Ondernemers 3-2013

Page 1

15 februari 2013 • Jaargang 21 • Prijs 8 euro • Afgiftekantoor Gent X • Verschijnt tweewekelijks (uitgezonderd juli en augustus)

03

Internationalisering is een obsessie Jean-Pierre Heynderick - Koddaert

VTI Ieper en VDAB helpen werklozen aan een job

Open innovatie bij Renson en Forest Avenue

Dossier Machinebouw & metaal


Grootste windmolen geladen met grootste installatieschip in haven Oostende Alstom bouwt momenteel de grootste offshore windmolen ter wereld (Haliade 150, een direct aangedreven windturbine van 6 MW) in het Belwind windmolenpark, gelegen voor de Belgische kust. De verschillende onderdelen werden allen per schip naar de haven van Oostende gebracht. © Tom Hoffman

Na assemblage worden de onderdelen met het grootste installatieschip ter wereld ‘ Pacific Orca’ ter plaatse gebracht. © Tom Hoffman

© Steen Damkvist

De wieken werden op 21 januari onze haven binnengebracht met het recente schip Abis Dublin. Ze werden gemaakt in Denemarken bij de firma LM en werden via de haven van Esbjerg naar onze haven gevaren. Deze wieken zijn met hun afmeting van 73.5m elk de grootste die ooit offshore geplaatst geweest zijn. De 3 torens zijn op vrijdag 1 februari aangekomen in de haven van Oostende en hebben een lengte tussen de 21 en 29,5 m. Ze werden vervaardigd in Spanje en zijn via de haven van Aviles per schip ‘Jumbo Vision’ naar Oostende gebracht. De gondel (of nacelle) werd per ponton vanuit Saint-Nazaire naar Oostende gebracht en kwam op 6 februari in Oostende aan. Deze gondel bevat een direct aangedreven turbine van 6 MW. Om de verschillende onderdelen te vervoeren werd het grootste installatieschip ter wereld gecharterd, de ‘Pacific Orca’ (160.9m lengte – 49 m breedte – 5.5 m diepgang – 6 spuds). De windturbine zelf, eenmaal geïnstalleerd op zee, zal van het zeeniveau tot de top 187 meter hoog zijn. De haven van Oostende biedt met de terminal van Renewable Energy Base Oostende (Rebo) de ideale infrastructuur aan om dergelijke turbine te bouwen en te transporteren. Daarmee is aangetoond dat de haven van Oostende volledig gereed is offshore windmolenmarkt te bedienen.

© Henderyckx

Slijkensesteenweg 2 - 8400 OOSTENDE - Tel. 059/340.711 - Fax 059/340.710 e-mail info@portofoostende.be - www.portofoostende.be


STANDPUNT

Contrast

Wilt u reageren? Mail dan naar hans.maertens@voka.be Volg me op twitter VOKA_HMaertens

Donderdag 7 februari, 10 uur. Ik heb vergaderingen in Brussel en beslis om mij met de trein te verplaatsen. Stipt  komen we aan. Het Noordstation kleurt rood, groen en een beetje blauw. De vakbonden van de federale ambtenaren betogen tegen de hervormingsplannen van staatsecretaris Hendrik Bogaert. Ze hangen in groepjes bijeen en bijzonder strijdvaardig lijken ze me niet. Maar straks leggen ze het verkeer in de binnenstad plat. Ze zullen dat ook doen op donderdag 21 februari. Omdat ze tegen de loonbevriezing zijn en tegen een nieuwe regeling over de flexibilisering van de arbeid . Een regeling die de socialistische vakbond ABVV mee onderhandelde maar die door de oncontroleerbare achterban werd afgeschoten. Dat gebeurde ook al bij het generatiepact in 2005 en het vorige interprofessionele akkoord 2011-2012. Telkens als er beslist en gehandeld moet worden, loopt het ABVV van de tafel en laat ze de regering het werk doen. Op die manier wordt niet alleen het sociaal overleg tussen werkgevers en vakbonden gehypothekeerd maar blijven ook de noodzakelijke veranderingen uit. En daar nijpt het schoentje. Blijkbaar willen het ABVV en zijn achterban niet dat er iets verandert in dit land, wil men koste wat het kost vasthouden aan wat vandaag verworven is, kiest men voor de status quo en is men tegen alles wat verandert. Blijkbaar wil men niet inzien dat de economie vandaag wel aan een sneltempo verandert, dat wij de norm niet bepalen maar wel onze concurrenten in het buitenland, dat onze bedrijven iedere dag moeten knokken voor opdrachten en orders, en dat de kosten van energie en grondstoffen oplopen. Daarom moet er nu gepraat worden over de verandering van de arbeidsmarkt, de loon- en arbeidsvoorwaarden, het statuut arbeiders – bedienden, enz. Weglopen van de tafel en de kop in het zand steken is spelen met onze bedrijven en onze welvaart.

Donderdag 7 februari, 19 uur. Voka West-Vlaanderen organiseerde in november een handelsmissie naar Vietnam en dit onder leiding van gouverneur Carl Decaluwe. Een 25-tal ondernemers bezochten ginds bedrijven, lieten zich informeren over de economische mogelijkheden, en hadden tal van business-to-businesscontacten. Die avond kwamen deze ondernemers nog eens bijeen op uitnodiging van de gouverneur om ervaringen uit te wisselen. Het enthousiasme was groot en aanstekelijk. Meerdere bedrijven hebben hun contacten met Vietnam voortgezet en één ervan zal wellicht in de komende weken een samenwerking of investering aankondigen. Ook de haven van Zeebrugge werkt aan zijn Vietnamese contacten. Ondernemers blijven niet bij de pakken zitten. Ze zoeken naar opportuniteiten, hoe klein en hoe ver ook. Ze beseffen dat in deze wereld stilstaan achteruitgaan is en dat ze strategische keuzes moeten maken. Innovatie en internationalisering maken daar in veel gevallen deel van uit. Ondernemers zien de verandering en spelen daar op in. Omdat ze niet tegen zijn, maar voor. Ze steken de kop niet in het zand, maar verleggen het zand. Het contrast tussen de twee ervaringen is groot, net zoals dat tussen de ondernemers en de vakbonden. En het wordt stilaan nog groter. De wil om te veranderen moet bij alle partijen aanwezig zijn, maar daarvoor moet je eerst zien of willen zien dat verandering nodig is. Daarvoor is er leiderschap nodig. Zoals Luc De Bruyckere, voormalig Voka-voorzitter, zei: “een leider initieert de verandering en heeft de moed om ze door te voeren”. Wellicht hebben onze vakbonden meer leiders nodig die het debat willen voeren over de noodzakelijke strategische verandering en de genomen maatregelen willen uitvoeren. Jack Welsh van General Electric verwoordde het zo: “when the rate of change outside exceeds the rate of change inside, the end of a company is in sight”. Als je dit toepast op het ABVV, is de vakbond goed bezig zichzelf overbodig te maken.

Hans Maertens Directeur-generaal, Voka West-Vlaanderen

Ondernemers 03 15 februari 2013

3


4

Ondernemers 03 15 februari 2013

6 8 10 17 24

3 4 5

STANDPUNT

6

BEDRIJVEN

8

REPORTAGE

10

INTERVIEW

17

DOSSIER MACHINEBOUW & METAAL

INHOUD BLIKVANGER VTI Ieper

Ingenium I Alpro I Protect CDA Verzekeringen I Paneltim I Incafin

Open innovatie bij Renson en Forest Avenue

Jeap-Pierre Heynderick - Koddaert

Saleenco I Heindryckx I Buysmetal

20

ONDERNEMERS & CO

23

HAVENNIEUWS

24

VOKA-NIEUWS

25 26

AGENDA

SD Worx I Iposto Advocaten I Alaska

Cross Channel verhuist uit Zeebrugge

Businessclub International Finance & Administration

PROSIT

Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511

Lees Ondernemers nu ook online

Verantwoordelijke uitgever: Hans Maertens, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen - Maatschappelijke zetel: Havenhuis De Caese, Hoogstraat 4, 8000 Brugge, info.wvl@voka.be Hoofdredacteur: Dirk Van Thuyne - Eindredacteur: Angie De Wreede - Webredacteur: Tinny Capiau - Grafische vormgeving: Bart Vandaele - Mediaregie: Filip Deckmyn, Chris Lens, Marijke Vanthuyne, Meriam Ziane, Marie-Claude Tack (056-24 16 51, marie-claude.tack@voka.be) - Fotografen: Dries Decorte, Kurt Desplenter, Patrick Holderbeke, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe - Journalisten: Karel Cambien, Marc Dejonckheere, Patrick Demarest, Johan Depaepe, Stef Dehullu, Roel Jacobus, Bart Vancauwenberghe, Jan Bart Van In - Druk: Goekint Graphics. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


BLIKVANGER UNIEK PROJECT HELPT WERKLOZEN AAN EEN JOB IN DE BOUWSECTOR

Creatief in de strijd tegen knelpuntberoepen De krapte op de arbeidsmarkt deels verhelpen door langdurig werklozen na een aangepaste, praktische opleiding knelpuntberoepen te laten invullen: dat is de doelstelling van een project waarvoor VTI Ieper, VDAB, verschillende bouwbedrijven, leveranciers en beroepsfederaties de handen in elkaar slaan. De cursisten mogen tijdens hun opleiding enkele gevels van VTI Ieper voorzien van thermische gevelisolatie en afwerking met sierpleister. Nadien kunnen ze meteen aan de slag in één van de vier bedrijven die deelnemen aan het project. “Het idee voor dit project groeide tijdens een bezoek van Patrick Cherchye, zaakvoerder van Axo Industries, aan onze school”, legt Pedro Ligneel, directeur van VTI Ieper uit. “Gedurende de rondleiding vertrouwde hij me toe dat een vijftal vacatures bij zijn bedrijf, dat zich specialiseert in thermische gevelisolatie en sierpleisterafwerking, erg moeilijk ingevuld geraakte. Zo rijpte bij mij het idee om die jobs in te vullen met langdurig werklozen.” Ook de mensen van de VDAB waren meteen voor het idee gewonnen. “In september gingen we voor het eerst rond de tafel zitten met hen en enkele geïnteresseerde bouwbedrijven. Een half jaar later is het project al heel concreet geworden. We geven de kans aan zowel langdurig werklozen, onze laatstejaarsstudenten als aan bouwarbeiders met winterverlof om een volledige of gemoduleerde praktische opleiding te volgen, zodat ze nadien direct in die bedrijven aan de slag kunnen. Het is geen toeval dat de opleiding zich focust

op thermische gevelisolatie en sierpleisterafwerking, want door de almaar strengere energieprestatievoorschriften zit de isolatiemarkt zowel voor nieuwbouw als renovatie stevig in de lift”, aldus Pedro Ligneel.

Praktijkgerichte beroepsopleiding De opleiding vindt zo goed als volledig in de gebouwen van VTI Ieper plaats en wordt gegeven door gespecialiseerd personeel van Axo Industries. “De opleiding bestaat uit drie modules”, vervolgt Pedro Ligneel. “Het eerste deel (15 dagen) behelst het aanleren van basisvaardigheden voor de bouw zoals bijvoorbeeld de beoordeling en voorbereiding van de ondergrond, herstellingen van bestaand pleisterwerk, werken op hoogte, enz. Dit deel is exclusief bestemd voor de langdurig werklozen die aan dit project deelnemen. Dat zijn er maximum 15 omdat het een individuele en zeer praktijkgerichte beroepsopleiding is waarbij de cursisten dus constant worden begeleid. Nadien volgt een module ‘plaatsen en bewapenen’ (40 dagen),

Pedro Ligneel:

“Dit project geeft ons de kans

om een aanzienlijke voorsprong te nemen en onze leerlingen al met bepaalde technieken vertrouwd te maken nog voor die in de leerboeken staan.”

waarbij de werklozen het gezelschap krijgen van onze leerlingen ‘bouw derde graad’ en geïnteresseerde bouwarbeiders met winterverlof. Ten slotte volgt een cursus afwerkingstechnieken van 20 dagen.” De deelnemers kunnen hun pas aangeleerde vaardigheden meteen in de praktijk testen, want ze mogen tijdens de opleiding enkele gevels van VTI Ieper moderniseren. “Ze beginnen met de gevel van de turnzaal die betonrot vertoont en aan renovatie toe is. Onze leerlingen renovatie bouw zullen eerst betonherstellingswerken uitvoeren, waarna de gevel wordt afgewerkt met een isolatielaag van 20 centimeter. De opleiding begint midden februari en zal tot eind mei duren. Het is de bedoeling dat ook de gevel tegen dan is gerenoveerd.”

Meerwaarde voor iedereen Hoewel het om een pilootproject gaat dat nog in de startblokken staat, gelooft Pedro Ligneel nu al rotsvast in een vervolg. “Het project heeft voor iedereen een significante meerwaarde: de langdurig werklozen krijgen een heel praktijkgerichte opleiding en kunnen nadien gegarandeerd aan de slag bij één van de deelnemende bedrijven. Die bedrijven zien dat hun openstaande vacatures eindelijk worden ingevuld met specifiek opgeleid personeel en zullen die mensen vanaf de eerste werkdag kunnen inzetten op de werf. De VDAB helpt actief mee aan de reconversie van mensen die opnieuw actief worden op de arbeidsmarkt en is verheugd over het feit dat amper twee weken na het bekendraken van deze kans, al 16 geïnteresseerde werklozen zich hadden gemeld. Wij vervullen onze opleidingsfunctie en kunnen onze verouderde gevels eindelijk opvrolijken”, somt Pedro Ligneel op. VTI Ieper is vragende partij om dit pad verder te bewandelen. “Duurzaam bouwen is razend actueel en de innovaties volgen elkaar in sneltreinvaart op. De leerplannen voor het technisch onderwijs kunnen zich onmogelijk met diezelfde snelheid aan de markt aanpassen. Dergelijke projecten geven ons de kans om een aanzienlijke voorsprong te nemen en onze leerlingen al met bepaalde technieken vertrouwd te maken nog voor die in de leerboeken staan. Het is een gedroomde kans om hen klaar te stomen voor een beroepsspecialisatie of voor verdere studies.” (BVC – Foto DD)

Ondernemers 03 15 februari 2013

5


BEDRIJVEN

6

Ondernemers 03 15 februari 2013

Apps op de werkvloer: Dropbox Voor bijna elke dagelijkse taak in het bedrijfsleven bestaat er een app: van het bijhouden van bedrijfsstatistieken en het bewerken van documenten tot het regelen van zakenreizen. Voortaan presenteren we u in elk nummer van ‘Ondernemers’ een dergelijke app. Cloudcomputing is de laatste jaren een begrip geworden en is nog nauwelijks weg te denken uit onze manier van werken. Het principe is simpel: u heeft een virtuele externe harde schijf die bestaat op het internet. Grote voordelen zijn dat u nooit meer een usb-stick nodig heeft en dat uw documenten overal en altijd (zowel thuis als op het bedrijf als onderweg) beschikbaar zijn. De dropbox-software installeert zichzelf op systeemniveau. Dit wil zeggen dat er via verkenner een map beschikbaar is waarin u uw documenten kan kopiëren of bewaren. Deze map met documenten wordt gekopieerd naar de persoonlijke dropbox op internet. Via de Dropbox-App op de tablet kan u de documenten makkelijk benaderen, lokaal downloaden wanneer u ze nodig heeft en eventueel doorsturen naar andere Office-apps (bijvoorbeeld Quickoffice Pro, Cloudon) om ze onderweg verder te bewerken. Het aangepaste document wordt dan met de laatste aanpassingen gesynchroniseerd met het bronbestand. Zo heeft u altijd de recentste versie van uw document. Wenst u dit document te delen met anderen, dan kan dit zeer makkelijk via de Dropbox-App. Maar hoe zit het dan met de privacy? “Elk document dat u op Dropbox bewaart, wordt geëncrypteerd en is dus voor niemand anders dan uzelf zichtbaar”, legt Dominique De Bouver, Apple Certified Trainer bij Lab9 uit. “Indien u dat wenst, kan alles nog eens extra beveiligd worden via add-on software zoals bijvoorbeeld Boxcryptor. Uw documenten zijn dus veilig en kunnen niet gekraakt worden aangezien de encryptie gebeurt door de combinatie hardware (iPad,Servers) en door de software zelf. Die manier van encrypteren noemt men de two-way verification.” Via de website www.dropbox.com kan u het programma gratis downloaden op uw computer. De cliëntversie voor uw tablet of smartphone vindt u via de Appstore. Een gratis account bevat 2Gb opslagruimte, indien u meer capaciteit nodig heeft kan u een Pro account (100Gb, 200Gb of 500Gb) of een Team account (1Tb voor 5 gebruikers) nemen. Voor extra beveiliging kan u via www.boxcryptor.com de add-on installeren.

Voka organiseert binnenkort 3 infosessies over apps op de werkvloer. Kijk voor meer info op www.voka.be/west-vlaanderen

Pendelfonds ondersteunt duurzame mobiliteit bij Ingenium Het Brugse Ingenium krijgt een subsidie van ruim 7.000 euro uit het Pendelfonds van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits. Het ingenieursbureau gaat daarmee extra fietsen aankopen zodat meer werknemers op een duurzame manier naar het werk komen. Negen Vlaamse bedrijven krijgen samen 1,1 miljoen euro subsidies uit het Pendelfonds. Naast Ingenium kunnen in onze provincie ook CNH Belgium in Zedelgem, Marine Harvest Pieters in Brugge, The Outsider Coast in Diksmuide en het Begeleidingscentrum Spermalie met hoofdzetel in Brugge van een tussenkomst genieten.

onze medewerkers woont immers in een straal van 15 kilometer rond Ingenium. Het Pendelfonds geeft ons nu de kans om extra fietsen aan te kopen. Dit sluit aan bij het mobiliteitsplan dat we drie jaar geleden samen met de Provincie West-Vlaanderen opmaakten en waarvan we nu enkele actiepunten konden vernieuwen.” Toch zijn niet alle medewerkers happig om op de fiets of de trein te springen. Nicolas Vyncke: “Negatieve ervaringen met het openbaar vervoer wekken soms weerstand op, maar we stimuleren onze medewerkers door hen de impact van hun duurzame kilome-

Nicolas Vyncke en Ellen Dhaese: Duurzaamheid is de corebusiness van het Brugse ingenieursbureau Ingenium en er is dan ook terecht veel aandacht voor de mobiliteit. “Omdat de woonwerkverplaatsingen van onze 65 medewerkers en de verplaatsingen naar werven en vergaderingen meer dan de helft van onze CO2-uitstoot uitmaken, denken we al een hele tijd na over de manieren hoe we die kunnen beperken. Zo overleggen we via videoconferentie met ons kantoor in Leuven, dat trouwens net naast het station gelegen is. Voor lokale verplaatsingen staan daar fietsen ter beschikking. In Brugge hebben we ook een elektrische wagen om dichtbijgelegen werven te gaan opvolgen”, vertelt Nicolas Vyncke. Wie in de hoofdzetel in Brugge werkt en met de trein komt, krijgt een bedrijfsfiets om de afstand tussen het station en Sint-Andries te overbruggen. “We willen dat uitbreiden naar wie minstens de helft van de tijd met de fiets komt werken, ook zonder de combinatie met het openbaar vervoer”, zegt personeelsverantwoordelijke Ellen Dhaese. “Het merendeel van

“We stimuleren onze

medewerkers door hen de impact van hun duurzame kilometers te tonen, onder andere tijdens onze jaarlijkse Kyoto-week.”

ters te tonen, onder andere tijdens onze jaarlijkse Kyoto-week. Ook ludieke acties kunnen helpen, zoals een dag slechts één wagen op onze parking toelaten. Vorig jaar daagden we het personeel uit om een groot aantal duurzame kilometers te rijden. Als ze het haalden, moest ik als tegenprestatie mijn wagen een week laten staan. Ik heb dat met veel plezier gedaan.” (SD – Foto MVN)

www.ingenium.be www.pendelfonds.be


UITGELEZEN Unilin neemt Spano over

“MVO is gewoon gezond verstand” Op dinsdag 5 maart organiseert de POM West-Vlaanderen in Kortrijk een evenement rond Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Producent van sojaproducten Alpro, is één van de bedrijven die komt getuigen. “We integreerden MVO expliciet in ons managementsysteem”, zegt Koen Bouckaert. Een terugblik naar 1980 leert dat Alpro ontstond vanuit maatschappelijke betrokkenheid. “Onze stichter zag in Afrika armoede en hongersnood door een gebrek aan proteïnen in de voeding. In het Izegemse bedrijf van zijn familie (Vandemoortele Groep) leerde hij dat je uit planten niet alleen oliën en vetten kunt halen, maar ook proteïnen. Uit onderzoek bleek dat dit bij soja tot 40% ging. Dit sterkte hem in zijn overtuiging om de wereld op lange termijn te voeden”, vertelt Koen Bouckaert, vice president strategy & business development. Door de jaren heen groeide de pionier uit tot de marktleider. Wevelgem heeft veruit de grootste en meest complexe productiesite voor sojaproducten ter wereld.

Passie voor een betere wereld Sinds januari 2012 heeft Alpro zijn gamma uitgebreid met andere plantaardige voeding zoals drinks op basis van hazelnoten, amandelen en rijst. “Onze pioniersrol in soja gebruiken we nu voor andere planten, vanuit de filosofie dat dit goed is voor mens en planeet. In vergelijking met dierlijke producten bieden plantaardige producten een aantal voordelen: ze zijn van nature cholesterolvrij, rijk aan vitamines en lichter verteerbaar”, aldus Koen Bouckaert. De toekomst is aan de bedrijven die het minst gebruik maken van natuurlijke hulpbronnen, met andere woorden: meer output met minder input. “De productie van plantaardige producten is meer resource-efficiënt in vergelijking met dierlijke voeding. Momenteel gebruikt de mens 1,5 keer wat de planeet biedt. Dat kunnen we op termijn dus niet volhouden. Op termijn zit daar ook een winstelement aan vast. In duurzaamheidskringen is daar vaak te weinig aandacht voor, terwijl winst juist de basis van een bedrijfsmodel vormt.” Om duurzaamheid in het bedrijfsmodel te verankeren, werkt Alpro sinds negen jaar volgens het Alpro Management Systeem (AMS), een variant op de

Koen Bouckaert:

“In duurzaamheidskringen is

er vaak te weinig aandacht voor winst, terwijl dat juist de basis van een bedrijfsmodel vormt.” sustainable balanced scorecard. “We denken logisch na over wat ons bedrijf op lange termijn succes oplevert”, zegt Koen Bouckaert. “We kijken naar financiële en commerciële indicatoren maar ook naar sociale aspecten, menselijk kapitaal, milieu en veiligheid. Succes steunt op relatief eenvoudige zaken, er zit veel gezond verstand in. Nieuwe medewerkers krijgen een tweedaagse introductie over alle facetten van het bedrijf. Daarnaast noteerden we de spelregels van het bedrijf in een operating framework. Ten derde bezoekt de bedrijfsleiding jaarlijks alle sites voor een town hall meeting waarop iedereen mag spreken. Ten slotte houdt de top-50 van het bedrijf twee keer per jaar een leadership council over strategie en projecten. Ik voel bij veel mensen passie omdat we bijdragen aan iets wat belangrijk is voor de wereld. Persoonlijk zou ik niet kunnen werken voor een tabaksbedrijf. We vragen ook standaard aan onze leveranciers om een ethisch charter te ondertekenen.” (RJ – Foto Hol)

www.alpro.com

Het MVO-evenement van de POM West-Vlaanderen vindt plaats op dinsdag 5 maart in Kortrijk Xpo. www.maatschappelijkengagement.be

Op vandaag telt Alpro 850 medewerkers die geleid worden vanuit Gent, met productievestigingen in Wevelgem, Issenheim (Frankrijk), Kettering (VK) en Landgraaf (Nederland) en verkoopkantoren in Gent, Breda (Nederland), Düsseldorf (Duitsland) en Birmingham (VK). De omzetverwachting schommelt rond 300 miljoen euro. Sinds 2009 behoort Alpro tot de Amerikaanse groep Dean Foods.

De complexe en lang onderhandelde overname van de West-Vlaamse houtfabrikant Spanogroup is een feit. Het verkoopproces rond Spano kwam vorig jaar op gang. Uiteindelijk zal Spano in 2 delen worden gesplitst: 1. De Amerikaanse vloerengroep Mohawk koopt via haar Vlaamse dochter Unilin (bekend van QuickStep-laminaat) de bouwmaterialenactiviteiten van Spano. 2. De tapijtgroep Balta - voor 80% in handen van het Britse durfkapitaalfonds Doughty Hanson en voor 20% van Filiep Balcaen - koopt Trinterio, de joint venture die Spano samen met Balta had. Balta houdt Trinterio evenwel niet in portefeuille, de groep verkocht het onderdeel onmiddellijk door aan Balcaen. Balcaen brengt het onder bij zijn vinylbedrijf IVC. Nog niet alles is evenwel in kannen en kruiken. Allereerst heeft Jan Ide 30 dagen om een tegenbod te doen. Daarnaast zullen de mededingingsautoriteiten de overname door Unilin met een vergrootglas bekijken. Naar alle verwachting zal pas deze zomer alles geregeld zijn. Spano was in 2011 goed voor een omzet van 237 miljoen euro. (alle kranten)

Poppies uit Zonnebeke verkoopt speculoosfabriek aan Lotus Bakeries Koekjesproducent Poppies uit Zonnebeke verkoopt zijn speculoosfabriek aan Lotus Bakeries uit het Oost-Vlaamse Lembeke. Het gaat om Biscuiterie Willems uit Eeklo waar 90 mensen werken en een jaaromzet van 23 miljoen euro draait. Lotus was sterk geïnteresseerd in de fabriek omdat speculoos en speculoospasta zijn belangrijkste product is. Nu wil Poppies zich focussen op de eigen producten. In Ertvelde komt daarom een nieuwe fabriek waar 30 personeelsleden aan de slag kunnen. Poppies is in 1976 ontstaan in Ieper als familiebedrijf van de families Castelein en Popelier. Vandaag stelt Poppies wereldwijd zevenhonderd mensen tewerk, waarvan 140 in de vestiging in Zonnebeke. (alle kranten)

Uitgelezen: Voka’s socioeconomisch persoverzicht, een samenvatting van de belangrijke West-Vlaamse krantenartikels van de voorbije week. U kunt dit overzicht wekelijks via post of mail ontvangen. Wenst u een proefnummer of info over een abonnement? Contacteer Nele Demets tel. 056-23 50 66, nele.demets@voka.be

België - Belgique P.B. 8500 Kortrijk 4/257

UIT gelezen WEST-VLAAND

EREN

Wekelijks persove rzicht van Voka (verschijnt niet West-Vlaanderen in de kerstvaka 20e jaargang ntie en gedurend Verantwoordelijk e 6 weken in juli e uitgever Hans & augustus) Maertens Afzender Voka West-Vlaanderen, President Kennedy Afgiftekantoor 8500 Kortrijk laan 9a, 8500 - P509109 Kortrijk


Ondernemers 03 15 februari 2013

REPORTAGE

8

RENSON EN FOREST AVENUE KIJKEN OVER DE EIGEN BEDRIJFSMUREN HEEN

“Open innovatie versterkt alle partijen” De tijd dat bedrijven op zichzelf teruggeplooid succesvol konden zijn, lijkt definitief voorbij. De globalisering en internationalisering nopen in sommige gevallen tot specialisering, en zeker tot samenwerking. Die kan onder meer de vorm van ‘open innovatie’ aannemen: samen met partnerbedrijven innovatieve producten en diensten ontwikkelen. Zowel bij Renson als Forest Avenue troffen we inspirerende voorbeelden van open innovatie aan. Forest Avenue uit Wevelgem startte 15 jaar geleden met het maken en plaatsen van tuinafsluitingen in natuurlijke materialen zoals hazelaar en wilg. “We bleven maar groeien en boden op een bepaald moment ook standaardpanelen in hazelaar aan”, vertellen de zaakvoerders Albert Hermans en Jojo Vereecke. “Er was van meet af aan ook internationale interesse voor wat we deden.” Een tuinafsluiting in hazelaar gaat gemiddeld een vijftal jaar mee, wilg ongeveer zeven jaar. In sommige

klimaatgebieden bleken die materialen evenwel niet resistent genoeg. Forest Avenue ging nadenken over een duurzaam alternatief en kwam via de ingenieurs van SIRRIS uit Gent terecht bij de rubberfabrikant Solidor uit Lauwe. “We hadden SIRRIS initieel aangezocht om mee na te denken over een weefautomaat voor natuurlijke materialen”, zeggen Albert Hermans en Jojo Vereecke. “Toen we het idee hadden opgevat om een nieuw, synthetisch materiaal te gaan ontwikkelen en gebruiken, met het uitzicht van een hazelaartak, vonden we in Solidor een geschikte partner. Voor dat bedrijf was het een heel nieuwe uitdaging, die het met veel enthousiasme aanpakte. Twee weken na ons gesprek was er al een eerste staal, dat we samen verder ontwikkeld hebben tot het gewenste resultaat.”

Zelf verrast over de resultaten Forest Avenue en Solidor ontwikkelden twee polyethyleen-fibers: één die UV-, kleurbestendig en afwasbaar is, en één die behandeld is met een houtvezel. Net als natuurlijk materiaal, zoals tropisch hardhout, gaat die laatste na verloop van tijd vergrijzen. De fibers zijn

duurzaam en bestand tegen temperaturen van -30°C tot +80°C. “De fibers zijn niet van echte te onderscheiden als ze gebruikt worden in tuinafsluitingen en andere toepassingen”, zegt Albert Hermans. “Eerlijk gezegd waren de resultaten beter dan we zelf hadden verwacht, in die mate zelfs dat het product internationaal ophef maakte en dat veel grotere bedrijven hoogst verbaasd waren over onze resultaten. Uiteraard hebben Solidor en wijzelf het product en de toepassingen ervan gepatenteerd.” Een schoolvoorbeeld van open innovatie, waar bovendien nog een derde partner bij betrokken is: het Wevelgemse metaalverwerkende bedrijf Sedac-Mecobel, want er moest ook een metalen constructie bedacht en gefabriceerd worden om de fibers in te weven. “Zij waren vragende partij om mee te werken en we kregen ook hier meteen een heel team achter ons”, zeggen Albert Hermans en Jojo Vereecke. “Het was voor ons trouwens ook niet onbelangrijk dat we een volledig ‘Made in Belgium’ en zelfs ‘Made in WestFlanders’ product konden aanbieden.” De ‘synthetische hazelaartak’ werd een viertal jaar geleden gelanceerd en veroorzaakte, dixit de zaakvoerders, “een explosie van interesse bij architecten, binnenhuis- en tuinarchitecten, bouwpromotoren enzovoort. Er is een heel grote markt voor, zowel voor binnen- als buitentoepassingen”, zeggen ze. “Inmiddels verkopen we over heel Europa en is er interesse op alle continenten. Recent zijn we nog op een beurs in Dubai geweest, om het Midden-Oosten aan te pak-


Sneller knowhow binnenhalen 103 jaar geleden begon Polidor Renson bouwbeslag te produceren. Omwille van de grote concurrentie besloot zijn kleinzoon Jan Renson in de jaren ‘60 om meer te gaan specialiseren in de niche van ventilatiesystemen en sinds een tiental jaar is het bedrijf ook toonaangevend in zonnewering. “Zonder een voortdurende innovatiedrang houd je je niet staande in de geglobaliseerde markt”, zegt de huidige manager Paul Renson. “Je moet het verschil kunnen maken met jouw producten, je moet unique selling propositions kunnen aanbieden want de concurrentie is enorm. Die innovatiedrang heeft ervoor gezorgd dat we tegenwoordig 590 medewerkers tellen, een omzet van om en bij de 100 miljoen euro draaien en 55% van onze productie exporteren. Onze R&D-cel telt 44 mensen, wat op het totale aantal medewerkers

een erg belangrijk aandeel is. Inmiddels hebben we 80 gepatenteerde producten ontwikkeld.” Renson vindt openheid erg belangrijk: in de communicatie naar professionals en eindklanten, naar het grote publiek en naar collega-bedrijven, maar ook openheid in innovatie. Vandaar dat de samenwerking met andere gespecialiseerde topspelers integraal deel uitmaakt van de bedrijfsstrategie. Voor Paul Renson is het vrij eenvoudig: “De markt waarin wij ons bewegen, evolueert tegen een razend tempo en wij moeten opboksen tegen grote geïntegreerde spelers die zich bezighouden met zowel koeling, verwarming als ventilatie. Wij beschikken over een grote expertise op het vlak van ventilatie en zonnewering, maar bijvoorbeeld niet qua verwarming. Om aan de kop van ons peloton te blijven, kunnen we de extra kennis eigenlijk niet snel genoeg in huis halen. Om sneller over de nodige expertise te beschikken, werken we daarom samen met topbedrijven die die wel al in huis hebben en waarmee we samen vernieuwende producten kunnen ontwikkelen.” Zo ontwikkelde Renson samen met Novy de geruisloze dampkap Odormatic, die binnenkort gelanceerd wordt op Batibouw. Paul Renson: “Als er gekookt wordt, is het een dampkap zoals we die kennen. Wanneer er niet gekookt wordt, is het een ‘ventilatie-extractiepunt’ aangestuurd door onze Healthbox-motor. Op die manier is geen dubbele aansluiting in de keuken meer nodig. Een unieke oplossing die geïntegreerd kan worden in onze core-ventilatieoplossingen en waarvoor de bestellingen nu al vlot binnenlopen.” Renson is zowel een vragende als ontvangende partner als het over open innovatie gaat. Als ‘vrager’ zorgt het ervoor dat de merknaam ‘Renson’ prominent in het oog blijft springen. Zo wordt de Odormatic in de markt gezet als ‘Renson, powered by Novy’. Het bedrijf werkte recent ook samen met Velux aan een zelfregelende ventilatieklep voor hun gloednieuwe raamsystemen voor zolderkamers, geschikt voor alle types dakhellingen. Met Oxinox, specialist in inoxbuizen, werd een geïntegreerd afvoerkanaal bedacht en geproduceerd. En zo zijn er bij Renson tal van winwinpartnerschappen opgestart, naast de innovaties die in eigen huis plaatsvinden. “Door dergelijke samenwerkingen aan te gaan, kom je tot vernieuwende producten waar elke partner apart misschien niet zou aan gedacht hebben”, meent Paul Renson.

Vertrouwen en bereidheid

Jojo Vereecke & Albert Hermans, Forest Avenue:

“Er moet een groot vertrouwen zijn bij open innovatie, want uiteindelijk deel je een innovatief idee met een ander bedrijf in een heel vroege fase.”

REPORTAGE

ken, en we blijven vernieuwen, onder meer ook op het vlak van design. Op Interieur vorig jaar hebben we bijvoorbeeld een hut voorgesteld onder de naam Mökki, gemaakt en geweven met de synthetische vezel en bedacht door de Kortrijkse designer Gerd Couckhuyt. Wij verwelkomen de creatieve ideeën van designers maar ook architecten die met ons in zee gaan. Onze corebusiness blijft evenwel zonnewering, windschermen, terraspanelen enzovoort.”

Is open innovatie eigenlijk nog een keuze tegenwoordig, of eerder een noodzaak? “Of het een noodzaak is, durf ik niet te zeggen, maar in elk geval versterkt het alle partijen”, meent Paul Renson. “Bedrijven die de kans grijpen, leren er ook veel van bij. Zo hebben wij bij het ontwikkelen van de zelfregelende klep met Velux enorm veel opgestoken over hun testprocedures.” Bij open innovatie moet er uiteraard een groot vertrouwen zijn, een klik ook tussen de partners. “Natuurlijk, want uiteindelijk deel je een innovatief idee met een ander bedrijf in een heel vroege fase”, zeggen Albert Hermans en Jojo Vereecke van Forest Avenue. “Als dat vertrouwen er niet is, moet je er niet eens aan beginnen. Nu, dat neemt niet weg dat je alle afspraken best ook duidelijk op papier zet. Wij gaan geen enkele samenwerking aan zonder dat er een soort contract is opgesteld.”

Paul Renson, Renson:

“Door dergelijke

samenwerkingen aan te gaan, kom je tot vernieuwende producten waar elke partner apart misschien niet zou aan gedacht hebben.”

“Dat vertrouwen groeit ook nog tijdens het proces”, vult Paul Renson aan. “Overigens merk ik een steeds grotere bereidheid om aan open innovatie te doen; bedrijven kunnen het zich dan ook niet meer veroorloven om op zichzelf terug te plooien, niet op deze wereldmarkt. Het helpt ook dat ondernemingen zich steeds meer specialiseren, en daardoor ook steeds minder in elkaars vaarwater zitten.” De zoektocht naar valabele innovatiepartners hoeft zich ten slotte niet te beperken tot de regio, al biedt de lokale nabijheid wel voordelen. “Als je op slechts 12 km van elkaar zit, is de flexibiliteit in het hele vernieuwings- en creatieproces zeer groot”, zegt Albert Hermans. “Denk aan de snelheid waarmee je stalen kunt uitwisselen. Dat is toch een grote troef.” Daar is Paul Renson het mee eens. “De nabijheid laat je toe om snel te schakelen, je bent meer vertrouwd met elkaar en elkaars manier van doen, en ik vind het ook wel belangrijk om mee m’n schouders te kunnen zetten onder de economische dynamiek van de hele streek.” (JD)

www.forestavenue.be www.renson.be

Ondernemers 03 15 februari 2013

9


10

Ondernemers 03 15 februari 2013

Jean-Pierre Heynderick Koddaert


INTERVIEW

“Internationalisering is een obsessie” Jurist van opleiding maar ondernemer in hart en nieren: Jean-Pierre Heynderick timmert met zijn familiebedrijf Koddaert (44 miljoen euro omzet, 20 medewerkers) al 30 jaar aan de weg. Een weg die naar alle uithoeken van de wereld leidt. Het Koekelaarse bedrijf - in de jaren ‘50 begonnen als een smidse - biedt de markt tweedehands staal aan.

Een jurist die nooit advocaat werd, maar resoluut koos voor het ondernemerschap. Dat vraagt om een woordje uitleg. Jean-Pierre Heynderick: “Ik studeerde rechten omdat ik sowieso voor mezelf een algemene basis wilde. Toen ik afstudeerde was het niet mijn eerste optie om meteen in het familiebedrijf te gaan werken. Het ondernemerschap trok me wel aan mits een internationale dimensie. Zo ben ik met het toenmalige Prins Albert Fonds voor zes maanden naar Venezuela geweest om er een marktstudie te doen. Het woordje internationalisering heeft me sindsdien nooit meer losgelaten. Toen ik terugkwam uit Latijns-Amerika heb ik aan mijn vader en mijn oom een voorstel gedaan om de zaak over te nemen. We zijn het vrij snel eens geworden. Ik stelde in wezen maar één echte voorwaarde en dat was dat ik carte blanche kreeg om mijn visie uit te werken. Ik zag dat dit bedrijf veel potentieel had, maar begin de jaren ‘80 was al een heel ander tijdperk dan de jaren ‘60. Mijn vader en oom gingen destijds hun eerste partijen afgedankt staal kopen bij ene Albert Frère in Charleroi. Alleen al in Charleroi geraken was toen al een grote uitdaging.” Risico nemen is inherent aan het ondernemerschap. Stel dat u vandaag net afgestudeerd bent. Zou u dan nog de sprong wagen? Jean-Pierre Heynderick: “In mijn geval was het de aard van het beestje. Ik zou vandaag vermoedelijk precies hetzelfde doen. Ondernemer worden, is altijd mijn grote professionele passie geweest. Ik kan alleen maar vaststellen dat de jeugd vandaag niet meer zo risicobereid is, ook al heeft ze onder meer dankzij het internet en de nieuwe communicatiemogelijkheden veel meer middelen ter beschikking.”

De ‘Koddaert-drinks’ zijn een begrip Familiebedrijven zijn vaak haarden van onrust en discussie. U heeft het over een vlekkeloos verlopen overdracht van de zaak. Hoe doet u dat en welke adviezen heeft u in huis voor die familiebedrijven

waar het al eens moeilijker gaat? Jean-Pierre Heynderick: “Ik denk dat het volstaat om een aantal gezonde principes te volgen: informeer u goed vooraf, zorg voor een klankbord om uw mening te toetsen, begin er op tijd aan, toon respect voor de komende generatie, wees transparant. Sinds ik de zaak overnam, is er nog slechts één vraag die me permanent bezig houdt: hoe kan dit bedrijf groeien en bloeien zonder dat het te afhankelijk wordt van mezelf als CEO?” Welke waarden moet een goed manager uitdragen? Jean-Pierre Heynderick: “Oei, dat zijn er veel. Eén: Wie onderneemt, moet geld in het laatje brengen, maar ondernemen is ook veel meer dan geld alleen. Ik ben niet het type ondernemer dat de hele tijd focust op financiële kwesties. Gelukkig maar, want ondernemerschap heeft zoveel meer te bieden. Twee: zorg voor een goed team, en maak dus jezelf deels overbodig. Drie: wees altijd open en eerlijk in relaties. Van alles wat we verkopen, bestaat een soort paspoort dat volledig toegankelijk is voor de klant. Die kan dat ook online raadplegen. Vier: ga niet voor het snelle gewin, maar wel voor de lange termijn. Vijf: ken uw klanten en creëer een band met hen. Tot in Australië toe weten we wie bij ons bestelt. Zes: in een kmo zoals de onze zweren we bij een horizontale structuur. Hier zijn geen bazen, hier weten en horen we alles van elkaar. Iedereen wordt ook uitgenodigd mee te denken met het bedrijf. Niemand is belangrijker dan het eigen personeel. Ik prijs me gelukkig dat we een soort van grote familie vormen van medewerkers die al 20 tot 30 jaar op post zijn. Zeven: neem je strategische beslissingen snel maar wel na overleg. En met principes kan ik nog wel even doorgaan, hoor.” Een goede band met de medewerkers is cruciaal, zegt u. Maar hoe ver kan men daar in gaan? Jean-Pierre Heynderick: “Ik heb het gelukkig nog niet meegemaakt, maar mocht ik iemand moeten ontslaan dan zou ik daar ziek van zijn. Al weet ik dat het in bepaalde gevallen niet anders kan. Ik blijf zweren bij

een hechte band met alle werknemers, van hoog tot laag. Als ik het al eens moeilijk heb dan helpt mijn team er me weer zo bovenop. De ‘Koddaert-drinks’ zijn inmiddels een begrip van entente en gezelligheid geworden, van leute en begrip ook.”

De wereld, mijn dorp Koddaert is actief in een nichesector, maar hoelang blijft dit nog zo? Heeft u schrik dat pakweg de Chinezen die ook zullen ontdekken? Jean-Pierre Heynderick: “Die slimme Chinees bestaat natuurlijk al. Maar in Europa zijn we op een uitzondering na de enige speler die zich op deze markt van tweedehands staal en dito buizen heeft gegooid. Wij durven zeggen dat we voor topkwaliteit gaan. Op onze site in Koekelare staat alles in het teken van het creëren van toegevoegde waarde. Tweedehands hoeft echt niet minderwaardig te zijn. Wij bewerken de producten die we overal ter wereld aankopen en geven die producten een tweede leven. En wat blijkt? Dat de belangstelling voor onze opgewaardeerde producten erg groot is van over de hele wereld. Ook een nichespeler moet zijn klanten dus permanent een meerwaarde bezorgen.” Internationalisering was van meet af aan uw stokpaardje. Vandaag is Koddaert actief in tientallen landen wereldwijd. Hoe zou u de basisstrategie omschrijven? Jean-Pierre Heynderick: “Stilaan ontplooien we nu ook een strategie van aanwezigheid dicht bij de klant en dus dicht bij de markt. Onze eerste verkoopkantoren in Chili en in Noord-Amerika (Delaware) zijn geopend en draaien volop. Nu willen we zo snel mogelijk ook nog antennes in het Midden-Oosten – vermoedelijk Dubai of Qatar - en in het Verre Oosten – Hongkong of Vietnam. Eerst beginnen we met een salesfiliaal en op termijn kan daar ook ruimte gemaakt worden voor productie. Ik denk dat we met deze strategie wel degelijk uniek blijven in een nichemarkt.”

Ondernemers 03 15 februari 2013

11


INTERVIEW

12

Ondernemers 03 15 februari 2013

U reist nogal wat af om de uitgestippelde strategie vorm te geven. Wat leert u als Vlaamse ondernemer als u de wereld intrekt? Jean-Pierre Heynderick: “Ik sta graag even langer stil bij het voorbeeld van Chili, op vele vlakken een modelland voor ondernemers. De overheid is er zeer down to earth en ondernemersvriendelijk. Een nieuw bedrijf oprichten was een fluitje van een cent, op een maand tijd was de hele klus geklaard. Telkens opnieuw valt het me op hoe eenvoudig en transparant de wetgeving er is, ook voor buitenlandse investeerders die als het ware de rode loper uitgerold krijgen. Een dienst als Tax-on-web bestaat er bijvoorbeeld al lang. De overheid is er voor de ondernemers en stelt zich dienend op. Ja, anders dan hier dus. In Chili valt het me op dat de politieke klasse en de ondernemers elkaar bijzonder goed kennen en altijd klaar staan om elkaar te helpen. Chili mag dan op zich al een relatief kleine afzetmarkt zijn, als springplank naar de rest van het Latijns-Amerikaanse continent heeft het enorme troeven dankzij vrijhandelsakkoorden en dankzij de Pacific Alliance, een soort economische zone waar Chili, Peru, het boomende Colombia en Mexico deel van uit maken.”

minderwaardig, en wel omdat we de aangekochte partijen staal een upgrade geven. Maar, belangrijk voor de klant, het aanbod is goedkoper. Niets komt echter vanzelf. In Koekelare hebben we doorheen de jaren veel knowhow opgebouwd en zijn we ook altijd blijven investeren in mensen en machines.”

Tweedehands is niet minderwaardig

Dat de Belgische loonlasten tot de hoogste van de wereld behoren, is geen nieuws. Hoe gaat u als kmo om met die handicap? Jean-Pierre Heynderick: “Veel wegen zijn er niet. Als bedrijfsleider probeer ik altijd oog te hebben voor voldoende productiviteit. Maar dan wil je de mensen die het waar maken ook graag belonen. Net dat wordt niet gemakkelijk gemaakt. Ik prijs me gelukkig over schitterende en flexibele medewerkers te beschikken die het bedrijf een leven lang trouw blijven. Het is hier net één grote familie. We doen er ook alles aan om de sfeer optimaal te houden. Transparantie is een verworven recht. Iedereen weet hier van iedereen wat hij doet. Ik wil zelf ook niet boven mijn mensen staan. Veel liever sta ik tussen hen. Als er een vrachtwagen moet gelost worden, en er zijn handen te kort, dan zou ik al eens durven bijspringen.”

Gelooft u in het door Voka-voorzitter Lieven Danneels verdedigde Triple Helix model waarbij overheid, onderwijs en ondernemers de handen in elkaar slaan? Gebeurt dat hier niet veel te weinig? Jean-Pierre Heynderick: “Wat moet de uiteindelijke bedoeling zijn van een maatschappij die zichzelf respecteert? Dat ze vooruit gaat, werk en toegevoegde waarde creëert. Ik stel vast dat er in dit land behoorlijk wat misgegroeid is en dat vooral politieke belangen een doorslaggevende rol spelen. Anders dus dan wat een triple helix zou moeten zijn. Politici moeten zich meer inleven in de wereld van ondernemers. Hun visie is net als de maatschappelijke perceptie over onderne-

“Politici moeten zich meer inleven in de wereld van ondernemers. Hun visie is net als de maatschappelijke perceptie over ondernemers: veel te negatief.” mers: veel te negatief. Waarom toch? Als men fraude of zwartwerk aan banden wil leggen in het bedrijfsleven, ben ik de eerste om dat toe te juichen. Maar men doet graag uitschijnen dat iedereen zich aan dit soort uitwassen vergrijpt. Wat de relatie met het onderwijs betreft, hoort u mij als bedrijfsleider zeker niet klagen. Onze firma onderhoudt bijvoorbeeld de best mogelijke relaties met het lokale technisch onderwijs.” Welke toegevoegde waarde biedt de thuisbasis in Koekelare? Jean-Pierre Heynderick: “Wij zorgen voor een directe levering van tweedehands staal (golfplaten, profielen, buizen, vlakke platen) aan de klant, zonder tussenpersonen. Helaas staat de overheid niet toe dat we een certificaat binden aan onze producten. Dat is jammer want we schreeuwen het graag van de daken: tweedehands is geen tweede keus en zeker ook niet

Vlaanderen en zeker deze provincie wil meer en meer zijn logistieke troeven uitspelen, onder meer via het initiatief Flanders Logistics. Merkt u er iets van? Haalt u er voordeel uit? Jean-Pierre Heynderick: “Ik durf zeggen dat er op dat vlak heel wat veranderd is in onze contreien. Terwijl we vroeger omzeggens alle producten verscheepten via de haven van Antwerpen, doen we nu meer en meer een beroep op Zeebrugge. Antwerpen heeft qua lijnen voor containertrafiek weliswaar nog altijd een groter bereik, maar Zeebrugge haalt zijn achterstand beetje bij beetje in en wordt steeds competitiever op het vlak van prijs. Als bedrijfsleider kan ik me ook alleen maar verheugen op een grote flexibiliteit en efficiëntie van de Zeebrugse haven. De evolutie van de laatste vijf jaar is te opvallend om er naast te kijken.”

Passie voor tennis Hoe kijkt u tegen de bankensector aan? De tijd dat een ondernemer met een bankier een persoonlijke vertrouwensrelatie kon aangaan, behoort volgens velen tot het verleden. Jean-Pierre Heynderick: “Hier in Koekelare ervaar ik dat toch anders. Ik kan zeggen dat ik een zeer constructieve relatie onderhoud met de banken. Over elke stap die ik doe met mijn bedrijf, licht ik ze transparant in. Vergeet niet dat een bank zowat de olie is die de motor van het bedrijf doet draaien. Ik ga met de vertegenwoordiger van de banken zakelijk om maar met wederzijds vertrouwen en respect. Zoals in alle relaties moet het ook in deze klikken tussen twee mensen. Daarom werk ik graag met één en dezelfde dossierbeheerder omdat die na verloop van tijd de context en het bedrijf beter kan inschatten. Ik merk dat dit op ons niveau werkt. De problemen, als die er al zijn, beginnen pas als de lokale bankbeheerders het in Brussel moeten gaan vragen.” Hoe ziet u uw eigen opvolging met drie kinderen? Stimuleert u hen ook richting ondernemerschap? Jean-Pierre Heynderick: “Het is nog te vroegen om te zeggen dat ze me zullen opvolgen want ze studeren nog. Het is soms een verscheurende keuze: mijn verstand zegt dat ze hun vader beter niet zouden

opvolgen, maar ik weet dat dit een stelling is die ingaat tegen mijn ondernemershart. Gezien de macroeconomische context kiezen ze misschien beter voor zekerheid en enig comfort door voor een ander te werken. Ik stel vast dat de jeugd ook niet meer zozeer staat te trappelen om een ondernemersavontuur aan te gaan. Ik betreur dat ook, zeker naar de toekomst toe. Ik troost me bij de gedachte dat die desinteresse van de jeugd niet eeuwig kan blijven duren. Misschien wachten de jongeren gewoon tot de globale context

“De overheid in Chili is zeer down to earth en ondernemersvriendelijk. Een nieuw bedrijf oprichten was een fluitje van een cent, op een maand tijd was de hele klus geklaard.”

opnieuw wat opklaart en er meer stimuli pro ondernemerschap komen van de overheid. Laat ons dus maar het beste verhopen voor de lange termijn. Inmiddels probeer ik mijn omringend kader meer en meer te betrekken bij het beleid en gezien het aanwezige talent valt dat goed mee.” U heeft een uit de hand gelopen hobby: tennis. Wat trekt u zo aan in die sport? Jean-Pierre Heynderick: “Zelf ben ik niet bepaald een sportman, maar de kinderen speelden tennis. Zo ben ik erin gerold. De Torhoutse tennisclub was op zoek naar onderdak en ik heb toen zwaar geïnvesteerd in een oud bedrijfspand waarvan ik al eigenaar was. Maar als ik iets doe, wil ik het goed doen en dus zijn we voor een topsporthal gegaan waar we recent nog een 100.000 dollar-tornooi hebben georganiseerd. Zo heb ik de professionals van het tennis beter leren kennen en werd ik ook cosponsor, eerst van Kim Clijsters en nu van Kirsten Flipkens. Na een indoor sporthal wil ik nu ook de outdoor installaties van de Torhoutse tennisclub upgraden. Als je investeert in iets, moet het natuurlijk ook opbrengen. Ik ben dat nu aan het bekijken met partners uit het profcircuit en met de Vlaamse Tennisvereniging. In Torhout wil ik mijn droom realiseren, maar wel in samenspraak met anderen. Want dat is nu eenmaal mijn diepste overtuiging: alleen is maar alleen.” U heeft een persoonlijke relatie opgebouwd met de top van het Belgische tennis (Kim Clijsters, Justine Henin, Kirsten Flipkens), alsook met Georges Leekens. Wat kan een ondernemer van deze mensen leren? Jean-Pierre Heynderick: “Ik zie niets dan parallellen tussen topsport en ondernemerschap. Ik som voor de vuist weg op: het kan heel eenzaam zijn aan de top, elke dag opnieuw moet je alert zijn, je moet een vechter zijn, je gaat al eens op je bek maar dan moet je terugslaan en als je succes hebt, moet je al denken aan de volgende uitdaging. Geen enkel pad loopt als dat van een hamstertje dat altijd over hetzelfde wieltje loopt.” (Tekst: Karel Cambien – Foto’s: Kurt Desplenter)


U denkt nog niet aan uw energieprijs voor 2014 want u moet nog aan 2013 wennen? Vindt u het nog te vroeg op het jaar of te laat in de winter om aan uw energiecontract te denken? Toch doet u dat beter wel! Essent.be helpt u vooruit te kijken. Want écht besparen? Dat doet u nu, zelfs al voor 2014, 2015 en 2016. • De scherpe energieprijzen van vandaag, nu al beschikbaar tot 2016. • Een vruchtbare samenwerking op lange termijn.

Contacteer ons via offerte@essent.be of op het nummer 03 270 79 92

ESS_adVoka_WVlaand_233x333.indd 1

10/01/13 14:21


BEDRIJVEN

14

Ondernemers 03 15 februari 2013

Verzekeraars Protect en CDA realiseren Business Center Katelijnepoort Langs de Brugse ring werd de laatste fase van het Business Center Katelijnepoort opgeleverd. Dit architectonische merkpunt biedt 8.500 m² kantoorruimte en 160 ondergrondse parkeerplaatsen.

tect al meermaals samenwerkte”, licht initiatiefnemer Ides Ramboer toe.

Al in 2004 kochten verzekeraars Protect (van de Lichterveldse familie Ramboer) en CDA Verzekeringen de voormalige RTT-site op de hoek van de Baron Ruzettelaan en de Buiten Gentpoortvest. Na de verhuis van Belgacom naar de Rijselstraat was het complex vervallen tot een desolate stadskanker. Er volgde een gefaseerde aanpak waarbij eerst de bestaande kantoren gerenoveerd werden. Daarna kwam met het aankopen van twee woningen het hele hoekterrein in eigendom.

Eind 2012 werd de laatste fase opgeleverd. Het complex omvat vier gebouwen waarvan de ‘lateibalk’ – een vier hoog zwevende ruimte van 100 m lang – de grootste aandacht trekt. “Deze balk telt twee verdiepingen en rust op twee kantoorgebouwen, wat een poortkarakter geeft. Met glas en staal creëerden we een krachtig visueel signaal, een hedendaagse blik op het historische Brugge. Tegelijk ontstond er een campusgevoel door de aanleg van een semipublieke ruimte. Fietsers en voetgangers kunnen op een veilige manier het drukke kruispunt vermijden”, zeggen architecten Hendrik Vermoortel van Buro II en Mathias Lammens.

“Na het verwerven van de vergunningen in 2007 konden we werk maken van de nieuwbouw en realisatie. Wij deden een beroep op ABV+ Architecten uit Kapellen, Buro II & Archi+I en VK Engineering uit Roeselare, die hiervoor een tijdelijke vereniging oprichtte. De uitvoering gaven we in handen van de Brugse aannemer Depret, deel van de Artes Group, waarmee Pro-

De mobiliteit werd flink verbeterd door de ontsluiting te verleggen naar de achterliggende Vestingstraat. De parkeerdruk op de woonbuurt wordt beperkt door 160 ondergrondse parkeerplaatsen. Het station ligt op nauwelijks 700m. De ruimtes in het Business Center Katelijnepoort worden verhuurd door het Brugse kantoor Turner & Dewaele. “Het gebouw is zodanig modu-

Ides Ramboer, Hendrik Vermoortel, Mathias Lammens, Rebecca Ramboer en Robert Hoornaert:

“Het gebouw is zodanig moduleerbaar ingericht dat kantoren van 200 tot 2.000 m² mogelijk zijn, dus voor zowel kleine als grote gebruikers.” leerbaar ingericht dat kantoren van 200 tot 2.000 m² mogelijk zijn, dus voor zowel kleine als grote gebruikers. Daarnaast verhuren we 1.627 m² archiefruimte en nog 148 parkeerplaatsen”, vertelt Ides Ramboer. Van de vier gebouwen is de Baron Ruzettelaan 5 al volledig verhuurd. Je vindt er Everest Lawyers (advocaten), Acerta (sociaal secretariaat), Ergo (verzekeringen), Pureplexity (apps en websites), Ubicum (ICT) en Delta Lloyd Bank. (RJ – Foto MVN)

www.protect.be www.CDA.be

Paneltim bestaat 20 jaar en investeert volop Paneltim maakt al 20 jaar kunststofpanelen en –roosters voor de agrosector en de bouwmarkt. Vanuit Lichtervelde verovert het bedrijf stelselmatig de hele wereld. Om die snelle groei te kunnen bestendigen, investeert Paneltim in de uitbreiding van het machinepark. In 2013 bestaat Paneltim 20 jaar en dat viert het bedrijf onder andere met een investering van 3 miljoen euro in twee nieuwe spuitmachines. Die zijn meer dan nodig want het bedrijf draait nu al zeven dagen op zeven en de komende jaren verwacht de bedrijfsleiding nog een belangrijke groei. Het was Ludo Deltour die, samen met zijn schoonbroer Marc Degrave, een bedrijf opstartte dat polypropyleen sandwichpanelen produceerde. De panelen waren bestemd als hokafscheiding voor de varkenssector. Door de jaren heen specialiseerde Paneltim zich in het spiegellassen van die sandwichpanelen. Het unieke kunststofpaneel dat dankzij zijn interne cellenstructuur tegelijkertijd sterk en licht is, ligt aan de basis van de huidige verkoopsuccessen van de West-Vlaamse kmo.

“In 2010 startten we onze eigen spuitgietafdeling, Panelplast, in het gebouw dat naast ons vrijkwam. Twee zware spuitgietmachines staan in voor de productie van onze panelen,” verduidelijkt CEO Annelies Deltour. “Het in eigen beheer injecteren van de panelen maakt de productiecirkel rond. Het zorgt er tevens voor dat Paneltim flexibel kan inspelen op de vragen uit de markt en tegelijkertijd de kwaliteitscontrole zelf in handen kan houden.” De klanten van Paneltim situeren zich zowel in de agro- als in de bouwsector. “In de agromarkt worden onze panelen vooral gebruikt als hokafscheiding en als wanden en deuren in stallen voor de intensieve veeteelt. Daarnaast bewerken we de bouwmarkt waar kunststofconstructeurs onder andere rechthoekige vloeistoftanks, zwembaden, luchtbehandelingskasten, trailers, werfwagens en meubels maken met onze constructieplaten. We bevoorraden Europa en exporteren naar landen als Turkije, Rusland, Zuid-Korea, China, Taiwan, Zuid-Afrika, Chili, Mexico en Canada. Die diversificatie maakt ons minder afhankelijk”, aldus Annelies Deltour.

Annelies Deltour:

“Het in eigen beheer injecteren

van de panelen zorgt ervoor dat Paneltim flexibel kan inspelen op de vragen uit de markt en tegelijkertijd de kwaliteitscontrole zelf in handen kan houden.” De taakverdeling binnen het familiebedrijf is netjes afgelijnd. “Mijn vader spitst zich toe op productontwikkeling, optimalisatie en procesautomatisatie”, geeft Annelies mee. “Mijn broer Filip is verantwoordelijk voor de verkoop, mijn andere broer Lode voor productie, aankoop en logistiek en ikzelf voor het algemeen management en de marketing. Onze nicht, Nele Degrave, is ten slotte verantwoordelijk voor de boekhouding en de financiën.” (PD – Foto Kurt)

www.paneltim.be


BEDRIJVEN INCAFIN BOTST OP KREDIETKRAPTE VOOR INNOVATIEVE PROJECTEN

“Hoog tijd dat banken investeren in innovatie” Vincent Coolsaet:

De overheid wil ondernemers aanzetten tot innovatie. Alleen blijkt het bij de financiering daarvan wel eens te haperen. Vincent Coolsaet van Incafin, gespecialiseerd in onder meer betonbescherming en -injecties, waterdichting en rioolrenovaties, ervaart al jarenlang hoe moeilijk het is om banken en participatiefondsen van de overheid te overtuigen tot kredietverstrekking voor innovatieve projecten. “Als we in Vlaanderen op internationaal economisch vlak nog van enige betekenis willen zijn, zal die strategie toch dringend moeten veranderen”, zegt hij. Ondernemen is innoveren, maar innoveren betekent ook investeren. Nogal wat bedrijven die door vernieuwende technieken en technologieën hun bestaanszekerheid op lange termijn willen garanderen, kunnen dat niet louter met eigen middelen en zoeken daarom externe steun. “Precies daar wringt het schoentje”, weet Vincent Coolsaet van Incafin uit ervaring. “Jammer genoeg stel ik vast dat financiële middelen voor innovatie nagenoeg niet ter beschikking worden gesteld. Noch door de banken, nocht door de overheidsinstellingen. Als ze dan toch overstag gaan, eisen ze een hele rist aan extra onrealistische waarborgen en garanties. De parameters die zij toepassen om al dan niet een krediet te verlenen, zijn in deze snel veranderende en concurrentiële wereld inmiddels totaal achterhaald. De spelregels voor kredietverstrekking moeten dus dringend worden herbekeken.”

Geen expertise Coolsaet weet waarover hij spreekt: hij werkt al jarenlang aan de ontwikkeling van een vernuftige oplossing op basis van nanotechnologie, maar botst voor de financiering daarvan continu op gesloten deuren.

“Nochtans zijn er kredietverleners vanuit de overheid die financiële middelen, onder de vorm van een achtergestelde lening, ter beschikking zouden moeten kunnen stellen. De fout die zij maken, is dat zij zich als geldverschaffer niet meer bij hun core business houden, maar zich buigen over het al dan niet innovatieve karakter. Eigenlijk is de beoordeling van dat innovatieaspect niet hun taak, bovendien hebben zij die expertise ook niet in huis. Daarvoor bestaan andere instellingen, zoals het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie), dat mijn project trouwens al tot tweemaal toe heeft gesteund.” De zaakvoerder van Incafin beseft dat innovatie door banken en kredietverleners onmiddellijk met risico wordt geassocieerd. “Risico doet hen huiveren, maar ze gaan voorbij aan het feit dat innovatie niet alleen een bron van welvaart is, maar ook bestaanszekerheid en toekomstperspectief biedt aan onze ondernemingen. Als wij als ondernemer er dan voor zorgen dat die vernieuwing maatschappelijk relevant is, is het plaatje volledig. Eigenlijk is het niet verlenen van kredieten voor innovatie dus onverstandig: het verlamt onze economie op een moment dat groeilanden zich verder in nichemarkten bekwamen en ons op diverse vlakken voorbijsteken. Door die passieve houding neemt onze achterstand alleen maar toe.”

Cruciaal keerpunt “Onze economie bevindt zich op een belangrijk keerpunt”, vervolgt Coolsaet. “In welke richting wij evolueren, zal grotendeels afhangen van het al dan niet nemen van de juiste beslissingen. Innovatieprojecten vertragen, betekent achteruitgaan. En dat kunnen we ons absoluut niet langer veroorloven. Ook onze politici moeten daarom dringend de taal van de ondernemer leren spreken.”

“Politici hebben de mond vol

van ‘Vlaanderen in Actie’. Het wordt hoog tijd dat ze eindelijk eens de moed vertonen om dat toekomstproject in concrete daden om te zetten.” In het ideale scenario investeert een bank of kredietverlener vanuit de overheid in bedrijven die kunnen aantonen innovatief bezig te zijn. “Een IWT-toelage zou het toekennen van een krediet moeten mogelijk maken zonder verder onderzoek of bijkomende voorwaarden. Zo’n IWT-subsidie aan bedrijven levert ontegensprekelijk het bewijs dat de onderneming financieel gezond en innoverend is. Helaas moeten ondernemers tot hun verbijstering al te vaak vaststellen dat banken de instellingen zoals het IWT niet of nauwelijks kennen”, stelt Vincent Coolsaet vast. De meerwaarde van vooruitstrevende bedrijven kan niet genoeg worden benadrukt, vindt Coolsaet. “Het heeft geen zin om noodlijdende ondernemingen verder te helpen want je bouwt geen huis op een slechte fundering. Innovatieve bedrijven daarentegen kunnen zich internationaal profileren, waardoor ons land wereldwijd weer positief in het daglicht komt. Zolang we door besluiteloosheid en een gebrek aan een duidelijke visie onze economie laten wegkwijnen, zal de kloof met andere landen alleen maar groter worden. De politici uit ons gewest hebben de mond vol van ‘Vlaanderen in Actie’. Het wordt hoog tijd dat ze eindelijk eens de moed vertonen om dat toekomstproject in concrete daden om te zetten.” (BVC – Foto Hol)

www.incafin.com

Ondernemers 03 15 februari 2013

15


www.vandekerckhove-metaal.be

www.vandekerckhove-metaal.be

UW TOELEVERANCIER - oxidisch snijbranden - CNC + halfautomatisch zagen - lasconstructies volgens plan

NIEUW: - Trumpf Trulaser 4 kw lasersnijden tot 20 mm - Trumpf Trubend 130 ton /3000 mm cnc plooien

metaal op een plaatje • LASERSNIJDEN tot 4 meter lengte • PONSEN tot 50 ton • PLOOIEN op 4 meter en 170 ton • LASSEN via robot - 5 stations • POEDERLAKKEN

Industrieweg 21 - B-8800 Roeselare - tel. 00 32 51 20 32 09 - fax 00 32 51 20 22 37 e-mail: ghesquiere.metaal@skynet.be - www.ghesquiere.metaal.be

• ASSEMBLAGE • KWALITEITSGARANTIE

N.V. Ateliers

VANHOUTTE Zonnebeekseweg 221 - 8900 Ieper T +32 (0)57 20 21 47 F +32 (0)57 20 16 54 stevens.punching@spsfe.be www.stevens-punching.be

Hoe succesvoller ondernemen met marketing? Donderdag 21 maart 2013 vanaf 13u30 Kinepolis Kortrijk

Flanders Fieldweg 42 8790 Waregem Tel.: 056 60 17 72 www.atelier-vanhoutte.be info@atelier-vanhoutte.be


DOSSIER

DOSSIER Machinebouw en metaal

Stefaan Debruyne, Koen Herreman en Kristof Vandesompele:

“Wat werken bij ons boeiend maakt, is dat wij die totaalprojecten van a tot z zelf uittekenen en ontwikkelen en ook volledig in eigen huis realiseren.”

MACHINEBOUWER UIT WINGENE GROEIT RAZENDSNEL

Saleenco maakt grootste combiblancheermachine ter wereld De West-Vlaamse diepvriesgroentensector draait op volle toeren en daar spint Saleenco goed garen bij. Het Wingense bedrijf mocht zonet de grootste blancheermachine ter wereld aan een West-Vlaamse diepvriesgroentenproducent leveren. Met deze 25 meter lange en 3 meter brede blancheertunnel is Saleenco nochtans niet aan zijn proefstuk toe. “We hebben eerder al verscheidene gelijkaardige machines geproduceerd, maar die waren maximaal 2 meter breed. De nieuwe combi-blancheerinstallatie is voor zover wij weten de enige in de wereld met deze productiecapaciteit van 14 ton spinazie netto per uur, en eveneens bruikbaar voor het verwerken van andere groentesoorten”, legt Kristof Vandesompele uit. Saleenco werd 15 jaar geleden opgericht. Kristof Vandesompele en zijn Wielsbeekse ondernemersfamilie stapten in 2007 in het bedrijfskapitaal en namen het bedrijf in 2009 volledig over. “Het was een gezond bedrijf met een hoge kwaliteitsnorm waar enorm veel groeipotentieel in zat. Goeie, ervaren mensen hebben op alle bedrijfsniveaus, is de basis van ondernemen. Dus hebben we geïnvesteerd in de uitbreiding van het engineeringteam. Nu werken we al met vier interne ingenieurs en schakelen we ook verschillende externen in.”

Het oog wil ik ook wat In de activiteiten van Saleenco zijn drie luiken te onderscheiden. “Ons ingenieursteam tekent volledige productielijnen uit in overleg met en op maat van de klant. De machines die in zo’n lijn passen, ontwik-

kelen en bouwen we zelf. Ten slotte installeren en monteren we de volledige lijn ter plaatse en zorgen we voor onderhoud en service achteraf”, vertelt Kristof Vandesompele. “We willen een totaalpartner zijn voor grote en kleine inox-projecten, van een volledige lijn tot een specifiek machineonderdeel. Daardoor krijgen we met onze klanten een continue en duurzame relatie die grote pieken en dalen in onze productie vermijdt.” “Alle onderdelen van zo’n productielijn worden vervaardigd uit inox, tot de onderstellen toe. Als afwerking wordt alles gebeitst of geparelstraald waardoor corrosie geen kans maakt. Dit komt niet alleen tegemoet aan de strenge hygiënische normen in de voedingsindustrie; het oogt bovendien mooier, wat steeds belangrijker wordt”, weet ingenieur Stefaan Debruyne. “We maken eveneens alle inox-toepassingen voor de algemene procesindustrie”, vult Kristof Vandesompele aan. “Door de voorgeschiedenis van Saleenco halen we het merendeel van onze omzet uit de voedingsindustrie: de diepvriessector en de aardappelverwerkende industrie, en meer en meer ook de sector van de verse groenten die niet worden diepgevroren maar wel gemengd, versneden en verpakt. Ook suiker- en chocoladebedrijven, industriële bakkerijen en producenten van kant-en-klaarmaaltijden behoren tot ons klantenbestand. Daarnaast werken we ook voor de kunststof-, chemie- en pharmasector.”

Geen steken laten vallen De projecten en installaties zelf zijn zeer uiteenlopend en worden in samenwerking met de klant op maat

ontwikkeld: was-, sorteer-, ontsteen- en ontwatermachines, schillers, blancheurs, trilgoten, kistenkantelaars, transportschroeven, extrusie-kalibreertafels en industriële buisleidingen die chemische producten transporteren: alle toepassingen in inox zijn mogelijk. Saleenco krijgt stilaan naambekendheid in heel België en de buurlanden, maar het zwaartepunt ligt nog steeds in West-Vlaanderen. “Typisch aan de WestVlaamse voedingsindustrie is dat veel producenten familie zijn van elkaar. Als wij een grote flater zouden begaan, weet iedereen dat de dag erna. We mogen dus geen enkele steek laten vallen”, vertelt Kristof Vandesompele. “De grootste worden is niet ons doel, maar wel constant innoveren en hoge kwaliteit leveren in een goeie en duurzame relatie met onze klanten.” En die ambitie blijkt het bedrijf ook waar te maken. “In de laatste drie jaar is onze omzet verdrievoudigd”, zegt Kristof Vandesompele. “Enerzijds konden we ons klantenbestand in de verschillende sectoren gevoelig uitbreiden, anderzijds realiseren wij ook steeds meer totaalprojecten in plaats van machines die daar slechts een onderdeel van zijn. Het confronteert ons met twee problemen: voor die grote projecten zijn we stilaan te klein behuisd. In de toekomst moeten we daarom misschien wel uitkijken naar een ruimere locatie. Daarnaast groeit ons personeelsbestand, maar het vinden van geschikte medewerkers blijft een grote uitdaging. Wat werken bij ons nochtans boeiend maakt, is juist dat wij die totaalprojecten van a tot z zelf uittekenen en ontwikkelen en ook volledig in eigen huis realiseren.” (SD – Foto Kurt)

www.saleenco.be

Ondernemers 03 15 februari 2013

17


DOSSIER

18

Ondernemers 03 15 februari 2013

Heindryckx ook na ruim 60 jaar ijzersterk in klantenservice De broers Luc en Jannick Heindryckx en hun neef Bertrand vertegenwoordigen de derde generatie in het Brugse familiale metaalbedrijf. Dat metaal nog altijd gegeerd is, merken ze niet alleen aan een stabiel klantenbestand, maar ook aan de diefstalgevoeligheid van de huidige locatie in de Gotevlietstraat. “Metaal is ons leven, we hebben nooit iets anders gekend”, vertelt Jannick Heindryckx in het bureau waar zijn beide zussen de administratie van het bedrijf verzorgen. In totaal telt het bedrijf 11 medewerkers die vooral actief zijn in het goed geordende en ergonomisch georganiseerde atelier. Nieuwe metalen zijn goed voor 70% van de omzet. “We verkopen steunbalken – ‘poutrellen’ – en platen, bouwstaalmatten en beton- en hoekijzers voor de ruwbouw. Zowel bouwfirma’s als particulieren zijn onze klanten. We verknippen, lassen en plooien in ons atelier ook prefab wapening op maat. Als de bestelling binnenkomt, teken ik ’s avonds nog de plannen. De volgende dag al wordt de bestelling klaargemaakt en geleverd. Een nicheproduct in dit segment zijn trouwens de gegalvaniseerde netten met kleine mazen. De laatste jaren verkoopt dit goed. Vooral oma’s en opa’s komen die halen om over hun tuinvijver te leggen zodat kleine kinderen niet kunnen verdrinken”, vertelt Jannick Heindryckx. Daarnaast levert het familiebedrijf ook profielijzers en buizen, al dan niet voorbewerkt, zowel aan bedrijven als aan particulieren. Een kleine shop met gereedschappen en klein materiaal maakt het assortiment volledig.

Diefstallenplaag Metaalbedrijf Heindryckx is een familiebedrijf met een lange geschiedenis. Al in 1946 ging de eerste generatie broers met een bescheiden handel in oud ijzer en vodden van start in Loppem. Tien jaar later werd de officiële oprichting gevierd van de ‘Gebroeders Heindryckx’ (Tobias en Victor) in de Velodroomstraat te Sint-Michiels. De zonen van de stichters zorgden nadien voor de continuïteit. In het nieuwe millennium werd de derde generatie echter geconfronteerd met de zonevreemde locatie in een woonzone. Een verhuis naar een bedrijventerrein drong zich op.

Jannick Heindryckx:

“We verknippen, lassen en

plooien in ons atelier onder andere prefab wapening op maat. Als de bestelling binnenkomt, teken ik ’s avonds nog de plannen.”

“In 2005 verhuisden we naar een terrein van 20.000m2 op het einde van de Gotevlietstraat in de buurt van de Pathoekeweg”, vertelt Jannick Heindryckx. “Daarop bouwden we ateliers en bureaus, samen 4.500m2, wat ons de ruimte geeft om comfortabel en efficiënt te werken. Jammer genoeg werden we in de eerste

weken na onze verhuis al geconfronteerd met koperdiefstallen. Later werden ook nog onze vrachtwagens en een container oud ijzer gestolen. Dankzij efficiënt politiespeurwerk werden de daders opgepakt, maar we zitten toch een beetje in een uithoek die op dat vlak niet zo gunstig is.” Niet alleen het ontvreemden van oude metalen bij de metaalhandelaar maar ook het aanbieden van gestolen waar kwam de laatste tijd wel vaker in het nieuws. Jannick Heindryckx: “Eigenlijk is het vrij simpel: als een elektricien 1.000 kg oude leidingen komt afleveren, stellen we ons weinig vragen. Maar als een ons onbekende particulier dat doet, wekt dat argwaan. Daarom wordt iedereen die oude metalen binnenbrengt geïdentificeerd door middel van zijn identiteitskaart.” (SD – Foto MVN)

www.heindryckx.be


Laatste generatie geeft de fakkel door

Philippe Buysschaert en Bert Naert:

“Met just-in-time leveringen komen we tegemoet aan een concrete behoefte van onze klanten.”

DOSSIER

WISSEL AAN DE TOP BIJ BUYSMETAL UIT HARELBEKE

De metaalsector kreeg het de voorbije jaren hard te verduren. Ook het Harelbeekse Buysmetal ontsnapte in 2009 niet aan een inkrimping van het zakencijfer, al kon het bedrijf zelfs in dat uiterst moeilijke jaar afsluiten met winst. Dankzij de persoonlijke contacten met de klanten en het proactief meedenken met de markt gaat het sindsdien een stuk beter. Na 42 jaar dienst aan het familiebedrijf maakt bedrijfsleider Philippe Buysschaert begin volgend jaar plaats voor Bert Naert. Sinds 1886 stond er altijd al iemand van de familie Buysschaert (mee) aan het roer van Buysmetal. Daar komt begin volgend jaar verandering in want dan neemt Bert Naert de fakkel over van Philippe Buysschaert, die 42 jaar lang in het bedrijf actief was en de vierde generatie vertegenwoordigt. “Hoewel wij al sinds 1977 tot de internationale groep Klöckner & co behoren, hebben wij er altijd op gelet om te ondernemen met een familiale spirit. Een vlakke structuur, gekoppeld aan sterke persoonlijke relaties en justin-time leveringen hebben ervoor gezorgd dat wij in de metaalsector nog altijd stevig op de kaart staan”, verduidelijkt Philippe Buysschaert.

Klöckner & co De wortels van Buysmetal liggen op de Graanmarkt in Kortrijk, waar Richard Buysschaert in 1886 een bestaande metaalhandel overnam. Bijna 85 jaar later vond het bedrijf zijn definitieve stek in de Keizersstraat in Harelbeke. Na de overname van Hermanne in Seilles beschikt Buysmetal sinds 2006 ook over een Waalse poot. “In 1971 ben ik in de zaak gekomen”, herinnert Philippe Buysschaert zich. “Toen de onderneming zes jaar later werd verkocht aan de groep Klöckner & co, was ik daar aanvankelijk niet zo gelukkig mee. Ik mocht dan wel de naam van het bedrijf dragen, maar ten opzichte van de Duitse - inmiddels beursgenoteerde – groep moest ik me keihard bewijzen. Als commercieel directeur ben ik voor klanten altijd het uithangbord van de firma geweest en dat werd nog versterkt toen ik in 2007 tot algemeen directeur werd benoemd. Tijdens mijn zoektocht naar een opvolger botste ik gelukkig op Bert Naert, die mijn filosofie over ondernemen deelt en vast van plan is hetzelfde pad te bewandelen.” Dat Buysmetal in de erg concurrentiële metaalwereld altijd goed overeind is gebleven, dankt het aan verschillende factoren. “Eind jaren ‘80 vertolkten we al een pioniersrol toen we een derde hal bouwden en tegelijk als eerste (en voorlopig nog altijd enige) een automatisch magazijn voor lange producten installeerden. Het is één van de voorbeelden die onze efficiënte aanpak illustreert. Bovendien zijn alle bruggen in ons magazijn voorzien van magneten, waardoor

we met een minimum aan personeel toch maximaal klantgericht kunnen werken.”

Flexibele en dynamische organisatie Als groothandelaar in staal specialiseert Buysmetal zich hoofdzakelijk in vlakke (platen) en lange producten (buizen, handelsstaal, balken, …). Er bestaat ook een aparte afdeling voor het uitgebreide gamma leidingbuizen en fittingen. “Wat betreft onze hoofdactiviteit zijn onze belangrijkste klanten machinebouwers en hun toeleveranciers. We zijn heel goed uitgerust om producten op maat te verzagen, te groeven en via externe partners diverse vormen van oppervlaktebehandeling aan te bieden. Het was een bewuste keuze om het bewerkingsproces te beperken. Daardoor kwamen we zelden of nooit in het vaarwater van onze eigen klanten terecht. Die hebben dat altijd sterk gewaardeerd.” De hele organisatie bij Buysmetal is afgestemd op klantgerichtheid en dat is geen toeval. “In 2007 en het eerste semester van 2008 hebben wij een historisch verkooprecord geboekt, maar daarna viel de markt als een kaartenhuisje ineen. Vlak voor de crisis losbarstte, hadden heel wat van onze klanten een grote voorraad aangelegd, maar kort daarna volgde er een enorme prijsdaling die hen veel geld heeft gekost. Dit in com-

binatie met het ontbreken van zekerheden op middellange termijn en meer volatiele staalprijzen maakte hen vragende partij voor just-in-time leveringen. Daar hebben wij maximaal op ingezet. Die aanpak legt ons nu geen windeieren. Ook wij hebben ons zakencijfer in 2009 gevoelig zien krimpen, hoewel we zelfs dat jaar nog winst konden voorleggen. Sindsdien gaat het weer een stuk beter, wat we onder meer danken aan onze persoonlijke contacten en het proactief meedenken met de markt. Als flexibele en dynamische organisatie kunnen we op dat vlak veel meer betekenen dan concurrenten met een loggere structuur.” “Als West-Vlaams bedrijf mogen we fier zijn op wat we in de Belgische en Noord-Franse markt hebben gerealiseerd. We zijn gewapend voor de komende uitdagingen. De sluiting van enkele Arcelor Mittal-sites is een slecht signaal voor de sector, maar vooral een spijtig gevolg van een structurele overcapaciteit sinds jaren in de Europese staalfabrieken en een dalende vraag op de West-Europese markt. Deze drastische ingrepen zijn echter geen weerspiegeling van wat op de Belgische verbruikersmarkt leeft. Een kleinschaliger, servicegedreven organisatie als de onze zal altijd haar plaats in deze markt verdienen”, besluit Philippe Buysschaert. (BVC – Foto Hol)

www.buysmetal.be

Ondernemers 03 15 februari 2013

19


ONDERNEMERS & CO

20

Ondernemers 03 15 februari 2013

Wat als de kost van uw payrollproces kristalhelder zou zijn? Kent u de totale kostprijs van uw payrollproces? De vraag lijkt eenvoudig, het antwoord is dat minder. De Total Cost of Ownership (TCO) van het complexe payrollproces in kaart brengen, vergt immers specifieke knowhow over de verschillende onderdelen ervan. Maar liefst 77% van de Belgische organisaties heeft de totale kostprijs van de personeelsadministratie helemaal niet in kaart. Toch is het screenen, becijferen en benchmarken van het payrollproces - zeker in economisch en financieel moeilijke tijden - geen overbodige luxe. Meer nog, het resultaat van een kostenberekening is op elk moment waardevol materiaal: • Bent u zeer efficiënt georganiseerd? • Kan de efficiëntie beter omdat de machine ergens sputtert, dan wordt het meteen duidelijk waar u kan optimaliseren. • Liggen er strategische vraagstukken op uw bureau, dan krijgen structurele ingrepen een becijferde onderbouw. Maar het inzoomen op uw TCO levert u niet alleen klaarheid over uw kosten. Want wat maakt dat uw medewerkers telkens opnieuw én tijdig een correct loonbriefje mogen ontvangen? Hierin spelen heel wat minder kwantificeerbare aspecten een cruciale rol. Thema’s als kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening maken volwaardig deel uit van een TCOberekening. Wereldwijd zijn bedrijven vandaag actief in een periode van laagconjunctuur. Een typisch fenomeen dat hiermee gepaard gaat, is een stijgende spanning tussen de bedrijfsvisie op lange termijn en de te nemen beslissingen op korte termijn. Op lange termijn blijven we met z’n allen even ambitieus als voorheen. Maar op korte termijn moeten de kosten (al dan niet drastisch) teruggeschroefd worden. Die spanning neemt bedrijfs-

breed toe en sijpelt door tot in alle departementen. In dit spanningsveld is het kennen van de TCO van uw hrsleutelprocessen, zoals payroll, een niet te onderschatten competitief voordeel. Om na te gaan of u erin slaagt uw middelen efficiënt in te zetten, moet u weten wat uw payroll u in totaal kost. Die TCO omvat alle directe en indirecte, eenmalige en recurrente kosten verbonden aan de opzet, het onderhoud, de voorbereiding en het periodieke verloop van het payrollproces. Volgens onderzoek van SD Worx Research & Development bestaat het payrollproces voor zowat de helft uit niet-arbeidsgerelateerde kosten en indirecte arbeidskosten, die in eerste instantie vaak verborgen blijven. De payrollwaardeketting Payroll omvat meer dan de berekening en de uitbetaling van de lonen. De payrollwaardeketting is een complex en dynamisch businessproces, dat verschillende stappen telt: - data verzamelen, interpreteren en invoeren - verwerken - de output van het proces De eerste 3 stappen zijn de meest tijdsintensieve voor heel wat organisaties. Hier bevinden zich vaak mogelijkheden tot optimalisatie. Een vierzijdige benadering: Elke vlot lopende payroll bestaat uit een evenwichtige combinatie van vier deelaspecten: kennis, processen, systemen en mensen. De samenstelling van deze mix is geen statisch gegeven, maar evolueert mee met uw organisatie en haar doelstellingen. - Kennis: Om een payrollcyclus te realiseren, is specifieke knowhow vereist. Hoewel organisaties er zelden bij stilstaan, kunnen de kosten om deze kennis en ervaring te borgen aanzienlijk oplopen.

- Processen: De noodzakelijke activiteiten en hun frequenties moeten ook procesmatig doorgelicht worden. “Hoeveel stappen doorloopt uw organisatie alvorens iemand op de knop drukt?”, is een vraag die zich opdringt. Hierbij is het verwachte kwaliteitsniveau een belangrijke parameter. De hr-afdeling realiseert de verwachtingen van de stakeholders bij voorkeur op de efficiëntst mogelijke manier. - Systemen: Om de kosten van vandaag en morgen in kaart te brengen, hebt u nood aan een multitechnologiebril. Van welke hardware-opstelling en welk softwarepakket maakt u vandaag gebruik? Hoeveel kost u dat en hoeveel kosten de licenties, het onderhoud en de upgrades? Ook indien u eigen pakketten hebt ontwikkeld, moeten deze in rekening worden gebracht van a tot z – van het schrijven tot en met het updaten. - Mensen: Een proces is pas sterk als de mensen erachter de juiste kwalificaties hebben én als het team is samengesteld uit leden met complementaire kennis. Daarbij is understaffing uit den boze en een (te) hoog aantal FTE daarentegen is suboptimaal en biedt geen garantie op hoge kwaliteit. Voor elk van deze ingrediënten dient u niet alleen het huidige kostenplaatje volledig in kaart te brengen. Van even groot belang is het om op de hoogte te zijn van de verwachtingen en ambities van uw bedrijf opdat u de toekomstige kosten zo volledig mogelijk kan ramen. De sleutels voor een succesvolle berekening 1. De Total Cost of Ownership van uw payrollproces kennen en monitoren, biedt houvast in elke conjunctuurcyclus. 2. Kostenberekeningen zijn te vaak gebaseerd op onvolledige data. Het gedetailleerd in kaart brengen van individuele tijdsbesteding en het inventariseren van doorlooptijden is een goede start. 3. Payroll is complex; specifieke knowhow en expertise toevoegen aan uw eigen bedrijfskennis is een noodzaak. 4. Een multilaterale benadering geeft meer garantie op een heldere kijk op kosten. 5. Niet al uw stakeholders nemen genoegen met kostenbesparende initiatieven; services en kwaliteit verhogen blijft ook vandaag top of mind. 6. Outsourcing van het payroll business proces (of van onderdelen ervan) kan u in staat stellen om kosten gerichter te managen en service levels te verhogen. David Phlypo, SD Worx

Bent u klaar om langer en ánders te werken? Future of Work is een nieuwe visie op werk. Het gaat om een cultuur die gebaseerd is op vertrouwen, erkenning en autonomie. Dit leidt tot meer betrokken en gedreven werknemers, tot een grotere productiviteit en betere resultaten. SD Worx heeft specifieke oplossingen uitgewerkt om u daar op in te stellen. Onze experts begeleiden u graag, steeds vertrekkend vanuit uw specifieke situatie, sector en uitdagingen.

➜ Bekijk onze Future of Work filmpjes en prese ntaties op www.futureo fwork.be

Doe de test op www.futureofwork.be en ontdek het profiel van uw organisatie. U krijgt bij uw resultaat ook concrete tips waar u mee aan de slag kan gaan. SD Worx - Kennedypark 33A - 8500 Kortrijk SD Worx - Gistelse Steenweg 294 b203 - 8200 Brugge


De verkoop van een gebouw dat nieuw is voor btwdoeleinden gebeurt tegen het btw-tarief van 21%. Indien tegelijkertijd de grond tussen dezelfde partijen wordt overgedragen is hierop eveneens 21% btw verschuldigd. Verbouwingswerken kunnen genieten van het voordelige btw-tarief van 6%. Opdat er sprake is van verbouwingswerken (en niet van vernieuwbouw) moeten de werken op relevante wijze steunen op de wezenlijke elementen van de bestaande structuur (in hoofdzaak dragende muren). Indien er sprake is van uitbreidingswerken dan dient te kunnen worden vastgesteld dat het bijgebouwde gedeelte bestaat in functie van het oude gedeelte en dus niet afzonderlijk kan functioneren. Van zodra deze criteria niet voldaan zijn, is er sprake van vernieuwbouw. Rekening houdende met bovenstaande regelgeving kunnen zich twee situaties voordoen. We gaan daarbij uit van de veronderstelling dat de bouwpromotor enkel zijn kost en de belastingen aan- en doorrekent aan de eindgebruiker: - Situatie 1: • een bouwpromotor koopt een stuk grond met een te renoveren gebouw voor de prijs van 1.000. Hij betaalt 10% registratierechten, dit is 100. • daarna laat hij verbouwingswerken uitvoeren voor 500 met toepassing van het btw-tarief van 6%. Deze btw is voor hem aftrekbaar waardoor dit een neutrale operatie is voor hem. • iets meer dan twee jaar later verkoopt de bouwpromotor het nieuwe gebouw voor 1.600 plus 21% btw, ofwel 336. • de eindgebruiker betaalt 1.936 in totaal. - Situatie 2: • een vennootschap koopt stuk een grond met een te renoveren gebouw voor de prijs van 1.000. Hij betaalt 10% registratierechten, dit is 100;

• de vennootschap verkoopt grond en gebouw voor 1.100 aan een koper. Hij betaalt hierop 10% registratierechten, ofwel 110. • daarna gaat de koper over tot renovatiewerken van 500 tegen het btw-tarief van 6%, ofwel 30. Hij doet daarbij beroep op een firma die gelieerd is met de vennootschap die grond en gebouw verkocht. • de eindgebruiker betaalt 1.740 in totaal. In situatie 2 is hij 306 minder btw verschuldigd, namelijk 336 – 30. In de btw-wetgeving is sinds enkele jaren een antimisbruikbepaling ingevoerd. Deze komt er samengevat op neer dat de btw-administratie in geval van misbruik van de btw-regelgeving het genoten btw-voordeel alsnog kan ontnemen. Fiscaal misbruik in btw veronderstelt dat twee voorwaarden zijn vervuld. Vooreerst dient er sprake te zijn van een fiscaal voordeel strijdig met het doel van de wet. Ten tweede moet blijken dat “het wezenlijke doel van de betrokken transacties erin bestaat een belastingvoordeel te verkrijgen”. Hierbij kan men volgens het Halifax-arrest “het louter artificiële karakter van deze handelingen in aanmerking nemen alsmede de banden van juridische, economische en/of persoonlijke aard tussen de bij de constructie ter verlaging van de belastingdruk betrokken ondernemers.” Omgekeerd is er geen sprake van misbruik “wanneer er voor de betrokken economische activiteit een andere verklaring bestaat dan de loutere verkrijging van belastingvoordelen.” In feite stelt zich de vraag of er sprake is van koopverkoop van een nieuwbouw dan wel koop-verkoop van een oud gebouw gevolgd door aannemingswerken. Indien dit laatste het geval is stelt zich de vraag of dat de opsplitsing tussen de koop-verkoop en de aanneming niet-artificieel is.

de omvang van zijn belastingschuld beperkt blijft, het zogenaamde principe van de minst belaste weg.

ONDERNEMERS & CO

Renovatieprojecten tegen btw-tarief van 6% door bouwpromotoren: wat is mogelijk? Om het niet-artificieel karakter van de opsplitsing tussen koop-verkoop en aanneming (situatie 2 hierboven) te onderstrepen, is het wel zaak in de praktijk onder meer volgende spelregels na te leven: - bij de akte van de verkoop van grond en gebouw is het zaak dat geen enkele link gemaakt wordt naar het bouwproject. - er is naar aanleiding van de akte van de verkoop geen verplichting om tot de beoogde verbouwing over te gaan, laat staan om met een welbepaalde aannemer in zee te gaan. Dit is een vrije beslissing van de eigenaar of vereniging van mede-eigenaars. - het contract inzake de aanneming wordt pas gesloten door de koper nadat voornoemde akte tot verkoop van het afbraakpand is verleden. - de aannemingswerken beginnen in werkelijkheid pas nadat de akte van het afbraakpand is verleden. Idealiter wordt dit vastgesteld door een gerechtsdeurwaarder. - het niet-artificieel karakter van de opsplitsing tussen de koop-verkoop en de aanneming wordt verder onderstreept indien de verkoper en de aannemer niet dezelfde firma zijn. Het feit dat de verkoper van grond en gebouw gelieerd is met de aannemer hoeft niet per sé nefast te zijn, mogelijk zijn er zeer valabele (dit wil zeggen niet-marginale) niet-fiscale motieven om op dergelijke wijze de projecten vorm te geven. Gedacht wordt in eerste instantie aan de vrijwaring van de vennootschap die zich steevast beperkt tot aan- en verkoop teneinde het risico van de aannemersaansprakelijkheid te vermijden. Uit het bovenstaande blijkt dat de renovatie tegen het btw-tarief van 6% lang niet dood is, maar wel best gebeurt volgens de regels der kunst.

Uitgangspunt is en blijft dat de bouwpromotor de keuze heeft om zijn activiteiten zodanig te structureren dat

Jan Sandra & Stijn Lamote, Imposto

PRESIDENT KENNEDYPARK 41 . 8500 KORTRIJK . T + 32 56 24 13 13 . F + 32 56 24 13 10 . INFO@IMPOSTO.BE . WWW.IMPOSTO.BE

Ondernemers 03 15 februari 2013

21


ONDERNEMERS & CO

22

Ondernemers 03 15 februari 2013

België, het Monaco aan de Noordzee Vandaag investeren, het lijkt wel gekkenwerk. Zowat een “mission impossible” met de bedrijfsleider-investeerder in de rol van Tom Cruise. De film loopt echter goed af, weliswaar na veel kleer- en andere scheuren en tientallen slachtoffers. Als de vergelijking verder opgaat (op de slachtoffers na) dan is er dus nog hoop voor de bedrijfsleider-investeerder. Hoewel ons vaak de onweerstaanbare drang bekruipt om mee te gaan met het pessimisme – zeker na de ingediende begroting die ons doet denken aan ons plakboek in het lager onderwijs – proberen we in wat volgt een positieve boodschap te brengen. Die boodschap houdt in dat er voor investerende bedrijven toch wel een paar fiscale tegemoetkomingen zijn die kunnen tellen en die de investering financieel draaglijker kunnen maken. In die mate zelfs dat je je kan afvragen of België in bepaalde opzichten geen fiscaal paradijs is. Je hoort het in Keulen donderen? Dan moet je zeker verder lezen. Stel je een investering voor in een modern en bijzonder eco-vriendelijk bedrijfsgebouw in Vlaanderen met een kostprijs van pakweg 1 miljoen euro. Het bedrijf is voortdurend bezig met innovatie, ontwikkelt dus eigen producten en beschikt over een eigen, weliswaar bescheiden, O&O-afdeling die fysiek ondergebracht is in dat nieuwe gebouw. We beginnen al onmiddellijk met te zeggen wat we niet behandelen (gewoon omdat we het niet weten), namelijk welke subsidies er op gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk en Europees niveau allemaal bestaan. Want die zijn er en geven een belangrijke financiële duw in de rug. 1. degressief afschrijven Iedere rechtgeaarde economist weet wat afschrijven is: de kostprijs van de investering spreiden over de gebruiksduur van de investering. In eerste instantie

is dat dus een boekhoudkundige notie. De fiscus laat echter toe dat een onderneming degressief afschrijft: het percentage dat je normaal zou toepassen – in het geval van een industriegebouw is dat 5% - mag je verdubbelen zonder dat je boven de 40% uitkomt. In ons geval wordt dat dus 10%. Daarenboven moet je dat verhoogde percentage toepassen op de restwaarde en niet op de aanschafwaarde. 5% meer mogen afschrijven in het eerste jaar betekent een belastingbesparing van maar liefst 17.000 euro. Stel dat het eerste boekjaar dan nog eens 18 maanden zou tellen, dan mag je rekenen op een belastingbesparing van 25.500 euro, in het eerste jaar weliswaar. De notie afschrijven krijgt hier dus een belangrijke fiscale betekenis en wordt volledig losgerukt van zijn economische betekenis: een nieuw gebouw vermindert meestal niet met 10% in het eerste jaar van gebruik. Voor de fiscus wel en wij zeggen natuurlijk dank je wel. 2. de aftrek voor octrooi-inkomsten Als je na het lezen van hetgeen volgt nog niet overtuigd bent dat België eigenlijk de titel van “het Monaco aan de Noordzee” verdient, dan zal je het nooit zijn. Wat gebeurt er namelijk? Mits de nodige voorwaarden vervuld zijn, mag de winst van het belastbare tijdperk maar liefst met 80% van de inkomsten uit octrooien verminderd worden. Is de winst onvoldoende dan mag het overschot niet worden overgedragen. Maar met reeds een aftrek van 80% op zak zal je dat natuurlijk worst wezen. Het mag zowel gaan om zelf ontwikkelde octrooien als om gekochte octrooien. De fiscale wet vereist ook dat de ontwikkeling of verbetering van de octrooien geheel of gedeeltelijk plaatsvindt in een onderzoekscentrum dat een bedrijfsafdeling of een tak van werkzaamheid vormt. Deze vereiste betekent dat het onderzoekscentrum een zekere minimale substantie moet hebben. In onze

case is dat het geval. Kortom: elke 100 euro die kan worden toegewezen aan een octrooi is vrijgesteld ten belope van 80% hetgeen een effectieve belastingvoet impliceert van 6,8%. Zou de PS deze maatregel dan niet kennen ? 3. investeringen in energiebesparende technieken en/of beveiliging De zo populaire investeringsaftrek verdween een paar jaar geleden bij de invoering van de ook al populaire, maar evenzeer verguisde maatregel genaamd ‘notionele intrestaftrek’. Voor een paar heel specifieke investeringen bleef de aftrek echter wel bestaan, namelijk voor investeringen in: - activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die beogen het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk te beperken (verder steeds aangeduid als “milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling”) - activa die dienen voor een rationeler energieverbruik, voor de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en, in het bijzonder, voor de terugwinning van energie in de industrie (verder steeds aangeduid als “energiebesparende investeringen”) - octrooien - investeringen in beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen; - rookafzuiging- en verluchtingssystemen; - oplaadstations voor elektrische voertuigen. De wet vermeldt ook nog zeeschepen, maar we gaan er nu even van uit dat dit bedrijf al zijn handen vol heeft met de andere investeringen. De aftrek bedraagt 13,5% voor de “milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling” en zomaar even 20,5% voor investeringen in beveiliging. Stel: een investering van 500.000 euro in milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling. In dit geval geldt er een aftrek van: 500.000 x 13,5% = 67.500 euro. Rekening houdend met het basistarief van de vennootschapsbelasting dat 33,99% bedraagt, levert je dat een belastingsbesparing van 67.500 x 33,99% = 22.943 euro op. Stefaan Kindt, Alaska

www.alaska-group.eu

Antwerpen | Brussel | Waasland | Kortrijk | Ieper | Hasselt | Brugge | Gent

Voka-pub-2013.indd 1

31/01/13 14:24


HAVENNIEUWS Specialist in groepage pallets naar Verenigd Koninkrijk verlaat Oostende

Cross Channel verhuist naar Zeebrugge

Jan Carbonez:

“Een van onze sterke punten

is dat alles in Zeebrugge gebeurt, nog vóór de vracht het water over gaat. Dit verklaart mee de stabiliteit van ons klantenbestand.”

De hoek van de Kustlaan en de Loodswezenstraat oogt niet langer troosteloos, maar bruist weer van de activiteit. Cross Channel, gespecialiseerd in groepage van pallets naar het VK, verhuisde vanuit Oostende. “Een logische stap want bijna al onze ladingen verschepen we vanuit Zeebrugge”, vertelt Jan Carbonez. Sinds Nieuwjaar vertrekt Jan Carbonez (60) ‘s morgens vanuit Bredene niet meer naar Oostende, maar wel naar Zeebrugge. Precies een jaar nadat de geboren Torhoutenaar de site van het gefailleerde MAT Transport kocht, verhuisde hij zijn bedrijf Cross Channel naar de Loodswezenstraat 1. “Dit voelt een beetje aan als thuiskomen. Van 1985 tot 1990 was ik in Zeebrugge directeur van de toenmalige Kredietbank”, vertelt hij. “Deze site is echt ideaal voor onze activiteiten. Op het 9.700 m² grote terrein hebben we alle ruimte om trailers te plaatsen en te manoeuvreren. Het gebouw van 2.000 m² staat er nauwelijks tien jaar en kon mits enige aanpassingen perfect dienen als modern magazijn met kantoren. Het bevat drie laadkaaien buiten en twee binnen. Opmerkelijk is dat de vloer over de volledige oppervlakte zowat 120 cm verhoogd is. Ideaal dus voor crossdocking. Bovendien is deze hoek van de Kustlaan met de Loodswezenstraat een perfecte zichtlocatie.” Jan Carbonez leidde het KBC-bankfiliaal in de Brugse Steenstraat tot hij in 2000 Cross Channel overnam. “Na het overlijden van de zaakvoerder zag ik de kans schoon om zelf ondernemer te worden”, aldus Carbonez. “Al gauw bleek dat het transport van tapijt, dat een derde van de omzet uitmaakte, structureel verlieslatend was. We stopten daar meteen mee en plooiden terug op de activiteiten waarmee Cross Channel sinds 1977 groot was geworden: transport van pallets tussen het vasteland en Groot-Brittannië.” Wat verstaat u onder crossdocking? Jan Carbonez: “We halen pallets op bij onze klanten. Dat zijn heel grote bedrijven, voornamelijk uit Antwerpen, Limburg, Brussel en Luik, zelfs tot in Luxemburg, Duitsland en Nederland. In ons magazijn worden de

trailers volledig uitgeladen en opnieuw samengesteld met deelladingen voor bepaalde richtingen in het VK. Bijvoorbeeld naar Londen, Birmingham, Bristol of Schotland. Een van onze sterke punten is dat dit alles in Zeebrugge gebeurt, nog vóór de vracht het water over gaat. Dit verklaart mee de stabiliteit van ons klantenbestand. Ondermeer onze allereerste klant, die uitrusting voor de catering op vliegtuigen levert, komt hier nog steeds.” Waarom ruilde u Oostende voor Zeebrugge? Jan Carbonez: “Ooit was Oostende zinvol door de frequente ferrylijnen naar Groot-Brittannië. Na het debacle van Ferryways bleef enkel nog TransEuropa over. Wij hadden nood aan hogergelegen havens op de Thames en in Schotland, die vanuit Zeebrugge bediend worden. Op den duur hadden we niets meer in Oostende te zoeken en kostte het heen-en-weer gerij naar Zeebrugge ons handenvol tijd en geld. Wij hebben niet zoveel opslagruimte nodig maar wel meer plaats buiten om trailers te zetten. Daar konden we er vijf zetten, hier 30. Daarnaast beperkte de visibiliteit zich er tot een bord langs de E40 terwijl deze plek met trailers, magazijn en kantoor tot de verbeelding spreekt. Gelukkig waren alle negen werknemers bereid om mee de overstap te maken.” Hoe gemakkelijk vindt u externe transporteurs? Jan Carbonez: “In de huidige tijd is dat niet echt pro-

bleem. Meestal zijn het zelfstandige chauffeurs met een eigen vrachtwagen. Hun gedrevenheid is zeer groot, sommigen blijven vaak de hele week in Engeland waar ze in de havens lading na lading oppikken en verdelen. Ze genieten de voorkeur op Oost-Europeanen gezien communicatie en service hand in hand gaan, zeker bij uitlevering bij de eindklant.” Hoe schat u als gewezen bankier de huidige conjunctuurdip in? Jan Carbonez: “Als mijn klanten minder verkopen, moet er minder vervoerd worden. Vandaag moet je over een goede financiële matras beschikken om niet van de kaart geveegd te worden. Het opvolgen van debiteuren is meer dan ooit heel belangrijk. Was de crisis vroeger conjunctureel, dan denk ik dat hij nu structureel is.” (RJ-Foto MVN)

www.crosschannel.be

In samenwerking met

www.apzi.be Association Port of Zeebrugge Interests

Ondernemers 03 15 februari 2013

23


Ondernemers 03 15 februari 2013

VOKA-NIEUWS

24

Bernard Dursin en Charlotte Vanrobaeys:

“Zowel het theoretische luik

als de praktijkcases brengen een boeiende dialoog tussen de deelnemers op gang.”

Een breed pallet

Businessclub International Finance & Administration gaat nieuw werkjaar in

Internationaal zakendoen stelt iedereen voor dezelfde uitdagingen In maart start een nieuwe reeks sessies van de Businessclub International Finance & Administration, bedoeld voor de financieel verantwoordelijken van kmo’s en andere groeibedrijven die op welke manier ook met zakendoen in het buitenland te maken krijgen. Op 26 februari wordt een gratis infoavond georganiseerd over de aanpak van deze Businessclub. De verschillende Businessclubs hebben hun deugdelijkheid al bewezen. Ze bieden geen louter theoretische opleiding aan, maar zijn een netwerkgroep voor belanghebbenden waarin de deelnemers tips en best practices kunnen uitwisselen en gespecialiseerde informatie krijgen. Dat is evenzeer het geval in de Businessclub International Finance & Administration, die zijn derde werkjaar ingaat, en waarin ook Deloitte participeert. “Het valt inderdaad niet te vergelijken met een klassiek seminarie, waarin je ex-cathedra uitleg krijgt over een bepaald onderwerp”, verduidelijkt Charlotte Vanrobaeys, audit director bij Deloitte en meter van deze Businessclub. “De meerwaarde is dat de deelnemers elkaar, verspreid over één werkjaar, vijf keer ontmoeten en elkaar daardoor goed leren kennen. Bovendien

hebben zij ook inspraak in de thema’s die worden behandeld tijdens de sessies. We peilen eerst naar hun vragen en interesses, via een kleine vragenlijst vooraf, en stellen daar dan het programma op af. Elke sessie wordt ingeleid met een theoretisch luik, een opfrissing of toelichting bij de meest recente evoluties. Daarna wordt dieper ingegaan op de materie door middel van een praktijkcase. Zowel het theoretische luik als de praktijkcase wordt uitgewerkt met geschikte sprekers van bijvoorbeeld Deloitte, ING of andere bedrijven. Beide brengen een boeiende dialoog tussen de deelnemers op gang.” Bovendien vindt als vanzelf een kruisbestuiving plaats tussen de financieel verantwoordelijken onderling, tijdens de informele contacten na de sessies of zelfs na afloop van een reeks. “De klemtoon ligt inderdaad op de praktijk waarmee de deelnemers te maken krijgen”, zegt Bernard Dursin, voorzitter van het Internationaal Departement van Voka West-Vlaanderen en peter van de Businessclub. “Het is bijvoorbeeld ook al voorgevallen dat een deelnemer op eigen initiatief zijn eigen case voorstelde aan de anderen, om uit de reacties daarop te kunnen leren. Uit de feedback van de mensen in de vorige werkjaren blijkt alvast dat ze erg tevreden zijn over deze formule.”

De doelgroep voor de Businessclub zijn financieel directeurs van kmo’s en grotere bedrijven, de mensen dus die de verantwoordelijkheid hebben over het uitbouwen van het financiële kader binnen de vennootschap. “De onderwerpen die behandeld worden, zijn erg divers,” zegt Charlotte Vanrobaeys. “We hebben het over fiscale onderwerpen, kredietmanagement, operationele efficiëntie, budgettering, kostprijsstructuur, noem maar op. De deelnemers werken vaak voor groeiende bedrijven die op zoek zijn naar een nog betere structuur en professionalisering. De grotere bedrijven, die ook vertegenwoordigd zijn, kunnen dan dienen als voorbeeld, maar elkaar ook onderling raad geven. Elke onderneming die een bepaald niveau bereikt, of er nu tien of 500 mensen werken, kent nu eenmaal zekere uitdagingen.” Bernard Dursin: “De ondernemingen die door hun financieel verantwoordelijke vertegenwoordigd zijn, komen uit alle sectoren en vormen een breed pallet. Er zijn er bijvoorbeeld bij die hun hoofdkwartier in het buitenland hebben, er nemen mensen deel uit multinationals die hier hun hoofdkwartier hebben, maar uiteindelijk merk je dat iedereen toch met veel dezelfde vragen zit. Of het bedrijf nu groot of klein is, de financieel managers hebben vaak dezelfde ‘kopzorgen’ over onder meer de internationalisering.” Het aantal deelnemers per werkjaar wordt bewust beperkt tot een 18-tal om de Businessclub optimaal te laten functioneren. Heel wat onder hen houden het trouwens niet op één reeks. Je kan nu eenmaal nooit genoeg weten. (JD)

De gratis infosessie als aanloop naar het nieuwe werkjaar vindt plaats op dinsdag 28 februari 2013 van 18.30 tot 19.30 uur bij Voka, President Kennedylaan 9A in Kortrijk. De vijf themasessies van de Businessclub International Finance & Administration vinden plaats op de dinsdagen 19 maart, 7 mei, 11 juni, 17 september en 26 november – telkens van 17 tot 19.30 uur, afgerond met een licht diner tot 20.30 uur, in het Bedrijvencentrum, Vlamingstraat 4 in Wevelgem. Info en inschrijvingen: Vanessa Flamez, 056 23 50 62, vanessa.flamez@voka.be Els De Muynck, 056 26 13 96, els.demuynck@voka.be


AGENDA

SEMINARIES & WORKSHOPS

21/02 Terugbetaling onroerende voorheffing wegens improductiviteit in 2012 Aan bedrijven die in 2012 te maken hadden met improductiviteit, kan een teruggave onroerende voorheffing worden toegekend. Waarvoor? Wat zijn de voorwaarden? Wat moet als bewijs geleverd worden? Die onderwerpen komen aan bod in dit seminarie. Voka West-Vlaanderen, 16u30 - 20u30

05/03 De slimme aankoper In dit seminar worden de aankoopvaardigheden en kennis bijgewerkt zodat aankopers de beste voorwaarden en de scherpste prijs krijgen van hun leverancier. Voka West-Vlaanderen, 16u30 - 20u30 Info en inschrijven:

26/02 Gratis infosessie Businessclub International Finance & Administration

www.voka.be/west-vlaanderen

Deze infosessie dient als discussieplatform voor financieel verantwoordelijken van West-Vlaamse bedrijven. Een uitgebreide kijk op de aanpak en doelstellingen van deze Businessclub worden u zo meegegeven. Voka West-Vlaanderen, 18u30 - 19u30

26/02 Is het nog zinvol om uw managementvennootschap aan te houden na Di Rupo? Managementvennootschap is sterk veranderd sinds de regering Di Rupo. Niet voor iedereen is het nog voordelig om een beroep uit te oefenen met behulp van een zgn. managementvennootschap. Of u uw managementvennootschap moet wijzigen of eventueel afschaffen, leert u in dit seminarie. Leonardo Hotel Brugge, 16u30 - 20u30

05/03 Time Management Op een werkzame manier leren omgaan met de tijd die je hebt zonder overbelasting. Voka West-Vlaanderen, 9u00 - 17u00 Info en inschrijven:

SEMINARIES & WORKSHOPS

Businesslunches met Leading Ladies in innovatie Dit voorjaar organiseert Voka exclusieve businesslunches met leading ladies in innovatie: • 1 maart 2013: Veerle Lories (Administrateur-Generaal IWT) • 19 april 2013: Trui Moerkerke (Communicatieverantwoordelijke Flanders DC) Het doel is om samen met de gast en met de tafelgenoten (R&D-managers en leidinggevenden in innovatie) ideeën uit te wisselen omtrent het aansturen van een innovatieteam, het innovatie/productontwikkelingsproces in goede banen leiden, IWT-samenwerking, kennismanagement, intellectueel eigendom,…

Strategie Lab: uw businessplan Kan uw bedrijf in deze woelige tijden het hoofd bieden aan de uitdagingen van morgen? Strategische doelen en concrete actieplannen zijn een must en bepalen voor een groot deel het succes van een onderneming. Dit Lab helpt u op een actieve en praktische manier de juiste keuzes te maken om samen met uw medewerkers een gezonde strategische koers te varen. Meer info: Kaat Creupelandt kaat.creupelandt@voka.be

Structurele partners van Voka - West-Vlaanderen 2012

Meer info en inschrijven: Marijke Bouciqué marijke.boucique@voka.be

www.voka.be/west-vlaanderen PREFAB BETON

DATUM

TIJDSTIP

ACTIVITEIT

PLAATS

EVENEMENTEN EN ONTMOETINGEN dinsdag 19 februari

12u00 - 14u30

Te gast bij Optima T

Optima T, Lichtervelde

dinsdag 19 februari

18u30-21u30

Te gast bij Hafibo E

Hafibo, Beveren-Leie

donderdag 28 februari

18u30-21u30

Vokafé Ieper

Pacific Eiland, Ieper

vrijdag 1 maart

12u00-14u00

Businesslunch met Veerle Lories, leading lady innovatie IWT

Restaurant Argendael, Bellegem

dinsdag 5 maart

16u30-20u30

Te gast bij Sita en IVBO

Sita, Brugge

dinsdag 5 maart

18u30-22u00

Ondertekening West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen 2013

Kortrijk Xpo

dinsdag 5 maart

19u00-22u00

Voka Young Power meets Eric Van Zele

Cinema De Keizer, Lichtervelde

donderdag 7 maart

18u30-21u30

Te gast bij AZ Damiaan

AZ Damiaan, Oostende

dinsdag 19 maart

18u00 - 22u00

Familio Forum ontvangt Wouter Torfs

Villa Acacia, Roeselare

dinsdag 19 februari

18u30-21u30

Voka-update: apps op de werkvloer

Voka West-Vlaanderen

woensdag 20 februari

8u45-12u30

Lab Social Media

Voka West-Vlaanderen

donderdag 21 februari

16u30-20u30

Terugbetaling onroerende voorheffing wegens improductiviteit in 2012

Voka West-Vlaanderen

donderdag 21 februari

18u30-21u30

Voka-update: apps op de werkvloer

Hotel Bero, Oostende

dinsdag 26 februari

9u00-11u00

Seminarie: E-Business is Big-Business

Voka - Kortrijk

dinsdag 26 februari

16u30-20u30

Is het nog zinvol om uw managementvennootschap aan te houden na Di Rupo?

Leonardo Hotel, Brugge

dinsdag 26 februari

18u30-21u30

Voka-update: apps op de werkvloer

IDEWE, Roeselare

dinsdag 26 februari

18u30-19u30

Gratis infosessie Businessclub International Finance & Administration

Voka West-Vlaanderen

woensdag 27 februari

13u30-17u30

Lab Lean in de praktijk

Voka West-Vlaanderen

vrijdag 1 maart

9u00-12u00

Douane-workshop: Oorsprongsreglementeringen van A tot Z

Voka West-Vlaanderen

dinsdag 5 maart

8u45-12u30

Sales Lab: verkoopplan

Voka West-Vlaanderen

dinsdag 5 maart

9u00-17u00

Timemanagement

Voka West-Vlaanderen

dinsdag 5 maart

16u30-20u30

De slimme aankoper

Voka West-Vlaanderen

WORKSHOPS EN SEMINARIES

Info en inschrijvingen op onze website: www.voka.be/west-vlaanderen

Ondernemers 03 15 februari 2013

25


Ondernemers 03 15 februari 2013

PROSIT

26

Uitreiking Roeselare Awards – Roeselare

Kick-off Businessclub Global Sourcing – Kortrijk Na twee succesvolle jaren ging de Businessclub Global Sourcing opnieuw van start. De doelstelling is dezelfde gebleven: door ervaringen uit te wisselen elkaar helpen bij het uitzetten van de aankoopstrategie op Europese en nieuwe markten. Christ Vanderhaeghen (Telenet), Katrien Van den Eycken (Volys Star), Stefaan Logie (Van De Wiele), Marc Callemeyn (Barco), Stefaan Vandaele (Deceuninck) en Tine Bauwens (Rodanar) klinken op het nieuwe werkjaar. Foto Hol

Nieuwjaarsreceptie ‘Ondernemend Oostende’ - Oostende Na het academisch gedeelte dat vooral in het teken stond van de presentatie van het nieuwe streekpact, ‘Energiek Oostende’, wachten Patricia Vyvey en Raf Jacxsens (Proviron), Geert Meesschaert (Meesschaert & Partners) en Anne-Marie Van de Wiele (Vito) op een glaasje. Foto EV

Het Fabriekspand zat bomvol voor de 16e uitreiking van de Roeselare Awards. Jaarbeursvoorzitter Gilbert Cattrysse werd uitgeroepen tot Persoonlijkheid van het Jaar. Met wellicht de allerbekendste Roeselarenaar in de hand brengen Patrick Debusseré, (Debusseré MobileMotions), Luc Stragier (ACD), Rudie Ghekiere (Brouwerij Rodenbach), Jo Depeuter (Goethals Juweelhandel), Annelies Debakkere (Unitasfotos Desnoeck) en advocaat Tom Vaneeckhout een toost uit op de overwinnaar. Foto Kurt

Nieuwjaarsreceptie ‘Ondernemend Oostende’ - Oostende Ruim 1500 mensen zakten af naar het Kursaal Oostende voor de nieuwjaarsreceptie van ‘Ondernemend Oostende’. Onder hen ook Gerard Cok (Summa), Rob Siegersma (Merit Capital), Bert Cok (Summa) en Philippe Verspeeten (Merit Capital). Foto EV

Lunchdebat met Bart Verhaeghe Rijsel Na een rondleiding in het imposante ‘Grand Stade Lille Métropole’, dat een schuifdak en een mobiele grasmat heeft, moesten Guy Piette (Voka), Leo Peeters (Consul-generaal van België) en Tillo Mestdagh (Chambre de Commerce et d’industrie) even gaan zitten. Eigen Foto

/ experts in bedrijfsvastgoed kantorennetwerk in oost- en west-vlaanderen

www.turner-dewaele.be/kantoren


PROSIT Officiële opening XiaK - Kortrijk Eind januari vond de officiële opening plaats van XiaK, het eXpertisecentrum industriële automatisering Kortrijk. Na de toespraken en rondleidingen klonken Herman Derache (SIRRIS), Kurt Stockman (Howest), Johannes Cottyn (Howest) en gastheer Lode De Geyter (Howest) op een mooie toekomst. Foto Hol

Kick-off Familio – Deerlijk Je kunt niet vroeg genoeg aan de overdracht van het familiebedrijf beginnen, zo menen sommigen. Zo was er een wel heel jonge geïnteresseerde voor de kick-off van Familio, het lerend netwerk van Voka bestemd voor overnemers en overlaters in familiebedrijven. Foto Hol

Noon Walk Winter Edition – Kuurne Nacht van de Bouw – Hooglede Het netwerkevent van de West-Vlaamse bouwsector is ongetwijfeld de Nacht van de Bouw. De jongste editie stond helemaal in het teken van het thema ‘Talent voor groei’. Van links naar rechts: Wim Huys (Recon Bouw), Wout Maddens (schepen van Kortrijk), Benedict Huys (Recon Bouw), Koen Byttebier (schepen van Kortrijk), Vincent Coolsaet (Incafin) en Charlotte Van Der Stichele (Top Motors). Foto Kurt

Elke derde donderdag van de maand kunnen de werknemers van Bedrijvenpark Kuurne-Noord een wandeling maken om zo de banden tussen de verschillende bedrijven aan te halen. Francis Benoit (Burgemeester Kuurne), Kurt Ghekiere (Bedrijvenpark Kortrijk-Noord), Evelien Verbeke (Makkie), Bart Cloet (POM West-Vlaanderen), Bart Baert (Soporté), Frederik Braeckman (Makkie), Carine Eeckhout (Leiedal), Colin Casier (Soporté), Peter Coopman (Liften Coopman), Sofie Vander Plaetse (POM West-Vlaanderen), Bert Demeulemeester (Bedrijvenpark Kortrijk-Noord) en Elke Feys (Bedrijvenpark Kortrijk-Noord) lieten zich niet afschrikken door de winterse omstandigheden en genoten met volle teugen van een beker warme soep en koffie. Foto Hol

Ondernemers 03 15 februari 2013

27


TOTALE KANTOORINRICHTING

Het nieuw kantoorgebouw “ VILLA VOKA” werd ingericht door INOFEC

Vraag onze gratis catalogus aan! 164 pagina’s vol kantoorideëen

Gentseweg 518 n 8793 Waregem n T. 056 61 52 04 n info@inofec.be n www.inofec.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.