
7 minute read
Connecties
Bereik 20.000 beslissingnemers in Oost-Vlaanderen
Onder

nemers magazine
Onze dossiers in 2022
jan. Talent - Rekrutering & selectie, uitzendarbeid,
HR-advies en personeelsbeheer...
Talent aanwerven, opleiden en behouden: dé uitdaging van (over)morgen feb. ICT, softwareoplossingen en digitaliseringsprocessen Digitaal is voor altijd het nieuwe normaal mrt. Vastgoed - Immobiliën, kantoren, bedrijvencentra… De nieuwste trends in vastgoed apr. Circulaire economie Waarom elke sector circulair moet denken en handelen mei Communicatie & Marketing Hoe kunnen bedrijven slimmer communiceren? jun. Jubilee Oost-Vlaamse jubilarissen vieren hun verjaardag sept. Bouw - Industriebouw, kantoorbouw,
bedrijfsgebouwen …
Hoe timmert de bouwsector aan de nabije toekomst? okt. North Sea Port Het reilen en zeilen in onze thuishaven nov. Mobiliteit - Bedrijfswagens, e-bikes en -steps, leasing,
mobiliteitsapps…
Verduurzaming: de enige weg vooruit dec. Geen specifiek dossier

verschijningsdatum deadline reservatie
10/01/2022 3/12/2021
9/02/2022 13/01/2022
9/03/2022 10/02/2022
8/04/2022 15/03/2022
10/05/2022 12/04/2022
16/06/2022 18/05/2022
9/09/2022 12/08/2022
7/10/2022 12/09/2022
8/11/2022 12/10/2022
7/12/2022 9/11/2022
Deadline materiaal = één werkdag na deadline reservatie
ContacteerRik Vyncke - Accountmanager Mediaregie Gsm 0477 302 132 | Rik.vyncke@voka.be www.voka.be/oost-vlaanderen
Nieuwjaarsrecepties
Titeca proaccountants & experts
Met de invoering van het Zomerakkoord begin 2020 heeft de wetgever terug naar het verleden gegrepen om enkele “nieuwe” fiscale maatregelen te introduceren. Oude maatregelen verschijnen zo, weliswaar in een nieuw jasje, opnieuw ten tonele. Eén van deze “gerecycleerde” maatregelen betreft de mogelijkheid om vrijgestelde reserves voor de aanslagjaren 2021 en 2022 opnieuw te mobiliseren tegen een gunstig belastingtarief van 10 of 15% vennootschapsbelasting.
Wat zijn vrijgestelde reserves? Vrijgestelde reserves zijn winsten waarop in hetverleden nog geen vennootschapsbelasting werd betaald. Zolang de reserve geboekt blijft op de balans, blijven ze vrijgesteld van belastingen.
In het geval ze terug worden genomen, ten laatste bij de vereffening van de vennootschap, zullen ze onderworpen worden aan het normaal tarief in de vennootschapsbelasting, op heden 25%.
Verlaagd tarief Het normale tarief van 25% wordt sinds de invoering van het Zomerakkoord tijdelijk verlaagd naar 10 of 15% en dit in geval van de mobilisatie van enkele specifieke belastingvrije reserves, aangelegd vóór 01/01/2017. De belangrijkste hiervan zijn de vrijgestelde investeringsreserves waarvoor de herbeleggingsverplichting voldaan is en de vrijgestelde reserves afkomstig van een 120% kostenaftrek (bv. elektrische wagens).
Op het moment van mobilisatie is dus tijdelijk 15% belasting verschuldigd. Echter, indien de sommen meteen opnieuw geïnvesteerd worden, geldt er een extra verlaagd tarief van 10%. Om aanspraak te maken op dit tarief moeten de reserves in het jaar van mobilisatie geïnvesteerd worden in al dan niet nieuwe, afschrijfbare (im)materiële vaste activa. Indien het een investering in nieuwe activa betreft, kan bijkomend de investeringsaftrek worden toegepast. Het tarief van 10% wordt proportioneel toegepast ten belope van het geïnvesteerde bedrag. Men is dus niet verplicht om het volledige bedrag aan gemobiliseerde reserves te investeren.
Wat betreft de vereiste investeringen om van het verlaagde tarief van 10% te kunnen genieten, is noch houdperiode, noch het land van investering van belang. Een actief aangekocht in het buitenland dat in het volgende boekjaar opnieuw verkocht wordt, voldoet ook aan de voorwaarden.
Enkele aandachtspunten De gemobiliseerde reserves zullen toegevoegd worden aan de winst van het boekjaar. In plaats van het gebruikelijke vennootschapsbelastingtarief van 25%, zullen deze reserves onderworpen worden aan een verlaagd tarief van 10 of 15%. Opgelet, de belasting hierop is effectief verschuldigd daar er géén fiscale aftrekposten tegenover mogen worden gezet.
Aangezien de gemobiliseerde reserves opgenomen worden onder winst van het huidig boekjaar is het tevens mogelijk om de reserves te gaan omzetten in een liquidatiereserve. Dit zal resulteren in een fiscaal gunstiger regime bij een latere vereffening van de vennootschap. Bovendien kan het verlaagd tarief van 15% ook van toepassing zijn indien de vennootschap in aanslagjaar 2022 wordt vereffend en er een afrekening moet gebeuren van de vrijgestelde reserves die nog op de balans van de vennootschap staan.
Tot slot, een mobilisatie heeft geen impact op de omvang van de corona wederopbouwreserve. De mogelijks aan te leggen wederopbouwreserve wordt immers bepaald op het geleden bedrijfsverlies en zal dus geen invloed ondervinden van een mobilisatie van vrijgestelde reserves. Conclusie To mobilise or not to mobilise. Om een antwoord te kunnen formuleren op deze vraag moet een afweging worden gemaakt tussen enerzijds een tijdelijk gunstig afzonderlijk tarief en anderzijds een definitieve afrekening die een minimale belastbare basis zal vormen in het jaar van mobilisatie en dus zal leiden tot een effectieve “cash out” aan belastingen.
Emma Gilgemyn en Thomas van der Zee, Fiscaal Adviseurs Titeca pro accountants & experts
Ondergaan of ondernemen?
www.titeca.be

De Langhe Advocaten
Nieuwe wettelijke maximumtermijn van 60 dagen voor betaling van B2B facturen
Het is voor de financiële gezondheid van iedere onderneming cruciaal om over de nodige liquiditeit te beschikken. De toepasselijke betalingstermijn die geldt bij transacties tussen ondernemingen speelt in dit kader een doorslaggevende rol. De recente Wet van 14augustus 2021 poogt het betaalgedrag tussen ondernemingen verder te verbeteren.
Hink-stap-sprong Ondernemingen genieten reeds sinds de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties een zekere wettelijke bescherming tegen medecontracten die hun betalingsverplichtingen niet / laattijdig nakomen. Deze wet voorzag in een default betalingstermijn van 30 dagen, doch contractueel kon daarvan worden afgeweken. De beoogde wettelijke bescherming bleek in de commerciële praktijk dus vrij relatief.
De wetgever heeft vervolgens in 2013 en 2019 reeds een verstrenging doorgevoerd, zoals een maximale betalingstermijn van 60 dagen tussen een KMO schuldeiser en een grote onderneming schuldenaar. Tevens werd de periode die de klant krijgt om de conformiteit van de levering te controleren reeds beperkt tot maximaal 30 dagen. Echter, door in het contract steeds dergelijke verificatietermijn te voorzien, kon de totale betalingstermijn in de praktijk dus toch nog opgetrokken worden tot 90 dagen.
Door de recente Wet van 14 augustus 2021 tracht de wetgever deze regelgeving nu verder te verstrengen en potentiële achterpoortjes tesluiten.
De wetgeving wordt verstrengd ... In eerste instantie voorziet de wet een maximale B2Bbetalingstermijn van 60 kalenderdagen, in principe vanaf de ontvangst van de factuur. Het toepassingsgebied van deze regel is bijzonder ruim en strekt zich uit tot alle handelstransacties die worden beheerst door het Belgisch recht, ongeacht de grootte van de betrokken ondernemingen. Wanneer partijen contractueel toch een langere betalingstermijn zouden voorzien, wordt dergelijk beding voor niet geschreven gehouden, hetgeen in principe betekent dat men dan terugvalt op de wettelijke default termijn van 30 dagen. De wet voorziet wel dat bij Koninklijk Besluit voor bepaalde sectoren een langere betalingstermijn kan worden toegestaan; dit blijft afwachten.
… en potentiële achterpoortjes worden gesloten Het gebruik van een supplementaire verificatietermijn om de betalingstermijn (artificieel) te verlengen, wordt aan banden gelegd: dergelijke termijn maakt voortaan integraal deel uit van de maximale betalingstermijn van 60 dagen.
Ook andere manieren waarop de verplichte kortere betaaltermijnen (onder druk van de schuldenaar) kunnen worden omzeild, worden geviseerd: zo wordt het tussen alle ondernemingen verboden om contractueel de ontvangstdatum van de factuur vast te leggen (bijv. door te bepalen dat er slechts gefactureerd mag worden na een bepaalde termijn). Bovendien dient de schuldenaar aan de schuldeiser alle informatie te bezorgen die nodig is om de factuur te kunnen uitreiken, en dit uiterlijk op het moment van ontvangst van de goederen of prestatie van de diensten. Dit spoort uiteraard ook met de BTWverplichting om binnen bepaalde termijnen een factuur op te maken.
Ongetwijfeld zullen er zich in de praktijk nog heel wat discussies voordoen. Men denke maar aan goederen die lang op transport staan; aan specifieke betalingstechnieken zoals documentaire kredieten waarbij de factuur en (juridische) levering op zich niet steeds volstaan om recht op betaling te hebben; aan deelleveringen waarover er discussie ontstaat of deze wel reeds mochten worden gefactureerd binnen de nog niet afgewerkte totaalopdracht; aan allerhande commissie en bonussystemen die slechts jaarlijks worden afgerekend, enz.
Inwerkingtreding De nieuwe wetgeving zal in werking treden op 1 februari 2022. Vermits ze dwingend is, is ze vanaf dan ook van toepassing op reeds lopende overeenkomsten. Men doet er dus goed aan na te denken welke impact dit kan hebben op dewerkingsmiddelen van de onderneming, en om overeenkomsten en algemene voorwaarden tijdig in overeenstemming te brengen met deuiteengezette principes.
Wibo Van Poeck en Bruno Thoen De Langhe Advocaten
tax - M&A - governance finance - commercial
Henri Lebbestraat 109 B-8790 Waregem +32 (0) 56 62 50 00
3Square Village - Rijvisschestraat 124 B-9052 Gent +32 (0) 9 277 04 54
Koningsstraat 71 B-1000 Brussel +32 (0) 2 880 35 35