
44 minute read
Jong en ambitieus?
Deel je ondernemerspassie met Jong Voka Vlaams-Brabant
Jong Voka Vlaams-Brabant verenigt en versterkt jonge ondernemers en high potentials uit onze provincie. Deze bruisende community biedt je de mogelijkheid om op een ontspannen en informele manier ervaringen uit te wisselen, open discussies te voeren en contacten te leggen die je helpen bij de uitbouw van je persoonlijk netwerk.
Waarom Jong Voka? • Omdat je nieuwe contacten wil leggen om je netwerk verder uit te breiden; • Omdat je snakt naar een klankbord van gelijkgestemden om je ideeën en visies af te toetsen, of om raad te vragen; • Omdat je kennis en ervaring wil opdoen (of gewoon plezier maken) door deel te nemen aan uiteenlopende events.
Waarom Jong Voka?
Liesbeth Philippaers, Visual Artist bij This Girl
Samen sterker
• Elkaar helpen groeien en innoveren • Ervaringen delen met peers in een gelijkaardig stadium • Advies en contacten delen
Gerichte inspiratie
• Inzichten uit de praktijk, door en voor ondernemers • Brandend actueel en scherp • Geen saaie theorie, maar toepasbare ideeën
Friends & fun
• Inzichten uit de praktijk, door en voor ondernemers • Brandend actueel en scherp • Geen saaie theorie, maar toepasbare ideeën

In samenwerking met deze partners:
Voor wie is het?
Jong Voka Vlaams-Brabant richt zich op jonge ondernemers en high potentials die jonger zijn dan 40 jaar. Het lidmaatschap van Jong Voka zit vervat in het Vokalidmaatschap: elk Voka-lid mag namelijk één werknemer jonger dan 40 jaar afvaardigen binnen Jong Voka. Een tweede werknemer afvaardigen kan voor slechts € 200 (excl. btw). Ben je geen lid van Voka Vlaams-Brabant, dan kan je ook een afzonderlijk lidmaatschap van Jong Voka aangaan. Je betaalt dan eveneens € 200 (excl. btw) per kalenderjaar.
“Als jonge ondernemer is het van onschatbare waarde om een klankbord te hebben van een ambitieuze community van gelijkgestemden. Het geeft je de kans om van elkaar te leren, ongeacht grootte, industrie of bedrijfsmodel."
CJO bij Jive en Jong Voka-lid Stan Jeanty.


Onze events
Donderdag 24 februari Glitter & Glamour Party Donderdag 31 maart Karting Cup
Donderdag 28 april Bedrijfsbezoek (locatie later bekend)
Dinsdag 24 mei juni Donderdag 30 juni Stamgasten Voka Zomerfeest Jong Voka Summer-event
Meer info?
Contacteer onze Jong Voka-coördinatrice Tuba Gungor via tuba.gungor@voka.be of 0484 44 09 97.
IS JE WERKVLOER ZO STILAAN EEN SLAGVELD?



Krijg extra versterking met IBO van VDAB!
Daarmee zet je iemand met minder ervaring maar des te meer motivatie direct aan het werk. Na maximaal 6 maanden opleiding óp je werkvloer heb je een ideale werkkracht om aan te werven. Kijk snel op vdab.be/ibo


Overstappen op een elektrisch wagenpark?

Mobiliteits- en bandenspecialist Bridgestone schakelt met je mee
Vanaf 2026 zullen alleen nog emissievrije bedrijfswagens, zoals elektrische auto’s, fiscaal a rekbaar zijn. Zowel op Vlaams als federaal niveau werden ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Naar verwachting zal een vijfde van alle nieuw verkochte wagens in Europa in 2025 elektrisch zijn. Specialist in duurzame mobiliteit Bridgestone schakelt mee: “We reiken bedrijven een integrale oplossing aan voor een makkelijke shi naar een duurzame én e iciënte mobiliteit.”

Tegen eind volgend jaar moeten alle nieuw verkochte bedrijfswagens in ons land elektrische voertuigen zijn. Steeds meer bedrijven maken daarom werk van een groener wagenpark en verschuiven naar elektrische voertuigen. “Logisch, want elektrische mobiliteit biedt een enorme kans om de CO2-uitstoot te verlagen en mobiliteit duurzamer te maken. Al zijn er tegelijk nog barrières te overwinnen voor een volledig elektrische toekomst – denk aan de bezorgdheid om de actieradius of de oplaadnetwerken”, vertelt Tom Adams, Managing Director voor Frankrijk en de Benelux bij Bridgestone.

Precies daarom hee Bridgestone, als pionier in premium banden en bandentechnologie voor elektrische voertuigen, een volledig geïntegreerde aanpak uitgewerkt.
Banden vergroten actieradius De vele initiatieven passen binnen de ambitieuze strategie van Bridgestone om duurzame mobiliteit mee vorm te geven. Als wereldleider in banden en rubber hee de specialist dan ook heel wat expertise in huis. En die komt goed van pas bij de ontwikkeling van vernieuwende banden die voldoen aan de specifieke uitdagingen van elektrische voertuigen.
Tom Adams: “Bridgestone ontwikkelde state-ofthe-art technologie voor banden met een lage rolweerstand die de levensduur van de batterij verlengen en twijfels rond de actieradius wegnemen. De afgelopen vier jaar is deze rolweerstand bij onze banden met gemiddeld 15% verminderd, waardoor het bereik van elektrische voertuigen met 10% kon toenemen. We investeren ook in tal van technologieën om het gebruik van grondsto en te beperken of het bandengeruis te verminderen voor meer rijcomfort.”
INVLOED OP KOSTENSTRUCTUUR
De hel van de top tien van INVLOED OP KOSTENSTRUCTUUR meest verkochte elektrische voertuigen in Europa is uitgerust met Bridgestone-banden. Bridgestone werkt vandaag samen met zowel innovatieve nieuwkomers in elektrische mobiliteit als gevestigde constructeurs van elektrische voertuigen. Enkele voorbeelden: Lightyear One, Fisker, MercedesBenz EQA en EQB, BMW i3, Audi e-tron en Q4 e-tron, Seat Cupra Born, VW ID.3 en ID.4, Fiat 500 EV en de Nissan LEAF… 1 Elektrisch wagenpark beheren Uit onderzoek van Bridgestone blijkt dat ruim 60% van de auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen die momenteel in heel Europa commercieel worden gebruikt, kan worden vervangen door elektrische modellen. Om commerciële klanten te helpen bij hun elektrificatietraject, kan Bridgestone rekenen op de eigen digitale oplossing voor fleet management, WEBFLEET.
INVLOED OP KOSTENSTRUCTUUR Banden Onderhoud Brandstof Bestuurders 8% + 40% + Banden Onderhoud Brandstof 8% + 40% +
VerzekeringenBestuurders / Belastingen andere Verzekeringen
80% AfschrijvingenBelastingen andere
80%
1
WEBFLEET helpt gebruikers hun brandstof –verbruik en CO2-uitstoot fors te beperken, tot 25%.
Jan-Maarten de Vries, CEO van Bridgestone Mobility Solutions: “Het bereik van de wagen is natuurlijk maar een deel van de puzzel. Om vloten de overstap naar elektrische voertuigen te laten zetten, spelen ook andere factoren, zoals laadtijden en laadvermogen van voertuigen. Datagestuurde oplossingen, zoals WEBFLEET, ondersteunen bedrijven actief tijdens het hele omschakelingstraject van de vloot en helpen zo de volledige waarde van commerciële elektrische voertuigen te ontsluiten. Connectiviteit en telematica zijn de sleutel tot een succesvolle toekomstige transitie.”
WEBFLEET helpt bedrijven om elektrische voertuigen e iciënt aan hun wagenpark toe te voegen, de werking ervan te beheren, de kosten voor het opladen van deze voertuigen te minimaliseren en vertrouwen te houden in het bereik met meer zicht op het opladen van de batterij. Bovendien helpt WEBFLEET gebruikers hun brandstofverbruik en CO2 uitstoot fors te beperken, tot 25%.
“We zijn er rotsvast van overtuigd dat onze expertise zowel op het vlak van EV-specifieke banden, de ondersteuning in duurzaam fleet management en de transitie van de vloot zelf door onze totaaloplossingen, van Bridgestone de ideale partner maken om de elektrische toekomst te helpen vormgeven”, besluit de Vries.
Uitgelicht
24 VRT-verkeersexpert Hajo Beeckman 27 Operatie groene bedrijfsvloot: wat moet je weten? 28 Ruimte maken om te bewegen 30 Mobiliteitsbudget: wat is nieuw in 2022? 32 Open data als grondstof voor mobiliteitsplannen 34 Hoever staat het met Werken aan de Ring? 36 Veilig naar het werk tijdens de wintermaanden 38 Elektrische bedrijfswagens en laadstations: fiscalevoordelenvanaf2022
Mobiliteit

‘De Frank Deboosere van het verkeersnieuws’. Dat is wellicht de kortste manier om te zeggen wie Hajo Beeckman is. Als verkeersexpert van de VRT is hij de man die je door de files op de Vlaamse wegen gidst, maar hij doet veel meer dan dat. Hij kent de laatste trends in mobiliteit en heeft een geheel eigen kijk op de problematiek in Vlaanderen. Of het nu gaat over afgenomen filelast door corona – of nam die juist toe?, onze hopeloos achterhaalde ruimtelijke ordening of de zin en onzin van fiscale maatregelen, Hajo heeft er een gefundeerde mening over.

Zoals tegenwoordig vaker wel dan niet het geval is, vindt ook dit gesprek virtueel plaats. Het werpt meteen de vraag op waarom, als wij net als zovelen andere van thuis uit werken, er niet echt minder files lijken te zijn dan in het precoronatijdperk. “Dat komt enerzijds omdat woon-werkverkeer maar een derde van het totale verkeerspakket is”, steekt Hajo van wal. “Je moet hier ook nog de winkel- en dienstenverplaatsingen – zoals naar de dokter gaan – en de recreatieverplaatsingen – zoals reizen en uitstapjes – bijtellen. Met de huidige coronamaatregelen zien we ongeveer 17% minder autoverplaatsingen. Ter illustratie: in de eerste golf, met de strengste maatregelen, zagen we 66% minder autoverkeer. Anderzijds draait de logistieke sector vandaag overuren. Door het massale online shoppen en de relance na de eerste coronagolven zien we 3 tot 6% meer vrachtverkeer. Die combinatie maakt dat we vandaag nog steeds files zien. Wel zijn het nauwelijks nog grote structurele files maar worden ze eerder veroorzaakt door ongevallen of wegenwerken.”
Zonder een domper op de, relatieve, feestvreugde te willen zetten: de verwachting is niet dat dit zich bestendigt. Zo kenden we in de periode van de ‘herwonnen vrijheid’, in september en oktober vorig jaar, files die erger waren dan precorona. “Als de coronamaatregelen afgebouwd worden en de lente aanbreekt, keren we terug naar het ‘bijna oude normaal’”, vreest Hajo. “Het Federaal Planbureau berekende deze zomer dat als we blijven telewerken zoals vandaag, de vervoersvraag tegen 2040 met amper 1,6% vermindert.” Kortom, men verwacht nauwelijks minder files dan voor corona, maar wel dat de pieken afgevlakt worden en zich spreiden over de hele dag. De prijs van ruimtelijk non-beleid De eerste illusie is doorprikt: telewerk is niet de heilige graal naar minder verkeersdruk. Zit er dan niets anders op dan de capaciteit te verhogen? Weeral mis. “Mobiliteitsdeskundigen hanteren de wet van 10-10-10: verhoog je de wegcapaciteit met 10% dan zal je zien dat er na 10 jaar ook 10% meer autoverkeer is. De congestie keert dus gewoon terug.” De groei van het verkeer moet dus komen van multimodaliteit, met in de eerste plaats de fiets en het openbaar vervoer. Om die shift te realiseren, kijken planners naar twee strategische niveaus: ruimtelijke ordening en fiscaliteit. “In een ideale wereld gaan we dichter bij elkaar wonen en werken, waardoor knooppunten voor openbaar vervoer en deelmobiliteit aantrekkelijker worden. Binnen die stedelijke gebieden – die dan wel moeten groeien – kun je dan weer actieve mobiliteit gaan stimuleren, zoals fietsen of te voet gaan. Het probleem hierbij is dat het voor de overheid onmogelijk is om jarenlang foutief ruimtelijk beleid recht te zetten zonder torenhoge investeringen. De vraag is dus of de bouwshift veel kans op slagen heeft.” Belastinghervorming dringt zich op De andere piste, die van de fiscaliteit, is er wel eentje die vandaag bewandeld wordt. Denk aan de fiscale aftrekbaarheid van fietsvergoedingen (100%) of georganiseerd collectief vervoer (120%), het fiscale stelsel van de bedrijfswagen of het mobiliteitsbudget. Voor Hajo gaat het echter niet ver genoeg. Hij ziet meer heil in een algemene belastinghervorming: “We zitten met de klimaatdoelstellingen waar sommige overheden vandaag al op inspelen. Denk aan het wetsvoorstel van Vincent Van Peteghem dat tegen 2026 alle nieuwe bedrijfswagens full electric moeten zijn of de verhoogde belasting
Hoeveel kosten die files ons?
We hebben de mond vol over de broodnodige shift naar multimodaliteit, maar zijn die files wel een probleem? Wat kosten ze ons? “De cijfers zijn afhankelijk van de bron erg uiteenlopend”, nuanceert Hajo meteen. “Kijken we naar de berekeningen van de OESO, dan zien we een kost van 1 à 2% van ons BBP. Dat komt neer op een 4 miljard euro. Voor een gemiddeld Belgisch gezin van drie betekent dit een kost van meer dan 1.000 euro per jaar. Denk maar aan het sneller slijten van de wagen, tank-, wegen- en milieukosten en de tijd die je niet aan je werk of andere bezigheden kunt besteden.”
“Voor de transportsector spreekt men over een kost van 36 euro per verloren uur voor een volgeladen vrachtwagen. Dat zijn stevige bedragen, maar je moet wel beseffen dat je in verstedelijkte gebieden als Vlaanderen die kost nooit op nul kunt krijgen.”
Is een slimme kilometerheffing dan de oplossing? Het antwoord blijkt, zoals vaker bij mobiliteitsvraagstukken, niet eenduidig. “Simulaties tonen aan dat bij een situatie waarbij je een hoge kost betaalt tijdens de spitsuren, minder in de daluren en niets in de nacht, de pendelaar ervoor zal kiezen om zijn kantooruren aan te passen. Er komt dus ruimte vrij tijdens de spits, maar die wordt grotendeels ingenomen door toegenomen vracht- en zakenverkeer voor wie het wel nuttig is om in de spits te rijden. Voor zakenverkeer – denk aan sales representatives – is het een fiscale kost en voor transport bleek rijden tijdens de spits interessanter dan nachtuurlonen te betalen. Rekeningrijden kan dus interessant zijn, maar de vraag die je altijd moet stellen is: voor wie?”
op huidige bedrijfswagens sinds dit jaar. Daarnaast voorziet het regeerakkoord een shift van personenbelasting naar een (vervuilende) consumptiebelasting. Hoewel daar wel wat beweegt, is het maar de vraag of de regering daarin zal slagen tegen 2024.”
“Het probleem in België vandaag, en dat is ook een kritiek van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), is dat we álle vormen van mobiliteit subsidiëren: we hebben salariswagens als looncomponent, fietsvergoedingen, voetgangerspremies en derdebetalersystemen… Maar zo kun je geen verandering realiseren. De boodschap is dus: maak eens een keuze en doe dat met aandacht voor de klimaatdoelstellingen.” Mobiliteit vermijden als oplossing In afwachting van de nodige hervormingen, blijft mobiliteit voor ondernemers een uitdaging: waar moet je je vestigen, welke opties bied je je werknemers, wat met remote workplaces, …? Voor Hajo blijft de fiscaal interessante fietsvergoeding een no brainer maar daarnaast pleit hij ook voor het meer inzetten op het collectief georganiseerde bedrijfsvervoer. “Dat is een optie waar wel wat winst te halen valt, al zal je daarvoor wellicht moeten gaan samenwerken met clusters van bedrijven om de nodige schaalvoordelen te genereren.” “Wat soms onderbelicht wordt, zijn de mobiliteitsvermijdende oplossingen. Wat als je ervoor zorgt dat je werknemers zich niet meer of slechts heel kort moeten verplaatsen? Het vrijgekomen budget kun je dan besteden aan betere infrastructuur voor thuiswerk, kleine satellietkantoren, coworkingplaces. Dat is het ideale voorbeeld waarbij je via fiscale maatregelen en ruimtelijke maatregelen – of locatiebeslissingen – winst gaat kunnen maken als bedrijf maar ook op vlak van de verkeersproblematiek.”
Wie is Hajo Beeckman?
Als verkeersexpert en VRT-verkeersanker is Hajo Beeckman jouw dagelijkse gids door de files op Vlaamse wegen. Hij studeerde politieke wetenschappen aan de UGent en volgde nadien nog een opleiding stedenbouw. Na een job als Directeur Operaties bij het Vlaams Verkeerscentrum ging hij in 2015 aan de slag bij VRT. Voor zijn helder en creatief taalgebruik won hij in 2018 de Grote Prijs Jan Wauters.

Operatie groene bedrijfsvloot: wat moet je weten?
Tegen 2030 zouden er ongeveer een miljoen elektrische wagens in gebruik zijn. Reken daarbij dat in 2026 alle leasewagens verplicht emissievrij moeten zijn. Het momentum is stilaan voorbij: hoe sneller je overschakelt naar een elektrische bedrijfsvloot hoe beter. William Stinissen, Technologisch adviseur bij Volta, weet dat er veel komt kijken bij die transitie en deelt zijn kennis.
Hoe kies je een elektrische wagen? Iemand die een elektrische wagen wil kopen, is onder meer geïnteresseerd in de batterijcapaciteit, het verbruik en het soort verwarmingssysteem. In elke wagen zit standaard een batterijlader, maar je kan zelf het vermogen kiezen. Met een driefasige aansluiting ligt het maximumvermogen hoger dan bij een monofasige aansluiting. Ten slotte speelt het koelsysteem van de batterij ook een rol, want hoe efficiënter de koeling des te hoger het laadvermogen. Naar gelang de keuzes die de koper maakt, stijgt of daalt de totaalprijs. Uiteraard neemt met een hoger prijskaartje ook het gebruiksgemak toe.
Waarom is het interessant voor een bedrijf om over een eigen laadinfrastructuur te beschikken? Het is erg praktisch als medewerkers hun voertuig op hun werk kunnen opladen. Bovendien betalen bedrijven minder voor elektriciteit dan een particulier. Dat maakt het voor beide partijen financieel voordelig. Ook voor externen is het interessant om te weten dat er op ‘de bestemming’ een laadpunt is. Als zulke laadpunten toenemen, zal de zogenaamde range anxiety (de angst dat er onvoldoende energie is om een afstand te overbruggen) afnemen.
Waarmee moet je rekening houden als je laadinfrastructuur installeert? Tegenwoordig is er een tendens om elektrische wagens te voorzien van een on-boardbatterij met een vermogen van 11 kWh. Het heeft daarom weinig zin om veel laadpunten met een hoger vermogen te installeren. Als je ervoor kiest om laadpunten te installeren, zou ik aanraden om gelijktijdig voldoende wachtbuizen te leggen zodat je in de toekomst gemakkelijk extra punten kan aanleggen en niet opnieuw de hele parking moet openbreken.
Hoe snel laadt een elektrisch voertuig op? De laadsnelheid hangt af van het vermogen van het laadpunt. Een driefasig laadpunt met een vermogen van 11 kWh laadt op met een snelheid van 58 km/u. Op enkele uren tijd heb je al een groot rijbereik. Bij een monofasig laadpunt met eenzelfde vermogen van 11 kWh, laad je op aan 19 km/u. Aanzienlijk minder, maar als er voldoende tijd is om op te laden, kom je daarmee ook aan voldoende kilometers. Vaak kiezen bedrijven onmiddellijk voor een laadpunt met het hoogste vermogen, maar eigenlijk moet je je eerst afvragen ‘hoelang mag het laden duren?’. Pas als je daar een zicht op hebt, zou je een keuze moeten maken tussen het vermogen en de soort van aansluiting. Zijn zonnepanelen en elektrische laadinfrastructuren onlosmakelijk met elkaar verbonden? Het is zeker mogelijk om de wagen op te laden zonder zonnepanelen, maar in het verhaal van elektrische wagens streven we naar ongeveer 100% hernieuwbare energie. Daarom is het aan te raden om nu al zoveel mogelijk zonnepanelen te installeren. Op financieel vlak is het alvast voordelig, aangezien je de zonne-energie die je zelf verbruikt, sneller terugverdient dan de zonne-energie die je op het net zet. Dat geldt trouwens voor het volledige plaatje. De Total Cost of Ownership van een elektrische wagen ligt nu al lager in vergelijking met een wagen op benzine of diesel.

Gratis online infosessie | 22 februari 2022
Laadinfrastructuur voor elektrische bedrijfsvoertuigen
Wil je meer weten over elektrische wagens en de bijhorende laadinfrastructuren? Ervaringsdeskundigen spijkeren je kennis bij over soorten laadsystemen, oplaadpunten, huidige tarieven en nog veel meer.

Ruimte maken om te bewegen
Een studie-, ontwerp- en adviesbureau met een integrale aanpak van ruimte in beweging, zo noemt Vectris uit Leuven zichzelf. Daarmee zetten ze de deur wijd open voor tal van activiteiten, maar waar het altijd om draait bij hun realisaties is bewerkstelligen dat publieke ruimte zorgt voor optimale mobiliteit en vice versa. Geert Vercruysse is Senior Projectleider en zetelt samen met projectleider Koen Stuyven in de directie van Vectris en gunt ons een blik in de interne keuken.
Vectris ontstond 17 jaar geleden uit de vzw Langzaam Verkeer, een organisatie die zich toelegde op thema’s als zone 30 en doortochtproblematieken. Zaken die vandaag evident lijken, maar toen redelijk onbekend waren. Geert Vercruysse is landschapsarchitect en studeerde daarna ook nog verkeerskunde. Als medevennoot was hij betrokken bij de opstart van Vectris.
Ruimte en mobiliteit zijn één De slagzin ‘Ruimte in beweging’ vat prima samen wat Vectris bijdraagt aan de samenleving. “Publieke ruimte of stedenbouw enerzijds en mobiliteit anderzijds zijn onlosmakelijk verbonden en die combinatie maken wij ook met ons bureau. We denken zowel op verkeerskundig als ruimtelijk vlak en dat is volgens mij wel een grote troef. Die insteek maakt dat we de oplossingen die we bedenken voor grote verkeerskundige vraagstukken, kunnen illustreren met ruimtelijke beelden. Dat is een grote meerwaarde als je je voorstellen wilt tonen aan betrokken stakeholders.”
Participatie om draagvlak te maken Die stakeholders zijn cruciaal voor Vectris. Die lokale partijen als overheden, bedrijven maar zeker ook bewoners zijn immers diegenen die met de eventuele problemen te maken krijgen en die achteraf dagelijks met de nieuwe situatie geconfronteerd worden. Vanuit die optiek is er de laatste jaren een serieuze shift naar participatietrajecten. “Vanuit ons verleden als vzw zat dat participatieve al in ons dna, maar voor het beleid is dit toch een recent gegeven”, aldus Vercruysse. “We juichen dat enorm toe. Onze overtuiging is dat als je in het voortraject veel aandacht geeft aan betrokkenen en luistert naar hun ideeën en hun visie op de knelpunten, je achteraf bij de implementatiefase snelheid kunt maken.”
“Door mensen niet voor een voldongen feit te stellen, maar eerst naar hen te luisteren en daarna je plannen voor te stellen, creëer je draagvlak voor je project. Ook al is nooit iedereen het eens, door met hen in discussie te gaan, kunnen mensen begrijpen van waar je keuzes komen en willen ze het sneller een kans geven.” Een voorbeeld van zo’n traject is de uitrol van wijkcirculatieplannen. Die rolde Vectris ondermeer uit in Vilvoorde, Machelen, Zemst en Boortmeerbeek. Daarbij startten we met het bevragen van de bewoners, gevolgd door het opzetten van een burgerplatform en stakeholderswerkgroep met alle betrokken adviesorganen. Na het traject volgt een terugkoppeling naar de brede bevolking aan de hand van een infotentoonstelling en brochure. “Ondanks deze trajecten zul je altijd wel partijen hebben die niet 100% gediend zijn met de voorgestelde oplossing. Maar de boodschap moet altijd zijn dat je zoekt naar oplossingen die het grootste maatschappelijke belang dienen. Naast participatie is een goede wetenschappelijke onderbouwing een belangrijke troef om vertrouwen te winnen, iets waar ook Vectris sterk in is.”
Groen en blauw aanleggen Recent is er ook meer aandacht voor duurzame ontwikkelingen, met meer ruimte voor groen en water. Vectris werkt
Een voorbeeld van een realisatie van een vergroening van een dorpscentrum, in dit geval Hombeek. De beek werd opnieuw opengelegd en geïntegreerd in een park. De straat werd omgevormd tot fietspad.
Ook bij de inrichting van de fietssnelwegen zoekt Vectris naar oplossingen voor een goede aansluiting met het onderliggend fietsnetwerk met veilige kruispunten en kansen voor vergroening.
hier graag aan mee. “Bij elke ontwikkeling die we voorstellen, gaan we kijken naar mogelijkheden om te ontharden en groene ruimtes te realiseren. In een studie voor de Vlaams Landmaatschappij ontwikkelden we een visie om in een verstedelijkt gebied als Machelen en Vilvoorde toch tot een robuustere groenstructuur te komen met aandacht voor waterlopen en het beter op elkaar laten aansluiten van groengebieden. Voor de Provincie Vlaams-Brabant deden we in de Zennevallei onderzoek naar het optimaliseren van de bedrijvenzones. We bekeken niet alleen het verbeteren van de ontsluiting maar ook de mogelijkheden voor het vergroenen van de bedrijvenzones. Daarbij zochten we vooral naar oplossingen voor een goede waterhuishouding.” Bij elk project stellen we onszelf de vraag ‘hebben we nog wel alle straten nodig voor verkeer?’” Dit was ook zo het geval bij de heraanleg van het dorpscentrum van Hombeek. Daar werden heel wat straten onthard en opgenomen in een parkaanleg.
“Het is dankzij zo’n realisaties dat je draagvlak creëert voor infrastructurele veranderingen. Mensen zien dat hun omgeving mooier én beter bereikbaar wordt, ook al wordt er misschien een straat autovrij gemaakt of een knip gezet in wat gezien wordt als een onmisbare toegangsweg.”

Ondernemers op de fiets Ook ondernemers en bedrijven worstelen vaak met de mobiliteitsproblematieken. Moet je nu juist gaan clusteren op een bedrijventerrein of is een locatie in een stadscentrum juist beter? Een eenduidig antwoord is er niet. Wel ziet Vercruysse dat de ontsluiting van bedrijventerreinen voor fietsers vandaag vaak veel beter kan. “Uit metingen voor een bedrijventerrein in de Kempen bleek dat de meeste werknemers op fietsafstand van het werk wonen. Daarnaast ontbreekt het ook aan veilige fietsinfrastructuur binnen de bedrijvenzone zelf. Door circulatieplannen uit te werken en het parkeren te bundelen, ontstaat er ruimte om binnen de bedrijvenzones veilige fietsinfrastructuur aan te leggen tot aan de deur. Door in te zetten op fietsbereikbaarheid van bedrijven valt er nog veel winst te boeken in de verschuiven van een meer duurzame vervoerswijze keuze. “Qua locatie geloven wij sterk in stationsomgevingen als ideale uitvalsbasis voor ondernemingen. Als je voor werknemers en zelfs klanten of bezoekers een systeem van deelfietsen kunt organiseren gekoppeld aan nabijheid van een station, dan faciliteer je de omslag naar duurzame, en in vele gevallen ook vlottere, mobiliteit enorm.” Ontvlechten van fietsnetwerken Nog te vaak hanteren overheden een en-en-beleid: ze mikken zowel op autobereikbaarheid als op fiets. Maar Vercruysse pleit voor duidelijke keuzes: Niet overal is de ruimte beschikbaar om langs wegen fietspaden aan te leggen. We pleiten ervoor om zoveel mogelijk vlotte en autoluwe fietsroutes te ontwikkelen die inzetten op een aangename beleving. Ontvlechten van fietsroutes en routes voor autoverkeer is daarbij een interessant concept waarbij we ook de mogelijkheden voor de vergroening meenemen. Zo hebben we in Vilvoorde voorgesteld om een bestaande brug over de E19 om te vormen tot een bermbrug die exclusief door de fiets gebruikt gaat worden.”
“We zien graag dat organisaties als Voka mee pleiten voor het maken van die mobiliteitsshift. Het is enkel door voortdurend te stimuleren en motiveren dat ze er zal komen. De mentaliteitsshift is er in ieder geval wel aan het insluipen. Als je kijkt naar de werken aan de ring, dat gaat niet louter om extra rijstroken voor de auto’s, maar om een hele onderlaag die verbeterd wordt. Het is enkel door de volledige ruimtelijke ordening te bekijken dat je structurele verbeteringen kunt realiseren.”
Mobiliteitsbudget Wat is nieuw in 2022?
De essentie van het mobiliteitsbudget is dat de werknemer – als deel van zijn loonpakket – de beschikking krijgt over een budget dat hij kan gebruiken voor verschillende mogelijkheden van vervoer. De werknemer beslist zelf over de invulling van dat budget, in functie van zijn persoonlijke behoeften, mogelijkheden, wensen, … op vlak van mobiliteit. De werkgever beslist uiteraard of er mobiliteitsbudget ter beschikking wordt gesteld en hoe groot het is. Het wettelijk mobiliteitsbudget is al in voege sinds maart 2019 maar sinds 1 januari 2022 gelden er enkele nieuwigheden. Zo komen er meer keuzemogelijkheden, maar wordt ook de hoogte van het budget begrensd.
Nog even in een notendop: hoe is het mobiliteitsbudget opgebouwd? Werknemers kunnen hun mobiliteitsbudget besteden in drie pijlers met elk een eigen sociale en fiscale behandeling. Pijler 1 is een milieuvriendelijke wagen, pijler 2 zijn duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten, pijler 3 is cash. De illustratie bij dit artikel toont je een concreet voorbeeld.
Sinds 1 januari 2022 gelden een aantal nieuwigheden die het systeem uitbreiden en aantrekkelijker maken. Hierbij een overzicht.
• Het mobiliteitsbudget kan onmiddellijk worden aangevraagd.
De dubbele wachttijd voor werknemers (3 maanden en 1 jaar) wordt dus afgeschaft. Je moet wel recht hebben op een bedrijfswagen. Dit betekent concreet: als werknemer behoren tot of terechtkomen in een functiecategorie waaraan het recht op een bedrijfswagen verbonden is. • Het bedrag kan variëren tussen 3.000 euro (minimum) en 1/5 van het bruto jaarloon van de werknemer. Er geldt een absoluut maximum van 16.000 euro op jaarbasis. Er komt mogelijk een formule om de Total Cost of Ownership (basis van het mobiliteitsbudget) te kunnen berekenen. • De werkgever kan besluiten om de kosten van het zakelijk gebruik van de auto niet mee te nemen voor de berekening van het mobiliteitsbudget. Op voorwaarde dat de werkgever (naast het mobiliteitsbudget) alle dienstreizen van de werknemer vergoedt. • Lopende mobiliteitsbudgetten: werkgevers die een mobiliteitsbudget toegekend hebben vóór de datum van publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad op 3 december 2021, hebben tot 1 januari 2023 tijd om hun mobiliteitsbudget aan deze nieuwe begrenzingen aan te passen. • Voor pijler 1 moeten alle auto’s vanaf 1 januari 2026 koolstofemissievrij zijn. De ‘mobiliteitsrekening’ waarover de werknemers kunnen beschikken om hun mobiliteitsbudget te volgen, zal met het oog op de transparantie voor de werknemers ook de uitgaven van de eerste pijler moeten omvatten. Ook wordt er voorzien in een forfaitaire methode voor de berekening van de uitgaven, als de werkgever verkiest de werkelijke uitgaven niet te boeken. • Voor pijler 2 worden er enkele aanpassingen gedaan: - Garage-uitgaven en niet-verplichte fietsuitrusting ter verhoging van de veiligheid/zichtbaarheid worden toegevoegd; - Eigenaars kunnen naast de maandelijkse rente ook de kapitaalaflossingen op hun leningen aftrekken van het budget; - Voor aftrekking van huisvestingskosten, wordt de straal rond de werkplek verhoogd van 5 tot 10 km; - Openbaarvervoerabonnementen worden uitgebreid tot de inwonende gezinsleden van de werknemer; - Parkeergelden met betrekking tot het gebruik van het openbaar vervoer worden toegevoegd; - Vergoedingen voor voetgangerskilometers en verplaatsingen met bijvoorbeeld een step worden mee betaald met het mobiliteitsbudget a rato van het gekende bedrag van de fietsvergoeding (max. 0,25 euro per kilometer); - Uitgaven voor deelmobiliteitsoplossingen en autoverhuur met chauffeur moeten vanaf 2026 koolstofemissievrij zijn om nog voor financiering via pijler 2 in aanmerking te komen.

De visie van Voka
Een recordaantal van de bedienden heeft een bedrijfswagen. Door COVID-19 nemen werknemers steeds minder het openbaar vervoer. Wel is 40% van de werknemers met een bedrijfswagen bereid om hun wagen op te geven, als ze zelf kunnen kiezen aan welke vervoersvormen ze het budget kunnen spenderen. Of als ze een kleinere wagen kunnen nemen met aanvullend mogelijkheden tot andere vervoersvormen. Het mobiliteitsbudget biedt deze en vele andere mogelijkheden, maar het probleem is dat de formule nog steeds te weinig gekend is. Drie jaar na de lancering is 1 op 5 Belgen hiervan niet op de hoogte (cijfers uit bevraging van Touring). Voka Vlaams-Brabant wil daarom bedrijven helpen om meer met het mobiliteitsbudget aan de slag te gaan. We willen alternatieve transportmethodes zoals openbaar vervoer, deelvervoer en fietsgebruik verder stimuleren in het kader van duurzame mobiliteit. Zo kunnen we de broodnodige modal shift een duwtje in de rug geven en de economische en ecologische gevolgen van de fileproblematiek reduceren.

Heb je nog vragen? Scan de QR-code en check ons dossier met 14 vragen en antwoorden over het mobiliteitsbudget. Daarnaast kun je ook terecht bij onze Mobiliteits- en bereikbaarheidsmanager Wim Pannecoucke via wim. pannecoucke@voka.be.
Open data als grondstof voor mobiliteitsplannen
Mobiliteit is een belangrijk thema in ons dagelijks leven. Binnen de provincie Vlaams-Brabant zoeken we voortdurend naar mogelijkheden om de groeiende uitdagingen op het vlak van mobiliteit het hoofd te bieden. Het bedrijf Anyways biedt hier een helpende hand. Wim Michiels is co-founder en mobiliteitsexpert van Anyways. Hij vertelt ons hoe ze dankzij hun slimme tool niet enkel de overheid maar ook alle weggebruikers dagelijks helpen.
Wim Michiels is co-founder en mobiliteitsexpert bij Anyways.

Meer info:
www.vlaamsbrabant.be/slimmeregio www.anyways.eu
Van werknemer naar ondernemer “5 jaar geleden werkte ik samen met Ben Abelhausen voor Eurostation. We maakten studies over de bereikbaarheid van stationsomgevingen. Maar we misten een gebruiksvriendelijke tool om de impact van mobiliteitsingrepen in kaart te brengen. Toen kregen we het idee om zelf zo’n tool te maken. De overstap van werknemer naar ondernemer heb ik me nog geen enkel moment beklaagd!
Het basisproduct van Anyways is een aanpasbare routeplanner. Binnen de routeplanner kan een bestuur of studiebureau potentiële aanpassingen in de infrastructuur toevoegen aan een kaart. Op die manier kan je een route van punt A naar punt B in de huidige situatie vergelijken met de route die de routeplanner aanbeveelt in de nieuwe situatie. Zo kan je bijvoorbeeld zien wat het verkeer zal doen als je een overweg sluit of een eenrichtingsstraat invoert. Maar je kan het ook omdraaien. Wil je bijvoorbeeld dat de auto’s altijd de ringweg gebruiken, dan zal de routeplanner tonen wat daarvoor nodig is.”
Belang van open data “Onze tools worden gevoed door open databronnen. Een eerste bron die we hiervoor gebruiken, zijn de data uit het Bikedataproject van Open Knowledge Belgium. Dit zijn data van effectief gereden ritten die fietsers zelf ‘doneren’ via Strava of andere fitnessapps. Een tweede bron zijn de zeer uitgebreide data over woon-werkverkeer uit de database van de Federale Overheidsdienst. Aan de hand van de effectief gereden tracks doet Anyways onderzoek naar welke fietsprofielen het dichtst aansluiten bij de manier waarop mensen effectief naar het werk rijden. De KU Leuven ondersteunt ons in dit onderzoek. Het is dankzij de subsidie Slimme Regio van de provincie Vlaams-Brabant dat wij het team van Chris Tampère van de KU Leuven hierbij konden betrekken. De KU Leuven zal nagaan of het verplaatsingsgedrag van mensen effectief overeenkomt met onze modellen. Ze zullen ook onderzoeken hoe we onze modellen moeten aanpassen om de betrouwbaarheid te verhogen. De betrokkenheid van de KU Leuven zorgt dat onze toepassingen wetenschappelijk onderbouwd zijn.”
Services wereldwijd aanbieden De ambitie van Anyways is om de tool ook internationaal bekend te maken. “De hoofdzetel van Anyways ligt in Aarschot. We werken heel graag met de steden en gemeenten uit de omgeving. Momenteel werken we voornamelijk in Vlaanderen en Brussel. Maar de tool en toepassingen zijn gebouwd om in heel de wereld te kunnen gebruiken. Er wordt gewerkt aan vrij eenvoudige en schaalbare toepassingen met een relatief lage kostprijs. Om de winstmarge te vergroten, is het onze ambitie om onze services wereldwijd te verkopen. Dit is mogelijk dankzij de beschikbaarheid van opensourcekaarten en de mogelijkheid om services te verkopen via het internet. Een belangrijke uitdaging is nu om ons product internationaal zichtbaar te maken.
De routeplanner draait op de opensourcekaarten van OpenStreetMap. Als beginnende ondernemer is de gratis grondstof uit OpenStreetMap en andere open databronnen een manier om zonder kapitaal achter je bedrijf van start te gaan. De kleinere subsidies zoals die van Slimme Regio helpen enorm om vooruitgang te boeken. Als start-up zijn wij gebaat bij kleinere subsidies waar de risico’s beperkt zijn.” Een slimme tool voor overheden en voor burgers “Ons allereerste project was het circulatieplan van Gent. Toen hadden we enkel de routeplanner met de mogelijkheid om een route van punt A naar punt B te berekenen. Aan de hand van de routeplanner heeft de stad Gent toen op voorhand een aantal knelpunten in de eerste plannen van het circulatieplan gedetecteerd. Het circulatieplan werd op basis van deze tests verder verfijnd. Later heeft de stad Gent de tool ook beschikbaar gesteld voor hun burgers. De burgers konden met de routeplanner nagaan wat hun aanbevolen route was vóór de invoering van het circulatieplan en erna. Dit vonden we uiteraard fantastisch. Het past perfect binnen onze strategie van edit, test & publish. De laatste stap, publish, toonde aan de mensen wat de opzet was van de invoering van het circulatieplan. In Dilbeek hebben we een project lopen voor de eventuele afsluiting van een overweg. Uit de effectief gereden tracks die verzameld worden via apps zoals Strava is ook de impact van de aanleg van fietssnelwegen goed te merken. We kunnen mensen enkel maar aanmoedigen om hun fietsdata te delen. Je kan zo helpen aantonen waar de missing links zijn in jouw omgeving.”
Elke maand zet Ondernemers een VlaamsBrabants bedrijf in de kijker dat betrokken is in een samenwerkingsproject. Met de subsidies Slimme Regio van de provincie Vlaams-Brabant wil Anyways zijn producten toegankelijk maken voor mobiliteitsambtenaren uit VlaamsBrabant. Dit wordt een eenvoudig te gebruiken ‘Fietsinfrastructuur Impact Toolbox’. De subsidies van Slimme Regio kunnen twee keer per jaar aangevraagd worden.


De sterk verouderde brug van de Hector Henneaulaan over de Ring wordt vernieuwd. Dat verbetert de situatie voor alle weggebruikers. Een mooi voorbeeld van de multimodale aanpak.
Hoever staat het met Werken aan de Ring?
Werken aan de Ring is een multimodaal investeringsprogramma van de Vlaamse Overheid. Dit brede programma zet voluit in op een betere en vlottere bereikbaarheid en ook op een hogere leefkwaliteit in de brede regio rond de Ring. Daarom gaat het veel breder dan de herinrichting van de Ring. Er is ook aandacht voor nieuwe fietsinfrastructuur, openbaarvervoerlijnen, leefbaarheidsprojecten en ecologische verbindingen. Met al die projecten wil de Vlaamse Overheid vandaag al inzetten op duurzame alternatieven voor de wagen in de congestiegevoelige regio rond de hoofdstad.
Werken aan de Ring werkt op twee sporen. Het eerste zijn de zogenaamde ‘quick wins’: projecten die snel uitgevoerd kunnen worden en die meteen een grote winst kunnen betekenen voor de mobiliteit en de leefbaarheid. Denk aan fietstunnels of -bruggen, een Hoppinpunt (een plaats waar je verschillende vervoermodi kan combineren) bij een treinstation, een vrije busbaan of zelfs de volledige herinrichting van een op- en afrittencomplex van de Ring.
Het tweede spoor is het grote herinrichtingsproject van de Ring zelf. De Ring is verouderd, onveilig, filegevoelig en zorgt voor een barrière in het landschap. Bovendien zorgen de structurele files op de Ring ervoor dat het verkeer zich een weg zoekt door de omliggende dorpskernen. De herinrichting van de Ring biedt de kans om hier iets aan te doen, en om in te zetten op vlot en veilig verkeer, multimodale bereikbaarheid, leefbaarheid en landschappelijke inpassing. Zowel het noordelijke deel van de Ring, tussen de E40 in Groot-Bijgaarden en de E40 in Sint-Stevens-Woluwe wordt heringericht, alsook het oostelijke deel, ten zuiden van Sint-Stevens-Woluwe.
Steeds meer ‘quick wins’ in uitvoering De aanleg van nieuwe fietssnelwegen loopt volop. Fietsers maken al ruim anderhalf jaar gebruik van de fietssnelweg F28 langs de A12 in Grimbergen en Meise. Sinds medio 2021 zijn ook de F203 langs de E40 en de F202 langs het Woluwedal in Zaventem en Kraainem open voor fietsers – met een veilige fietstunnel onder de Leuvensesteenweg. Daarnaast wordt 2022 een recordjaar voor fietsinfrastructuur in
De fietsbrug over de Leopold III-laan wordt de langste van het land.
de Vlaamse Rand. De werken starten voor de F2 fietssnelweg langs de spoorlijn in Dilbeek, en ook in de oostelijke rand rond Brussel starten de werken voor een aantal belangrijke fietssnelwegen. Langste fietsbrug van het land Twee fietsbruggen worden dit jaar afgewerkt: de HST-fietsbrug over de Ring in Machelen en de vliegende fietsbrug aan de op- en afrit Vilvoorde-Koningslo. Daarnaast starten de werken voor de fietsbrug over het Vierarmenkruispunt in Tervuren en zorgt Werken aan de Ring voor de langste fietsbrug van het land over de Leopold III-laan op de grens tussen Vlaanderen en Brussel. Dankzij de nieuwe brug, die zo’n 700 meter lang zal zijn, worden een aantal belangrijke bedrijvenclusters multimodaal ontsloten.
Brabantnet: drie nieuwe OV-lijnen De Luchthaventram die BrusselNoord zal verbinden met Brussels Airport is een van de drie nieuwe lijnen van het Brabantnet. In 2022 zullen de vergunningen voor deze lijn worden aangevraagd. Ook voor de Sneltram tussen Willebroek en Brussel-Noord worden in 2022 de nodige vergunningen aangevraagd. De derde lijn is de Ringtrambus, die nu al rijdt tussen het UZ Brussel in Jette en Brussels Airport. Die krijgt steeds meer vrije busbanen. Zo wordt momenteel het centrum van Vilvoorde heringericht, zodat de Ringtrambus vlot kan passeren. Ook hier worden meer groen, een veilige fietsinfrastructuur en goede overstapmogelijkheden voorzien. Ring zelf ook aangepakt Naast al deze quick wins werkt De Werkvennootschap samen met het Departement Omgeving aan een toekomst voor de Ring zelf. Met de procedure van een geïntegreerd planningsproces zal een nieuw Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan worden vastgelegd, waarna de Ring kan worden heringericht. De Werkvennootschap en het Departement Omgeving doen dit niet alleen. Een intensieve samenwerking met alle belanghebbenden en de brede bevolking loopt als een rode draad doorheen dit proces. Die participatieve aanpak is van levensbelang bij het realiseren van dit soort complexe projecten.
Verschillende oplossingen voor dezelfde problemen De Ring rond Brussel is een van de meest onveilige snelwegen van West-Europa. Dat komt door de grote hoeveelheid op- en afritten op zeer korte afstand. Dat zorgt voor veel weefbewegingen die door de korte afstand elkaar heel snel opvolgen. Hierdoor zijn er per jaar zo’n 1.000 hinderincidenten en -accidenten, met structurele files tot gevolg. Dit en andere knelpunten kunnen opgelost worden op twee manieren. Ten eerste door een parallelstructuur aan te leggen naast de doorgaande Ringweg, zodat het lokaal verkeer fysiek gescheiden kan worden van het doorgaand verkeer. Een andere oplossing is het schrappen, combineren en verplaatsen van op- en afritten zodat de afstand tussen de op- en afritten vergroot.
De nieuwe Ring: vlot, veilig én multimodaal Wat de oplossing ook wordt, ze moet voldoen aan alle zogenaamde plandoelstellingen. Dat zijn de basisprincipes van de herinrichting van de noordelijke Ring: vlot en veilig verkeer, multimodale bereikbaarheid, leefbaarheid en landschappelijke inpassing van de infrastructuur.
Dit voorjaar zal een voorkeursalternatief voor de herinrichting van de noordelijke Ring aangeduid worden. Vervolgens moet het vergunnings- en aanbestedingsproces doorlopen worden. De werken starten dus nog niet meteen.
En in het oostelijke deel? Ook voor het oostelijke gedeelte van de Ring, rond het Vierarmen- en Leonardkruispunt, wordt gezocht naar een duurzame toekomst. Naast die twee knooppunten wordt ook het Groenendaalknooppunt en het centrum van Jezus-Eik aangepakt. Recent werd de startnota voor vier nieuwe GRUPs goedgekeurd. Maar ook hier wacht Werken aan de Ring niet op de grote herinrichtingsprojecten. Ook in deze regio voert het de komende jaren immers een heleboel quick wins uit, met de nadruk op veilige en comfortabele fietsinfrastructuur.
Voor de Sneltram tussen Willebroek en Brussel-Noord worden in 2022 de nodige vergunningen aangevraagd.
Wat als je vragen hebt?
Vanuit Voka volgen we dit dossier nauwgezet op. Onze mobiliteits- en bereikbaarheidsmanager Wim Pannecoucke is de brug tussen de overheid en het bedrijfsleven. Hij informeert en hij capteert de opmerkingen en noden. Op de website www.werkenaandering.be kan je ook alle documenten en procesinfo terugvinden. Daarnaast versturen we geregeld Brabant nieuwsbrieven met updates over de stand van de werken. Heb je een vraag voor Wim? Mail naar wim.pannecoucke@voka.be.


Elektrische bedrijfswagens en laadstations: fiscale voordelen vanaf 2022
Alle nieuwe bedrijfswagens moeten koolstofemissievrij zijn vanaf 2026. Een resem fiscale maatregelen en voordelen moet de overstap voor werkgevers versnellen en vergemakkelijken. Hierbij de belangrijkste voor zowel elektrische wagens (EV’s) als laadstations. De hoofdboodschap: je schiet beter snel in actie.
Begin 2021 was slechts 2,3% van de bedrijfswagens in ons land elektrisch. Om in 5 jaar richting 100% te klimmen, moeten we enkele versnellingen hoger schakelen. Met een reeks uitdovende fiscale voordelen wil de regering snel uit de startblokken schieten. Het motto: wie in 2022 start, krijgt de grootste financiële steun. Aftrekbaarheid klassieke bedrijfswagens na 1 juli 2023 in vrije val In bestaande contracten wordt niet ingegrepen, maar bij nieuwe contracten overweeg je beter duurzamere alternatieven. In 2028 valt de fiscale aftrekbaarheid van de kosten van nieuwe bedrijfswagens met verbrandingsmotor immers volledig weg voor werkgevers.
Je bent niet verplicht om bedrijfswagens die (deels) op benzine of diesel rijden te bannen, maar het bijbehorend voordeel van kostenaftrek verdwijnt wel geleidelijk aan.
Wie in 2022 start met elektrificatie van het wagenpark, krijgt de grootste financiële steun.
Wil je graag nog een bedrijfswagen met verbrandingsmotor kopen, huren of leasen, dan zijn dit de regels bij aanschaf:
▶ vóór 1 juli 2023 blijven de huidige fiscale voordelen van kostenaftrek geldig ▶ tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 dalen de fiscale voordelen van kostenaftrek stelselmatig: • max. 75% voor aanslagjaar 2026 • max. 50% voor aanslagjaar 2027 • max. 25% voor aanslagjaar 2028 • 0% vanaf aanslagjaar 2029
Goed om te weten: de minimumaftrek van 50% (of 40% voor auto's met een CO2-uitstoot vanaf 200 g) verdwijnt vanaf 2025, waardoor de aftrekbaarheid al vroeger kan dalen tot 0%. De kosten van wagens zonder gekende CO2-uitstoot zijn vanaf 2025 niet meer aftrekbaar.
Elektrische bedrijfswagens (nog even) 100% aftrekbaar Werkgevers die tot eind 2026 nieuwe elektrische bedrijfswagens aan hun vloot toevoegen, genieten daarvoor 100% fiscale aftrekbaarheid voor de volledige looptijd. Daarna daalt het fiscale voordeel jaar na jaar. Bij aanschaf: • in 2026 " fiscale aftrek: 100% • in 2027 " fiscale aftrek: 95% • in 2028 " fiscale aftrek: 90% • in 2029 " fiscale aftrek: 82,5% • in 2030 " fiscale aftrek: 75% • vanaf 2031 " fiscale aftrek: 67,5% De nieuwe regels gelden zowel in de vennootschaps- als personenbelasting. Een kostenaftrek, en dus ook een beperking daarvan, speelt niet voor entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Daarom komt daar vanaf 2026 een extra belasting op (een deel van) de auto- en brandstofkosten.
Verhoging CO2-solidariteitsbijdrage Voor wagens aangeschaft vanaf 1 juli 2026 verhoogt ook de CO2-solidariteitsbijdrage die je als werkgever aan de RSZ betaalt. Dit geldt zowel voor wagens met als zonder CO2 uitstoot.
Ook je werknemers genieten mee via het voordeel van alle aard Voor je werknemers speelt op fiscaal vlak vooral het voordeel van alle aard (VAA). Die berekening hangt af van de CO2-emissie, cataloguswaarde en ouderdom van de wagen. Voor 100% elektrische auto’s is de regel simpel: de fiscus houdt rekening met de minimum-CO2-coëfficiënt van 4%. Fiscale voordelen voor laadstations: 200% aftrekbaar tot eind 2022 Bij een groeiende elektrische vloot hoort ook een uitgebreide laadinfrastructuur. Daarvoor ben je niet alleen afhankelijk van publieke laadpalen, je kunt ook op het eigen bedrijfsterrein nieuwe laadpunten installeren tegen een gunstig fiscaal tarief. Zo kun je die investering nog tot eind 2022 voor 200% fiscaal aftrekken. Daarna daalt de kostenaftrek naar 150% tot eind 2024.
Dezelfde regels voor plug-in hybride bedrijfswagens? Voor nieuwe plug-in hybride bedrijfswagens zakt de fiscale aftrekbaarheid van benzine- en dieselkosten vanaf 1 januari 2023 naar 50%. Het doel: hybriderijders stimuleren om vooral elektrisch te rijden. Vanaf 2026 dalen de fiscale voordelen voor plug-in hybride bedrijfswagens zoals voor bedrijfswagens met verbrandingsmotor.
Belangrijk: om het fiscale voordeel te genieten, moet je laadstationpubliek toegankelijkzijn, tijdens of na je openingsuren. Dat betekent dat ook niet-werknemers langs kunnen komen om hun elektrische wagen (betalend) op te laden. De verhoogde kostenaftrek mag je pas toepassen wanneer het laadstation publiek toegankelijk is en aangemeld bij de FOD Financiën. Partnercontent
Veilig naar het werk tijdens de wintermaanden
Met de wagen
De winter vraagt een aanpassing van je rijstijl. Met deze 6 tips rijd je veiliger in winterse omstandigheden.
• Zorg dat je auto in goede staat is
In de winter is het belangrijk om goed te zien en gezien te worden. Zorg ervoor dat je lichten goed werken, je ruitenwissers niet versleten zijn en je voldoende sproeivloeistof met antivries hebt. Maak je schoenen sneeuwvrij vooraleer je instapt en zorg dat de zolen droog zijn, anders kunnen je voeten van de pedalen schuiven.
• Kijk de bandenspanning na
Het is een fabel dat je tijdens de winter je bandenspanning moet verlagen. De bandenspanning moet altijd juist zijn, ook in winterse omstandigheden. De correcte spanning vind je in de zijkant van je portier of aan de binnenkant van je tankdop.
• Pas je rijstijl aan, ook met winterbanden
Op een nat of glad wegdek duurt het langer om tot stilstand te komen omdat de remweg langer is. Hou dus meer afstand van het voertuig voor je, en pas je snelheid aan. Winterbanden zorgen soms voor een vals gevoel van veiligheid. Ze geven een betere grip, maar zijn geen wondermiddel. Ga dus niet anders of sneller rijden. Vierseizoensbanden zijn een lightversie van winterbanden, maar presteren minder goed in extreme omstandigheden. Zelfs zomerbanden kunnen tegenwoordig een zachte winter aan, maar vallen faliekant door de mand bij ijzel of sneeuw.
• Gebruik je rem verstandig en maak geen bruuske bewegingen
Ga niet bruusk remmen, zeker niet als je een bocht nadert. Laat voor de bocht je gaspedaal los, zodat je vaart mindert. Moet je een noodstop maken? Dan is het belangrijk om te weten of je wagen ABS heeft of niet. Wie geen ABS heeft, moet pompend remmen. Heb je wel ABS? Dan mag je dat net níet doen want dan zal het systeem niet optimaal werken. • Slippen? Ontkoppelen en uitwijken!
Gaat je wagen toch aan het slippen, druk dan je koppeling in. Op die manier kan je wagen weer grip krijgen.
Laat de koppeling daarna zachtjes terug los, zodat je weer controle krijgt. Het is een heel natuurlijke reflex om tijdens het slippen te kijken naar eventuele te mijden obstakels. Doe dat echter niet. Kijk altijd naar de plek of opening waar je naartoe wil rijden.
• Vertrek gecontroleerd vanuit stilstand op sneeuw
Vanuit stilstand vertrekken op sneeuw vraagt wat techniek. Geef nooit te veel gas, want dan gaan je banden aan het slippen. Geef een beetje gas en laat de koppeling rustig los. Het kan helpen om de ESP of tractiecontrole even uit te schakelen. Die zal bij het doorslippen namelijk het vermogen doen verminderen, net op het moment dat je eigenlijk het vermogen nodig hebt. Vergeet niet om daarna de tractiecontrole meteen weer in te schakelen.

Met de fiets op ijs of sneeuw
• Is er gestrooid?
De autoweg is meestal rijkelijk bestrooid met zout. Het fietspad daarentegen moet in heel wat gemeenten wachten op de laatste ronde van de strooiwagens. Heb je de indruk dat jouw traject wordt vergeten? Neem dan contact op met je stad of gemeente. Als een fietspad niet veilig is om op te fietsen, dan mag je op de rijweg fietsen. Automobilisten moeten in dat geval altijd minimaal 1 meter afstand van je houden.
• Let op voor ijs onder de sneeuw Verse sneeuw is voor fietsers geen probleem, het is zelfs prettig om door te fietsen. IJs daarentegen is gevaarlijk. Verken in het begin van je route op je gemak hoe de ondergrond erbij ligt, vooral in de bochten. Door je achterrem te gebruiken, kan je even testen hoe glad de baan is. Let op voor wegen die eerder sneeuwvrij zijn gemaakt met zout. Het is mogelijk dat het smeltwater intussen een ijspiste heeft gevormd. • Laat wat lucht uit je banden Gewone fietsbanden pomp je normaal op tot 4 bar. Voor racefietsen met dunne bandjes is dat 7 bar. (Op de zijkant van je band staat hoeveel je maximaal mag pompen.) Laat op vriesdagen je banden leeglopen tot respectievelijk een ruime 2 bar en 4 à 5 bar. Met zachtere banden heb je immers meer grip, maar het is wel harder trappen.
• Winterbanden
Wie echt stabiel wil rijden, ook over ijs, kan de aanschaf van banden met meer profiel overwegen. Winterbanden dus, voor de fiets.
Ook hiervoor geldt: handig op sneeuwdagen, maar harder doortrappen op mooie dagen.
• Geen haast bij
Vertrek iets vroeger en neem je tijd. Je bent sowieso eerder dan je collega’s die met de wagen komen.
• Blijf van je voorrem af
Fiets zo veel mogelijk in rechte lijn, en rem wat sneller dan gewoonlijk. Altijd rustig, nooit abrupt. Raak je voorrem op sneeuwdagen niet aan. • Gebruik je hele lichaam
Een bocht nemen? Stuur met je volledige lichaam, vanuit je heupen, en verplaats je gewicht naar achter op de fiets.
• Kleed je niet te dik
Draag warme kleren maar wees ook niet overdressed, anders ga je zweten.
Net iets te koud vertrekken is meestal de beste optie om het tijdens het fietsen aangenaam warm te hebben.
Kies liever voor thermisch ondergoed dan extra buitenlagen. Draag niet je beste kleren of trek een regenbroek aan. Tante Kaat heeft nog geen remedie tegen vlekken die afkomstig zijn van vuile sneeuwmodder en zoutwater. • Helm op
Draag een helm. Er zijn heel wat leuke en mooie modellen!
• Elektrisch fietsen
Fiets je elektrisch, dan gelden bovenstaande tips evengoed. En je hebt een extra troef: omdat een elektrische fiets zwaarder is, gaat hij stabieler door de sneeuw dan een gewone fiets. Wees er wel met je gedachten bij, want de aandrijving zou je bij het vertrek of in bochten kunnen verrassen. Ook goed om te weten: op koude dagen gaat je batterij minder lang mee. Laad ze daarom vaker op dan je gewoon bent, en liefst binnen.
Te voet door sneeuw en op ijs
Voor voetgangers is er één ultieme tip om gebroken en gekneusde ledematen te voorkomen: stap als een pinguïn. Het is aangeraden om op gladde wegen zeer langzaam en met kleine pasjes te stappen. Probeer je gewicht niet te verdelen op beide benen - zoals een mens normaal doet - maar verleg je zwaartepunt naar je voorste been. Zoals een pinguïn dus.
Tekst in samenwerking met Premed.
