Altez uit Tielt verwerft met opeenvolgende overnames een compleet aanbod onder eigen dak
Keuze voor diversificatie en schaalvergroting rendeert
Johan Colpaert: “Door het gebrek aan tekenaars en ingenieurs moeten wij opdrachten laten liggen.” Foto Kurt
“De kern van ons werk blijft simpel: gebouwen plaatsen waarmee onze klanten geld kunnen verdienen.” Ondanks tal van overnames en uitbreidingen, slaagt gedelegeerd bestuurder Johan Colpaert erin de focus zuiver te houden bij de Altez Group uit Tielt. Het voorbije jaar integreerde Altez onder meer de activiteiten van Goudezeune Industriebouw uit Kemmel, met als nieuwe uitvalsbasis het Ieper Business Park. De geschiedenis van Altez Group leest als een musketiersroman. Vanaf 1991 werden in Aalter de grondvesten gelegd met projecten voor landbouw en industrie. Na een sterke groei en diversificatie rond het kernbedrijf Agrinbo, verhuisde de groep in 2005 naar de Szamotulystraat in Tielt. Sinds 2006 heet de groep Altez, met intussen activiteiten in de Benelux, Frankrijk en Duitsland. In 2008 verraste Altez vriend en vijand door de overname van de iets grotere sectorgenoot Lambert Geerkens uit Meeuwen (Limburg). De hoofdreden hiertoe was om de markt ten oosten van de as Antwerpen-Brussel beter te kunnen bedienen. Sindsdien gaat Meeuwen door het leven als Altez Oost en Tielt als Altez West. Nog in 2008 verwierf Altez het Lichterveldse metaalconstructiebedrijf MMT, gespecialiseerd in maatwerk voor de verwarmingen koelingindustrie. Sinds 2000 was er ook een Agrinbo Holland dat na de overname van Hofman Constructies uit Vroomshoop (Noord-Nederland) omgedoopt werd tot
Altez Noord. Dit bedrijf produceert en levert metaalconstructies voor bedrijfsgebouwen en beschikt over eigen montageploegen. In december 2010 voegde Altez de activiteiten van het teloorgegane Goudezeune Industriebouw uit Kemmel toe. Daarmee komt de teller op 420 medewerkers, goed voor ruim 100 miljoen euro omzet.
Je ziet bijvoorbeeld op de nieuwe industriezones in Oudenburg en Jabbeke koppelbouw en percelen van amper 300 tot 2.000 m². Een ander voorbeeld is het recente bedrijfsverzamelgebouw van de WVI in Tielt. Projecten van 1.5 of 2 ha zijn er haast niet meer, en als ze er nog zijn dan worden ze uitgevochten.”
Hoe verteert u dat allemaal? Johan Colpaert: “Na de overnamegolf concentreren we ons ten eerste op de integratie in de dagelijkse werking van onze groep, en ten tweede op hoe we ons moeten aanpassen aan de gewijzigde marktsituatie. In 2009-2010 kende de industriebouw, door het uitstellen van investeringen, een terugval van 20-25%. Enerzijds hebben wij het geluk dat we voor verschillende industriële sectoren werken, en dat we ook actief zijn in agrarische en hippische gebouwen. Anderzijds werken we ook internationaal, en zagen we in Luxemburg en Duitsland géén terugslag in de industriebouw. Natuurlijk heeft de crisis ons voor een stuk getroffen, maar onze vroegere keuze voor marktverbreding was de goede.”
Vindt u nog gemakkelijk mensen om dat vele werk te doen? Johan Colpaert: “Dat is ons grootste probleem. We hebben 30 vacatures voor zowel productiearbeiders als bedienden – tekenaars en ingenieurs. Vooral door het gebrek aan technische binnendienstmedewerkers moeten wij opdrachten laten liggen. Arbeiders kunnen we nog zelf opleiden en desnoods werken we met buitenlanders. Maar het gebrek aan bedienden die productie genereren, vormt een echte bottleneck.” (RJ)
Waar haalde u de moed om de activiteiten van Goudezeune over te nemen, waar de afgelopen jaren verschillende overnemers faalden? Johan Colpaert: “Goudezeune bezat heel veel kennis op het vlak van betonbouw, een tak die bij ons nog weinig ontwikkeld was. Gezien wij al over voldoende productiemogelijkheden beschikten, waren we niet geïnteresseerd in de site in Kemmel, die werd overgenomen door collega Myldes uit Kortrijk (lees ook op pagina 27, red.) – maar wel in het personeel. Het studiebureau, de verkoop en calculatie en de montageploegen bewerken voortaan, vanuit het Ieper Business Park, onder meer de Franse markt. De werven worden logistiek ondersteund vanuit Tielt en Meeuwen.” Wat zijn de huidige marktvooruitzichten? Johan Colpaert: “De industriebouw draait weer goed, we mogen niet klagen. We zien vandaag meer aandacht voor de architectuur en de bouwtechnieken. Dit speelt in onze kaart van totaalaanbieder. We ontwikkelden door de jaren een sterk studiebureau waardoor we from scratch een plan kunnen aanbieden dat voldoet aan alle wettelijke normen (energie, brandweerstand, enz.) en dat bovendien goedkoop is dankzij de standaard productieprocessen van onze grote groep. Ik durf pretenderen dat wij alles in huis hebben om steeds de interessantste totaaloplossing te bieden.” Heeft Vlaanderen nog voldoende ruimte om industriebouwers rendabel te houden? Johan Colpaert: “Wij richten ons hoofdzakelijk op kmo-projecten van 250.000 tot 5 miljoen euro, waarbij de investering vaak tot 50% uit afwerking bestaat. In deze markt wordt nog gebouwd. De klappen worden uitgedeeld in de grotere oppervlaktes. Daarin wordt ten eerste minder geïnvesteerd en ten tweede is er een gebrek aan grote gronden.
www.altez.be
Oost, West, Noord,… Zuid? Van de vier oprichters is enkel Johan Colpaert (49) nog actief, de drie andere pioniers gingen met pensioen. Hij is gedelegeerd bestuurder, met een intussen nieuw samengestelde ploeg van vijf vennoten: operationeel directeur Dirk Huyghe en financieel directeur Philip Grumieaux, twee commercieel verantwoordelijken Aimé Naudts en Geert Perneel en voor Altez Noord operationeel directeur Johan Vliek. Vandaag bestaat Altez uit de commerciële eenheden A-Zes (industriebouw), Agrinbo-Geerkens (agro-industriebouw), Geerkens-Hippico (gebouwen voor paarden), Abitec (stalinrichting), Axpromo (projectontwikkeling), LG-Products (prefabonderdelen voor de bouwsector), Hofman Constructies (staalconstructies voor de bouwsector) en MMT (metaalconstructie voor de sector van verwarming- en koeltechnieken). Waar ziet u de groep binnen tien jaar? Johan Colpaert: “Ik zie mezelf geen tien jaar meer aan hetzelfde tempo de Benelux, Duitsland en Frankrijk rondrazen. Graag zie ik een leidinggevend managementteam ontstaan waarbij elk zijn afdeling trekt. Vermoedelijk zal op termijn ook een Altez Zuid zich opdringen voor de Waalse, Luxemburgse en Franse markt. Wegens het verder uiteendrijven van dit land zal dit noodzakelijk worden, nu al zien we verschillende reglementeringen. Er schuilen ook nog kansen in het opdrijven van de eigen productie. En uiteraard staan we altijd open voor nieuwe opportuniteiten.” (RJ)
Ondernemers-16.indd 39
Ondernemers 16 14 oktober 2011
39
07-10-2011 09:33:03