
2 minute read
ShowTex actief op vijf continenten
Het is een tweejaarlijks terugkerend verhaal: de bepaling van de maximale loonnorm. De wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, of de wet van 1996, bepaalt de spelregels. Een technisch verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) geeft de aftrap. Het verslag bevat de maximaal beschikbare marges voor de loonkostenontwikkeling, onder meer op basis van de verwachte evolutie in de buurlanden. Gezien de erg hoge inflatie en de automatische loonindexering, die enkel in België bestaat, mag het niet verbazen dat de marge 0 % bedraagt.
De vakbonden gaan niet akkoord. Ze bestrijden het mechanisme van de wet van ’96. De regering past de wet echter formeel toe. Wanneer de sociale partners geen akkoord sluiten, is de overheid aan zet. Vandaar de beslissing die nog net vóór Kerstmis werd genomen: een maximale loonmarge van 0 %, naast de gegarandeerde toepassing van de automatische indexering en de baremieke verhogingen. En de mogelijkheid van een fiscaalvriendelijke premie in bedrijven die er ruimte voor hebben.
Consumptiecheques
De premie wordt een koopkrachtpremie. Al zal het, net als bij de coronapremie, eigenlijk om consumptiecheques gaan. Maximaal 500 euro in een bedrijf waar in 2022 hoge winst werd geboekt, maximaal 750 euro bij uitzonderlijk hoge winst. Minder mag uiteraard ook. De premie is opnieuw vrij van normale sociale en fiscale lasten. Er is enkel een bijzondere werkgeversbijdrage van 16,5 %.

Koopkrachtpremie bij goede resultaten
Er is dit en volgend jaar geen extra ruimte voor loonsopslag. De gemiddelde loonkost per voltijdse werknemer mag enkel stijgen door indexeringen en baremieke verhogingen. Ook mogelijk, in bedrijven die tijdens de crisis goede resultaten haalden: een eenmalige koopkrachtpremie. Dat lijkt een herhaling van de coronapremie. Of toch niet helemaal?
Natuurlijk zijn er voorwaarden. Er zal sowieso een collectieve arbeidsovereenkomst, in de sector of het bedrijf, of minstens een individuele overeenkomst nodig zijn. De cheques moeten bovendien collectief toegekend worden, aan alle werknemers. Of toch aan alle werknemers die behoren tot een objectief bepaalde groep. De afbakening mag niet discriminerend zijn. Net als bij de maaltijd- of ecocheques. U kan het bedrag wel laten variëren, bijvoorbeeld in functie van het arbeidsregime of bij bepaalde afwezigheden.
Goede resultaten
Meer dan 1,5 miljoen werknemers kregen de coronapremie in 2021, gemiddeld zo’n 300 euro per werknemer. Deels omdat de wetgeving geen invulling gaf aan ‘goede resultaten’. Het initiatief om de coronapremie toe te kennen, lag in het sociaal overleg. Met druk van de vakbonden. De werkgeversorganisaties zijn beducht voor een herhaling van dat scenario. De wetgeving bevat opnieuw geen definitie van ‘goede resultaten tijdens de crisis’. Maar een sectorale overeenkomst die de koopkrachtpremie toekent, zal wel moeten bepalen wat hoge en uitzonderlijk hoge winst betekent. Om zo af te bakenen wie de premie verplicht moet betalen. Anderzijds zullen bedrijven ook op eigen houtje kunnen beslissen om de premie toe te kennen. Bij een ondernemings-cao moet dan een ‘verantwoording’ komen dat er ‘goede resultaten zijn behaald’. Voor een toekenning via individuele overeenkomst is geen verantwoording nodig. De facto zal de werkgever vrij bepalen of er ruimte is voor een fiscaalvriendelijke koopkrachtpremie. Met de uitzonderlijke inflatie en de zeer hoge energieprijzen is de situatie uiteraard verschillend van die in 2021. Afwachten of de koopkrachtpremie ook massaal zal worden toegekend.