Benieuwd naar straffe eindwerken van Vlaamse studenten? MI J NEEM MEE!
Sterke eindwerken van Vlaamse studenten in de kijker voor het grote publiek |
JAARGANG 6 · N° 1 · MAART 2018
Scriptie vzw · Rozenweg 4b · 1731 Zellik · t 02 463 59 20 · info@scriptieprijs.be www.scriptieprijs.be · www.scriptieprijs2014-18.be · www.scriptiebank.be scriptieprijs scriptievzw
Sla kweken op Mars 6
STRAFFE MADAM CLARA CLEYMANS OVER HAAR STUDIE FILOSOFIE
“Studeren gebeurde op de set, tussen de opnames door”
Via groeimodules willen onderzoekers groenten kweken op Mars (simulatie van NASA).
3 IN DE BAN VAN DE CRICKETBAL Hoe cricket Afghaanse vluchtelingen in België een thuis kan helpen bieden
Zullen er ooit mensen leven op Mars? Ruimtevaartorganisatie NASA maar ook Elon Musks’ Space X hebben plannen om de rode planeet tegen 2030 te koloniseren. Om die droom te realiseren moeten eerst tal van uitdagingen worden overwonnen. Eén ervan is voedselvoorziening.
E
en reis van de aarde naar Mars duurt zo’n 8 maanden. Een uitstapje naar de winkel bij een lege voorraadkast is dus geen optie voor astronauten op Mars. Om tijdens lange missies voldoende voedsel te hebben, zouden astronauten er zelf onder meer groenten moeten kweken. Maar planten telen op Mars is geen evidentie, vermits er geen zuurstof noch water voor handen is. Bovendien is het er met een gemiddelde temperatuur van -55°C te koud.
Honderden soorten sla
5 TRILLENDE HANDEN Brace helpt tremorpatiënten bij alledaagse taken
Onderzoekers experimenteren daarom met speciale groeimodules. “In theorie is het telen van planten in gespecialiseerde groeimodules mogelijk. Onder specifieke klimaatomstandigheden zoals temperatuur, CO2-concentratie en instraling via LEDs kan een plant geteeld worden”, stelt bio-ingenieur Glenn Van Herrewege (UGent). “Het is belangrijk om snelgroeiende plantensoorten te kiezen, om zo grondstoffen en energie te besparen. Die selectie is niet zo eenvoudig, want alleen al qua sla bestaan er honderden eetbare soorten. Leken zullen niet gauw het verschil zien tussen de ene soort sla en de andere. Toch zijn er grote verschillen op vlak van metabolisme, hun waterhuishouding of minerale voeding. Een plant met bepaalde
kenmerken zal beter passen in een bepaalde set van klimaatomstandigheden of een bepaalde omgeving. Om planten op Mars te kunnen kweken, is het dus cruciaal om te achterhalen welke soorten het beste groeien in die specifieke omstandigheden.”
© NASA
FEESTJE OP MARS
Nut voor serreteelt
Om hiermee te experimenteren trok Van Herrewege voor zijn thesis naar het proefcentrum Sint-Katelijne-Waver. Via tal van tests ontwikkelde hij modellen waarmee de groei van verschillende slasoorten onder diverse klimaatomstandigheden kunnen worden voorspeld. “Bij het ingeven van klimaatparameters, zoals de lichtintensiteit of de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, kunnen we via deze modellen de best groeiende groenten onderscheiden.” Zo bleek uit de eerste tests van Van Herrewege dat kropsla zich al beter leent tot kweek op Mars dan eikenbladsla. Mits verdere uitwerking kunnen de modellen helpen bepalen welke planten het meest geschikt zijn voor groeimodules op Mars, zonder dat de planten werkelijk onder die omstandigheden moeten worden gekweekt. Het mooie aan het onderzoek is dat de modellen ook nuttig kunnen zijn in de Vlaamse serreteelt.
Op 25 januari 2004 landde de Rover “Opportunity”, een onbemand robotwagentje, op Mars. Men verwachtte dat Opportunity de winter niet zou overleven en maar 90 marsdagen, sols genaamd, zou rondrijden. Dagen op Mars duren veertig minuten langer dan onze dagen. Maar de robot, die op zonne-energie werkt, overstijgt alle verwachtingen: op dit moment rijdt hij al meer dan 5.000 Marsdagen rond op de rode
Meer weten? www.scriptiebank.be/groeimodules Promotor: Prof. Dr. Ir. Kathy Steppe
planeet. In die jaren heeft Opportunity al meer dan 45 kilometer afgelegd en meer dan 225.000 foto’s gemaakt.
Sinds 2016 zijn steden en gemeenten niet meer verplicht om
8 CULTUREEL WERELDERFGOED Hoe goed zijn leerlingen op de hoogte? En u? Neem deel aan de quiz!
een bibliotheek te hebben. Vind jij het belangrijk dat jouw gemeentebestuur blijft investeren in de bib?
Teken nu op www.bibvooriedereen.be
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
2
BINNENL AND STUDIE VINDT GEEN VERBAND TUSSEN DIGITALE MEDIA EN HET GELUKSGEVOEL BIJ KINDEREN VAN 9 TOT 12 JAAR
“Maken we ons niet te ongerust over het gebruik van digitale media?” Digitale media maken zogezegd ongelukkig, zijn verslavender dan alcohol en sigaretten en ze worden bovendien gelinkt aan angst, depressie en slaaparmoede. Maar kloppen die onheilspellende berichten wel? In haar thesis zocht psychologe Helena Bruggeman (UGent) naar verbanden tussen digitale media, sociale relaties en geluk bij kinderen van 9 tot en met 12 jaar.
B
ruggeman: “Ik wou in mijn onderzoek nagaan of digitale media een invloed hebben op het aantal sociale relaties en geluk bij deze groep kinderen. Hebben deze digitale media een invloed op het aantal en de kwaliteit van vriendschappen en via deze weg op hoe de kinderen zich voelen? Zijn kinderen die minder online communiceren gelukkiger dan kinderen die dit niet doen?” Bruggeman werkte hiervoor mee aan een online bevraging van liefst 13.871 kinderen uit het vierde, vijfde en zesde leerjaar in de provincie Antwerpen over hun digitaal mediagebruik. Wat blijkt uit haar thesis: kinderen van 9 tot 12 jaar voelen zich over het algemeen zeer gelukkig. Hun schermgebruik heeft geen invloed op hun welbevinden. Ook het gebruik van sociale media als Facebook hangt niet samen met hun geluksgevoel.
Sterk mediagebruik
Uit de studie blijkt verder dat zo’n 62 procent van de bevraagde kinderen elke dag of een paar keer per week een pc of laptop gebruikt, dat 67 procent van hen een tablet en 34 procent een smartphone hanteert. De toestellen worden vooral gebruikt voor amusementsdoeleinden, zoals het bekijken van filmpjes en het spelen van spelletjes. Bovendien heeft 18 procent van de kinderen een eigen Facebookprofiel, terwijl dit officieel
De aanslagen in Brussel in 2016 waren een crisissituatie van het hoogste niveau. De Brusselse ordediensten moesten niet alleen zo snel mogelijk, maar eveneens accuraat reageren en de burger informeren. Die communicatie verliep niet alleen via de traditionele media: het crisiscentrum en de politiediensten wisten ook sociale media efficiënt in te zetten.
slechts vanaf 13 jaar toegelaten is. Als we daarnaast kijken naar de soorten digitale media die kinderen het meest gebruiken, steekt Youtube (83 procent) er met kop en schouders boven uit. Skype (35 procent) is het tweede meest gebruikte medium, gevolgd door Snapchat (27 procent). “Aangezien zo veel kinderen deze media gebruiken, is het belangrijk te achterhalen wat die media met hun sociale relaties en geluksgevoel doen. Nochtans werd die vraag tot nu erg weinig gesteld”, aldus Bruggeman. Bestaand onderzoek kijkt vooral naar de effecten van digitale media bij jongeren en adolescenten. In die onderzoeken komen volgens Bruggeman twee tegenstrijdige theorieën naar voren. “Een eerste groep onderzoekers stelt dat adolescenten die meer tijd spenderen aan schermgebruik, minder en slechtere sociale relaties hebben en dus ongelukkiger zijn. De andere groep stelt dat het gebruik van sociale media een positief effect heeft op het sociale netwerk en bijgevolg ook op het geluk. Binnen die groep denken sommige onderzoekers dat mensen met een sociaal sterk netwerk het meeste voordeel halen uit het internetgebruik.
“Kinderen tussen 9 en 12 jaar voelen zich over het algemeen zeer gelukkig, en zo hoort het ook” Het offline en online sociaal netwerk zouden elkaar aanvullen en versterken door de online communicatie met bestaande vrienden. Andere onderzoekers stellen dan weer dat sociaal angstige en eenzame adolescenten
Twee op de drie kinderen gebruikt bijna dagelijks een tablet. Voor een smartphone is dat 1 op de 3.
voordeel halen uit het internet. Zij krijgen op die manier toch de mogelijkheid om mensen te ‘ontmoeten’ en vrienden te maken, wat een positief effect heeft op geluk.”
Voorzichtigheid aangewezen
Bruggeman toetste al deze hypothesen bij de kinderen in haar onderzoek, maar ze konden elk worden ontkracht. “Uit onze studie blijkt dat kinderen tussen 9 en 12 jaar over het algemeen zeer gelukkig zijn, en zo hoort het ook.” Hoeveel tijd kinderen besteden aan schermgebruik heeft daarbij geen enkele invloed op hun geluksgevoel, of dit nu om recreatief, informatief of communicatief schermgebruik gaat. Ook het gebruik van Facebook of andere sociale media hangt niet samen met hun geluk. Is die hele discussie rond schermgebruik en sociale media bij jongeren dan een storm in een glas water?
“Toch niet. De uitkomsten in het onderzoek betekenen niet dat digitale media helemaal geen impact hebben op de ontwikkeling. Zo is het best mogelijk dat het wel invloed heeft op de schoolresultaten of is het bijvoorbeeld denkbaar dat wanneer je als kind excessief internet gebruikt, je later ook meer kans hebt op een internetverslaving”, aldus Bruggeman.
Meer weten? www.scriptiebank.be/digitalemedia Promotor: Prof.Dr. Alain Van Hiel
Sociale media maken van burger belangrijke informant
B
russel werd op 22 maart 2016 door verschrikkelijke aanslagen getroffen. Hierbij kwamen 35 mensen om het leven en raakten meer dan 270 mensen gewond. Om 07:58u ontplofte de eerste bom in de vertrekhal van Brussels Airport. Negen seconden later een tweede. Een derde bom ontplofte niet. De derde bom werd achtergelaten door ‘de man met het hoedje’, Mohamed Abrini. Om 09:11u ontplofte een bom in een metro aan het metrostation Maalbeek. De Brusselse politiediensten startten onmiddellijk de zoektocht naar de verdachte via opsporingsberichten op extra nieuwsbulletins, maar ook op Facebook en Twitter. Hoewel de chaos van de aanslagen enorm was, zetten de ordediensten toch efficiënt in op de communicatie richting de burger. Uit het thesisonderzoek van Tessa Van Obbergen (KU Leuven) blijkt dat sociale media zowel in de dagelijkse communicatiestrategie van de Brusselse ordediensten als tijdens crisissituaties volop worden ingezet. Vooral de uitgebreide mogelijkheden die Facebook en Twitter bieden, zorgen ervoor dat zowel de ordediensten als de burgers van snelle online communicatie kunnen profiteren. Het is wel uiterst belangrijk dat de informatie geverifieerd is vooraleer ze verspreid wordt. “Sociale media zijn zoals een olievlek, informatie deint
© Picjumbo
heel snel uit en je hebt er daarna nog amper vat op. Juistheid is dus heel belangrijk”, zegt Gert Claus, social media manager van de Federale Politie.
“Sociale media zijn zoals een olievlek: informatie deint heel snel uit en je hebt er daarna nog amper vat op.” GERT CLAUS, Social media manager Federale Politie
Toch mogen traditionele media niet verwaarloosd worden en is het belangrijk om rekening te houden met alle burgers. Niet iedereen zit immers op sociale media. “Zo is bijvoorbeeld Twitter enkel voor mensen met een bepaald profiel: Jan met de pet ga je niet via Twitter kunnen bereiken”, aldus Yves Stevens van het Crisiscentrum. Dankzij sociale media kun©Shutterstock nen de ordediensten makkelijk met burgers in dialoog treden. Op die manier kan vaker worden samengewerkt tussen politie en burgers om informatie over bepaalde situaties en incidenten te verlenen. Die informatie kan in twee richtingen vloeien, zowel naar als vanuit de burger. Burgers kunnen dankzij sociale media ingeschakeld worden als waakhonden. Ze vormen een extra paar ogen en oren voor de ordediensten. Ze kunnen extra informatie hebben waar de politie nog niet van op de hoogte is. Toch zijn er een aantal nadelen verbonden aan die snelle communicatie. De hoeveelheid informatie die online beschikbaar is, zorgt wel eens voor een overload. Hierdoor moeten
de ordediensten zich mogelijks door enorm veel berichten loodsen vooraleer de nuttige informatie zichtbaar is. Daarnaast voelen sociale media informeler aan, wat er al eens durft voor zorgen dat de remmingen van sommige mensen wegvallen. Beledigingen of onzinnige vragen zijn naast nuttige informatie een dagelijkse kost voor de Brusselse ordediensten. Zowel in interne als externe communicatie zijn online platformen aantrekkelijk geworden voor de politie. De Brusselse ordediensten weten sociale media op een efficiënte manier te implementeren in hun communicatiestrategieën, en dat is iets wat ook de burgers weten te appreciëren. “We zien duidelijk dat mensen verwachten dat de politie een online aanspreekpunt heeft voor nagenoeg alle soorten vragen, gaande van oplichtingen tot burenruzies”, aldus Peter De Waele, woordvoerder van de Federale Politie.
Deze thesis werd gepubliceerd in 2017. Meer weten? www.scriptiebank.be/politieopsocialmedia Promotoren: Prof. Dr. Michaël Opgenhaffen
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
3
R E P O R TAG E HOE CRICKET AFGHAANSE VLUCHTELINGEN IN BELGIË EEN THUIS KAN BIEDEN
“Van Afghanistan tot de Belgische selectie” “W
oefenen bijna dagelijks. “We spelen in het park”, vertelt Fajid (16) in de living van zijn tijdelijke woonst, het Kartuizerklooster. “We wonen hier met vijftien, allemaal minderjarigen. In de zomer vervelen we ons soms, dus dan spelen we nog meer.” Binnenkort komt er een speellocatie bij. Rahman (18), die net als Fajid in het Leuvense opvanghuis woont, heeft een club gevonden voor het duo. Binnenkort gaan de jongens trainen in Hasselt. Ze zijn beiden enthousiast wanneer ze horen dat asielcentra toernooien spelen. “Dat zou voor ons echt goed geweest zijn toen we hier pas waren.” Tot ze aan de slag kunnen in Hasselt, blijven de jongens batten in het park. Hun spel lokt regelmatig nieuwsgierige Belgische kijkers. “Soms komen mensen met ons praten”, lacht Rahman, “sommigen kennen het, anderen willen weten wat we doen.” Fajid vult aan: “En ze vonden dat tof wat we deden.”
icket!” Vier jongens in het Mariapark in Leuven juichen, een van hen neemt schouderklopjes in ontvangst. Zijn tegenstander, die net is uitgeschakeld met een goedgemikte worp, kijkt wat beteuterd. De jongens spelen hun geïmproviseerde cricketwedstrijd verder met een versleten bat, kartonnen doos en een tennisbal. In het voormalige Brits Gemenebest is cricket populair, in ons land breekt de sport nog geen potten. Toch heeft één groep affiniteit met de slagsport. In Afghanistan is het enorm geliefd en vluchtelingen beginnen nu ook in hun nieuwe land te spelen. In Duitsland spreekt men van een cricket boom. In België is het daar nog te vroeg voor, maar Fedasil en de Belgische Cricket Federatie (BCF) hebben wel de handen in elkaar geslagen om jonge vluchtelingen te bereiken. Cricket is een van de 19 projecten die financiële steun krijgen van Fedasil. Het doel? De integratie van asielzoekers verbeteren. Nick Compton staat binnen de BCF in voor de jeugdontwikkeling. Hij legt uit hoe het project het levenslicht zag. “Vorig jaar kregen we steeds meer telefoontjes van opvangcentra. Ze vroegen ons: ‘Er zijn hier veel kinderen die de hele dag over cricket praten en wij weten daar niets over. Kunnen jullie helpen?’”
De spelers van de Belgische selectie trainen voor het cricketfestival in Berlijn.
© Marie Rutsaert
Negatief denken
“De achtergrond van de jongeren maakt hier niet uit, je moet gewoon spelen” Asielcentra worden nu voorzien van uitrusting, maar het project gaat verder dan dat. De BCF nodigt de centra uit om ploegen te vormen en organiseert toernooien. Begin mei was er zo’n toernooi in Brussel. “Het begon om negen uur ‘s ochtends en ging door tot negen uur ’s avonds. We hadden bekers, medailles en prijzen,” zegt Compton. “Ik denk dat er in de centra niet veel te doen is. De ene dag vloeit over in de andere. Een toernooi is iets om naar uit te kijken en het creëert spanning en enthousiasme.” “We willen asielzoekers meer laten deelnemen aan het maatschappelijk leven. Dat is een van de prioriteiten”, klinkt het bij Tine Provoost van Fedasil over de 19 projecten. Compton Fahjid en Rahman oefenen in het Leuvens Mariapark. gelooft dat cricket dat kan doen voor jonge vluchtelingen. “Sommige kinderen U19-selectie. Na een laatste training gaan ze naar het cricketfestival in Berlijn, daar worstelen met het Belgische systeem, omdat ze nog niet goed lezen of schrijven. En dan nemen ze het op tegen Duitsland, Zwitserland krijg je een gebrek aan zelfvertrouwen. Als je en Noorwegen. Belal Ahmed is een van de het in cricket dan goed kan doen - runs scospelers die voor de eerste keer de Belgische ren en wickets pakken, zoals wij zeggen- dan kleuren zal dragen. kan je een held zijn op de pitch.” Hij verwijst Belal en zijn familie vluchtten twee jaar geook naar de kans om ooit België te vertegenleden uit Afghanistan. “Er is daar geen goed woordigen op het hoogste niveau. leven, in België is het beter. Daar ben je niet vrij, je bent hier vrij. Je kan hier alles doen wat Indiaanse diamantairs je wilt.” Voor Belal betekent dat cricket spelen. In de schaduw van de Jaïntempel in De jongen is tenger gebouwd, maar bij elke Wilrijk ligt de Antwerp Indian Cricket Club, oefening geeft hij zich volledig. Hij loopt tien meter voor zijn ploeggenoten en plukt de bal waar een tiental jongens wachten op hun coach. De bonte groep vormt de Belgische met onmogelijke kattensprongen uit de lucht.
“Veel mensen denken negatief over cricket. Ze vinden het saai en niet te begrijpen.”
© Marie Rutsaert
“Belal is een echte atleet”, zegt ploegmanager Faroukh Malik trots. De trainer geeft zijn instructies in het Engels, maar tussen de spelers klinkt een mix van Hindi, Nederlands en Pasjtoe. Hun manager verklaart de unieke samenstelling van de ploeg. “Er zijn de jongens van wie de ouders of grootouders uit Pakistan komen, ze zijn gewoon Belgen. Er zijn zonen van Indiaanse diamantairs in Antwerpen en er zijn de vluchtelingen. Maar het maakt hier niet uit, je moet gewoon spelen.” Cricket speelt niet alleen een rol in het leven van de jongens die bij de selectieploegen horen. De kerels in het Leuvense Mariapark
Compton kijkt met ambitie naar het Belgische cricketlandschap. “Veel mensen denken negatief over cricket,” zucht Compton. “Ze zeggen dat het saai uitziet en niet te begrijpen is. Ik wil de stereotypen de wereld uithelpen, want een stereotiep idee hebben van een sport is hetzelfde als een stereotiep idee hebben van andere culturen. Als we integratie willen, dan moeten we proberen de verschillende culturen te doorgronden, onze verschillen erkennen en begrijpen wat ons hetzelfde maakt. Alleen zo zal die integratie komen.” Jongens als Belal, die al een complex leven achter de rug hebben, zien cricket eenvoudiger. Op de vraag waarom hij de sport graag doet en wat hij er fijn aan vindt, komt het oprechte “Ik bat graag. Ik kan goed batten en ik sla de bal graag weg.” Dat bleek juist te zijn. De Belgische U19-selectie won van Duitsland, Zwitserland en Noorwegen. Belal werd na afloop van het toernooi verkozen tot Best Batsman van het toernooi. Zijn reactie? “Ik voel me goed.”
Marie Rutsaert volgde Belal, Fajid en Rahman vorig jaar in het kader van haar eindwerk. Dit artikel verscheen op mo.be Meer weten? www.scriptiebank.be/cricket Promotoren: Peter Mast en Ria Goris
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
4
T ECH N O L O G I E
Een wapen tegen
Ingenieurs mak
internetpiraten Was u een van de 120 miljoen mensen die de laatste aflevering van seizoen zeven van Game of Thrones illegaal hebben gedownload, om ze te kunnen bekijken één dag voor de officiële uitzending? Een vondst van de 24-jarige computeringenieur Hannes Mareen (UGent) zou u in de nabije toekomst wel eens een hak kunnen zetten.
hartopera
een uniek watermerk mee te geven. “Bij het uitlezen van die vingerafdruk kan de klant die het filmpje illegaal heeft verspreid, op die manier worden geïdentificeerd.” Het aanbrengen van de code kan in principe met een softwareprogramma en hoeft niet veel geld te kosten.
Reddende engel
Is hij de reddende engel van de filmindustrie, die nu jaarlijks naast 130 miljard euro grijpt door piraterij? “Ik hoop het”, zegt Mareen lachend. “Ik wil mijn systeem eerst nog een tweetal jaar voort uitwerken en dan kijken of de bedrijfswereld geïnteresseerd is.” En ondertussen zelf nog enkele tv-series illegaal meepikken? “Daar ga ik niet op antwoorden.” (glimlacht) © Shutterstock
H
annes Mareen heeft een digitale techniek ontwikkeld die het mogelijk maakt om internetpiraten op te sporen. “Er bestaan al lettercodes om filmpjes te beschermen, maar die zijn storend op het scherm en makkelijk uit te wissen”, zegt Mareen. “Mijn innovatie is dat ik zo’n code onzichtbaar maak voor het oog en tegelijk heel moeilijk verwijderbaar.” Eenvoudig uitgelegd: de jonge vorser maakt bij het digitale encoderen van de beelden gebruik van subtiele foutjes om het filmpje
Dit artikel, geschreven door Gert Neyt, verscheen op 22 december 2017 in De Gentenaar. Hannes Mareen won de Agoriaprijs 2017 voor het beste technologisch onderzoek. Meer weten? www.scriptiebank.be/watermerk Promotor: Prof. Dr. Ir. Peter Lambert
Word liever slimmer dan boos. Studentenabonnement vanaf € 11,50 /maand
Dankzij Kobe en Céline kunnen dokters vanaf nu behoorlijk accuraat bepalen waar de nervus phrenicus, een zenuw die belangrijk is voor de ademhaling, bij een patiënt ligt.
Patiënten moeten nu nog hikken tijdens een operatie tegen hartritmestoornissen, om te voorkomen dat een belangrijke zenuw voor de ademhaling geraakt wordt. Maar industrieel ingenieurs Céline Cuypers en Kobe Bamps hebben via onderzoek bij 27 patiënten van het Hasseltse Jessa Ziekenhuis een algoritme uitgedokterd waardoor chirurgen makkelijker die zenuw vóór de operatie kunnen vinden. “Bij 89 procent van de patiënten zijn we daarin geslaagd”, klinken de UHasselt-afgestudeerden, die met hun onderzoek de EOS-prijs voor beste wetenschapsscriptie wonnen.
“B
Daarom laat De Morgen geen enkele vraag nog onbeantwoord en geen enkel antwoord onbevraagd. Meer inzicht begint bij .
Surf nu naar demorgen.be/student
ij de behandeling van hartritmestoornissen - voorkamerfibrilatie - wordt een deel van het weefsel aan de longaders weggebrand. Ablatie heet dat. Maar er is altijd een risico dat hierbij de ‘nervus phrenicus’ geraakt wordt, een zenuw die belangrijk is voor de ademhaling. Het probleem: je ziet niet waar die zenuw ligt. Wat maakt dat de operatie erg stresserend is voor de artsen. Om zeker te zijn dat ze niet geraakt wordt, wordt de patiënt tijdens de ingreep gestimuleerd om te hikken”, beschrijven de nieuwe industrieel ingenieurs elektronica-ICT Kobe Bamps en Céline Cuypers. “Een verpleger moet de hele tijd, meer dan een uur, controleren of de patiënt niet stopt met hikken. Want dan kan de zenuw geraakt zijn. Maar dan is het vaak te laat.”
27 patiënten
Samen met cardioloog Pieter Koopman van Jessa zijn ze dan ook op zoek gegaan naar een manier om die zenuw vóór de
operatie op te sporen. “Op basis van CTscans.” Concreet zijn ze stapje voor stapje de ‘bekende’ delen van het hart gaan schrappen, waardoor het zoekgebied voor de zenuw steeds kleiner werd. Uiteindelijk werd het speuren naar heldere lichtpuntjes op de beelden die samen een rechte lijn vormen, want het is geweten dat de zenuw recht naar beneden loopt. Die zoektocht hebben Céline en Kobe uiteindelijk in een algoritme gegoten, waardoor dokters nu vooraf behoorlijk accuraat kunnen vastpinnen waar de zenuw bij een patient ligt. “Uiteraard is er nog meer onderzoek bij een grotere patiëntengroep nodig voor het medisch mag toegepast worden, we hebben het nu getest bij 27 patiënten. Voor 89 procent zaten we juist.”
“Om zeker te zijn dat de zenuw niet geraakt wordt, wordt de patiënt tijdens de ingreep gestimuleerd om te hikken” Stress
Niet meteen alledaags: industrieel ingenieurs die op zoek gaan naar een oplossing voor hartoperaties? “De combinatie van twee heel verschillende vakgebieden maakte het net interessant. Ik kende weinig van de medische wereld, intussen hebben we zelfs een paar ablaties mogen meemaken. Je voelde letterlijk de stress in de operatiekamer, we mochten zelfs de hik voelen om te kijken hoe moeilijk het is”, aldus Céline.
© Ray
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
5
T EC H N O L O G I E
ken hikken bij atie onnodig
Ingenieuze brace helpt
tremorpatiënten een handje
Trillende handen, iets dat bij veel Parkinsonpatiënten voorkomt, kunnen alledaagse taken erg moeilijk maken. Ingenieur Jeroen Geentjens (KU Leuven) ontwikkelde daarom een brace om dit te verhelpen: goedkoper én gebruiksvriendelijker dan vorige prototypes.
De brace die Jeroen Geentjes ontwierp.
©Jeroen Geentjens
V
eel mensen herinneren zich nog wel de bokser Muhammad Ali. In de jaren zestig en zeventig werd hij maar liefst drie keer wereldkampioen boksen. Kort nadat hij stopte met boksen, stelden dokters de ziekte van Parkinson bij hem vast. Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaak last van een tremor. Dit is een soort trilling van een ledemaat die wordt veroorzaakt door oncontroleerbare samentrekkingen van spieren.
ymond lemmens
Artsen zagen voordien niet waar de zenuw lag, dat maakte de operatie erg stresserend.
Nog minder doordeweeks: een meisje dat kiest voor industrieel ingenieur en dan als enige afstudeert met felicitaties van de jury. Céline: “Ik heb de microbe voor elektromechanica op het einde van het middelbaar te pakken gekregen, toen ik bij Halloween en Kerstmis lichtshows op ons huis ging projecteren. Zoals je die in de VS veel ziet. Eerst wou ik nochtans leerkracht lager onderwijs worden. Maar ik heb dat nu gecombineerd: vorig jaar heb ik de eenmanszaak Codigo+ opgericht, die zomerkampen organiseert om kinderen te laten kennismaken met techniek en programmeren. Daar zou ik ook graag mee verder gaan.”
“Elektronica boeit me sinds het middelbaar. Toen begon ik lichtshows op ons huis te projecteren voor Halloween.”
© Shutterstock
en Scriptie vzw. “We denken eraan om een eigen bedrijfje op te richten, rond medische beeldvorming. Onze studies zijn ook allebei in die lijn gekozen.”
“We denken eraan om een eigen bedrijfje op te richten rond medische beeldvorming.” Eén detail wil hun UHasselt-prof Luc Claesen toch nog kwijt: Céline heeft voor zijn vak een fout ontdekt in het tekstboek dat al jaren in duizenden uniefs gebruikt wordt door programmeurs. “And moest or zijn. Hij ging het melden.” (lacht)
CÉLINE CUYPERS
Shanghai
Ook is heel letterlijk te nemen, want Céline is intussen nog met een master innovatie en ondernemerschap in Leuven gestart en runt haar eigen toneelgezelschap. Evenmin gebrek aan ambitie aan de overkant: Kobe doet er nu nog een master in artificiële intelligentie bij. Hun scriptie heeft hen intussen al de Paul Donnersprijs opgeleverd en een ticketje naar Shanghai om daar de resultaten voor te stellen op een medisch congres. Ze werden bovendien uit zo’n 140 inzendingen uitgekozen als winnaars van de EOS-prijs 2017, een initiatief van wetenschappelijke tijdschrift EOS
Dit artikel van de hand van Caroline Vandenreyt verscheen op 16 december 2017 in Het Belang van Limburg. Het onderzoek van Céline en Kobe kreeg ook aandacht in Eos Magazine en bij TV Limburg.
Meer weten? www.scriptiebank.be/hikken Promotoren: Prof. Dr. Ir. Luc Claesen en Dr. Cardioloog Pieter Koopman
Bij Muhammad Ali is die tremor duidelijk zichtbaar. Maar Parkinson is niet de enige ziekte waarbij een tremor voorkomt. Ook mensen met MS of personen die een breintrauma opliepen, kunnen hier last van krijgen. Wanneer de tremor in de pols ontstaat, beginnen de handen te trillen waardoor alledaagse activiteiten zoals schrijven of eten een uitdaging worden. Er zijn al middelen beschikbaar om de tremor onder controle te krijgen, maar die blijken niet altijd even praktisch.
“De brace houdt bibberende handen onder controle waardoor schrijven vlotter verloopt”
Abnormale bewegingen
Geentjens: “Tegenwoordig onderzoekt men een ‘orthese’, een soort brace, om de tremor die in de pols ontstaat te onderdrukken.” Ook voor zijn thesis ontwikkelde Geentjens een orthese. Hij werkte daarbij aan een compact systeem dat de energie van de tremor gebruikt om die verschillende trillingen te dempen. “Die trillingen of bewegingen kunnen nu eens snel zijn, dan weer traag. Dat maakt dat de demper in de orthese regelbaar moet zijn: de demper moet hard genoeg dempen om snelle trillingen af te remmen, maar hij mag ook niet te hard dempen want dan zou hij de tragere bewuste handbewegingen van de patiënt verhinderen.” De demper bestaat uit twee platen die boven elkaar bewegen, waartussen een vloeistof zit. Die demper kan je op 3 manieren regelen: je kan de viscositeit -de vloeibaarheid of stroperigheid van de vloeistof- aanpassen, ofwel de oppervlakte van de platen, ofwel wijzig je de hoogte tussen die 2 platen. Huidige prototypes focussen vooral op het wijzigen van de viscositeit. Hiervoor heb je onder andere sensoren en een controller nodig. Dit maakt het prototype erg ingewikkeld en fragiel voor de gebruiker. In zijn ontwerp focuste Geentjens daarom op het wijzigen van de hoogte tussen de platen, via een schroefje in de bovenste plaat.
De verschillen met en zonder brace bij een tremorpatiënt zijn duidelijk. De eerste twee foto’s zijn zonder brace, de derde met.
Wanneer de handen van de patiënt op een gegeven moment sterk trillen, kan hij met een draaiknop op de demper het schroefje aanspannen om zo het trillen af te remmen. De test van het ontwerp bij een Parkinsonpatiënt was alvast een succes. Geentjens: “We lieten een patiënt een schrijftest doen. Eerst moest de man een tekst schrijven zonder de orthese. De eerste zin ging nog wel vlot, maar daarna verloor hij zijn concentratie en nam de tremor de bovenhand. Daarna lieten we de persoon diezelfde tekst schrijven met de orthese. Het schrijven verliep zonder tremor, waardoor de persoon sneller en beter kon schrijven (zie foto).” En de toekomst? “Het ontwerp is nog niet helemaal klaar voor productie. Een nieuwe thesisstudent ontwikkelt het nu verder. Hopelijk kunnen we het in de nabije toekomst op de markt brengen om de levenskwaliteit van vele tremorpatiënten te verbeteren.”
Meer weten? www.scriptiebank.be/tremor Promotor: Prof. Dr. Ir. Farid Al-Bender
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
6
INTERVIEW
“Bij mijn thesisverdediging zat ik met mijn baby’tje in de gang” Ze kan een knap staaltje acteren en zingen. Maar wist je dat Clara Cleymans ook een diploma filosofie op zak heeft? Jarenlang dompelde ze zich onder in de wijze wereld van de wijsbegeerte, met haar thesis als sluitstuk. Ook al behaalde ze onderscheiding, toch ging het schrijven van een scriptie allesbehalve van een leien dakje: “Bij mijn eerste versie zeiden ze dat ik mijn thesis zelfs niet moest verdedigen.”
Thesis’ van Umberto Eco. Dat was best grappig: het is een dun boekje dat je snel kan lezen. Er staat een passage in met drie soorten studenten die nooit hun thesis zullen halen. Ik kwam overeen met twee van de drie. Dat motiveerde me: ik dacht bij mezelf “dat zullen we dan nog wel eens zien, Umberto.” (lacht) In het begin ben ik een heel groot papier gaan halen en bakjes met kaartjes en kleurtjes. Ik schreef thema’s op die ik wou aansnijden en citaten. Het grootste werk, vond ik, was een insteek vinden en de onderverdeling van je thesis.”
Clara, waarom ging je filosofie studeren?
“ Vanaf het derde middelbaar ben ik naar het Lemmensinstituut getrokken om er woordkunst-drama te studeren. Daar miste ik diepgang en theorie en was ik alles na die vier jaar dan ook echt beu. Wat me in het middelbaar wel sterk wist te boeien was tekstanalyse. Het laatste jaar bestudeerden wij teksten van onder meer de filosoof Confucius. Dat intrigeerde me. Daarnaast vond ik het de studie filosofie ook wel een goede aanvulling op mijn job.”
“Je kreeg veel keuzevrijheid bij je thesis. Wou je over koala’s schrijven? Dan deed je dat gewoon, zolang de inslag maar filosofisch was.”
“De proffen doceerden zo goed dat ik ontroerd raakte in de lessen”
Ben je tevreden over de thesis zoals je die uiteindelijk indiende?
“Mondelinge examens waren meer mijn sterkte, maar toch vind ik dat mijn thesis gelezen mag worden. Het is wel een heel specifiek werk dat vooral interessant is voor acteurs en filosofen. Een aantal mensen toonde wel interesse om mijn scriptie als boek uit te geven, maar bij nader inzien vonden ze toch niet mainstream genoeg.”
Ging het studeren vlot? “Ik kende nog niets van filosofie. Ik had bijvoorbeeld nog nooit van Kant gehoord. Bij de eerste lessen, de geschiedenis van de filosofie, dacht ik: ‘wow, waar ben ik hier aan begonnen.’ Ik wist niet of ik wel kon studeren. In het Lemmens had ik dit nooit echt moeten doen, dat lukte allemaal vanzelf. We speelden er zelfs spelletjes ‘om ter minste studeren’ (lacht). De manier waarop de vakken werden gegeven, heeft mij gelukkig wel geholpen om de leerstof te verwerken. Ik kon soms echt ontroerd raken in de lessen.”
Benieuwd naar de thesis van Clara Cleymans? Je kan het werk lezen via www.scriptieprijs.be/claracleymans “Toen ik filosofie ging studeren, had ik nog nooit van Kant gehoord.”
Hoe was je studententijd? “Ik ging naar alle lessen. Gelukkig zat ik in een klein klasje van zo’n dertig man. Daardoor kon ik meer contact hebben met de proffen. In mijn derde bachelorjaar begon ik te werken. Ik kreeg een eerste vaste rol bij de fictiereeks Hotel Eburon (een serie op VTM over het dagelijkse leven in een viersterrenhotel, red.). Die combinatie met studeren was wel heel zwaar. Mijn laatste examenperiode in juni moest ik combineren met drie à vier opnames per week. Dat was een helse periode: om zes uur ‘s morgens zat ik op de trein om op tijd op de set te zijn in Leuven. Tijdens die treinritten en tussen de scènes door probeerde ik te studeren. Toch is het mij gelukt. Fysiek zat ik er wel onderdoor. Ik heb mezelf toen beloofd dit nooit meer te doen. Mijn master heb ik dan over twee jaar gespreid, net zoals mijn thesis.”
Waarover ging je thesis? “We waren heel vrij in onze keuze: wou je over koala’s schrijven? Dan deed je dat gewoon, zolang de inslag maar filosofisch was. Ik wou een thema dat zo dicht mogelijk bij mijn leefwereld aanleunde. Dus schreef ik een thesis over emoties bij acteurs. Ik heb als actrice een paar keer meegemaakt dat ik overvallen werd door een gevoel. Op mijn veertiende haalde ik bijvoorbeeld de finale
van een voordrachtwedstrijd. Ik bracht toen een tekst van Dario Fo (Nobelprijswinnaar in de literatuur in 1997, red.) over een moeder waarvan het kind werd afgenomen. Ik was volledig van slag en begon te huilen. Daarom wou ik aantonen dat emoties heel oprecht kunnen zijn ook al ken je de tekst. Tot een zekere hoogte kan je je verplaatsen in het personage dat je speelt. Je blijft jezelf, maar je ondergaat wel een transformatie. Eigenlijk schreef ik voor mijn thesis een theorie over hoe je zou moeten acteren – een theorie die ik zelf gebruik.”
“Een goede raad die ik kreeg voor mijn thesis: maak er geen spel van, doe dat gewoon”
Hoe verliep het schrijven van je thesis? “Die thesis was een gevaarlijk punt. Voor sommige mensen vormt de thesis een reden om niet af te studeren. Ook ik had de neiging om alles te laten liggen. Ik vind structuur
© Johannes Vande Voorde
uitdenken enorm vermoeiend en heb dat dan ook lang uitgesteld. Ik had me in eerste instantie zelfs niet opnieuw ingeschreven voor de unief. Op een bepaald moment heb ik die thesis dan ineens heel snel afgewerkt. Maar het resultaat was helaas niet goed. Ik kreeg zelfs te horen dat ik mijn thesis niet moest verdedigen. Ik voelde mij daar heel slecht over, en was zelfs beschaamd. Uiteindelijk heb ik mijn thesis pas vorig jaar afgemaakt, tijdens mijn zwangerschap. Toen de thesis eindelijk klaar was om in te dienen, was het net verlengd weekend. Ik ben uitgerekend in dat weekend bevallen, waardoor mijn man mijn thesis is gaan binnenbrengen. Bij mijn verdediging zat ik met mijn baby’tje in de gang. Een hele opdracht, maar met resultaat: ik kreeg een onderscheiding voor mijn thesis.”
Wat voor goede raad heb je voor mensen die aan hun scriptie beginnen? “Bij mij was het probleem dat die scriptie maar niet van de grond kwam. Dat frustreerde mij enorm. De man van mijn mama zei dan: ‘Clara ‘t is heel simpel, je moet er geen spel van maken, je moet dat gewoon doen.’ Die raad heeft mij wel geholpen. Het was eigenlijk zo simpel als dat: niet te veel nadenken, gewoon beginnen. Wat ook heel erg hielp was het lezen van ‘How to Write a
Clara Cleymans (Wilrijk, 5 januari 1989), zus van Jelle Cleymans, speelde oorspronkelijk alleen maar gastrollen, maar in 2010 brak ze door bij het grote publiek met vaste rollen in de VTM-reeks ‘Dag en Nacht’ en de Eén-soap ‘Thuis’. In 2011 werd ze door de Vlaamse Televisie Academie bekroond met de award voor ‘Rijzende Ster’ tijdens de Vlaamse Televisie Sterren. Daarna schitterde ze als actrice in series als ‘Code 37’ en ‘De Ridder’. Cleymans is sinds 2014 getrouwd met muzikant Jo Mahieu. Samen hebben ze een dochter ‘Jeanne’.
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
7
E CO N O M I E
De vleesindustrie: zwaar onderschatte factor bij klimaatverandering De vleesindustrie is een van de belangrijkste oorzaken voor klimaatverandering. Studente internationale betrekkingen Tessa Jansoone (UAntwerpen) bestudeerde de impact in haar thesis: “Bij onderzoeken naar de klimaatveranderingen wordt de vleesindustrie nog te weinig met de vinger gewezen.”
4.000 liter. Zo veel water is er ongeveer nodig om de steak van onze geliefde steak friet te produceren. Dat waterverbruik staat gelijk aan tien weken lang bijna iedere dag tien minuten douchen. En dat in tijden dat drinkbaar water steeds schaarser wordt. Verwacht wordt dat tegen 2050 zo’n 64 procent van de wereldbevolking in gebieden met te weinig water zal wonen. Toch blijft de waterverslindende vleesindustrie groeien. Jansoone: “Men schat dat de wereldwijde vleesproductie tussen 1999 en 2050 ongeveer verdubbeld zal zijn van 229 miljoen ton tot 465 miljoen ton. Ook de melkproductie verdubbelt bijna: van 580 tot 1.043 miljoen ton. Men fokt, voedt, slacht en consumeert ieder jaar meer dan 65 miljard dieren wereldwijd. Dat is ongeveer tien keer het aantal mensen dat er op aarde leeft.”
“Jaarlijks worden 65 miljard dieren geslacht voor consumptie. Dat is tien keer zoveel dan het aantal mensen dat op aarde leeft.” “Bij onderzoeken naar klimaatveranderingen zoals hogere temperaturen, watertekorten en extreme weersomstandigheden duikt de vleesindustrie nog te weinig op in het lijstje van de oorzaken. Zo was de vleesindustrie bijvoorbeeld geen onderwerp van discussie op de historische klimaatconferentie in Parijs in 2015. Nochtans blijkt uit verschillende studies dat de vleesindustrie een van de belangrijkste oorzaken is van klimaatverandering. Ze heeft een enorme impact op vrijwel alle aspecten van het milieu”, aldus Jansoone. Dit kan direct: zo kan vee door overbegrazing zorgen voor bodemerosie. Of denk aan het feit dat driekwart van ’s werelds belangrijkste visplaatsen overbevist is. Hierdoor wordt onder andere de blauwvintonijn in de Middellandse zee, populair bij sushibereidingen, bedreigd. Maar de impact uit zich ook onrechtstreeks: zo bedreigt de uitbreidende sojaboonproductie voor veevoer bijvoorbeeld het Amazonewoud in Zuid-Amerika, wat op zijn beurt de
Nog werk aan de wikkel
biodiversiteit aantast. In totaal wordt zo’n 30 procent van alle landoppervlakte ter wereld gebruikt voor veeteelt.
Boeren en winden
Daarnaast is de vleesindustrie ook verantwoordelijk voor zo’n 14,5 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Die gassen komen deels rechtstreeks van de dieren, die via hun boeren en winden methaan uitstoten. Maar ook indirect draagt de vleessector, via het vervoer en de verwerking van de dieren, bij tot de uitstoot. Doordat er te veel broeikasgassen zijn wordt het broeikaseffect versterkt waardoor temperaturen onnatuurlijk stijgen. Die klimaatveranderingen brengen dan weer gevolgen voor de gezondheid met zich mee. Muggen zullen zich sneller verspreiden en kunnen ziektes © CC als malaria overbrengen.” “Bij het laten van boeren en winden verspreidt de veestapel grote hoeveelheden methaan.”
VERPAKKINGEN GEZONDE PRODUCTEN SPRINGEN ONVOLDOENDE IN HET OOG
Sterke lobby
Ondanks de omvang van het probleem bestaan er relatief weinig wereldwijde en nationale beleidsmaatregelen die de milieueffecten van de vleesindustrie echt regelen. Daar zijn volgens Jansoone enkele verklaringen voor: “In veel armere landen is de eerste zorg toegang tot voeding en het voedsel op zich. Een andere verklaring is de sterke lobby van de vleesindustrie in veel landen.” Toch zijn er volgens haar lichtpuntjes: “In België neemt de vleesconsumptie het snelste af in vergelijking met andere West-Europese landen, namelijk met 16,7 procent tussen 2012 en 2016. Ook duiken er steeds meer initiatieven op die mensen inspireren minder vlees te eten. Zo heb je bijvoorbeeld ’Dagen Zonder Vlees’ of ‘Donderdag Veggiedag’. Dit laatste is ook een initiatief waar steeds meer bedrijven aan deelnemen.”
WORLD MEAT FREE DAY:
11 JUNI 2018
Op 11 juni is het weer zover, op die dag roept men iedereen op om één dag geen vlees te eten. We bekeken eens wat de impact zou zijn indien heel België een dag geen vlees zou eten. Dit zouden we kunnen uitsparen: • Het CO2-equivalent van een auto die 2.779 keer de wereld zou rondrijden • Een stuk land ter grootte van 101.460 tennisvelden • Een hoeveelheid water die gelijk staat aan 5.700 gevulde Olympische zwembaden
Hoe een product eruitziet, bepaalt mee of een consument het in zijn winkelkar legt.
Gezonde voedingsproducten zitten in de lift. Toch maken producenten van gezonde snacks volgens econome Joyce De Temmerman (UGent) nog te weinig gebruik van een sterk wapen om hun producten beter in de kijker te zetten bij consumenten: de verpakking.
C
onsumenten hechten steeds meer belang aan een gezonde levensstijl. Zo groeit de verkoop van gezonde voeding tegenwoordig sneller dan die van ongezonde voeding. Bedrijven trachten op deze trend in te spelen. Hoe een product eruitziet, bepaalt in belangrijke mate of de consument het al dan niet in zijn winkelkar legt. En laat producenten van gezonde snacks daar nog wat tekort schieten: door meer te kiezen voor glanzende verpakkingen mét afbeeldingen zouden ze hun producten beter kunnen laten opvallen. Dat concludeert master in de economie Joyce De Temmerman. In haar thesis bestudeerde ze verpakkingen van ruim 300 gezonde en ongezonde snacks in de online winkels van grote Belgische ketens als Colruyt en Carrefour.
Gezond groen
De Temmerman: “In de huidige competitieve voedingsmarkt proberen voedingsfabrikanten de aandacht van consumenten te trekken op basis van het ontwerp van de verpakking. Deze verpakking ‘communiceert’ met consumenten via een mix van verschillende visuele elementen.” In haar scriptie onderzocht De Temmerman drie van deze elementen. Eerst kwamen de grafische elementen aan de beurt: “Daarbij valt op dat groen en lichtgroen voorkomt in de helft van de gezonde producten tegenover 1 op de 3 van de ongezonde producten. Niet onlogisch, want die kleur roept associaties op met de natuur en een gezonde levensstijl.”
“Fabrikanten van gezonde producten moeten meer afbeeldingen en glans gebruiken in hun verpakkingen”
snacks vooral afbeeldingen gerelateerd aan het product. Voor ongezonde producten is dit dan bijvoorbeeld een stuk chocolade bij een doos koekjes met chocoladevulling. Afbeeldingen die geen verband houden met het product, denk aan de foto van het parelwit strand op de Bounty-repen, worden dan weer vaker gebruikt bij ongezonde producten (25%) ten opzichte van bij gezonde producten, waar op 15% zo’n afbeelding prijkt.
Met glans
De Temmerman keek ook naar structurele verpakkingselementen. Zo merkte ze bijvoorbeeld dat gezonde producten minder glanzende verpakkingen hebben dan ongezonde producten, terwijl glans consumenten meer aanspreekt. Wat haar nog opviel: “Meer dan 40 procent van alle snacks bevatten geen elementen die de houdbaarheid bevorderen, zoals bijvoorbeeld afzonderlijk verpakte porties of de mogelijkheid om een verpakking te hersluiten. Dit percentage is nog veel te hoog, aangezien consumenten hier een voorkeur voor hebben”, aldus De Temmerman. Als laatste concentreerde ze zich op de verbale verpakkingselementen. Dit gaat dan over het merk en voedingsclaims zoals bijvoorbeeld ‘verlaagt actief de cholesterol’. Hierbij vond ze een opmerkelijk verschil: 29 procent van de gezonde snacks bevat voedings- of gezondheidsclaims, bij ongezonde snacks is dit 8 procent. Vooral bij fabrikantenmerken is het verschil groot.
Lessen trekken
Vooral producenten van gezonde producten kunnen enkele lessen trekken uit de studie. Zij gebruiken namelijk minder grafische verpakkingselementen en meer verbale elementen. De Temmerman: “Zij zouden meer visuele verpakkingselementen moeten gebruiken in hun verpakkingen om ze zo meer te laten opvallen. Zeker het gebruik van afbeeldingen is aan te raden. Foto’s spelen meer in op emoties en beïnvloeden het beslissingsproces meer dan verbale elementen zoals gezondheidsclaims.” Ook de glans van een verpakking kan de verkoop beïnvloeden: “Consumenten hebben een voorkeur voor glans. Zij beoordelen de aantrekkelijkheid van glanzende verpakkingen hoger dan die van niet-glanzende verpakkingen.”
Parelwit strand
Meer weten? www.scriptiebank.be/vleesindustrie Promotor: Prof. Dr. Ivan Janssens
Daarnaast viel het Huygen op dat ongeveer 15 procent van de gezonde producten geen afbeelding op de verpakking plaatst, tegenover 7 procent van de ongezonde producten. Vooral huismerken van gezonde producten laten het hier afweten. Als er afbeeldingen op de verpakking prijken, dan zijn het zowel bij gezonde als ongezonde
© CC
Meer weten? www.scriptiebank.be/verpakkingen Promotoren: Prof.Dr. Anneleen Van Kerckhove en Dr. Caroline De Bondt
DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 1 · Maar t 2018
8
C U LT U U R
Werelderfgoedsites: hoe bekend zijn ze bij 17-jarigen?
Auschwitz
Van Laecke analyseerde veelvoorkomende fouten: “De fout over de ligging van Auschwitz was een beetje choquerend: 30 procent van de leerlingen wist niet waar het lag. Veel leerlingen situeren alles in verband met nazi’s in Duitsland. Zo meende 14% van de leerlingen dat Auschwitz daar ligt.” Leerlingen die veel reizen, scoren beter dan leerlingen die maximaal een keer per jaar reizen, maar ook het soort vakantie is hierbij belangrijk: leerlingen die bijvoorbeeld vaker cultuurvakanties, rondreizen en citytrips doen, scoren beter dan leerlingen die strandvakanties doen.
Game of Thrones
De school leek de grootste kennisoverdrager in combinatie met Amerikaanse media. Series als `Game of Thrones` bijvoorbeeld verhoogden in grote mate de interesse in de werelderfgoedstad Dubrovnik, waar de serie deels werd opgenomen.
ons edia Comm
ender ©Dav id Sp
Van Laecke: “Wat opviel: ongeveer 62 procent van de leerlingen bezoekt nooit vrijwillig tentoonstellingen, musea of erfgoed. Daarnaast bepaalden de top drie TV-zenders die thuis op staan de resultaten. De meer educatieve of ‘serieuzere’ zenders zoals Canvas en National Geographic Channel scoren beter dan de meer kinderlijke, sportieve of muzikale zenders.” Hoe meer de student zelf en het gezin of de ouders de actualiteit volgen, hoe beter de parate werelderfgoedkennis. Hier valt het verschil tussen jongens en meisjes op: dubbel zoveel jongens als meisjes duidden ‘altijd’ aan bij de vraag of ze de actualiteit volgen. Ook religie speelde een rol bij de kennis over werelderfgoed: sites uit de Arabische wereld waren veel beter gekend door de moslimleerlingen. Opvallend was wel dat evenveel moslims als niet-moslims het Vaticaan wisten te herkennen.
“Veel leerlingen situeren alles in verband met nazi’s in Duitsland”
Daarnaast wil Van Laecke wijzen op het belang van de kennis: “Werelderfgoed roept bewondering op. Immense bouwwerken creëren respect. Dit gaat cultuur- en grensoverschrijdend. Bij de vernietiging van de historische UNESCO-stad Palmyra in Syrië in 2015 en 2016 kwam er uit alle hoeken van de wereld extra aandacht voor het topic. Het verenigde ons als mens en samen gingen we ons nog meer inzetten voor de bescherming van mens en erfgoed in conflictgebieden.”
Top 5 best gekende werelderfgoedsites door Vlaamse leerlingen uit het laatste jaar secundair onderwijs: 1) Eiffeltoren: 99% 2) Atomium: 96% 3) Scheve toren van Pisa: 95% 4) Vrijheidsbeeld: 94% 5) Chinese muur: 88%
Q UI Z
Dit onderzoek werd belicht in Het Belang van Limburg. Meer weten? www.scriptiebank.be/werelderfgoed Promotor: Prof. Dr. Brigitte Dekeyzer
HOEVEEL WEET JIJ OVER CULTUREEL WERELDERFGOED? DOE DE TEST!
Hoe heet dit monument en waar ligt dit? Erfgoed in wiskunde
Met de resultaten doet Van Laecke een oproep naar onderwijsinstellingen om erfgoedleer meer in het onderwijs in te bedden: “Erfgoedleer moet niet alleen behandeld worden in kleinere vakken als aardrijkskunde. Waarom niet bij wiskunde de oppervlakte van de piramide van Cheops berekenen en hier wat informatie bijgeven?”
£ £ £ £ £ £
De ScriptieKrant is een uitgave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap, techniek en innovatie dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jong onderzoekstalent meer bekendheid te geven. Tatiana De Wée, Arnaud Zonderman en deelnemende studenten | verantwoordelijke uitgever: Arnaud Zonderman · Rozenweg 4b · 1731 Zellik
vormgeving:
www.grase.be
De Taj Mahal De Sint-Pieters basiliek De Kerk Van de Verlosser Op Het Bloed India Vaticaanstad Sint-Petersburg, Rusland
Welke werelderfgoedsite ziet u hier?
COLOFON
teksten:
© CC Wikimedia Commons
e meeste mensen herinneren zich nog wel de culturele uitstappen in het secundair onderwijs: een dag naar het Fort van Breendonk, een Italiëreis, een bezoek aan het Atomium,… . Daarnaast werd er af en toe wel iets over erfgoed in taallessen, aardrijkskunde of geschiedenis gezegd, maar dat was zeker niet bij iedereen het geval. Anke Van Laecke vroeg zich dan ook af hoeveel laatstejaars van het secundair onderwijs over cultureel werelderfgoed weten. Zij analyseerde voor haar masterproef 660 enquêtes, afgenomen bij laatstejaars uit het secundair onderwijs in Limburg. Alle leerlingen kregen 64 fotovragen over werelderfgoed in het binnen- en buitenland waarbij zij moesten invullen wat het erfgoed was en waar het zich bevond. Het was zo goed als onmogelijk voor de leerlingen om alle sites te herkennen. Daarom selecteerde Van Laecke 20 ‘focussites’, zoals Het Anne Frank-huis en het Atomium, waar de leerlingen het meeste over wisten. Hierop slaagde 75 procent van de leerlingen. “De resultaten laten zich allicht veralgemenen voor Vlaanderen, al kan ik mij natuurlijk wel voorstellen dat iemand uit regio Brugge sneller Brugs erfgoed zal herkennen”, aldus Van Laecke.
© CC Wikimedia Commons
D
© CC W ikim
©Fra ns va nd
© CC W ikim
ew alle
edia Comm
ons
Hoe zit het met de parate kennis over cultureel werelderfgoed bij laatstejaars van het secundair onderwijs in Limburg? Kunnen ze het Colosseum herkennen? En vanwaar halen ze hun kennis? Anke Van Laecke, oud-studente kunstwetenschappen (KU Leuven) onderzocht het in haar thesis.
£ £ £
De Berlijnse Muur De Chinese Muur De Israëlische Muur
£ £ £
Mexico Peru Chili
In welk land ligt Machu Picchu?
De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.
De antwoorden en de rest van de quiz kan je vinden op: www.scriptieprijs.be/quiz