11 minute read

7 Vrijheid

Next Article
Dankwoord

Dankwoord

7

Vrijheid

De baas zijn over je eigen tijd is het hoogste dividend dat geld je kan opleveren. Leesexemplaar

Leesexemplaar

De hoogste vorm van vermogen is elke morgen wakker worden en kunnen zeggen: ‘Ik kan vandaag doen wat ik wil.’

Mensen willen rijker worden om gelukkiger te worden. Geluk is een lastig onderwerp, omdat iedereen anders is. Maar als geluk één gemeenschappelijke noemer kent – een universele factor van plezier – is het dat mensen controle willen hebben over hun leven. Het vermogen om te doen wat je wilt, wanneer je wilt, met wie je wilt en zo lang als je het wilt, is onbetaalbaar. Het is het hoogste dividend dat geld oplevert. Angus Campbell was geboren in 1910 en werkte als psycholoog aan de Universiteit van Michigan. Zijn onderzoek vond plaats in een tijd waarin psychologie vooral gericht was op stoornissen waar mensen problemen mee hadden, zoals depressie, angststoornissen, schizofrenie. Maar Campbell wilde weten wat mensen gelukkig maakt. Zijn boek The Sense of Wellbeing in America, dat in 1981 uitkwam, wijst er eerst op dat mensen over het algemeen gelukkiger zijn dan psychologen veronderstelden. Maar sommigen deden het duidelijk beter dan anderen. En je kon ze niet noodzakelijkerwijs groeperen aan de hand van inkomen, geografie of opleiding, omdat zoveel mensen in elk van die categorieën chronisch ongelukkig worden. De sterkste gemeenschappelijke noemer van geluk was simpel. Leesexemplaar Campbell vatte het als volgt samen:

Een sterk gevoel van controle hebben over je leven is een betrouwbaarder voorspeller van positieve gevoelens van welzijn

95

de psychologie van geld

dan enige andere objectieve levensomstandigheid die we hebben onderzocht.

Meer dan je salaris, meer dan de grootte van je huis, meer dan het prestige van je baan, is controle hebben over wat je doet, wanneer je het doet en met wie, de levensstijlvariabele die mensen het meest gelukkig maakt.

De grootste intrinsieke waarde van geld – en dit kan niet genoeg worden benadrukt – is dat het je controle over je tijd geeft. Dat je, stukje bij beetje, de mate van onafhankelijkheid en autonomie verwerft die het gevolg is van vermogen dat je meer zeggenschap geeft over wát je wilt doen en wanneer. Een kleine hoeveelheid vermogen betekent dat je een paar dagen vrij kunt nemen als je op uurbasis werkt en je wordt ziek, zonder dat je daardoor in de financiële problemen komt. Het is fantastisch om die mogelijkheid te krijgen. Iets meer geld hebben betekent dat je, als je je werk bent kwijtgeraakt, kunt wachten totdat er iets goeds langskomt en je niet de eerste de beste baan hoeft te accepteren. Dat kan je leven veranderen. Genoeg reserve hebben om een half jaar van te leven, betekent dat je niet bang hoeft te zijn voor je baas, omdat je weet dat het niet het eind betekent als je een tijdje vrij moet nemen om een nieuwe baan te zoeken. Nog meer geld hebben betekent dat je een baan kunt aannemen die minder betaalt maar die flexibele werktijden biedt, of een baan dichter bij huis, of dat je een medische noodsituatie het hoofd kunt bieden zonder dat je je ook nog zorgen hoeft te maken over hoe je die gaat betalen.Leesexemplaar

Je geld gebruiken om tijd en opties te kopen heeft voordelen voor je manier van leven waar maar weinig luxeproducten tegenop kunnen.

Tijdens mijn studie wilde ik investeringsbankier worden en

96

vrijheid

daar was maar één reden voor: deze mensen verdienden heel veel geld. Dat was mijn enige motivatie, en ik was er 100 procent van overtuigd dat ik gelukkiger zou zijn als ik dat had. In mijn middelbareschooltijd haalde ik een zomerstage binnen bij een investeringsbank in Los Angeles en ik dacht dat ik de carrièreloterij had gewonnen. Dit was alles wat ik ooit had gewild.

Op mijn eerste dag besefte ik waarom investeringsbankiers zoveel geld verdienden: ze maken meer uren dan ik dacht dat mensen aankunnen. De meesten kunnen het ook niet aan. Voor middernacht naar huis gaan werd gezien als luxe, en er was een gezegde op kantoor: als je op zaterdag niet komt werken, hoef je op zondag niet meer te komen. De baan was intellectueel stimulerend, betaalde goed en gaf me het gevoel dat ik belangrijk was. Maar elke seconde van mijn tijd stond in dienst van de eisen die mijn baas aan me stelde, en dat was genoeg om het tot een van de treurigste ervaringen van mijn leven te maken. Het was een stage van vier maanden. Ik hield het één maand vol. Het moeilijkste hiervan was dat ik het werk geweldig vond en ik wilde hard werken. Maar iets doen wat je geweldig vindt volgens een rooster waar je niets over te zeggen hebt, kan je het gevoel geven dat je iets doet wat je vreselijk vindt. Er is een naam voor dit gevoel. Psychologen noemen het reactantie. Jonah Berger, marketingprofessor aan de Universiteit van Pennsylvania, gaf er een goede beschrijving van. Mensen hebben graag het gevoel dat ze de touwtjes in handen hebben – dat ze zelf aan het stuur zitten. Als we proberen hen iets te laten doen, voelen ze zich machteloos. Ze hebben het gevoel dat ze niet zelf de keuze hebben gemaakt, maar dat die Leesexemplaar voor hen gemaakt is. Dus zeggen ze nee of gaan ze iets anders doen. Zelfs als ze het aanvankelijk een prima idee vonden.25

97

de psychologie van geld

Als je de waarheid van die uitspraak onderkent, besef je dat het inzetten van geld op een leven waarin je kunt doen wat je wilt, wanneer je wilt, met wie je wilt, waar je wilt en voor hoe lang je wilt, een enorm rendement geeft.

Derek Silvers, een succesvolle ondernemer, schreef ooit over een vriend die hem vroeg te vertellen hoe hij vermogend was geworden.

Ik had een baan in Midtown Manhattan waar ik 20.000 dollar per jaar verdiende – ongeveer het minimumloon… Ik ging nooit uit eten en nam nooit een taxi.

Mijn kosten voor levensonderhoud bedroegen ongeveer 1000 dollar per maand, en ik verdiende 1800 dollar per maand. Ik deed dit twee jaar en spaarde 12.000 dollar. Ik was tweeëntwintig.

Toen ik 12.000 dollar had gespaard kon ik mijn baan opzeggen en fulltime musicus worden. Ik wist dat ik een paar optredens per maand kon regelen om van te leven. Dus was ik vrij. Een maand later zegde ik mijn baan op en ik werkte nooit meer voor een baas.

Toen ik klaar was met mijn verhaal, vroeg mijn vriend hoe het verder ging. Hij zei: ‘Wat gebeurde er dan toen je je bedrijf verkocht?’ En ik zei dat dat niet veel verschil had gemaakt in mijn leven. Dat was gewoon meer geld op de bank. Het verschil werd gemaakt toen ik tweeëntwintig was.26

De Verenigde Staten is het rijkste land ter wereld, maar er zijn weinig aanwijzingen dat de burgers er gemiddeld gelukkiger zijn dan ze waren in de jaren vijftig, toen vermogen en inkomens veel lager waren – zelfs op mediaan niveau en gecorrigeerd voor inflatie. In een enquête van onderzoeks- en adviesbureau Gallup in 2019 onder 150.000 mensen uit 140 landen gaf 45 procent van de Amerikanen aan dat ze zich de dag daarvoor ‘veel zorgen hadden

Leesexemplaar

98

vrijheid

gemaakt’.27 Wereldwijd was dat gemiddelde 39 procent. 55 procent van de Amerikanen zei dat ze de dag daarvoor ‘veel stress hadden gevoeld’. In de rest van de wereld gold dat voor 35 procent.

Wat er onder andere is gebeurd is dat we grotere en betere spullen hebben gekocht. Maar tegelijkertijd hebben we de controle over onze tijd uit handen gegeven. In het gunstigste geval heffen die dingen elkaar op.

Het gemiddelde gezinsinkomen gecorrigeerd voor inflatie bedroeg in 1955 29.000 dollar.28 In 2019 was het iets meer dan 62.000 dollar. We hebben dat vermogen gebruikt om een leven te leiden dat we ons in de jaren vijftig niet hadden kunnen voorstellen; dat geldt zelfs voor gemiddelde gezinnen. Het gemiddelde Amerikaanse huis nam in oppervlakte toe van 91 vierkante meter in 1950 naar 226 vierkante meter in 2018. Het gemiddelde nieuwe Amerikaanse huis heeft nu meer badkamers dan bewoners. Onze auto’s zijn sneller en efficiënter, onze tv’s zijn goedkoper en hebben scherper beeld. Wat er aan de andere kant met onze tijd gebeurd is, lijkt nauwelijks op vooruitgang. En de reden daarvoor heeft veel te maken met het soort banen dat velen van ons nu hebben. John D. Rockefeller was een van de succesvolste zakenmensen aller tijden. Hij was ook een kluizenaar die het grootste deel van zijn tijd alleen doorbracht. Hij sprak zelden, zorgde dat hij onbereikbaar was en zei niet veel als je zijn aandacht trok. Een medewerker van een raffinaderij die incidenteel contact had met Rockefeller zei over hem: ‘Hij laat de anderen praten, terwijl hij achteroverleunt en zwijgt.’ Als hem tijdens vergaderingen werd gevraagd naar zijn zwijgen, citeerde Rockefeller vaak een gedicht:Leesexemplaar

Een oude wijze uil leefde in een eikenboom,

Hoe meer hij zag, hoe minder hij sprak,

Hoe minder hij sprak, hoe meer hij hoorde.

99

de psychologie van geld

Waarom zijn we niet allemaal een beetje als die wijze oude vogel?

Rockefeller was een vreemde man, maar hij ontdekte iets wat nu voor tientallen miljoenen werkenden geldt.

Het was niet Rockefellers werk om putten te boren, treinen te laden of vaten te sjouwen. Het was zijn werk om na te denken en goede beslissingen te nemen. Wat Rockefeller produceerde was niet wat hij met zijn handen deed, of zelfs met woorden. Het was wat hij in zijn hoofd uitdacht. Dus daar besteedde hij zijn tijd en energie aan. Ondanks het feit dat hij het grootste deel van de dag rustig in zijn stoel zat in wat voor de meeste mensen leek op een ontspannen toestand, was hij voortdurend aan het werk, in zijn hoofd, waar hij oplossingen voor problemen bedacht. Dit was uniek in zijn tijd. Vrijwel alle banen in de tijd van Rockefeller vereisten dat je dingen met je handen deed. Volgens econoom Robert Gordon bestond 46 procent van de banen in 1870 uit banen in de landbouw en 35 procent uit banen in de ambachten of productie. Er was weinig vraag naar de hersenen van een arbeider. Je dacht niet, je arbeidde, ononderbroken, en je werk was zichtbaar en tastbaar. Nu is dat andersom. 38 procent van de banen valt nu in categorieën als ‘managers, ambtenaren en professionals’. Dat zijn banen met beslissingsbevoegdheid. Nog eens 41 procent van de banen bestaat uit banen in de dienstverlening waarin vaak net zo goed een beroep wordt gedaan op je ideeën als op je daden. Veel mensen hebben nu een baan die meer lijkt op die van Rockefeller dan op die van een fabrieksarbeider uit de jaren vijfLeesexemplaar tig, wat betekent dat onze werkdag niet voorbij is als we uitklokken en de fabriek verlaten. In ons hoofd zijn we voortdurend bezig; dus het voelt alsof het werk nooit gedaan is. Als het je werk is om auto’s in elkaar te zetten, kun je weinig doen als je niet aan

100

vrijheid

de lopende band staat. Je neemt afstand van je werk en laat je gereedschap achter in de fabriek. Maar als het je werk is om een marketingcampagne te bedenken – een op denken en besluitvorming gebaseerde baan – is je hoofd je gereedschap, en dat heb je altijd bij je. Misschien denk je over je product terwijl je naar huis rijdt, wanneer je eten kookt, terwijl je je kinderen in bed stopt, en als je om drie uur ’s nachts gestrest wakker wordt. Je werkt volgens je contract misschien minder uren dan in 1950, maar het voelt alsof je vierentwintig uur per dag werkt.

Derek Thompson van de krant The Atlantic beschreef het ooit als volgt: Als de operationele uitrusting van de eenentwintigste eeuw een draagbaar device is, betekent dit dat de moderne fabriek helemaal geen plek is. Het is de dag zelf. Het computertijdperk heeft het gereedschap voor productiviteit losgekoppeld van kantoor. De meeste kenniswerkers, wier laptops en smartphones draagbare, allround mediaproductiemachines zijn, kunnen theoretisch net zo productief zijn om twee uur ’s middags op het hoofdkantoor als om twee uur ’s nachts in een co-working space in Tokio of om twaalf uur ’s nachts op de bank.29 Vergeleken met eerdere generaties heb je je tijd minder in eigen hand. En aangezien controle hebben over je tijd zo cruciaal is voor geluk, zou het ons niet hoeven verbazen dat mensen zich niet veel gelukkiger voelen, al zijn we, gemiddeld genomen, rijker dan ooit. Wat kunnen we daaraan doen? Het is geen gemakkelijk probleem om op te lossen, want iederLeesexemplaar een is anders. De eerste stap is erkennen wat verreweg de meeste mensen al dan niet gelukkig maakt.

In zijn boek 30 Lessons for Living, interviewde gerontoloog Karl Pillemer duizend oudere Amerikanen op zoek naar de be-

101

de psychologie van geld

langrijkste lessen die ze hadden geleerd uit decennialange levenservaring. Hij schreef:

Niemand – niet een van de duizend geïnterviewden – zei dat je zo hard mogelijk zou moeten werken om geld te verdienen, zodat je de dingen kunt kopen die je wilt.

Niemand – niet een van de duizend geïnterviewden – zei dat het belangrijk is om minstens net zo vermogend te zijn als de mensen om je heen, en dat je pas echt succes hebt als je meer hebt dan zij. Niemand – niet een van de duizend geïnterviewden – zei dat je je werk zou moeten kiezen op basis van het gewenste, toekomstige verdienvermogen. Wat ze wel belangrijk vonden zijn dingen als echte vriendschap, onderdeel zijn van iets groters dan jijzelf, en ongestructureerde qualitytime doorbrengen met hun kinderen. ‘Je kinderen willen je geld (of wat je met geld kunt kopen) lang niet zo graag als ze jou willen. Wat ze vooral willen is jou in hun nabijheid,’ schrijft Pillemer. Neem het maar aan van degenen die alles hebben meegemaakt: je tijd in eigen hand hebben is het hoogste dividend dat geld je kan geven. Nu een kort hoofdstuk over een van de laagste dividenden die geld je kan geven.Leesexemplaar

102

This article is from: