar positionering kan zij wel wat ‘hipper’ worden, wat pro-actiever. Een deel van de branche gedraagt zich nog steeds traditioneel, reageert te traag op veranderingen in de markt. Het product van een goed functionerende onderneming is de consequentie van marktontwikkelingen.’ Aldus Lodewijk van der Grinten, directeur Koninklijke Horeca Nederland. Na 4 jaar directeur te zijn geweest van de Hoge Hotelschool Maastricht volgde hij in juni 2008 Jeu Claes op. Hij constateert in beide functies verschillen en overeenkomsten. ‘Hiervoor stond ik aan het hoofd van een kennisinstituut dat talentvolle studenten opleidt voor mooie banen in de gastvrijheidsector. Mijn nieuwe job omvat de horeca in de volle breedte plus een stuk recreatie. Je kijkt dus voor een deel naar hetzelfde, maar vanuit een andere cultuur. Mijn overstap naar deze nieuwe functie voldoet geheel aan mijn wens om af en toe op een andere manier naar de wereld te kijken.’ Hoe staat u tegenover het beleid van Koninklijke Horeca Nederland? Komen onder uw regie veranderingen tot stand? Hij lacht: ‘Ten eerste, ik ben een harde werker, dat is één van m’n sterke kanten. De afgelopen maanden heb ik me flink ingelezen. Ik noem ons 125-jarig jubileum, een fantastische manier om je leden nóg beter te leren kennen. Daarnaast wordt hard gewerkt aan een ingrijpend ICT-project waardoor de communicatie met en ondersteuning van onze individuele leden en stakeholders optimaal wordt. Een lastig dossier is het anti-rookbeleid. Ik zeg eerlijk: we zijn er niet blij mee. Maar de maatschappij verandert voortdurend en de wens naar rookvrije locaties neemt toe. Er kwam een rookvrije werkplek, een rookverbod in openbare gebouwen en nu in juli 2008 ook

een rookverbod in de horeca. Koninklijke Horeca Nederland heeft het rookverbod van 2004 kunnen uitstellen tot 2008 door de politiek te overtuigen. Voor de kleine café- en barbedrijven wilden we uitstel tot 2011. We zien dat juist deze bedrijven het heel zwaar hebben door de invoering van het rookverbod. De catering kon hier in hun marktsegment beter mee omgaan. Het probleem speelt daar thans veel minder. Vergelijk het met onze aanpak van “courtesy of choise”. Nu moeten wij leren omgaan met de beperking voor het kleine café en de disco. Ook aan horecaonderwijs moet wat gebeuren. De instroom van VMBO leerlingen is gedaald van 18% in 2001 naar 14% op dit moment. In de horeca moet 40.000 instroom en 40.000 uitstroom worden opgevangen. Bovendien wisselen nog eens 60.000 mensen binnen de horeca van baan. Recessie Maakt u zich zorgen over de mogelijke gevolgen van de recessie? ‘De horecabranche heeft de afgelopen jaren mooie ontwikkelingen doorgemaakt en dat blijft zo. Het gemiddelde opleidingsniveau is sterk aan het toenemen. Er wordt volop ingespeeld op de evolutie die de gast heeft ondergaan. Mensen reizen gemakkelijk rond over de hele wereld. Dat heeft zich vertaald in verschillende keukens. Daarnaast komt steeds meer aandacht voor gezonde voeding en zullen wij als horeca voortgaan op de weg naar duurzaam ondernemen. Die positieve tendens is nog niet teneinde.

Veneca Info | Nummer 28 | December 2008

Lodewijk van der Grinten

Zeker, het ligt in de lijn der verwachtingen dat de recessie ook ons parten zal gaan spelen, maar één ding is zeker: besteden buitenshuis blijft. Dat hoort bij het levenspatroon van de huidige consument.’

Rattenrug en Huttentut De opkomst van vergeten groenten Met het eind van het jaar in zicht breken we ons weer het hoofd over de goede voornemens voor 2009. Minder eten, meer biologisch, meer bewegen, meer groenten. Dit laatste voornemen wordt in 2009 wellicht één van de voornemens die nu eens wél worden waargemaakt. Met hulp van een grote supermarktketen, maar misschien ook dankzij het bedrijfsrestaurant. Vanaf november worden de ‘vergeten groenten’ weer in de schappen van de supermarkt gelegd. Dankzij de groeiende aandacht voor gezond eten en oorspronkelijkheid, maken groenten met fascinerende namen als Rattenrug en Huttentut een daverende comeback. Langzaam zuigende wortels In de vruchtbare, glooiende bodem bij het Limburgse Beesel staat De Historische Groentehof. Hier zuigen de wortels van de Brave Hendrik en de Eeuwige Moes zich langzaam vol met voedingsstoffen om hun volle smaak te zijner tijd in de mond van een gelukkig eten te doen ontploffen. Het gemak waarmee Nederlandse oergroenten de tijd nemen om te groeien is één van de redenen waarom ze zijn verdwenen. Met de opkomst van de massaconsumptie zat de boer niet te wachten op gewassen met een relatief lage opbrengst. Ook de globalisering deed een duit in het zakje en schonk een buitenlands sausje over de schappen van de groenteboer. Maar met de hernieuwde aandacht voor een gezonde levensstijl en de opkomst van duurzaam en biologisch eten schiet de belangstelling voor oergroenten plots als een paddenstoel uit de grond. Oerknal in groenteland Jac Nijskens van De Historische Groentehof is in Nederland degene die de vergeten groenten weer op de kaart zet. Hij haalde er zelfs het Journaal mee. Nieuwslezer Gerard Arninkhof struikelde over namen als Buggenummer Muuskes en Victoriaans Snijmoes. In het Maasdal verbouwt Nijskens talloze groenterassen. Het zijn stuk voor stuk historische en zeldzame groenten met namen als Boksbaard, Katwijker Peentjes, Belgische Witte, Buggenummer Muuskes, Repelsteeltjes, Berner Landfrauerboontjes of Eeuwige Moes. Hier wordt Nederlands culturele erfgoed ter aarde besteld om er een paar maanden later weer bovenuit te groeien. Om de groenten onder de aandacht te brengen wordt elk jaar in september het Feest der Vergeten Groenten georganiseerd, een 24-gangen diner waarbij menig vinger wordt afgelikt. Het evenement mag zich verheugen op een groeiende aandacht en een indirect resul-

taat hiervan is dat de ‘vergeten groenten’ weer terugkeren in onze massaconsumptie maatschappij. De Efteling op je bord Veel van de oergroenten zijn zo lang weggeweest dat er eigenlijk beter van nieuwe groenten kan worden gesproken dan van ‘vergeten groenten’. Hele generaties zijn opgegroeid zonder ooit te hebben geproefd of zelfs maar te hebben gehoord van ‘De Rode Kus’ of een ‘Zwarte Hongaar’. Dit zijn geen namen van attracties of sprookjes in De Efteling. Het zijn namen van oergroenten. Andere Eftelingachtige namen zijn de Bamburger Hörnchen, Violette Noir en de Rode Kardinaal. Vergeten groenten, oude meesters De aandacht in kookrubrieken van kranten, tijdschriften, op internet en televisie geven de terugkeer een extra duwtje. Ook zijn de groenten nu volop beschikbaar via de groothandel van De Historische Groentehof. Elke gewenste hoeveelheid is door het hele land leverbaar, aldus Jac Nijskens. Een goede ontwikkeling, want variatie is één van de sleutels naar succes op het gebied van een gezonde levensstijl. Nu aloude ingrediënten langzaam opnieuw worden geïntroduceerd is het zaak om ook recepten en toepassingen te herontdekken en te ontwikkelen. Sommige mensen hebben een zeer creatieve wijze gevonden om dit te doen. Zij bestuderen in musea nauwkeurig de schilderijen van de oude meesters waarbij ze kijken naar historische gerechten en ingrediënten. Ook verschijnen er steeds meer kookboeken waarin vergeten groenten aan bod komen, zijn er workshops bij bijvoorbeeld De Historische Groentehof en zijn er gespecialiseerde restaurants.

Het gemak waarmee Nederlandse oergroenten de tijd nemen om te groeien is één van de redenen waarom ze zijn verdwenen.

Samenwerking Veneca en Koninklijke Horeca Nederland hebben bestuurlijk overleg. Hoe zou de samenwerking meer gestalte kunnen krijgen? ‘We kijken nu al samen met de sociale partners naar cao’s en uiteenlopende onderwerpen als pensioenen, etikettering, allergieën enzovoort hebben onze aandacht. Wellicht zouden we intensiever samen kunnen optrekken op projecten als Ik Kies Bewust en het convenant Overgewicht. Ook internationaal zie ik mogelijkheden, bijvoorbeeld door een betere aansluiting van input en activiteiten van onze Europese organisatie HOTREC en die van Veneca Ferco. Zulke ontwikkelingen zouden me echt wat waard zijn.’ Aardpeer. Foto boven: Rode Snijbiet. Bron fotografie: De Historische Groentehof

4


Illustratie: Vorm en Vent

Van gebakken lucht tot luchtkasteel Duurzaamheid is nog te vaak een wassen pr-neus Dit is het vierde en laatste deel in de serie waarin aan de hand van de vier elementen, vuur, water, aarde en lucht het begrip duurzaamheid onder de loep is genomen. Wat uit de drie voorgaande artikelen in de reeks is gebleken, is dat duurzaamheidclaims regelmatig gebakken lucht blijken te zijn. Het slotstuk van deze duurzaamheidserie staat in het teken van het element lucht. Gebakken lucht Duurzaam ondernemen is voor veel ondernemers een pr-instrument. Je kunt er je imago mee oppoetsen. Het Engelse British Telecom, tot voor kort nog bestuurd door de Nederlander Ben Verwaayen, verrichte een wereldwijd onderzoek naar duurzaam ondernemen. Waarom men dat deed is overigens ook weer een interessante vraag. Interesse, vergaren van cruciale strategische informatie over potentiële klanten of misschien ‘window dressing’ ten behoeve van de eigen pr? Hoe dan ook, de resultaten van het onderzoek zijn de moeite waard. De onderzoeksvraag was waarom managers zich wereldwijd inzetten op het gebied van duurzaam ondernemen. Maar liefst 31 procent van de ondervraagden gaf aan dat duurzaamheid voor communicatie doeleinden dient en niet gericht is op verandering. Gebakken lucht dus. Verder

doorvragen leverde op dat duurzaamheid wordt gezien als een gevaar voor de winstgevendheid. Dit lijkt op korte termijn denken. De steeds breder gedragen visie is toch wel dat duurzaam ondernemen organisaties namelijk dwingt tot innovatie. En dat is een voorwaarde om op lange termijn te overleven. Een Nederlandse uitzondering op het voorgaande is TNT. Het pakjes- en postbedrijf is juist een voorloper op het gebied van duurzaam ondernemen. Zo zet men energiezuinige vliegtuigen in, rijden er TNT -auto’s op biobrandstof en onderneemt men stappen om kantoren milieuvriendelijk te maken. In 2010 zal de onderneming, als alles goed gaat en bijvoorbeeld een kredietcrisis geen roet in het eten gooit, in Hoofddorp haar nieuwe, duurzame hoofdkantoor in gebruik nemen. Dit is het eerste van een reeks van TNT -kantoren dat geheel CO2-emissievrij is. TNT -topman Peter Bakker deed al eerder zijn Porsche de deur uit en ruilde deze in voor een Toyota Prius. ‘Ik zit in een symbolische functie en ik zocht naar een manier om te laten zien dat we ons gedrag moeten veranderen. De CO2-uitstoot in de wereld is nooit eerder zo hoog geweest. Een transportbedrijf als TNT, dat een deel van het probleem veroorzaakt, moet ook deel zijn van de oplossing', aldus Bakker in een interview met ‘optimisten platform’ ODE. TNT

Duurzame ontwikkeling is een concept waarin ecologische, economische en sociale belangen bij elkaar komen.

COLUMN

Captains table

Het wintert weer met regen en lage wolken, weer waarvan je honger krijgt en diepe gedachten. Dat er geen toekomst is zonder verleden, bijvoorbeeld, en geen verleden zonder toekomst. Nu ik mijn laatste column schrijf voor dit blad, na twee jaar, begint me dat steeds meer te dagen. Geen toekomst zonder verleden, dat weet iedereen: vroeg geleerd is oud gedaan, en herinneringen aan vroeger zijn sterker na de zeventig. Ook die aan eten dus. Steeds meer instellingen proberen daarom de smaken van vroeger terug te brengen in de maaltijd die ze hun oudere gasten voorzetten. Stamppot, suddervlees en nieuwe ouderwetsigheden als vergeten groenten: oerbiet, haverwortel, eeuwig moes, het moet ook in de namen zitten. Smaken van vroeger, zeggen voorstanders, voor mensen die leerden eten in de jaren dertig. Maar aten ze toen wel van die rare groenten? Was het niet eerder: wortels, kool en uien? En aten ze die dan niet tot pap gekookt, zoals moderne mensen niet meer lusten? Eigenlijk moeten instellingskoks hun groente koken tot ‘ie dood is. Dan maak je de huidige oude mensen gelukkig. Liefst met een vet lapje varken erbij. Maar wat als de huidige generatie, die de jaren zestig nog heeft meegemaakt, niet meer zelfstandig kan wonen? Wat staat er op hun menu?

Jeroen Thijssen

Spacecake. Havergrutjes met tamari en notengehakt. Of anders garnalencocktail en varkenshaas in roomsaus. Gelukkig moet mijn eigen generatie nog decennialang voor zichzelf zorgen. Maar als die afhankelijk wordt, wee je gebeente. Dan kan de keuken zich het beste in deelkeukens opsplitsen. Eentje voor hamburgers en afbakpizza’s, eentje met astronauten-voedsel voor de mensen die hun leven hebben gelijnd. Mensen die geen groenten lusten en vegetariërs kunnen gezamenlijk met één afdeling toe, de een krijgt wat de ander niet belieft. In de

Eigenlijk moeten instellingskoks hun groente koken tot ‘ie dood is. Dan maak je de huidige oude mensen gelukkig. Liefst met een vet lapje varken erbij. Veneca Info | Nummer 28 | December 2008

lanceerde in 2007 een duurzaamheidprogramma, in het Museum of Natural History in Londen, genaamd Planet Me. Met dit programma probeert de onderneming de meer dan 150.000 werknemers in ruim 60 landen mee te krijgen in haar voornemen de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. TNT is een duidelijk voorbeeld van een bedrijf dat in tegenstelling tot veel van de ondervraagden in het British Telecom onderzoek niet gelooft in gebakken lucht. Problemen en oplossingen Om te weten dat duurzaamheid nog niet volledig tot in de longen van organisaties is doorgedrongen hebben we geen wereldwijd onderzoek nodig. Fijnstof, opwarming van de aarde, extra regelgeving, afwijzen van bouwvergunningen, installeren van roetfilters, afsluiten van koelingen en smog. Het zijn slechts een aantal voorbeelden, er valt een eindeloze reeks aan problemen op te sommen die te maken hebben met duurzaamheid en lucht. Hier tegenover staat een steeds langer wordende lijst aan duurzame oplossingen. Deze komen binnen het bereik van instellingen en bedrijven. Voor de cateringbranche die al een voortrekkersrol speelt op terreinen als bestrijding van overgewicht en bevordering van gezond eten, zijn deze oplossingen interessant. De branche is immers gewend om te opereren in de voorhoede van maatschappelijk verantwoord ondernemen waar duurzaamheid ook een onderdeel van is. Verwarming van kantoren en bedrijfsrestaurants met aardwarmte of grondwater. Versneld vervangen van het wagen-

verre toekomst zullen er slowfood-vleugels moeten ontstaan, waar de bewoners vet varken eten en vergeten groenten. Dan is de cirkel weer rond. Een ander effect van de winter is het verlangen naar oude tv-programma’s. Gelukkig is er internet, gelukkig zijn er dvd’s. Zo heb ik onlangs de Loveboat weer zien langskomen, op dvd. Die serie uit de jaren zeventig, waar menig vrouw aan verslingerd was, en menig man stiekem ook. Iedere keer schepen zich passagiers met een probleem zich in op het blinkend witte schip, waar Captain Merrill Stubing de scepter zwaait en een dokter met bril de casanova uithangt. Tijdloos gezever in een jaren zeventig jasje, maar het loopt altijd goed af. Tijdens het kijken viel me een historisch attribuut op, dat nog een grote toekomst heeft: de captains table. Een bekend verschijnsel, ongetwijfeld: aan de tafel van de kapitein mogen iedere avond andere mensen aanschuiven, zodat alle passagiers een keertje op stand gegeten hebben. Het is een uitsluitingsmechanisme, zoals sociologen dat noemen, waar mensen dol van worden, en dol op zijn. Je ziet het dan ook meer. Europese parlementariërs hebben hun eigen toprestaurant, waar alleen zij in mogen. Eigenlijk zijn bedrijfsrestaurants precies zulke uitsluitingsmechanismen, maar daar hoor je niemand over. Ik begrijp dat niet. ‘Kom bij ons werken, dan mag je in ons restaurant.’ En de werknemer van de week mag meeëten aan de captains table, waar ook nog eens het lekkerste eten wordt geserveerd. Liefst in het mooiste hoekje van de zaal, waar iedereen het goed kan zien. Onmogelijk in onze egalitaire maatschappij? In een grimmig klimaat wordt gelijkheid al snel een vorm van concurrentie; dit verleden zou wel eens een levendige toekomst kunnen krijgen.

5

Duurzaam ondernemen is voor veel ondernemers een pr-instrument. park voor leveranciers door zuinige en hybride auto’s. Onderbrengen van het wagenpark bij een innovatief concept als Igogreen waar de volledige CO2-uitstoot van de autovloot via een even simpel als ingenieus systeem wordt gecompenseerd door opwekking van duurzame energie. Gebruik van hogedruktechnieken voor bereiden en conserveren van maaltijden. Het scala aan duurzame oplossingen groeit met de dag. Is het wellicht tijd om een duurzaamheidcoördinator in de contractcatering-

branche aan te wijzen? Een spin in het web van duurzaamheid. Een deskundige die de branche de weg wijst, kansen en bedreigingen identificeert en concrete oplossingen voor concrete problemen biedt. In het eerste artikel werd een definitie van duurzaamheid gegeven: Duurzame ontwikkeling is een concept waarin ecologische, economische en sociale belangen bij elkaar komen, voor zowel de huidige als de toekomstige generaties. Het aanstellen van een duurzaamheidcoördinator voor de contractcatering sluit hierop aan.

Nationale Dag van de Cateringmedewerker Donderdag 20 november 2008: De 5e editie van de Nationale Dag van de Cateringmedewerker. Hét moment om de circa 17.000 cateringmedewerkers in ons land eens goed in het zonnetje te zetten en ze te bedanken voor hun inzet. Ook deze keer zijn van ieder lidbedrijf van Veneca 2 cateringmedewerkers uitgenodigd voor een speciaal uitstapje. Dit jaar was het programma van de Dag als volgt: een VIP-lunch door het Bestuur in NH Jan Tabak te Bussum met als gastheer Gijs Staverman, DJ bij Q-music, een Bingle!show en een Media Experience bij Beeld en Geluid op het Media Park in Hilversum. Aan het eind van de ochtend werden de medewerkers verwacht op het station Naarden-Bussum vanwaar per touringcar werd vertrokken naar NH Jan Tabak te Bussum. Hier stond het Bestuur van Veneca en gastheer Gijs Staverman klaar om hen te verwelkomen. In de hal van het Hotel werd op de trap direct een foto gemaakt van de cateringmedewerkers, het Bestuur en, zo bleek, de zeer lange Gijs Staverman. Vervolgens mocht iedereen zijn of haar plek zoeken aan de chique gedekte tafels. Aan iedere tafel was 1 stoel vrijgelaten, zodat Gijs Staverman per gang van tafel kon wisselen. Ook zat aan iedere tafel een Bestuurslid van Veneca. Met een welkomstwoord door de heer Staverman werd de lunch aangevangen. Na heerlijk eten en zeer veel foto’s werd koers gezet richting het Mediapark in Hilversum. Hier werden we ontvangen voor een Bingle!show. Dit is een soort bingo waarbij aan de hand van het raden van muziekfragmenten een kaart afge-

De gasten van de VIP-lunch

streept moet worden. De winnares kreeg een fantastische Bingle! Gouden Plaat. De dag werd afgesloten met een bezoek aan het Museum Beeld en Geluid. Uit de enthousiaste en positieve reacties hebben we op kunnen maken dat het ook dit jaar weer is gelukt om de cateringmedewerkers eens goed in het zonnetje te zetten.


Duurzaamheid Vervolg van pagina 1 opname. Ik ga ervan uit dat er, mede door duurzaam inkopen door de overheden, een proces van continue verbetering op gang komt, zodat we het duurzaamheidsniveau steeds verder kunnen opvoeren. In termen van catering wil dat zeggen dat deze op den duur steeds duurzamer wordt.’

De nieuwe examenlocatie van OCC bij Proef- en belevingscentrum SMAAK in Utrecht

‘s Avonds bikkelen tegen Ajax, ‘s ochtends zweten boven een examen

Plannen Welke plannen heeft u om duurzaam consumeren te stimuleren? ‘Duurzaam consumeren komt tot stand door push en pull. We helpen bedrijven duurzame producten op de markt te brengen door innovatie te bevorderen, bijvoorbeeld met innovatievouchers en innovatieprogramma’s, door als overheid zelf “launching customer” te zijn met het programma duurzaam inkopen en door kennis te verspreiden, bijvoorbeeld via SenterNovem en TNO. De vraagkant wordt beïnvloed door het informeren van consumenten, zie bijvoorbeeld de campagnes van het Voedingscentrum en de informatie over keurmerken op www.ConsuWijzer.nl en milieu-informatie door Milieucentraal. Ook nemen we nieuwe initiatieven voor vergroening en verduurzaming via het belastingstelsel.’

Exameninstituut contractcateringbranche vernieuwt Utrecht, maandagochtend, 07:30 uur. Nog geen twaalf uur geleden zagen meer dan 10.000 mensen de plaatselijke trots verbeten vechten om één puntje tegen Ajax. In het stadion van FC Utrecht lijkt het alsof er nog een staartje van de aanmoedigen van de supporters is blijven hangen. Her en der klinkt het geluid van metaal op metaal en er zijn steeds meer voetstappen te horen. Over anderhalf uur zal er hier eenzelfde spanning hangen als gisteren tijdens de wedstrijd. Om 09.00 uur gaan 24 mensen hun eigen wedstrijd spelen. Zij doen dan examen op de nieuwe examenlocatie van de Stichting Opleidingen Contract Catering bij Proef- en belevingscentrum SMAAK in Stadion de Galgenwaard in Utrecht. Het exameninstituut OCC De Stichting Opleidingen Contract Catering (OCC) is het exameninstituut voor de contractcateringbranche. Werknemers en leerlingen die een opleiding volgen voor het contractcateringvak kunnen deze opleiding afsluiten met een examen. OCC ontwikkelt ook lesmateriaal dat door zowel bedrijven als door verschillende commerciële opleidingsinstituten wordt gebruikt. Al sinds 1993 draagt OCC met de ontwikkeling van opleidingen en

de examinering bij aan het verder professionaliseren van de contactcateringbranche. Eind 2007 is het volledige lesmateriaal door OCC vernieuwd en op 31 oktober 2008 is het eerste examen nieuwe stijl afgenomen. Verandering vraagt om vernieuwing De vernieuwing van lesmateriaal en examens is het gevolg van een aantal ingrijpende veranderingen in de context van de contractcatering. De eisen aan medewerkers van zowel opdrachtgevers als gasten zijn de afgelopen jaren flink toegenomen. Ook de aard van de contracten tussen contractcateraars en opdrachtgevers zijn onderhevig aan verandering. Waar voorheen vaak werd gewerkt met een ‘open boek’ contract, maakt tegenwoordig het commerciële contract een grote opkomst. Dit betekent dat medewerkers op locatie niet alleen te maken hebben met de wensen van de gasten, maar nog meer moeten handelen vanuit de wens van de opdrachtgever en de werkgever. Het krachtenveld waarin de contractcateringmedewerker zijn of haar werk doet is complexer geworden. Ook vraagt de gast vaker om gezond en biologisch eten. Tot slot hechten opdrachtgevers steeds meer belang aan de ambiance van het bedrijfsrestaurant. Deze moet aansluiten op de cultuur van de opdrachtgever.

Eigen verantwoordelijkheid, interactie en communicatie zijn belangrijke elementen in de vernieuwde opleidingen en examens.

Het verschil tussen de opleidingen ‘oude en nieuwe stijl’ zit ‘m vooral in het gegeven dat er vanaf dit opleidingsjaar wordt gewerkt vanuit de competenties van medewerkers. Voorheen lag de aandacht bij kennis en uitvoeren van procedures. Hoe, wat en wanneer versus wat en wanneer. Van medewerkers wordt verwacht dat zij zelf het hoe invullen. Eigen verantwoordelijkheid, interactie en communicatie zijn belangrijke elementen in de vernieuwde OCC-opleidingen en examens. OCC examineert op drie niveaus: Assistent Cateringmedewerker (OCC-A), Cateringmedewerker (OCC-B) en Cateringbeheerder (OCC-C). In de basis wordt op elk niveau aandacht besteed aan arbo-regelgeving, hygiëne, veiligheid, sociale vaardigheden en klantgerichtheid. Voor mensen die de opleiding tot Cateringbeheerder volgen komen daar zaken bij als personeelsbeleid, leidinggeven, relatiebeheer, integraal kwaliteitssysteem en het voeren van een administratie. De diploma’s zijn brancheerkend. De examens worden sinds eind 2007 allemaal afgenomen in SMAAK in Utrecht. De aandacht voor het opleiden van werknemers neemt toe. Verschillende bedrijven hebben een percentage vastgesteld van het aantal gediplomeerde werknemers in hun organisatie. Ook zal er vanaf komend studiejaar voor het eerst een studie op de ROC’s worden aangeboden die gericht is op werken in de contactcatering: Fast Service. Stijgende lijn in aantal examens Anderhalf uur voor de examenkandidaten van start gaan arriveren de examinatoren van OCC bij SMAAK. Het examen van deze dag zal bestaan uit een praktijkdeel en een theorie-examen. Het is daarom zaak om alle apparatuur te controleren en te inventariseren of alle ingrediënten aanwezig zijn. De examinatoren zijn afkomstig van ROC’s en van bedrijven in de contractcatering. Zij zijn bekend met de, vernieuwde, inhoud van de OCCopleidingen en nemen per jaar meer dan 1.700 examens af. Een aantal waar een stijgende lijn in zit, iets dat helaas minder geldt voor de prestaties van de voetballende gastheer van de examenlocatie.

Aan duurzaam zitten vele kanten, hoe is daar een goede balans in te vinden? Denk bijvoorbeeld aan biobrandstof ten koste van voedsel. ‘Het is belangrijk om goed inzicht te hebben in de verschillende aspecten van duurzaamheid. Beschikbaarheid is hier een van de sleutelwoorden. In het geval van biobrandstof moeten de grondstoffen bijvoorbeeld beschikbaar zijn zonder dat andere noodzakelijke voorraden – zoals voedsel – daardoor in het gedrang komen. Ook het voorzien in dergelijke basisbehoeften is immers een vorm van duurzaamheid. Wat betreft andere aspecten is het steeds zaak om voor- en nadelen van het één, af te zetten tegen winst en verlies van het ander. We moeten daarom alert blijven op kansen, maar ook terdege rekening houden met mogelijke gevolgen.’ Contractcatering is één schakel in de hele keten. Hoe kan de gehele keten zorgen voor afstemming en gezamenlijke uitwerking van duurzaam? Jacqueline Cramer: ‘Een belangrijk element is hier communicatie. Ik ga er van uit dat ketenpartijen elkaar goed op de hoogte houden van de mogelijkheden die de schakels hebben om hun bijdrage te leveren aan verdere verduurzaming. Door het op gang brengen van informatiestromen kan onderlinge afstemming plaatsvinden en kan duurzaamheid worden geoptimaliseerd. Door samen aan de slag te gaan kunnen interessante vernieuwingsprocessen op gang komen. Kort geleden is er weer een nieuw boek over verschenen, dat schetst wat zulke processen kunnen opleveren en hoe je ze kunt oppakken. Het heet ‘De Preekstoel voorbij, over duurzaam innoveren in het MKB’ en is geschreven door een groep mensen van Nijenrode onder leiding van Gerard Keijzers. Foto: Adrie Mouthaan

Mede door duurzaam inkopen van overheden, komt een proces van continue verbetering op gang.

Veneca Award 2008 voor Gerda Verburg Dit jaar ontving mevrouw Gerda Verburg, minister van LNV de Veneca Award 2008. De onderscheiding is haar op woensdag 8 oktober 2008 tijdens het traditionele galadiner uitgereikt door Hans Rijnierse, voorzitter van de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties. Mevrouw Verburg ontving de award voor haar inzet op voedselkwaliteit en verduurzaming, waarbij samen met en afgestemd op de branche afspraken gemaakt zijn. Zij is zo betrokken bij voedselkwaliteit dat zij zelfs heeft aangegeven graag herinnerd te worden als de minister van VNL Voeding, Natuur en Landbouw. De nauwe samenwerking met de branche heeft ertoe geleid dat met veel enthousiasme en inzet wordt gewerkt aan de verduurzaming van de samenleving. Voor Veneca staat daarbij verduurzaming van voeding voorop, maar is er zeker ook plaats voor aandacht voor gezond en sociaal werkgeverschap. Het galadiner had als thema ‘proeftuinen’ en vond plaats op een opmerkelijke maar zeer passende locatie, Koppert Cress. In de ‘proeftuin’ kon genoten en geproefd worden van de vele cresses die in de kassen geteeld worden. Het diner zelf

Gerda Verburg en Hans Rijnierse

stond ook geheel in het teken van duurzaamheid. Verder konden de gasten tijdens dit galadiner genieten van een fantastisch optreden van de sopraan An de Ridder en een swingende performance van souldiva Berget Lewis met haar Berget Lewis Gospil Train.

COLOFON UITGAVE Veneca, Gorinchem TEKST

Ineke Geraerdts Journalistiek en PR, Vorm en Vent, Amsterdam FOTOGRAFIE Kobalt Fotografie BFN DRUK Drukkerij Lecturis, Eindhoven IDHD, Secretariaat Veneca

VORMGEVING

Veneca Info is het informatieblad van de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties en verschijnt vier maal per jaar. Veneca Info | Nummer 28 | December 2008

6


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.