4 minute read

De essentie

De essentie O nze economische groei staat al geruime tijd onder druk. Doorheen de conjuncturele schommelingen is er sprake van een structurele trend naar lagere groei. Zo groeide de Belgische economie van 1995 tot 2007 nog met gemiddeld 2,5% per jaar. Sinds 2009 is dat groeitempo teruggezakt tot 1,6% en de consensusverwachting voor de komende jaren gaat uit van een groei net boven 1% per jaar.

Voldoende groei is evenwel cruciaal om onze welvaartsstaat te kunnen betalen. In het publieke debat daarrond was er de voorbije jaren vooral aandacht voor de werkgelegenheid: ‘Jobs, jobs, jobs’. In België zijn vandaag inderdaad nog altijd relatief weinig mensen aan het werk in vergelijking met in de rest van Europa. Maar voor ons groeipotentieel op langere termijn is de productiviteit een nog belangrijkere factor.

Productiviteit duikt zelden of nooit op als thema in verkiezingscampagnes of in politieke acties, maar het is wel met voorsprong de belangrijk ste determinant van onze toekomstige welvaart.

“Productiviteit is zelden of nooit een thema in politieke acties, maar is wel de belangrijkste determinant van onze welvaart.”

Veruit het grootste deel van wat we de komende decennia willen realiseren op het vlak van loon stijgingen, winstgroei, hogere sociale uitkeringen of hogere pensioenen zal gefinancierd moeten worden vanuit de productiviteitsgroei. Het belang van die laatste voor onze toekomstige welvaart kan dus moeilijk overschat worden.

Die productiviteitsgroei is de voorbije decennia evenwel stelselmatig aan het afkalven. Sinds de boom van de jaren 50-60-70 is de productiviteitsgroei in zowat alle industrielanden aan het vertragen. Bovendien doet België op dat vlak nog slechter dan de meeste andere industrielanden. En dat heeft enorme gevolgen voor onze welvaart. We moeten dus onze productiviteitsgroei snel en duurzaam opkrikken om onze welvaartsstaat betaalbaar te houden. Er is geen makkelijke oplossing om de productiviteit te verhogen, het beleid moet eerder inzetten op een breed gamma aan maatregelen om dat te realiseren.

In essentie moet het daarbij gaan om het creëren van omstandigheden waarbinnen individuele ondernemingen aangezet worden om de beschikbare productiefactoren, zoals arbeid en kapitaal, zo efficiënt mogelijk in te zetten. Die productiefactoren moeten zoveel mogelijk georiënteerd worden van niet-productieve naar de meest productieve activiteiten. In het huidige Belgische kader zijn er belangrijke hindernissen die zo’n dynamiek belemmeren, wat de productiviteitsgroei vertraagt en uiteindelijk onze welvaart ondermijnt. Die hindernissen moeten dus weggewerkt worden om de productiviteit aan te zwengelen en zo meer welvaart te creëren.

Naast de klassieke recepten voor een hogere productivi teitsgroei, zoals een ➜

Structurele partner:

WIE? BART VAN CRAEYNEST Hoofdeconoom Voka bart.vancraeynest@voka.be Bart Van Craeynest volgt op het Voka Kenniscentrum de macroeconomische dossiers op.

goed functionerende arbeidsmarkt, een degelijk en toekomstgericht onderwijs en opleidingsaanbod en up-to-date infrastructuur, moet het Belgische beleid zich naar bedrijven richten op vier specifieke domeinen.

1. Internationalisering is ook in het huidige klimaat van antiglobalisering essentieel voor onze economie. Tal van studies geven aan dat ondernemingen die deelnemen aan internationale handel doorgaans productiever zijn. Multinationals zijn daarbij het voorbeeld bij uitstek. Zij behoren steevast tot de meest productieve ondernemingen. Meer nog, ook de nabijheid van multinationals gaat gepaard met een hogere productiviteit voor andere ondernemingen. Dat illustreert het belang van volgehouden inspanningen om multinationals hier te houden en bui tenlandse investeringen aan te trekken. Dat vereist een continue aandacht voor onze internationale concurrentiepositie in de breedst mogelijke zin. Daarnaast moet die internationalisering zich meer richten op de dienstensectoren. Op dat vlak hinkt België achterop en zijn specifieke maatregelen nodig om de export van diensten te stimuleren.

2. Aandacht voor zowel industrie als diensten. De productiviteitsgroei in de industrie ligt gemiddeld gevoelig hoger dan in de dienstensector. De verschuiving binnen de economie naar een toenemend belang van de diensten valt evenwel niet terug te draaien. Toch blijft het voor onze welvaart van belang om industriële activiteit in België te behouden. Daarnaast is extra aandacht nodig voor de productiviteit in de dienstensectoren, onder meer door meer in te zetten op kennisintensieve diensten en door een hogere concurrentie binnen de diensten via internationalisering en een doorgedreven deregulering op product- en arbeidsmarkten.

120 miljard euro Als België na 2000 de gemiddelde productiviteitsgroei van de periode 1980-2000 had kunnen aanhouden, dan lag onze welvaart vandaag ruim een kwart hoger. Dat gaat om liefst 120 miljard euro!

“De nabijheid van multinationals gaat gepaard met een hogere productiviteit voor andere ondernemingen.”

3.

4. Specifieke inspanningen nodig om innovatie bij kmo’s te krijgen. De topbedrijven in België sluiten dicht aan bij de internati onale technologiegrens en scoren vrij goed op het vlak van inspanningen voor O&O en digitalisering. De problemen liggen eerder bij de minder productieve ondernemingen die er niet in slagen de achterstand op die top goed te maken. Dat vereist extra in spanningen om ook kmo’s mee te krijgen op het vlak van O&O en digitalisering. Ook het integreren van kmo’s in ecosystemen rond multinationals kan daartoe bijdragen.

Nood aan een sterkere ondernemingsdynamiek. Ondanks een verbeterende trend in de voorbije jaren heeft België nog altijd te weinig starters. Zeker in het kader van de huidige technologische revolutie zijn starters essentieel om in te spelen op de nieuwe mogelijkheden. Om de ondernemingsdynamiek op te krikken, moeten de administratieve barrières voor starters zoveel mogelijk afgebouwd worden, moet de toegang tot risicokapitaal verbeterd worden en zijn inspanningen nodig om het algemene ondernemingsklimaat te verbeteren. Meer starters, meer concurrentie en een vlottere afhandeling van faillissementen moeten ook een klimaat van creatieve destructie bevorderen om te vermijden dat te veel productiefactoren blijven vastzitten in weinig productieve zombiebedrijven.

This article is from: