Vitale Groene Stad

Page 1

VITALE GROENE STAD NR

03

01 | 2013

Staatssecretaris Dijksma ‘Niet alleen de overheid is verantwoordelijk voor de investeringskosten in groen, maar zeker ook degenen die daar profijt van hebben.’

12

Zelf rekenen met groen Groen levert geld op! Hoe veel? Binnenkort rekent u dat zó uit. Het hoe, wat en waarom van TEEB.

26

Almere herontdekt groen De Floriade geeft het van zichzelf al groene Almere een boost. De stad wordt voor het evenement in 2022 nóg groener.

38

Zo kijkt de projectontwikkelaar Groen is van waarde, zeker. Maar het verkoopt niet. Althans niet direct. Goede voorbeelden wel.

I N S P I R AT I E B R O N V O O R I N F R A • B O U W • G R O E N


VITALE GROENE STAD

nieuwsbrief WWW.VITALEGROENESTAD.NL/INSCHRIJVEN

De digitale nieuwsbrief van de Vitale Groene Stad wordt tweewekelijks verstuurd naar een brede doelgroep, bestaande uit: gemeenten en andere overheden, waterschappen, groensector, gezondheidzorg, bouw en infra. Wilt u tweewekelijks op de hoogte blijven van de groene ontwikkelingen, zoals over TEEB Stad, gemeenteraadsverOok is het mogelijk om via Twitter op de hoogte te blijven via @VitaleGroenStad.

kiezingen, bijeenkomsten en andere inspirerende nieuwsberichten?

A A N M E L D E N V I A W W W. V I TA L E G R O E N E S TA D . N L / I N S C H R I J V E N


VOORWOORD

TEKST SHARON DIJKSMA

NEDERLAND BLIJFT VOORLOPER IN INNOVATIEF GROEN

In het afgelopen decennium is er veel bereikt als het gaat om het positioneren van het belang van groen en natuur in de directe leefomgeving van burgers en bedrijfsleven. Veel gemeenten en burgers weten dat het groen niet als kostenpost moet worden weggezet, maar dat het een grote maatschappelijke en economische waarde heeft. In het pamflet ‘Vooruit met natuur’ dat ik recentelijk presenteerde, zeg ik dan ook dat natuur niet enkel moet worden beschermd, maar dat het ook vooral moet worden benút. Wij zijn zelf onderdeel van de natuur, natuur is overal. Ook in de achtertuin, op het schoolplein en in het park op de hoek. Juist deze natuur is zo belangrijk voor de burger, omdat dit de natuur is waarmee zij dagelijks in contact komt. Daarom is het juist nu ook van belang dat gemeenten, provincies, politiek en het bedrijfsleven worden gevoed met actuele wetenschappelijke informatie over het belang van een groene leef- en werkomgeving. De oplossingen die het groene product te bieden heeft, zijn talrijk. Denk hierbij aan de meerwaarde voor onroerend goed, de besparing op energiekosten, de besparing op afvoer- en zuiveringskosten van regenwater en de besparing op zorgkosten. Investeren in groen leidt tot forse besparingen op zorgkosten en ziekteverzuim, laat recent onderzoek van KPMG zien. Dit soort gegevens met harde onderbouwing hebben we nodig om derden te betrekken bij de financiering van meer groen in de woonomgeving als preventiemaatregel. Niet alleen de overheid is verantwoordelijk voor de investeringskosten, maar zeker ook degenen die daar profijt van hebben. Vandaar dat ik het TEEBonderzoek (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) van groot belang vind. Vanuit mijn ministerie zijn wij bezig met verschillende TEEBstudies, zoals voor bedrijven en voor gezondheid. Voor de stad is vooral het TEEB stad-traject interessant. In deze visie staan de maatschappelijke baten van groenblauwe maatregelen centraal in investeringskeuzes en besluitvorming rond ruimtelijke projecten. Op dit moment zijn we bezig om een webtool te maken die voor iedereen toegankelijk is en waardoor het voor iedereen mogelijk wordt om te berekenen of een investering in groen loont.

Sharon Dijksma Staatssecretaris van Economische Zaken

Mondiaal gezien is Nederland voorloper op het gebied van onderzoek naar en de inpassing van innovatief groen in en op gebouwen, straten, wijken en steden. Maar doordat de noodzaak duidelijker wordt, zie je dat wereldwijd andere steden en landen de waarden van natuur van steeds groter belang vinden. Een positieve ontwikkeling die we met z’n allen de komende jaren zeker moeten zien vast te houden en verder moeten ontwikkelen.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 3

Vo


C O LO F O N

Vakblad Vitale Groene Stad

Stad, stuur dan een e-mail aan

informeert én inspireert overhe-

info@vitalegroenestad.nl

O N D E R S TA A N D E PA R T I J E N O N D E R S T E U N E N D E F I LO S O F I E VA N D E V I TA L E G R O E N E S TA D

den, organisaties en bedrijven die zich professioneel bezighouden met de planning en ontwikkeling

W ilt u een editie van vakblad

van groen stedelijk gebied. Het

Vitale Groene Stad opvragen,

vakblad is een uitgave van de

stuur dan een e-mail aan Melina

stichting Entente Florale Neder-

Jansen: m.jansen@elbamedia.nl

land in samenwerking met Elba Media. Entente Florale organiseert

COMMERCIE

jaarlijks de Nationale Groencom-

Voor de commerciële mogelijk-

petitie tussen dorpen en steden.

heden voor een partnership of

Daarnaast is Entente Florale ver-

het plaatsen van een advertentie

antwoordelijk voor het uitdragen

kunt u contact opnemen met

van de Vitale Groene Stad. Elba

Philip de Vreeze van Elba Media:

Media is de grootste Nederlandse

p.devreeze@elbamedia.nl, 06-

uitgeverij van vakbladen, congres-

1967 7300.

sen, seminars en studiereizen op het gebied van ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling.

A A N D E Z E U I T G AV E WERKTEN MEE: Sharon Dijksma, Rudi Engel,

REDACTIE

Roland Goetgeluk, Sandra

Miriam Meier-Boschaart

Greeuw, Jelle Hiemstra, Sabina

Elba Media

van der Hoeven, Margareth Hop,

Paulus Borstraat 41

Jan Jager, Frank van der Meijden,

3812 TA Amersfoort

Frank van Suchtelen, Madelon

T 033-8700 100

Tijdink

HOOFDREDACTIE

COVERFOTO

Roel van Dijk, Entente Florale

In de augustusmaand vertelden

Nederland

bezoekers van Park Sonsbeek

Postbus 139

aan de rijdende redactie van de

2770 AC Boskoop

Gelderlander over hun favoriete

info@vitalegroenestad.nl

plek, ontmoeting en broodje in

T 0172-236 269

het park. De gemeente investeert flink in gebruikersvriendelijkheid

ADVISEUR

en daarmee is het park – de

Jan Habets

beste openbare ruimte van 2010 – een van de USP’s van de stad.

ART DIRECTION & VORMGEVING

Fotograaf: Roelof Pot

Kilian Idsinga, Elba Media

Vitale Groene Stad verschijnt in 2013 in september en november.

DRUKWERK

Het bevat informatie die met de

Colourcake, Den Haag

meeste zorgvuldigheid is samengesteld. Entente Florale en Elba

OPLAGE

Media bv ontvangen geen enkele

10.000 exemplaren

aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen

ABONNEREN/NUMMER OPVRAGEN

voortvloeien uit het gebruik van

W ilt u zich (gratis) abonneren

informatie.

in deze uitgave opgenomen

op het magazine Vitale Groene

Co

PAGINA 4

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


HOOFDREDACTIONEEL T E K S T R O E L VA N D I J K

HET BELANG VAN EEN GROENE OMGEVING

Met trots en enthousiasme presenteren wij Vitale Groene Stad, waarvan het eerste nummer voor u ligt. Een magazine waarin het belang van een groene woon- en werkomgeving centraal staat. Een belang dat niet alleen op de agenda van politiek en bestuurlijk Nederland staat, maar ook op het prioriteitenlijstje van onder meer woningcorporaties, opleiders, bedrijven, stichtingen en niet te vergeten: de bewoners van onze steden. De verschillende onderzoeken van de laatste jaren over de economische en maatschappelijke waarde van groen hebben ervoor gezorgd dat groen de aandacht krijgt die het verdient. Dat er nu niet rücksichtslos op wordt gekort – zoals tijdens de vorige crisis – is daar een eminent voorbeeld van. En ook het bedrijfsleven pakt de nieuwe kennis op, bijvoorbeeld voor marketingdoeleinden, zoals Heijmans op de opiniepagina laat zien. Nu het groen op de diverse agenda’s staat, is het van belang dat dit ook daadwerkelijk op een integrale wijze wordt aangelegd. Groen dient gelijkwaardig te zijn aan de andere vakgebieden in de openbare ruimte, zoals onroerend goed, water en infra. Middels samenwerking – waarbij ieder zijn specifieke vakkennis inbrengt – kun je komen tot een kwaliteitsverbetering en zeker ook tot kostenbesparing, juist in tijden van crisis. Een positieve ontwikkeling door de crisis is dat de overheid niet langer vanzelfsprekend financieel verantwoordelijk wordt gehouden voor de groene openbare ruimte. Bewoners, instellingen en bedrijfsleven krijgen meer en meer zeggenschap over de inrichting en beheer van het groen. Kostenoverweging speelt hierbij een belangrijk rol, maar dat niet alleen. Een andere reden is dat ook deze partijen graag betrokken worden bij de inrichting van hun directe omgeving. Meer hierover leest u in het artikel over TEEB, waarin onder meer de wethouders van Delft en Apeldoorn én Platform31 hun bevindingen met u delen. Dit magazine wordt verstuurd naar een brede doelgroep, met als gemene deler dat ieder op zijn eigen wijze betrokken is bij de inrichting van de groene openbare ruimte. Naast artikelen met praktische voorbeelden van beplantingmethoden en acties van gemeenten, leest u interviews met bestuurders, bedrijfsleven en burgers en bevat het magazine nieuws- en opiniepagina’s. Aan het einde treft u de productenpagina aan met informatie over onder meer welke functionele bijdrage bomen en planten kunnen leveren aan de vitale groene stad en dorp. Maar wij willen u niet alleen informeren, we hopen u ook te inspireren door een breed scala aan voorbeelden over de positieve effecten van een groene omgeving aan u voor te leggen. Zo leest u in dit eerste nummer in het interview met wethouder Mulder hoe de groeigemeente Almere voor de komende jaren duidelijk kiest voor een gezonde, groene stad. Deze keuze is gebaseerd op de enorme waarde die het groen voor de stad heeft.

Roel van Dijk Hoofdredacteur Vitale Groene Stad info@vitalegroenestad.nl

Ik wens u veel leesplezier en ben benieuwd naar uw reactie op dit nieuwe magazine!

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 5

Ho


I N H O U D S O P G AV E & A G E N D A

AGENDA

I N H O U D S O P G AV E

» 25 september Nationale Groendag met de prijsuitreiking Groenste stad/dorp van Nederland Locatie: Stadhuis Apeldoorn

www.vitalegroenestad.nl

» 1 en 2 oktober Expo TCO Opheusden Locatie: Dodewaard/Opheusden

www.treecentreopheusden.nl/expo

» 2 t/m 4 oktober Vakbeurs GrootGroenPlus Locatie: Zundert

www.grootgroenplus.nl

» 9 oktober Presentatie beleidsvisie Groenkeur Locatie: Dag van de openbare ruimte, Houten

Ec

www.groenkeur.nl

» 10 oktober Nationaal Bedrijventerrein Congres 2013 Locatie: Rotterdam

www.nationaalbedrijventerreincongres.nl

» 24 t/m 27 oktober Young Professionals-weekend Leuven Locatie: Leuven

www.stadswerk .nl

Pr

» 30 oktober Landelijk Congres Openbare Ruimte Locatie: Alphen aan den Rijn

www.lcor.nl

» 13-16 november Meuse Studiereis Locatie: Madrid

www.meusefoundation.eu

Pp

» 11 december Landelijk Congres Openbare Ruimte Locatie: Zaandam

www.lcor.nl

IA

PAGINA 6

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

ECONOMIE 12 De TEEB-aanpak laat zien dat investeren in groen niet alleen geld kost, maar ook (meer) geld oplevert. Een dankbaar thema in verkiezingstijd. Maar wat kunt u er precies mee? In dit artikel leest u hoe TEEB werkt, wat de ervaringen zijn van deelnemende gemeenten Apeldoorn en Delft en vertelt Lian Merkx van Platform31 hoe u straks zelf met een nieuwe, eenvoudige webapplicatie aan het rekenen kunt.

PRAKTIJK 18 Dak- en gevelgroen draagt bij aan een leefbare stad, maar hoe brengen we het nu in de praktijk? Hoe kun je steden gemotiveerd krijgen om grote hoeveelheden dak- en gevelgroen aan te brengen? Daarover spraken groenprofessionals tijdens de Zinderende Zomersessie van Elba Media.

PPODIUM 22 Specifieke stadsproblemen als zomerhitte en wateroverlast na stortbuien doen zich vooral voor in volgebouwde binnensteden. En daar is de ruimte voor oplossingen beperkt. Of kan dak- en gevelgroen wat betekenen? En werkt dat net zo goed? Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (onderdeel van Wageningen UR) zocht dat in opdracht van het ministerie van Economische Zaken uit.

01 | NUMMER 01


I N H O U D S O P G AV E & A G E N D A

E Y E C AT C H E R

Ey

E Y E C AT C H E R 2 4

haalbaarheid van de zogenoemde Integrale Beplantingsmethode Ruyten (IB-R). Een methode waarmee fors bespaard kan worden op het toekomstige beheer en onderhoud van groen langs onder andere snelwegen.

Ballast Nedam wint 10 miljoen ton zand en grind in de Limburgse Lus van Linne. In ruil daarvoor herontwikkelt ze het gebied tot riviernatuurlandschap. Sámen met de Stichting het Limburgs Landschap, de gemeente Roermond en Maasgouw en de bewoners.

Vi Ww

WERKEN & WONEN 26 Met de komst van de Floriade zet Almere nog nadrukkelijker in op groen, met de campagne Growing Green Cities wil de gemeente dit verder uitdragen. Wethouder Henk Mulder: ‘Bij de verdere ontwikkeling van de stad zetten we expliciet in op het bestendigen en uitbouwen van groenkwaliteiten, om daarmee ook de sociale, maatschappelijke en economische structuur van de stad te versterken.’

VISIE 38 Volgens Rob van Kalmthout, verantwoordelijk voor commercie bij Heijmans, is de TEEBaanpak voor de gemiddelde woonconsument een brug te ver. ‘In een nieuwe woonwijk is de waardering voor bomen zo dun als stokjes bijna nihil. Pas na dertig jaar zijn takken eiken geworden, maar de eerste bewoners zijn dan al weg.’ Hoe dan wel? Samenwerken, met bijvoorbeeld de gemeente, corporatie, ondernemers en bewoners. Op Katendrecht lukte het.

EN VERDER IN DIT NUMMER

Wo

In

WONEN 30 In vijftien jaar tijd drieduizend bomen in de voortuinen van bewoners. De doelstelling die de gemeente Weert zich heeft gesteld is niet gering, maar levert een aanzienlijke hoeveelheid extra groen op. Over hoe de ‘Groenste Stad van Nederland 2012’ nog groener wordt.

INFRA 34 Geld besparen met beplanten op eindbeeld, het kan. Rijkswaterstaat Directie NoordBrabant liet een onderzoek uitvoeren naar de

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

Voorwoord Sharon Dijksma

p03

Hoofdredactioneel

p05

Kort

p08

Opinie

p33

Groen Dichterbij

p42

Entente Florale Nederland

p44

Producten

p46

01 | NUMMER 01

PAGINA 7

IA


KORT

Boomfeestdag 2014 week eerder Dit jaar vindt de Nationale Boomfeestdag niet zoals gebruikelijk op de derde woensdag in maart plaats, maar een week e e r d e r. D a t k o m t d o o r d a t op 19 maart de gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden.

Entente Florale Nederland informeert lokale politieke partijen L o k a l e p o l i t i e k e p a rtijen die de waarde v a n g r o e n i n h u n p a rtijprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen willen opnemen, kunnen rekenen op advies van het programma De Vitale Groene Stad. Deze activiteit sluit aan op het jaarprogramma ‘Groen, het kapitaal voor de gemeenten en hun inwoners’ van het ministerie van Economische Zaken, P l a t f o r m 3 1 , Ve r e n i ging Nederlandse Ge-

meenten en Entente Florale Nederland. Op 19 maart 2014 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats en tot die tijd worden de politieke partijen op lokaal niveau van informatie voorzien over de economische en maatschappelijke waarde van groen. Het doel is de partijen te inspireren om deze kennis o n d e r m e e r t e v e rwerken in hun partijprogramma’s.

foto: Buro Sant en Co

Rotterdams dakpark deels open voor publiek Dat levert wel mooi de kans op om met de Boomfeestdag een week daarvoor – op 12 m a a r t – o p l u d i e k e w i j z e b i j d e l o k a l e o v e rheid aandacht te vragen voor bomen in het gemeentelijk groenbeleid en voor aandacht voor groen op de jaarlijkse gemeentebegroting. Ook het thema voor het komende jaar is bekend: ‘Kiezen voor Bomen!’. Een thema dat zowel door gemeenten als door basisscholen/ k i n d e r e n o p e i g e n w i j z e k a n w o r d e n g e ï n t e rpreteerd.

Afgelopen juli werd een deel van het groene dak van de Parkboulevard in Rotterdam geopend voor het publiek. Het totale park gaat op een later t i j d s t i p o p e n . D e t o t a l e o p p e rvlakte van het park is 8 hectare, waarvan 3,5 hectare boven op de winkels. Vo o r d e d i r e c t e o m g e v i n g i s de Parkboulevard een enorme verbetering. De plek waar dit innovatieve groenproject is

» Meer informatie hierover leest u op pagina 44

Ni

PAGINA 8

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

aangelegd, was voor die tijd een uitgestorven railemplacement waar de criminaliteit zegevierde. De grote wens van de bewoners was meer groen in de wijk, om daarmee de uitstraling van de woonomgeving te verbeteren. Het dakpark is een voorbeeld van multifunctioneel grondgebruik. Er kan worden gewerkt, gewinkeld en gerecreëerd. Daarnaast dient het park als multifunctionele waterkering.


Actieve rol voor bewoners en bedrijven in groenonderhoud Delft

Bewoners, bedrijven, woningcorporaties, scholen en andere organisaties kunnen vaak meer aandacht besteden aan het onderhoud van kleinere stukken openbaar groen dan de gemeente. Dat komt omdat de onderhoudsbudgetten geen ruimte bieden voor heel intensief groenbeh e e r. Z o h e b b e n b e w o n e r s i n D e l f t g e e n t o e s t e m m i n g van de gemeente nodig om een geveltuin aan te leggen en worden zij uitgenodigd om bepaalde stukken openbaar groen zelf te beheren. Denk bijvoorbeeld aan een buurttuin: een stuk openbaar groen dat bewoners als tuin inrichten en onderhouden, zoals Moes tuin in Popt a h o f e n d e m o e s t u i n i n W i p p o l d e r. Naast zelfbeheer kunnen bewoners in bijzondere gevallen ook samen met de gemeente de taken en verantwoordelijkheden voor een openbaar gebied verdelen. Dat wordt onder meer gedaan in de boomgaarden in Ta n t h o f . D i t m e d e b e h e e r i s s o m s o o k m o g e l i j k v o o r p a r-

foto: gemeente Delft

Onder het motto ‘Delft groen, natuurlijk doen’ roept de gemeente Delft bewoners en bedrijven op om een actieve rol te spelen in het groenonderhoud in de stad. Dat moet de kwaliteit van het openbaar groen verbeteren en de betrokkenheid bij de leef- of werkomgeving vergroten.

ken, speelpleinen en binnenterreinen, laat de gemeente weten. Om ervoor te zorgen dat initiatieven tot succes leiden, stelt de gemeente duidelijke randvoorwaarden aan initiatieven en mogelijkheden om groen te beheren. » O p d e w e b s i t e v a n d e g e m e e n t e D e l f t , i s a l l e i n f o rmatie bijeen gebracht: http://bit.ly/14n77rO

foto: gemeente Leeuwarden

Leeuwarden bundelt lokale eetbare en groene initiatieven De gemeente Leeuwarden heeft alle eetbare en groene initiatieven uit de regio samengevoegd op de dit voorjaar gelanceerde webs i t e w w w. e e t b a a r l e e u w a r d e n . n l . H e t d o e l ervan is een centraal punt te creëren waar belangstellenden terecht kunnen. O m L e e u w a r d e n g r o e n e r, d u u r z a m e r e n m o o i er te maken, zijn de gemeente, het Nordwin College en de Friese Milieu Federatie het initiatief Eetbaar Leeuwarden gestart. Hierbij gaat het om voedselproductie in en om de stad, waar iedereen aan mee kan doen. Stadslandbouw maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. In de afgelopen periode zijn er al verschillende tuinen en boomgaarden verrezen. De missie van Eetbaar Leeuwarden is dat in 2020 twintig procent van de benodigde groente, fruit, noten, vlees en vis in Leeuwarden op lokale en duurzame manier wordt geproduceerd. Een ander doel is dat het concept Eetbare Stad ook regionaal op de kaart wordt gezet.

Wethouder Isabelle Diks in een moestuin in Leeuwarden

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 9

Ni


KORT

Marnixplein: van stenige ruimte naar groene ontmoetingsplek

foto: gemeente Rotterdam

‘ Ve r g r o e n i n g e n o n t m o e t i n g ’ g a a n h e t M a rnixplein in Rotterdam veranderen van een stenige, gedateerde omgeving naar een plein met een groene en natuurlijke uitstraling. ‘Crooswijk, waarin het Marnixplein ligt, is een van de stenigste wijken van Rott e r d a m . D i t k a n e n m o e t a n d e r s ’ , g e e f t p o rtefeuillehouder Jock Geselschap aan.

‘In het ontwerp is rekening gehouden met d e w e n s e n v a n o m w o n e n d e n e n t e g e l i j k e rt i j d m a k e n w e e e n g o e d e s l a g m e t d e v e rgroening van de wijk’, stelt Geselschap. Er komt een gazon met speeltoestellen voor v e r s c h i l l e n d e l e e f t i j d s g r o e p e n e n e r w o rden plantvakken aangelegd. Tien oude populieren die aan het einde van hun levensduur zijn, worden vervangen door dertig nieuwe bomen. De nieuwe inrichting van het plein maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprog r a m m a ‘ C r o o s w i j k We r k t ’ , w a a r i n d e d e e l gemeente, de gemeente Rotterdam en de w o n i n g c o r p o r a t i e s H a v e n s t e d e r e n Wo o n stad samenwerken om te zorgen dat Crooswijk weer meedoet en een wijk wordt waarin het goed wonen, werken en opgroeien is. In juli werd een start gemaakt met de werkzaamheden.

Ni

PAGINA 10

foto: gemeente Doetinchem

Nieuw internationaal onderzoek naar groen en gezondheid

Wa a r o m v o e l e n m e n s e n d i e i n het groen wonen zich gezonder? Er is al veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen natuur en gezondheid, maar nieuw internationaal onderzoek moet duidelijk maken hoe de natuur moet worden ingericht om de g e z o n d h e i d o p t i m a a l t e v e rbeteren. Dit onderzoek wordt door RIVM en VU Medisch Centrum uitgevoerd in de gemeente Doetinchem. Onderzoekster Jolanda Maas, verbonden aan het VU Medisch Centrum, laat weten dat dit onderzoek ten opzichte van haar eerdere onderzoek in 2009 vernieuwend is. ‘Allereerst is d i t e e n i n t e r n a t i o n a a l o n d e rzoek waar naast Nederland ook Spanje, Litouwen, Engeland en Zwitserland aan deelnemen. Ve r d e r w o r d t e r e e n v e r g e l i j king gemaakt tussen deze landen en worden er nieuwe methoden gebruikt om de blootstelling aan groen vast te stellen.’

gekozen omdat deze locatie veel natuur in de woonomgeving en buitengebieden kent. Maas: ‘Hierdoor kunnen we goed nagaan of en hoe de natuur in de buurt wordt gebruikt. Met deze informatie krijgen we inzicht in de vraag of het gebruik van natuur van invloed is op de gezondheid van mensen.’ Het onderzoek in Doetinchem is in mei van start gegaan. Bij 1.000 inwoners van deze Gelderse stad wordt een interview afgenomen. Daarnaast wordt aan 100 mensen gevraagd of zij een week lang middels hun smartphone gegevens willen verzamelen over hoe ze de natuur gebruiken in hun dagelijkse leven. Het onderzoek wordt in Nederland uitgevoerd door RIVM en VUMC (afdeling sociale geneeskunde). Meer informatie o v e r d i t i n t e r n a t i o n a l e o n d e rzoek, dat gefinancierd wordt door de Europese Unie, is te v i n d e n o p w w w. p h e n o t y p e . e u .

DOETINCHEM

Er is voor de stad Doetinchem » In het novembernummer van de Vitale Groene Stad leest u een uitgebreid interview met Jolanda Maas over dit onderzoek.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


PPO en Elba Media partners van de Vitale Groene Stad

Gras op langere termijn duurder dan vaste planten

De Vitale Groene Stad van Entente Florale heeft haar platform uitgebreid met twee nieuwe partners: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) en Elba Media. Beide organisaties maken ieder vanuit hun eigen expertise onderdeel uit van de Vitale Groene Stad. Het doel is om de individuele d o e l s t e l l i n g e n v a n d e z e o rganisaties te versterken door de samenwerking, en daarmee de brede doelgroep die actief is in de openbare ruimte optimaal te bereiken.

Nu veel gemeenten genoodzaakt zijn om de kosten van het groenbeheer te drukken, zijn er gemeenten die vaste plantenvakken vervangen door gras. Met als reden dat gras goedkoper is in onderhoud. Ond e r z o e k l a a t e c h t e r z i e n d a t b e h a l v e d e h o g e s i e rwaarde die vaste planten te bieden hebben, de onderhoudskosten op den duur lager uitpakken.

PPO is, als onderdeel van Wa g e n i n g e n U R , e e n o n afhankelijk kenniscentrum gespecialiseerd in toepassingsgericht plantenonderzoek. Deze kennis kan uitstekend worden ingezet in de communicatiekanalen van de Vitale Groene Stad, om daarmee de brede doelgroep te informeren over de functies en de toepassing van plantensoorten in de openbare ruimte. Via het magazine de Vitale Groene Stad, de digitale nieuwsbrief, de website en bijeenkomsten wordt de kennis worden ontsloten. Daarnaast zullen de verschillende partijen een kennisarena opzetten, een gezamenlijke kennisagenda bepalen en door integrale samenwerking de realisatie v a n G r o e n e S t e d e n t e v e rsterken. MAGAZINE EN KENNISBIJEENKOMSTEN

Elba Media is uitgever van vakbladen en organiseert congressen, seminars en

studiereizen op het gebied van ruimtelijke ordening en g e b i e d s o n t w i k k e l i n g . D a a rnaast is Elba Media initiatiefnemer van de Hub voor Urbanisme, de plek waar werken aan de nieuwe stad e n u r b a n i s a t i e i n N e d e rland centraal staat. In samenwerking met Entente Florale geeft Elba Media het magazine Vitale Groene Stad uit dat aan 10.000 abonnees wordt verzonden. Daarnaast vinden er kennisbijeenkomsten plaats en kan het bedrijfsleven via de zogenoemde commerciële pakketten participeren in het platform Vitale Groene Stad. Een manier waarop individuele bedrijven zich kunnen profileren in de o p e n b a a r- g r o e n m a r k t . GROENKEUR

Vo o r z i t t e r J a a p S p r o s v a n Entente Florale is verheugd dat het haar netwerk heeft uitgebreid met twee partners die kennis van zaken hebben en die bekend staan als gedegen organisaties in de openbare ruimte. Eerder dit jaar sloot Groenkeur zich aan bij Entente Florale/Vitale Groene Stad. Met als doel de organisatie en haar Groenkeur gecertificeerde deelnemers voor het voetlicht te brengen en samen te werken aan de verwezenlijking van de gezamenlijke doelstelling. Namelijk kennis uitwisselen over de waarde van groen, en het ‘echte’ groen positioneren in de openbare ruimte als een integraal product in de stedelijke ontwikkeling.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

Margareth Hop van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) deed onderzoek naar vaste planten in het openbaar groen. ‘Uit onderzoek van studenten van de Hogeschool van Hall Larenstein onder bedrijven en gemeenten blijkt dat de onderhoudskosten van vaste planten lager zijn dan van bijvoorbeeld een gazon of heestervak. Maar dan moet er wel gebruik worden gemaakt van in de praktijk geteste soorten en een uitgekiende beheerwijze.’ In vergelijking met een vast plantenvak is gazon weliswaar veel goedkoper in aanleg, geeft Hop aan, ‘maar door de vele maaibeurten per jaar komt een gelijk oppervlak gazon na circa 7 jaar even duur uit a l s e e n v a s t p l a n t e n v a k e n w o r d t d a a r n a d u s d u u r d e r. Als je het over een periode van tien jaar bekijkt, kosten onderhoudsarme vaste planten minder en leveren ze een grotere bijdrage aan de leefbaarheid van de stad dan gazon. De vuistregel “Doe maar gras” kunnen we beter vervangen door ”Doe maar kleur”.’ » M e e r i n f o r m a t i e o v e r ‘ Va s t e p l a n t e n i n o p e n b a a r g r o e n ’ l e e s t u o p h t t p : / / e d e p o t . w u r. n l / 1 6 4 0 0 9 . » Op pagina 34 leest u een artikel over de integrale beplantingsmethode. Deze methode laat zien dat de totale kosten van aanleg en onderhoud over de eerste 20 jaar ruim 20 procent lager uitvallen ten opzichte van de traditionele plantmethode.

Aster ageratoides ‘Asran’ in Veenendaal Bron: PPO/BBF

01 | NUMMER 01

PAGINA 11

Ni


ECONOMIE

TEKST MIRIAM MEIER-BOSCHAART

Investeren in groen:

EN NU DE BAATHOUDERS VINDEN

Het gonst in gemeenteland als het gaat om de kosten, maar vooral om de báten van groen. De rekenmethodiek van TEEB-stad staat op het punt zich een plekje te verwerven in de begroting van gemeenten. Grootste uitdaging is het bijeenbrengen van de baathouders, concluderen gemeenten die met de methodiek werken. Een vereenvoudigde rekentool gaat daaraan bijdragen. Groen kost geld? Helemaal niet, het levert geld op.

Het kan u als groenprofessional niet zijn ontgaan: de TEEB-aanpak. TEEB staat voor The Economics of Ecosystems and Biodiversity: de economische betekenis van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. In eenvoudiger bewoordingen: een rekensom die laat zien dat investeren in groen niet alleen geld kost, maar ook (meer) geld oplevert. Een dankbaar thema in verkiezingstijd. Maar vooral een geschenk voor de groene stad van de toekomst. Wat kunt u ermee? In dit thema leest u wat TEEB is en hoe het werkt, wat de ervaringen zijn van deelnemende gemeenten Apeldoorn en Delft en vertelt Lian Merkx van Platform31 in het interview (zie pagina 16) hoe u straks zelf met een nieuwe, eenvoudige webapplicatie aan het rekenen kunt.

‘In je onderbuik voel je al snel aan dat een groene leefomgeving waardevoller is dan een leefomgeving waar dat niet het geval is. Je snapt dat besparingen op groen eenvoudig zijn, maar op de langere duur nadelen hebben. Net zoals het vervangen van een brug door een duiker snel geld bespaart, maar over een aantal jaren problemen oplevert’, stelt Olaf Prinsen, wethouder in de gemeente Apeldoorn. ‘Maar met een onderbuikgevoel is het lastig discussiëren in het college. Welke voordelen heeft investeren in groen, wáár levert het je dan geld op?’ Economische onzichtbaarheid Deze vraag stelde niet alleen Prinsen zich, maar speelde het afgelopen decennium binnen veel gemeenten, maar ook internationaal. In 2007 besloot een aantal grote landen na te gaan wat de economische baten van biodiversiteit zijn en de kosten van verlies daarvan, de zogenoemde TEEB-studies. TEEB staat voor ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity’, een internationale studie naar de economische betekenis van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. De TEEB-rapportages die hieruit volgden, maken duidelijk dat de economische onzichtbaarheid van de diensten die natuur bijdraagt aan de economie een belangrijke oorzaak is van achteruitgang van ecosystemen en het verlies aan biodiversiteit. MKBA voor groen in de stad In verschillende landen werden (en worden) studies uitgevoerd, ook in Nederland. Met TEEB-NL wil de Nederlandse overheid de economische waarde – in termen van baten en kosten – van ecosysteemdiensten voor Nederlandse overheden, bedrijfsleven en burgers inzichtelijk maken. Zo

Ec

PAGINA 12

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


nieuw bedrijventerrein). In een stagnerende markt gaat de ontwikkeling van het gebied minder snel dan wenselijk en daarmee kwam de aanleg van het park onder druk te staan. Toch besloot de gemeente in het park te blijven investeren en de gedachte om te draaien: juist het aanleggen van het park vormt een impuls voor de verdere ontwikkeling van het gebied. Wethouder Prinsen: ‘Voorheen was het heel normaal om het park pas aan het einde van de ontwikkeling aan te leggen. Maar wij willen éérst het groen aanleggen, het wordt de USP van het project. We hoeven niet een getekend eindplaatje te laten zien van hoe het in onze optiek moet gaan worden, dat kun je meteen al zien.’

De ontwikkeling van Park Zuidbroek gaat minder snel dan wenselijk. Toch besloot de gemeente in het park te blijven investeren: juist het aanleggen van het park vormt een impuls voor de verdere ontwikkeling van het gebied.

zijn er onder meer studies naar gezondheid, voor het bedrijfsleven en één voor de stad. De gemeente Apeldoorn was van meet af aan trekker van het project en werkte samen met negen andere gemeenten, het Rijk en Witteveen+Bos. Dat leidde tot de ontwikkeling van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) voor groen in de stad. Prinsen: ‘In 2010 nam ik deel aan een excursie over biodiversiteit en raakte ik met een aantal mensen in gesprek over de waarde van groen. Wij wilden heel graag in collegevoorstellen, naast de juridische en financiële kanten van investeren in groen, ook kunnen laten zien wat groen oplevert. Wat betekent groen voor de gezondheid, de luchtkwaliteit, de waterberging, de kwaliteit van de leefomgeving en de waarde van woningen? Zo kwamen we terecht bij TEEB-stad en zijn we in onze eigen gemeente aan de slag gegaan.’ Park als USP Apeldoorn koos Park Zuidbroek als casus. Het park is onderdeel van een nieuwe woonwijk (2.300 woningen), gecombineerd met werkontwikkeling (35 hectare

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

Apeldoorn: investeren in groen, dubbele baten De maatschappelijke kosten-batenanalyse die in het kader van TEEBstad voor het project in Apeldoorn werd uitgevoerd, laat zien dat het park 19,4 miljoen euro op zal leveren en de kosten van aanleg op 10,2 miljoen euro uitkomen. Het groen gaat zorgen voor snellere verkoop van de woningen, een toename van het woongenot, een stijging van de WOZ-waarde van omliggende woningen, een betere waterberging en verhoogde recreatiewaarde. Prinsen: ‘Het park groeit deels vanzelf. Dit jaar investeren we in het aanleggen van de wandelpaden in het park, zodat het z’n waarde kan bewijzen. Maar ook zonder paden erin weten omwonenden het park nu al te vinden. Er zijn verschillende organisaties actief betrokken bij de invulling van het park. Zoals natuurwerkgroepen, een school, opbouwwerk en het waterschap. Ook willen we de toekomstige omwonenden bij het park betrekken. Dat laat wat mij betreft zien hoe waardevol zo’n groene omgeving is.’ De investering voor de aanleg van de wandelpaden bedraagt

PAGINA 13

»

Ec


ECONOMIE

circa een miljoen euro. Een forse investering in tijden van crisis en bezuinigingen. ‘Dat klopt, maar TEEB heeft dat onderbuikgevoel hardgemaakt. Ik kan laten zien wat de investeringen gaan opleveren’, zegt Prinsen. Integrale aanpak De case die Delft aangreep gaat niet over nieuwbouw, maar over verdichten in bestaand gebied. ‘En dat kun je niet goed doen als je geen oog hebt voor de kwaliteit van het gebied’, stelt wethouder Pieter Guldemond. In Delft-Zuidoost, het gebied rondom de campus van de Technische Universiteit, bestaan – al lange tijd – plannen voor de bouw van circa 5.000 woningen. Een in 2010 uitgevoerde milieueffectrapportage (MER) liet echter zien dat er door de extra bebouwing problemen zullen ontstaan met wateroverlast. Ook zal het oppervlaktegroen en de natuur per inwoner verminderen met als gevolg aantasting van de leefbaarheid. Guldemond: ‘Het is een bijzonder gebied: het ligt tegen de historische binnenstad aan, een deel is aangewezen als beschermd stadsgezicht en het is er vrij groen. Maar er moet een science park komen, een nieuwe faculteit en woningbouwprojecten, waaronder studentenhuisvesting. Ook is er veel autoverkeer en zijn er problemen met de waterberging. De kelder van de Faculteit Industrieel Ontwerpen loopt af en toe onder water bijvoorbeeld, kun je het je voorstellen? Maar je kunt niet het een aanpakken en het andere buiten beschouwing laten, het project schreeuwt om een integrale aanpak.’

De extra bebouwing in Delft-Zuidoost zorgt waarschijnlijk voor wateroverlast, een integrale aanpak van het gebied speelt daar op in.

Baathouders in kaart En daar bleek TEEB een waardevol instrument. Want daarmee breng je de belanghebbenden in kaart, een van de zo gewenste gevolgen van TEEB-stad (zie ook interview met Lian Merkx op pagina 16). Guldemond: ‘De projectontwikkelaar, de universiteit, de woningcorporatie, het Hoogheemraadschap, belangenverenigingen: er zijn heel wat partijen die baat hebben bij een groene leefomgeving. En misschien wel het allerbelangrijkst: de burger. In Delft is de betrokkenheid bij dit gebied erg groot, het is echt de plek waar het op dit moment allemaal gebeurt in onze stad. Daarbij zijn onze inwoners hoogopgeleid – een deel heeft zelf aan de TU gestudeerd. Mondige mensen die een rol in het proces eisen. Dat opent meteen het gesprek: wie wil er bijdragen aan (meer) groen in het gebied? Onder regie van de gemeente worden nu stakeholdersoverleggen georganiseerd waarin we met elkaar niet alleen kijken naar eisen voor vierkante meters groen en blauw, maar waarin we ook kijken naar de verdeling van kosten en baten.’ Delft: 10 miljoen verdiend De MKBA van TEEB-stad rekende uit dat bij de 180 maatregelen die in het gebied kunnen worden getrof-

Ec

PAGINA 14

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

fen – variërend van waterberging middels kratten onder de weg tot het vergroenen van gevels – tegenover een investering van 17 miljoen euro een opbrengst van 10 miljoen euro méér kan worden gezet. Dat zit hem vooral in de toename van het woongenot en de afname van de wateroverlast, maar ook in de verbetering van de gezondheid (luchtkwaliteit), de toename van recreatie, vermeden verhuiskosten door een hogere sociale veiligheid) en energiebesparing. De samenwerking met de stakeholders komt in Delft goed van de grond. De 10 miljoen wordt echter niet in één keer verzilverd. ‘Het totale gebied en alle maatregelen samen zijn te groot om in één keer uit te voeren’, stelt senior projectmanager Maartje Scholten van de gemeente Delft. ‘In het stakeholderoverleg maken we daarom ieder jaar een planning waarin we de groen-blauwe maatregelen voor het komende jaar opnemen. In de jaarplanning staan maatregelen die individuele stakeholders zelf gaan uitvoeren en de maatregel en die we samen gaan uitwerken en uitvoeren. Dit jaar investeren de afzonderlijke stakeholders bijvoorbeeld in natuurvriendelijke oevers, biodiversiteitsmaatregelen als nestkasten en vlinderstruiken en in groene daken. Gezamenlijk werken we aan de herinrichting van de Kanaalhof, een braakliggend terrein in TU Noord, en aan een aantal straten en routes in het gebied.’ Maar de grootste winst zit hem volgens wethouder Guldemond in het feit dat er niet meer alleen wordt gesproken over de kubieke meters, maar over de kwaliteit. ‘De crux is dat je niet alleen de tool gebruikt, maar het slim inzet in het procés. Leg je in TU Noord een plas aan voor de waterberging, dan kan deze ook worden gebruikt


Amsterdam TEEB standaard in de begroting De gemeente Amsterdam rekent met TEEB. Op initiatief van de Partij voor de Dieren werd eind vorig jaar in de gemeenteraad besloten ook de baten van groen in de stad in de begroting op te nemen. ‘Onterecht wordt het beeld gecreëerd dat groen alleen geld kost. Dit terwijl onderzoeken aantonen dat groen voor een stad van onmisbaar belang is’, aldus Johnas van Lammeren, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren Amsterdam. Amsterdam was een van de tien deelnemende g e m e e n t e n a a n h e t p r o j e c t T E E B - s t a d . Va n L a m m e r e n : ‘ Ve e l m e n s e n r e a l i s e r e n z i c h n i e t h o e groot de betekenis van groen voor de stad is. Die onderwaardering zorgt ervoor dat groen voortdurend onder druk staat. Met TEEB kunnen de baten van groen inzichtelijk worden gemaakt.’

voor educatieve doeleinden. En de onderzoekswens van de Botanische Tuin van TU Delft kan hier mooi aan worden gekoppeld. De mogelijkheden zijn legio, integrale oplossingen bereik je alleen als je vroegtijdig met elkaar aan tafel gaat zitten. De sleutel voor succes ligt naar mijn idee ook in het vaststellen van de juiste schaal op gebiedsniveau. Pak ontwikkelingen samen en maak de ambities van de betrokkenen inzichtelijk.’

Wat motiveert baathouders? Het klinkt eenvoudig, waarom werkt niet iedere gemeente met TEEB? Henk Kuijpers is binnen de gemeente Apeldoorn senior adviseur openbare ruimte en lid van de stuurgroep TEEB-stad. Tevens werkte hij mee aan de publicatie ‘Groen loont met TEEB-stad’, de campagne die uitdraagt dat groen een grote maatschappelijke en economische waarde vertegenwoordigt. ‘TEEB-stad is het vervolg op Groen Loont en wil de waarde van groen kwantificeerbaar maken, maar óók de baathouders mobiliseren. Dit proces kost tijd en vergt overredingskracht. Welke partijen hebben dan die baten, wat motiveert hen? Deze bewustwording binnen de ruimtelijke ordening is essentieel en vergt ook een andere opstelling van de overheid. Wij, als gemeente, deden natuurlijk altijd alles op dit gebied, maar willen de verantwoordelijkheid nu ook daar leggen waar de verdiensten worden opgehaald. Bij huiseigenaren, burgers, zorginstellingen, bedrijven en anderen. Als overheid wil je graag iets betekenen in deze processen, maar ze niet meer initiëren. Deze beweging geldt

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

in feite voor de gehele ruimtelijke ordening.’ Geen geld aftroggelen Apeldoorn zoekt de dialoog met de bewoners, bouwers, projectontwikkelaars, woningcorporaties en zorginstellingen die een belang hebben in de komst van Park Zuidbroek. Kuijpers: ‘Maar je hebt het geld nog maar niet zo op tafel, het zijn langdurige projecten en zo’n MKBA vergt heel wat rekenwerk. De nieuwe tool moet dat eenvoudiger maken, hoewel je – als je een nauwkeurige berekening wilt maken – toch ook gegevens als aantal bewoners of onroerendgoedwaarde van woningen paraat moet hebben. Bovendien draait het niet om de rekensom zelf, maar om hoe ver je samen in het proces kan komen.’ Volgens wethouder Guldemond van Delft helpt het in ieder geval dat het initiatief voor TEEB vanuit het Rijk komt. ‘Zo heb je minder last van het idee dat de gemeente probeert andere partijen een paar euro af te troggelen. TEEB draait om samenwerken in het proces en een integrale kijk op het gebied.’ Veel enthousiasme Voor Apeldoorn is de investering in TEEB hoe dan ook waardevol. Prinsen: ‘Wat het ons precies oplevert? Heel veel kennis en een rekentool die we anders nooit hadden gehad. En het mooie is dat andere gemeenten daar ook mee aan de slag kunnen. Voor onze stad is investeren in groen altijd al een issue geweest, we zijn een groene gemeente en we weten wat dat kost. Beter weten wat het oplevert en daar ook andere partijen bij betrekken, levert geweldige kansen.’ Het geven van interviews voor bijvoorbeeld in de Vitale Groene Stad is een manier om de TEEB-gedachte uit te dragen, maar volgens Prinsen verspreidt de aanpak zichzelf ook heel gemakkelijk. ‘Iedereen wordt er enthousiast van.’

PAGINA 15

«

Ec


ECONOMIE

Lian Merkx van Platform31 over het nieuwe TEEB:

‘EEN KOSTEN-BATENANALYSE MAAK JE IN ÉÉN DAGDEEL’

In november 2013 verschijnt de procestool TEEB: een instrument om eenvoudig een kosten-batenanalyse van groen in de stad te maken. Lian Merkx van Platform31 is verantwoordelijk voor deze verdere uitrol van TEEB-stad: ‘Met de nieuwe tool maak je in één dagdeel een analyse voor je project, waarbij naast de kosten óók de baten van groen worden berekend. Een soort sigarendoosberekening, waarin je direct kunt zien wat het betekent om meer of minder groen toe te passen. En welke partijen daar baat bij hebben en je dus moet betrekken.’

TEEB-stad is een samenwerking tussen Apeldoorn (gemeentelijke trekker), andere gemeenten, de rijksoverheid en Witteveen+Bos. Het leidde in 2012 tot de ontwikkeling van een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) voor groen in de stad. Dit vond plaats onder de noemer TEEB-stad (TEEB: The Economics of Ecosystems and Biodiversity). Uit gesprekken met betrokkenen bleek dat de huidige MKBA een zeer stevig instrument is, maar nog niet eenvoudig toegankelijk en toepasbaar (‘beredeneerbaar’) is in de p r a k t i j k . Te r w i j l d a a r j u i s t v o o r g e m e e n t e n e n p r o f e s s i o n a l s g r o t e winst te behalen is. Om de MKBA breed toepasbaar te maken, is een aan de praktijk getoetste versimpelingslag nodig en daarnaast werd duidelijk dat gemeenten regie willen voeren op een nieuw proces met partners in de stad. Zij hebben echter onvoldoende handvatten om met de u i t k o m s t e n v a n d e M K B A a n d e r e , b a a t d r a g e n d e p a r t i j e n d a a d w e rk e l i j k ( f i n a n c i e e l ) t e b e t r e k k e n i n g r o e n - e n w a t e r p r o j e c t e n . H i e rvoor zijn onder andere nieuwe werkvormen, culturen, vocabulaire en processen nodig. D i t j a a r w e r k t P l a t f o r m 3 1 , s a m e n m e t g e m e e n t e n e n a n d e r e p a rtijen, aan een hanteerbaar en praktisch toepasbaar TEEB-instrument. Een leerproces waarin Platform31 samen met verschillende partijen in verschillende leergroepen werkt met concrete cases om de theorie van TEEB-stad in de praktijk toe te passen.

Ec

PAGINA 16

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

Platform31 ontwikkelt, in opdracht van het ministerie van EZ en de VHG, samen met gemeenten en andere partijen de tool die het vervolg is van TEEB-stad (zie kader). De tool is een versimpelingslag van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) die gemeenten handvatten geeft om andere baatdragende partijen daadwerkelijk (financieel) te betrekken in groen- en waterprojecten.

Hoe betrek je meer partijen? ‘De tool zorgt ervoor dat je aan de voorkant oplet dat je niet meteen een heel programma van eisen neerlegt, maar gaat nadenken over de verschillende mogelijke oplossingen en de kosten en baten daarvan. Het is niet automatisch de gemeente die het initiatief neemt, dat kan ook de groenondernemer zijn, een zorginstelling of het bedrijfsleven. De tool helpt om verder te kijken dan alleen naar de direct belanghebbenden. Dat past in een tijd waarin de overheid haar rol aan het herdefiniëren is. Samen de leefomgeving aanpakken. En niet alleen vanuit ecosystemen en biodiversiteit, maar bijvoorbeeld ook vanuit vakgebieden als duurzaamheid, stedelijke vernieuwing en onderwijs. Het

01 | NUMMER 01


L ia n Mer kx is p r ogr a mma l eid er u nit N etw er k e n b i j P l a tfor m31. Z ij is ond er m eer v er a ntw oor d e l i j k v oor d e p r ogr a mma ’s d u u r z a a mheid , gr oen e n d e s ta d , v eil igheid en het p r oject ‘Ver d er e u itro l e n v er s ter king T E E B Sta d ’. Va n 2006 tot 2010 w a s z i j w ethou d er in d e gemeente Del ft en d a a r na we rk te z e v oor De P u b l ieke Z a a k en het Kl ima a tf o n d s Den Ha a g en Ha a gl a nd en. Ha a r nev ena ctiv ite i t e n : b es tu u r s l id v a n F ond s 1818, Mu s eu mna cht D e l f t en s tichting Ya Hel l a ; a m b a s s a d eu r E ner gie v o o r Gem eenten v oor Du u r z a m e Ontw ikkel ing (GD O ) .

netwerk breidt zich flink uit, veel steden zijn bezig met waardecreatie en verdiencapaciteit. Onze tool past daar heel goed in.’

Hoe werkt het dan? ‘Een kosten-batenanalyse maken is kostbaar. Het zijn ingewikkelde rekensommen en veel partijen beginnen er niet aan omdat ze opzien tegen de enorme hoeveelheid werk. En dat is het ook. Daarom ontwikkelen wij een generieke tool die het mogelijk maakt om in je eigen situatie te rekenen. Wat betekent het als ik groen toevoeg of weghaal? De rekentool is een versimpelde versie van een MKBA, een quickscan met de betrouwbaarheid van zo’n analyse. Het is wat we vroeger een rekensom op de achterkant van een sigarendoosje noemden.’

Dus nu heb je straks in een ochtend een eenvoudige kosten-batenanalyse uitgerekend? ‘Inderdaad. We ontwikkelen de tool samen met gemeenten en andere partijen, ruim vijftien mensen uit het vakgebied zijn nauw betrokken. Het is een leerproces en doordat we samenwerken met de eindgebruiker, kunnen we de tool precies afstemmen op de behoefte. Zo gaven de betrokkenen aan dat de kosten-batenanalyse vooral snel in te vullen moet zijn. Een dagdeel inderdaad, dat bleek het maximum aan tijd.’

En wat heb je dan? ‘Het is niet zo dat je door het Vondelpark loopt en precies kan uitrekenen wat het groen waard is, het gaat erom dat je verschillende scenario’s inzichtelijk maakt:

Dit artikel m a a k t o n d e rdeel uit van de informatie-uitwisseling over TEEB-stad, waarvoor Entente Florale Nederland v e r a n t w o o rdelijk is. Deze kennis wordt via diverse communicatiekanalen ook met de lokale politiek ged e e l d i n v e rband met de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

hoeveel levert het op als ik hier bomen plant of daar een vijver aanleg? En dat je dat zo vroeg mogelijk in het proces doet. Want die vijver heeft niet alleen waarde voor de leefkwaliteit, maar ook voor de waterberging. En de bomen zijn niet alleen mooi, maar leveren op het gebied van gezondheid, luchtkwaliteit, verkoeling en waarde van woningen ook iets op. Door er op deze manier met elkaar over te praten, ontstaat er een nieuwe taal, waarbij groen niet als kostenpost maar als toegevoegde waarde in het proces wordt opgenomen. En dat is het interessantst: het zorgt voor een andere manier van denken, voor echt redeneren over groen in de stad en voor het op een andere manier met elkaar omgaan. Je zoekt die partijen op die ook een baat hebben, de tool helpt om al vroeg in het proces op zoek te gaan naar stakeholders. Als je die weet te betrekken, ook financieel, ontstaat er een breed draagvlak en meer kans op succes.’

Dus de rollen verschuiven? ‘Inderdaad. Er wordt niet meer gesproken over een klassieke opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie, de gemeente is niet langer automatisch de initiatiefnemer of geldschieter. Iedereen kan met de quickscan aan de slag. Dat kunnen ambtenaren en wethouders zijn, maar ook burgers, ondernemers in het groen, bedrijven, instellingen.’

Wat levert dit dan op? ‘We ontdekken steeds nieuwe baathouders en gaan op zoek naar gedeelde belangen. Een voorbeeld: bij een project in Amersfoort ontdekten we dat een belangrijke belanghebbende een zorginstelling is. De leefomgeving is voor hun bewoners een heel belangrijk gegeven en deze instelling wil graag bijdragen aan meer groen. Dat is een mooie kans voor het gebied. Door op deze manier naar groen te kijken en de baten concreet te maken, ontstaan er dus kansen. De nieuwe tool helpt initiatiefnemers om de baathouders op het netvlies te krijgen en samen tot een waardevolle, groene leefomgeving te komen.’

01 | NUMMER 01

PAGINA 17

«

Ec


PRAKTIJK

T E K S T M A D E LO N T I J D I N K B E E L D P P O

Groenprofessionals discussiëren over toepassing in de praktijk:

DAK- EN GEVELGROEN AL INGEBURGERD?

Uit onderzoek van PPO (zie pagina 22) blijkt dat dak- en gevelgroen bijdraagt aan een leefbare stad. Maar hoe brengen we dit nu in de praktijk? Hoe kun je steden gemotiveerd krijgen om grote hoeveelheden dak- en gevelgroen aan te brengen? Ligt die motivatie wel bij de gemeenten zelf en, misschien nog wel belangrijker: wie gaat het betalen? Daarover spraken groenprofessionals tijdens de Zinderende Zomersessie (zie kader).

In het kader van de Zinderende Zomerweken organiseerde Elba Media op 9 augustus een bijeenkomst omtrent dak- en gevelgroen. Groenprofessionals zaten met elkaar om tafel om te kijken naar de toepassing van dak- en gev e l g r o e n i n d e p r a k t i j k . Wa n t de voordelen zijn inmiddels duidelijk, maar hoe moet het gerealiseerd worden?

De bevindingen van PPO vormden de basis voor de rondetafeldiscussie. Onderzoekster Margareth Hop nam de aanwezigen mee in de wereld van dak- en gevelgroen. Bezoekers, waaronder een aantal gemeenten, journalisten en groenleveranciers, discussieerden vervolgens over de vraag wat de manier is om dak- en gevelgroen steviger in de markt te zetten. De belangrijkste conclusie? De beleving van dak- en gevelgroen speelt een aanzienlijke rol in de beslissing om er wel of niet in te investeren. De aansluiting van dak- en gevelgroen op de behoeften van stadsbewoners is duidelijk uit het onderzoek naar voren gekomen – toch betekent dit niet dat iedere stadsbewoner staat te springen om zijn welverdiende euro’s uit te geven aan een gazon op het dak. Immers, als dat zo was, was het aanleggen van een tuin op het dak vandaag de dag een stuk gangbaarder dan het bevestigen van zonnepanelen op dezelfde plek. En zo ver zijn we nog niet. Maar deze integrale voordelen zouden volgens specialisten wel de doorslaggevende factor moeten vormen. De discussie óf dak- en gevelgroen van toegevoegde waarde is voor de maatschappij, is in die zin volgens hen niet meer relevant. Het gaat om de stedelijke ambitie die er op veel plekken nog niet (in voldoende mate) is. Wanneer je het hebt over kosten, is het voordeel voor burger én stad lastig in concrete cijfers uit te drukken, concludeerden de professionals. Immers,

Pr

PAGINA 18

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


Groen in het centrum van Boston waar bewoners zelf bijdragen aan de groene uitstraling van de stad.

groen leeft en is daarom moeilijk te vatten. Leg je zelf een groen dak aan, dan ben je er uiteraard geld aan kwijt, maar hoeveel krijg je er concreet voor terug? Anders dan bij bijvoorbeeld zonnepanelen of dubbel glas, waarbij een concrete besparing op de energierekening van een bepaald aantal procenten te noemen is, is het antwoord op de vraag hoeveel dak- en gevelgroen oplevert niet eenduidig, omdat voordeel bijvoorbeeld ook te zoeken is in CO2uitgifte. Daarnaast is de verhouding tussen de kosten en de baten onduidelijk. Want als jij een groentuin op je dak aanlegt, profiteert je buurman er indirect van mee – gratis. Hetzelfde zie je gebeuren op grotere schaal: wanneer een bedrijf investeert in zijn eigen dak- en gevelgroen, zeker in het geval van grote bedrijven of bedrijven in de binnenstad, hebben de stad én haar inwoners er baat bij – zonder ook maar een cent geïnvesteerd te hebben. Het collectieve voordeel is helder, maar het directe voordeel voor de geldschieter is onduidelijk.

foto: Kilian Idsinga

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

Het is alleen de vraag of dit überhaupt een issue is. Volgens gemeenten wordt er al dak- en gevelgroen aangelegd en zijn initiatiefnemers welwillend. Ze zien er de voordelen van in en zijn bereid om te investeren. Misschien is dak- en gevelgroen wel gericht op een bepaalde doelgroep: huiseigenaren met een groen dak hebben over het algemeen een goed bijgehouden tuin. Bovendien zou dakgroen in Amsterdam veel sneller en eerder werken dan in een stad als Amersfoort, waar iedereen een eigen (veelal groene) tuin heeft. Daar is de relevantie stukken kleiner. De passie moet aangedragen worden bij de groep die er minder in geïnteresseerd is. De vraag hoe dat aan te pakken, is een lastige. Logisch zou zijn om naar gemeenten te wijzen – ontwerpers blijken vaak te moeten praten als Brugman om akkoord te

PAGINA 19

»

Pr


PRAKTIJK

Kwaliteitskeurmerk Groenkeur

‘Er zijn op dit moment 345 bedrijven d i e é é n o f m e e r d e r e g r o e n k e u r c e rtificaten hebben. 62 bedrijven zijn gecertificeerd voor Dak & Gevelbegroening. ‘Het aantal deelnemers neemt elk jaar toe, vertelt directeur Matthijs Mesken. ‘Die stijging toont aan dat Groenkeur waarde heeft. Steeds vaker wordt Groenkeur als eis opgenomen bij aanbestedingen. G r o e n k e u r- o n d e r n e m e r s o n d e r s c h e i den zich door kwaliteit in uitvoering en dienstverlening.’ Bedrijven die het keurmerk willen voeren moeten voldoen aan vakbekwaamheidseisen en kwaliteitseisen en worden met een onafhankelijke toetsing beoordeeld. Om de kwaliteit van het keurmerk te kunnen blijven garanderen, voert een onafhankelijke gecertificeerde instelling controles uit en organiseren gecertificeerde bedrijven nazorg op het terrein van garantie, nakoming en geschillen. Begin dit jaar lanceerde de Stichting Groenkeur een app waarop alle deelnemende bedrijven, waaronder ook de dak- en gevelbegroeners te v i n d e n z i j n . D e w e b s i t e w w w. g r o e n k e u r. n l b i e d t t e v e n s m e e r i n h o u d e lijke informatie over het keurmerk.

Pr

PAGINA 20

foto: PPO/BBF

Het thema ‘Dak- en Gevelgroen’ voor de discussiebijeenkomst van de Zinderde Zomerweken werd mede aang e d r a g e n d o o r G r o e n k e u r. G r o e n k e u r is het leidende en onderscheidende kwaliteitskeurmerk voor hoveniers, groenvoorzieners, boomverzorgers en dak- en gevelbegroeners. E e n G r o e n k e u r- c e r t i f i c a a t v e r z e k e r t dat de kwaliteit periodiek wordt gecontroleerd door een onafhankelijke certificatie-instelling. De stichting richt zich hiermee op het verbeteren van het kwaliteitsniveau van ondernemers en het bieden van garanties aan de opdrachtgevers. Dit zijn zowel consumenten als professionele opdrachtgevers.

krijgen voor hun groene ontwerp. Waarom wordt de meerwaarde wél door de architect ingezien, maar niet door andere betrokkenen? Moeten we dáár zijn, of misschien zelfs al bij kleuterscholen, zodat een groene basis voor de rest van het leven wordt gelegd? Als we Nederland vergelijken met Duitsland, zien we duidelijk dat wij anders met groen omgaan. Bij onze oosterburen wordt bijvoorbeeld water al in een heel vroeg stadium betrokken bij het ontwerp. In technische opleidingen in Nederland zit maar heel weinig groen en blauw verweven. De essentie van groen wordt hierdoor (te) weinig doorgegeven.

Wanneer een bedrijf investeert in dak- of gevelgroen – zoals de verzekeringsmaatschappij HDI-Gerling in Hannover – hebben de stad en haar bewoners daar ook profijt van.

Samenvattend blijkt uit de discussie dat dak- en gevelgroen nog niet zonder meer ingeburgerd is in de hedendaagse samenleving. De toegevoegde waarde is voor het gros van de maatschappij nog niet duidelijk genoeg. Dat geeft stof om over na te denken. «

Of zoeken we het toch bij huiseigenaren zelf, die in principe genoeg gelegenheid krijgen om een groen dak aan te leggen? Nemen zij die gelegenheid te weinig? Keurmerken voor huizen zouden in dat geval van grote toegevoegde waarde zijn. Eenmaal aangelegd kan dakgroen

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

een bepaalde hoeveelheid regenwater verwerken. Ook zal het, zoals eerder aangetoond, energiekosten van het betreffende gebouw voor een deel reduceren. We zijn nog niet zo ver dat huizen een keurmerk krijgen zoals we die nu al kennen voor bijvoorbeeld wasmachines, waarin staat hoeveel deze huizen aan energie verbruiken, maar zo’n keurmerk heeft wel de toekomst. De informatie hierin zou zonder meer relevant zijn bij de aankoop van een huis. Het keurmerk kan bovendien voor veel huiseigenaren net die motivator zijn om op hun huis dak- of gevelgroen aan te leggen en het gebouw op deze manier te isoleren.

01 | NUMMER 01


VITALE GROENE STAD

tariefkaart WWW.VITALEGROENESTAD.NL

Individuele bedrijven kunnen zich aansluiten bij platform de Vitale Groene Stad »

Uitgeverij Elba Media en de stichting Entente Florale Nederland hebben voor het bedrijfsleven in de groene sector een tariefkaart opgesteld hoe zij zich via de Vitale Groene Stad kunnen profileren in de openbare ruimte.

»

Afhankelijk van de wens, worden er zogenoemde pakketten samengesteld waarmee het bedrijf maar ook zijn producten of projecten - onder de aandacht worden gebracht van een brede doelgroep. Deze bestaan uit gemeenten, provincies, politici/bestuurders, waterschappen, projectontwikkelaars, groensector, (landschaps)architecten, bouwsector en infra.

ENTENTE FLORALE NEDERLAND Roel van Dijk t: 06 49 87 10 08 e: rvdijk@ententeflorale.nl ELBA MEDIA Philip de Vreeze t: 033 - 87 00 100 e: p.devreeze@elbamedia.nl

D O W N LO A D D E TA R I E F K A A R T


PPODIUM

DIT KUNNEN DAK- EN GEVELGROEN VOOR U BETEKENEN Margareth Hop en Jelle Hiemstra zijn werkzaam bij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (onderdeel van Wageningen UR). Voor vragen of reacties kunt u per e-mail contact opnemen met: margareth.hop@wur.nl of jelle.hiemstra@wur.nl

TEKST PPO BEELD PPO

Een leefbare stad

Groene ruimten in de stad zijn een leverancier van diensten als het gaat om het leefbaar houden van de stad. Het traditionele groen op maaiveldniveau speelt hierin de hoofdrol. Maar specifieke stadsproblemen als zomerhitte en wateroverlast na stortbuien doen zich vooral voor in volgebouwde binnensteden. En daar is de ruimte op maaiveldniveau beperkt. Een mogelijke oplossing is dak- en gevelgroen. Werkt dat net zo goed?

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken analyseerde Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (onderdeel van Wageningen UR) de literatuur op dit gebied. Hoofddoel was een antwoord te vinden op de vraag welke bijdrage de toepassing van dak- en gevelgroen kan leveren aan de realisatie van groene diensten voor steden, ook in vergelijking met andere typen groen. Bij de analyse van de literatuur is uitgegaan van de behoeften van stadsbewoners. Daarbij zijn drie hoofdcategorieën onderscheiden: Fysieke behoeften (basisfactoren van de leefomgeving) Bestaanszekerheid (voortbestaan en welzijn op langere termijn) Sociale en psychologische behoeften

Bijdragen van dak- en gevelgroen

S C H O O N WAT E R

Beknopt overzicht van de belangrijkste diensten waaraan dak- en gevelgroen een bijdrage kan leveren:

Het filterende effect van de vegetatie en bodemlaag van groendaken draagt bij aan de kwaliteit van het afstromende water.

Fysieke behoeften

B E S C H E R M I N G T E G E N WAT E R O V E R L A S T

SCHONE LUCHT ( Z U I V E R I N G VA N V E R V U I L E N D E G A S S E N E N F I J N S T O F )

Groendaken kunnen water van neerslagpieken (deels) vasthouden, maar hebben op stadsschaal te weinig i m p a c t . O p v a n g b a s s i n s z i j n d a n g o e d k o p e r. We l k u n n e n groene daken door hun relatief grote opvangcapaciteit sterk bijdragen aan de verwerking van de normale regenv a l g e d u r e n d e h e t j a a r. E e n g o e d e w a t e r h u i s h o u d i n g i n w i j k e n ( z o n d e r a f v o e r v i a r i o o l ) i s t e b e r e i k e n m e t v e rgroening van een derde deel van de daken in combinatie met het gebruik van wadi’s voor piekopslag.

Het effect van alle typen stadsgroen op luchtvervuiling is in de meeste situaties klein ten opzichte van de totale hoeveelheid vervuiling, en daardoor moeilijk te meten. Alleen in straten tussen hoge gebouwen heeft g e v e l g r o e n m o g e l i j k e e n l o k a a l m e e t b a a r e f f e c t . We l verhoogt elk beetje extra groen de luchtzuiverende capaciteit van de stad als geheel.

Pp

PAGINA 22

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


Bevindingen A | Vooral fysiek | De literatuur over dak- en gevelgroen blijkt vooral gericht op het effect op fysieke behoeften, en veel minder op de andere twee categorieën. Niet elke vorm van dak- en gevelgroen levert daarbij dezelfde (hoeveelheid) diensten. Het maakt uit of er sprake is van een intensief groendak, een extensief groendak of gevelgroen.

maar kan wel een bijdrage leveren aan de productie voor specifieke deelmarkten. Amsterdam zou bijvoorbeeld zelfvoorzienend kunnen zijn voor groente, kruiden en klein fruit als elk plat dak een moestuin wordt. B E S C H I K B A A R H E I D VA N E N E R G I E

B | Geen harde cijfers | Over de effecten op stadsschaal is erg weinig concrete informatie beschikbaar. Er zijn nog nauwelijks voorbeelden waar zó veel dak- en gevelgroen is toegepast dat het effect op stadsschaal meetbaar is. Wel zijn er veel metingen aan gebouwen en wijken gedaan. De meeste onderzoeken die ingaan op de effecten op stadsschaal zijn daarom gebaseerd op modellen en extrapolatie. In het kader hiernaast is de beschikbare informatie over de bijdrage van dak- en gevelgroen aan de verschillende behoeften samengevat. C | Toch een schatting | Praktijkonderzoek Plant & Omgeving heeft op basis van de gevonden informatie voor elk van de drie categorieën een schatting gemaakt van de relatieve bijdrage die de verschillende groenelementen kunnen leveren in vergelijking tot enkele andere typen stadsgroen (tabel 1). We gaan er daarbij van uit dat er van elk type groen voldoende aanwezig is om effect te sorteren. TABEL 1: GESCHATTE GROOTTE VAN HET EFFECT VAN DE VERSCHILLENDE GROENTYPEN Extensief Intensief Groene Park StraatGazon groendak groendak gevel bomen Fysieke behoeften ** ** * *** ** * Bestaanszekerheid * ** * *** ** ** Sociale/psychologische behoeften * ** ** *** * **

Het koelende effect van een groen dak laat zonnecellen op daken efficiënter werken en door hun isolerend effect reduceren groendaken het energieverbruik voor koeling en CO2-productie.

Bestaanszekerheid GEZONDHEID

Groen heeft positieve effecten op de fysieke en psychologische gezondheid, maar het verband is moeilijk te meten, zeker voor specifieke typen groen. Afwisselend en goed onderhouden groen heeft het grootste positieve effect. WERKGELEGENHEID

Kw a l i t a t i e f g o e d g r o e n d r a a g t o p s t a d s n i v e a u bij aan het vestigingsklimaat voor bedrijven. Op gebouwniveau verbeteren dak- en gevelgroen de werkomstandigheden in het gebouw en leveren ze werk voor hoveniers. BESCHERMING MILIEU

D | Conclusies | Samenvattend is de aanleg van dak- en gevelgroen vooral interessant omdat het extra groen in dichtbevolkte stadsdelen kan brengen. De grootste gemeten positieve effecten zijn de bijdrage aan waterretentie, de verlaging van zomerse piektemperaturen en extra isolatie van gebouwen. Positieve effecten op lichamelijke en geestelijke gezondheid worden door meerdere onderzoekers gerapporteerd, maar deze zijn moeilijk te kwantificeren. Wel verhogen deze effecten de kwaliteit van leven in de stad, en door de mogelijke besparingen op onder meer de gezondheidszorg vertegen« woordigen ze een grote economische waarde.

Gebouwen met groene daken en gevels verbruiken minder energie en produceren minder emissies dan conventionele daken. Bovendien dragen ze bij aan de biodiversiteit in de stad doordat ze met name vogels en insecten mogelijkheden bieden om te nestelen en foerageren. Ze vormen groene verbindingen tussen stadsdelen voor planten en dieren. WA A R D E VA S T G O E D

Goed aangelegd en onderhouden dak- en gevelgroen verhoogt de waarde van vastgoed.

B E S C H E R M I N G T E G E N T E M P E R AT U U R E X T R E M E N

Sociale en psychologische behoeften

Dak- en gevelgroen dragen bij aan de isolatie van gebouwen. Dit is vooral effectief tegen zomerhitte, minder tegen winterkou. Daarnaast reduceert elke 20 procent meer groen op stadsniveau d e p i e k t e m p e r a t u u r m e t 1 ° C . Vo o r a l g e ï r r i g e e r d e g r o e n d a k e n e n gevelgroen kunnen hieraan bijdragen.

De informatie over de rol die dak- en gevelgroen spelen bij de realisatie van deze categorie is zeer beperkt. In de literatuur is onder andere sprake van de volgende aspecten: ° verhogen van de aantrekkelijkheid van plaatsen voor sociale contacten en vrijetijdsbesteding; ° bieden van educatieve mogelijkheden; ° v e r s t e r k e n v a n d e s o c i a l e c o h e s i e d o o r s a m e n w e rken bij aanleg of onderhoud; ° identiteit en creativiteit: bijvoorbeeld mogelijkheden om een milieuvriendelijk imago uit te dragen; g ° rotere keuzevrijheid in eigen productie van voedsel en energie.

BESCHERMING TEGEN GELUIDSOVERLAST

G roene dak en en gevels iso leren gebo uwen t egen gel u id , d it s cheel t 3 -10 dec ibel. I npakken van gevels en d aken met beg r oeiing v er mind er t bov endien de ref lect ie en daarmee d e verspreid ing v a n gel u id . BESCHIKBAARHEID VOEDSEL

Vo e d s e l p r o d u c t i e o p d a k e n k a n d e l a n d b o u w n i e t v e r v a n g e n ,

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 23

Pp


E Y E C AT C H E R

Ey

PAGINA 24

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


Ballast Nedam draagt alvast 150 hectare gebied over voor natuurbeheer Ballast Nedam droeg onlangs 150 hectare gebied in de Maasmeander in Roermond over aan de Stichting het Limburgs Landschap. Met deze overdracht werd het project ‘Nieuw Leven in de Lus van Linne’ gestart. Ballast Nedam zal in het gebied zo’n 10 miljoen ton zand en grind gaan winnen en het gebied daarnaast herontw i k k e l e n t o t r i v i e r n a t u u r. H e t b e d r i j f w e r k t e samen met Stichting het Limburgs Landschap, de gemeente Roermond en Maasgouw en de bewoners in het gebied aan een integraal plan waarin natuurontwikkeling, hoogwaterbescherming en grindwinning worden gecombineerd. De ambitie is dat de Lus van Linne uitgroeit tot een van de kerngebieden in de ecologische hoofdstructuur van Midden-Limburg. F O T O : S T I C H T I N G H E T L I M B U R G S L A N D S C H A P, T. S M E E T S

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 25

Ey


WERKEN & WONEN

‘GROEN IS EEN ONTWIKKELFILOSOFIE’

TEKST JAN JAGER BEELD GEMEENTE ALMERE

Wethouder Henk Mulder (Almere) over de Floriade 2022:

Nu definitief is dat Almere de Floriade 2022 gaat organiseren, is de geest werkelijk uit de fles. Almere was al groen, maar wordt nog groener. Dat is niet alleen goed nieuws voor de bewoners, ook de economie van Almere zal een oppepper krijgen, verwacht wethouder Henk Mulder. En als dat nog niet genoeg is: Almere heeft gekozen voor het thema Growing Green Cities waarmee ze de wereld van het grote belang van green cities wil doordringen.

Growing Green Cities is meer dan een thema, het is een ontwikkelfilosofie, benadrukt wethouder Henk Mulder. Die filosofie is feitelijk zo oud als de ontstaansgeschiedenis van de stad in de polder. Almere moest bieden waar het in de grote stad aan ontbrak: een groene, gezonde en vitale leefomgeving. Mulder: ‘Almere is aangelegd vanuit de gedachte van meerkernigheid. Verschillende stadsdelen worden gescheiden door groenblauwe netwerken. Het belang daarvan is altijd onderkend, met namen bij bewoners.’ Tijdens het opstellen van het bidbook voor de Floriade was er sprake van een herontdekking van de rijkdom die de stad heeft met haar groene basisstructuur. ‘Dat uit zich het meest in het feit dat we de Floriade daadwerkelijk hebben binnengehaald’, zegt Mulder. ‘Het is een herontdekking van de kwaliteit van de stad.’ Voorprogramma Tegenover het centrum van Almere met z’n experimentele architectuur, verrijst in 2022 een geheel nieuwe groene stadswijk dat plaats zal bieden aan de wereldtuinbouwtentoonstelling, waarmee Almere zich op de kaart zal zetten. Gedurende de aanloopperiode van 10 jaar draagt de stad de ontwikkelingsfilosofie van Growing Green Cities uit. Hoe dit precies vorm krijgt, is nog niet helemaal bekend. Wel is er al een viertal ankerpunten benoemd:

Wethouder Henk Mulder, Almere: ‘Wij gaan ons huidige groen niet opsouperen, we houden consequent vast aan de structuur van meerkernigheid, met groene zones ertussen.’

Ww

PAGINA 26

Growing Green Cities: 4 ankerpunten • Gezondheid • Voedsel • Energie • Groen en leefbaarheid Henk Mulder: ‘Na de vakantieperiode zetten we de ontwikkelvisie stadsbreed uit, met het onderwijs en het bedrijfsleven als belangrijke stakeholders. We hebben iedereen gevraagd om mee te denken over de vraag wat Growing Green Cities precies betekent. Alle initiatieven die daaruit voortkomen, tonen we aan de buitenwereld. Daarnaast zetten we in op een Jeugdfloriade, waar de beleving van de jeugd over groen en gezond centraal staat. Meest concreet zetten we bij de verdere ontwikkeling van de stad expliciet in op het bestendigen en verder uitbouwen van groenkwaliteiten, om daarmee

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


Voor de Floriade in 2022 verrijst tegenover het centrum van Almere een geheel nieuw groen stadshart, waarmee Almere zich op de kaart zal zetten.

Vo o r d e F l o r i a d e 2 0 2 2 h e e f t A l m e r e h a a r beste plek beschikbaar gesteld: in het hart van d e s t a d , a a n d e o e v e r s v a n h e t We e r w a t e r e n direct aan de (verdubbelde) A6. Daar komt de Floriade als een groene Cité Idéale, als een natuurlijke tegenhanger van het rode stadshart.

Wat na de Floriade? Zodra de expo is verdwenen, moet het Floriade-terrein uitgroeien tot een dynamische stadswijk in het centrum van Almere: Almere Floriade. Deze wijk krijgt volgens de gemeente h e t k a r a k t e r v a n h e t B i ë n n a l e p a r k i n Ve n e t i ë en de functie van het recreatiepark Tivoli in Kopenhagen. ‘Het wordt een internationaal c u l t u u r- , n a t u u r- e n r e c r e a t i e p a r k d a t t o t i n d e lengte der dagen een vanzelfsprekende plek van samenkomst zal zijn’, aldus de gemeenten op de site van de Floriade 2022. Stedenbouwkundige Winy Maas (MVRDV) tekende voor het ontwerp van de nieuwe stadswijk. Almere Floriade wordt een prototype green city; als een plek die voedsel en energie produceert, die water zuivert, afval hergebruikt en misschien zelfs autarkisch zal zijn.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

ook de sociale, maatschappelijke en economische structuur van de stad te versterken. Het gaat niet alleen over groen, maar ook over natuur, landschap & ecologie, energie, gezondheid, beweging en voedselstrategie. We willen dus een brede filosofie neerzetten en voegen zelf de daad bij het woord.’ Growing Green Cities gaat niet alleen over groen en beplanting, het is een beweging om de stad nog leefbaarder, nog gezonder, nog sterker te maken. Tijdens het tekenen van het manifest ‘Growing Green Cities – A Call to Action’ afgelopen jaar op de Floriade in Venlo, deed voormalig wethouder Adri Duivesteijn een oproep aan steden wereldwijd om kennis en ervaring over deze ontwikkelfilosofie te delen. Begint deze call to action inmiddels vorm te krijgen? ‘In de tweede helft van het jaar nodigen we buitenlandse steden uit om vorm te geven aan een Gro-

PAGINA 27

»

Ww


WERKEN & WONEN

wing Green Cities-netwerk. Met een aantal steden hebben we al intensief contact, zoals Shenzhen, Milaan en Taipei. In de aanloop naar de Floriade nodigen we goede internationale voorbeelden uit om naar Nederland te komen en zo van elkaar te leren. Uiteindelijk gaan we de filosofie rondom Growing Green Cities in de volle breedte ontsluiten op de Floriade in Almere.’ Is groen het ei van Columbus voor de volwassenwording van de stad Almere? ‘Nee, het is niet het enige. Maar wij denken wel dat het erg bij de identiteit van Almere past. We hebben een traditie van zelf bouwen en daarachter schuilt een filosofie van vrijheid. En vrijheid laat zich uitstekend combineren met groen en natuur, dat in de kern ook aan een gevoel van vrijheid appelleert. Groen past uitstekend bij het imago van onze stad.’ Hoe verhoudt groen zich tot de stedelijkheid waar Almere tevens naar op zoek is? ‘De stad is ontworpen door landbouwarchitecten uit Wageningen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de stad in omvang verdubbelt om de bevolkingsgroei in de Noordvleugel van de Randstad op te vangen. Wij kiezen ervoor om de structuur van meerkernigheid consequent aan te houden, met groene zones ertussen. Met andere woorden: we gaan ons huidige groen niet opsouperen. We kiezen consequent voor groen.’ Verdichting en groen gaan toch best samen? In de gemeente Southwark in Londen, in een van de dichtstbebouwde stukjes stad, ligt het zogeheten Urban Forest. Het is geen echt bos, maar vooral een concept. Op uitgekiende wijze wordt groen toegevoegd, uitgenut, en geconsumeerd, met effect. De leefkwaliteit in het gebied verbeterde de afgelopen jaren aanzienlijk. ‘Groen, ook in schaarse aanwezigheid, voegt een enorme waarde toe aan de stad. Onlangs heeft onze raad

Ww

PAGINA 28

de intergemeentelijke structuurvisie op Oosterwold vastgesteld. Daarin hanteren we een nieuwe benadering voor groen. Nieuwe bewoners moeten niet alleen iets roods neerzetten, maar ook iets groens. Dat kan de vorm aannemen van daktuinen, moestuinen, geveltuintjes of guerrilla gardening. Hoe intensief we misschien ook gaan bouwen in de toekomst, we houden vast aan ons groene DNA.’

Almere zet bij de verdere ontwikkeling van de stad expliciet in op het verder uitbouwen van groenkwaliteiten, om ook de sociale, maatschappelijke en economische structuur van de stad te versterken.

Welk effect beoogt de stad met al dat groen? ‘Almere is natuurlijk al een enorm groene oase. Maar mensen van buiten realiseren zich dat niet. Almere heeft het imago van een kille en koude stad. Dat imago willen we kantelen, omdat de werkelijkheid totaal tegengesteld is. De Floriade en de activiteiten die we nu zijn gestart, dragen hieraan bij. Maar het gaat niet alleen om de beeldvorming. In economische zin sluit de focus op groen aan bij een focus op de circle-based economy, van verduurzaming en hergebruik. Zo’n

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

profiel past goed bij ons. Tot slot hebben we het natuurlijk over de intrinsieke waarde van groen. Wij zijn er werkelijk van overtuigd dat


een gezonde, groene leefomgeving bijdraagt aan een gezonder en beter leven. Zeker gezien de groeiopgave die we van het Rijk hebben meegekregen, is dit van groot maatschappelijk belang.’ Wereldwijd komt de groene stad steeds meer onder de aandacht. In de jongste Atlas van gemeenten was groen het centrale thema, en het internationale tijdschrift Monocle presenteerde onlangs zijn ranglijst van 25 steden met de hoogste quality of life. Het zijn nagenoeg allemaal groene steden, met veel ruimte voor voetgangers en fietsers. Tegelijkertijd zijn de meeste steden op de wereld nog betonmassa’s, waar groen een grotendeels afwezige component is of het laatste stukje groen wordt opgesoupeerd voor een winkelcentrum. In Istanbul luidde dat een volksopstand in. Is Growing Green Cities een beschavingsoffensief? ‘Nee, het is ook een uitruil van kennis en ervaring, en niet alleen

over groen. Zo onderhouden wij een warme band met Shenzhen in China. Dat is een stad met 20 miljoen inwoners, maar net zo jong als Almere. Beiden staan aan de voet van een verdubbeling. Wij brengen hun kennis over hoe je een stad groen houdt, zij leren ons hoe je vroegtijdig infrastructuur aanlegt.’ Alle contacten met de grote dynamische steden in de wereld ten spijt is Almere nog altijd een beetje een slaapstad met relatief weinig arbeidsplaatsen. Is een verstedelijkingsstrategie op het moment niet veel urgenter dan een vergroeningsbeleid? ‘Luister, je hebt Amsterdam en je hebt Almere. Almere zal nooit Amsterdam worden en vice versa. De twee steden vullen elkaar aan. Maar net zoals je bedrijven hebt die zich graag aan de Zuidas willen vestigen, heb je ook bedrijven waarvan de directeur en de medewerkers zich expliciet aangetrokken voelen tot een groene werk- en woonomgeving. Denk aan Silicon Valley in Californië

Zodra de expo is verdwenen, moet het Floriadeterrein uitgroeien tot een dynamische stadswijk in het centrum van Almere.

waar veel grote technologiebedrijven zich hebben gevestigd, dat is een hartstikke groen gebied. Wij zijn een groene stad die graag meer bedrijven naar zich toetrekt, en wij geloven in onze groene strategie. Het feit dat wij de Floriade 2022 hebben binnengehaald, pleit voor onze stad. Almere is een sterke economische groeier in de regio, maar we hebben door de forse woningproductie in het verleden nog wat in te halen. Bovendien werken we nu al samen met de Agrarische hogeschool, met Windesheim en de Wageningen Universiteit. Onder Growing Green Cities hangt ook een economische agenda, voor de stad en de regio. Er wordt onder leiding van voormalig staatssecretaris Wim Meijer een kenniscluster opgezet door enkele landelijke kennisinstellingen en grote bedrijven. Op de Agrarische hogeschool wordt green cities een leergang.’ De hamvraag is natuurlijk: gaan jullie de investering die is gemoeid met de Floriade terugverdienen? ‘Voor de Floriade hebben we 10 miljoen euro gereserveerd. Naast de Floriade zelf krijgen we daar een hele gebiedsontwikkeling rondom de Floriade voor terug. We hebben Cees Veerman gevraagd om een verkenning te maken. De echte toegevoegde waarde van de Floriade blijkt pas achteraf, maar voor Almere is het een prachtige kans om de meerwaarde van groen voor de leefomgeving en de stedelijke maatschappij uit te dragen, en die is er op vele fronten.’ Venlo eindigde financieel in de min… ‘Venlo is Venlo, Almere is Almere. We hebben – met respect voor wat in Venlo is gepresteerd – een aantal fundamenteel andere keuzes gemaakt en zijn tien jaar verder. Het antwoord op uw vraag maakt deel uit van de verkenning die de heer Veerman uitvoert.’ «

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 29

Ww


WONEN

ZO BLÍJFT WEERT DE GROENSTE STAD VAN NEDERLAND

T E K S T M A D E LO N T I J D I N K B E E L D G E M E E N T E W E E R T

Project ‘Boom in de voortuin’

De gemeente Weert, winnaar van de nationale groencompetitie Entente Florale 2012, vindt het belangrijk dat de stad nog groener wordt en wil inwoners daarom bij de Groenste Stad betrekken. Dit doet zij met het project ‘Boom in de voortuin’. In dit kader wil de gemeente de komende vijftien jaar 3.000 duurzame bomen door particulieren laten planten.

Het project ‘Boom in de voortuin’ moet in Weert gaan zorgen voor een aanzienlijke toevoeging van groen in de gemeente, maar – voor de verandering – niet in de openbare ruimte. Het project is uniek te noemen: de gemeente streeft haar eigen doelen na, maar doet dit met behulp én in samenwerking met haar inwoners. Particuliere beleving van groen De titel ‘Groenste Stad van Nederland’, die Weert sinds september 2012 draagt, was voor de gemeente een goede motivatie om door te gaan met het in het coalitieprogramma opgenomen doel ‘geen straat zonder bomen’. Volgens dit plan zou iedere straat in Weert bij moeten dragen aan het groengehalte in de gemeente. Maar het feit dat het in sommige straten helemaal niet mogelijk was om bomen (bij) te planten, gooide roet in het eten. Toen ontstond een nieuw plan. ‘Veel woningen in de gemeente Weert hebben grote voortuinen’, stelt wethouder Harrie Litjens van openbare ruimte. ‘Wij dachten, zouden we die bomen dáár kunnen planten? Wij konden de bomen gratis aanbieden en particulieren zouden zelf verantwoordelijk worden voor het planten en de verzorging.’ Deelnemers mogen zelf kiezen uit een lijst met duurzame bomen die de gemeente heeft samengesteld (zie kader). Het betreft vooral sierbomen en

Wo

PAGINA 30

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


ze moeten aansluiten bij de grootte van de te beplanten kavel. Op deze manier is de actie niet alleen gericht op het groen, maar ook op de aansluiting bij de particuliere beleving hiervan.

Bewoners in Weert die meedoen aan het project ‘Boom in de voortuin’ krijgen van de gemeente een boom en zijn zelf verantwoordelijk voor de verzorging. Weert, ‘Groenste Stad van Nederland’, heeft zich in haar coalitieprogramma letterlijk het doel gesteld geen straat zonder bomen binnen de gemeentegrenzen te hebben.

Groenste stad… en dan? De deelname van gemeenten aan de Groencompetitie Entente Florale houdt meer in dan enkel de competitie en het eventueel winnen van de t i t e l G r o e n s t e S t a d v a n N e d e r l a n d . H o e h e e f t d e g e m e e n t e We e r t h a a r deelname ervaren? ‘ A l s z e e r p o s i t i e f ’ , z e g t w e t h o u d e r H a r r i e L i t j e n s . ‘ We z i j n e e n j a a r van tevoren genomineerd voor deze competitie en hebben die kans met beide handen aangegrepen. Dit omdat we willen uitdragen dat wij groen in een gemeente heel belangrijk vinden.’ De gemeente ontving, naast de titel Groenste Stad van Nederland en een geldprijs, ook een uitgebreid juryrapport. Litjens: ‘Uit dit rapport bleek wat we eigenlijk al verwachtten: dat we op alle punten hoog hebben gescoord. Deelname aan de competitie gaat niet alleen om het feitelijke groen dat zich in de gemeente bevindt, maar ook om het onderhoud dat daarbij hoort en het beleid dat wordt geformuleerd. De jury kijkt naar de uitvoering van dat beleid in de praktijk, en dat pakte bij ons erg goed uit: een bevestiging dat we goed bezig waren.’ De winnende stad kan gedurende vijf jaar niet meer deelnemen aan de nationale competitie, maar ook wanneer dat wel tot de mogelijkheden behoorde, zou het volgens Litjens onlogisch zijn om nogmaals deel te nemen. ‘We willen andere gemeenten de ruimte geven. Bovendien waren wij in 2012 de groenste stad én sportstad van Nederland. Daar zijn wij tevreden mee!’

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

Dubbel zoveel bomen aangevraagd In het najaar van 2012 werd de actie voor het eerst gecommuniceerd, en met succes: 200 bomen werden weggegeven, in plaats van de beoogde 100. Paul Verhappen en Henk Beelen zijn twee van die deelnemers. ‘Een geweldige actie’, zegt Beelen. ‘Je brengt iets terug naar de natuur en iedereen in Weert krijgt er de mogelijkheid toe. Afgelopen najaar heb ik mijn boom besteld. Verschillende vrienden en kennissen van me hebben ook meegedaan.’ Beelen denkt dat de titel die in 2012 aan Weert is gegeven zeker opgaat. ‘Ja, er is veel groen te vinden in Weert. En met dit project geeft de gemeente haar burgers de kans om daar een schepje bovenop te doen.’ Ook Verhappen besloot om die reden zijn steentje bij te dragen. ‘Ik had al een vrij groene tuin, maar in het initiatief van de gemeente zag ik een mooie kans om een kersenboom aan te schaffen. Zelf woon ik helemaal in het groen, omdat ik dat erg belangrijk maar ook gewoon mooi vind. Onze kersenboom staat nog niet in bloei, daar is het nu nog te vroeg voor. Hopelijk volgend jaar!’ Driehonderd per jaar Wethouder Litjens: ‘Het uitzetten van 3.000 bomen over de gehele looptijd van het project is een inschatting geweest en daar krijgen we waarschijnlijk gelijk in. Gedurende het project zetten we ieder voor- en najaar, in de plantperiode, bomen uit.’ Werner Mentens, beleidsmedewerker bij de gemeente geeft aan dit doel na te streven, maar niet voor-

PAGINA 31

»

Wo


WONEN

uit te kunnen kijken. ‘We willen het doel graag behalen en proberen daarom aan gemiddeld 300 bomen per jaar te komen. We merken dat iedere vorm van communicatie zorgt voor nieuwe aanmeldingen, maar de actie is net een jaar oud. Het is daarom nog even afwachten hoe het vervolg en de nazorg gaan lopen.’ Volgens Mentens zijn er inmiddels zo’n 225 bomen weggegeven. Daarbij heeft de gemeente ook een toezegging gegeven aan de raad dat er 400 extra bomen worden geplant op gemeentegrond. Afhankelijkheid van de burger wordt hierdoor, binnen dit project, vermeden. Groencompetitie Entente Florale De ambitieuze en creatieve plannen in Weert ontstonden volgens de wethouder in feite naar aanleiding van het verkrijgen van de titel ‘De Groenste Stad van Nederland’. ‘Vooral nadat we deze Duurzaam vergroenen titel toebedeeld kregen, raakten steeds meer mensen ervan overtuigd dat we inderD e g e m e e n t e We e r t m a a k t daad de groenste stad zijn’, zegt Litjens. voor het project ‘Boom in de ‘Mede daarom kwamen we al snel tot de voortuin’ gebruik van bomen conclusie dat we ook de groenste stad van die duurzaam zijn gekweekt. Europa willen worden.’ ‘Hier hebben we nadrukkelijk Weert zit nu, samen met het dorp Bergeijk, naar gekeken’, geeft wethoumidden in de race om ook deze titel binder Harrie Litjens aan. nen te slepen. In totaal doen elf landen aan de competitie mee. Weert, Bergeijk en de ‘Alles wat je tegenwoordig andere steden en dorpen worden beoordeeld doet, moet duurzaam zijn. Je op drie verschillende vlakken: ‘vegetatie en moet kijken naar de gevolgen landschap’, ‘milieu’ en ‘toerisme en betrokop de lange termijn. In de kenheid’. Een groep van dertig juryleden is praktijk zijn verschillende zaop 20 juli afgereisd naar Weert. 27 septemken belangrijk: de boom moet ber wordt duidelijk of de stad zich ook de tenslotte in de tuin passen. ‘Groenste Stad van Europa’ mag noemen. Als het huis zes meter hoog is en de boom zal uiteindelijk twintig meter hoog worden, is dat niet duurzaam. Bovendien komen deelnemers dan voor verrassingen te staan.’ Daarnaast past de gemeente het duurzame nog op andere vlakken in de gemeente toe: er loopt een aantal projecten o m d e b i n n e n s t a d o p e e n d u u rzame manier te ‘vergroenen’. L i t j e n s : ‘ We a d v i s e r e n o m g e e n geweldig mooie planten aan te schaffen die maar een paar jaar meegaan. Het groen moet vooral duurzaam zijn qua onderhoud, dan pluk je er uiteindelijk – ook nog na een aantal jaren – de vruchten van.’

Wo

PAGINA 32

Belang van groen Een actief groenbeleid is ook in tijden van crisis van belang, vindt Litjens. ‘Groen is goed voor de gezondheid, het stoot immers zuurstof uit, geeft verkoeling op warme dagen, is goed voor de omgeving én een manier om de economie op verschillende vlakken een impuls te geven. Je creëert namelijk een mooie aanblik. Wij als gemeente merken dat het in een nieuwbouwwijk veel makkelijker is om huizen te verkopen wanneer de straat groen is. Mensen zijn geneigd om zich heen te kijken, dat horen we ook terug. Natuurlijk zijn er nog andere, belangrijke dingen waar in geïnvesteerd moet worden, maar het groenbeleid staat hoog op onze agenda. Waar we aanvullend kunnen zijn, doen we dat. Het heeft gewoon veel toegevoegde waarde.’

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

Werner Mentens wijst daarnaast op het belang van bewuste inwoners. ‘We willen bereiken dat mensen ervan overtuigd zijn dat groen in een gemeente belangrijk is. Dat bewoners betrokken worden bij het groen in hun omgeving. In het openbare gebied, maar ook in hun eigen tuin.’ Uitdragen en draagvlak creëren De gemeente Weert probeert daarnaast een voorbeeld te zijn voor andere gemeenten. ‘We hebben verschillende reacties op ons groenbeleid gekregen’, geeft de wethouder aan. ‘Buurgemeenten hebben aangegeven interesse te hebben in de manier waarop wij hiermee omgaan. Dat gaat ook om kosten, want je moet zoiets wel slim aanpakken. Wij voeren bijvoorbeeld vaak overleg met verschillende groenverenigingen, zoals het IVN, het IKL, de Stichting Groen Weert en het Natuur- en Milieucentrum. Ik vind het goed om dit soort dingen uit te dragen naar andere gemeenten, waarom zouden zij hun eigen beleid en hun eigen uitvoering volgen? Dat is net zoiets als het wiel opnieuw uitvinden.’ Mentens zegt te merken dat er nu al, ook vanuit burgers, meer draagvlak is voor groen in de gemeente. ‘Het beeld over groen in zijn algemeenheid verandert’, geeft hij aan. ‘Anderhalf jaar geleden zijn we begonnen met het actief communiceren van onze doelen en ik merk dat er steeds meer waarde gehecht wordt aan het groen in Weert. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld naar minder klachten over dit onderwerp, waar wij natuurlijk erg blij mee zijn. Mensen krijgen besef en dat is alleen maar positief.’ «

Bomenlijst De lijst met te kiezen bomen is te vinden op het aanmeldingsformulier: http://bit.ly/1bGFHjj


OPINIE

T E K S T F R A N K VA N D E R M E I J D E N

NU AL DUBBEL GOUD

Als wethouder kom ik regelmatig op bijeenkomsten elders in het land of ontmoet ik via bestuurlijke kanalen mensen van buitenaf. Als ik vertel dat ik wethouder in Bergeijk ben, vroeg men zich in het verleden vaak af waar dat lag. De bekendste associatie met Bergeijk was meestal die van ‘Radio Bergeijk’, soms de Rietveldfabriek van de Ploeg en een enkele keer van ons bekende ‘Hermenieke van Bergeijk’. Maar ik krijg nu steeds vaker te horen: ‘Bergeijk; dat is toch het groenste dorp van Nederland?’ Ik moet u bekennen: daar ben ik erg trots op! Met plezier vertel ik dan hoe we samen naar de titel hebben toegewerkt. Het binnenhalen van deze mooie titel is geen verdienste van de gemeente alleen. Juist de inzet van onze betrokken inwoners en vrijwilligers van talloze verenigingen in combinatie met gepassioneerde steun van ambtenaren en bestuur hebben ervoor gezorgd dat we deze ‘groene kroon’ hebben behaald. Naast een bord om onder onze komborden te schroeven die deze kroon symboliseert, kregen we ook een zeer gedetailleerd juryrapport dat we nu gebruiken bij het zetten van de puntjes op de bekende ‘i’ in ons groenbeleid. Het afgelopen jaar is de titel op velerlei wijze verzilverd. Makelaars, werkgevers, toeristische accommodaties en campings (waarvan we er veel hebben in Bergeijk) gebruiken de titel in hun eigen promotie. Zelfs de supermarkt heeft tassen met het logo laten bedrukken! Het geeft aan dat de titel enorm leeft binnen de Bergeijkse samenleving en zorgt voor gedeelde trots. Ik schrijf deze column een dag nadat we de Europese jury hebben ontvangen. Immers, als je nationaal goud haalt, mag je automatisch meedoen aan de Europese verkiezing. Automatisch is wellicht niet het juiste woord, want het kostte veel inspanning, maar het levert ook veel motivatie op. Net als de vorige keer hebben we het weer samen met onze inwoners en verenigingen gedaan. Het leek wel of er nóg meer energie vrijkwam. Dat resulteerde in een geweldige jurydag, waarbij de weergoden ons erg gunstig gezind waren met mooi zomers weer. De jury heeft dus niets van onze positieve spanning gemerkt (want meedoen is leuk, maar winnen is natuurlijk nog leuker). We hopen de komende jaren deze titel dan ook nog verder te kunnen verzilveren.

Frank van der Meijden Wethouder gemeente Bergeijk – winnaar Goud in categorie Dorpen

Hoe de uitslag op 27 september ook zal zijn, we hebben voor ons gevoel dubbel goud. Gouden medewerkers en gouden inwoners met veel passie voor groen. Bergeijk is een dorp waarin we samen de schouders eronder zetten. Dat voelt goed en maakt oprecht trots, als bestuurder en als Bergeijkenaar. Ik kan andere gemeenten dan ook zeker aanbevelen om mee te doen met de competitie, ons heeft het veel meer dan alleen een gouden titel gebracht.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 33

Op


INFRA

KWALITATIEF VOLWASSEN GROEN ÉN GOEDKOOP IN BEHEER

T E K S T S A B I N A VA N D E R H O E V E N B E E L D F R I T S R U Y T E N

Rijkwaterstaat ziet voordelen van de Integrale Beplantingsmethode Ruyten

Geld besparen met beplanten op eindbeeld, het kan. Rijkswaterstaat Directie Noord-Brabant liet een onderzoek uitvoeren naar de haalbaarheid van de zogenoemde Integrale Beplantingsmethode Ruyten (IB-R). Een methode waarmee fors bespaard kan worden op het toekomstige beheer en onderhoud van groen langs onder andere snelwegen.

Bij de aanleg van een nieuwe rijksweg worden nog vaak nieuwe, jonge bomen en struiken in de berm langs de weg geplant. Deze jonge bomen en struiken worden vrij dicht op elkaar geplaatst, wat direct een fraai resultaat oplevert. Echter, ze hebben veel onderhoud nodig als ze gaan groeien: ze moeten tussentijds gesnoeid worden, het onkruid moet worden gemaaid en er moeten zelfs bomen tussenuit gehaald worden omdat deze na verloop van tijd te dicht op elkaar groeien. Het onderhoud aan bijvoorbeeld bomen wordt uitgevoerd door partijen die steeds minder gespecialiseerd zijn in de begeleidingssnoei. Efficiënter, goedkoper en beter ‘Al deze werkzaamheden tasten de natuurlijke ontwikkeling van flora en fauna aan’, vertelt Sabine Snippen, afgestudeerd bestuurskundige aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In 2011 deed ze in opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Brabant onderzoek naar de haalbaarheid van IB-R in de praktijk bij Rijkswaterstaat. ‘En dan heb ik het nog niet over de CO2-uistoot die dit onderhoud met zich meebrengt’, vervolgt ze. ‘De aannemers die de bomen planten en onderhouden moeten immers meerdere keren naar de locatie toe met materieel voor beheer en onderhoud (B&O).

In

PAGINA 34

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


In het Prins Bernhardbos nabij Hoofddorp is op een gebied van 20 hectare zowel de IB-R als de BlijverWijkermethode naast elkaar geplant. Hier ziet u de traditionele aanpak.

Meer over de IB-R De IB-R is van toepassing op klein- en grootschalige stedelijke en kleinschalige landelijke g r o e n p r o j e c t e n . Vo o r g r o o t schalige landelijke projecten vraagt toepassing van de IB-R om nader onderzoek naar de afstemming tussen architectonische functies van beplanting e n b o s e c o l o g i e e n b o s b e h e e r. MEER WETEN?

Kijk voor meer informatie en gerealiseerde IB-R-projecten o p w w w. i n t e g r a l i s p p . c o m .

Daarnaast ondervinden weggebruikers verkeershinder, omdat de rijbanen moeten worden afgezet voor de veiligheid van de uitvoerder. Dat kan efficiënter, goedkoper en kwalitatief beter door het toepassen van de IB-R. Een deel van de onderhoudskosten van de beginjaren zit in de prijs van de grotere bomen. Bovendien worden er minder bomen en struiken gepland die het nodige onderhoud vragen. Daarnaast wordt de plant vanaf het begin goed begeleid op wortelontwikkeling en snoei. Het is wel van belang dat er een goede plantplaats wordt ingericht, zodat de plant als het ware onder dezelfde condities als op de kwekerij verder kan groeien.’ Groei op film ‘In de situatie langs snelwegen worden volgens de IB-R grotere en kwalitatief betere bomen (6 tot 7 meter hoog, 2 tot 3 meter breed) en struiken (2 meter hoog, 1,5 meter breed) direct op eindafstand door elkaar geplant. Snippen: ‘Het zijn autochtone bomen, oftewel bomen die met zaad uit de omgeving worden opgekweekt, minder last hebben van ziekten en plagen, en groeien op de dezelfde grondsoort, van A-kwaliteit. Eventueel biologisch geteeld. Deze planten hebben een langere ontwikkeltijd op de kwekerij en worden dus langere tijd door professionele kwekers verzorgd. Dat betekent een kleinere kans op uitval of extra B&O. De planten zijn bij de aanleg van de groenvoorziening duurder, maar

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

in onderhoud een stuk goedkoper én daardoor beter voor het milieu. Bovendien bereiken deze planten eerder het gewenste eindbeeld en drukken zij de B&O-kosten.’ Snippen onderzocht of deze methode aansluit bij de doelstellingen van Rijkwaterstaat. En of er binnen het netwerk van Rijkswaterstaat voldoende draagvlak is voor de IB-R. Voor haar onderzoek gebruikte ze als basis het proefschrift van landschapsarchitect dr. Frits Ruyten (Wageningen, 2006). Hij deed voor een vergelijkbare beplantingsstructuur uitgebreid onderzoek naar de IB-R en ontwikkelde een computersimulatiemodel – de beplantingsfilm – die de groei van de aanplant door de jaren heen laat zien. De groeiprestaties in de film zijn gebaseerd op lokale metingen van dezelfde planten onder vergelijkbare groeiomstandigheden. Ruyten: ‘Met deze film maken we vooral voor bestuurders, bewoners – kortom, voor leken – op betrouw-

PAGINA 35

»

In


INFRA

In de praktijk H u b e rt van Beusek om, eco loo g b i j R i j k sw ater staat: ‘Mo ment eel z i j n we bez ig om de mo gelijkh e d e n v an z ogenoemde “lif e c y c l e c osts management binn e n I B-R ” in Noor d-Br a bant t e i n v e n tar i ser en. Een goed e pilot d u u rt z o’n tien tot vi j f t ien jaar. P a s d an is goed meetb aar ho e d e p l a nten z i c h v olgens deze m e t h ode ontwi k k elen en welk t o t a a l r endement het in d eze r e g i o oplev er t ten op zicht e v a n d e huidige aanleg en B&O.’ D a t h et pr oj ec t nog niet in d e p ra k t ijk i s gebr ac ht i n No ord B ra b ant, heeft v olgens Van Beus e k o m tw ee oor z ak en. ‘Overal m o e t bez ui ni gd wor den, oo k b i j o n s. D e ec onomisc he crisis i s n o g steeds v oelbaar en het is j a m m er dat w e dez e goed e inv e s t e r i ng nu niet eer d er kunnen d o e n . D aar naast is een geschikt e l o c a t ie v oor de pilot – een l o c a t ie die tien tot vi jf t ien jaar b e s c hi k baar blij ft – nog niet zo s n e l gevonden, maar we zijn erm e e bez i g. We w i llen d e IB-R in N o o rd-Br abant z o snel mo gelijk a l s p i lot gaan toepassen om aan t e t o nen dat het v oor Rijkswat e rs t a at een k ostenbesparend e e n d u ur z ame methode is vo or t o e k omstig gr oenbeheer.’ Er zijn al veel voorbeelden van projecten, zoals het Prins Bernardbos, waarbij duidelijk is dat de IBR goed werkt. Ruyten: ‘Op dit moment werkt een marktpartij op basis van de IBR aan de landschappelijke inpassing van een geluidscherm langs de rijksweg N242 ter hoogte v a n A l k m a a r. I k b e n b l i j m e t deze ontwikkeling, want alleen kwaliteit levert uiteindelijk een goede, leefbare openbare ruimte op.’

In

PAGINA 36

bare wijze inzichtelijk hoe de omvang van de planten op lokaal niveau zal toenemen. Het blijkt een goed communicatiemiddel te zijn. Zo geeft de film aan wat het betekent om direct na de aanleg kwalitatief hoogwaardige beplanting te hebben die ook goed bruikbaar is als afscherming, bijvoorbeeld bij projectontwikkeling, recreatieobjecten, golfbanen of in stedelijke gebieden bij nieuwe wooncentra, bij een herplant na een kaalslag, renovatie of bij nieuw aan te leggen parken.’ Tot 75% minder onderhoudskosten Aan de beplantingsfilm koppelde Ruyten een rekenprogramma dat de kosten voor het beheer en de aanplant inzichtelijk maakt. Door de hoge aanlegkosten af te zetten tegen de lage onderhoudskosten levert de IB-R een besparing op, toont Ruyten aan. ‘We vergeleken de traditionele beplantingsmethode, de zogenoemde Blijver-Wijkermethode, met de nieuwe IB-R. En wat blijkt? De aanlegkosten volgens de IB-R zijn ongeveer twee keer zo hoog als de aanlegkosten volgens de traditionele beplantingsmethode. Echter, het onderhoud van de traditionele methode is een stuk duurder: er zijn wel drie tot vier “dunningen” – wijkers versus blijvers – nodig om het eindbeeld te bepalen. Bij de IB-R hoeven er geen dunningen te worden uitgevoerd. Omdat de onderhoudskosten bij de IB-R 60 tot 75 procent lager uitvallen, treedt het “terugverdienmoment” al snel op.’ Veilig gevoel door open structuur Uit de vergelijking van Ruyten blijkt verder dat het volgens de traditionele methode vier tot zeven jaar duurt voordat de bomen op ooghoogte zijn gegroeid en hun functie als afscherming volledig vervullen. Ruyten: ‘Bij de IB-R zijn de bomen direct op ooghoogte en vervullen direct na de aanleg al hun functie.’ In het voorjaar van 1999 is in het Prins Bernhardbos nabij Hoofddorp op een gebied van 20 hectare zowel de IB-R als de BlijverWijkermethode naast elkaar geplant. Dit bos is openbaar. De verschillen tussen beide methoden zijn vanaf de aanleg tot op de dag van vandaag duidelijk afleesbaar. Uit de belevingsonderzoeken naar het Prins Bernhardbos, die zowel na de aanleg (Wageningen UR, 2002) als recentelijk (Productschap Tuinbouw, 2010) zijn uitgevoerd, blijkt dat de grotere bomen de parkbezoeker een groter gevoel van veiligheid bieden. ‘Dat komt door de open structuur van de beplanting en het feit dat deze methode sneller een volledige beplantingsstructuur geeft’, aldus Ruyten. Risico’s Als het om kwaliteit en duurzaamheid gaat, is de IB-R volgens Snippen een zeer geschikte beplantingsmethode. Ook voor de provincie Noord-Brabant, waar zij onderzoek naar deed. Snippen: ‘Met name het duur-

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

zaamheidsaspect – minder CO2uitstoot dankzij minder onderhoud – en het gedachtengoed “life cycle costing” van deze methode, passen goed bij een van de missies van Rijswaterstaat.’ Natuurlijk zijn er ook aandachtspunten. Snippen: ‘Rijkswaterstaat besteedt de aanleg van het groen uit aan aannemers. Als de aannemers het werk volgens de IB-R moeten uitvoeren, betekent dit voor hen zwaarder werk bij de aanplanting of extra beheermaatregelen bij de om te vormen beplantingen. Er worden bij de IB-R namelijk zwaardere bomen en heesters aangeplant op een afstand die met het eindbeeld overeenkomt.’ Volgens Snippen brengt dit risico’s met zich mee. Zo is het bij IB-R belangrijk dat de grondbewerking voldoet aan de eis van de geplante boomsoort, de juiste plantmethode en dat de bomen in de eerste jaren voldoende en op tijd van water wor-


den voorzien. ‘Het is belangrijk dat de aannemer deze kennis en kunde in huis heeft om deze werkwijze uit te voeren. Daarnaast is het van belang dat de aannemer het werk goed afstemt met de toeleverancier, dan wel kweker. Door deze afstemming kun je uiteindelijk tot gegarandeerde kwaliteit komen. Zodra de eerste twee jaar zijn doorlopen, neemt de natuur het over en is onderhoud niet of nauwelijks nodig.’

De verschillen tussen beide methoden zijn duidelijk afleesbaar. Hier ziet u de Integrale Beplantingsmethode Ruyten.

De natuur hélemaal zijn gang laten gaan Uit het onderzoek van Snippen blijkt dat enkele partijen uit het netwerk van Rijkswaterstaat de nieuwe methode aanmoedigen, maar dat zij vinden dat deze niet naadloos aansluit op hun doelstellingen. Zo is Staatsbosbeheer er voorstander van om de natuur hélemaal zijn gang te laten gaan (met uitzondering van groenonder-

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

houd rondom de wandelpaden ten behoeve van de veiligheid). Volgens Ruyten past de IB-R juist goed bij dit soort doelstellingen. ‘Nu Staatsbosbeer verandert van een beheerder “productiebos” naar beheerder “vrije natuurbos”, sluiten zeker het duurzaamheidsaspect en de voordelen van de IB-R daar goed op aan. De open structuur van de beplanting volgens de IB-R levert een vergelijkbare biodiversiteit, op basis van weinig onderhoudsinspanningen. Bovendien kan elke plant, net als in de natuur, de volledige levenscyclus doorlopen.’ «

PAGINA 37

In


VISIE

TEKST ROLAND GOETGELUK BEELD HEIJMANS

Rob van Kalmthout van Heijmans over ‘Groen loont met TEEB-stad’

TOEKOMSTIGE WAARDE VERKOOPT NIET? De woonconsument verleid je niet met de toekomstige en maatschappelijke meerwaarde van een groene en waterrijke woonomgeving. Een authentiek verhaal en echte voorbeelden wel. Bewijs daarom de meerwaarde van groen en blauw woongenot op de verkoopdatum. En laat pioniers verhalen over hun succes, zeker als het gaat om innovatieve projecten. Deze en andere conclusies trekt Rob van Kalmthout, verantwoordelijk voor commercie bij Heijmans, over het rapport ‘Groen loont met TEEB-stad.’

Vi

PAGINA 38

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


soort studies is hij ervan overtuigd dat groenblauwe omgevingen het woongenot van mensen bevorderen, meer dan ze zelf in de gaten hebben. Woonontwikkelaars moeten deze latente kwaliteiten expliciet maken in hun marketing.

Katendrecht is een voorbeeld van meer organische stedebouw

‘Het rapport “Groen loont met TEEB-stad” is belangrijk’, concludeert Rob van Kalmthout, verantwoordelijk voor commercie binnen Heijmans, enthousiast. Zo start het interview dat niet in het teken zal staan van de waarde van groen en blauw, maar wel van nieuwe vormen van marketing. En de boodschap is helder: groen is van waarde, maar een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) verleidt niet. Propere verhalen wel.

O V E R R O B VA N K A L M T H O U T

Rob van Kalmthout is verantwoordelijk voor commercie bij Heijmans Va s t g o e d . Z i j n o p l e i d i n g betrof onder andere Bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Limburg en M R E Va s t g o e d k u n d e a a n d e Universiteit van Amsterdam. Hij werkt aan een promotieonderzoek waarin de centrale vraag is hoe een projectontwikkelaar tot een klantgericht woningontwerp dient te komen.

‘We kunnen nog zo ongelooflijk veel leren over hoe de gebouwde omgeving de mens beïnvloedt. Als we die relaties kennen, weten we hoe mensen kwaliteit ervaren. En die kennis gebruiken we voor onze marketing.’ Van Kalmthout maakt daarom dankbaar gebruik van onderzoek van Alterra en het Nivel, dat een positieve relatie aantoont tussen groen en gezondheid van mensen. Mede door dit

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

De waarde in het hier en nu Volgens Van Kalmthout zijn er twee waarden. De eerste is de waarde ‘in het hier en nu’ en de tweede de toekomstwaarde. De huidige waarde is ervaarbaar en aantoonbaar, en dus goed onderhandelbaar met de woonconsument, de grondeigenaren en de gemeente. De uitvoerige studie ‘De prijs van de plek’ van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2006 toont op basis van buitenlandse en binnenlandse literatuur en eigen berekeningen dat groene en blauwe woonomgevingen hoog worden gewaardeerd door woonconsumenten. Afhankelijk van de plek (stad of platteland), het soort groen en blauw en ten slotte de afstand tussen woning en die plekken, ligt de meerwaarde tussen de vijf à tien procent. Toekomstwaarde via de MKBA overtuigend? De toekomstwaarde is een lastiger verhaal. Volgens Van Kalmthout is de verkoopwaarde van de MKBA die in het TEEB-rapport centraal staat, geen eenvoudig marketinginstrument. Het hangt van de doelgroep af. ‘Ondanks dat de maatschappelijke meerwaarde van groenblauwe investeringen steeds vaker wordt berekend via een maatschappelijke kosten-batenanalyse, wordt de raming van de baten speculatief naarmate we verder in de toekomst kijken. Voor particulieren, consumenten met een korte investeringshorizon, is het geen gemakkelijk marketinginstrument. Dit geldt zeker voor groenontwikkeling. In een nieuwe woonwijk is de waardering voor bomen zo dun als stokjes, bijna nihil. Pas na der-

PAGINA 39

»

Vi


VISIE

tig jaar zijn takken eiken geworden, maar de eerste bewoners zijn dan al weg. Dit is anders bij publiek-private samenwerkingen, waar vaak 10 jaar wordt samengewerkt, of voor samenwerkingen met beleggers en corporaties die complexen of wijken 20 jaar en zelfs langer in eigendom hebben. De tijdshorizon en de mate van professionaliteit zijn voor dit type investeringen dus erg van belang. Waarom Katendrecht en Spangen wél werken Het naar voren halen van baten is dus een moeilijk verkoopbare zaak. Wat werkt dan wel? Daar heeft Van Kalmthout zeker ideeën over: ‘Heijmans, voorheen onder de merknaam Proper-Stok, ontwikkelde op moeilijke locaties als Spangen en Katendrecht in Rotterdam. Katendrecht is een mooi voorbeeld waar de gemeente Rotterdam, de corporatie Woonstad Rotterdam en Heijmans samenwerken in een publiek-private samenwerking. Daarnaast is er een hechte samenwerking met ondernemers en actieve bewoners in de wijk. Er werd eerst geïnvesteerd in een school, een artsenpost en een kerk. Vervolgens werd gestart met een aantal woningen. Deze pioniers, actief in klushuizen, kregen de woningen relatief goedkoop. Maar ook particuliere opdrachtgevers die ieder hun eigen kavel hebben gerealiseerd. Hun aanwezigheid droeg bij aan de diversiteit in hun wijk. Vroeg in het ontwikkelstadium werd een park aangelegd. Zo ontstond een groenblauw Katendrecht met betrokken bewoners. Deze tevreden pioniers, co-createurs, vertelden met smaak over de nieuwe locatie. Binnen een mum van tijd konden we de VON-prijs voor de overige woningen met 20 procent verhogen. Deze gebiedsontwikkeling is in de prijzen gevallen bij de FIABCI Prix d’Excellence

Vi

PAGINA 40

The Netherlands in de categorie Environmental (Rehabilitation/ Restoration). Een vergelijkbaar verhaal geldt voor Spangen, dat ooit het putje van Nederland was. Ook daar is met een integrale aanpak voor openbare ruimte, wijkbeheer en vastgoed de leefbaarheid met sprongen toegenomen. De ontwikkelingsstrategie was ook daar een mix van renovatie, kluswoningen en projectontwikkeling. Nu is het een hippe wijk, waar mensen weer graag gaan wonen. Het integraal ontwikkelen op gebiedsniveau en het slim afstemmen van investeringen tussen alle partijen heeft dus baat. Pionierende consumenten zijn daarbij van belang. Cultuurverandering binnen vastgoedwereld Pioniers denken niet alleen in ‘eindplaatjes’ en zien wat eerder de positieve kwaliteiten die, op termijn, ontstaan. Katendrecht en Spangen zijn voorbeelden van meer organische stedebouw, de aanpak die Van Kalmthout propageert. Het leunt mede op gentrification: het proces van de opwaardering van een wijk door initiatief van onderop. Zijn de pioniers de redding? ‘Nee, ik ben ervan overtuigd dat Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, zoals bij het project Klushuizen, niet the holy grail is. Het is hoogstens weggelegd voor vijftien à twintig procent van de bewoners. Het merendeel van de mensen wil toch gewoon een huur- en koopwoning aangeleverd krijgen’, zegt Van Kalmthout. ‘Maar de pionier maakt van de ontwerpplaat wel een werkelijke daad en dat is belangrijk. De kern is dat een goed voorbeeld doet volgen. Het aan de man brengen van de kwaliteit van een woonomgeving, al dan niet groen en blauw, start dus altijd vanuit het hier en nu.’ Deze ontwikkelingsstrategie vindt steeds meer aanhang in Nederland en wordt afgedwongen door de

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

crisis, de demografische krimp en de onzekerheid over de toekomst. Van Kalmthout stelt dat er sprake is van een cultuurverandering binnen de vastgoedwereld: van aanbod- naar vraaggedreven. Bouwen wordt niet meer bepaald door het maken, maar door het bedenken. ‘Je zoekt als ontwikkelaar de binnenstedelijke gebieden die een waardesprong kunnen maken. Dat is niet alleen financieel, maar ook maatschappelijk. Het uitgangspunt is dat die waardesprong nu samen gemaakt moet worden en ook met kleinere investeerders zoals winkeliers en bewoners. De TEEB-studie kan daarvoor worden gebruikt. Het TEEB-rapport onderbouwt dat groen en blauw het woongenot positief beïnvloeden, maar toch is het woongenot nog een grotendeels onbegrepen fenomeen. We moeten begrijpen hoe verschillende kenmerken van de gebouwde omgeving het leven van de mens beïnvloeden. Als we dat weten, dan maken we beter verkoopbare plannen.’

OVER HEIJMANS

Heijmans is een beursgenoteerde onderneming die de activiteiten op het gebied van vastgoed, won i n g b o u w, u t i l i t e i t , w e g e n e n c i v i e l c o m b i n e e r t . Er werken ruim 8.000 medewerkers. In 2012 was de omzet 2,3 miljard euro. Heijmans is actief in Nederland, België en Duitsland. Het onderdeel Va s t g o e d i n i t i e e r t , o n t w i k k e l t e n r e a l i s e e r t c o m plexe binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen tot kleinschalige woningbouwprojecten. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met (vastgoed)beleggers, woningcorporaties, de uiteindelijke bewoners en gebruikers. De projecten bevatten transformaties, transities, nieuwbouwhuizen, winkels, kantoren, parken, onderwijs- en zorginstellingen.

01 | NUMMER 01

«


10 e ed

i t ie

UW CONGRES OVER INTEGRALE OPLOSSINGEN VOOR DE OPENBARE RUIMTE

JK L A N DEL I S CO N G R E E OPEN BAR RU IMTE

DE

R E G R U BAAKT KWALITEIT M

Het Stedelijk Interieur Congres beleeft haar tiende editie, en dat is een goede reden om extra uit te pakken met een tweedaagse editie: het Landelijk Congres Openbare Ruimte (LCOR). Niet twee dagen achter elkaar, maar één dag in oktober en één dag in december, op twee verschillende locaties, met twee invalshoeken, maar met één centraal thema dat de twee congresdagen met elkaar verbindt: DE BURGER MAAKT KWALITEIT!

DAG 1 • 30 OKTOBER - ALPHEN AAN DEN RIJN BURGERS MAKEN DE OPENBARE RUIMTE Alphen aan den Rijn kan bogen op twintig jaar ervaring met burgerparticipatie en heeft geleerd wat je wel en niet aan burgers kan overlaten. En hoe je dat in de praktijk organiseert. Een van de lessen die de gemeente graag uitdraagt is dat burgerbetrokkenheid in het ontwerp- en inrichtingsproces leidt tot kwaliteit. Reden genoeg om de actieve burger centraal te stellen tijdens deze eerste LCOR-congresdag. Maar pas op, actief burgerschap lijkt heel ideaal, maar is het wel zo simpel? Vragen die aan de orde komen zijn: • Welke rol heeft de gemeente en in hoeverre mag/moet zij een beroep doen op de burger? • Is die gemeente er niet juist om de beheer- en onderhoudstaken van onze steden efficiënt en effectief met elkaar te organiseren?

DAG 2 • 11 DECEMBER - ZAANSTAD IDENTITEIT MAAKT VERANTWOORDELIJK Met het project Inverdan heeft de gemeente Zaanstad fors geïnvesteerd in de uitstraling van het centrumgebied van Zaandam. Nu gaat de gemeente ook in de woonwijken in de stad op zoek naar een herkenbare identiteit. En daarbij draait het vooral om de burger. Zodra die zich ergens thuis voelt, gedraagt hij zich verantwoordelijker. Die betrokkenheid is niet alleen belangrijk voor het realiseren van kwaliteit, maar vooral voor het behouden ervan. Maar hoe geef je de openbare ruimte, met de schaarse middelen die er zijn, een herkenbaar profiel? Hoe creëer je bij burgers het gevoel van eigenaarschap? Deze en andere vragen staan centraal tijdens de tweede LCOR-congresdag: • Hoe geef je de openbare ruimte met behulp van kleine interventies meer herkenbare identiteit? • Hoe zet je die herkenbare identiteit om in eigenaarschap? • Wat is daarbij de rol van de burger?

MEER INFORMATIE EN AANMELDEN OP WWW.LCOR.NL

Het Landelijk Congres Openbare Ruimte is een product van

• Wat kun je wel, en wat kun je vooral niet aan burgers overlaten?


GROEN DICHTERBIJ

GROEN DICHTERBIJ HELPT BURGERS ZELF HUN WIJK TE VERGROENEN

TEKST EN BEELD GROEN DICHTERBIJ

Groenprojecten verbinden en kennis uitwisselen

Overal in het land gaan mensen zelf aan de slag met groen in hun directe leefomgeving. Ze leggen een buurtmoestuin aan of nemen een dorpsbos in eigen beheer. Gemeenten hebben door de bezuinigingen vaak weinig budget om het groen aan te leggen en te onderhouden. Groen Dichterbij haakt hierop in door groene buurtprojecten aan elkaar te verbinden en kennis te laten uitwisselen. Ook worden er in dit programma belangrijke lessen geleerd voor gemeenten die de samenwerking met groene burgerinitiatieven willen versterken.

Groen Dichterbij is een campagne van IVN, het Oranje Fonds, Buurtlink.nl & SME Advies, en wordt mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. Het platform is in 2012 opgericht.

Gr

PAGINA 42

Groen Dichterbij, het platform voor groene buurtprojecten, is een campagne van IVN, het Oranje Fonds, Buurtlink.nl & SME Advies, en wordt mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. ‘Groen Dichterbij is gestart om burgers die al bezig zijn met groene buurtinitiatieven te ondersteunen, níét omdat gemeenten een bezuinigingsopgave hebben’, benadrukt Rachelle Eerhart. De programmaleider van Groen Dichterbij geeft aan dat er diverse initiatieven door gemeenten worden opgezet om het groen te laten aanleggen en/of te onderhouden door bewoners. ‘Ik las laatst een brochure van de gemeente Boxmeer waarin hun aanpak voor adoptiegroen wordt beschreven. Een mooie brochure met degelijke informatie over de fysieke en technische aspecten van groenbeheer. Alle praktische zaken lieten echter geen ruimte voor de sociale kant, terwijl wij vanuit Groen Dichterbij groot belang hechten aan de saamhorigheid en educatie. Als gemeenten willen dat hun beleid om burgers te betrekken bij groen slaagt, dan moeten ze ook aan deze elementen aandacht besteden.’ Het gezamenlijk werken aan geveltuinen, parkjes en natuurlijke speelplekken zorgt voor verbondenheid. Daarnaast kent een groene wijk veel voordelen ten opzichte van een versteende omgeving, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Zo zijn er minder kinderen met overgewicht, wordt er bespaard op energiekosten en neemt de waarde van het onroerend goed toe.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


Ook burger onderdeel van Nationale Groencompetitie Entente Florale

waar mensen werken of producten kopen. Uit de praktijk blijkt dat deze locatie ook door jong en oud wordt gebruikt om kennis over de natuur over te dragen.

In het jaarthema bij de jurering van de Nationale Groencompetitie van Entente Florale staat burgerparticipatie centraal. De stad of het dorp dat het beste scoort op dit onderdeel ontvangt hiervoor een speciaal certificaat. Entente Florale is de nationale groencompetitie voor steden en dorpen en heeft als doel de toegevoegde waarde van groen breed onder de aandacht te brengen van overheden, bedrijfsleven en b u r g e r. I n h e t k a d e r v a n d e Vitale Groene Stad zijn er drie themacertificaten ingesteld: Groen en Gezondheid, Groen en Economie en sinds dit jaar ook Groen en Bewonersparticipatie. Entente Florale heeft zich ten doel gesteld om de deelcertificatenreeks de komende jaren uit te breiden met actuele onderwerpen, om zo te komen tot vitale groene woon- en werkomgevingen. Vo o r b e e l d e n u i t d e N e d e rlandse gemeenten worden op deze manier gebruikt om andere gemeenten te enthousiasmeren en inspireren.

Noodzaak ‘Een ander doel van dit platform is het met elkaar delen van kennis en ervaring wat betreft groen buurtinitiatief ’, legt Eerhart uit. ‘Aangezien deze ontwikkeling nog vrij nieuw is, kunnen groene buurtprojecten veel van elkaar leren. We organiseren regiobijeenkomsten waar ook lokale professionals voor worden uitgenodigd. Zo brengt Groen Dichterbij projecten en mensen van de gemeente, woningbouwcorporaties, welzijn en groen bij elkaar. Je ziet dat bij groene buurtprojecten

vaak veel gemeentelijke afdelingen er “iets” over te zeggen hebben. We willen met Groen Dichterbij uitdragen dat het belangrijk is om al deze stakeholders bij een groen buurtproject te betrekken. Partijen die normaal gesproken niet zo snel met elkaar aan tafel zitten. Door voor een integrale aanpak te kiezen, heb je op meerdere vlakken winst en kan er efficiënt worden gewerkt, ook financieel.’

Handvatten Nu de gedachte van het vergroenen van wijken via bewonersparticipatie sterk toeneemt, ontstaat de vraag naar richtlijnen. Eerhart geeft aan dat de verschillen op dit vlak per gemeente groot en afwijkend zijn. Iedere gemeente pakt het weer anders op. ‘Dit maakt het lastig om concrete handvatten aan te bieden. Ik heb in ieder geval geconstateerd dat slechtere wijken vaak begeleiding nodig blijven houden.’ Eerhart en haar team bekijken momenteel hoe ze de opgedane kennis kunnen bundelen, zodat gemeenten maar ook bewoners tips en ideeën krijgen hoe met deze vraagstukken om te gaan.

«

Icoonproject Per provincie ondersteunt Groen Dichterbij één project, het zogenoemde Icoonproject. ‘Door deelname aan deze prijsvraag kunnen initiatieven worden ingediend. Een jury beoordeelt deze en wijst per provincie één project aan dat er echt uitspringt. Deze twaalf projecten krijgen vervolgens extra ondersteuning van het team van Groen Dichterbij en ontvangen een financiële bijdrage van maximaal 20.000 euro’, geeft Eerhart aan. Hiermee kunnen zij werken aan een optimaal Icoonproject dat gaat dienen als voorbeeld en inspiratie voor andere initiatieven. Een voorbeeld van een Icoonproject van dit jaar is de Dorpstuin van Diphoorn in Drenthe. In deze tuin worden fruit, kleinfruit, groenten en kruiden gekweekt onder het mom van ‘Gezond van eigen grond’, omdat er geen chemische bestrijdingsmiddelen aan te pas komen. Op de site van Groen Dichterbij staat te lezen dat de tuin niet commercieel wordt geëxploiteerd. De tuin heeft als doel door de samenwerking de samenhorigheid te vergroten, de herkomst van voedsel onder de aandacht te brengen, gezond eten te stimuleren en te investeren in een leefbaar en duurzaam platteland. Daarnaast is het een ontmoetingsplek geworden

Op de Nationale Groendag geeft Rachelle Eerhart, programmaleider van Groen Dichterbij, een workshop over groene burgerparticipatie. De Nationale Groendag vindt plaats op woensdag 25 september in Apeldoorn. Meer informatie over deze w o r k s h o p i s t e v i n d e n o p w w w. n a t i o n a l e g r o e n d a g 2 0 1 3 . n l .

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 43

Gr


E N T E N T E F LO R A L E

KENNISPLATFORM OVER DE WAARDE VAN GROEN IN DE OPENBARE RUIMTE

T E K S T R O E L VA N D I J K B E E L D E N T E N T E F LO R A L E

Vitale Groene Stad:

Duurzame, groene straten, wijken en steden: iedere gemeente is er in meer of mindere mate mee bezig. Er wordt veel onderzoek gedaan en in de praktijk vinden veel projecten plaats. Deze informatie ontsluit platform de Vitale Groene Stad op onafhankelijke wijze, met dit jaar als thema ‘Groen, het kapitaal voor gemeenten en hun inwoners’.

Partners De Vitale Groene Stad wordt gedragen door de volgende organisaties: ministerie van E c o n o m i s c h e Z a k e n , Ve r e n i g i n g van Nederlandse Gemeenten ( V N G ) , G r o e n k e u r, B o u w e n d Nederland, Platform31, ANWB, GGD Nederland, Stichting Entente Florale Ned e r l a n d , Ve r e n i g i n g S t a d s w e r k Nederland, Groei & Bloei, Natuurmonumenten, IVN, Elba Media, TEEB Stad, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, N V T L e n P r o d u c t s c h a p Tu i n b o u w.

En

PAGINA 44

‘Entente Florale Nederland stond voornamelijk bekend om de Nationale Groencompetitie,’ laat voorzitter Jaap Spros weten, ‘maar sinds het convenant in 2011 getekend is met het ministerie van Economische Zaken, Vereniging Nederlandse Gemeenten en Platform31 is het takenpakket uitgebreid.’ Naast de groencompetitie is Entente Florale verantwoordelijk voor het uitdragen van de Vitale Groene Stad. Activiteiten die hieraan zijn verbonden, zijn onder meer kennisuitwisseling via diverse communicatiekanalen om daarmee het groen te positioneren als een integraal product in de stedebouwkundige ontwikkeling. ‘Met de eerder genoemde partners wordt in gezamenlijkheid een jaarprogramma opgesteld waarin eenieder verantwoordelijk is voor haar eigen taken. De Nationale Groendag, die elk najaar plaatsvindt, is hier onderdeel van (zie kader).’ Het centrale thema voor dit jaar is ‘Groen, het kapitaal voor gemeenten en hun inwoners’. Spros: ‘Dit thema laat zien dat naast de economische waarde van groen, ook de maatschappelijke en sociale voordelen van een groene omgeving belangrijk zijn. Dit betekent dat niet alleen de overheid de verantwoordelijkheid moet dragen voor een leef- en werkbare openbare ruimte, ook de burger kan daar een heel belangrijke rol in spelen, zoals het project Groen Dichterbij laat zien of de boomplantactie van Weert.’ Enthousiasmeren en inspireren ‘In de Vitale Groene Stad ligt het accent op de realisatie van duurzame, groene steden en dorpen. Concreet houdt dit in dat gemeenten die aan de

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


groencompetitie deelnemen, uitgedaagd worden om hiermee aan de slag te gaan, met als stimulans belangrijke themacertificaten’, aldus de voorzitter van Stichting Entente Florale Nederland. Er zijn inmiddels drie themacertificaten ingesteld: Groen en Gezondheid, Groen en Economie en Groen en Bewonersparticipatie. Voorbeelden uit de deelnemende gemeenten worden op deze manier gebruikt om andere gemeenten te enthousiasmeren en te inspireren. Voor de beoordeling van deze aspecten is de jury van Entente Florale Nederland uitgebreid met deskundigen vanuit de vakgebieden gezondheid, economie en burgerparticipatie. Naast het winnen van de prijs en een geldbedrag krijgen de deelnemers na afloop van de groencompetitie een uitvoerig juryrapport, waarin ook tips en adviezen zijn opgenomen. Dit biedt aan de gemeenten uitstekende handvatten om de komende jaren mee aan de slag gaan. Gemeenteraadsverkiezingen Stichting Entente Florale Nederland gaat daarnaast dit jaar politieke partijen informeren over het belang van groen voor de partijprogramma’s met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen. Dit doet zij in opdracht van het ministerie van Economische Zaken in het programma de Vitale Groene Stad. Deze activiteit sluit aan op het jaarprogramma ‘Groen, het kapitaal voor de gemeenten en hun inwoners’ van het ministerie van Economische Zaken, Platform 31, Vereniging Nederlandse Gemeenten en Entente Florale Nederland. De verkiezingen vinden in maart 2014 plaats en tot die tijd worden de politieke partijen op lokaal niveau van informatie voorzien over de economische en maatschappelijke waarde van groen. Het doel is dat de partijen geïnspireerd raken om deze kennis onder meer te verwerken in hun partijprogramma’s. Vier jaar geleden was het ‘groen’ goed vertegenwoordigd in de partijprogramma’s. Uit onderzoek van Alterra bleek dat 85 procent van alle programma’s een hoofdstuk over ‘groen’ hadden opgenomen.

Nationale Groendag Op woensdag 25 september organiseren de VNG, Platform31, het ministerie van EZ en Entente Florale Nederland in samenwerking met de gemeente Apeldoorn de Nationale Groendag 2013. De prijsuitreiking van de nationale groencompetitie is onderdeel van deze dag. Centraal thema is ‘Groen, het kapitaal voor de gemeenten en hun inwoners’. Bij het ter perse gaan van dit artikel was het programma nog niet volledig bekend, kijk voor meer informat i e o p w w w. n a t i o n a l e g r o e n d a g 2 0 1 3 . n l

bestaande uit de website met actuele berichten en een dossier met achtergrondinformatie, een digitale nieuwsbrief, Twitter, het magazine Vitale Groene Stad en de publicatie TEEB Stad. Daarnaast zal een aansprekende poster worden gemaakt die breed verspreid wordt en die zowel de politiek als de kiezer moet inspireren. Nationale Groendag Op de Nationale Groendag die op 25 september in Apeldoorn plaatsvindt, worden in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen interessante lezingen en workshops gegeven voor politiek, bestuur, uitvoerders, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Jaap Spros: ‘Een uitstekende gelegenheid om juist op deze dag informatie te vergaren voor politiek en bestuur om de waarden van groen te implementeren in het beleid voor de komende jaren.’

«

Ook de burger Naast de lokale politieke partijen wordt ook de kiezer geïnformeerd over het belang van groen voor zijn woon- en werkomgeving. Met als doel dat hij zijn stem uitbrengt op een partij die de groene verduurzaming van zijn omgeving van groot belang vindt. Dit zal gebeuren via de zogenoemde redactionele pagina’s voor de Nederlandse huis-aan-huisbladen. TEEB Stad Actuele informatie over het onderzoek ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity’ (TEEB) zal leidend zijn in de kennisverspreiding. De communicatiekanalen van de Vitale Groene Stad worden hiervoor ingezet,

Jaap Spros, voorzitter van Entente Florale: ‘Het thema “Groen, het kapitaal voor gemeenten en hun inwoners” laat zien dat naast de economische waarde van groen, ook de maatschappelijke en sociale voordelen van een groene omgeving belangrijk zijn. Dat dragen we met het platform de Vitale Groene Stad uit.’

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 45

En


PRODUCTEN

PRODUCTPAGINA In deze rubriek treft u een selectie van interessante producten, diensten en toepassingen. In deze editie staat de bij centraal. Welke bomen schaft u aan als u naar meer bijen in de stad streeft? Heeft u een product op de markt gebracht dat interessant is voor deze pagina’s? Neem dan contact op Philip de Vreeze van Elba Media: p.devreeze@elbamedia.nl, 06-1967 7300.

Bomen voor bijen Bijen en hommels zijn onmisbaar voor de bestuiving van allerlei gewassen. Een groot deel van de voedingsgewassen die door de mens worden gebruikt, is bestoven door deze insecten. Hierdoor zijn we veel afhankelijker van deze bestuivers dan we beseffen. Maar er is steeds minder voedsel voor deze ins e c t e n i n d e s t a d . We l k e b o men schaft u aan als u naar meer bijen in de stad streeft? Deze bomen zijn tijdens de bloei een goede voedselbron voor bestuivende insecten en dragen daarmee bij aan het in stand houden van de biodiversiteit in de stad.

Gleditsia triacanthos ‘Skyline’ HOOGTE: 10-15 m KROON: Breed (tot 8 m), eironde tot ronde vrij open kroon met al dan niet doorgaande harttak. B L A D : g e v e e r d , 2 0 -2 5 c m l a n g , g e e l g r o e n e deelblaadjes ca. 2 cm, in de herfst goudgeel verkleurend. B LO E M E N : B l o e i i n m e i / j u n i , o n o p v a l l e n d , vrouwelijke bloemen in trossen, mannelijke bloemen in aren. VRUCHTEN: sikkelvormig gedraaide peulen tot 30 cm lang en 6 cm breed, kleur uiteindelijk purperbruin. Geeft op jonge leeftijd zelden of nooit peulen/ z a d e n , l a t e r m o g e l i j k w a t m e e r. G E B R U I K S WA A R D E : ‘ S k y l i n e ’ i s een grote boom met een vrij open, brede eironde tot ronde kroon die met wat begeleiding in de jonge fase een redelijk goed doorgaande kop vormt. Door zijn droogtebestendigheid, redelijke windvastheid en niet al te brede, open kroon is deze doornloze cultivar een geschikte straatboom, ook in wat minder ruime straatprofielen.

Pr

PAGINA 46

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01


Malus ‘Rudolph’ HOOGTE: 4-6 m. KROON: Ronde kroon (tot 4-6 m breed) met opgaande en later afbuigende harttak. Bij oudere beplantingen zakt de kroon wat verder uit, waardoor de kroon breder wordt. BLAD: Enkelvoudig, ovaal, bronskleurig tot donkergroen met een rode gloed, 6-8 cm.

Sophora japonica ‘Regent’ HOOGTE: 10-12 (15) m.

B LO E M E N : I n m e i r i j k b l o e i e n d met donkerpaarsroze, enkele bloemen; donkerpaars in de knop.

KROON: Breed ovaal (tot 6-8 m breed), met mooie rechte stam en opvallend groene takken en twijgen. BLAD: Ca. 25 cm, oneven geveerd met 7-17 deelblaadjes, donkergroen.

VRUCHTEN: Langwerpig, oranjegeel, tot begin n o v e m b e r, 1 , 5 -2 c m l a n g .

B LO E M E N : B l o e i i n j u l i / s e p t e m b e r m e t r o o m w i t t e p l u i m e n , b l o e i t a l n a 8 - 1 0 j a a r, g o e d e drachtplant.

G E B R U I K S WA A R D E : ‘ R u d o l p h ’ i s e e n k l e i n b o o m p j e , g e s c h i k t v o o r t u i n e n , p l a n t s o e n e n e n p a rk e n . O o k a l s s t r a a t b o o m i s ‘ R u d o l p h ’ b r u i k b a a r, de kleine vruchtjes geven nauwelijks overlast.

VRUCHTEN: Groene, later grijze, ingesnoerde peulen, ca. 8 cm lang. G E B R U I K S WA A R D E : ‘ R e g e n t ’ i s g o e d b e s t a n d tegen gesloten verharding en uitlaatgassen en verdraagt zout redelijk goed. Mede daardoor is het een prima straatboom. Door de brede, vrij lichte kroon is deze cultivar vooral geschikt voor woongebieden met bredere straten (straatprofiel van 10 m breed). In de jeugd wel behoefte aan begeleidingssnoei.

Bovenstaande informatie is afkomstig uit de publicaties ‘De juiste boom op de juiste plaats’ en ‘Biodiversiteit in tuin en plantsoen’ van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. De pdf van deze boeken is te downloaden via http://bit.ly/13ruwpx en http://edepot.wur.nl/154296 Meer informatie over straatbomen en straatbomenonderzoek is te vinden op www.straatbomen.nl.

V I TA L E G R O E N E S TA D

|

JAARGANG

01 | NUMMER 01

PAGINA 47

Pr


ONTDEK HET

LAANBOOM

CENTRUM VAN EUROPA

EXPO TCO

2013 1/2 OKTOBER

OPHEUSDEN HOLLAND

Registreer uw bezoek via onze website: www.treecentreopheusden.nl/expo


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.