Wandelnmagazine02 2017

Page 1

wandel magazine

VERRASSENDE WANDELINGEN IN DUITSLAND Weekend weg in Devon South West Coast Path Groene wandeling door de Amsterdamse Bijlmer Wandelen op Curaçao Nederland maar toch anders HET OVERIJSSELSE SALLANDPAD LANGS LANDGOEDEREN EN RIVIEREN

BP

NR 2 2017 € 6,25


Inhoud  34

Thema: Duitsland

8

12

8

46 Osnabrück & Terra Vita

Geologisch erfgoed

24

12

de andere kant van de Eems

34

18

Wasberen en andere honden

46

21

Ostfrieslandweg Aan

Die Müritz

Emmerich

Weekendje weg

2  Wandelmagazine  2-2017

50

Het groen, niet het beton De Bijlmer

Wandelen in tropisch Nederland

Curaçao

South West Coast Path

Adembenemend kustpad Voorjaar aan het Limfjord

Denemarken


Coverfoto’s: Archiv Nordseebad Spiekeroog GmbH-Knipswerkstatt.de / (inzet) Marcia van Bijnen

24

28 En verder 6 Natuur beleven met een beperking 28 Salandpad  Langs landgoederen en rivieren 40 Luxemburg Erfgoed in het groen

Rubrieken 4 16 33 43 44 54 55

Onderweg, nieuws voor wandelaars Natuur om de hoek. Zwillbrocker Venn Jan Erik. Column Gesprek met auteur Dirk Hilbers Boeken Wat zien ik? 171-605 Friesland, Ameland In het volgende nummer. Colofon

Deurpostwijsheid “Moeder, waarom wandelen wij?” Het moeten mijn allereerste woordjes geweest zijn toen ik het levenslicht zag, het kan niet anders. Zie ik een pad, dan wil ik weten wat er aan de andere kant te zien is. Afgelopen april dacht ik aan mijn eerste woordjes toen ik door het uitgestrekte boerenlandschap van Friesland wandelde met mijn dertienjarige dochter. Een snijdend windje zorgde ervoor dat de temperatuur nét-niet aangenaam was. En dat dorp bleef maar ginds in de verte liggen. Zij stelt zich nu ongetwijfeld diezelfde vraag, dacht ik (maar dan voorafgegaan door de mannelijke aanspreking). Ik moet het nu eenmaal vooral van landschappen hebben. Daarom wandel ik. Mijn biotoop, geef ik toe, is heuvels en bergen want ik weet dat ik daarboven een uitzicht van hier tot gunter zal hebben. Maar mijn voorkeur heeft ook een fysieke reden. Lange vlakke wandelingen trek ik niet. Na een paar uur doen mijn enkels zeer, als het mijn knieën niet zijn. Liever flink omhoog en omlaag, over stenen, rotsen, puin. Dat houd ik makkelijk een hele dag vol. Het is ook beter voor de enkels en knieën: het versterkt de spierkapsels rond de gewrichten, werd mij ooit verteld door een Oostenrijkse sportdokter. Ik was bij hem geweest omdat mijn knie was vast komen te zitten tijdens een rondje hardlopen. Met een hoorbare ‘knak’ had ik ’m weer op zijn plek gekregen. “Waarschijnlijk slijtage”, had hij geconcludeerd. “Mannen van jouw leeftijd kunnen beter gaan fietsen. Of bergwandelen of klimmen. Herr Bankdirektor is er ook zo een. Elke ochtend voor hij in de auto springt gaat hij even ondersteboven hangen aan een stang in de deurpost.” Ik zie het ritueel voor me. Een keurige man in pak hangt ondersteboven zachtjes wiegend in de deuropening van een houten chalet, zijn das voor zijn neus en mond. Zijn volslanke echtgenote, uiteraard uitgedost in dirndl-metdécolleté, wenst hem een geweldige dag. En dan een luide ‘knak!’ (niet het geluid van het scharnier!) en in één zwaai loopt meneer de directeur daar rechtop zijn auto tegemoet, de knoop in zijn das corrigerend. “Vergeet je boterhammetjes niet, Schatz!” en hij werpt haar vanachter haar autoraampje een kushandje toe. Ik wandel graag. Op de manier zoals de Oostenrijkers dat doen. Gehen ist stehen. Veel om me heen kijken. Waarom wandel jij?

@jvandevo

2-2017  Wandelmagazine  3


Edelherten zien in De Groene Wouden De kans om groot wild tegen te komen is een stuk groter in De Groene Wouden bij Liempde, in het hart van Brabant. Een deel van de kudde die er is uitgezet is voorzien van een halsband met een zendertje. Liempde was een agrarische dorp maar richt zich steeds meer op recreatie en toerisme. “We zochten naar een manier om mensen hier hun euro’s uit te laten geven”, zegt een wethouder hierover. Het centrum van het dorp werd autoluw gemaakt, fris groen aangeplant, de horeca uitge­ breid, monumenten gerestaureerd, nieuwe wandelroutes uitgezet en dus een aantal edelherten geïmporteerd. www.Liempde.info

Wandelroute langs monumentale bomen in de Graafschap Vereniging Bomenbelang maakt een serie wandelroutes langs monumentale bomen in de gemeente Bronckhorst in de Achterhoek. Deze eerste route is 28 kilometer lang maar kan ingekort wor­ den tot 21 kilometer. Er zijn ongeveer 125 plekken waar monumentale bomen staan. De routebeschrijving omvat infor­ matie over zo’n twintig exemplaren. De functieomschrijving om een boom monumentaal te noemen is niet voor de poes: hij moet minimaal tachtig jaar oud zijn, gezond en nog tien jaar in leven blijven. Bovendien moet hij beeldbepa­ lend zijn voor de omgeving of van een zeldzaam soort zijn of een opvallende hoogte of omvang hebben. www.bomenbelang.nl

4  Wandelmagazine  2-2017

Redactie Rick Eggink

Wandelnetwerk Duin, Horst & Weide Tussen Leiden en Den Haag ligt een afwisselend gebied van duinen, bos­ sen en weilanden. Het wandelnetwerk Duin Horst & Weide verbetert de mogelijkheden om hiervan te genie­ ten. Het netwerk is ruim tweehonderd kilometer lang en onderdeel van het provinciedekkende wandelroute­net­ werk Zuid-Holland met een lengte van bijna drieduizend kilometer. Met behulp van dit netwerk kunnen

­ andelaars zelf hun wandelroute w bepalen, zo lang of zo kort als zij zelf willen. Zij kunnen dit doen met Ter plekke, de digitale Wandelroute­ planner Zuid-Holland op internet of met de app Wandelen123 op de tele­ foon. www.duinhorstweide.nl http://zuid-holland.wandelen123. nl (zonder ‘www.’)

Foto: Marcia van Bijnen

Foto: Wikimedia Commons/Luc Viatour

Onderweg  Nieuws voor wandelaars

Spin-offs bij de 101ste Nijmeegse Vierdaagse De Vierdaagse wordt straks voor de 101ste keer gelopen. Daarmee kun je wel stellen dat het evenement een institutie in Nederland is geworden. Het krijgt ook steeds meer navolging: Alkmaar en Almere kennen intussen ook hun meer­ daagse tochten. Het kwalificeert zich ook als exportproduct, want ook in den vreemde, op Bali en Majorca en in Oostenrijk worden deze tochten georgani­ seerd, al is dat vooral voor Nederlandse vakantiegangers. Tevens worden ­trainingscursussen verkocht om mee te kunnen lopen, waarbij het startbewijs is inbegrepen evenals korting op kleding en schoenen. Zelfs de VVV van Nijmegen doet mee en lanceert de wandelapp Alledaagse, waarmee mensen het hele jaar door de Vierdaagse of delen daarvan kunnen lopen (voor iOS en Android). www.viavierdaagse.nl www.rbtkan.nl


Vind je wandelen heerlijk, ben je ambitieus in de fotografie, weet je hoe je een goed verhaal moet vertellen en heb je een bovengemiddelde interesse voor steden en landschappen en hun achtergrond? Kom dan ons team vrijwilligers versterken! Vier keer per jaar komt de vaste redactie samen om de inhoud van Wandelmagazine te bepalen en nieuwe, boeiende onderwerpen en

reportages te bedenken voor toekomstige publicaties. We coachen andere auteurs bij de realisatie van hun verhaal en we zelf ook geregeld op pad in binnen- en buitenland. Meer weten? Neem contact op met hoofdredacteur Jonathan Vandevoorde via info@eenbergwerk.nl

Beeldenroute Grebbelinie Stichting 14Karaats organiseert tot 1 oktober 2017 een Beeldenroute in het afwisselende landschap van het Grebbeliniegebied rondom Renswoude. De kunstwerken zijn geïnspireerd op het bijzondere landschap van het verdedigingsgebied. De inundaties of onderwaterzettingen in de strijd tegen de Spanjaarden, Fransen en Duitsers drukten een stempel op dit waardevolle landschap. De Grebbelinie is niet alleen cultuurhistorisch, maar tevens landschappelijk en ecologisch interessant. Je vind er de ijsvogel, de zeldzame lepelaar en diverse stinsenplanten. De ontwikkeling van de natuur in dit gebied, waar de Lunterse, de Fliertse en de Munnikenbeek stromen, wordt ondersteund door Staatsbosbeheer en het Waterschap.

Vernieuwd Zuiderzeepad Het vernieuwde Zuiderzeepad is nipt het langste wandelpad van Nederland. De route loopt over de Afsluitdijk waardoor een rondwandeling van 490 kilometer mogelijk is. Tot voor kort was Stavoren het eindpunt waarna de boot naar start­ punt Enkhuizen genomen moest wor­ den. Nu kan men na Stavoren doorlopen over speciaal voor de wandelaar open­ gestelde dijken langs de Friese kust met stadjes als Hindeloopen en Makkum, over de Afsluitdijk via Den Oever, Medemblik en Wervershoof weer terug. Het Zuiderzeepad is in twee richtingen bewegwijzerd met de bekende wit-rode markering. www.wandelnet.nl

Nieuwe NS-wandelingen Er zijn nieuwe NS-wandelingen van station naar station. De routes zijn uitgezet rondom station Culemborg, Sittard, Harderwijk en Dordrecht. Alle NS-wandelingen zijn te downloaden op de nieuwe site. Al jaren­ lang zijn deze gratis wandelingen populair. “De kracht zit ’m in de drie-eenheid van routebeschrijving, kaartje en markering”, aldus Sietske de Vet, coördinator wandelingen bij Wandelnet. “Verdwalen is bijna niet mogelijk. De routes zijn altijd actueel, want ze worden onderhouden en gemarkeerd door honderden enthou­ siaste vrijwilligers, overal in het land.” www.ns.nl/dagje-uit/wandelen

Foto: Ellen Bouter

Foto: Ad Snelderwaard

www.14karaats.nl

Foto: Paul van Bodengraven

Wij zijn op zoek naar een (m/v) REDACTIELID

2-2017  Wandelmagazine  5


Tekst & foto’s Ton Kwakkel

Nederland

Focus

De natuur in met een beperking Invalidenparkeerplaatsen van De Hoge Veluwe.

Als je in een rolstoel zit, slechtziend of blind bent, of als je een scootmobiel of rollator gebruikt, dan kom je heel vaak wandelpaden tegen die slecht begaanbaar zijn. Vaak ontbreken er voldoende rustplekken en zijn uitzichtpunten of vogelkijkhutten nauwelijks bereikbaar. En dan laat de toegankelijkheid van bezoekerscentra en horecagelegenheden in veel gevallen ook nog te wensen over.

“I

k wil graag in mijn rolstoel samen met mijn man een mooie wandeling maken in het bos, maar soms is het zo’n gedoe om er te komen. Zonder gehandicaptenparkeerplaats en waar de auto’s dicht op elkaar staan begint het al: ik kom met veel moeite uit de auto in de rolstoel. En als dan het wandelpad erg hobbelig blijkt en veel boomwortels en kuilen kent … En als ik dan nodig naar de wc moet, maar het toilet in het restaurant is voor mij niet toegankelijk, dan denk ik: laat mij de volgende keer maar thuis.” Toen mijn echtgenote ruim dertig jaar ­geleden door een chronische ziekte steeds slechter ging lopen en na enkele jaren 6  Wandelmagazine  2-2017

definitief afhankelijk werd van een rolstoel, kreeg het begrip toegankelijkheid ineens een heel andere betekenis voor ons. Drempels, te smalle ingangen en winkelpaden. Stoepen zonder afrit op de hoeken, hobbels en kuilen…. En in de natuur was een wandelpad heel vaak geen pretje voor iemand in een rolstoel. Natuurlijk hielp ik mijn vrouw graag over de kuilen, de hobbels en boomwortels heen, maar voor iemand die graag zoveel mogelijk zelfstandig wil blijven, was het een stevige confrontatie met haar afhankelijkheid. Dat heeft me gemotiveerd om me bij het ­Kenniscentrum Groen & Handicap ­ (www.natuurzonderdrempels.nl) voor een betere toegankelijkheid van de natuur in te zetten.

Diverse behoeften Gelukkig is bij sommige beheerders van natuur- en recreatiegebieden de wil aanwezig om hun gebied zo toegankelijk mogelijk te maken voor mensen met een beperking. Maar helaas wordt er niet altijd goed nagedacht bij het aanbrengen van voorzieningen. Als bijvoorbeeld een picknicktafel midden op een grasveld wordt geplaatst, dan is de kans groot dat iemand in een handbewogen rolstoel daar geen gebruik van kan maken, omdat de weg ernaar toe te drassig of te hobbelig is. Een wandelpad met veel laaghangende takken is voor ­mensen met een visuele handicap een onneembare en soms pijnlijke hindernis. Beheerders hebben uiteraard te maken met een grote diversiteit aan bezoekers, allen


B elevingspad op De Hoge Veluwe: ook leesbaar vanuit de rolstoel.

informatie geven over mogelijkheden en voorzieningen. We letten dan op de ­volgende punten: • gehandicaptenparkeerplaatsen • paden die geschikt zijn voor een rolstoel •b ruikbare rustpunten/-banken, picknicktafels e.d. • e en goed toegankelijke horecagelegenheid met een ruim, rolstoeltoegankelijk toilet Uit ervaring kunnen we een aantal voorbeelden aanhalen van paden die mijn vrouw als zeer toegankelijk heeft ervaren en die ook een hoge belevingswaarde hebben.

... dan denk ik: laat mij de volgende keer maar thuis met hun behoeften en wensen. Mountainbikers vragen een totaal ander terrein dan iemand in een rolstoel! Fietsers hebben soms hinder van een scootmobielgebruiker op een smal fietspad. Wandelaars zonder handicap willen graag een ruig terrein, terwijl iemand met uithoudingsproblemen gebaat is bij een vlakke ondergrond. Zelfs binnen de groep mensen met een beperking zijn er allerlei verschillende wensen. Iemand in een elektrische rolstoel kan veel beter ‘uit de voeten’ op een hobbelig zandpad dan iemand in een handbewogen rolstoel. ­Jongere rolstoelgebruikers willen avontuurlijke wandelpaden, terwijl ouderen vaak voor een verhard wandelpad ­kiezen. Die diversiteit aan bezoekerswensen is voor veel terreinbeheerders de reden geweest om aparte rolstoelpaden, familiepaden, beleefroutes of rolstoelroutes te realiseren. Meestal zijn die relatief kort, hebben ze een harde(re) ondergrond en zijn er langs het pad diverse voorzieningen aangelegd, zoals aangepaste informatieborden, speciale picknicktafels en banken. Zo kunnen ­mensen met een beperking er toch op uit! En nu op pad! Een wandeldag begint voor ons altijd met een zoektocht op internet, waar verschillende websites te vinden zijn die goede

Twee wandelpaden op het Dwingelderveld De twee paden op het Dwingelderveld bij Dwingeloo en Spier worden beide geprezen als bijzondere en toegankelijke paden. Ze bieden prachtige afwisselende wandelingen met bloeiende heide, bomen, bosbessen, zitbankjes, picknicktafels en lichte hoogteverschillen. De paden zijn verhard en uitermate geschikt voor mensen met een rollator, rolstoel of scootmobiel. Het Spierpad loopt door verschillende typen bos maar komt ook langs vennen met mooie doorkijkjes. Op bijzondere plaatsen zijn rustplaatsen gemaakt die speciaal door mensen met een beperking gebruikt kunnen worden. Het Familiepad Noordenveld voert langs een nieuw natuurontwikkelingsgebied van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten samen. Het pad is fonkelnieuw met een rimpelloze vloer en met geweldig mooie voorzieningen zoals zitbankjes, picknick­

tafels en enkele RPP’s (Rolstoel Passeer Plaats). Dit is een bredere plek in de wandelroute opdat men elkaar heel goed kan passeren met scootmobiel en rolstoel. Nationaal Park De Hoge Veluwe Met een gehandicaptenparkeerkaart mag de auto gratis het park in. Je parkeert dan in het centrumgebied van De Hoge Veluwe. Hier starten de wandelingen van het Belevingspad (ruim 1 km) en het Landschappenpad (4,1 km). Het Berlagepad (2,6 km) ligt bij het Jachthuis Sint Hubertus. Bij alle startpunten zijn aangepaste toiletten aanwezig. Langs het Belevingspad zijn verschillende spel­elementen geplaatst die voor iedereen – jong en oud – toegankelijk en uitdagend zijn. De Kampina / Huisvennenroute De Huisvennenroute in de bossen van ­Boxtel is een bijzondere en toegankelijke route. Het bijzondere van deze route door een prachtig stuk bos is dat het half verharde wandelpad er heel natuurlijk uit ziet en toch heel goed berijdbaar is voor iemand in een rolstoel. Het wordt door Natuurmonumenten goed onderhouden, wat zichtbaar is aan het goed afgevlakte pad. Veel half verharde bospaden hebben een enigszins bol profiel. Dat is goed voor de afwatering, maar heel vervelend berijdbaar met een rolstoel, omdat je telkens moet bijsturen door het naar de zijkanten aflopende vlak van het pad.

PRAKTISCHE INFORMATIE Op www.wandelenmeteenbeperking.nl zijn 144 toegankelijke wandelpaden te vinden te vinden met informatie over startpunt, parkeerplaats, lengte van het pad, eventuele mogelijkheden en of er een horecagelegenheid in de buurt is met een toegankelijk toilet. Ervaringen van bezoekers In het handboek Samen op Pad (PDF) vertellen bezoekers van natuur- en recreatiegebieden uitgebreid over hun ervaringen. Gratis te downloaden via: www.natuurzonderdrempels.nl/samen-op-pad Ton Kwakkel is sinds 2007 bestuurslid van Kenniscentrum Groen & Handicap (www.natuurzonderdrempels.nl). Het centrum adviseert over een betere toegankelijkheid van wandelpaden in de natuur.

2-2017  Wandelmagazine  7


Duitsland

Tekst Rick & Ingrid Eggink

Niedersachsen

Osnabrück & Terra Vita

Geologisch erfgoed Ahornweg. Foto: © TourismusMarketing Niedersachsen/Markus Balkow

Slechts honderd kilometer van de Duits-Nederlandse grens ligt Terra Vita, een van Duitslands grootste natuurparken. Om zijn buitengewone geologisch erfgoed werd dit het eerste Duitse UNESCO Geopark. Midden in het park ligt Osnabrück, een stad met een gezellig en compact historisch centrum.

A

an de oever van de Hasse stichtte Karel de Grote in 780 een missiepost. De bisschop van deze plaats kreeg in 1002 markt-, munt- en tolrecht, waarmee Osnabrück een stad werd. Vanaf 1412 is het tweeënhalve eeuw lang een Hanzestad. Genoeg historie om een leuke binnenstad te verwachten en dat klopt. Veel van de historische gebouwen zijn na verwoesting in de Tweede Wereldoorlog weer opgebouwd, zoals een gebouw aan de markt laat zien: op de gevel op staat anno 1531 en daaronder 1953. Tegenover dit huis staat een rijtje felgekleurde nieuwere huizen met trapgeveltjes. Je kunt deze gevelbouw kitsch noe-

8  Wandelmagazine  2-2017

men, maar men is er eerlijk over. Aan deze markt staat ook het raadhuis waar in 1648 de Vrede van Westfalen is getekend. Hieraan ontleent de stad zijn ­bijnaam: stad van de vrede. In de Dertig­ jarige Oorlog vochten protestanten en roomsen om een nieuw machtsevenwicht in Europa. Friedrich Schiller schrijft over deze oorlog dat het volk voor zijn overtuiging vocht en de plaatselijke machthebbers voor hun eigen machtsuitbreiding. De vredesonderhandelingen vonden plaats in het protestantse Osnabrück en het nabijgelegen roomse Münster. Bij de onderhandelingen waren honderdvijftig partijen betrokken en ze duurden drie jaar. Tegelijkertijd werd in Münster een verdrag

g­ etekend waarbij Spanje zich na een oorlog van tachtig jaar gewonnen gaf en daarmee officieel de Republiek der Verenigde Nederlanden erkende als onafhankelijk land. Om die reden is deze vrede in Nederland beter bekend als de Vrede van Münster. In de Mariakerk, naast het stadhuis aan het plein, is een tentoonstelling ter ere van het Lutherjaar. Luther spijkerde vijfhonderd jaar geleden, in 1517, 95 stellingen tegen de Roomse Kerk op de kerkdeur in Wittenberg. Deze stellingen leidden tot een afscheiding binnen het christelijk geloof. Niet langer was er alleen de Roomse Kerk, maar er ontstond ook een protestantse stroming. Honderd jaar later leidde dit tot het begin van de Dertigjarige Oorlog. Vredeswandeling Er is ook een vredeswandeling door de stad. Deze begint op de markt. Het raadhuis is nog origineel uit de zeventiende eeuw. Op nummer zes is het Erich Maria Remarque vredescentrum. Het is gevestigd in het geboortehuis van de schrijver van Im Westen nichts Neues. Een roman over de waanzin van de Eerste Wereldoorlog. Even


Hoge berkenbomen lijken speldjes vergeleken met de diepte van de afgraving Kleurige trapgevels aan de markt. Foto: Rick Eggink

verder ligt de Dom. Het eigenaardige aan de façade van deze kerk is dat één toren dik romaans is terwijl de andere toren smal en gotisch is, in de zelfde stijl als het schip. We lopen langs het theater de binnenstad uit en komen in drukke winkelstraten, het moderne centrum van de stad. Maar gelukkig buigt de route terug naar de Altstadt. Door kleine straatjes komen we bij een oude stadspoort: de Heger Tor. Aan de overkant van de binnenringweg ligt het Felix-Nussbaumhuis. Deze joodse schilder wordt in de folder omschreven als de Anne Frank van de schilderkunst. Hij werd in Osnabrück geboren, maar ontvluchtte de stad in 1933 toen Hitler aan de macht kwam. Na omzwervingen kwam hij in ­Brussel. Tijdens de bezetting bleef hij ­schilderen. Een zelfportret met jodenster en paspoort met stempel “J” maakt indruk. Op het schilderij Dance macabre lopen hologige mensen hun lot tegemoet. Hijzelf werd in 1944 opgepakt en overleefde de oorlog niet. Venster op de aardgeschiedenis De Piesberg en wonderlijk genoeg ook de afgraving van deze berg is het centrum van het Geopark Terra Vita. Vanuit de stad ­rijden we met de bus naar de halte ­Industriemuseum. Hier start een wandeling rondom de afgraving van de Piesberg. De winning van kalksteen gaat er nog tot 2030 door. Vanwege de werkzaamheden is een zeventig meter diepe kuil ontstaan. Deze laat onder andere de gelaagdheid van de bodemopbouw zien. Heel lang geleden, zo’n driehonderd miljoen jaren terug in de

Schloss Iburg. Foto: Helmuth Schmidt

geologische tijdrekening, was dit een moerassige delta van diverse rivieren aan de kust in een tropisch klimaat. Al die miljoenen jaren zorgde plantaardig materiaal voor veenvorming dat met de tijd onder grote druk in lagen steenkool veranderde. Het sediment van rivieren zorgde voor zandsteen. Maar de steenkool en het zandsteen zijn hier anders dan elders. Het ­zandsteen door zijn hardheid en de kolen door hun hoge verbrandingswaarde. Om dit te verklaren neemt men aan dat zo’n zeventigmiljoen jaar geleden het magma uit het binnenste van de aarde naar boven kwam en stolde op zo’n vijf kilometer diepte. Dit gaf zoveel hitte en druk dat het zandsteen harder is en de kolen compacter. Vanaf de middeleeuwen werden deze ­kwaliteiten erkend en werden deze bodemschatten gedolven. Eind negentiende eeuw stopte de steenkoolwinning. Slechts in 1947 is de winning tijdelijk hervat om, na

de Tweede Wereldoorlog, te voldoen aan de vraag naar verwarmingsmateriaal. De zandsteenproductie daarentegen kwam in de twintigste eeuw pas goed op gang. We klimmen naar een uitzichtpunt om te genieten van het panorama. De aarde lijkt opengereten, hoge berkenbomen in de verte lijken speldjes vergeleken met de diepte van de afgraving. Monstertrucks rijden af en aan en lijken kinderspeelgoed. De wieken van lange windmolens draaien traag hun rondjes. De stadsreiniging heeft hier een composteereenheid voor groenafval. De natuur lijkt wel een stootje te kunnen hebben. Ahornweg De Ahornweg is een wandelpad dat zich honderd kilometer lang in zes etappen rondom Bad Iburg slingert. Er zijn stevige kuitenbijtertjes bij. Het uitzicht is wijds. Het bos lijkt eerst weinig inspirerend 2-2017  Wandelmagazine  9


Duitsland

Wandelen op de Ahornweg. Foto: Michael Münch

­ roductiebos, dennen in lange rijen aangep plant. Maar ze hebben dikke stammen en staan er dus al langere tijd. Dan zien we plotseling jonge beukenbomen ­tussen de rijzige stammen, hun bruine bladeren nog aan de takken. Ook schieten overal jonge dennetjes uit de grond. Dit plaatje laat zich lezen. De grond is hier voedselrijk genoeg voor beuken. Dennen groeien veelal op armere gronden en worden, als de grond voedselrijker wordt, weggeconcurreerd door andere bomen, meestal eiken en beuken. Maar hier bestaat de concurrentie erin: met een gesloten bladerdak andere soorten het licht niet te gunnen. De dennen hier hebben een aanzienlijke stamomvang en zijn wellicht wel honderd jaar oud. Tijdens de Industriële Revolutie in de negentiende eeuw werden veel bomen gekapt voor brandhout. Duitsland zag er toen kaal uit. De sterkste macht in die tijd, Pruisen, verordonneerde dat er een herbebossing moest komen met dennen. Deze snelle groeiers zijn ook te gebruiken in de industrie. Vandaar dat ze ook wel Pruisische bomen worden genoemd. Veel van de Duitse naaldbossen zijn op deze wijze ontstaan. Ten tweede is er het bosbeheer. Lange tijd was het zo geweest dat oud hout en eerstelingen die er niet geplant zijn geruimd moesten worden. Inmiddels zijn er andere inzichten gekomen voor het

PRAKTISCHE INFORMATIE Hoe er te komen? Vanaf Amersfoort is het tweeënhalfuur treinen. Rijdt om de 2 uur. In de stad rijden bussen, ook naar de Piesberg en naar Bad Iburg. Accommodatie Osnabrück kent vele overnachtingsmogelijkheden. Wij hebben geslapen en voortreffelijk gegeten in Romantik Hotel Walhalla (www.hotel-walhalla.de) Wandelen Het UNESCO Geopark Terra Vita wordt doorkruist door langeafstandswandelpaden zoals de Ahornweg, de Hünenweg, DiVa Walk, de Muhlenweg en de Handelsweg. Meer weten? • www.osnabrueck.de • ww.geopark-terravita.de • www.handelsweg.com/nl • www.osnabruecker-land.de • www.badiburg.de

10  Wandelmagazine  2-2017

beheer van bossen. Laat oud hout liggen en laat wat groeit maar opkomen. Het is een bezuinigingsmaatregel, maar het schijnt ook heel goed te zijn voor de biodiversiteit: er komen meer verschillende soorten planten en dieren. De beukenbomen zijn hier ongetwijfeld geplant op open stukken in het dennenbos. De oorspronkelijke vegetatie komt weer terug in de plaats van het Pruisische productiehout. Bad Iburg De wandeling loopt met lussen door de plaats Bad Iburg. Vaak is het uitzicht op deze plaats groots of, beter gezegd, het ­uitzicht op het kasteel van Bad Iburg. Deze strategisch op een rots gelegen vesting heeft de eeuwen doorstaan. Er was hier al een burcht voordat Osnabrück ontstond. Ooit was het een klooster. Nu zijn er allerlei overheidskantoren in gevestigd. Een ­ambtenaar die terugkomt van de lunch haalt zijn neus op en zegt dat deze plek te duur is voor particuliere vestigingen. Overal rond het kasteel staan auto’s geparkeerd; het wordt kennelijk intensief gebruikt. Maar een rondweg om het kasteel is er niet. Zelfs voetgangers kunnen niet rondom het kasteel lopen. Maar een tuinman wijst ons een deur die voor anderen gesloten blijft, zodat wij niet terug hoeven te lopen.


1-2017  Wandelmagazine  11


Tekst Hans Farjon Foto’s Yvonne Jansen & Hans Farjon

Duitsland

Niedersachsen

Friesland aan de andere kant van de Eems Avondstemming boven het Eems-Dollard-estuarium. Foto: Gerd Kaja

Het Groot-Frieslandpad, Nederlands wandelpad van 2016, loopt gewoon door bij onze oosterburen. Wandelmagazine liep het meest noordelijke stuk van dit Oostfrieslandpad van Aurich over het wad naar het ‘Fairtrade-eiland’ Langeoog. En ontdekte in Emden de bijzondere band van het gebied met onze Republiek.

N

et buiten Aurich, toch zo’n dertig kilometer over de grens, haalt een geblin­ deerde Mercedes ons in. Aan de achterkant flikke­ ren blauwe lampjes “Dou­ ane, volgen”. Met kloppend hart zetten we onze auto aan de kant in een donker bos. De achterbak moet open. Zeker op zoek naar vluchtelingen denken we, nu de druk van populistische partijen op Merkel toe­ neemt. Maar de geüniformeerde heren zoe­ ken wat anders. We waren het even verge­ 12  Wandelmagazine  2-2017

ten. We komen uit het Drogenparadies. Opgelucht schieten we even verder onze wandelschoenen aan. Het geasfalteerde pad is duidelijk gemarkeerd met de groenwitte bordjes van de Ostfrieslandweg. De laag­ staande herfstzon heeft nog heel wat kracht en versterkt de felgroene kleur van het gras en de herfsttooi der bomen. De stralen trekken lange schaduwen over de velden. Het gras wordt doorsneden door houtwal­ len waar stevige eiken op staan. “Deze ­Wallhecke zijn hier wettelijk beschermd”, vertelt onze gids Joke. “Dit landschap

­ oemen we hier de Geest, die iets hogere n liggende zandgronden die grenzen aan de polder.” We delen ons pad met een een­ zame fietser die ons midden op de dag met “Moin” begroet. Wij ‘moinen’ ingetogen terug. Niet tweemaal zoals een stadsmens uit Hamburg of Bremen, maar zoals het hier hoort: een enkele keer. Het pad is kaarsrecht. Tot 1969 bracht een smal­ spoortrein badgasten naar de waddenkust. Tussen de bomen steekt een bakstenen schoorsteen van een voormalige steenfa­ briek omhoog. Vele Torfbrandklinker


Haventje van Bensersiel.

Haven Ratsdelft in Emden.

Men vreesde dat de kip met de gouden eieren, het toerisme, zou worden geslacht. Nu is Langeoog het eerste Fairtrade-eiland ter wereld Zou de ingenieurshand die spreekt uit de strakke Hollandse lijnen niet veel meer burgerverzet tegen windenergie oproepen dan de organisch ogende windmolenbos­ sen hier?

­ wamen hier uit de oven, een baksteen met k een roodviolet patina. Ze kleuren de boer­ derijen langs het pad. Hun teint danken ze aan de turf waarmee de ovens loeiheet werden gestookt. In de uitgestrekte moe­ rassen even naar het zuiden stak men volop turf. Het veenkoloniale landschap dat we kennen uit Drenthe is ook aan deze kant van de Eems te vinden. Een ander bestanddeel, kalk, kwam van de andere kant; schelpen uit de polder en van het wad. Pas na het wat saaie kerkdorp Esens veran­ dert het landschap abrupt. Eindelijk kun­ nen we weer verder kijken. Heerlijk is dat. Bomen en wallen verdwijnen en windmo­ lens verschijnen. Niet zoals bij ons alle­ maal strak in lange rijen, maar in bossen losjes bij elkaar geplaatst. Zegt het iets over de cultuurverschil met onze toch minstens zo ordelijke buren, zo vragen we ons af.

Modderpoten Het pad blijft ook hier onverstoorbaar strak, hoog op de spoordijk tussen kanaal en sloot. Loom klapwiekt een buizerd hoog over, veel meer beweging is er niet. Met een windje in de rug is het aangenaam lopen. De huizen van Bensersiel komen snel dichterbij. Met de witte appartemen­ ten op de dijk en een enkele vissersboot in de havenkom is dit eerder een mediterraan vakantiedorp dan een noordelijk haventje. Tot onze verbazing blijken de Duitsers de waddendijk een veel aantrekkelijkere bad­ plaats te vinden dan wij in Nederland. Ook in november wemelt het van de rieten strandstoelen die je in Nederland niet meer tegenkomt. Achter de dijk op het wad zak je niet weg in zwarte blubber maar loop je over wit zand. “Dat is hier opgespoten voor de badgasten,” grinnikt Joke, “dan komen ze niet met modderpoten thuis.” De popu­ lairste wandeltocht die hij organiseert, loopt over het wad naar het eiland Lange­ oog voor de kust. Zo’n vier uur lopen en

dan met de veerboot terug. “Je gaat halver­ wege bijna kopje onder, zo diep is de geul.” Jammer genoeg is het water al te koud voor zo’n Duits wadloopavontuur, dus wij nemen de boot naar het eiland. Boven het grauwe waddenwater heeft de zon de mist nog niet weggebrand. Op het eiland aangekomen stappen onze mede­ passagiers in een heuse trein die ze naar het enige dorp brengt, slechts twee kilome­ ter verderop. Wij lopen liever en klimmen de hoge waddendijk op. Die is aangelegd in de jaren dertig van de vorige eeuw toen Hitler niet alleen stevig in autobanen en oorlogsindustrie investeerde, maar ook heel wat land liet inpolderen. Meer Lebensraum. Niet te koste van mensen maar vissen. Toch zie je binnendijks geen sappige weiden maar een uitgestrekt kreupelhout. “Hier lag een vliegveld van waaruit Engeland zou worden bestookt”, vertelt Joke. “Het liep heel anders. De bodem was zo zacht dat de landingsbaan verzakte.” Het beton kon slechts houten nepvliegtuigen dragen. Vol­ doende om de Geallieerden af te schrikken, dat wel. Die stuurden hun bommenwerpers de hele oorlog met een wijde bocht om het eiland heen. Zelfs na de capitulatie gingen de Engelse soldaten hier met lood in de schoenen aan land. 2-2017  Wandelmagazine  13


Duitsland Kwelder Langeoog. Bunker in Emden.

Vurrukkulluk eten Aan de wadkant van de dijk gaan de gele rietkragen over in levende duinen. De uil op het blauwe bord “Naturpark” maakt duidelijk dat we op het pad moeten blijven. Pas op het brede strand kunnen we uit­ waaieren. “Lang waren de eilandbewoners erop tegen dat de overheid het waddenge­ bied aanwees als Werelderfgoed”, herinnert Joke zich. Hij heeft jaren voor de Grünen in de gemeenteraad gezeten. “De bewoners vreesden dat hun kip met de gouden eie­ ren, het toerisme, zou worden geslacht. Dat is enkele jaren geleden omgeslagen. Nu is Langeoog het eerste Fairtrade-eiland ter wereld.” Wat die omslag inhoudt maken onze smaakpapillen duidelijk. Onze lunch in de Seekrug, een restaurant hoog op een duin, is in de woorden van Remco Campert “vurrukkulluk”. Van het aperitief, een vlier­ bessensekt, tot aan het dessert met duin­ doornijs is alles van regionale, meestal bio­ logische herkomst. Onze trotse gastheer Michael Recktenwald, in onberispelijk witte kokskleding, schuift bij ons aan. “Wij kregen in de gaten dat onze bezoekers steeds meer voor de natuur komen, niet voor de leut of het zonnebad. Sinds het eiland zich in woord en daad daarmee ver­ bindt, zien we weer meer toeristen komen. Inmiddels heeft de bevolking het Wereld­ erfgoed in het hart gesloten.” Nu mogen er alleen nieuwe huizen gebouwd worden als er ook wordt gesloopt. Die moeten passen in de traditionele stijl van het eiland: bak­ 14  Wandelmagazine  2-2017

stenen muren en een pannendak met een paar stevige dakkapellen eronder. Maar we moeten verder, de dagen zijn al kort en het eiland lang en vol verhalen. Aan de rand van het dorp stuiten we op het graf van Lale Andersen, de zangeres van de Duitse soldatenhit Lili Marleen. Tot 1942 was ze een superster, maar viel bij het pro­ pagandaministerie in ongenade toen ze weigerde het getto van Warschau te bezoe­ ken. Gelukkig eindigde ze niet in een con­ centratiekamp, maar ligt ze vredig begraven tussen Duitsers uit de Baltische staten. In 1946 vonden achthonderd van hen onder­ dak in de leegstaande vakantiebarakken van het waddeneiland nadat de Sovjets hen hadden verdreven. Duitsland had op dat moment wel wat anders aan z’n hoofd dan vakantie vieren. Buiten het dorp struinen we door groene varens en geelbruin helmgras van de Piro­ lavallei. Afgezien van het dorp op de west­ punt is het eiland leeg. “Tot het oostelijke puntje, zo’n tien kilometer weg, is er nog maar één boerderij, daar achter de kwel­ ders en duintjes”, wijst onze gids in de verte. “Een ideale plek voor een digital detox-camp, dat ik wil organiseren voor jon­ geren die van hun schermverslaving af wil­ len”, lacht Joke olijk. Wij checken het bereik van onze smartphones; inderdaad, bereik absoluut Null. Vluchtelingentsunami of godsgeschenk Terug in de lilliputtershaven Bensersiel hebben we zin in iets groters. Dat is Emden

aan de Eemsmonding zeker. Ingrid leidt er ons rond door de Grote Kerk. “Hier ligt een van jullie Oranjes begraven, graaf Adolf van Nassau.” Ze wijst op een poortje met een smeedijzeren hek. Deze zoon van ­Willem van Oranje sneuvelde in 1568 in de Slag van Heiligerlee met de Spanjaarden. Zijn leger vluchtte de Eems over en nam zijn dode lichaam mee. Sindsdien ligt de graaf hier. Emden was kort daarvoor over­ spoeld met voor Alva vluchtende Hollandse protestanten. In enkele jaren vervijfvou­ digde het inwonertal van de Hanzestad. Het bleek geen vluchtelingentsunami, maar een godsgeschenk. De Oostfriese economie kreeg de grootste boost ooit. Tot in de Franse Tijd bleef de band tussen de Repu­ bliek en Emden hecht. Twee eeuwen was Oost-Friesland in feite de achtste provincie van de Republiek. De graaf van Oostfries­ land had er weinig te zeggen. Niet zo vreemd dat onze beide gidsen, Joke en Ingrid, ons in zeer goed verstaanbaar Nederlands te woord staan. We verbazen ons erover dat er op Adolfs graf geen gedenksteen staat. “Je moet bedenken dat deze kerk pas 25 jaar weer overeind staat”, geeft Ingrid aan. “Tijdens het grote bombardement van 14 december 1943 ging dit gebouw, net als de hele stad, er helemaal aan.” Na de capitulatie vond het gemeentebestuur dat de ruïne moest blijven getuigen van de verschrikkingen van de oorlog. Maar met de val van de Muur veranderde het denken. Er werd geld en draagvlak gevonden om de kerk, waar in


PRAKTISCHE INFORMATIE Op het Oostfrieslandpad.

1571 de eerste Nederlands Hervormde Synode plaatsvond, te herbouwen. Nu is het bibliotheek, genoemd naar de zes­ tiende-eeuwse reformator Johannes a Lasco, de plek waar het hervormde erfgoed wordt bewaard. In totaal honderdvijftigdui­ zend boeken, waarvan de collectie handbij­ bels en psalmboeken prachtig staat uitge­ stald. Kattenpis en beton Als we voldaan de kerk achter ons laten, schemert het buiten. De volle maan hangt al boven de trapgevels. Pas nu zien we waar graffitispuiters hun felgekleurde tags op hebben gezet: een kolossale betonnen ­bunker. Na de verloren Slag om Engeland

Twee eeuwen was OostFriesland in feite de achtste provincie van de Republiek

Oost-Friesland met zijn polders, zandgronden en veenontginningen lijkt landschappelijk op Noord-­ Nederland. Het is een wandelregio in ontwikkeling. Hoe er te komen? De regio is via Groningen en Leer per trein bereikbaar. Voor lokaal bustransport, zie: www.jan-klein.de De pont naar Langeoog vaart drie keer per dag: www.langeoog.de/anreise/fahrplaene/ Wandelen Aan een wandelknooppuntennetwerk wordt hard gewerkt. Een routetrack van het Oostfrieslandpad van Leer naar Bensernsiel is te downloaden van: www.hansfarjon.nl/ostfriesland. Voor wadlopen moet je bij onze geweldige gids Joke Pouliart zijn: www.waddensea.travel of www.wattwanderzentrum-ostfriesland.de Accommodatie Hotels op Langeoog, in Bensersiel, Aurich en Emden. Verrukkeluk eten op Langeoog www.seekrug.de Meer weten? • www.vakantieland-nedersaksen.nl – Website Tourisme Nedersaksen. • www.jalb.de – Johannes a Lasco bibliotheek, Emden. • www.bunkermuseum.de – Bunkermuseum Emden.

besefte het stadsbestuur dat de havenstad spoedig de volle laag zou krijgen van Engelse bommenwerpers. Binnen een jaar waren er voldoende bunkers gebouwd om de hele bevolking een schuilplaats te bie­ den. Nog elf andere betonkolossen steken op de meest onverwachte plekken boven de herbouwde huizen van de levendige haven­ stad uit. Eén steekt er als een gezwel uit een fonkelnieuw appartementengebouw. De grauwe, naar kattenpis stinkende beton­ kolossen hakken er bij ons meer in dan een kerkruïne. Somber stappen we verder, den­ kend aan al die sidderende mensen in don­ kere bunkers. Opeen gepropt en huiverend van de inslaande bommen en de huilende vuurzee. En dan, als de rust is terugge­ keerd, hun confrontatie met een compleet verwoeste stad. Alleen twaalf bunkers ­stonden nog overeind tussen rokende puin­ hopen. Oost-Aleppo op een steenworp van Delfzijl. 2-2017  Wandelmagazine  15


Tekst & foto’s Wouter van de Vegt

Duitsland

Natuur om de hoek

Rondwandeling in het Zwillbrocker Venn

Flamingo’s boven de kerk Flamingo’s op de veenplas.

Even ten oosten van Groenlo en net over de Duitse grens ligt tussen grootschalige landbouwgronden een bijzonder veengebiedje: het Zwillbrocker Venn. Minstens dertig jaar geleden – wanneer precies is niet geheel duidelijk – kozen een aantal uit gevangenschap ontsnapte flamingo’s een eilandje in de veenplas uit als uitgelezen plek om er hun jongen groot te laten worden.

Z

willbrock is een restant van een ooit reusachtig en ondoordringbaar hoogveen­ moeras dat zich uitstrekte van de Rijn tot de Dollard. Een effectieve natuurlijke grens tussen wat nu Nederland is en onze oosterburen. Rondom een groot meer vindt men er nu berkenbroekbossen, natte hei met gagel en bloemrijke weilanden. In de loop van de Tachtigjarige Oorlog werd het moeras ook nog eens een religi­ euze grens. De oorlog met Spanje had de haat tegen de katholieken in de Republiek der Verenigde Nederlanden aangewakkerd 16  Wandelmagazine  2-2017

en ervoor gezorgd dat in het begin van de zeventiende eeuw het calvinisme de status van staatsgodsdienst wist te verwerven. Katholieken werden gedoogd, maar moch­ ten hun geloof niet meer in het openbaar belijden. In het aan de Achterhoek gren­ zende Münsterland wist de Katholieke Kerk haar positie te handhaven, maar het diocees Münster raakte de zeggenschap over de Gelderse Achterhoek wel kwijt. Dit zinde het bisdom Münster allerminst. Om het gebied weer in de schoot van de moe­ derkerk terug te brengen werd langs de grens een keten van kapelletjes en kerken opgericht: de zogenaamde ‘missiehuizen’.

De Münsterse bisschop Van Galen, beter bekend onder de bijnaam Bommen Berend, roerde zich hevig en paarde een flinke hoeveelheid oorlogsgeweld aan deze religieuze missiedrang. De door de jezuïten opgevoede houwdegen, die kanonnenge­ bulder verkoos boven kerkgebeier, viel twee keer vanuit het oosten de Nederlanden bin­ nen. Het mocht niet baten. Tot ver in de achttiende eeuw bleven katholieken in ons land aangewezen op schuilkerken. Barok juweeltje In dit kader past ook de kerstmis in de open lucht, die in 1651 in de buurt van het nietige Zwillbrock werd gehouden. Dat voorzag in zo’n behoefte – er kwamen nogal wat katholieken van de andere (Nederlandse) kant van de grens – dat besloten werd er een kapel op te richten. De stroom gelovigen bleef gestaag groeien en vijftien jaar later telde de geloofsge­ meenschap al 2400 zielen. De kapel knapte uit zijn voegen. Er moest een nieuw gods­ huis komen. Dat werd uiteindelijk de ­huidige Sint-Franciscuskerk, die de laatste oorlog heelhuids doorstond en nu met zijn


barokke inrichting in originele staat de enige in zijn soort is in heel Münsterland. Een barok juweeltje. Dit jaar valt er tijdens de Lijdensweek van enige contemplatie rondom de Sint-Fran­ ciscuskerk in het tweehonderd zielen ­tellend Zwillbrock niet veel te bespeuren. Op het terras van restaurant Kloppendiek tegenover de kerk, is een luidruchtige motorclub neergestreken. Oude mannen gehuld in leer en paardenstaart werken zich in rap tempo door voorraadjes bier. Als we het pad naar het aanpalende natuurgebied inslaan sterft het geroeze­ moes snel weg. Een teergroene waas van voorjaar hangt over het broekbos. Het wit van bloeiende sleedoorns en krentenboom­ pjes golft er als fijn kant doorheen. In een vochtig weilandje steken drie ganzenkop­ pen boven het al opschietende gras. In tegenstelling tot het stille bos, waar een enkele fitis en zwartkoptuinfluiter de eerste aarzelende liedjes laten horen, is het voor­ jaar rondom het grote meer duidelijk losge­ broken. Duizenden kokmeeuwen ruziën luidruchtig op het flamingo-eiland en gaan af en toe massaal op de wieken, waardoor het lijkt of er een sneeuwstorm nadert. Een aantal aalscholvers heeft de bomen waarin ze nestelen met hun bijtende ontlasting al gedood.

PRAKTISCHE INFORMATIE

Het Zwillbrocker Venn is 157 ha groot en maakt onderdeel uit van het Natura 2000-netwerk. Er broeden meerdere soorten flamingo’s en het is de meest noordelijk gelegen broedkolonie van deze vogels. Ook de kokmeeuwen vestigen er een record. De kolonie met meer dan tienduizend broedparen is de grootste van Duitsland. Hoe er te komen? Zwillbrock is niet met het Nederlandse openbaar vervoer te bereiken. De dichtstbijzijnde bushalte is in het vijf kilometer westelijke Groenlo.

Grenspaal met het wapen van het bisdom Münster.

Wandeling De wandeling rond de plas bedraagt zes kilometer. Het onverharde voetpad moet gedeeld worden met fietsers. Horeca bij de kerk in Zwillbrock. Bij een van de vogelkijkhutten is een kiosk met wc. Even ten noorden van het natuurgebiedje bevindt zich het Biologische Station.

Flamingo’s Ze zijn er echt, de flamingo’s. Het blijft een ongewoon gezicht om onder een grijze noordelijke hemel in kil water vogels te zien waden die associaties oproepen met het Zwitserlevengevoel: azuren hemels, palm­ bomen en zinderende zon. Sinds de uit gevangenschap gevluchte vogels de plas hebben uitgekozen, is hun aantal gestaag toegenomen en zijn de tropisch aandoende reuzevogels het visitekaartje van het ­Naturschutzgebied Zwillbrock. Langzaam en statig zeven de flamingo’s het water op zoek naar kreeftjes en andere waterdiertjes. Over een paar weken zullen ze de eerste nesten gaan bouwen op het fla­ mingo-eiland. In elk nest komt dan een ei. In het verleden veroorzaakten vossen grote schade onder de broedende vogels, maar het schrikdraad aan de oostkant van het kale eilandje voorkomt dat nu. Het eiland is ook goed afgeschermd tegen wandelaars, maar niettemin zijn de flamingo’s goed te zien met de kijker, tot ver in de herfst. Daarna vertrekken de langpotige vogels naar het deltagebied in zuidwest Nederland om er te overwinteren. Zwillbrocker Venn. 2-2017  Wandelmagazine  17


Duitsland

Tekst & foto’s Wouter van de Vegt

Mecklenburg-Vorpommern

Nationaal Park Die Müritz Wasberen en andere honden Landschap bij de Rederang See.

In het noordoosten van Duitsland ligt het door ijstijden gevormde Mecklenburgse merenplateau. Meren schitteren er als diepblauwe ogen in het landschap. Dorpen met straten van kinderhoofdjes dromen te midden van golvende akkers, waar de rumoerige hartslag van de moderne tijd plaatsmaakt voor spechtgeroffel en trompetterende kraanvogels. Het mooie Nationaal Park Die Müritz is een internationaal befaamd vogelgebied.

H

et dorp Godow ligt nog in diepe slaap. Een dichte ochtendmist brengt het landschap terug tot een vervaagde zwart-wit foto: grijs met vage lijnen van heuvels en kale bomen. Af en toe trekt de nevel even op om ons een kijkje op het gol-

18  Wandelmagazine  2-2017

vende land te gunnen en om vlakbij grazende reeën de stuipen op het lijf te jagen. Een schim van een vos; het aarzelende gezang van een paapje. Ver weg en nauwelijks te zien bewegende grijze vlekken in zwart: voedsel zoekende kraanvogels in een pas omgeploegd veld. Vlak voor Federow, de officiële toegang tot

Nationaal Park Die Müritz, geeft de steeds dunner wordende mist de ongelijke strijd met de zon op en wordt de scheve schoorsteen van de al generaties leegstaande en verbrokkelde jeneverfabriek in een prachtig strijklicht gezet. In het recent geopende bezoekerscentrum, waar een groep slaperige toeristen in afwachting van hun huurfietsen achter de koffie zit, slaat plotseling de verwarring toe. Een visarend. Buiten gekomen zien ze nog net hoe een visarend met een enorme vis op zijn nest op een nabijgelegen hoogspanningsmast landt. Al gauw verstommen de geluiden van het wakker wordontwakende Federow, als we door een uitgestrekte bos worden opgeslokt. Slechts het getik van dauwdruppels, het zwakke ruisen van bomen. In een beuk beweegt iets. Een zwarte specht met zijn ivoren dolk kijkt nieuwsgierig uit een holte en vliegt luid lachend weg. In het beboste moeras langs de oostelijke oevers van het Müritzmeer is het voorjaar losgebarsten.


Zwarte specht.

Het golvende landschap bij Godow. Haas.

Tussen riet en galigaan klinkt het geheimzinnige gehoemp van roerdompen. Een watersnip haalt al mekkerend halsbrekende toeren uit. Af en toe begint een oorverdovend kikkerconcert. Een dode wasbeerhond wordt langzaam het moeras ingetrokken. In een vochtig grasland met oude, knoestige eiken voert een groep kraanvogels een indrukwekkend ballet op. Ze gaan pas op de wieken als er twee zeearenden overvliegen. Water en wijn Na de Tweede Wereldoorlog werd ongeveer 700.000 hectare spaarzaam bewoond gebied in Mecklenburg-Vorpommern en deels ook Brandenburg door de toenmalige DDR voor het publiek gesloten en tot militair oefengebied verklaard. De wildrijkste zones, waaronder de Müritz, werden staatsjachtgebieden, waar hoge partijfunc­ tionarissen dure jachtpaleizen neerzetten om er geriefelijk naar hartenlust te kunnen knallen. Tot de Muur viel, in 1989. Op één van die hectische dagen die volgden, keerde pastor Sigurd Havemann na een bezoek aan het stadje Waren huiswaarts. Bij het zien van al die gehate verbodsborden langs de weg, ontstak hij in

grote woede en reed met zijn autootje ­vastbesloten het afgesloten jachtgebied van Erich Honecker in, die als leider van de communistische Communistische partij Partij voor maar liefst veertig miljoen mark een landhuis aan de oevers van de Drewitzer See had laten bouwen. Het was het startsein voor een vreemd soort volksuitje. Onder het motto “Laat ons Honecker bezoeken” trokken duizenden bezoekers het voor hen altijd gesloten gebleven natuurgebied in om zich te vergapen aan het peperdure landhuis. Sie haben Wasser gepredigt und Wein getrunken, verzuchtten sommigen. Een andere partijbons, Willy Stoph, voorzitter van de DDR-ministerraad, had dertig kilometer oostelijker een optrekje midden in de Müritz. Nu zijn de sporen ervan vrijwel uitgewist. Een ­verhoging in het veen tussen de Rederang See en de Specker See met wat oude fruit­ bomen en twee stroken asfalt zijn de laatste stille getuigen. Ironisch is het wel: het allerlaatste besluit van de ministerraad der DDR op 12 september 1990 was alle militaire oefengebieden en jachtreservaten bij wet tot natuurreservaat te verklaren. Later zou de laatste president van de DDR opmerken dat maar

één besluit van zijn kabinet de tand des tijds heeft doorstaan: het nationale parkprogramma. Wasberen en wolven Maar niet iedereen is even gelukkig met het feit dat Die Müritz wel erg rijkelijk bedeeld is wat flora en fauna betreft. Een gesprek met de uitbaatster van het eenzaam gelegen hotel Kranichrast maakt dat duidelijk. Dus besluiten we de plek waar zich een ­wasbeermoeder met jongen ophoudt maar niet prijs te geven. Wasberen zijn er niet geliefd, ondanks hun hoge aaibaarheidsfactor. Niets is veilig voor de grijphandjes van deze nachtdieren. “Aardbeien, bessen en fruit verdwijnen en groenten oogsten is er niet meer bij”, klaagt zij. “En dan krijgen we ook nog regelmatig ongewenst bezoek van wasbeerhonden en vossen. Maar ja, jagen is hier ten strengste verboden.” Zo helpt zij ons uit de droom over de Müritz als een natuurparadijs voor de plaatselijke bevolking. De tekst “No wolf”, die af en toe op muren en schuttingen te lezen valt, berust ook niet op een sprookje. Er leven wel degelijk wolven in de Müritz, al minstens 15 vijftien jaar. Van de lichte paniek die in Nederland 2-2017  Wandelmagazine  19


Duitsland

Moerasbos bij de Rederang See.

PRAKTISCHE INFORMATIE

Hoe er te komen? Nationaal Park Müritz is via Hamburg of Berlijn met de trein bereikbaar. Uitstappen in Waren. Auto’s zijn in het park niet toegestaan. Wandelen De Müritz bezit een uitgebreid netwerk van gemarkeerde wandelpaden. • Heinrich Schliemann Wanderweg – voert langs plaatsen van de jeugd van de ontdekker van Troje, 13 km, routefolder te downloaden via: www.schliemann-museum.de • Müritz-rondwandeling – goed gemarkeerde route van een kleine 200 km. Onze tip • Heinrich Schliemann Museum (www.schliemann-museum.de) in het dorpje Ankershagen. • Bij de Redanger See overnachten eind oktober duizenden kraanvogels. Kaarten Kompass WK 853 Müritz-Nationalpark–Westlicher Teil, Plauer See, 1:50.000, ISBN 9783854917342

20  Wandelmagazine  2-2017

­ itbrak bij de komst van de eerste wolf – u VVD-kamerlid Johan Houwers wilde alweer tot afschieten overgaan – is in Duitsland overigens weinig sprake. Daar is men allang gewend aan de wolf. De minister van milieu van de deelstaat Brandenburg, Anita Fack van Die Linke, riep een jaar of wat geleden op het sprookje Roodkapje te herschrijven. Wolven zijn veel aardiger dan je denkt. Ze eten braaf herten en wilde zwijnen en worden slechts sporadisch betrapt op het verschalken van een schaap of een kip. Overdreven dus, die angst voor deze schuwe dieren. Tegelijkertijd bereidt Duitsland zich voor op de komst van veel meer wolven. In 2016 werden er alleen al in Brandenburg 52 welpen geteld. Boeren kunnen nu schadeloos worden gesteld bij schade die wordt veroorzaakt door deze roofdieren. Er is een subsidieregeling voor betere omheiningen. De wolf schept in Duitsland zelfs banen. Plannen voor een beter beheer van de wolf worden uitgewerkt en onderzoeksinstituten moeten extra mensen aantrekken om deze voorouders van de hond te kunnen bestuderen. Niet afschieten, maar koesteren.

Accommodatie In ruime mate te vinden in de dorpen rondom het park. • Pension Gaststätte Die Bunte Kuh (www.diebuntekuh.com) in Federow heeft een Nederlandse eigenaar en verhuurt, evenals het aanpalende bezoekerscentrum, fietsen. • Nationalpark Hotel Kranichrast (www.nationalparkhotel-­ kranichrast.de) in Schwarzenhof ligt prachtig midden in het natuurgebied. Er zijn fietsen te huur. Bronnen De wolf sluipt almaar naderbij, Antoine Verbij (Trouw, 11 juli 2013).


Duitsland

Tekst & foto’s Hans Huijboom

Nordrhein-Westfalen

Weekendje weg in Emmerich

De Rijnpromenade in Emmerich.

Sinds kort is Emmerich, net over de grens, makkelijk met de trein vanuit Arnhem bereikbaar. Begin mei gingen mijn vrouw en ik eens kijken naar de wandelmogelijkheden bij deze Stadt am Rhein. Vaak was al de bosrijke omgeving van het nabijgelegen Elten en ’s Heerenberg het doel van wandelen fietstochten, maar het lage land langs de Rijn voor Lobith nog niet.

O

m er te komen moest de ov-minnende wandelaar jarenlang gebruik maken van de bus vanuit Nijmegen. Het slechts tien kilometer over de grens bij Zevenaar gelegen Emmerich had wel een station, maar geen treinverbinding van en naar Nederland. Nu wel dus. Wil je zo snel mogelijk buiten de stad zijn, dan is het aan te bevelen vanuit station Emmerich naar rechts te gaan en na de Bahnhofstraße en Ostwall, naar rechts af te slaan, vervolgens naar links, en dan via de Gerhard Stormstraße en Nollenburgerweg uit te komen bij ‘Am Busch’, de naam zegt het al. We zijn in de buurt van een bos­ gebied. Als we rechts de Borgheeser weg inslaan, doemen weldra de bomen op. Schuin naar links voert hier een Eichenal­lee

in de richting van een klein kasteel, Borghees, vroeger een klooster voor adellijke dames, nu een ruitercentrum met ­rijschool en stallen. Eromheen ligt een g­ olfterrein. Zowel bij de manege als bij het golfterrein kan je koffie drinken. Inmiddels volgen we de Hüthumerweg, dan de Abergsweg. Schuin links is dan het zicht vrij op de Eltenberg met de kerktoren van Hochelten. Het is hier onder de bomen en aan de rand van een koolzaadveld één gekwinkeleer van vogels. De markering op bomen en telegraafpalen van de A1 is al een tijdje onze gids. Gelderse Poort Als we deze markering verder in zuidwestelijke richting volgen, komen we na een oversteek over de drukke Eltenerstraße en onder het spoor door in het gebied van de

uiterwaarden van de Rijn. Vanaf de hoge rivierdijk hebben we hier een goed zicht op het natuurgebied van de Emmericher Ward en naar links op het dorpje Hüthum met zijn ranke torenspits. Rechts achteraan zien we een heuvel: de Kleverberg, links de Eltenberg. Het kost zo weinig moeite je voor te stellen dat de Rijn eeuwen geleden tussen deze twee hoogten eigenlijk één aaneenschakeling was van stroomgeulen, moerassen en poelen. Het gebied is daarom ook wel aangeduid als de Gelderse Poort. Recht voor ons doemen na een tijdje de 77 meter hoge pylonen van de Rijnbrug en de torens (een stompe en een spitse) van Emmerich op. De entree van het rivierstadje is ietwat ingewikkeld, maar je kunt eigenlijk niet verkeerd lopen, als je de markeringen volgt en de blik op de torens gericht houdt. Via de Steintor komen we 2-2017  Wandelmagazine  21


Duitsland

Langs de dijk bij Dornick. De Eltenberg.

Kasteel Borghees.

PRAKTISCHE INFORMATIE Hoe er te komen? Vanuit Arnhem elk uur een trein van Abellio/NS. Vanuit Nijmegen bus 58. Kaart Kummerly+Frey Outdoorkarte Niederrhein Kleve-Wesel, 1:50.000 Horeca & accommodatie • Borghees: de manege en het golfterrein • Emmerich: verscheidene mogelijk­heden. Emmerich heeft een aantal hotels, zodat het overnachten geen probleem is. Je kan bijvoorbeeld slapen in Hotel Stadt Emmerich, vlakbij het station. • Millingen: Landcafé Fischer

22  Wandelmagazine  2-2017

op de Rijnpromenade uit, een breed ­wandel- en fietspad hoog boven de stroom. Hier zijn ook tal van horecagelegenheden gevestigd, waar wij na de plusminus veertien kilometer van deze eerste dag iets ­drinken en (in café-restaurant Hof van ­Holland) zelfs ook bitterballen eten. Het centrum van Emmerich is niet erg de moeite waard. De Tweede Wereldoorlog heeft hier zijn sporen achtergelaten. De Alter Markt doet nu niet meer oud aan. De oudste kerk is de Aldegundiskerk, met een achtkantige toren naar voorbeeld van de Utrechtse Dom. Uiterwaarden Op onze tweede dag kiezen we ervoor om het thema rivier en uiterwaarden en alles wat daarmee te maken heeft, verder te beleven. We moeten daartoe eerst helaas ruim een kilometer langs de Reeserstraße, voordat we, dit keer de wandelroute X1 volgend, rechtsaf de Deichstraße inslaan richting rivier. Na een bocht naar links lopen we weer op een hoge rivierdijk, eerst geasfalteerd, later over de dijkkruin met alleen gras. Heel goed is te zien hoe de Rijn hier allerlei wielen heeft achtergelaten, gevolg van grotere en kleinere dijkdoor­ braken. Nu zijn het natuurgebieden, een geschikte habitat voor weide- en water­ vogels.

Naar links en rechts hebben we nu een goed uitzicht op het land. Uiterwaarden, met boomgroepen, koeien, op de dijk soms schapen. Rivierdorpen Recht voor ons een dorpje, Dornick, nogal vooruitgeschoven, er is een picknicktafel en een infopaneel. Van de laatste vinden we er trouwens op dit hele stuk vrij veel, meer dan gisteren. Uitvoerig wordt de voorbijganger duidelijk gemaakt welke flora en fauna in deze gebieden voorkomt, hoe de Rijn hier vroeger liep, enzovoort. Na de dorpen Steeg en Praest voert de wandeling alleen nog maar over de hoge grasdijk. Af en toe moeten we onderlangs omdat de boer voor zijn schapen een stuk dijkkruin heeft afgezet. Hier is heel goed een oude rivierbocht te zien, de Bienener Altrhein, omzoomd door rietkragen en boomrijen. Een buizerd klapwiekt in de verte met zijn luie vleugelslag, dichterbij zien we een kwikstaartje langs fladderen. In de verte het dorpje Bienen, waar de X1 ons ook nog naar toe wil hebben. Wij kiezen ervoor af te steken naar Millingen en daar in een Landcafé iets te nuttigen en vervolgens op de trein stappen, terug naar Arnhem. Er zit ook vandaag weer ongeveer vijftien kilometer op. Een afwisselende wandeltweedaagse!


Self Catering Holiday Cottages in South Devon

www.hopebarton.co.uk

+44(0)1548 561393

Wandelmagazine: Het vertrekpunt voor iedere wandelaar 1 JAAR WANDELMAGAZINE (4 NRS) VOOR SLECHTS € 28,50 € 21,50 + CADEAUS! www.wandelmagazine.nu/abonnement

2-2017  Wandelmagazine  23


Tekst Bert Stok Foto’s Hans Farjon

Nederland

Amsterdamse Bijlmer

Het groen, niet het beton Ma Aisa, hoofd van alle winti.

De Bijlmer, ooit geprezen als de Stad van de Toekomst, kende veel problemen. Na een kwart eeuw begon de sloop, maar Amsterdam Zuidoost is geen doorsnee wijk geworden. Tussen de laagbouw waart nog steeds de geest rond van Siegfried Nassuth, de ontwerper van de betonnen stad in het groen.

E

r was een tijd dat het ontwerp van Nassuth tot in het Hoge Noorden werd bewonderd. Bij architect Kai Nousiainen hing de plattegrond van de Bijlmer aan de muur van zijn architectenbureau in Oulo, een Finse stad waar ik als stagiair werkte. Het patroon van de honingraatflats, de zeshoekige flatgebouwen van elf verdiepingen, zag er van boven best aardig uit. Maar wat de architect vooral enthousiast maakte, was dat al die flats midden in het groen stonden. Bouwen in de natuur, daar lusten ze in Finland wel pap van. “Schiet de bouw een beetje op”, vroeg Nousiainen, terwijl hij met zijn aan-

24  Wandelmagazine  2-2017

wijsstok liefdevol over de plattegrond gleed. Ik wist het niet. Het was 1972, de Bijlmer kende ik vooral van Blue movie, een populaire bioscoopfilm met voor die tijd heel veel seks. Je keek er in één van de scenes door de ramen van een galerijflat, terwijl binnen in de hoogbouw wilde seks werd bedreven. Begin jaren negentig ging ik in de Bijlmer, inmiddels berucht en gevreesd, Nederlandse les geven aan volwassenen. Ik trof louter brave mensen op school. Mijn Ghanese studentes zagen er op zondag prachtig uit. In felgekleurde gewaden liepen ze trots door het groen naar de kerk. Elders in de Bijlmer zag je de ellende van heroïne- en

cocaïnegebruik, maar een stuk minder dan voorheen verzekerden mijn collega’s mij. De Bijlmer, omgedoopt tot het neutrale Zuidoost, beleefde volgens hen zijn tweede jeugd. De leegstand werd minder. Toch beukte de sloopkogel de eerste gaten in het ‘woonparadijs’. De hoogbouw moest ­wijken, bewoners verzopen in de grootschaligheid, was het oordeel. Nu, een halve eeuw na het slaan van de eerste heipaal, is Zuidoost een mix van laag- en hoogbouw. Een stadsdeel waar het goed wonen is, zoals in zoveel andere nieuwbouwwijken. Maar toch, wie naar Zuidoost gaat, stapt een andere wereld binnen, een wereld waar je etensgeuren opsnuift uit alle windstreken. Een stadsdeel anders is door wat rest van Nassuths ­erfenis, een nalatenschap waar de Bijlmer Believers over waken. Erfgoed Het is lekker weer, de mensen komen naar buiten. Naar de Bijlmer ga je als het zonnetje schijnt. Op de markt bij Ganzenhof staan de dozen met Ghanese yam hoog opgestapeld. Met mijn wandelmaatje Hans


zijn we op zoek naar de flat Kleiberg. Woningbouwvereniging Rochdale wilde deze honingraatflat slopen, maar zette het gebouw uiteindelijk voor één euro te koop. Een groep enthousiastelingen richtte een consortium op om het erfgoed te behouden. “Kleiberg ligt daar bij Ma Aisa, je kunt het niet missen”, wijst een vriendelijke man. En ja, achter het rondborstige beeld van Moeder Aarde zigzagt een flatgebouw door het groen. Een paar mensen zitten buiten in het gras bij openstaande ramen. Een man duwt een glimmende motor de voordeur uit. Hij neemt nog even zijn zwarte helm van het hoofd voor een praatje.

“ Kleiberg ligt daar bij Ma Aisa, je kunt het niet missen” De motorrijder is jong, een jaar of vijfentwintig en blij met zijn appartement. Het casco werd gerenoveerd en de afzonderlijke appartementen verkocht vanaf 66.000 euro. “Ik heb het zelf ingericht helemaal zoals ik het wil. Buiten lijken alle huizen hetzelfde, maar binnen is het overal anders.” Of er nog klushuizen te koop zijn, vragen we. “Nee, allemaal verkocht.” Hij koos voor een benedenhuis vanwege zijn motor. ‘De Stad van de Toekomst’ verrees in een droogmakerij uit 1623 en zou plaats gaan bieden aan honderdduizend inwoners. Licht, lucht en ruimte was het parool. Ruime woningen moesten er gebouwd worden met uitzicht over het groen. Een woonparadijs waar je geen last mocht hebben van auto’s; die bleven hoog op de dreven ver van de huizen. Vrij baan ook voor de wandelaars en fietsers die in de jaren van ongebreidelde groei van het autopark vaak het haasje waren. Maar aan de automobilist werd ook gedacht: kruisingen mochten niet worden aangelegd. Alleen T-splitsingen, die waren veiliger. Bij het slaan van de eerste paal hield burgemeester Van Hall een bevlogen toespraak. Hij vergeleek de Bijlmer met de grachtengordel: “Wat onze voorouders in de zeventiende en achttiende eeuw deden was groots, wat wij bouwen zal het nageslacht eveneens als groots kunnen ervaren en beleven.” Eberhart van der Laan, de huidige burgemees-

Zaterdagmarkt op Ganzenhoef.

Vrij baan voor laagbouw.

ter, leest het citaat voor met een glimlach. Hij had het wel mooi gevonden als de droom van zijn voorganger was uitgekomen: minder toeristen in de overvolle binnenstad. Met deze vrolijke noot sluit van der Laan zijn praatje af. Dat was een paar weken terug bij de presentatie van De betonnen droom, een boek van Daan Dekker. De auteur schreef een

meeslepend verhaal over de geschiedenis van de wijk. Dekker besteedt uitgebreid aandacht aan de problemen van de Bijlmer, maar vatte ook sympathie op voor de wijk en haar ontwerper Siegfried Nassuth. Harmen, de zoon van Siegfried, was ook aanwezig op de boekpresentatie. Hij herinnert zich nog hoe hij als jongetje met zijn vader meeging naar een enorme zandvlakte. 2-2017  Wandelmagazine  25


Nederland

Moestuin bij Gravenstein.

Een idee over wat daar gebeurde, had hij niet. Pas toen zijn vader in 1998 de oeuvreprijs kreeg van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst besefte hij dat op die zandvlakte iets ­bijzonders was verricht. Het groen In de ban van Dekkers boek zoeken we verder naar de sporen van de bouwmeester. Bij Taibah, de witte moskee van de Bijlmer, nemen we de roltrap omhoog naar station Kraaiennest. Vanaf daar kijken we uit over een betonnen viaduct waar de metro hoog boven het groen zoeft. Aan beide zijden van de zweefbaan staan op ruime afstand de oude Bijlmerflats nog fier overeind. Auto’s In de voormalige parkeergarage is nu World of Food gevestigd.

26  Wandelmagazine  2-2017

rijden er niet, het is groen rondom de hoogbouw. Het oogt allesbehalve vertrouwd. Is dit Nederland? We hebben het opwindende gevoel ergens ver weg in een ander land te zijn. Een gevoel dat wordt versterkt door het beeld van Moeder Aarde en de witte moskee. Dit is een plek waar we dicht op de huid van Nassuth zitten. De honingraatbewoners kunnen vanuit de lift zo het groen in stappen zoals de eigenzinnige stedenbouwkundige had gewild. Tussen de bomen en de struiken zouden ze de vrijheid kunnen ervaren die hij als jongetje zelf had beleefd in Nederlands-Indië. Daar in Buitenzorg trok hij in de weekeinden met zijn padvindervriendjes door het oerwoud over de hellingen van de vulkaan Gunung Salak. De bomen en struiken deden het goed op het opgespoten land van de Bijlmermeer, maar uit veiligheidsoverwegingen werd flink gekapt in de ‘jungle’. Je wandelt er nu langs waterpartijen over uitgestrekte grasvelden met keurige boompartijen, meer een park dan een jungle. Met het groen, de essentie van het stedenbouwkundige ontwerp, mochten Nassuth en zijn team zich niet bemoeien. De afdeling Groenvoorziening eiste de verantwoordelijkheid op voor de inrichting van de hoven. Dat was niet de enige teleurstelling die Nassuth moest verwerken. Ook werd er fors bezuinigd op zijn oorspronkelijke ontwerp: minder liften, langere galerijen en meer verdiepingen. Zuidoost heeft één hof waar alle zes de segmenten van een honingraat zijn behouden. Helemaal origineel is het niet, er staan Anton de Komplein.


Oeverlandschap.

auto’s en de begane grondlaag met ­berg­ingen is omgetoverd tot een monumentale plint. Bij de moestuintjes zit een bejaarde man in het zonnetje. Hij kwam hier in 1972 vanuit Suriname wonen. “Mooi ruim waren de woningen. Een metro was er niet. Je moest met de bus naar Amsterdam.” Zijn flat heette toen Gliphoeve I. “En die daar Gliphoeve II”, wijst hij. Ze werden in de jaren tachtig geassocieerd met drugs en leegstand. De honingraat werd gerenoveerd. Gliphoeve I werd Geldershoofd en Gliphoeve II omgedoopt tot Gravestein. Hij woont er met ­plezier en nee, hij heeft geen moestuintje. “Ik krijg groente als de buren wat over ­hebben. Ik zie jullie wel”, groet de verstokte Bijlmer Believer als we verder lopen. Dominosteentjes Langs oogverblindende laagbouw, de gevels bedekt met aluminium, lopen we naar het beeld van Anton de Kom. De Surinaamse vrijheidsstrijder staat in het hart van Zuid-

Bij de moestuintjes zit een bejaarde man in het zonnetje oost bij het stadskantoor bovenaan een fraaie trappartij. Van de flatgebouwen die hier in het centrum stonden, mocht van elke flat een klein stukje blijven staan. Ze steken als dominosteentjes boven de laagbouw uit. De robuuste balkonbalustrades zijn vervangen door matglas. Dat past goed bij de filosofie van licht, lucht, en ruimte, vinden wij. Misschien dat Nassuth het ook wel oké had gevonden. Bij de felgekleurde winkelpanden aan de voet van de Johan Cruijff Arena stappen we op de fiets en rijden terug naar Amsterdam, sorry het centrum van Amsterdam, een kleine tien kilometer. Langs de Weespertrekvaart staan de bezemwagentjes van de gemeente in een parkeergarage die lijkt op

PRAKTISCHE INFORMATIE

Hoe er te komen? • Station Bijlmer: metrolijn 54 van Amsterdam Centraal Station of metrolijn 50 van Station Sloterdijk richting Gein. • Station Kraaiennest: metrolijn 53 van Amsterdam Centraal Station richting Gaasperplas. Route Voor wandeling van station Bijlmer ArenA naar Kraaiennest zie: www.hansfarjon.nl/bijlmer50jaar

de garages waar de Bijlmer ooit vol mee stond. Zou deze parkeergarage daar zijn gesloopt en hier weer opgebouwd? “Ik zou het niet weten, dat ding staat er al zo lang”, zegt de portier, terwijl hij op de knop van de slagboom drukt. Eerder aten we Thaise kippensoep bij Develstein in World of Food, een van de weinige garages die bleef bestaan, een gezellige ontmoetingsplek met exotische hapjes en gerechten. We fietsen verder en praten over De Stad van de Toekomst. We missen stedenbouwkundigen met een gedurfde visie zoals Nassuth. Maar mocht een utopist ooit weer een kans krijgen, laat hem of haar dan geen stad voor honderdduizend inwoners ontwerpen. Hou het een beetje behapbaar.

Markten in Zuidoost • Anton de Komplein: maandag, woensdag en vrijdag. • Kraaiennest: dinsdag. • Ganzenhof: zaterdag. Kaarten • Architectuurkaart Amsterdam Zuidoost, ARCAM, ISBN 9789076863689, bestellen via: Arcam@arcam.nl Leestip De Betonnen Droom – De biografie van de Bijlmer en zijn eigenzinnige bouwmeester, Daan Dekker, Uitgeverij Thomas Rap, ISBN 9789400404731, € 19,99

2-2017  Wandelmagazine  27


Tekst & foto’s Marcia van Bijnen

Nederland

Overijssel

Tussen de coulissen van het

Sallandpad Een rustig pad voert naar De Haere.

Bij Salland denk je al gauw Heuvelrug, maar de streek is zo veel meer. Dat werd al gauw duidelijk toen ik afgelopen nazomer voor Wandelmagazine twee trajecten van het Sallandpad liep door het weelderige coulisselandschap boven Deventer en langs die prachtige IJssel.

W

anneer we het park Nieuw Rande via de lange oprijlaan uitloo pen ontvouwt zich een licht golvend weideo landschap, dat omzoomd wordt door bomenpartijen als coulissen. Dan wordt onze aandacht afgeo leid: we zien enkele potige kerels in camouflagepakken ‘onopvallend’ tussen de bomen en het struweel sluipen. Grote kerels die verstoppertje spelen, seriously? Jazeker, meermaals wordt ons de pas afgeo sneden door mannen in wendbare autoo tjes wiens taak het is de sluiperds – blijko baar rekenen ze ons daartoe – ‘in te rekenen’. Dit is vossenjacht XL. Pfff, ik wil van m’n wandeling genieten en dus schieo ten we ter hoogte van een rietgedekte boeo renhuis met 1746 op de gevel een stil

28  Wandelmagazine  2-2017

­ ronkelpad in dat uitkomt bij een wit lando k huis: Huis De Haere. Er is al in 1329 sprake van een boerderij, maar de aanzet tot het landhuis dateert van 1559 wanneer het in handen van lokale adel overgaat. De gracht komt er omstreeks 1778. De nep­ ruïne (een ‘folly’) verderop in de parktuin is zo’n typische negentiende-eeuwse romantisering van de toenmalige bewoner. Tegenwoordig houdt de stichting IJsselo landschap er kantoor. IJssellinie De spoorwegovergang verderop heeft bijo zonder gezelschap: ingegraven tanks die onderdeel uitmaakten van de IJssellinie, de zoveelste (en laatste) fysieke verdedigings­ linie die Nederland in de jaren vijftig en zestig aanlegde tegen mogelijke invallen van ‘Ivan’. De hoofdrol was daarin voor de

IJssel weggelegd; er zijn nog vele sporen van te vinden aan weerszijden van de rivier. Natuurlijk moet Frits op zo’n ingegraven tank klimmen, boys will be boys. Eenmaal over het spoor voert de lommero rijke Diepenveense weg regelrecht naar de volgende parel van een buitenplaats, met omgrachting en monumentale tuin en al. “Groot” staat op de linker natuurstenen pilaar van het achttiende-eeuwse toegangso hek, “Hoenlo” op de rechter. Dat staat er overigens pas sinds 1986 op. Een knalo blauwe werkkeet verhindert dat ik een mooie overzichtsfoto maak maar laat volo doende blikveld dat ik kan zien hoe goed onderhouden huis en tuin erbij staan. ­Vermoedelijk is het huis in de achttiende eeuw ontstaan door een oude spieker te vergroten. Aan de zij- en achtergevel zijn nog sporen van oudere bouw herkenbaar, maar het voorhuis is een uitbreiding uit 1897. In 1986–1989 volgden nieuwe aano passingen, zoals dat nu eenmaal ging en gaat. Ik zou graag het historische stucwerk in Lodewijk XVI-stijl en het geschilderde behang uit 1729 willen bewonderen, maar ik kan niet binnen kijken, want het huis is tegenwoordig opgedeeld in appartementen en is dus bewoond.


Avond over de IJssel.

Aan de overkant van de weg, verscholen achter het lover, merk ik een wit neoclaso sicistisch huis op: Klein Hoenlo, oftewel het ‘weduwehuis’, in feite een verbouwde oude boerderij. Als je goed kijkt, zie je er nog elementen van. Wanneer we linksaf draaien, richting Olst, ontdek ik een boomo hut in de tuin van het weduwehuis, getooid met blauwgele luiken als een minilandhuis. Olst Eenmaal in Olst doemt een gotische kerk van on-dorpse afmetingen op. Oorspronkeo lijk gewijd aan St. Willibrord, is het godso huis sinds 1627 een hervormde kerk. De breeduitwaaierende onderbouw van de toren is echter romaans en dateert van de vroege dertiende eeuw. Diverse bouw- en herstelwerkzaamheden door de eeuwen heen hebben een proeflap van stijlen van de kerk gemaakt. Bij de laatste restauratie (1955-1957) zijn de netgewelven van het

De entree van Huis De Haere.

De Bökkers Mölle.

schip, die bij herstelwerk van 1861 het leven hadden gelaten, in ere hersteld en de sierlijke laatmiddeleeuwse plafondschildeo ringen van het koor aangevuld. Olst, hoog en droog gelegen op een stroomrug, heeft door haar ligging tussen Zwolle en Deventer duidelijk voorspoedige tijden gekend. Het historische dorpshart is gezellig en levendig. We geven onze ogen goed de kost en besluiten te pauzeren in de Bökkers Mölle, een ferme achtkante stelo lingmolen op de IJsseldijk. Aanvankelijk was het een oliemolen, maar in 1895 werd het een korenmolen; er zit een mooi graano pakhuis aan vast. En ín dat pakhuis wordt het heerlijkste brood verkocht, van meel dat door de zesde generatie Bökker wordt gemalen. In de ‘proeverij’ schuiven we aan voor een riante lunch. Eén ding is zeker, ze doen niet aan kleine porties, hier in dit ­IJsselland, tot groot genoegen van Frits. We vervolgen onze wandeling langs de dijko

voet. Net buiten het dorp ligt een droom van een boerderij met een mooie klokgevel, De Roze uit 1636. Gelukkig is dit rijksmoo nument niet sufgerenoveerd, maar heeft het dat verweerde uiterlijk dat je bij een kleine vierhonderd jaar oude boerderij hoopt aan te treffen. Fortmond & Duursche Waarden Langs de IJssel zijn enorme hoeveelheden rivierklei afgegraven om van die prachtige kleine stenen te bakken. Fortmond, aan de horizon, heeft zijn bestaan te danken aan twee steenfabrieken: het Haasje (1850) en Steenfabriek Fortmond (omstreeks 1880). De fabrieken zijn inmiddels gesloten; de achtergebleven kleiputten maken nu deel uit van natuurreservaat de Duursche Waaro den, een vogelrijk uiterwaardenlandschap van strangen, zompig ooibos en ruigtevegeo tatie, waar we verrukt doorheen lopen – hoe mooi kun je het hebben?

Groot Hoenlo. 2-2017  Wandelmagazine  29


Nederland

Ochtendnevels boven het Sallandse land.

Het is nu niet ver meer naar Wijhe. Ik wijs Frits op de oude boerderij links langs de weg. Toegegeven, wat onderhoud zou geen overbodige luxe zijn. Maar wat een mooio erd! “1618” prijkt op de gevel. Op dat moment komt net een man aanrijden, die zich voorstelt als de eigenaar van deze Rano kenberg en een verhaal over de bouwhistoo rie tegen me afsteekt. “Dat jaartal klopt niet helemaal, hoor, zoals het huis er nu bijstaat is ie grotendeels van eind negeno tiende eeuw. De erfindeling, de stal en de schuur zijn wel origineel. En ik heb pas geleden ontdekt dat de kelderbinten zelfs vijftiende-eeuws zijn!” Stralende ogen. Vako termen vliegen over en weer en op mijn vragende blik vertelt hij dat hij lessen in erfgoedbeheer geeft. Aha, vandaar. “Hebo ben jullie Groot Scherpenzeel gezien?”, vervolgt de man, terwijl hij achter ons wijst

Langs de Schipbeek bij Bathmen. 30  Wandelmagazine  2-2017

naar een grijs gepleisterde dwarshuisboero derij met trapgevel en een natuurstenen deuromlijsting. “Die is van 1640, een rijkso monument. Onze boerderij is een gemeeno telijk monument.” Na een klokgevel nu een trapgevel? Wat zijn dat voor grachtengoro delfratsen? Het moeten voorname boeren geweest zijn die dat graag wilden uitdragen. We nemen afscheid van de Rankenberg, die is in ieder geval in veilige handen. Patchwork-landschap Voor onze tweede wandeldag worden we in Okkenbroek afgezet, een niet al te opwino dend gehucht ten noordoosten van Deveno ter, dat in feite uit één lange straat bestaat. Het blijkt een dag van het boerenland te zijn. Geen landhuizen vandaag maar boso vlekken als ’t Oostermaat en grasland met schapen en paarden, veel paarden.

Boerderij De Roze.

Dan slaat de verwarring toe: de bordjes van het Sallandpad wijzen naar rechts, richting Bathmen, maar de routebeschrijving die ik meegekregen heb én Frits wijzen naar links, een lange halfverharde weg op. De belofte van verse soep in boerderij De Pothaar een eind verderop trekt me over de streep: linksaf wordt het, ook al is het een flinke slinger die we moeten maken om bij de achttiende-eeuwse boerderij te komen. Daar worden we ontvangen door Bertina, een nazaat van de eerste bewoners. In het achterhuis heeft ze een soort oudheidkamer ingericht, barstens vol gebruiksspullen en klederdrachten uit de omgeving en van de eigen familie. Mijn oog valt op een aantal kanten mutsen. Bruidskappen van haar eigen familie, legt Bertina me uit. De boero derij is van oudsher een begrip in de omgeo ving, want ook in vroeger tijden diende


De Pothaar als uitspanning voor schippers op de (Oude) Schipbeek. De Schipbeken We moeten eerst een eind over een asfalt­ weg en een verdwaalde pluk bungalows voordat we het fietspad opgaan dat ons naar de Oude Schipbeek zal leiden. Bij een hoge schutting buigt het fietspad met een scherpe bocht om een negentiende-eeuws buitenhuis heen. We mopperen, dat het vast stedelingen zijn die er nu wonen, want het is niks voor de streek om het vrije zicht zo te belemmeren. En dan zien we hem eindeo

lijk: de Oude Schipbeek, een laaglandbeek, die in de middeleeuwen al deels gekanalio seerd was en waarover met Enterse zompen (platbodems) goederen vervoerd werden tussen Bathmen en het Duitse achterland. Begin twintigste eeuw is een breder watero lint gegraven, de Schipbeek, om de grootste bocht af te snijden. Waar de oude beek oplost in de nieuwe steken we via een sluisje over naar de zuidoever en vervolgen over een mooie onverharde dijkkruin onze route. Dikke bomen accentueren de geboo gen lijn. Bij Bathmen steken we het water weer over

en pakken het smalle pad over de noordoeo ver. Maar we ruiken nu de stal. We hebben twintig kilometer in de benen met veel asfalt en vinden het welletjes. In het dorpshart is vast wel een café te vinden, dus verlaten we de beek en lopen de bebouwing in. Op het stille dorpsplein, aan de voet de vijftiende-eeuwse kerk, vino den we wat we zoeken: een glas koel, goudgeel gerstenat, gezellige dorpsjeugd en rust voor de benen.

PRAKTISCHE INFORMATIE

Het Sallandpad is een 130 kilometer lange, gevarieerde rondwandeling door de bossen van de Sallandse Heuvelrug, het coulisselandschap en de landgoederen rondom Raalte, Heino, Wijhe en Olst, de IJsseluiterwaarden en de stad Deventer. De route is gemarkeerd met blauwgroene bordjes en pijlen.

Sallandpad

Gelopen trajecten Je kunt het Sallandpad op elk gewenst punt beginnen. Handige beginpunten zijn de treinstations van Deventer, Olst, Wijhe, Holten en Raalte. Wij begonnen dag 1 iets buiten Deventer. Dag 2 was het gehucht Okkenbroek, verder oostwaarts, ons startpunt. • Diepenveen – Olst – Wijhe (17 km) • Okkenbroek – Bathmen (20 km) Accommodatie Er is legio accommodatie in alle soorten en maten. Kijk daarvoor op: www.sallandnatuurlijkgastvrij.nl/slapen/. Wij sliepen in de comfortabele B&B De Rozenhorst even buiten Wijhe (www.bedandbreakfast.nl/bed-andbreakfast-nl/wijhe/). Een andere tip is museumboerderij De Pothaar (www.depothaar.nl), die ook kamers en appartementen verhuurt. Kaarten •W andelkaart Salland, blad 5 Van IJssel tot en met Sallandse Heuvelrug, Wandelnetwerk Salland, 1:25.000. Met ingetekende wandelroutes en wandelknooppunten. Nadeel: door de dekkende kleurlijnen waarmee de wandelroutes zijn aangegeven, kun je niet zien over wat voor ondergrond zij lopen. Verkrijgbaar bij de VVV’s en toeristische infopunten (www.sallandnatuurlijkgastvrij.nl/Tourist-Info/) • Routeplanner (salland.gps.nl/wandelnetwerk.html). Bezoeken Informatiecentrum IJssel Den Nul (www.infocentrumijssel.nl) Meer weten? • www.sallandnatuurlijkgastvrij.nl • www.ijssellandschap.nl • www.ijssellinie.nl • www.kasteleninoverijssel.nl

2-2017  Wandelmagazine  31


UW ADVERTENTIE HIER? Wandeltweedaagsen Trek je wandelschoenen aan, ga er twee dagen tussenuit en overnacht in één van onze Nivon Natuurvriendenhuizen of Natuurkampeerterreinen!

Tijdschrift voor wandelaars

De Nivonhuizen en -terreinen liggen prachtig in het groen aan gemarkeerde streek- en langeafstandwandelpaden. Start en eindig de wandeling bij een OV-punt.

Bel of mail Klaartje Grol +31 (0)30-6933727 kgrol@virtumedia.nl

Kijk voor de routebeschrijving, kaart en boeking van de overnachting op:

nivon.nl/wandeltweedaagse

De lekkerste wandeltochten van Nederland en België 3 gangen, 2 restaurants, 1 prachtige omgeving

Keuze uit ruim 60 routes in Nederland en België

Altijd wel ergens bij u in de buurt!

Een dagje Happen en Stappen?

Kosten Ochtendarrangement

€ 21,95 p.p.

Middagarrangement

€ 27,95 p.p.

• Ontvangst met koffie en gebak • Eerste wandeletappe • Tussenstop met een smakelijk soepje • Tweede wandeletappe • Afsluiting met een lekker lunchgerecht (ochtend) of een heerlijk hoofdgerecht (middag)

Hiervoor krijgt u koffie met gebak, soep, een lekker lunchgerecht en de routebeschrijving.

Hiervoor krijgt u koffie met gebak, soep, een heerlijk hoofdgerecht en de routebeschrijving.

Boek veilig en snel op:

www.HappenEnStappen.nl

U bepaalt zelf uw startpunt en type arrangement (ochtend of middag).


Tekst Jan Erik Burger

Spoorleed Klagen over de spoorwegen. Dat doe je toch niet. Het heeft geen zin, weet ik al sinds twintig jaar, toen ik een krantrubriek had over de gebrekkige service in de luchtvaart en op de rails. In de luchtvaart is er veel verbeterd, de recente problemen op Schiphol daargelaten. En de prijzen zijn scherp gedaald. Maar met de NS is het zoals met het weer. Kwakkelen. Het kan vriezen, het kan dooien. We zijn eraan gewend. Maar toch. Na de mislukte hogesnelheidstrein Fyra was het treinverkeer met België zo ondermaats, dat velen van een bezoek afzagen of met de auto gingen. Sinds de nieuwe dienstregeling is de oude Beneluxlijn weer in ere hersteld, maar hij doet er langer over dan voorheen. Op het digitale spoorboekje staat een lokkertje. Je kunt van Amsterdam naar Rotterdam rijden met de quasi-hogesnelheidstrein ICD (intercity-direct). Dan win je een half uur volgens de dienstregeling. In Rotterdam heb je vijf minuten overstaptijd. Dat is buiten de intercity-direct gerekend, inmiddels bij spoorvrienden bekend onder de naam Intercity-defect. De trein vertrekt hetzij te laat uit Amsterdam, of helemaal niet, of komt om andere reden te laat in Rotterdam aan. Voor de reiziger naar de Maasstad maakt dat niet vaak zoveel uit. Hij is zes tot tien minuten te laat. Balen, want hij heeft daarvoor wel € 2,60 toeslag moeten betalen. Voor de Beneluxreiziger of de reiziger naar Dordrecht maakt het wel uit. De Beneluxreiziger moet een uur wachten, of een rondje station maken.

Nieuw station, wel zonder wachthuisjes op de perrons. Architectonisch hoogstandje, maar na vier keer heb ik het wel gezien. Voor het probleem zijn tenminste twee oplossingen. Als primitief denker lijkt mij de mooiste: laat de Beneluxtrein een paar minuten extra wachten. Twee of drie minuten. In buurland Duitsland kan het, maar bij ons is het vloeken in de ProRail-kerk. Targets komen dan in gevaar, bonussen blijven uit. Liever laat de zwaarbelaste topmanager de reiziger een uur wachten. Een andere oplossing is pr-matig oninteressant. En beeldvorming is heilig bij NS. Laat ik toch een poging doen. Een kwartier eerder dan de ICD vertrekt de hogesnelheidstrein naar Breda. Weliswaar wint de Beneluxreiziger nu maar een kwartier, maar met een internationaal biljet hoeft hij gelukkig geen toeslag te betalen. Toch een kwartier tijdwinst en genoeg overstaptijd in Rotterdam. Echter: deze optie staat niet in de digitale dienstregeling. In het oude spoorboekje kon je dit alternatief direct in de naastliggende kolom vinden, maar nu leer je slechts door ervaring. Vroeger was alles beter, verzucht u. Dan het goede nieuws. Nog dik een half jaar doorsukkelen, maar dan komt er – hoera, hoera – een nieuwe Beneluxtrein die van het hogesnelheidsnet gebruik gaat maken. Eureka. In vijf weken miste uw columnist vier keer de trein naar gelukkig Vlaanderen.Voor nadere informatie sprak hij Rover en voorlichting NS.

2-2017  Wandelmagazine  33


Tekst & foto’s Jan Erik Burger

CuraÇao

Curaçao

Wandelen in tropisch Nederland Waterfront van Punda.

Natuurlijk valt er te wandelen in kleurig Willemstad, de hoofdstad en haven van Curaçao. Maar wat heeft het eiland, zo groot als Texel, de wandelaar verder te bieden? Een zesdaags bezoek bleek te kort. Het noorden is een wandelparadijs, met lagunes, rotskusten en natuurgebieden. En ten zuiden van Willemstad wandelden we langs een voormalige zoutplantage.

W

ie aan Curaçao denkt, ziet de bekende waterkant van Willemstad voor zich. De drijvende Emmabrug over de Sint-Annabaai verbindt de historische stadsdelen Otrabanda en Punda met elkaar. Aan beide zijden prachtige pastelkleurige gevels. Een vanzelfsprekende cruisebestemming met een rijke geschiedenis. In 1634 veroverde de West-Indische Compagnie (WIC) het eiland. De Compagnie zag het strategische belang beter dan de Spanjaarden, die Curaçao en de naburige eilanden islas

34  Wandelmagazine  2-2017

­inutiles, nutteloze eilanden, noemden. De WIC was op zoek was naar een uitvalsbasis voor handel en kaapvaart. Curaçao lag gunstig ten opzichte van de Spaanse koloniën op het vasteland. Ook had het de beste havens in het Caraïbisch gebied. Daarnaast zocht de WIC naar geschikte zoutpannen. Na de verovering consolideerde de WIC haar aanspraken door fortificaties te bouwen. Omdat drinkwater van levensbelang was werd in 1634-’35 een fort gebouwd bij de waterbron aan de noordoostkant van de Sint Annabaai. In 1635-’36 werd begonnen met de bouw van Fort Amsterdam op

Punda. Vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw functioneerde het eiland als centrum voor de slavenhandel. Punda Het stadsdeel Punda is sinds de stichting aan een stuk door bewoond gebleven. Hier klopt het winkelhart van Willemstad. Het is de meest monumentale wijk met het gele Fort Amsterdam waar de regering zetelt. Achter het fort liggen aan het Wilhelmina­ plein de gebouwen van Justitie en de gouverneur van Curaçao, de vertegenwoordigster van de Koninkrijksregering. Niet ver daarvandaan ligt de oudste synagoge van


Pietermaai, nog wachtend op herstel.

de Nieuwe Wereld. Punda ligt op een smalle landtong die overgaat in de wijk ­ Pietermaai, die vroeger buiten de beschermende stadsmuur lag. In de naoorlogse jaren is de wijk steeds verder in verval geraakt en werd in de jaren negentig voornamelijk bewoond door armen, junks en hoeren. Veel huizen waren bijna ruïnes. Toen namen door een gelukkig toeval enkele inwijkelingen uit Nederland het ­initiatief om met opknappen te beginnen. We laten ze even aan het woord. “Veel dingen hier op het eiland komen zoals ze komen, dat overkwam ons ook een beetje”, aldus Anne-Marieke Holten en Wilfred Hendriks. Bevriende ondernemer Jan had een goedlopende juwelierszaak in het centrum van Punda. Anne-Marieke en Wilfred waren net gestart met een nieuw terrascafé, Pleincafé Wilhelmina, toen ze gepolst

Een opgeknapt huis in Pietermaai.

­ erden of ze een pand wilden overnemen w dat te koop stond in Pietermaai Smal. Wilfred: “Dat was de eerste keer dat we kennis maakten met de wijk. Pietermaai stond bekend als een verpauperde achterbuurt dus we kwamen er eigenlijk nooit. Maar het pand was fantastisch en we besloten er een studentenhuis van te maken.” “We zagen de enorme potentie in deze toen nog achtergestelde wijk. Niet lang daarna zijn we pandje voor pandje afgelopen om te informeren wat er allemaal te koop stond. Zo hebben we het nodige kunnen opkopen en zijn we begonnen met het opknappen van de buurt”, aldus Jan. Volgens hem vloeit bij hen alle drie de enorme drang om van niets toch iets te maken. “We hebben altijd heel snel het eindresultaat duidelijk voor ogen. De sfeer die er in een monumentale buurt als Pietermaai Smal hangt is

heel authentiek. Wij kennen dat soort sfeervolle buurtjes uit Europa, met gezellige steegjes, de oude bewoners en hun waslijn die links en rechts buiten hangt… Precies dat beeld en gevoel hadden wij hier voor ogen in Pietermaai.” In een van de aangekochte huizen begonnen ze café Mundo Bizarro. Tegenwoordig is Pietermaai een bloeiende wijk, waar mensen weer graag willen wonen. Goedkoop is dat allang niet meer. Verderop ligt Scharloo waar tot aan de komst van Shell naar het eiland de rijke mensen woonden in prachtige vrijstaande pastelkleurige ­villa’s met fraai gedetailleerde gevels. Voor het schoonhouden en onderhoud van deze huizen was veel (goedkoop) personeel een voorwaarde. De oliemaatschappij bood echter veel hogere salarissen, waardoor het huispersoneel wegliep. De bewoners

Drijvende markt aan het Waaigat.

2-2017  Wandelmagazine  35


CuraÇao

Oude, indrukwekkende kapokboom in Hofi Pastor.

Het is heerlijk lopen langs de lagune, maar verdwaal niet in het prikkelend cactus­woud, zoals mij overkwam v­ erhuisden naar nieuwe wijken met moderne huizen. Zo raakte Scharloo ernstig in v­ erval. Ook deze trend is gekeerd. Tegenwoordig huizen er ministeries en de Bank van Curaçao in Sint Maarten.

Ontmoeting met een leguaan. 36  Wandelmagazine  2-2017

Williwood Langs de weg naar Westpunt liggen de dorpen Sint Willibrordus en Barber. Van kilometers afstand zie je al de opvallende neogotische Sint-Willibrorduskerk uit 1888. Toko-café Williwood van uitbaatster Marfa Wawoe is het sociale middelpunt van het dorp. Met haar wandelde ik naar het ontmantelde landhuis Rif Sint Marie uit 1840


Naar de top van de Christoffelberg.

Westpunt.

aan de gelijknamige lagune. De benedenverdieping bevat een ruime keuken en een fraaie grote regenbak met daarnaast een badkamer met verzonken ligbad. Het ruime terras biedt een majestueus uitzicht over de baai van Sint Marie. Aan de westzijde van het huis staan twee pilaren, waartussen eertijds een slavenbel heeft gehangen. Door eigendomstwisten is het huis helaas ernstig in verval geraakt, vooral nadat de dakpannen met opzet verwijderd zijn. Het is heerlijk lopen langs de lagune, maar blijf op de paden om niet te verdwalen in het prikkelend cactuswoud, zoals mij overkwam. Hófi Pastor Aan de rand van het dorp Barber ligt een grote kerk met daarachter natuurpark Hófi Pastor, de boomgaard van pastoor Niewindt. Rond 1830 kocht de pastoor de boomgaard om er een klein kerkje te ­ ­stichten. In afwachting van de bouw hield Niewindt hier elke zondag een mis voor slaven. Dat lokale plantagehouders daar niet blij mee waren, mag helaas vanzelf

Landhuis Savonet.

spreken. De inmiddels verwilderde boomgaard is een fraai natuurgebied met de oudste kapokboom van het eiland. De ­eeuwenoude boom met wortels als muren is vooral in de breedte gegroeid. Door de Hófi lopen twee wandelroutes met een totale lengte van acht kilometer. De prachtige bomen met lianen als slingers bieden schaduw en verkoeling, ook aan kleurige zangvogels en aan dieren zoals leguanen.

Vaak werden de uit koraal opgetrokken landhuizen op de top van een heuvel gebouwd zodat het omringende land en de naburige villa’s goed in de gaten konden worden gehouden. De hoge zadeldaken waren bedekt met rode Nederlandse dakpannen, die regenwater naar stenen opslagbekkens leidden. Meer dan vijftig van deze koloniale huizen hebben de tand des tijds doorstaan. Ze zijn populair als woonplaats.

Landhuizen De zogenaamde landhuizen op Curaçao, waarvan de meeste in de achttiende en negentiende eeuw gebouwd, zijn voormalige plantagehuizen. Ooit telde het eiland meer dan honderd grote en kleine plantages. Niet zelden hebben zij hun naam geleend aan dorpen, zoals Pannekoek, Dokterstuin, Kenepa (Knip) of Brievengat. Het landhuis was het middelpunt van de plantage. Hier woonde de meester met zijn huisslaven. Rondom het landhuis lagen pakhuizen en slavenhutten. De slaven werkten op het land of in de zoutwinning.

Christoffelberg Plantage Savonet, rond 1662 gebouwd door Matthias Beck, onderdirecteur van de West Indische Compagnie, behoorde tot de eerste plantages op Curaçao. Met de aanpalende plantage Zorgvlied besloeg Savonet 1.600 hectare land. Ze voorzag in wol, maïs, zaden, vlees en campêchehout (grondstof voor verf). In de negentiende eeuw liepen er 2400 schapen, 850 geiten, 400 koeien en 60 varkens rond. De honderden slaven woonden in kleine hutten rondom. De buitengebouwen van landhuis Savonet liggen tegenover de entree van 2-2017  Wandelmagazine  37


CuraÇao

een stulpje hebben. De stranden rond Westpunt zoals Playa Piskado, Playa Kalki, Playa Jeremi, Westpunt Beach en Knip Beach zijn gekende duikplaatsen vanwege de rustige zee en het heldere water. Niet ver van Westpunt ligt Plantage Kenepa (Knip) met twee van de best bewaarde landhuizen van het eiland: landhuizen Daniel en Kenepa, beide van rond 1700.

Zoutmeer Jan Thiel.

Sint Willibrorduskerk en toko-eigenaresse Marfa Wawoe met achter haar de ruïne van Landhuis Sint Marie.

het uitgestrekte Christoffelpark met daarin de hoogste heuvel van het eiland. Een fraaie wandeltocht voert van hier naar de top van de Christoffelberg. Het beste kun je die overigens maken vanaf de parkeerplaats in het park, enige kilometers verderop. Ondanks de bescheiden hoogte neemt de klim toch zo’n anderhalf uur in

PRAKTISCHE INFORMATIE

Hoe er te komen? Wij vlogen met chartermaatschappij TUI. Het is aan te raden om dagen van tevoren (in elk geval meer dan twee) een zitplaats reserveren. Doen, want het (her) verkopen van zitplaatsen maakt deel uit van TUI’s verdienmodeI. Voor wie niet reserveert, blijven alleen de slechtste plaatsen over. Rond en in Willemstad is behoorlijk openbaar busvervoer. Wil je het hele eiland bezoeken, dan is het huren van een auto verstandig. Onderschat de afstanden niet. Naar Westpunt reken je met ruim een uur, in de spits langer. Accommodatie Hotel ’t Klooster, Pieter Abraham de Veerstraat, Willemstad, is een voormalig klooster dat is gebouwd rond een aangenaam atrium. Goede service, maar airco en met name wifi zouden beter kunnen. Zie: www.hotelklooster.com

38  Wandelmagazine  2-2017

beslag. Vooral de laatste honderd meter wordt dat echt handen-en voetenwerk. De beloning wacht met een schitterend zicht over het eiland van Westpunt tot Willemstad. Op de uiterste noordwestpunt van het eiland ligt Westpunt, in 1860 gesticht door vrijgemaakte slaven. Westpunt is een gebied waar veel Curaçaoënaars en Nederlanders

Eten & drinken • Restaurant en Café Gouverneur de Rouville van Wilfred Hendriksen (zie verhaal) ligt aan de kade langs de Sint Annabaai in Otrabanda, tegenover de pont. Voortreffelijk ligging en goed Caraïbisch eten. • Aan het Waaigat in Punda, niet ver van de drijvende markt, ligt de grote eethal Plasa Bieu waar verschillende uitbaatsters de lepel zwaaien. Voor lokale bewoners en toeristen. Wij aten heerlijk lokaal bij Zus di Plaza. • Alleen al vanwege zijn hoge ligging met een prachtig uitzicht over het Schottegat en de ‘s avonds feeëriek oplichtende raffinaderij is een bezoek aan restaurant Fort Nassau de moeite waard. Fort Nassauweg, Willemstad. Ook open voor lunch. • Mundo Bizarro, Nieuwstraat 12, Pietermaai, biedt de sfeer van het Parijse Quartier Latin. Behalve eten worden er ook cocktails geserveerd, van piña colada’s en caipirinhas tot mojito’s.

Het zoutmeer van Jan Thiel Zout was eeuwenlang onmisbaar, vooral om etenswaren te conserveren. Het was gewild dus heel kostbaar. Curaçao beschikte over waardevolle zoutpannen. Door de voormalige, geheel verwilderde plantage Zuurzak kun je heerlijk wandelen langs het zoutmeer van Jan Thiel. Hier zag ik een grote kolonie flamingo’s foerageren. Op de plantage werd niet alleen zout gewonnen, maar ook gewassen verbouwd als sorghum, indigo en katoen. Slaven ­wonnen zout door zeewater in de lagune te laten stromen en die daarna af te dammen. Door de zon verdampte het zeewater en bleef het zout achter. Goed zichtbaar zijn nog de dammen voor de zoutwinning. Hier en daar staan ruïnes van oude opzichtershuisjes.

Wandelen De temperatuur is warm, maar aan de stranden, rond de lagunes en in de wind aangenaam. • De tocht naar de top van de Christoffelberg kan je beste vroeg in de morgen beginnen. Na 11 uur niet toegestaan. • Op curacao365.nl/activiteiten/wandelen vind je goed beschreven wandelroutes door Otrabanda, Punda en Scharloo. Kaarten & gidsen Curaçao Toerisme geeft een gratis kaart van Willemstad en Curaçao uit. Voor Willemstad is die afdoende, voor de rest biedt de kaart een eerste oriëntatie. Meer weten? • www.curacaotoerisme.nl • Diverse sites wijden de lezer in de geheimen van de landhuizen op het eiland. Bijvoorbeeld: curacaopictures. com/nl/archeologische-verkenningen/ landhuizen. Op Google maps is een kaart te vinden van alle 160 landhuizen die er ooit waren. Nu zijn dat er nog 86 en 21 ruïnes.


ACTUEEL WANDELNIEUWS in je inbox?

Duitslandspecialist in wandel- en fietsreizen

WANDELREIS MOEZELSTEIG

7-9 DAGEN

Schilderachtige landschappen in het Moezeldal, idyllische vergezichten, kastelen, mysterieuze canyons, de mooiste wijngebieden ter wereld met een wijnproeverij, Romeinse ontdekkingen of een heerlijke boottocht. Wandelen over de Moezelsteig is een legendarische belevenis!

Meld je aan voor de nieuwsbrief van Wandelmagazine.nu

• VANAF €499,- P.P. • O.B.V. 2-PERS.KAMER • INCL. LOGIES/ONTBIJT/BAGAGETRANSPORT/INFOPAKKET

WANDELMAGAZINE.NU/NIEUWSBRIEF

Kijk op de website voor meer informatie!

WWW.TAMBER.NL

6480-17 Tamber_WandelMagazine_Moezelsteig_92,5x121mm_DEF.indd 1

WANDELEN IN MIDDEN-ZWEDEN nieuwe gids met 22 wandelingen

Eindeloos wandelen op

Terschelling

14-02-17 08:02

Wandelen langs de kust bij Bergen aan Zee Bergen aan Zee ligt midden in één van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Daarom is het voor elke wandel- of fietsliefhebber een ‘must’ om er een keer te zijn geweest.

Grandcafé Maz, met verwarmd terras, is als tussen- of eindstation een ideale gelegenheid om te vertoeven.

Met ruim 250 km aan wandelpaden en onverharde wegen is Terschelling de perfecte wandelbestemming. Met dit handige routeboekje plant u gemakkelijk uw eigen tocht. Meer informatie: www.vvvterschelling.nl/ wandelmagazine

€2,KORTING

Tegen inlevering van deze bon betaalt u voor de complete wandelgids Terschelling slechts €5,50 i.p.v. €7,50. Of bestel online via www.webwinkelterschelling.nl met kortingscode VOET2016. Geldig tot 31 januari 2017.

ISBN 9789078194293 - € 15,95

www.onedaywalks.com www.facebook.com/OneDayWalks VVV Terschelling tel /(0562) 443000 | www.vvvterschelling.nl

Self Catering

En voor een langer verblijf biedt Hotel Meyer met 37 kamers en 8 appartementen een volledig vakantiegevoel.

Tijdens wandelevenementen hebben wij arrangementen mét pendeldienst (zie onze website).

Tot ziens in Bergen aan Zee..! Hotel Meyer, Bergen aan Zee T. 072-5812488 - info@hotelmeyer.nl

www.hotelmeyer.nl

2-2017  Wandelmagazine  39


Luxemburg

Tekst & foto’s Jan Erik Burger

Luxemburg

Erfgoed in het groen Luxemburg-Grund.

De Luxemburgse hoofdstad, het ‘Gibraltar van het noorden’, heeft een interessant patrimonium aan cultureel erfgoed dat een bezoek meer dan waard is. En in Esch-sur-Alzette, de tweede stad van het kleine groothertogdom, heeft het oude industriële erfgoed een tweede leven gekregen.

L

uxemburgers zijn verstokte autovrienden, maar ondanks een vervijfvoudiging van de ontsluitingswegen rond de hoofdstad loopt het autoverkeer hier echt vast. Na rijp beraad viel in 2012 de beslissing om in eerste instantie de Kirchberg met het centrum en het centraal station te verbinden. Op het Kirchbergplateau bevinden zich veel Europese instellingen naast banken en culturele gebouwen. Aan de rand van de Kirchberg staat Fort Thüngen, een van de forten die de stad aan de overkant van het dal moest verdedigen tegen de vijand. Luxemburg werd vanwege zijn uitgestrekte en formidabele vesting­

40  Wandelmagazine  2-2017

werken het Gibraltar van het noorden genoemd. De beroemde architect Pei heeft Thüngen op ingenieuze wijze verbouwd tot kunstmuseum Mudam. In 1867 besloten de Europese grootmachten met het Verdrag van Londen dat Luxemburg voortaan neutraal zou zijn, maar dan de moesten de ­vestingwerken wel worden afgebroken. Die klus zou twaalf jaar in beslag nemen. Gelukkig ging dat afbreken soms met de Franse slag. Er bleef meer dan een en ander staan, waaronder twaalf van de zeventien kilometer ondergrondse kaze­ matten, een van de redenen dat de stad zich UNESCO-werelderfgoed mag noemen. Vanaf het Mudam gaat het een mooie, groene wandeling omlaag naar het diep­

gelegen dal van de rivier Alzette en het stadsdeel Grund. Aan de overzijde van de Alzette, hoog boven Grund, vind je Les Casemattes du Bock, vanaf 1745 in de heuvelwand gebouwd door Oostenrijkse ingenieurs. Bij het slopen van de vesting werden de schietgaten vergroot, blijkbaar was dat afdoende. De vesting beslaat meerdere verdiepingen. Aan de ene kant van de kazematten heb je uitzicht op de Groothertogin Charlottebrug die de stad met de Kirchberg verbindt, aan de andere kant kijk je uit op de voormalige kloosters van Grund en op een deel van de oude stad. De kazematten bevinden zich op wandel­afstand van de Oude Stad, waar met name de kathedraal en het Placre Guillaume II (onze Koning Willem II was immers ook groothertog van Luxemburg) een bezoek meer dan waard zijn. Erfgoed en innovatie Niet alleen met de nieuwe Stadtbahn maar ook met een nieuwe universiteit timmert Luxemburg aan de weg. In een verdere


De nieuwe wijk Belval: industrieel erfgoed en innovatie.

PRAKTISCHE INFORMATIE

t­ oekomst gaat de Stadtbahn de hoofdstad verbinden met Esch-sur-Alzette, de tweede stad van het land, 25 kilometer verderop. Hier is Belval, een industrieel wasteland, omgetoverd in de eerste universiteit van het land. De Cité des Sciences, de la Recherche et de l’Innovation is volgens plannen van ‘onze’ Jo Coenen ontworpen en is een uitzonderlijk fraaie integratie van indu­s­ trieel erfgoed, waaronder twee hoogovens, en eigentijdse architectuur. Provin­ciaal is het hier allerminst. In de Rock Hal worden veel popconcerten geor­ganiseerd. Esch-sur-Alzette ligt, net als zijn aangrenzende zustersteden, in het Terre Rouge (land van de ‘rode aarde’), naar de kleur van aan de oppervlakte tredende ijzerertslagen. Het is een kosmopolitische stad met een woelig industrieel verleden. In de loop van de negentiende eeuw werden de ertslagen op steeds grotere schaal geëxploiteerd en in hoogovens verwerkt tot ijzer en staal. De vraag naar arbeid was zo groot, dat lokale arbeidskrachten het op den duur niet meer konden bijbenen. Zo kwamen grote stromen immigranten uit Duitsland, het straatarme Italië en Frankrijk op gang. De staalindustrie bracht het land grote welvaart. Ook nu nog wordt er staal gemaakt, onder andere voor de rails van de Stadtbahn. De grondstof wordt echter niet lan-

Museum Mudam en Fort Thüngen.

ger lokaal gedolven, maar ingevoerd, of er wordt gebruik gemaakt van schroot. Ambachtelijke mijnbouw Fond-de-Gras is een openluchtmuseum rond het gelijknamige station waar leven en werken van de mijnwerkers en vooral het spoorwezen centraal staan. Hier is ook de historische stoomaangedreven elektriciteitscentrale Paul Wurth heropgebouwd. Voor de inwendige mens wordt gezorgd in caférestaurant Bei der Giedel, een oude mijnwerkerskroeg. Het is nauwelijks voorstelbaar dat de stille, groene vallei jarenlang een belangrijke industriële site was. Vanaf de middeleeuwen werd hier op ambachtelijke (kleine) schaal erts gewonnen. In met hout gestookte ovens werd uit dit erts ijzer gewonnen. Voor de arme boeren en dagloners betekende de ertswinning een nevenactiviteit in de stille wintermaanden. Vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw ging de mijnbouw over op industriële schaal. Vanaf 1976, toen dat al niet meer rendabel was, werd nog ruim twintig jaar lang in de nabijgelegen Giele Botter machinale dagbouw bedreven. Deze mijnsite is tegenwoordig een bijzonder natuurreservaat. Fond-de-Gras zelf was niet meer dan een uitgebreid station, het eigenlijke mijnwerkersdorp Lasauvage ligt verderop. Vanaf het station voerden treinen het ijzererts uit de omliggende mijnen naar de hoogovens om verwerkt te worden. Fond-de-Gras is tegenwoordig ook per stoomtrein te bereiken vanuit het zes kilometer verder gelegen stadje Pétange. Op enkele stappen van Bei der Giedel ­vandaan vertrekt de Minièresbunn. Deze trein brengt de bezoekers naar het hart van de oude mijngangen om te eindigen in het dorp Lasauvage.

Hoe er te komen? De spoorverbinding tussen Nederland en Luxemburg gaat via Brussel. Reizigers met een Nederlandse kortingkaart reizen goedkoper via Luik en Gouvy. Binnen het land Luxemburg kost een dagkaart voor het hele openbaar vervoer maar € 4,–. Luxembourg Card Deze voordeelkaart voor 1, 2 of 3 dagen biedt gratis gebruik van het openbaar vervoer en toegang tot meer dan 60 musea en bezienswaardigheden. De Luxembourg Card kan in heel het land gebruikt worden. De persoonsgebonden pas is verkrijgbaar vanaf € 13,–. Bij de pas hoort een gidsje en een nuttige overzichtskaart. Meer weten? www.visitluxembourg.com Bezoeken • Esch-sur-Alzette biedt een architectuurwandeling langs monumenten door architecten als Violet le Duc, Joseph Stübben, Gottfried Böhm en Peter Rice, en langs fin-de siècle huizen. • Musée National des Mines de Fer Luxembourgeoises (www.mnm.lu) over de geschiedenis van de Luxemburgse ijzermijnen, te vinden in het nabijgelegen Rumelange. Het meest spectaculaire deel van het bezoek is een rit met een ondergrondse elektrische smalspoortrein door een deel van de ondergrondse mijngangen. In de jaren van de geleidelijke sluiting van de ijzermijnen is het museum tot stand gekomen op initiatief van ex-mijnwerkers, de Luxemburgse staalproducent ARBED (tegenwoordig Arcelor-Mittal) en de Europese Unie.

2-2017  Wandelmagazine  41


WA N D E L E N M E T J E SMARTPHONE

Voetstapjes Vakantie buitenland

download de gratis app

Zwitserland • WALLIS T.h. vrijstaand chalet in wandelgebied midden in de Alpen. Prachtige natuur! Info www.sornard.nl en 06-55388111

App en eerste wandeling gratis Wandelen Wandelen met met je je smartphone smartphone Meer dan 800 Deze Deze wandeling wandeling kun kun je je ook ook met met je je smartphone smartphone lopen. lopen. Haal Haalwandelingen in heel routebeschrijving routebeschrijving en en wandelkaart wandelkaart op op en en lopen lopen maar. maar.

Nederland

Frankrijk • Comf. huis in mooi en uitgebreid wandelgeb. in Midd.Fr. op 8 u Nldse grens met gr. privé-zwemb. Div. arr. Info: www.larue.eu

WandelZapp WandelZapp en en eerste eerste wandeling wandeling gratis gratis De De app app is is gratis. gratis. De De eerste eerste wandeling wandeling is is gratis. gratis.

• H uisje huren in Fr. Ardennen? Wandelen, fietsen, kanoën in gevarieerd heuvelachtig gebied! www.lescamenes-ardennes.nl

Ga Ga naar naar de de App App Store Store of of Play Play Store Store en en zoek zoek op op 'wandelzapp', 'wandelzapp', dd app app gratis, gratis, download download de de eerste eerste wandeling wandeling gratis gratis en en ga ga direct direct hebt hebt keuze keuze uit uit meer meer dan dan 800 800 wandelingen wandelingen verspreid verspreid over over heel hee

Zoek op ‘wandelzapp’ in App Store (iPhone) WandelZapp WandelZapp voor voor Android Android en en iPhone iPhone of Play Store (Android) Lees Lees meer meer op op www.wandelzapp.nl www.wandelzapp.nl

WandelZapp WandelZapp is is beschikbaar beschikbaar voor voor Android Android en en voor voor iPhone. iPhone.

Overig • J ournalistieke stagiair gezocht voor de webredactie van Wandelmagazine en Bergen Magazine. Kijk voor meer informatie op www.virtumedia.nl/vacatures

64e Cantharel InternatIonale 4daagse apeldoorn

WWW.WANDELZAPP.NL

11 14 juli 2017 t/m

de Groenste van nederland

• U w regeladvertentie hier? Kijk voor meer informatie op www.wandelmagazine.nu/adverteren. Reserveren via Kgrol@virtumedia.nl

keuze uit: 12, 20, 30, 40 of 50 km

d

n wa wandelen? ‘gewoon in apeldoorn’

42  Wandelmagazine  2-2017

n el e

in

d

u atu n e

r

ook deelname per dag mogelijk!

Blaren? Drukplekken? Blaren? Drukplekken? WandelWol WandelWol en weeren verder! weer verder!

www.4daagseapeldoorn.nl

Meer informatie of bestellen: www.wandelwol.nl


Tekst Hans Farjon

Interview

DIRK HILBERS

Bijna net zo goed als op stap met de boswachter Eindelijk heeft de fraaie serie Crossbill-natuurgidsen, die natuurliefhebbers de weg wijst in de mooiste Europese natuurgebieden, ook Nederland aangedaan. Dirk Hilbers, de directeur van deze stichting, pakt uit met een Nederlands­ talige gids van de Veluwe en deelt gratis een app uit. Zo wil hij meer mensen betrekken bij natuur en natuurbescherming.

“N

og voordat ik de baard in de keel had, wilde ik natuurbeschermer worden”, vertelt Hilbers. “Ik trok als kind vaak de natuur in als lid van de Neder­ landse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN). De liefde voor de natuur heb ik met de paplepel binnen gekregen.” Die manier van jongeren enthousiasmeren voor natuur werkt tegenwoordig niet meer zo. Het ledental van deze club is de laatste decennia fiks gedaald. Om het tij te keren hebben ze zelfs de leeftijdsgrens opgetrokken naar dertig. Maar dat mocht niet baten. “Ik zoek naar andere manieren om mensen in fysiek contact met planten en dieren te brengen. Dat persoonlijke contact is een belangrijke voorwaarde om de liefde voor natuur te doen ontluiken. Naast de gidsen werken wij ook aan een computerspel over processen in de natuur. ECOSIM zetten we in het onderwijs.” Maar een boek over de natuur op de Veluwe, is daar nog een markt voor naast al die fraaie fotoboeken die er over dit gebied verschenen zijn? “Dit boek is anders, het neemt je bij de hand als je planten en dieren wilt zien. Er staan tips in waar, wanneer en op welke manier je ze kunt vinden.” Ook de app is op die ontmoeting toegesneden. Tijdens de tocht poppen er informatievensters op met informatie over planten en dieren die je op die plek kunt aantreffen. Het unieke van deze app is dat de informatie seizoensafhankelijk is. In het najaar krijg je bijvoorbeeld informatie over paddenstoelen, maar in mei krijg je juist vlinders voorgeschoteld. Dat kan niet in een boek, maar wel met een app die weet waar je wanneer bent. Ook bijzonder is dat je door kan klikken naar foto’s, geluiden en beschrijvingen van dieren en planten. De app is gratis te downloaden. Dat is opmerkelijk want de Crossbillgidsen zijn door hun omvang en het hoogwaardig drukwerk duurder dan de gemiddelde wandelgids. En de ontwikkeling van een app vraagt ook heel wat werk. “Het mooie is dat wij app en gids in nauwe samenwerking met heel veel terreinbeheerders, recreatieondernemers en overheden uit het gebied hebben gemaakt. Daardoor konden we niet alleen routes maken die eigendomsgrenzen negeren, maar hebben we ook financiële ondersteuning gekregen om de app gratis beschikbaar te stellen.”

Foto: Crossbill Guides

Veluwe – De natuurgids • 320 pagina’s • ISBN 9789491648113, € 22,95 • www.crossbillguides.org • De app met 22 natuurroutes en uitstekende kaarten is beschikbaar voor iOS en Android. 2-2017  Wandelmagazine  43


Boeken

Rumoer in de stad

De schilders van Tachtig

Auteur Frouke van Dijke Uitgeverij Wbooks, Zwolle 2017 Bladzijden 232 blz. Illustraties 350 afbeeldingen in kleur ISBN 9789462582071 Prijs € 27,95

Waar de vroege schilders van de Haagse School naar buiten trokken om het landschap te schilderen, ontdekt de volgende generatie kunstenaars, de schilders van Tachtig, het straatleven. Vanaf de jaren 1880 kiezen jonge schilders als George Hendrik Breitner, Isaac Israëls en Willem Witsen het stadsleven als onderwerp voor hun tekeningen en schilderijen. Zij voelen de nieuwe tijd zinderen, verbeelden volkse kroegen en straatfeesten, maar ook chique modehuizen en restaurants. De grote stad heeft een

Wandelroute Vestingstad ‘s-Hertogenbosch

Redactie Jan Erik Burger & Hans Farjon

Januskop: tegenover luxe en vertier leeft een groot deel van de bevolking in bittere, nu onvoorstelbare, armoede. Veel derdewereldlanden van nu hebben het beter. Vanaf 1870 groeit de bevolking in de steden voor het eerst sneller dan op het platteland. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam verdubbelen in omvang. Door de trek naar de stad ontstaan er nieuwe wijken rondom de ‘binnenstad’. De overheid houdt zich verre van woningbouw. Winstmaximalisatie staat voorop. De grootsten onder hun gelijken waren Breitner en Isaac Israëls. Zij worden getrokken door de dynamiek van de stad: trams op het rumoerige Rokin, de eerste elektrische verlichting, verleidelijke etalages en voortdurende bouwwerkzaamheden. Terwijl andere kunstenaars als de gevoelige Witsen en Eduard Karsen zich specialiseren in het verstilde stadsgezicht. Nadat Israëls een model van Breitner afpakte, kwam het tussen die twee nooit meer goed. Desondanks waren zij jaloerse bewonderaars van elkaar. Israëls de betere tekenaar, de worstelende, twijfelende en ambitieuze Breitner de beste schilder. Naast meer dan honderd schilderijen en tekeningen bieden boek en tentoonstelling Rumoer in de stad – De schilders van Tachtig vroege fotografie en een bijzondere groep schetsboeken van Isaac Israëls. Tot en met 5 november 2017 in het Haags Gemeentemuseum.

kwam te liggen. De rijke historie is prachtig samengevat en rijk geïllustreerd in dit miniboekje. Bestellen via: www.depaadjesmakers.nl. Alleen in ’s-Hertogenbosch en omstreken over de toonbank. Slechts € 2,–

’s-Hertogenbosch heeft meer te bieden dan Jeroen Bosch, zeker voor de wandelaar. De Paadjesmakers werken aan een serie wandelingen in en rond de hoofdstad van NoordBrabant. In dit meest recente, tiende deeltje een wandelroute over de stadswallen die terug gaan op de Tachtigjarige Oorlog. De tand des tijds heeft nog nauwelijks gevreten aan deze imposante verdedigingslinie, die als het erop aankwam helemaal in het water

44  Wandelmagazine  2-2017

Wandelen langs de Atlantikwall in Zuid-Holland Dat de generatie die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt begint uit te sterven, valt onder meer af te lezen aan het feit dat de bunkers van de Atlantikwall langs de Nederlandse kust en bijbehorende verhalen steeds zichtbaarder worden gemaakt. Deze wandelgids met tien afwisselende wandelingen voert je langs voormalige stellingen die het Derde Rijk moesten beschermen tegen

De museale snelweg af

Auteur Karel Schampers Uitgeverij Waanders Uitgevers, Zwolle 2016 Bladzijden 224 blz. ISBN 9789462621015 Prijs € 25,–

Deze ongewone museumgids verrast met Belgische en Noord-Franse musea die met hun bijzondere collecties en markante gebouwen meer aandacht verdienen. Karel Schampers, voormalig directeur van het Frans Hals Museum, zag hoe grotere musea als onderdeel van de ‘amusementsbranche’ veranderden in “goed geoliede tentoonstellingsmachines”, met lange kassarijen, hoge prijzen en kitscherige shops. “Je kunt niet

een aanval vanuit zee. Ze gaan door duinen en steden en dorpen van de Zuid-Hollandse kust. Arthur van Beveren, Jeroen Rijpsma en Nick Warmerdam, Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig 144 pagina’s, ISBN 9789078641582, € 14,95

La Grande Traversée du Jura... a pied La Grande Traversée is een prachtige route die grofweg langs de grens van Frankrijk met Zwitersland loopt, tussen Mandeure in het noorden en Culoz in het zuiden. Een groot stuk gaat langs de rivier de Doubs, en af en toe wandel je tussen indrukwekkende


Boeken

meer rustig kijken en moet tien rijen dik langs de kunstwerken schuifelen.” Geïnspireerd door bezoeken aan ‘rustige’ musea als dat in Doornik schreef hij De museale snelweg af, een gids langs ‘vergeten’ plekken in België en Noord-Frankrijk. Een aanrader voor cultuurminnende wandelaars. De eigenwijze keuze van Schampers las ik met plezier. Enkele musea staan hoog op mijn wensenlijst, zoals het Antwerpse Museum Mayer Van den Bergh, een openbare privéverzameling. Topschilderkunst in een zelf verzameld historisch interieur. Toch een kanttekening. Het beeldschone museum voor Schone Kunsten in Doornik van Victor Horta had in minder subsidierijke streken allang zijn deuren moeten sluiten, hoe jammer ook. 0p een gewone doordeweekse dag waren zoon Frank en ik snel de enige bezoekers.

Een koninklijk paradijs

Aert Schouman en de verbeelding van de natuur Auteurs Emile Havers e.a. Bladzijden 360 blz. Afbeeldingen 570 afbeeldingen in kleur en zwart-wit Uitgeverij Wbooks, in samenwerking met Dordrechts Museum, Zwolle 2017 ISBN 9789462581852 Prijs € 29,95

rotsformaties door. Diepe kloven, weidse vergezichten, prachtige bossen, je komt het op je pad allemaal tegen. Een geweldig ruig deel van Frankrijk. Deze nieuwe editie van de Topoguide bevat gedetailleerde kaarten en een routebeschrijving. Inclusief een lijst met overnachtingsadressen. www.ffrandonnee.fr Franstalig, 184 pagina’s, ISBN 9782751408939, € 18,–

Aert Schouman (1710-1792) was de meest veelzijdige en productieve kunstenaar van zijn tijd. Hij schilderde, tekende en etste naast bijbelse, mythologische en literaire motieven veel landschappen, topografische onderwerpen en dieren. Interieurs voorzag hij van wandvullend ‘behangsel’, schilderingen met parkachtige landschappen vol kleurige dieren. Met een grote lust om af te beelden maakte hij schitterende aquarellen van “in- en uitlandsche” dieren en planten. In Dordrecht loopt nu een feestelijke tentoonstelling voor kunst- en natuurliefhebbers met een uitstekende catalogus. De buitenhuizen komen hierin beter tot hun recht dan in het museum. Het Dordrechts Museum lokt met “de complete kamerbeschildering van Willem V

in Spanje. Dit westelijke deel wijst de natuurliefhebber de hoogtepunten in natuurgebieden zoals Coto Doñana, Cádiz en de straat van Gibraltar en de Sierras de Grazalema en Morena. De wandelroutes worden vooraf gegaan door een zeer g ­ edegen beschrijving van alle aspecten van deze ecosystemen inclusief geologie en het menselijk gebruik. Dirk Hilbers & John Cantelo, Uitgeverij KNNV, 272 pagina’s, ISBN 9789491648090, € 28,95

Crossbill-gids Western Andalucia

De eerste wandelaar

De prachtige serie natuurreisgidsen van Crossbill Guides is uitgebreid met twee Engelstalige gidsen over de regio Andalusië

Wandelen was lange tijd iets voor de elite. Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw de predikant Jacobus Craandijk

uit Huis ten Bosch met zijn bijzondere menagerie”, en bespeelt op slimme wijze diep sluimerend anti-royalistisch sentiment: “Deze Kamer in het rond is onlangs gerestaureerd en nog één keer te bewonderen, voordat ze weer binnen de muren van het woonpaleis van koning Willem-Alexander en koningin Máxima verdwijnt.” Los van dit lokkertje zijn de dieren­ schilderijen zeer de moeite waard. Jammer dat het genre in Nederland niet meer erkenning vindt. De vogels zijn briljant naar het leven geschilderd, met de eenentwintigste-eeuwse kanttekening dat ze daarvoor wel hun leven moesten laten. Ik liet me niet lokken door het koninklijke behangsel, maar door de subtiele aquarellen van buitenplaatsen en tuinen die Schouman schilderde als aardse paradijzen voor zijn rijke opdrachtgevers (zie foto). In welke weelde mocht het achttiende-eeuwse patriciaat zich wentelen, in hun priëlen vol personeel, maar ver van de madding crowd? De tentoonstelling loopt van 17 februari t/m 17 september 2017 in het Dordrechts Museum. De stadswandeling Het Dordrecht van Schouman is als flyer gratis in het museum te krijgen. Wandel langs de bijzondere plekken uit het leven van de schilder in de Dordtse binnenstad.

besloot zijn voettochten te beschrijven. Het was de tijd dat Nederland op de schop ging. Met zijn “Wandelingen door Nederland met pen en potlood” wist Craandijk zijn landgenoten massaal op de been te krijgen. Flip van Doorn, verwoed wandelaar én schrijver, treedt in de voetsporen van Jacobus Craandijk, om Nederland opnieuw te ontdekken en om het land te bekijken door de ogen van de eerste wandelaar. Flip van Doorn, Thomas Rap Uitgeverij 400 pagina’s, ISBN 9789400407534, € 22,95

2-2017  Wandelmagazine  45


Groot-Brittannië

Tekst & foto’s Paul van Bodengraven

Devon

Over het adembenemende

South West Coast Path De voortoren van Hartland Point.

Zelfs met branderige voetzolen en vermoeide benen kunnen we het niet laten. Het met keien geplaveide autovrije straatje van Clovelly smeekt erom om afgelopen te worden. Dat betekent niet alleen zo’n 120 hoogtemeters afdalen naar de haven, maar straks ook weer omhoog. Maar dé pub van Clovelly en de prachtige witte huisjes oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht op ons uit.

E

erder die dag zijn we begonnen aan onze tweedaagse wandeling op misschien wel het bekendste langeafstandspad van Groot-Brittanië: het South West Coast Path. Dat slingert over een totale lengte van ruim duizend kilometer langs de Engelse zuidwestkust. Het begint in Minehead in het graafschap Somerset, om daarna via de noordkust van Devon verder te lopen in Cornwall. Na Land’s End, de meest westelijke kaap van Engeland, loopt het pad langs de zuidkust van Cornwall en Devon door tot aan Poole in het graafschap

46  Wandelmagazine  2-2017

­ orset. Opgeknipt in etappes van zo’n D twintig kilometer goed voor acht weken onafgebroken wandelplezier langs de vaak adembenemend mooie Engelse kust. Zoveel tijd hebben we niet, maar we zijn vast besloten het beste te halen uit ons lange weekend in Devon. We hebben gekozen voor het traject Westward Ho! (met uitroepteken!) via Clovelly naar Hartland Quay. De keuze voor dat traject is niet geheel toevallig. De vele verhalen over de schoonheid van het dorpje Clovelly en de beruchte reputatie als smokkelaarsnest hebben onze keuze bepaald. Vooralsnog moeten we het doen met de

wat winderige en grauwe boulevard van Westward Ho!, dat nog niet bruist op een vrijdag in maart. Het is rustig op straat, de meeste winkeltjes met toeristische meuk zijn nog dicht. In de zomer schijnt het hier best druk te zijn, maar nu zijn een paar baasjes met hond ons enige gezelschap bij de ouderwetse wegwijzer van het coastal path, die ons de goede kant op stuurt. ­Clovelly, here we come! Kleuren De strandhuisjes die even buiten het centrum van Westward Ho! staan, geven kleur aan de nu wat fletse badplaats. We verlaten


het stadje via het traject van een voormalige spoorlijn die hier ooit een stukje pal langs de kust liep. Een soort spookhuis – misschien wel het voormalige stations­ gebouw – is het laatste stukje Westward Ho! dat we zien voordat we het boerenland, met zijn kliffen die afdalen in zee, in lopen. Aan de ene kant de groene, grazige weiden, aan de andere kant de uitgestrekte waterplas die er vandaag rustig bij ligt. Geen razende wind en bulderende golven vandaag, maar reken maar dat het hier te keer kan gaan. Nu heerst een haast serene rust en worden we vergezeld door de kokosachtige geur van de bloeiende gaspeldoorns. De gele bloemen kleuren het landschap overdadig geel. Overal waar je kijkt zie je plukken van deze in een ander jaargetijde zo saaie struik. Zijn de kliffen aan het begin nog relatief laag, we stijgen gestaag en na zo’n vijf kilometer zijn we inmiddels een honderdtal meters boven de zeespiegel gestegen. Dat is geleidelijk gegaan, maar de eerste keer dat we af moeten dalen naar zeeniveau om een waterstroompje over te steken gaat dat minder subtiel. Een steile afdaling doet ons ineens beseffen dat het toch heel wat pittiger lopen is dan in onze platte landje. Voor de lokale bevolking is the path een vanzelfsprekend aanwezige attractie die jaarlijks heel wat toeristen trekt. Zelf maken ze er ook gretig gebruik van; van een oudere vrouw die een paar kilometers doet met de hond tot een gezinnetje dat na de eerste afdaling neerstrijkt op het keien­ strand voor een picknick. Wij zetten ons nog even schrap en beginnen aan de klim. Aanpassingsvermogen De natuur op de rand van de kliffen heeft zich aangepast aan de soms onstuimige weersomstandigheden. Enerzijds vind je hier planten die goed bestand zijn tegen de combinatie van mist en ruige wind, zoals de eerder genoemde gaspeldoorns, die soms wel twee meter hoog zijn. Lager bij de grond, in de luwte van de stuiken zie je ook die typische Engelse bloemen die je hoopt te vinden: wilde sleutelbloemen, daslook en natuurlijk blue bells. Daarvoor is het eind maart aan de vroege kant, maar her en der zien we al dat de eerste blauwe klokjes zich voorzichtig uitvouwen aan de lange stelen die tussen de bladeren vandaan schieten. So British! Maar ook de bomen, hier veelal eiken, zijn hier gevormd door de wind. Kleiner dan hun soortgenoten verder landinwaarts hebben ze soms de meest grillige vormen en

De steile High Street van Clovelly.

Oude wegwijzer in Westward Ho!.

De badhuisjes geven kleur aan de grauwe badplaats. 2-2017  Wandelmagazine  47


Groot-Brittannië

Op de rotsen voor de kust is menig schip vastgelopen.

leunen zonder uitzondering allemaal landinwaarts. Zo weerstaan ze al tientallen jaren de Atlantische oceaanstormen die hier op volle kracht aan land waaien.

Op weg naar Clovelly.

Clovelly Manor. 48  Wandelmagazine  2-2017

Smokkelaarsnest Clovelly wordt al genoemd in geschriften rond het jaar 900. Waarschijnlijk was het toen niet veel meer dan een kleine nederzetting voor vissers. In 1242 komt de grond en de kustlijn in dit stuk van Devon in handen van de familie Giffard. Zij laten een landhuis bouwen verder landinwaarts en worden zo ook formeel eigenaar van het dorp. In 1370 wordt het geheel verkocht aan de Cary-familie, die het in 1738 verkopen aan Zachary Hamlyn. Zijn nazaten zijn tot de dag van vandaag de eigenaars, een unieke constructie in het moderne Engeland waar privébezit van dorpen nauwelijks nog voorkomt. Het klinkt allemaal adellijk en rijk, maar tot ver in de negentiende eeuw had Clovelly geen beste naam. Het dorp dat tegen de kliffen is opgebouwd, stond bekend als een nest van smokkelaars en ruige zeelieden. Op de woelige baren vergingen nogal eens schepen die werden geplunderd door de lokale bevolking. De adellijke eigenaren op het landgoed verderop hielden zich natuurlijk verre van dit soort praktijken. Anno 2017 is het dorpje met zo’n 450 inwoners grotendeels afhankelijk van de toeristen. Die worden in de zomer zelfs per touringcar en auto’s aangevoerd en betalen allemaal zevenenhalve pond om te parkeren. Gelukkig mag je als wandelaar zonder


toegang te betalen het dorpje in. Met 21 kilometer in de benen dalen we dan toch af naar de haven van Clovelly, om te genieten van het mooie uitzicht op zee. Een lokaal gebrouwen ale smaakt extra lekker in de Red Lion, de aan de haven gelegen pub. Vanaf hier vertrekt voor de slecht ter been zijnde medemens een landrover die via een achterweg de steile klim omhoog maakt. De hoofdstraat door het dorp is te steil voor voertuigen en kan alleen met de benenwagen bedwongen worden. En hoewel een tweede pint erg aanlokkelijk lijkt, gaan ook wij weer verder. Op weg naar onze B&B in Higher Clovelly, een samenklontering van nieuwe huizen, wat verder landinwaarts. Het kost wat moeite, maar intens tevreden, rozig en moe duiken we in onze bedden. Morgen weer een dag! Kliffen De etappe tussen Clovelly en Hartland Quay staat bekend als een van de mooiste stukken van het kustpad, vooral vanwege het uitzicht over de rotskust en kliffen die je hier gerust spectaculair kunt noemen. Het weer werk vandaag nog beter mee, een vrijwel wolkeloze lucht zet bij onze start de toon. Vanaf Higher Clovelly loopt ons pad verder

Het dorp dat tegen de kliffen is opgebouwd, stond bekend als een nest van smokkelaars en ruige zeelieden richting Hartland Point, de meest noordwestelijke punt van Devon. Het is een soort landtong die de zee in loopt. Op het uiteinde staat een vuurtoren die schepen helpt hun weg te vinden langs de verraderlijke kliffen die hier onder de wateroppervlakte schuil gaan. Hier zijn heel wat schepen aan de grond gelopen en/of vergaan, de laatste nog begin deze eeuw. Onderaan de kliffen kun je nog de resten van een scheepswrak zien. Geen schepen in nood vandaag op deze prachtige dag, wel een stralende zon die ons vergezelt tijdens de afdalingen die we moeten maken om waterstromen te passeren. De ene keer monden ze uit op zeeniveau en maken we de afdaling tot aan het strand; de andere keer stort het water zich sierlijk naar beneden vanaf hoger niveau als heuse waterval. Er zit een voordeel aan al die daal- en klimpartijen: je wordt regelmatig gedwongen om te stoppen om op adem

te komen. Vergeet dan vooral niet om achterom te kijken. Dat levert het beste uitzicht van deze twee wandeldagen op: kliffen tot 150 meter hoog die steil dalen tot in zee, in het zachte middaglicht. Hoe mooi wil je het hebben? En hoewel we er geen genoeg van kunnen krijgen, zijn we na negentien kilometer en acht uur lopen en pauzeren toch wel blij als we Hartland Quay bereiken. Dat is niet veel meer dan een hotel/restaurant aan de voet van de kliffen, via een asfaltweg verbonden met het twee kilometer landinwaarts gelegen dorp Hartland. Met onze B&B-gastheer in Higher Clovelly hebben we afgesproken dat hij ons op komt halen als we bellen. We laten ons de steak and ale pie met een ander lokaal biertje goed smaken. We hoeven tenslotte niet te rijden! Met uitzicht op de zee en een gratis zonondergang kun je je geen betere afsluiting van een weekend South West Coast Path wensen.

PRAKTISCHE INFORMATIE Hoe er te komen? Een weekend wandelen op het South West Coast Path is betrekkelijk gemakkelijk te regelen. Wij vlogen rechtstreeks van Amsterdam naar Exeter met Flybe (www.flybe.com). Met een huurauto reden we in anderhalf uur naar de Coast of Legends, zoals dit deel van het pad wordt genoemd. De meeste eigenaren van accommodaties langs het pad zijn bereid je naar je startpunt te brengen of op te halen tegen een bescheiden vergoeding. South West Coast Path De South West Coast Path Association heeft het pad opgesplitst in 48 etappes, waarvan de meeste goed te doen zijn voor wandelaars met een goede conditie (www.southwestcoastpath.org.uk/nl). Leestip Het pad is goed gemarkeerd en de route is in meerdere gidsen beschreven. Een gedetailleerde kaart is dan ook niet noodzakelijk. Er is ook een Nederlandse vertaling beschikbaar die wordt uitgegeven door de South West Coast Path Association. Die is handig ter voorbereiding van je trip. Bestellen via: shop.southwestcoastpath.org.uk/product-p/59.1.htm.

2-2017  Wandelmagazine  49


Denemarken

Tekst Paul van Bodengraven Foto’s Marco Barten

Denemarken

Voorjaar aan de Limfjord Langs de kustlijn van de fjord. Foto: VisitDenmark

Het landschap van Denemarken mag dan wat op Nederland lijken – overal keurig afgehekte percelen, weinig wildernis – het is hier wel een stuk rustiger. En heuvelachtiger. In ieder geval zijn er maar weinig andere wandelaars die net als wij vandaag te voet het landschap langs de Limjord willen verkennen.

W

e beginnen onze ont­ dekkingstocht in Løgstør, bij het Lim­ fjordmuseum. Alleen het gebouw is al een bezoekje aan het havenstadje waard. Het is gevestigd in het uit 1863 daterende huis van de ‘kanaal­ chef’. In de negentiende eeuw werd het voor schepen steeds lastiger om de haven van Løgstør te bereiken, vanwege de vele zandbanken die voor de haven liggen. De oplossing kwam in de vorm van een 4,3 kilometer lang en vier meter breed kanaal, uitgegraven door vierhonderd man in ruim vijf jaar tijd. Een indrukwekkende prestatie 50  Wandelmagazine  2-2017

die hielp het dorp bereikbaar te houden voor handelsschepen en vissersboten. Van oudsher kende Løgstør een welvarende haring- en mosselhandel. Al in 1516 kreeg het ‘haringrechten’ van koning Christian II en kon zich hier een heuse visserijvloot ontwikkelen. Tot op de dag van vandaag promoot Løgstør zich als ‘mosselstad’, inclusief bijpassende straatkunst van kleu­ rig beschilderde schelpen op reuzeformaat. Je moet ervan houden, wij zijn om tien uur ’s ochtends nog niet echt aan zo’n portie schaaldieren toe. In het museum kun je een kleine expositie bekijken over de geschiedenis van het stadje en het kanaal en het leven in vroeger

dagen. Anno 2017 kun je ook een tochtje maken over het kanaal met een rondvaart­ boot of een huurkajak. En als je daar hele­ maal geen zin in hebt, kun je er prima langs de kust wandelen of kiezen voor een dagje strandpret op de overwegend uit schelpen bestaande kuststrook. Je hand­ doek uitrollen kan nog niet op deze winde­ rige dag, maar we zien wel heel wat ouders met kroost die met hun kinderen op zoek zijn naar schelpen en andere maritieme vondsten. Schiereiland Wij kiezen ervoor om het schiereiland Lovns te gaan verkennen, een klein half


uurtje ten zuiden van Løgstør. Daar ligt een drietal kortere wandelroutes op ons te wachten. Door die aan elkaar te knopen denken we wel een uur of vier onderweg te zijn. Vanaf ons startpunt in het dorpje Hvalpsund, waar ook de pont naar het aan de overkant gelegen Sundsøre vertrekt, lopen we gelijk de stilte in. Het landschap is hier behoorlijk glooiend, met een flinke stijging direct naast de fjord. Een wirwar van smalle koeienpaadjes voert ons verder landinwaarts, waarbij we dankbaar gebruik maken van de blauwe pijlen die ons de goede kant op sturen. Het boerenland, hoofdzakelijk weiden en

akkers, wordt hier afgewisseld met relatief kleine stukken bos, vaak gegroeid rond een smal waterstroompje dat zijn weg zoekt naar de fjord. Het is juist op deze stukken dat we de eerste echte sporen zien van het voorjaar. In het eerste bos waar we langs lopen zijn de hellingen bedekt met fris­ groene stengelloze sleutelbloemen (Primula vulgaris). De bomen en stuiken zijn nog overwegend kaal en de zon, die zich van­ daag af en toe laat zien, kan zo moeiteloos de anders zo schaduwrijke bodem berei­ ken. Een zelfde scenario ontvouwt zich in het volgende stuk bos waar we doorheen wandelen. Een heus tapijt van witte bos­

Het Limfjordmuseum in Løgstør.

Wilde sleutelbloemen.

anemonen strekt zich hier uit, waar het wandelpad als een bruine loper doorheen ligt. De kleine witte bloemen staan van­ daag wijd open, hunkerend naar de warme zonnestralen. Mocht het onverhoopt toch gaan regenen, dan sluiten de bloemetjes zich razendsnel en wachten op een betere tijd. Gelukkig – ook voor ons – is er van­ daag geen regen voorzien en kunnen we volop genieten van deze bloemenpracht. Zeegrasmatrassen Dan is het weer tijd om terug te keren naar de kustlijn, nu via een vrij abrupte afdaling van een meter of dertig. Aan de kust

Mosselkunst.

Hessel Herregården. 2-2017  Wandelmagazine  51


Denemarken

Lunch aan het water.

In de fjord varen negen veerverbindingen.

Wandelen tussen de witte bosanemonen.

52  Wandelmagazine  2-2017

­ unnen we gemakkelijk de zandkliffen aan k de overkant zien, de zeestraat is hier maar smal. Prima plek voor een pauze en om wat rondvliegende zeevogels te spotten. Meeu­ wen scheren voorbij, een scholekster zit verderop te roepen naar een soortgenoot, terwijl twee kleine strandplevieren voor de branding uitrennen, op zoek naar lekkers dat de zee na iedere golf achterlaat op het smalle strandje. Daar ligt nu, na een lange winter, heel wat dood zeegras. Dat is gras dat zich aan de zilte omstandigheden heeft aangepast en dat tussen het zand groeit tot aan de vloedlijn. Bij hoogwater staat het gras in het zoute water, met laag water staat het droog. Samen met gedroogd zee­ wier werd dit materiaal in vroeger tijd gebruikt als vulling van matrassen. Het was een aanvullende bron voor inkomsten voor de boeren die het schiereiland bewonen, maar inmiddels slaapt ook half Denemar­ ken op een IKEA-matras en die gebruiken modernere materialen als vulling van ons slaapcomfort. We vervolgen onze weg, soms een stuk langs de kust en dan weer even over de hoger gelegen kliffenrand. Grote hoogtes overbruggen we niet, maar het zorgt wel steeds voor een ander perspectief. Bovenop loop je soms langs de randen van akkers, beneden aan volg je de kustlijn en heb je zicht op het waterleven. De Limfjord her­ bergt een relatief grote populatie zeehon­ den en die gebruiken de voor mensen vaak onbereikbare zandbanken en standjes

onderaan de kliffen om hun jongen te wer­ pen en groot te brengen. We gluren regel­ matig hoopvol naar beneden, maar helaas zien we ze vandaag niet. We ronden de meest zuidelijke punt van het schiereiland en al pratend, rondkijkend en foto’s makend missen we zo de afslag die ons landinwaarts zou brengen, opnieuw door bos en langs akkers, richting de Hessel Herregården. Na een kilometer lopen we vast in het struikgewas en keren terug om alsnog het juiste, nu rood gemarkeerde, pad te nemen. We passeren een paar fraaie huizen en een enkele oude boerderij. De landerijen waren hier behoorlijk uitgestrekt, maar nu zijn er kennelijk ook kleinere per­ celen verkocht waar mensen ruime moderne huizen mogen neerzetten, zonder dat het nu direct druk te noemen is. Het landschap stijgt en even verder dalen we af door een dalletje dat is ontstaan als afvoer van het smeltwater na de laatste ijstijd. Op bezoek bij Hessel Dan bereiken we na wat omzwerving de Hessel Herregården, een rietgedekte heren­ boerderij, opgetrokken in authentiek vak­ werk. Als sinds de middeleeuwen stond er hier een boerderij, het huidige gebouw, de enige nog bestaande herenboerderij met vier vleugels in heel Denemarken, dateert uit het begin van de achttiende eeuw. Op de boerderij heeft “de tijd stilgestaan”, zo belooft de folder. Er is in de zomer van alles te doen, van een bezoekje aan de ­

Afdalen door een dalletje dat is ontstaan als afvoer van het smeltwater na de laatste ijstijd. Foto: VisitDenmark


Varen op het kanaal. Foto: VisitDenmark

schapen en kippen tot het bewonderen van het interieur dat nog dateert van circa 1900. IJsjes, koffie en gebak worden er in de folder beloofd, maar jammer genoeg voor ons opent Hessel pas zijn deuren op

1 mei en dus hebben we mooi pech. Even­ goed bewonderen we van achter het hek het mooie complex, opgetrokken in authentiek vakwerk en de fraaie ligging. Vanaf Hessel is het nog maar een klein

PRAKTISCHE INFORMATIE

stukje terug naar Hvalpsund en de auto. De wolken hebben het voor nu gewonnen van de zon en de wind trekt aan. Dat leidt niet alleen tot schuimkoppen op de fjord, maar ook tot een enorme behoefte aan warme thee en zoetigheid. Maar ook de lokale horeca is nog niet ingesteld op twee wandelaars die hun schiereiland hebben ontdekt. Dan maar in de auto en terug naar de bewoonde wereld. Want twee dorpen terug maakte nog een restaurant reclame met traditioneel Smørrebrød…

Met 1468 km2 aan oppervlakte is de Limfjord de grootste binnenzee van Noord-Denemarken. Zeven eilanden, 43 havens en een prachtig glooiend, overwegend agrarisch landschap bieden volop mogelijkheden voor een korte of lange wandelvakantie. De wandeling die wij maakten loopt over het schiereiland Lovns, aan de zuidoostkant van de fjord. Dit deel van de fjord heet Vesthimmerland. Hoe er te komen? Vanaf Utrecht is het zo’n 850 kilometer rijden naar Vesthimmerland. Vliegen kan ook. SAS vliegt rechtstreeks van Amsterdam naar Aarhus. Daar vandaan is het 130 kilometer rijden (1½ uur) met een huurauto naar Løgstør. Om het startpunt van de beschreven route te bereiken is een auto noodzakelijk. Accommodatie In Løgstør en omgeving vind je allerlei soorten accommodatie, van hotel tot B&B, camping of vakantiehuis. Wij verbleven in een huisje op het Dayz park Rønbjerg in Ranum. Dayz is onderdeel van Landal Green Parks en biedt vergelijkbare voorzieningen als de grote Landal parken in Nederland (www.landal.nl/denemarken). Bezoeken • Limfjordsmuseet (www.limfjordsmuseet.dk). Meer weten? • www.visitdenmark.nl • www.visitvesthimmerland.com • www.enjoy-limfjorden.com

2-2017  Wandelmagazine  53


Tekst Hans Farjon Foto’s Peter Vlamings & Harry Meurmans

Wat zien ik?

Noord

West

Zuid

Oost

171-605 Friesland, Ameland

R

ondom klinkt gekrijs van scholeksters op zoek naar een partner. Het is half maart. De kieviet en grutto zijn nog niet gearriveerd uit het zonnige zuiden. Ganzen eten hun buik rond, het gras is bezaaid met hun groenbruine keutels. Verder hangen er wat paarden en schapen rond. Deze weilanden rond Hollum, op de foto’s noord en oost, zijn het rijk van de hobbyboer. Er is geen grote boerenschuur te bekennen, alleen wat schuilhutjes en in groenblauw plastic geperste hooibalen. Ik raak aan de praat met Cees Visser die in een van de witte huizen in het oosten woont. Hij kijkt al vijftig jaar uit over de Westermieden. ‘Mieden’ betekent hooiland. Grasland dat pas laat in de zomer wordt gemaaid. Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw vormden de mieden samen met de akkers en de meent een uitgekiende landbouwsysteem. Elk van deze drie onderdelen had zijn eigen functie en plek in het landschap. De akkertjes lagen net als het dorp, waar alle boerderijen stonden, op de overgang van polder naar duin. Niet te nat en niet te droog. Het loslopende vee graasde

Cees wacht op zijn lammeren.

54  Wandelmagazine  2-2017

op de meent, de gemeenschappelijke weidegronden van het dorp, in de duinen en op het buitendijkse kwelderland. In de mieden mocht de dieren niet komen, anders aten ze hun wintervoer op. Een ring van lage dijkjes beschermde de hooilanden tegen dat vee maar ook tegen de zee. De kaart uit 1731 laat deze landschappelijke driegeleding nog prachtig te zien. De opdeling van de meent rond 1900 en de ruilverkavelingen van 1926, een van de eerste van Nederland, en van 1955 hebben vrijwel alle sporen van dit landschap uitgegomd. Eerst werd de verkaveling van de landerijen en de

Een ring van lage dijkjes beschermde de hooilanden tegen dat vee maar ook tegen de zee

waterhuishouding ingrijpend veranderd. Hierdoor verdubbelde de hooiproductie. De tweede verkaveling veegde alle lage dijkjes van de kaart. Alleen aan enkele doorbraakkolken kun je vermoeden waar die dijkjes ooit lagen. Toch hebben deze dure ingrepen maar honderd jaar iets opgeleverd. In de Westermieden heeft serieuze landbouw plaatsgemaakt voor de hobbyboer zoals de schoonzoon van Cees. Die heeft honderd schapen en tien rijpaarden, maar rijdt ook een taxi. Zijn schapen zijn net kort geknipt, de sporen van de tondeuse staan nog in hun vel. De Wolfederatie koopt de wol op voor een prijs waarvoor je ze niet kunt laten scheren. Gelukkig levert de verkoop van lammeren wel wat op. Morgen verwacht Cees de eerste worp. Een andere aanvulling op het inkomen is de vergoeding voor de vraat van de ganzen. “Ik ken een schapenboer die alles bij elkaar wel een ton krijgt. Je bent gek als je melkvee wilt houdt”, lacht Cees. Voor meer info en achtergronden zie: www.hansfarjon.nl/nlinbeeld/mieden

Kaart uit 1731 met de mieden groen gespikkeld.


In het volgende nummer

24 pagina’s Langs de mooiste kusten SPECIAL Antwerpse Kempen

Smulwandelingen

Foto: Frank Peters

in Namen Forten Jurassic Coast – dino’s achterna Het idyllische Suffolk Coast Path Oesters rapen op de Waddenzee

van de Alentejo Rietveld

in Utrecht

Het volgende Wandelmagazine verschijnt op 8 september 2017 Wil je dit nummer niet missen? Word dan snel abonnee! www.wandelmagazine.nu

Distributie Betapress, Gilze Jaargang 38, nummer 2, juni 2017 Wandelmagazine Op lemen voeten is een uitgave van Virtùmedia en verschijnt driemaandelijks

Uitgever Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer, Postbus 595, 3700 AN Zeist info@virtumedia.nl Telefoon +31(0)30-6920677

Hoofdredactie Jonathan Vandevoorde

Abonnementen De prijs voor een abonnement in NL en B bedraagt € 28,50 per jaar (alleen bij automatische incasso, verschijnt 4 x per jaar). Tarieven voor EU of daarbuiten zie: www.wandelmagazine.nu.

Eindredactie Marcia van Bijnen Redactie Jan Erik Burger, Rick Eggink, Hans Farjon, Bert Stok Verder werkten mee aan dit nummer Marco Barten, Paul van Bodengraven, Ingrid Eggink, Hans Huijboom, Yvonne Jansen, Ton Kwakkel, Harry Meurmans, Wouter van de Vegt, Peter Vlamings Vormgeving Twin Media bv, Culemborg Maya Timmer Cartografie UvA-kaartenmakers Bladmanagement/advertenties Klaartje Grol, kgrol@virtumedia.nl, Telefoon +31(0)30-3031295 Druk Veldhuis Media b.v., Raalte

Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Aanmelding kan via onze website of via de klantenservice +31 (0)85-0407400 of klantenservice@virtumedia.nl (ook voor vragen over bezorging). Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven met vermelding van de oude en nieuwe adressering en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk met een termijn van minimaal 1 maand te worden doorgegeven. © Wandelmagazine. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of ­openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de auteurs.

Dichter bij de natuur kun je niet komen

Kom kamperen midden in de natuur! Er zijn 133 Natuurkampeerterreinen in Nederland en vijf in Frankrijk, waar je geniet van rust, ruimte en vrijheid. Wandelaars zijn bijzonder welkom! Met de Natuurkampeerkaart (in Het Groene Boekje) kun je op alle terreinen terecht. Download ook de gratis Kamperen app. www.natuurkampeerterreinen.nl

ISSN 0168-9126

2-2017  Wandelmagazine  55


Voor wandelaars

DermagiQ Verzorging met de kracht van zuivere honing.. Foot Cream

Foot Spray

• Zeer effectief bij de verzorging van kloofjes

• Propolis ondersteunt de verzorging van verkleurde nagels en kalknagels

DermagiQ Foot Cream is een hydraterende voetencrème met honing en ureum voor intensieve verzorging bij kloofjes.

DermagiQ Foot Spray is een verkoelende en verfrissende spray met propolis die effectief de strijd aangaat bij kalknagels en zweetvoetengeur.

• Enzym-rijke honing is verzachtend voor de ruwe en rode huid.

• Verkoelt en verfrist de voeten en is effectief bij transpirerende voeten en zweetvoetengeur

• Door de toevoeging van ureum blijft de huid elastisch en krijgt eeltvorming minder kans

• Glycerine verzacht en hydrateert de huid • Ondersteunt de natuurlijke afweer en biedt bescherming tegen invloeden van buitenaf

• Plantaardige extracten van Kamille, Eucalyptus en Lavendel zijn een weldaad voor vermoeide voeten.

Tube 100 ml

• Eucalyptus en menthol geven een gevoel van ontspanning en wellness Sprayflacon 100 ml

• Plantaardige etherische oliën dragen bij aan een optimale verzorging van de voeten.

Dermagiq is verkrijgbaar of te bestellen bij: Drogist, Apotheker, Reform- en Gezondheidswinkel. Voor meer informatie: Emonta B.V. Tel. 0512 - 518 085 • www.dermagiq.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.