2017 november vl vokapaper

Page 3

WERKEN TOT 67 KAN DE ESSENTIE

VOKA.BE

Inleiding We zitten in ons land met een probleem: slechts een kleine 68 procent van de Belgische 20- tot 64-jarigen is aan het werk. In Nederland is dat 10 procentpunten meer, in Zweden en Zwitserland werkt meer dan 80 procent van die bevolkingsgroep. Om economisch nog te kunnen groeien en wetende dat binnenkort heel wat oudere werknemers met pensioen gaan, is het belangrijk dat dat cijfer bij ons naar omhoog gaat. Vlaamse arbeidsmarkt. In de periode 20162021 zal dit aantal stijgen naar 334.000. Volgens prognoses zullen tussen 2021 en 2026 ongeveer 405.000 50-plussers moeten vervangen worden.1

In België zijn minder personen aan het werk dan gemiddeld in Europa in % van de beroepsbevolking tussen 20 tot 64 jaar

Ontslag is vandaag het voornaamste startpunt om te heroriënteren en te hertrainen. Maar eigenlijk blijven nog heel wat kansen in de tijdspanne vóór een ontslag onbenut. Maar daarvoor moeten de rol en de verantwoordelijkheden van de onderneming, sectoren en werknemers hertekend worden. Als we meer oudere werknemers aan het werk willen en duurzame, lange loopbanen willen uitbouwen, moeten we evolueren naar een situatie waarin de maatschappij een engagement aangaat om te zorgen voor loopbaanzekerheid (‘career security’) in plaats van jobzekerheid (‘job security’). Brugpensioen 2.0 is een – onvolmaakte – poging om het concept van loopbaanzekerheid op bedrijfsniveau te introduceren. Om dit engagement te realiseren zijn vier hervormingen nodig: Anciënniteitsverloning moet geplafonneerd worden. Daarna kan het basisloon niet langer stijgen op basis van anciënniteit, maar een variabel gedeelte kan dit wel nog op basis van prestaties. Daarnaast moeten automatische loondrijvers afgeschaft worden om ruimte te creëren om gedifferentieerd te kunnen verlonen.

1

2

Een leercultuur komt met rechten en plichten. Werknemers moeten blijven investeren in zichzelf en het opleidingsaanbod benutten. Als zij opleidingen weigeren van hun werkgever, moeten ze een lagere opzegvergoeding krijgen wanneer er later een ontslag zou volgen.

3

Als er geen toekomst meer is voor de werknemer bij de huidige werkgever, moet arbeidsmobiliteit mogelijk worden in combinatie met zekerheden. Een eerste 4 VOKA PAPER NOVEMBER 2017

“Als we duurzame, lange   loopbanen willen uitbouwen,   moet de maatschappij een   engagement aangaan om te   zorgen voor loopbaanzekerheid   in plaats van jobzekerheid.”

100

Los van de gewone jobcreatie zal de te verwachten instroom van jongeren op de arbeidsmarkt onvoldoende zijn om aan die vervangingsvraag 2021-2026 te voldoen. Oudere werknemers zullen de openstaande vacatures mee moeten invullen.

90

80

70

Er werken niet alleen te weinig mensen in ons land; we werken ook niet lang. De periode van beroepsactiviteit wordt voor België geraamd op gemiddeld 32,6 jaar terwijl het Europese gemiddelde 35,6 jaar bedraagt. Dat cijfer ligt op 40 jaar in Nederland, 38,8 in het Verenigd Koninkrijk en 41,3 in Zweden.2 De Belgische resultaten worden grotendeels in de hand gewerkt door beleidskeuzes uit het verleden. Op het moment dat wij uittreden op de arbeidsmarkt aanmoedigden, hebben andere landen net grondige hervormingen doorgevoerd om

60

50

B Gewest W Gewest V Gewest

BE

DU

NL

SE

CH

EU-28

Bron: Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium EAK, Eurostat LFS, 2016

manier is de werkgever aanmoedigen om de kost op zich te nemen die nodig is om werknemers nieuwe skills aan te leren die ze kunnen gebruiken voor een job buiten de onderneming. Mocht de werknemer uiteindelijk niet zelf overstappen naar een nieuwe job, waardoor de werkgever toch tot een ontslag moet overgaan, dan mag de werkgever die gemaakte herscholingskosten in mindering brengen van de opzegvergoeding.

I

4

Tegenover 15 jaar geleden, met slechts 35 procent van de 55-plussers aan het werk, is er wel een opwaartse tendens. Maar dan nog blijft de participatie van ouderen in België erg laag in vergelijking met andere landen.

Arbeidsmobiliteit kan nog op een tweede manier gerealiseerd worden. Met name door werkgevers toe te laten om oudere werknemers ter beschikking te stellen van andere ondernemingen. Daarvoor moet een uitzondering op het huidige verbod op terbeschikkingstelling voorzien worden. Het moet mogelijk worden om oudere werknemers tijdelijk ter beschikking te stellen ter verrijking van hun competenties of zodat zij een job kunnen uitoefenen die meer past bij hun huidige noden.

n bepaalde categorieën ligt dat cijfer bij ons zelfs heel laag. Zo is in België minder dan de helft van de 55- tot 64-jarigen aan het werk. In Nederland is dat 64 procent, in Duitsland 69 procent en in Zweden 76 procent.

We zien een lage werkzaamheidsgraad van ouderen, maar tegelijk merken we wel een constante stijging van de levensverwachting van de bevolking. Dit verouderingsproces zal druk creëren op de arbeidsmarkt, zeker op de bevolking op arbeidsleeftijd.

Opwaartse trend werkzaamheidsgraad maar grote kloof met best-practicelanden blijft (verloop werkzaamheidsgraad in % leeftijdsgroep 55 tot 64 jaar) 80

70

60

50

40

30

20

In de toekomst zal bovendien een grote cohorte aan oudere medewerkers met pensioen gaan. De oplopende vervangingsvraag voor die mensen zal bijdragen tot een groeiende krapte op de arbeidsmarkt. In de periode 2011-2016 verlieten 298.400 werkende 50-plussers de

2002

2004

2006

Vlaams Gewest

België

Denemarken

Nederland

2008

2010 Finland Duitsland

2012 Eu-28

2014

2016

Frankrijk Zweden

Bron: Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium EAK, Eurostat LFS, 2016

NOVEMBER 2017 VOKA PAPER 5


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.