
11 minute read
BUITENLAND Roeien in Noord-Amerika 29 HELDEN VAN VROEGER Rob Humer
from Venster 2021 - Zomer
by Venster
Helden van Vroeger
Rob Humer
Advertisement
n De nieuwe PE-botenwagen met Chrystler op een roeiwedstrijd
TEKST MANDY VERMEIJS & SIMONE DE ROOS
e botenwagen. Naast onze roeiboten het belangrijkste vervoermiddel van de vereniging. ‘Lid van Verdienste’ Rob Humer heeft zich destijds ingezet voor wat wordt gezien als eerste echte PEbotenwagen. Het Venster ging met Rob (na het afronden van zijn studie woonachtig in Californië) online in gesprek.
Rob is geboren in Amsterdam, waarna zijn gezin naar Amerika emigreerde. In 1959, toen negen jaar oud, vertrok hij terug naar Nederland en ging in Amstelveen wonen. Rob die zijn weg in de management wilde inslaan zou eerst moeten afstuderen als civieltechnisch ingenieur. Gelukkig dat ook de grondmechanica, bruggen en spoorwegen zijn aandacht trokken. Daarnaast was de studie wereldwijd toepasbaar, wat voor de tweetalig-opgevoede Rob ook een pluspunt was. Robs vader had geroeid in Amsterdam en mede daardoor maakte Rob in zijn studententijd de stap naar Eretes. Dit gebeurde zo’n vijftig jaar geleden, precies op hetzelfde moment dat Proteus en Eretes aan hun fusie begonnen waren. Hij woog net 81 kilo en telde maar 8% vet, dus afvallen om een lichte roeier te worden was niet mogelijk en zou ongezond geweest zijn. Vandaar dat hij samen met Wouter Don, Bert Dijkspan en een vierde ploeggenoot in een zware vier stapte. Na een aantal jaren met veel plezier geroeid te hebben was het tijd om wat terug te doen voor de club. Er is sinds vroeger veel veranderd. Wedstrijden roeien zonder een botenwagen te hebben zouden we ons tegenwoordig bijna niet meer voor kunnen stellen. Hoe men dat vroeger deed? Met Leewis, die met zijn schip een week voor de wedstrijd langs alle deelnemende roeiverenigingen voer om daar boten op de laden en die mee te nemen naar het eindstation: de wedstrijdlocatie. Rob: “Wij waren op dat moment één van de grootste verenigingen, met de meeste boten. Leewis’ eerste adres was daarom vaak Proteus-Eretes en aangezien de boten pas dagen later op de wedstrijdlocatie beschikbaar kwamen om in te roeien, moesten deelnemende roeiers tot dan trainen in andere boten. Omdat we dus vaak het eerste adres waren, lagen onze boten onderop in zijn schip wat soms tot beschadigingen leide. Maar misschien was het grootste euvel de rekening naderhand, want veel boten
om te vervoeren staat natuurlijk gelijk aan het krijgen van de grootste rekening. Hierop kon wat ons betreft worden bespaard. We hebben toen zelfstandig, zonder het bestuur lastig te vallen, de nieuwe vervoerscombinatie kunnen verwezenlijken.”
FOTO’S ROB HUMER & PAPARAZZI
Voorheen was er een vrij gammele één-assige botenwagen aangeschaft (zie rechtsonderin bovenste foto). “Op een ronde buis was namelijk een stellage gebouwd en de auto die hem zou moeten trekken was als ik me goed herinner een blauwe Buick. Het was een combinatie die niet te vertrouwen was en ook niet goed voor de boten omdat alle flexibiliteit van de botenwagen werd gecompenseerd door de stijfheid van de boten. Dus een betere oplossing was noodzakelijk. Op de Bosbaan hadden we gezien dat Dudok een nieuwe botenwagen had met een goed ontwerp. Het bestond uit een driehoekige gelaste koker wat erg stijf en goed voor de boten is. Het was aan de bovenkant een meter breed en naar beneden toelopend in een punt. Als we dat ontwerp zouden kunnen kopiëren zouden we geen tijd verliezen. Ik heb toen Dudok gebeld en gevraagd of we de ontwerptekeningen mochten kopiëren. Ze gingen akkoord en belden later terug dat ze er wel wat voor terug wilden hebben, aangezien er veel tijd was besteed aan het ontwerp en de keuring.” Zo gezegd zo gedaan. “We hebben geloof ik 2,5 duizend gulden betaald en kregen de RDWgoedgekeurde (Rijksdienst Wegverkeer) tekeningen binnen.”
Nieuwe vervoersmiddelen moeten gekeurd worden, dus ook de vernieuwde Proteus-botenwagen. Daarnaast moest de bouw van de nieuwe botenwagen gefinancierd worden. Er bestond een subsidieregeling vanuit de overheid, maar daar zaten wel bepaalde regels aan vast. Rob ging samen met één van de bestuursleden en de ontwerpen naar Den Haag. Gelukkig vonden ze het plan om een botenwagen te financieren voor een roeivereniging die gefuseerd inmiddels bijna 5 à 6 jaar bestond geweldig en de subsidie werd toegekend. Het geld werd overgemaakt aan de TH-
werkplaats (achter mechanica) aangezien de werkplaats toegezegd had de botenwagen in elkaar te zetten. “Mijn taak was om alle benodigde onderdelen te bestellen die de TH-werkplaats voor de bouw nodig zou hebben. Een andere vereiste die de overheid ons had gesteld was dat de roeiers zelf zouden meehelpen aan de bouw. Een groep van ongeveer vijf roeiers, waaronder ik, stond dus elke dag de lassers bij.”
“Inmiddels moest er ook een nieuwe trekwagen komen om de botenwagen in beweging te brengen. Aangezien een botenwagen niet vaak de weg op gaat maar wel erg zwaar is, moesten we op zoek naar een sterke trekwagen.” Een van de andere PE-leden vertelde dat de directeur van de Nederlandse Bank met pensioen zou gaan, en dus ook zijn persoonlijke chauffeur als mede de auto. Dat was een Chrysler New Yorker uit 1960. Een grote Amerikaanse auto, wel tien jaar oud maar in uitstekende conditie. Die wagen had de grootste motor die er in een normale personenauto zat: een 8-cilinder waarvan elke cilinder zo groot als een melkfles was. Een hoop trekkracht dus! Voor het symbolische bedrag van duizend gulden was hij van ons. We bouwden er een zeer sterke trekhaak aan, welke met stevige pijpen door gaten aan de achterkant aan het frame van de Chrysler werd vastgemaakt. Een sterke combinatie vonden we zelf.” De botenstellage (met plaats voor de boten vier hoog en drie breed) werd bovenop de driehoekige koker gemonteerd.
Tegelijkertijd begon zich een groep mannen te verzamelen die naast hun studie tijd wilden besteden aan het vervoeren van de boten. Het begin van de vervoerscommissie (VVC) was een feit. “Zelf heb ik een paar ritten mee gereden. De VVC reed naar allerlei plekken, van Oost-Duitsland tot aan Spanje en Italië.”
Op de vraag of de botenwagen ook is gedoopt antwoord Rob lachend: “Ik zou het niet meer weten, misschien omdat ik niet zo gek ben op dat officiële gedoe, maar ga er maar vanuit van wel, met hoogstwaarschijnlijk wat goedkope champagne erbij. Hij werd uiteindelijk gewoon door iedereen botenwagen genoemd.”
Rob heeft naderhand regelmatig in de jaarlijkse ledenvergadering het financiële overzicht van de vervoerscommissie gepresenteerd, met de overall conclusie dat de nieuwe botenwagen de vereniging veel geld bespaarde. Hiervoor werd hij als tweede, zeer toepasselijk beloont met de onderscheiding ‘Lid van Verdienste’. Er hing altijd een stuk aan de muur in het Kruithuis waarin Rob de vereniging bedankt voor deze onderscheiding, en met een knipoog verwijst naar de notulen van de ALV voor de rest van wat hij destijds tijdens de benoeming moet hebben gezegd.
Na een aantal jaren trouwe dienst is de Chrysler vervangen door een diesel pick-up. Wat naderhand met de botenwagen is gebeurd? Dat antwoord moet Rob ons schuldig blijven. Maar één ding staat vast: hij heeft een goed aantal jaren gefunctioneerd als eerste officiële botenwagen van de D.S.R.. n


n Laatste rit oude botenwagen (foto gemaakt rond 1975)
n De nieuwe PE-botenwagen (foto gemaakt rond 1975)
Het begin van de vloot
Van niks naar Nono
TEKST MANDY VERMEIJS & MARNIX TIJHUIS

et meer dan honderd boten heeft Proteus een van de grootste vloten van Nederland. Van de L.J Hooykaas tot de Peter Wiersum zijn alle nummers ruim vertegenwoordigd. Met een gemiddelde levensduur van 24 tot 30 jaar is het haast onmogelijk om voor te stellen hoeveel verschillende leden op dezelfde bankjes hebben gezet. Er was echter een tijd dat de vloot een stuk kleiner was. Bij de oprichting van de vereniging bestond de vloot welgeteld uit nul boten. Dit was natuurlijk niet handig voor een roeivereniging, dus daar werd snel verandering in gebracht.
n De doop van de NoNo
NEREUS

Een boot kopen is een grootse investering. Aangezien Proteus net opgericht was in 1947, lag het geld niet voor onze voeten. Hierom werden de kosten lichtelijk vooruitgeschoven en zijn we eerst in zee gegaan met een heuse leenboot. Onder de naam Nereus was deze boot dan ook de allereerste boot die afgeschreven werd in het eerste afschrijfboek van Proteus. Deze afschrijving werd dan ook gedaan door het eerste bestuur van Proteus: P. Teunissen, J.G. Athmer en H.J. Fontein. De Nereus werd geleend van de roeivereniging De Laak. Echter, waarom een boot van De Laak Nereus heet, werd voor ons nog niet helemaal duidelijk.
n Eerste jaarverslag van Proteus

NEPTUNUS
Na een tijd een boot geleend te hebben, werd het voor Proteus tijd om een eigen boot aan te schaffen. Na een bezoekje bij De Laak viel een stofnest, in de vorm van een boot, op die tussen de balken verstopt lag. Deze boot was een overnaadse twee in een redelijke staat met de naam Neptunus. Uiteindelijk is deze boot voor ƒ150.- gekocht en daarmee werd de eerste boot van Proteus een feit. De Neptunus bleek ook de eerste boot van ‘’De Laak’’ , die in 1910 zijn opgericht, te zijn geweest. Echter werd na de aankoop deze boot niet zoals nu gewoon met een botenwagen opgehaald. De boot was tijdens de ontgroeningstijd gekocht, dus werden twee eerstejaars op pad gestuurd. Met de benenwagen en een handkar vertrokken zij richting Den Haag om de boot op te halen.


NONO
De Laak was in de begintijden van Proteus onze grote leverancier. Onze tweede eigen boot werd namelijk ook weer van deze vereniging gekocht. In 1947, toen Proteus nog niet eens een jaartje bestond, werd een overnaadse vier, genaamd de Gantel, gekocht voor 900 gulden. Ondanks dat deze boot vernoemd was naar een riviertje in het Westland, werd hij op 15 oktober 1947 omgedoopt tot de Nono, een ondervereniging van Virgiel met uitsluitend vrouwelijke leden. Na een hoop jaren volop genoten te hebben van deze boot, werd hij in 1963 verkocht. Waar de Nono naartoe ging en aan wie hij verkocht was, is voor ons helaas nog een mysterie.
HET AFSCHRIJFBOEK
Het afschrijven van boten ging in de begintijd ook een stuk anders dan het nu gaat. Er was een groot afschrijfboek, dat nog steeds op de Beuk ligt en zeker het bekijken waard is. Elke spread stelde één datum voor. Hier kon iedereen op de linkerpagina opschrijven wanneer men op die dag welke boot wilde gebruiken. Op de rechterpagina werd vervolgens netjes per boot de afschrijvingen op volgorde gezet, zodat er een duidelijk overzicht was. Bijzonder om te zien is dat alle afschrijvingen van een dag in die tijd op één pagina pasten, wat nu niet meer voor te stellen is.
Wat ook leuk is om te zien, is dat het toen een stuk lastiger was om te communiceren met andere leden. Het was natuurlijk niet mogelijk om iemand even te bellen, laat staan om op de site te kijken. In het afschrijfboek stonden daarom ook vaak teksten als ‘’waar is de Nono” of ‘’de Nereus is stuk’’ geschreven.

DE LOODS
Voor de eerste boten van Proteus was natuurlijk ook een loods nodig. Toen de heren Fermin en Athmer met het idee kwamen om binnen Virgiel een roeivereniging op te richten, begaven zij zich dezelfde dag nog naar ‘’De Laak’’ om daar af te spreken met de bootbouwer Nico Vork. Met behulp van een pak sigaretten wisten ze hem enthousiast te maken voor hun plan. Nico begon gelijk met het opstellen van een begroting, het bepalen welke boten minimaal aanwezig moesten zijn en welke afmetingen de toekomstige loods zou moeten hebben. De loods moest 60 vierkante meter worden, 12,5 bij 5 meter. In de daaropvolgende week vond een gesprek plaats met de wethouder van onderwijs om te kijken of het plan in aanmerking kwam voor gemeentelijke subsidie. Dit bleek helaas niet het geval te zijn. Er vond ook een gesprek plaats met de ingenieur van de stedenbouwkundige dienst, Ir. Habraken. Hierin werden de heren op de hoogte gesteld van het Schieplan, het plan om de Schie tussen Delft en Rotterdam te verbreden. Ook werden zij op de hoogte gesteld van de jachtwerf van Bernds. Men besloot te gaan praten met Bernds en bereikten in principe een overeenstemming om de zijloods te kopen. De eerste loods van Proteus was hiermee een feit.
Proteus heeft door de jaren heen duidelijk meerdere metamorfoses ondergaan op het gebied van de vloot. Het is haast niet voor te stellen dat de huidige loods, die tot de nok toe gevuld is met boten, ooit begon met een boot die men bij ‘’De Laak’’ vergeten was. Wat echter niet veranderd is, is de roeimentaliteit. Dit heeft de basis gelegd voor de transformatie van een vloot van één boot naar een van meer dan honderd. n
n De doop van de NoNo
D.S.R. Proteus-Eretes
Rotterdamseweg 362a Postbus 322 2600 AH Delft (015) 262 3720 info@proteus-eretes.nl www.proteus-eretes.nl

Wilt u een abonnement of adverteren? Stuur een mail naar venster@proteus-eretes.nl
Het Venster is het officiële verenigingsorgaan van de D.S.R. Proteus-Eretes. Automatisch geabonneerd zijn ereleden, leden van verdienste, leden, oud-leden, donateurs en adverteerders.
Jaargang 47, zomer 2021 Oplage: 1100 stuks
Voorkantfoto Emre Karaosmanoglu Eerstejaars Dames 2021 Achterkantfoto Juliette du Marchie Sarvaas Nikki van Aerts (ploeg Katara) & Iris Schelleman (ploeg Afwijkend)
Redactie
Annelouk van Mierlo Bob van Daal Irene Backers Koos Meesters Mandy Vermeijs Marnix Tijhuis Simone de Roos Sacha Olsthoorn