2 minute read

Over kleine en grote zaken

Next Article
Breedbeeld

Breedbeeld

De talentenfluisteraar

Een cursief over het wel en wee op de Oost-Vlaamse werkvloer. Elke gelijkenis met bestaande personen en/of situaties is louter toeval.

TEKST SAM DE KEGEL – ILLUSTRATIE LISE VANLERBERGHE

Het is die tijd van het jaar, denk ik bij mezelf, wanneer ik om 7 uur ’smorgens mijn lijf in gang duw om per fiets naar een klant te rijden. Dehemel toont een apocalyptisch gelaat, een windvlaag probeert me uit m’n evenwicht te brengen, de eerste druppels snot vallen op mijn koersbroek. Ik klop mezelf ritueel op de borst. ‘Komaan, niet trunten maar trappen.’ Omdat tijd geld is, en de deadlines in mijn nek hijgen, kies ik niet voor mijn favoriete en feeërieke route langs de Schelde – hoe mooi meandert ze tussen Schellebelle en Gent – maar voor de kortere survivalrit langs de aartslelijke Dendermondse steenweg.

Een koerier van een PostNLbusje is al druk in de weer in mijn thuisstraat. ‘Wat een klotejob’, denk ik bij mezelf, terwijl hij schichtig een pakje dropt aan een voordeur. Een kruispunt verder laadt Stijn Stuct zijn camionette met zakken leem. Deze stielman was vroeger fotograaf, maar door de digitalisering devalueerde zijn beroep en vond hij zichzelf heruit als stukadoor in ecologische bepleistering, een beroep met toekomst. Er is nu meer brood op de plank, maar daarvoor is hij wel elke dag om 5.30 uur uit de veren.

Ondertussen nader ik de in en uitrit van De Wallekes. Het zou de naam van een hoerenbuurt kunnen zijn, maar het is een kmozone in Kalken die er na veel NIMBYprotest toch kwam. Een schoonbroer en een neef van mij runnen er een bedrijf. De een is bieruitzetter, de ander chauffagist. De een kreeg tijdens de covidpandemie bijna een maagzweer omdat hij geen werk meer had, de ander kreeg bijna een maagzweer omdat hij hopen werk had, maar de helft van zijn werkvolk in quarantaine zat.

Hun camionettes passeren mij. Mijn wijsvinger gaat de lucht in, zij steken hun duim omhoog omdat ik in dit hondenweer met de fiets onderweg ben. De bewondering is wederzijds, want in tegenstelling tot softe kantoorjongens zoals ik, start hun werkdag steevast om 7uur, in goede en kwade dagen. Alle digitale bedrijfjes ten spijt, zonder deze ondernemers hebben we straks bier noch verwarming, denk ik bij mezelf.

Leve de Universiteit van de Handen! Mijn waardering voor de doehetzelvers van onze economie is groot. Ik ben altijd wat jaloers geweest op wie zijn brood verdient met zijn handen én zijn hersenen, tot zo’n stieldoener me ooit antwoordde: ‘Sam, gij werkt toch ook elke dag met je handen. Ik ken niemand die zo snel kan tokkelen als jij. En schrijven is een stiel waarvoor weinigen in de wieg gelegd zijn. Geloof me vrij.’

Een uur later open ik, na een verkwikkende douche, mijn klavier terwijl ik van een espresso nip. Een mail dwarrelt binnen met als onderwerp: Talentenfluisteraar. Zo heet het nieuwe epistel van Luk Dewulf, talentexpert in Vlaanderen. Deze pedagoog probeert bij jong en ouder hun talent te detecteren en te stimuleren, een edelmoedige missie.

Wat zou het fantastisch zijn als iemand je stiekem kan influisteren wat je àllergrootste talent is, denk ik bij mezelf. Want het is lang niet iedereen gegeven om dat zelf te ontdekken en te ontplooien. Dan levert die PostNLkoerier wellicht morgen geen pakjes meer af in mijn straat…

This article is from: