3 minute read

De monetaire geschiedenis blijft zich herhalen

Kelly Peeters, Wealth Manager bij CapitalatWork

Vijf partijen in de federale regering gooien de ‘rijkentaks’ opnieuw op tafel, als wapen in de strijd tegen inflatie. Dat is zeker niet nieuw. ‘Inflatie en monetaire onteigeningen worden al eeuwenlang gebruikt om de munt te manipuleren’.

Wat hebben de Romeinse denarius en de Amerikaanse dollar gemeen? Geldontwaarding. In het Romeinse rijk was er de zilveren denarius, die in het begin van onze jaartelling met een gewicht van 4,5 gram voor de volle 100 procent uit zilver bestond. Maar al in 64 bracht keizer Nero de zilverinhoud van de munt terug tot 80 procent. Zo wou hij wellicht de heropbouw na de grote brand van Rome bekostigen. Latere keizers hebben via bewuste devaluaties de zilverinhoud van de denarius in talrijke monetaire hervormingen geleidelijk verminderd – uiteindelijk verdween de munt uit circulatie. Twintig eeuwen later lijkt de geschiedenis zich te herhalen. De exploderende kosten voor de Amerikaanse oorlog in Vietnam en een duur sociaal programma dwongen president Richard Nixon tot actie. Op 15 augustus 1971 gaf hij de koppeling op van zijn munt aan het goud, tegen een koers van 35 dollar/ounce. Daarop verloor de dollar snel waarde ten opzichte van het goud. En daarmee kwam een einde aan de monetaire stabiliteit die de westerse wereld had gekend sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dure arbeid, energie en grondstoffen Maar in tegenstelling tot de denarius lijkt de Amerikaanse dollar nog lang niet van het toneel te verdwijnen. Integendeel, de munt heeft de wind in de zeilen. Vandaag noteert hij op zijn sterkste niveau sinds 2002. Daar is een duidelijke verklaring voor. Na de bankencrisis in 2008 creëerden de centrale banken een enorme hoeveelheid geld. Sindsdien is de prijs van het geld, de rente, stevig gedaald. De destijds verwachte inflatie bleef uit, omdat we de voorbije jaren in een deflatoire wereld zaten. Vandaag is die sfeer resoluut omgeslagen. Hierin speelt de demografische evolutie een rol. Het is de eerste maal sinds twee generaties dat er op wereldvlak onvoldoende beschikbare en mobiliseerbare arbeidskrachten zijn. Tussen nu en 2029 zullen er gemiddeld voor elke 100 mensen tussen de 60 en 66 jaar, die door pensioen de arbeidsmarkt verlaten, slechts 82 mensen tussen de 18 en 25 jaar zijn. Arbeid is dus structureel duurder aan het worden. Combineer dit met de fors gestegen energieprijzen en de wereldwijde grondstoffenschaarste door de coronapandemie, de verstoorde logistieke ketens en de oorlog in Oekraïne, en je bekomt steeds duurder wordende eindproducten. Plots staan inflatie en koopkracht centraal in het maatschappelijk discours.

Internationale inflatie

De monetaire beleidvoerders, die al een decennium lang de geldkraan wijd open hadden gehouden, beseften hoezeer ze deze inflatiegolf hadden onderschat en hoever ze achter de feiten aanholden. De eerste centrale banken die dit beseften, waren die in de groeilanden. Al in de zomer van 2021 trokken zij de rente op. De FED veranderde pas begin dit jaar zijn discours. De Amerikaanse centrale bank geeft nu duidelijk aan dat ze dit jaar een serie renteverhogingen plant. Bovendien wil ze ook de steunaankopen van obligaties terugdraaien door een deel papier te verkopen. De Amerikaanse rente steeg dan ook erg sterk en het renteverschil tussen dollar en euro liep op. Want in Europa kan de rente bijna niet hoger door de precaire situatie van de overheidsfinanciën in de zwakste schakel van het eurosysteem: Italië. Met een schuldratio van circa 155 procent van het bnp, een begrotingstekort van zowat 7,2 procent van het bnp (2021) en zijn trage groei, is Italië zonder lage rente een vogel voor de kat. De markt weet dat, en dus kan de Europese Centrale Bank onmogelijk op een geloofwaardige manier dreigen met hogere rentes. De geschiedenis herhaalt zich

Ook de situatie qua afhankelijkheid van grondstoffen is vandaag cruciaal. Exploderende grondstoffenprijzen hebben de handelspositie van landen met natuurlijke rijkdommen verstevigd. Opnieuw trekken Europa en Japan, die veel energie, metalen en voeding moeten invoeren, aan het kortste eind ten opzichte van de Verenigde Staten, Australië, Noorwegen en vele groeilanden. Meer nog: in het huidige geopolitieke klimaat dreigt de afhankelijkheid van grondstoffen een veel structureler karakter te krijgen. Opnieuw moeten we concluderen dat de euro in een nadelige positie verkeert ten opzichte van vele andere munten. Laat u dus zeker niet verblinden door de waan van de dag. Door zaken als inflatie, devaluatie en ook de rijkentaks in historisch perspectief te bekijken, kunnen we niet anders dan vaststellen dat de geschiedenis zich keer op keer herhaalt. Het is dus belangrijk om vooral de rust te bewaren.

This article is from: