Wat is Tibetan Pulsing? Wat is de oorsprong?

Wat is Tibetan Pulsing? Wat is de oorsprong?

Tibetan Pulsing is gegrondvest door Shantam Dheeraj. De indeling van de organen in tijdfasen – die van grote betekenis is voor de toepassing van Tibetan Pulsing – berust zeer waarschijnlijk op een oeroud taoïstisch levensprincipe, een 5000 jaar oude Chinese kalender. Volgens de overlevering is het als volgt gegaan. Vijfduizend jaar geleden schreef de Chinese keizer Wen een boek over I Tjing. Daaraan voorafgaand had hij vijftien jaar in een grot doorgebracht en op een van de muren een kalender achtergelaten, een soort boerenalmanak. Deze kalender werd Xi Xei (Chi Chei) genoemd en beschrijft wat wij nu in de Tibetaanse kalender aantreffen. Keizer Wen mediteerde over frequenties en vibraties die hij waarnam en ontdekte daarbij bepaalde energie- en frequentiesnijpunten. Hij legde zijn observaties en ondervindingen in de vorm van symbolen in 24 eenheden vast in zijn almanak. De Xi Xei beschrijft deze 24 toonfrequenties die door de planeet aarde en ook door de mens en het menselijk lichaam en zijn 24 frequenties lopen, want ieder orgaan heeft zijn eigen frequentie. De jaarcyclus is een volledige figuur, die 24 eenheden (organen), 24 posities in de relatie van aarde en zon, en 24 gemoedstoestanden in de relatie van maan en aarde bevat. Shantam Dheeraj, die toen nog James R. Murley heette, heeft aan de hand van deze oude kalender zijn tot dan toe destructieve levenswijze in nieuwe, creatieve banen leren leiden. Daarnaast werd hij geïnspireerd door ontmoetingen met verschillende Tibetaanse leraren, zoals Kalu Rinpoche, Zijne Heiligheid de Karmapa, Dilgo Khyentse en de taoïstische meester Ni Hua Ching uit China. Hij ontwikkelde een geneeskracht waarmee hij tumoren kon laten verschrompelen. De Chinese meester Ni Hua Ching, die door de communisten uit China is verdreven, heeft eens tegen Dheeraj gezegd dat het doel van diens werk kon worden getypeerd als ‘de energie van het hoofd terugbrengen naar het hart’. Volgens Dheeraj had deze techniek zo’n krachtige werking dat ze in Tibet alleen binnen de kloostergemeenschappen zou zijn doorgegeven. Toen hij de Tibetaanse meester Duchem Rinpoche in New York bezocht, zei deze tegen hem: ‘Nu moet je alles wat je van ons gestolen hebt overdragen aan de draak.’ Met die uitspraak hielp Duchem Rinpoche hem verder op zijn weg. ‘Aan wie moet ik deze geneeskracht overdragen?’ vroeg hij op zijn beurt. Rinpoche antwoordde alleen: ‘Aan de radicaalste meester die ooit heeft geleefd.’ Toen Dheeraj vroeg hoe hij deze man kon vinden kreeg hij als antwoord: ‘Volg de aanwijzingen van hen die in liefde tot je spreken.’