7 minute read

“Je moet durven tegen de stroom in te denken”

Op een behoorlijk indrukwekkende manier timmeren vader Johan en zoon Jeroen Deprez aan hun ondernemersdroom. Hun bedrijf is specialist in het bedenken en begeleiden van logistieke oplossingen voor de ‘droge’ industrie. Denk maar aan het installeren van machineparken voor bedrijven uit de voedingsindustrie, de recyclage- of de betonsector. Deprez, vandaag goed voor circa 20 miljoen euro omzet, 80 medewerkers en heel wat export, verdubbelde sinds 2016 in omvang.

Vader en zoon, schouder aan schouder: anderen dromen ervan, jullie doen het gewoon. Hier zitten 2 gelukkige mensen?

Johan Deprez: “Dat mag je wel zeggen, ja. Maar vooraleer Jeroen (die met 2 masterdiploma’s goed geschoold is) in het bedrijf kwam, wilden mijn echtgenote en ik dat hij eerst ‘op een ander’ ervaring zou opdoen. Zo is ook gebeurd. De afspraak was 5 jaar. Maar na 3 jaar kwam hij zelf al aankloppen en inmiddels is hij 9 jaar aan boord. Hij kent nu het klappen van de zweep. Dat geeft een goed gevoel.”

Deprez is nu de fiere titelvoerder van het concours ‘kmo van het jaar.’ Waaraan hebben jullie die award te danken, denken jullie?

Jeroen Deprez: “Kijk naar de muur achter u, met de credo’s waarin wij geloven. ‘CARE’ staat voor creatief, ambitieus, respectvol en excellent. Dat zijn onze drijfveren, de basis van ons ondernemerschap.”

Johan Deprez: “Ik meen dat de jury onder de indruk was van het feit dat wij op zoveel parameters zo diepgaand onze idealen in de praktijk toepassen. Anderen praten er over, wij doen het gewoon. Dat zit in ons DNA sinds de opstart in 1984. Als ik eerlijk mag zijn: wij blijven fier op hoe mijn vrouw en ik in de garage zijn gestart en bescheiden over wat we hier in 1 generatie samen gerealiseerd hebben. Elke startende ondernemer zal wel zijn twijfels hebben, en dat was bij ons niet anders. Maar het zijn onze klanten die ons systematisch vooruit hebben gestuwd en ons vertrouwen hebben gegeven. Ik vergeet dat nooit en blijf er ook altijd dankbaar voor. Vandaag hebben we referentiecontracten tot in Californië of Canada toe. Dat kan nog moeilijk toeval zijn.”

Jeroen Deprez: “De grote en verdiende winnaars zijn naar mijn aanvoelen in de eerste plaats onze medewerkers. Dat heeft inzake motivatie een enorme push gegeven aan iedereen hier aan boord. Bij de prijsuitreiking viel het allicht ook op: anderen sturen de CEO naar de schijnwerpers, maar wij kwamen met opvallend veel eigen volk voor de fotografen staan. Dat was een statement.”

Mooi zo’n titel, maar brengt die qua business ook iets met zich mee?

Johan Deprez: “Om de impact te meten op ons bedrijf is het nu nog te vroeg. Kom volgend jaar maar eens terug. Dit gezegd zijnde blijft de vaststelling dat die titel ons zoveel meer visibiliteit heeft bezorgd in een landschap dat in West-Vlaanderen nochtans vol zit met mooie parels. Straks pakken we, naast onze basisactiviteiten, ook uit met een nieuw concept dat we aanbieden aan de bedrijfswereld : een volautomatisch magazijn. Ik vermoed sterk dat dat onze naam, gekoppeld aan de titel ‘nationale kmo van het jaar’ geen windeieren zal leggen. Ieder jaar rijpen hier nieuwe ideeën, om te laten groeien en bloeien.”

Steevast valt ook de term groeibedrijf als verklarende factor van succes. Hoe belangrijk is dat zonder zichzelf voorbij te groeien?

Jeroen Deprez: “Als groei geforceerd aanvoelt, dan zit het niet goed, simpel.”

Johan Deprez: “Groeien is goed, maar je moet de mensen meekrijgen in dat verhaal, en dat is andere koek. Mensen kwamen mij in al die jaren meer dan eens zeggen dat het te rap ging. Daar moet je dan rekening mee houden.”

Hoe doe je dat, want een bedrijfsleider wil altijd maar vooruit, toch?

Johan Deprez: “Dé sleutel is communicatie. Zowel in goede als in minder goede tijden, want groeien doe je niet altijd. Het kan niet genoeg benadrukt worden. Je moet de weg wijzen, veranderingen uitleggen en de con- text duiden bij elke stap die je zet. Met één bedoeling: de mensen aan boord een goed gevoel geven. Door veel te communiceren, verdien je ook appreciatie. Ook voor de bedrijfsleiding voelt het goed aan als mensen achteraf hun waardering uitspreken, laten we daar niet flauw over doen.”

Op jullie website staat te lezen dat Deprez de slogan ‘Keep it simple’ hoog in het vaandel draagt. Hoe past u dat principe toe in de praktijk zonder dat het ‘keep it stupid’ wordt?

Jeroen Deprez: “De zaken eenvoudig houden is een deel van ons DNA. In de praktijk hanteren we 2 principes. Ten eerste: we hameren erop dat moeilijke probleemstellingen van de klanten zoveel mogelijk eenvoudige oplossingen krijgen. Ik denk zelfs te mogen stellen dat dat één van onze grote troeven is. Wij durven aan onze klanten bijvoorbeeld zeggen dat het ook anders kan. Ten tweede: we stimuleren bij onze medewerkers zoveel mogelijk het outof-the-box denken. Geen verstarring, wel een open mind, zichzelf continu in vraag durven stellen.”

Johan Deprez: “Niets méér verhelderend dan tegen de stroom in durven te denken. Ik geef maar één voorbeeld: in de loop der jaren hebben we het aantal onderdelen van een machinelijn drastisch kunnen verlagen. Dat zegt toch genoeg: het kan wel degelijk eenvoudiger en even goed.”

Deprez zweert eerder bij organische groei. Is dat geen conservatief beleid in een snel roterende wereld waarbij schaalvergroting omzeggens overal hét ordewoord is?

Jeroen Deprez: “Zeg nooit nooit. Maar we zijn actief in een nichesector. Jawel hoor, we kijken ook naar opportuniteiten. Maar de timing moet kloppen en je moet het ook ‘meester’ kunnen. Vergeet toch niet dat we nu al op enkele jaren tijd verdubbeld zijn in omvang. Zelfs de Amerikaanse foodindustrie heeft ons al ontdekt op basis van onze excellentie.”

Overal maken zaken als AI, robotica of digitalisering opgeld. Ook in de machinebouw?

Jeroen Deprez: “Om eerlijk te zijn denk ik dat AI en robotica nog maar aan het begin van een doorbraak staan. Maar bij onze klanten zien we die zaken wel snel bewegen en het is aan ons om daarop in te spelen waar nodig of nuttig. Dat doen we ook.”

Johan Deprez: “Als er ergens sprake is van een grote doorbaak, dan wel op het vlak van digitalisering. Wat tot voor enkele jaren ondenkbaar was, is nu een realiteit: één operator die vanop een groot scherm alles kan aansturen met één klik op de knop. En het moet gezegd: een grote vooruitgang qua efficiëntie.”

Jeroen Deprez: “Dat is meteen ook een grote uitdaging. Er mogen zeker en meteen ook een aantal mensen bijkomen die specialisten zijn inzake databeheer. Alleen vind je ze niet zo gemakkelijk. En ja, dat zet een zekere rem op de groeiambities.”

Johan Deprez: “Misschien is het ook aan ons om ons beter te profileren. Met een vernieuwde website willen we dit jaar dat soort profielen beter aantrekken.”

Alles is altijd in beweging. Merkt u dat ook aan uw eigen manier van de zaak leiden?

Johan Deprez: “Je moet dat durven erkennen: naarmate een bedrijf groeit, mag je niet meer de ambitie hebben om alles zelf te regelen en onder controle te houden. Daar moet je dan conclusies uit trekken. Concreet: een goede manager is het aan zichzelf verschuldigd om zich te omringen met experts in hun vakgebied, en dat is precies wat we de voorbije jaren ook hebben gedaan. Het decentraliseren van bevoegdheden en het helikopterzicht behouden, ja, dat is het.”

Jeroen Deprez: “Ik ben nog zoveel jonger maar ik heb nu al soms het gevoel dat je niet alleen kennis in huis moet hebben en de zaak moet leiden, maar dat je ook meer en meer psycholoog moet zijn.”

Johan Deprez (lacht): “Zolang het maar geen psychiater is.”

Jeroen Deprez: “In de zoektocht naar nieuwe medewerkers, hebben we alvast geleerd om de zaken anders aan te pakken. Concreet houden we nu rekening met het kleurenpalet: de ene is rood, de andere blauw, nog een ander groen of geel en we praten hier – voor een goed begrip – niet over politieke overtuigingen. Elkeen heeft zijn eigen typisch DNA en op basis van die persoonlijke kenmerken, kies je profielen voor een bepaalde job. Dat heeft al zijn vruchten afgeworpen.”

Johan Deprez: “Ik stel als bedrijfsleider ook vast dat goede communicatie een cruciaal gegeven is. Dat is een must, en niet alleen tegenover je eigen medewerkers. Ook met stakeholders moet je permanent in dialoog gaan. Denk aan buren, leveranciers, klanten, scholen, enzovoort. Als we bijvoorbeeld stages organiseren voor jongeren met interesse in technologie, is dat evengoed een investering op de lange termijn.”

Voor zoon Jeroen Deprez (34) en vader Johan (65) is “have fun” een belangrijke leidraad. Maar hoeveel fun kan je hebben in de wetenschap dat ondernemerschap per definitie ook gelijk staat aan elk uur van de dag problemen zien op te lossen? Jeroen Deprez is duidelijk: “Problemen? Dat noemen wij uitdagingen. Of, zoals ook een Indische goeroe eens zei: ‘If there is a problem and you can solve it, then why worry? And if you can not solve it? Why worry?’” Johan Deprez vult aan: “Je mag nooit denken dat je alles kan oplossen. En druk die de fun in de weg staat? Om het met de woorden van Filip Wallays van Agristo te zeggen: ‘Druk? Te druk? Daar doen wij lekker niet aan mee!’”.

Voka dringt erg aan op een hervorming van de arbeidsmarkt. Hoe moet die er volgens u uitzien?

Jeroen Deprez: “Punt één: schaf toch dat nog altijd sluimerende onderscheid af tussen arbeiders en bedienden. Stimuleer radicaal de flexibiliteit, maar hou het eenvoudig alstublieft. Bedrijven willen zaken toepassen, maar dat lukt gewoon niet. Om maar één voorbeeld te geven: duw maar eens 39 uren in een 4/5de werkweek. Ik stel ook vast dat het zogenaamde cafetariaplan langs geen kanten werkt, omdat het ene paritair comité het andere niet is.”

Johan Deprez: “Volgens bepaalde voorschriften van de overheid mogen bepaalde werkuren stoppen om 26 minuten over 3. Gekker kan je het toch niet bedenken.”

Merken we hier een bloedhekel aan de politiek die te traag werkt en ondernemers niet begrijpt?

Johan Deprez: “Laat het me alleen daar bij houden: het wetboek en het staatsblad puilen van jaar tot jaar meer uit, tot in het absurde. Mag ik een concreet voorstel lanceren: telkens er een nieuwe wet wordt gestemd, zou er een andere moeten worden afgeschaft. Keep it simple, jawel.”

(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)

This article is from: