Op Koers 9 2016

Page 1

FUNDAMENTEEL BETER

OP KOERS OP KOERS • EDITIE 9 • NAJAAR 2016

EEN UITGAVE VAN

TJALLING SMIT, KLM 24/7 Online

contact met klanten 4

DATA-ANALYSE

SPORT ROALD VAN DER VLIET • INNOSPORTLAB

14

QUANTUM COMPUTER

KEMO AGOVIC • QUTECH

NAJAAR

2016


VOORWOORD UW DIGITALE TWEELING

E

en van de leukste sessies die ik de laatste tijd heb bijgewoond ging over de digitale tweeling. Úw digitale tweeling. Simpelweg gezegd is dat uw huidige fysieke businessmodel maar dan in de digitale wereld. Dat is niet simpelweg een webshop online brengen en weer door. Het betekent gebruik maken van alle digitale technieken om uw digitale tweeling een betere versie van de fysieke te laten zijn. Dit kan door de inzet van sensoren en de wereld van het Internet of Things, en door optimaal gebruik te maken van de rekenkracht die via het internet beschikbaar is. Die rekenkracht gebruik je om zakelijke beslissingen via kunstmatige intelligentie (nog) beter aan te sturen. Conceptueel begrijp ik deze beweging, maar ik worstel met wat de impact is op vandaag. Want waar moeten we de kennis vandaan halen om dit voor elkaar te krijgen? De IT-wereld staat al op zijn kop met alle innovaties die over elkaar heen buitelen, laat staan dat we daarnaast tijd hebben om een digitale tweeling op te zetten. En toch: de ambitie om morgen beter te zijn dan vandaag kennen we allemaal. Ook binnen i³ groep hanteren we dit motto. Het is zaak om deze ambitie voor ogen te blijven houden en binnen die ambitie gecoördineerd de stappen te nemen naar uw digitale tweeling. En laat de eerste stap richting uw digitale tweeling nu eens liggen onder een goed uitgedacht fundament: de IT-infrastructuur! Wat is het toch leuk om nieuwe trends en hypes terug te brengen tot de essentie. Ik wens u veel leesplezier en inspiratie en kom graag eens een keer langs om te bespreken hoe wij u kunnen helpen de eerste stappen richting uw digitale tweeling te zetten.

8 Zonder IT geen Wicky op tafel

10

VMware aan kop bij digitale transformatie

Managing Director i³ groep Lotte de Bruijn van Nederland ICT

2

Op Koers • Editie 9

22


INHOUD

40

Identiteitsfraude: wat kun je daartegen doen?

Uroloog Erich Taubert ontwikkelt app

COLOFON

4 Interview: Op weg naar goud met slimme data-analyse 7 Column: Nederland Informatieland 8 Klant aan het woord: Refresco 10 Partner aan het woord: VMware 12 Classificatie: IT en business beter in balans 14 Interview: Eerste Nederlandse quantumcomputer een feit 16 Stand van zaken 19 Column: Hyper-converged: dé oplossing 20 Hybrid cloud management: Welke clouddienst is passend? 22 Interview: ‘Innovatie ontstaat op snijvlak ICT en andere sectoren’ 24 Column: Healthcare content management: ‘Het gaat niet om het terugverdienen’ 25 De Glazen Bol 26 Onderzoek: Cloudstrategie nog niet op orde 28 Klant aan het woord: Adelante 30 Hemd van het lijf: Joep Leurs, i³ groep 32 Interview: We willen naar een ‘alles-in-een’-platform 35 Column: Digitale transformatie 36 Software Defined Blogs 38 Networking: De razendsnelle ontwikkeling van het netwerk 40 Interview: ‘Opeens heb je een wietplantage op je naam’ 42 Partner aan het woord: HPE 44 Disaster recovery: i³ groep tilt disaster recovery-service naar hoger plan 46 Interview: Plaslijst-app maakt leven artsen en patiënten makkelijker 48 Security: Ransomware: wees de digitale gijzelnemer te slim af 50 Slotwoord: Tom Jansen, i³ groep

26

46

Op Koers wordt uitgegeven door Van Dijk Custom Media i.o.v. i3 groep i³ groep, Ir. D.S. Tuijnmanweg 1, 4131 PN Vianen, 0347-32 46 00, www.i3-groep.nl Van Dijk Custom Media, Van Ostadestraat 206S, 1073 TS Amsterdam, 06-53 81 7644, www.vdcm.nl Projectleiding Tom Jansen, Wiegert van Dijk Redactie Cindy Curré, Kim Loohuis, Rian van Heur, Mirjam Hulsebos, Tjeerd Dorlandt, Michel de Groot, Teus Molenaar, Dick Schievels, Frank Senteur, Jeroen de Wit Art director Tom Jansen Fotografie Tom Jansen Vormgeving Ingrid Sijmons Druk Drukkerij Roelofs, Enschede Copyright © 2016, Van Dijk Custom Media, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De informatie in Op Koers is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Ondanks deze zorgvuldigheid kunnen gegevens inmiddels zijn veranderd en/of kunnen er fouten of onnauwkeurigheden in deze informatie terecht zijn gekomen. Uitgever en i3 groep aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelen en/ of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie of die op enigerlei wijze voortvloeien uit het gebruik van dit magazine.

Op Koers • Editie 9

3


Op weg naar goud met slimme data-analyse

‘ BOVEN WATER IS HET VRIJ EENVOUDIG OM BEWEGING TE METEN, MAAR ONDER WATER NIET’

Nederland scoort traditiegetrouw vrij hoog op de medaillespiegel bij de Olympische Spelen, zeker als je het afzet tegen het aantal inwoners van ons land. Als we ook in de toekomst topsporters willen blijven afleveren die kunnen gaan voor goud, moeten we onze voorsprong op het gebied van data-analyse behouden, meent Roald van der Vliet, manager van InnoSportLab De Tongelreep. Op Koers zocht hem op in het nationaal trainingscentrum van de zwemmers in Eindhoven.

M

aandagochtend, tien uur. In het bad trainen Ranomi Kromowidjojo en andere zwemmers uit de Nederlandse ploeg hun beenslag. Hoofdcoach Marcel Wouda staat ontspannen langs de kant, hier en daar een aanwijzing gevend. Hij weet dat hij morgen

4

Op Koers • Editie 9

de regie even overgeeft aan de mensen van het InnoSportLab, wanneer de start en het keerpunt worden getraind aan de hand van de video-opnames die het negen man tellende InnoSport-team maakt. “Marcel kijkt dan natuurlijk wel mee, maar wij geven de aanwijzingen”, vertelt Marit van Dijk. Zij is afgestudeerd bewegingswetenschapper en begint in januari aan haar master Artificial Intelligence. In de tussentijd wordt ze door InnoSport opgeleid om de taken over te nemen van de persoon die het videoanalyseproject is gestart. “Marit is een toptalent in haar vak”, meent Van der Vliet. “Zij kan een link leggen tussen data-analyse en bewegingswetenschappen en is bovendien in staat te communiceren met topsporters en coaches. Dit soort mensen hebben we in de toekomst steeds meer nodig.” Want de toepassing van data-analyse in de sport is hot, weet hij. En Nederland loopt hierin voorop.

Talent vroeg ontdekken Van der Vliet ziet twee grote terreinen waarop het Nederlandse zwemmen kan verbeteren door slimme analyse van data. Allereerst bij het


INTERVIEW

BETER OMGAAN MET SPORTIEVE INFORMATIE DOOR I³ GROEP

i³ groep helpt het InnoSportLab met adviezen over hoe zij het beste met hun informatie om kunnen gaan. De kennis en expertise van i³ groep draagt op deze manier bij aan het succes van het lab en op de lange termijn aan dat van de Nederlandse zwemploeg. i³ groep doet voor het lab op vrijwillige basis als investering in de Nederlandse sport onder andere onderzoek naar hoe de gemaakte beelden opgeslagen worden en hoe deze ook over vele jaren nog gebruikt kunnen worden voor de door het InnoSportLab toegepaste analyses.

ontdekken van talent. “Maar liefst 95 procent van alle Nederlandse kinderen haalt een zwemdiploma, 180.000 kinderen per jaar. Daarmee zijn we uniek in de wereld. Als we van die kinderen al zouden vastleggen in welke mate er sprake is van aangeboren talent en lol in het zwemmen, kunnen we ze al vroeg benaderen om lid te worden van een club. Niet enkel en alleen omdat we zo graag een topper van hen willen maken, maar vooral omdat we weten dat kinderen die een sport doen die ze leuk vinden ook op latere leeftijd meer blijven sporten.” Ook is het interessant data te verzamelen over trainers. “We hebben 450 zwemverenigingen in ons land en iedere club heeft meerdere trainers. Eigenlijk weten we nauwelijks iets over de kwaliteit van die mensen, terwijl er natuurlijk maar zo een tweede Jacco Verhaeren of Marcel Wouda tussen zou kunnen zitten.”

Analyse van de zwemslag

Een tweede terrein is het verbeteren van de techniek van een individuele zwemmer. Daarvoor gebruikt de nationale ploeg nu twee methoden: start- en keerpuntanalyse. Vanaf januari wordt daar een derde techniek aan toegevoegd: analyse van de zwemslag. Dat is geen sinecure, vertelt Van der Vliet. “Boven water is het vrij eenvoudig om beweging te meten, maar onder water niet. We gebruiken al onderwatertechniek bij de start en het keerpunt, en straks kunnen we zwemmers gedurende de hele baan volgen en in anderhalf uur een 3D-bewegingspatroon van een zwemmer reproduceren. Dat is uniek in de wereld.” Van Dijk laat zien hoe de videoanalyse werkt. We zien de snelste start die Ranomi Kromowidjojo ooit maakte tijdens een training. Op haar

➔ vervolg op pag 6 Op Koers • Editie 9

5


INTERVIEW ➔ vervolg van pag 5

Roald van der Vliet, Manager van InnoSportLab

badpak zit op heuphoogte een lampje. Op het scherm verschijnt een gele lijn die de lijn van het lampje weergeeft. Vervolgens zien we een trainingsstart die iets minder goed is. De ideale lijn wordt op de video

‘ HOE SNELLER JE FEEDBACK KUNT GEVEN, HOE BETER ZWEMMERS DE INFORMATIE KUNNEN KOPPELEN AAN HUN GEVOEL’

geprojecteerd. Van Dijk: “Je ziet hier dat haar afzethoek te groot is als ze het blok verlaat, ze komt dus te hoog met haar lichaam. Het gevolg is dat ze dieper in het water ligt tijdens de onderwaterfase.” Ze zwemt onder de gele lijn. Het beeld laat ook duidelijk zien dat deze trainingsstart langzamer was dan de snelste start ooit. “Je ziet direct het verband tussen de ideale lijn en de snelheid”, zegt Van Dijk. Twee keer in de week krijgen zwemmers deze feedback direct na hun start, zodra ze uit het water komen. “Hoe sneller je feedback kunt geven, hoe beter zwemmers de informatie kunnen koppelen aan hun gevoel.”

Databronnen koppelen De beeldanalyse is slechts één methode van dataverzameling. Een ander groepje studenten werkt aan een matje dat de afzetkracht op het startblok meet. De ogen van Van Dijk beginnen te schitteren als ze zegt: “Het is natuurlijk helemaal te gek als we die databronnen straks kunnen koppelen.” Kennis over het verband tussen afzetkracht, de lijn die een zwemmer volgt en de snelheid gaat waarschijnlijk weer tot nieuwe inzichten leiden. Die inzichten kunnen de komende twee jaar worden toegepast. “In de twee seizoenen na de Spelen staan coaches en sporters open voor experimenten. Een pre-Olympisch jaar dient meestal als blauwdruk voor een Olympisch seizoen. Dan is het een kwestie van fijnslijpen, maar dan wil je geen nieuwe dingen proberen. Er staat dus druk op de ketel om nu nieuwe inzichten op te doen en te testen in trainingen.” Het doel: meer dan twee gouden zwemmedailles in Tokio. n 6

Op Koers • Editie 9


COLUMN

NEDERLAND INFORMATIELAND

I

n vorige columns sprak ik over de nieuwe multicloudwereld, waarin we de vrijheid hebben informatiediensten overal te kopen of te laten maken. Voor elke service hebben we de keuze voor make-orbuy: standaarddiensten van een (public) provider, op maat gemaakte services bij specifieke serviceproviders en als het moet of niet anders kan, in het eigen datacenter. Net zoals de fysieke productiewereld zijn productstromen heeft ingericht. Informatiediensten zijn in dat kader niet anders dan informatieproducten opgebouwd uit data, microservices en uiteindelijk geassembleerd tot eindproduct. Net als voor fysieke productie zijn keuzes mogelijk waar en bij wie je onderdelen voor de eindproducten gaat kopen of maken. We hebben de afgelopen vijftig jaar gezien dat veel productie naar lagelonenlanden ging om de kosten laag te houden. Echter, als een productieproces automatiseert, is minder loon nodig en heeft uitwijk naar lagelonenlanden weinig zin meer. We zien veel geautomatiseerde en vaak hoogwaardige textielproductie terugkomen naar het dure westen. Daar is immers de markt en daar zijn de ontwerpers. Waarom de geautomatiseerde productie daar niet ook vestigen? In de Verenigde Staten is ook het terughalen van productie uit lagelonenlanden gaande, al lang voordat Donald Trump hier een issue van maakte. Naast het geautomatiseerd lokaal produceren is na de economische crisis de macht van vakbonden gebroken en kan überhaupt makkelijker betaalbare productie in de Verenigde Staten plaatsvinden. Politiek doet deze transitie het goed met de slogan ‘Buy American’. In commercials hoor je in de Verenigde Staten ook steeds vaker ‘Made in the USA’ als koopargument. Maar natuurlijk willen we, los van deze argumenten, sowieso steeds vaker produceren op de plaats waar de consumptie is om hoge logistieke kosten en bijbehorende vervuiling te minimaliseren. Voor onze wat vluchtiger informatieproducten zien we eenzelfde ontwikkeling. Waarom offshoren naar goedkopere Indiërs als het datacenter is geautomatiseerd? Waarom je data over de wereld verplaatsen als de consumptie lokaal is? Waarom complexe logistiek van informatie toestaan, waarbij je nooit honderd procent helder krijgt wie allemaal bij of aan je data kan komen? Data heeft bovendien de vervelende eigenschap dat de eigenaar aansprakelijkheden heeft die op verre plaatsen lastiger te beheren en controleren vallen. Immers, als je datacenter in Polen staat en er gebeurt daar iets illegaals met die data (een hack?) dan wordt de eigenaar onder Pools recht vervolgd. Dataeigenaarschap geeft verantwoordelijkheden die bedrijven en organisaties zich vaak beperkt realiseren. Veel informatiediensten worden daarom weer lokaal geproduceerd. Minder logistiek, geautomatiseerd en de data blijft veilig in de buurt onder eigen recht. We mogen ons gelukkig prijzen met de AMS-IX als grootste internet- en dus dataknooppunt ter wereld. Met het verhandelen van die data kunnen we dicht bij huis goed geld verdienen aan het internationale informatietransport, inclusief lokale opslag en overslag. Onze derde mainport, naast Rotterdam en Schiphol, is een prachtige mogelijkheid om als Nederland één van de belangrijkste datacenterlanden te blijven. Een mooi toekomstperspectief! Hans Timmerman, CTO Dell EMC Nederland Op Koers • Editie 9

7


Zonder IT geen Wicky op tafel Voor de continuïteit van de fabrieken van Refresco is IT cruciaal. Toch zijn de omgevingen zo ingericht dat ze autonoom kunnen blijven draaien. Mocht er ooit een verbinding uitvallen, is er niet gelijk paniek. “We kunnen als IT’ers prima een weekje op vakantie.”

I

T-manager Martijn Joosen verdeelt zijn tijd tussen de verschillende locaties van Refresco, Europa’s grootste producent van frisdranken en vruchtensappen. Refresco is ook wel bekend als het bedrijf dat de vruchtendrank Wicky maakt. Vandaag zit Martijn op kantoor in Maarheeze. Hij realiseert zich dat zijn IT-afdeling een cruciaal onderdeel is voor de continuïteit van de productie, maar door de manier waarop de systemen zijn ingericht, is er geen man overboord als er bijvoorbeeld een internetverbinding zou uitvallen. Of de IT-afdeling dan probleemloos een maand met sabbatical zou kunnen? “Nou ja, de boel draait wel door, maar dan moeten zich verder geen incidenten voordoen. Een maand zonder IT-ondersteuning is erg lang, dat zou uiteindelijk wel problemen opleveren, maar een weekje vakantie kan best.”

REFRESCO BENELUX

De Refresco Group is Europa’s grootste producent van frisdranken en vruchtensappen. Refresco Benelux is de businessunit waar de productie plaatsvindt voor vooraanstaande retailers in Nederland en België en nationale en internationale A-merken. In de Benelux heeft het bedrijf vijf productielocaties, waar in totaal zeven IT-medewerkers zorgen voor een betrouwbare, beschikbare en veilige IT-infrastructuur.

Industriële automatisering schuift op De IT-afdeling bij Refresco is verantwoordelijk voor zowel het bedrijfsnetwerk waarop de kantoorautomatisering draait als het industriële netwerk in de fabriek. “Wij bieden de gehele backbone waarop onze systemen draaien en we ondersteunen waar mogelijk ook productiegerelateerde IT-zaken”, zegt Martijn. Het komt er in de praktijk op neer dat de IT-manager en zijn team zorgen voor een optimale beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de netwerken en systemen. “We werken hier met name met SCADA- en PLCgestuurde systemen.” Martijn ziet een verschuiving van de industriële automatisering naar de meer reguliere netwerken. Niet alleen in zijn eigen fabriek, maar in de gehele markt. “Steeds meer producten worden geschikt gemaakt om te communiceren. Overal zit tegenwoordig een Ethernetpoort op. Waar in het verleden technische productiesystemen los stonden van IT, zie ik steeds meer een transitie plaatsvinden.”

den bekeken van het apparaat dat de aansturing van fabrieksonderdelen regelt. “Daarop kunnen we analyses doen. Als zich een storing voordoet, kunnen we vrij snel aan de hand van allerlei meetwaardes de oorzaak vinden. Daarnaast geven de data ons de mogelijkheid om preventief onderhoud te doen. In de toekomst willen we nog meer met predictive maintenance gaan doen.”

‘DOOR COMMODITY’S UIT TE BESTEDEN, KAN IK MIJN LOKALE RESOURCES VOOR ANDERE PROJECTEN INZETTEN’

Predictive maintenance Als Martijn de fabriek laat zien, vertelt hij dat de machines en transportsystemen steeds vaker voorzien zijn van meters en sensoren. “Daarmee kunnen we heel veel zaken uitlezen, zoals temperatuur en vibraties, maar we kunnen er bijvoorbeeld ook bepaalde kleppen mee aansturen.” Er worden veel PLC’s uitgelezen, waarbij de gegevens wor8

Op Koers • Editie 9

Uitbesteden waar dat kan

Belangrijk is dat de productiefaciliteiten in de Benelux – na de overname van DIS eerder dit jaar zijn dat er vijf – allemaal autonoom moeten kunnen draaien en niet afhankelijk zijn van koppelingen met externe diensten. Dat is iets waar de IT-afdeling van Martijn grote waarde aan hecht. “Daarnaast zie ik veel IT-zaken commodity worden waarvan ik me afvraag of we dat allemaal nog zelf moeten blijven doen. E-mail is bijvoorbeeld een utility, dat moet gewoon werken. Er zijn gespecialiseerde bedrijven die tienduizenden mailboxen beheren, waarom dan niet die van ons? Dat soort commodity’s leg ik liever neer bij partijen die hierin zijn gespecialiseerd, zoals een van onze vaste partners


KLANT AAN HET WOORD

IT-manager Martijn Joosen van Refresco die wordt aangestuurd vanuit onze centrale IT-afdeling van Refresco Group in Duitsland. Door het uit te besteden, kan ik mijn lokale resources voor andere projecten inzetten.”

Continuïteit waarborgen De continuïteit van de productiefaciliteiten borgt de IT-afdeling op verschillende manieren. Zo ligt het netwerk in een ringarchitectuur waardoor redundantie gewaarborgd is. Daarnaast draait er een virtueel cluster op VMware en worden back-ups naar de centrale opslaglocatie in Bodegraven gekopieerd. “Dat maakt dat we een snelle uitwijkmogelijkheid hebben. Er liggen hier disaster recovery-plannen en we werken op regelmatige basis securityscenario’s uit. Maar tegelijkertijd realiseren we ons dat we ons niet overal tegen kunnen wapenen.” Refresco kiest bewust voor IT-producten van bekende merken in de markt, zoals EMC, VMware en Veeam. “Die technologie is bewezen betrouwbaar en er is voldoende kennis te krijgen in de markt.”

Iedere keuze heeft een prijs Op iedere locatie staat een cluster waar de bedrijfskritische applicaties voor die productiefaciliteit draaien. Dat betekent een hogere investering per fabriek, maar dat weegt volgens Martijn niet op tegen

de schade die een stilliggende productie met zich meebrengt. “Uiteindelijk komt het allemaal neer op een kosten-batenanalyse. Hoe hoger de beschikbaarheid van een omgeving, hoe duurder het wordt. Het is dan eigenlijk gewoon een rekensom: wat kost het als de productie stil ligt en welke investeringen in IT kunnen we daar tegenover zetten?”

Veilige toegang tot netwerken Hoewel een transitie van industriële automatisering naar reguliere netwerken zichtbaar is, is een scheiding tussen beide netwerken van groot belang, stelt Martijn. “We hebben te maken met verschillende partijen en belangen. Intern willen mensen inzicht in het fabricageproces, maar er komen ook externe partijen die onderhoud moeten plegen op machines, of leveranciers die extern verbinding willen kunnen maken met bijvoorbeeld de siroopkamer. We willen de fabrieksomgeving op een veilige manier toegankelijk maken voor externe partijen en ervoor zorgen dat ze via dat netwerk geen toegang hebben tot het kantoornetwerk.” Dat heeft allemaal met security te maken, ook een onderwerp dat voor Martijn een steeds belangrijker rol speelt. “Aanvallen van buitenaf, ransomware, de nieuwe Europese regelgeving”, somt hij op. Allemaal zaken waar de IT-afdeling druk mee bezig is. Dat weekje vakantie zal nog even moeten wachten. n Op Koers • Editie 9

9


VMware aan kop bij digitale transformatie VMware heeft zich ontwikkeld van virtualisatiespecialist tot voorhoedespeler in de digitale transformatie. Met de mogelijkheden van de nieuwe Cross Cloud Architecture en de veilige digitale werkplek voorziet VMware de digitale transformatie van handen en voeten. Het eigen partnerkanaal moet nu óók zijn transformatie doormaken, van fulfilment naar value-add. Leon de Werker, Senior Regional Director Benelux geeft tekst en uitleg.

D

e digitale transformatie versnelt en raakt inmiddels alle aspecten van onze samenleving. In 2021 zullen zo’n achttien miljard devices op het internet zijn aangesloten. VMware’s De Werker ziet een aantal belangrijke ontwikkelingen rond deze transformatie. Zo wordt de eindklant de baas en deze is nogal grillig van aard. Consumentengedrag wordt steeds veranderlijker en bemoeilijkt een profijtelijke bedrijfsvoering, vertelt De Werker: “De digitalisering van onze maatschappij is een feit en het businessmodel verschuift van BtoB naar BtoC. De gewone burger kan een merk of een bedrijf succesvol maken maar tevens schade toebrengen, bijvoorbeeld via social media.” Voor een succesvolle digitale transformatie zijn twee dingen bepalend, aldus De Werker: ten eerste snelheid en flexibiliteit, en daarnaast vertrouwen. “Je moet als organisatie snel op veranderende trends en wensen van klanten kunnen inspringen. Dat kan alleen als je ondersteund wordt door een flexibele IT-infrastructuur.” Daar komt vertrouwen nog bij als extra factor: “Mensen leren elkaar te vertrouwen, maar apparaten hebben die intelligentie niet vanzelf. Devices die in het IoT geconnecteerd zijn, opereren vaak als een servicehub. Denk aan de koelkast die zelfstandig bestellingen doet of een treinstel dat zijn onderhoudsbehoefte communiceert. Die apparaten moeten elkaar onderling ook kunnen vertrouwen. Identiteit en security worden daarom heel belangrijk.”

nieuwe ervaring, want die navigeren door het park middels een app.” De Werker vervolgt: “De voorkant, de eindgebruikerskant, hebben wij software defined gemaakt. Natuurlijk moet je dit concept funderen op een digitale infrastructuur en ook die hebben wij, inclusief security, software defined gemaakt met ons SDDC-concept.”

Cloud native Voor de achterkant van de digitale transformatie heeft VMware haar Cross Cloud Architecture ingericht, waarmee het tegelijk inspeelt op de steeds sterker wordende trend richting de public cloud. De Werker: “VMware is groot geworden door het virtualiseren van computersystemen, maar inmiddels gaan wij veel verder. Ook netwerken, storage en security worden door ons gevirtualiseerd. Die worden binnen onze Cross Cloud Architecture samengebracht in het standaard SDDCcloudplatform Cloud Foundation. Met Cloud Foundry, een DevOpsontwikkelomgeving, kan de klant zijn eigen cloud native applicaties bouwen en aanbieden. Die applicaties zijn veel efficiënter en sneller dan omgebouwde legacyapplicaties en zijn zowel on premises/private cloud als ook in de publieke cloud te gebruiken. Voor die publieke cloud werken we inmiddels samen met IBM en Amazon om onze klanten zoveel mogelijk keuzevrijheid te kunnen bieden.”

‘ APPARATEN MOETEN ELKAAR ONDERLING OOK KUNNEN VERTROUWEN’

Digitale werkplek VMware is actief op twee terreinen van de digitale transformatie: aan de voorkant bij de gebruikerslaag en aan de achterkant bij de gevirtualiseerde infrastructuur. De Werker: “Flexibiliteit en snelheid creëer je met sofware, niet met hardware. Wij bieden onze klanten aan de voorkant een digitale werkplek en creëren voor zowel interne gebruikers als klanten een store. Van daaruit kunnen ze met elk soort device eenvoudig, veilig en overal hun applicaties en diensten betrekken. Met de softwaresuite VMware Workspace ONE kunnen wij dit op een uniforme manier naadloos leveren, voor zowel een goede gebruikers- als beheerervaring. Neem als voorbeeld WILDLANDS Adventure Zoo Emmen. Dat stelt zijn diensten via onze desktopcapabilities ter beschikking aan zijn medewerkers. Maar ook bezoekers bieden zij een totaal 10

Op Koers • Editie 9

IT voert regie De Werker stelt dat IT nu weer kan aanhaken bij het tempo en de vrijheid waarmee de business opereert. Dit komt door de toegenomen wendbaarheid en snelheid die een IT-afdeling bereikt met VMwaregebaseerde applicatieontwikkeling. De business heeft dit nodig om overeind te kunnen blijven in een steeds dynamischer markt. De behoefte aan wendbaarheid en snelheid leidde voor de IT-afdeling tot ongewenste uitstapjes van de business met eigen applicatieontwikkeling in de public cloud. De Werker: “Met ons producten- en dienstenportfolio kunnen we twee vliegen in één klap slaan. Door de grotere snelheid en flexibiliteit kan IT de applicaties weer snel genoeg leveren, waardoor de business de gewenste vrijheid in marktbewerking houdt. Tegelijkertijd kan IT de regie blijven voeren. Vrijheid en controle gaan zo hand in hand: wij maken het organisaties mogelijk om te innoveren als een start-up en te leveren als een enterprise.”


PARTNER AAN HET WOORD

‘WIJ MAKEN HET ORGANISATIES MOGELIJK OM TE INNOVEREN ALS EEN START-UP EN TE LEVEREN ALS Driss Chhayra, country manager Benelux van Veritas: ‘Identificeren is de crux’ EEN ENTERPRISE’

Leon de Werker, Senior Regional Director Benelux van VMware

Partner als kennishuis De innovatieve aanpak van VMware doet het goed bij analisten. In de Magic Quadrants van Gartner en de vergelijkbare modellen van IDC staat het bedrijf volgens De Werker steevast in de rechterbovenhoek. “We staan vrijwel overal bovenaan. Niet alleen op technologie, maar ook qua visie, capaciteiten en portfolio. Onze uitdaging is dat VMware nog steeds het stempel van virtualisatie heeft, maar intussen zijn we als organisatie vele stappen verder. We virtualiseren nu ongeveer alles, maar leveren met onze partners inmiddels ook de totaaloplossingen. Door onze standaardisatie en automatisering kunnen IT-afdelingen met weinig omkijken en dus kosteneffectief workloads, applicaties of een gevirtualiseerde infrastructuur van een private cloud naar een public cloud brengen, en desgewenst ook weer terug. Het is onze taak de markt hier beter bekend mee te maken.”

In die bewustwording zijn partners onontbeerlijk, vertelt De Werker: “Onze route to market loopt via een omvangrijk en tegelijk fijnmazig netwerk van partners. Dat zijn er in de Benelux zo’n 1800. Elke partner biedt een eigen onderscheidende inbreng, maar moet van zijn kant óók vaak een transformatie doormaken. Ik zou graag zien dat onze partners zich tot kennishuizen ontwikkelen met verstand van Cross Cloud Architecture en de op software gebaseerde bedrijfsvoering. Software fulfilment en licentiebeheer blijven belangrijk, maar er is verdieping nodig om onze gemeenschappelijke klanten middels technologie en kennis van mensen en processen te kunnen helpen met hun digitale transformatie. Wij zijn daarom op zoek naar valueadd partners die ons in staat stellen onze visie en aanpak beter in de markt te positioneren.” n Op Koers • Editie 9

11


IT en business beter in balans Veel organisaties worstelen met het organiseren van het datalandschap en met hoe de borging aansluit bij de verwachtingen van de business. Wordt er meer gedaan dan verwacht of kan het op sommige punten juist een tandje minder? De kunst is om een balans te vinden tussen wat de business werkelijk nodig heeft en wat technisch en financieel haalbaar is. De business consultants van i³ groep helpen met het definiëren van deze balans en het in kaart brengen van de behoeften.

Victor Meerloo, Business Consultant bij i3 groep

12

Op Koers • Editie 9

V

ictor Meerloo is Business Consultant bij i³ groep en gespecialiseerd in complexe vraagstukken: “Alles draait om het afstemmen van het aanbod van IT op de behoeften van de klanten van die afdeling. Deze gesprekken beginnen vaak bij de IT-afdeling zelf. In de praktijk kan dit stuiten op weerstand. De IT-organisatie wordt immers gedwongen om kritisch te kijken naar iets waar men wellicht al jaren dacht goed mee om te gaan. Maar de voordelen van onze adviesgesprekken worden snel duidelijk als blijkt dat men door de business te betrekken wellicht meer mogelijkheden krijgt op budgettair gebied, of invloed kan krijgen op de richting van de organisatie.”

Eenheidsworst IT-middelen worden vaak als eenheidsworst gezien en daardoor ook als zodanig behandeld. Alle data en applicaties zijn dan gelijk aan elkaar, ongeacht de rol die ze voor de organisatie spelen. Meerloo: “Als alle data over één kam wordt geschoren is de kans groot dat ook voor alle data het maximale betaald wordt. Denk dan aan kosten voor primaire storage, support, back-up en manuren. Op het moment dat middels onze diensten duidelijk wordt dat niet alle data gelijk geschapen is en dus ook financieel en operationeel anders behandeld kan worden, geeft dit een IT-afdeling een hoop ruimte. De infrastructuur kan dan flexibel en kosteneffectief worden ingericht. Er wordt na een classificatie een passender prijs betaald voor het bewaren van gegevens.” Vertrekpunt voor het advies is altijd de rol die data of een applicatie speelt in de bedrijfsstrategie. De levenscyclus van data, impact op privacy, compliancy en het belang voor de continuïteit van een organisatie bepalen hoe er met de beschikbaarheid van data en applicaties moet worden omgegaan. Daardoor zie je volgens Meerloo dat het steeds belangrijker wordt dat IT de verantwoordelijkheid voor die data gaat delen met de business. “IT-afdelingen worden zich steeds bewuster van het belang van deze samenwerking. En in de business zien we steeds meer bewustwording van de verantwoordelijkheid voor een duidelijke uitleg van de behoeften aan IT. Dat komt deels omdat IT eenvoudiger is geworden en ook op de werkvloer meer leeft.


CLASSIFICATIE

daarbij is altijd dat de plek van de data voor het advies niet uitmaakt, als deze maar voldoet aan waar de organisatie behoefte aan heeft en aan wat er mag. De cloud mag nooit een doel op zich zijn.”

Back-up wordt risicofactor

IT is geen ‘probleem’ meer van enkel de IT-afdeling, maar wordt een gedeelde verantwoordelijkheid.”

De business consultants van i³ groep zien een belangrijk verbeterpunt bij veel organisaties: door de ‘eenheidsworstaanpak’ wordt de back-up zo groot dat deze een risicofactor wordt in plaats van een verzekering. Meerloo: “Groeiende datavolumes in organisaties kunnen de bedrijfscontinuïteit in gevaar brengen. Door de organisatie van de back-up moet er vaak zo veel data teruggezet worden na een calamiteit, dat dit langer duurt dan de business kan financieren. Je kunt dat met technologie deels ondervangen door snellere, slimmere en handigere back-upjobs te plannen, maar je kunt ook kritisch kijken naar welke data er überhaupt in de back-up thuishoort. En kijk ook naar in welke volgorde workloads teruggezet moeten worden bij een herstel of bij het opstarten van een DR-omgeving.”

Vreemde ogen dwingen

Mensen en processen

Dat vreemde ogen dwingen, is in de praktijk al regelmatig aangetoond. Door de consultancydiensten gaan al diverse organisaties slimmer om met hun data en applicatielandschap. Meerloo vertelt: “Onze adviezen gaan altijd verder dan wat de IT-afdeling zelf al kent en zijn zeer pragmatisch van aard. Wij kennen alle mogelijkheden in de markt en kijken niet alleen naar wat binnen het directe bereik van IT ligt. Ook de adoptie van cloudtechnologie speelt daarin een grote rol: de IT-afdeling wordt gedwongen om te kijken naar andere manieren waarop IT-middelen aangeboden en afgenomen kunnen worden.” i³ groep helpt organisaties met verschillende diensten om niet alleen de data, maar ook de processen en workloads goed in kaart te brengen. “Op basis van die inventarisatie kan een digitale strategie worden opgesteld waarin de afname van cloud een rol kan spelen. De insteek

De aanpak van i³ groep is onderscheidend omdat de consultants naar meer zaken kijken dan alleen naar de data. Los van technologische analyses van gebruikspatronen, groeipatronen, datatypes, et cetera wordt er ook gekeken naar het mens- en het procesdeel. “We houden interviews met alle betrokken stakeholders rondom hun behoeften, zowel binnen IT als in de business”, zegt Meerloo. “Er wordt gekeken naar welke bedrijfsprocessen er in welke mate afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van IT-middelen. Hierdoor kunnen we zwakke plekken in de keten snel identificeren. Aanpassingen die hieruit voortvloeien, kunnen dus zowel betrekking hebben op de infrastructuur, op de onderlinge communicatie of op hoe bedrijfsprocessen zijn vormgegeven. Dit bespaart organisaties geld en tijd. Het maakt dat business en IT elkaar beter begrijpen en echt kunnen samenwerken aan gezamenlijk succes.” n

‘ZWAKKE PLEKKEN KUNNEN WE SNEL IDENTIFICEREN’

Op Koers • Editie 9

13


Eerste Nederlandse quantumcomputer wordt een feit Quantumcomputing is al jarenlang hot omdat een quantumcomputer exponentieel hogere verwerkingssnelheden belooft dan conventionele computers. Binnen tien tot twintig jaar worden compleet nieuwe industrieën en toepassingen mogelijk, waarmee quantumcomputing de overtreffende trap van alle disrupties wordt. Met het Delftse QuTech, een samenwerking van TNO en de TU Delft, heeft Nederland sinds 2013 een internationaal paradepaardje in huis dat al veel technologische doorbraken heeft gerealiseerd. Managing Director Kemo Agovic belicht de achtergronden en schetst het perspectief: over tien tot vijftien jaar is de eerste Nederlandse quantumcomputer een feit.

Q

uTech werd in 2013 door wetenschapper Leo Kouwenhoven* van de TU Delft opgericht met als doel quantumtechnologie praktisch toepasbaar te maken en heel concreet een revolutionair snelle quantumcomputer en idem quantuminternet te ontwikkelen. In 2014 stapte TNO in en in 2015 voorzag de Nederlandse overheid (het ministerie van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de TU Delft, TNO, TKI HTSM, FOM en STW) het instituut voor tien jaar van 146 miljoen euro aan kapitaal. Vervolgens haakten techgiganten als Microsoft en Intel aan, waarbij de laatstgenoemde 50 miljoen euro investeert. Volgens Agovic kan QuTech, met inmiddels 150 wetenschappers, daarmee goed uit de startblokken en moet rond 2020 een proof of principle met meer dan 50 qubits gereed zijn. Tegen 2025-2030 kan de eerste geavanceerde quantumcomputer worden verwacht.

Verstrengeling en superpositie Quantumtechnologie is gebaseerd op de wetten van de quantummechanica, het inzicht in de natuurwetten van het gedrag van subatomaire deeltjes als elektronen en fotonen. Die gedragen zich bijzonder onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij temperaturen iets boven het

absolute nulpunt van nul graden Kelvin, -273 graden Celcius. Door toegespitste controle is dan een quantumtoestand te bereiken, te controleren en uit te lezen waarmee baanbrekende technieken worden ontwikkeld. Dat is een hele uitdaging, want de benodigde eigenschappen laten zich maar moeilijk vangen, beteugelen en voor een karretje spannen. Het gaat om de quantumeigenschappen ‘verstrengeling’ en ‘superpositie’. De superpositie van een quantumtoestand betekent bijvoorbeeld dat de spin (draairichting) bij een quantumdeeltje meerdere richtingen tegelijkertijd kan aannemen. Hierdoor heeft de quantumbinaire eenheid, oftewel qubit, tegelijkertijd een waarde 0 en 1. Wanneer zo’n superpositie wordt gemeten, wordt er altijd een antwoord gegeven, 0 óf 1. Hierna is de superpositie ingestort en is het quantumdeeltje in de gemeten toestand. Een quantumdeeltje kan ook worden verstrengeld (gepaard) met een ander quantumdeeltje. Ze zijn dan in een soort gezamelijke superpositie, bijvoorbeeld beide ‘0’ of beide ‘1’. Dit betekent dat deze deeltjes sterke correlaties vertonen in hun eigenschappen. De deeltjes blijven verstrengeld, onafhankelijk van de onderlinge afstand. Als de toestand van een van die deeltjes gemeten wordt, krijg je een antwoord, en is onmiddellijk de toestand van het andere deeltje vastgelegd, hoe ver ze ook van elkaar verwijderd zijn.

Onbeperkte mogelijkheden Een conventionele computer kan met 64 bits één uit 264 waardes uitdrukken. Bij een quantumcomputer werkt dit anders dankzij de superposities. Heb je 64 qubits, dan kun je 264 waarden tegelijk uitdrukken. Wil je de snelheid verdubbelen, dan voeg je één qubit toe aan je systeem in tegenstelling tot twee keer zoveel bits in de klassieke computer. Grootschalige, complexe berekeningen kunnen zo veel 14

Op Koers • Editie 9


INTERVIEW

Managing Director Kemo Agovic van QuTech: ‘Quantumtechnologie wordt niet alleen de basis voor een nieuwe computerarchitectuur, maar ook voor het fundamenteel onderzoek naar nieuwe materialen’

sneller worden gerealiseerd dan door onze supercomputers. Agovic licht toe: “Quantumtechnologie wordt niet alleen de basis voor een compleet nieuwe computerarchitectuur, maar ook voor fundamenteel onderzoek naar nieuwe materialen. Je kunt veel sneller testen en simuleren waardoor compleet nieuwe toepassingen en daarmee nieuwe industrieën zullen ontstaan. De mogelijkheden zijn dan onbeperkt.” Het principe van verstrengeling zorgt voorts voor een doorbraak bij netwerken. “Verstrengeling is heel belangrijk voor communicatiedoeleinden”, legt Agovic uit. “Stel, je hebt verschillende kleine quantumnodes waarmee je een netwerkinfrastructuur wilt opzetten. Dan wil je uiteraard niet afgeluisterd worden; er mag niet in het netwerk worden ingebroken. Dankzij quantumverstrengeling kun je niet ongemerkt worden afgeluisterd. Als iemand op je lijn zou inbreken is de verstrengeling tussen de qubits direct verstoord. De lijn is dan meteen weg en er kan geen informatie meer worden uitgewisseld. Met verstrengeling kun je dus een verbinding opzetten die fundamenteel niet te onderscheppen of af te luisteren is.”

qubits te verbeteren. Daarnaast wil men ook de koelingsproblematiek tot meer aanvaardbare proporties terugbrengen. Dit betekent het realiseren van de quantumpositie bij hogere, makkelijker en sneller te bereiken temperaturen. Uiteindelijk blijft foutcorrectie nodig om quantumtoestanden tegen fouten te beschermen. Dit is een uitdaging, omdat je door een meting direct de toestand uitleest. In quantumfoutcorrectie wordt een quantumtoestand beschermd door deze op te slaan in meerdere qubits. Door die qubits met elkaar te vergelijken zonder ze apart te meten, kun je iets leren over de fout, om deze vervolgens te herstellen.

‘QUANTUMCOMPUTING WORDT DE ULTIEME GAMECHANGER’

Foutcorrectie Tot zover de theorie. Nu de praktijk. Die blijkt (uiteraard) weerbarstig. Qubits zijn bijzonder moeilijk te construeren en nog moeilijker stabiel te maken en te houden. De vereiste quantumtoestand raakt bij stijgende temperatuur en andere externe invloeden snel verstoord. Daardoor is de tijd voor gegevens invoeren, verwerken en uitlezen alsmede communicatie tussen qubits onderling nu nog ultrakort. Een belangrijk deel van de onderzoeksactiviteiten bij QuTech, gegroepeerd in een vijftal roadmaps, is erop gericht om de stabiliteit van de

Lange adem

Om de problemen te overwinnen en de doelen te verwezenlijken is nog veel onderzoeksinspanning nodig. Agovic roept daarom commerciële partners op zich bij QuTech aan te sluiten, bijvoorbeeld om quantumrepeaters te helpen ontwikkelen zodat op grotere afstanden quantumcommunicatie plaats kan vinden. Het Nederlandse bedrijfsleven is nog terughoudend. Agovic: “Iedereen vindt het interessant, maar de ontwikkeling van een quantumcomputer is voor veel bedrijven nog te ver weg. Je moet een lange adem hebben, want dit onderzoek gaat echt over de lange termijn. Time-to-market blijft voor ons een uitdaging, desalniettemin zou het Nederlandse bedrijfsleven moeten inspringen om het quantumecosysteem verder vorm te geven, want quantumcomputing wordt de ultieme gamechanger.” n

* Tijdens de totstandkoming van dit artikel werd bekend dat Leo Kouwenhoven de overstap maakt naar Microsoft. Het Amerikaanse technologiebedrijf opent een eigen lab op de campus van de TU Delft.

Op Koers • Editie 9

15


Balans tussen willen en kunnen Veel relaties vragen ons wat onze visie is op hybrid cloud management. Zoals u weet is dit een van de centrale thema’s die we binnen i³ groep voeren, naast dynamic data protection en information management. Onderstaand zullen we uiteenzetten wat wij hieronder verstaan en hoe dit zo gegroeid is.

V

anuit i³ groep adviseren wij klanten al jaren over hoe bestaande IT-platformen optimaal ingezet kunnen worden om de interne informatievoorziening te ondersteunen. Uiteindelijk gaat het erom voor uw organisatie, met inzet van slimme IT-oplossingen, een digitaal businessmodel op te zetten. De afgelopen jaren was de inzet van IT-platformen een samenspel met leveranciers die zich hadden gespecialiseerd in een type business in het datacenter: servers, storage of netwerken. Over het algemeen was het een overzichtelijke wereld met een status quo tussen deze leveranciers. Binnen de domeingebieden was sprake van geleidelijke verbeteringen van de oplossingen. Met de komst van servervirtualisatie werden de eerste stappen gezet om deze datacentersilo’s te doorbreken. In de huidige markt zien we dat de virtualisatietrend grip heeft op alle datacenteronderdelen. Hiermee zijn we in staat IT-capaciteit te leveren waarbij de aansturing van de IT-infrastructuur primair door het virtualisatieplatform wordt uitgevoerd. We noemen dit ook wel het software defined datacenter.

Software defined datacenter Een software defined datacenter is ook de opzet van de basisinfrastructuur waarvan de grote cloudspelers in de markt gebruik maken. Weliswaar gaat het bij Amazon AWS, Microsoft Azure en het Google Cloud Platform om andere virtualisatietechnieken, maar het gedachtegoed is hetzelfde. We zetten software in om hardware aan te sturen en laten alle taken geautomatiseerd uitvoeren. De gebruiker vraagt IT-capaciteit aan via het internet en betaalt per gebruik. We zien op dit moment dat de meeste van onze relaties een tussenstap maken voordat een volledig software defined datacenter wordt geïmplementeerd, via geïntegreerde systemen. Kenmerkend aan deze oplossingen is dat de server- en storageomgeving geïntegreerd worden aangeboden. Zie het als een combinatie van een server, storage en een netwerkswitch met managementsoftware die het geheel aanstuurt. 16

Op Koers • Editie 9

WE KUNNEN NIET GENOEG BENADRUKKEN HOE BELANGRIJK HET IS OM ONDER ARCHITECTUUR TE WERKEN

Geïntegreerde systemen Geïntegreerde systemen zijn een logische tussenstap op weg naar het software defined datacenter. We zien de hoeveelheid technische mogelijkheden de afgelopen achttien maanden exponentieel toenemen in allerlei vormen: integrated infrastructure systems, integrated stack systems, hyper-converged systems, enzovoort. Dit vraagt om een goed inzicht van de applicaties die op dit platform moeten landen. In elk geval kunnen wij niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om onder architectuur te werken. Elke IT-afdeling moet in staat zijn de digitale transformatie binnen zijn instelling te faciliteren en een goed IT-platform is de basis voor het bouwen van nieuwe businessmodellen. Dat mag niet afhankelijk zijn van de ‘flavour of the day’-oplossingen die binnen de markt voor geïntegreerde systemen voorbijkomen.

Hybrid cloud Terwijl de IT-afdeling druk bezig is eigen IT-platformen verder te professionaliseren richting een software defined datacenter, kunnen gebruikers binnen de meeste organisaties niet wachten. Zo wordt


STAND VAN ZAKEN

De stand van zaken volgens Rob Vissers, Managing Director i3 groep

volgens Gartner gemiddeld 23 procent van het IT-budget geconsumeerd buiten de IT-afdeling om. Een gebruiker kan op het internet IT-functionaliteit als dienst afnemen met een snelheid en gemak die de interne IT-afdeling niet kan bieden. Heel negatief noemen we dit ook wel ‘shadow IT’, maar gaat het eigenlijk niet over ons onvermogen als industrie om in te spelen op innovaties? Onze verwachting is dat IT-capaciteit in de toekomst geleverd zal worden door zowel interne als externe (cloud)resources en we dus zullen spreken van hybrid IT of multicloud.

Hybrid cloud management We merken een sterke behoefte bij onze relaties om de regie terug te krijgen over de budgetten die extern worden besteed. Niet zozeer om gebruikers functionaliteit af te pakken, maar meer om zicht te krijgen op kosten, om risico’s van datalekken beter te kunnen managen, vanwege het centraal kunnen af- en aanmelden van medewerkers en om te kunnen werken volgens standaarden.

CONFIGURATION

SLA’s

Bij het afnemen van IT-capaciteit van meerdere platformen is het zaak om één managementplatform leidend te laten zijn over alle systemen. We spreken in dat geval over een hybrid cloud managementplatform. Binnen dit platform worden de volgende zaken afgehandeld met alle onderliggende interne en externe IT-resources. Ook bij het inzetten van bovengenoemd platform is het zaak zelf de regie te voeren en ook hier geldt dat wij adviseren om onder architectuur te werken. Immers ‘a fool with a tool is still...’ Dit betekent niet één keer uitrollen en vervolgens met rust laten. Cruciaal om als organisatie grip en overzicht te behouden zijn operatiGOVERNANCE ons management, procesmatig ontwerpen, monitoren, controleren en bijstellen van de benodigde capaciteit. BILLING Onze consultants helpen graag bij het opstellen van dergelijke plannen. Dan kunt u de balans houden tussen het ‘in de lucht houden’ van het huidige IT-landschap en het uitzetten van een route (met onze hulp) voor hoe u uw organisatie gaat PROVISIONING helpen het digitale businessmodel van morgen op te zetten. n

MONITORING

Op Koers • Editie 9

17


The world’s first truly Composable Infrastructure. HPE Synergy. Put the speed and flexibility of cloud in your own secure data center with “infrastructure as code.” HPE Synergy delivers fluid resource pools, software-defined intelligence, and a unified API. Now you can automate compute, storage, and fabric for applications in just minutes. And create new value across your business—instantly and continuously. Interact with on-demand videos, infographics, articles, and more with Forrester. Go to hpe.com/info/synergy

Accelerating infrastructure

Brought to you by HPE & Intel®. Intel Inside®. Powerful Productivity Outside. © Copyright 2016 Hewlett Packard Enterprise Development LP. Intel and the Intel logo are trademarks of Intel Corporation in the U.S. and/or other countries.


COLUMN

HYPER-CONVERGED: DÉ OPLOSSING

V

eel mkb-bedrijven gaan voor een klassieke IT-infraoplossing van losse servers en storage. Hyper-converged staat niet snel op hun radar. Toch denk ik dat het voor het mkb een fraaie oplossing kan zijn. Hyper-converged is voor IT-infra wat de iPhone was voor de smartphonewereld: een totaalervaring die meer is dan de som der delen en die het gebruik zoveel makkelijker maakt. Met hyper-converged krijg je een geïntegreerde oplossing van server, storage, netwerk en software die vanaf moment één gewoon werkt. Zoek je servers, storage en networking van verschillende leveranciers bij elkaar, dan zoek je per onderdeel naar het beste en maak je de totaaloplossing ondergeschikt. Het gevolg: je bent vaak dagen of zelfs weken kwijt om alle onderdelen te integreren. Maar dat is slechts één van de problemen. Zo is het updaten en onderhoud van een bij elkaar geshopt systeem vaak een nachtmerrie waarbij alle support matrixes vergeleken moeten worden. Wanneer er een probleem is, neemt vaak niemand de verantwoordelijkheid. Alles houdt namelijk verband met elkaar en het is maar net de vraag of de storageleverancier dezelfde versies ondersteunt als de serverleverancier. Toch moet je updaten, want als je te ver achterloopt krijg je geen support meer. Voor klassieke systemen is bovendien vaak specialistische kennis nodig die intern niet altijd voorhanden is en extern moet worden ingekocht. En

tot slot loop je met uitbreidingen vaak aan tegen verborgen limieten, waardoor een instapstorage-array al snel te beperkt blijkt. Natuurlijk moet je niet blind voor een gestandaardiseerde oplossing kiezen, maar ik ben ervan overtuigd dat het voor de meeste mkborganisaties een goede prijs-kwaliteit zal leveren. Als je gebruik maakt van Hyper-V of VMware en twee of meer servers hebt, kun je het jezelf makkelijk maken als je kiest voor een hyper-converged systeem. Met een hyper-converged systeem van gestandaardiseerde, geteste en geverifieerde bouwblokken wordt je infrastructuur immers drastisch vereenvoudigd. Een dergelijke oplossing is in vijftien minuten opgezet of uitgebreid. Ook is er één centrale managementinterface en één supportkanaal voor hardware, software en hypervisor. En door de software defined storagelaag is het systeem lineair schaalbaar qua capaciteit en performance. Je hebt ook geen specialistische kennis meer nodig, want een VMware- of Hyper-V-generalist kan de volledige stack beheren. Dan zijn er ook nog extra’s die het systeem een meerwaarde geven. Zo bieden wij een selfserviceportaal zodat verschillende groepen binnen een bedrijf zelf VM’s kunnen uitrollen op basis van de door de IT-organisatie gedefinieerde OS-images en VM-profielen. Ook updaten van de volledige stack gaat bij ons in drie klikken. Kortom: voor een mkb-bedrijf kan hyper-converged een uitkomst zijn. Je krijgt een systeem van enterpriseniveau dat je gemakkelijk kunt opschalen, dat eenvoudig te beheren is en dat enorm scheelt in de portemonnee, in zorgen en in tijd. Ik denk dat er maar weinig mkb’ers zijn die hogere eisen stellen. Maurice de Haan, Solution Architect bij HPE Op Koers • Editie 9

19


Welke clouddienst is passend? Gingen niet zo heel lang geleden de gesprekken tussen de IT-afdeling en een reseller vooral over hard- en software, nu gaat het over de vraag hoe de bedrijfsvoering is te verbeteren. Cloud computing speelt daarbij een belangrijke rol. “Maar er is nog veel onbekendheid. Samen met onze partner Weolcan geven wij advies”, zegt Lex Tange, Delivery Manager bij i3 groep.

T

ange begint het gesprek met te zeggen dat i3 groep de laatste jaren een andere koers heeft ingezet. “De behoeften van onze klanten veranderen. Als je dan blijft doen wat je altijd deed, ben je niet meer relevant voor hen. Zij willen tegenwoordig veel meer weten wat je kunt doen met informatietechnologie. Gewoon dozen verkopen is achterhaald. Wij verlenen nu veel meer diensten en geven advies.” Bart Veldhuis, Cloud Architect bij Weolcan (een oud-Engels woord voor ‘wolken’ en dusdanig uitgesproken), is het roerend eens met Tange dat cloud computing onderdeel uitmaakt van het nut van automatisering. “Maar er is nog veel onwetendheid over dit aspect”, zegt Veldhuis. “Wij helpen organisaties cloud computing op de juiste manier in te zetten. Dat doen we samen met onze partner i3 groep. De vraag is namelijk wat je wel en wat je niet in de cloud onderbrengt. Er zullen weinig CEO’s zijn die echt alles in de cloud stoppen. Daar zijn verschillende redenen voor. Eén ervan is dat cloud computing meer geld kan kosten. De winst van cloud computing zit hem dan ook niet zozeer in het mogelijk verlagen van kosten, maar in het verkrijgen van flexibiliteit en wendbaarheid: het snel kunnen acteren op nieuwe ontwikkelingen in de markt of in de organisatie.

‘ CLOUD IS EEN MIDDEL, NIET DE OPLOSSING’

20

Op Koers • Editie 9

Die puzzel leggen we samen met de klant. En vervolgens komt dan natuurlijk de vraag hoe je die nieuwe wereld integreert met het al bestaande platform. Ook die kennis brengen wij in.”

Automatisering Eén van de diensten die i3 groep op dit vlak heeft ontwikkeld, is disaster recovery ‘as-a-Service’. De IT-dienstverlener heeft niet een eigen datacenter, maar kan wel regelen dat de bedrijfscontinuïteit van een klant geen gevaar loopt. Cloud computing is, evenals virtualisatie, een evolutionaire stap in de nog jonge automatiseringsgeschiedenis. “En we zitten alweer midden in de volgende: de automatisering van de automatisering”, zegt Veldhuis. “Al die complexe handelingen moet je niet meer handmatig laten doen door de IT-afdeling, maar automatiseren. Anders duurt het te lang en wordt het te duur.” Veel leveranciers hebben tools om de dienstverlening van de IT-afde-


HYBRID CLOUD MANAGEMENT

Bart Veldhuis, Cloud Architect bij Weolcan en Lex Tange, Delivery Manager bij i3 groep

ling naar een hoger plan te tillen (bijvoorbeeld door het samenstellen en aanbieden van een selfservice-softwarecatalogus) en te automatiseren. “Maar er is nog veel onwetendheid”, stelt Tange. “Nederland loopt wereldwijd gezien wel voorop met het gebruik van cloud computing, maar het achterliggende platform is nog niet heel erg volwassen. Tegelijkertijd moeten de IT-afdelingen hiermee wel nu aan de slag. De truc is om het niet als één groot project in één keer op te willen pakken, maar in kleine stappen tot grote successen te komen.” “En er zijn al heel veel tools beschikbaar”, vult Veldhuis aan. “Veel van die tools komen uit de opensource-community. Maar dan moet je wel weten wat je nodig hebt. Bij die keuze willen wij graag helpen.”

Alles draait om applicaties Een positieve trend die beiden zien, is dat organisaties niet meer over hardware en infrastructuur praten, maar over applicaties. “Uiteindelijk gaat het daar om, de rest is alleen maar ondersteuning”, legt Tange uit. “Het mooie daarvan is dat je dan ook met andere mensen aan tafel zit: niet de medewerkers van de IT-afdeling, maar mensen van de business die vertellen hoe zij hun werk het liefst willen uitvoeren. Automatisering is daar slechts een afgeleide van.” Cloud computing speelt als vanzelf een rol in de invulling van de beste manier van werken. “Maar het aanbod van clouddiensten is overweldigend. Je moet goed nadenken over waar je wilt beginnen en hoe je dat een pragmatisch kunt aanpakken”, zegt Veldhuis. “Wat past bij een bedrijf? Bovendien moet je een structuur neerzetten die veilig is. Juist op dit vlak is automatisering van IT-handelingen belangrijk.” Tange komt al met een paar voorbeelden waar cloud computing een uitkomst is: “Voor het ontwikkelen van nieuwe applicaties is het handig

om tijdelijk extra computerkracht in te huren. Als het project immers is afgerond, heb je die servers en programmatuur niet meer nodig. Hetzelfde geldt voor piekbelastingen in het werk dat een organisatie moet verzetten. Denk aan een marketingcampagne die slechts voor een beperkte tijd loopt. Als de campagne klaar is en de resultaten ervan zijn verwerkt, heb je de extra computercapaciteit niet meer nodig.”

Grootste risico De inzet van cloud computing, zo vindt het duo, kent financieel weinig risico’s, omdat het pay-per-use-model hier geldt. Je betaalt alleen wat je gebruikt en kunt stoppen wanneer je wilt. Geen afschrijvingstermijnen van drie jaar, zoals wanneer je hardware koopt voor in de eigen serverruimte. “Eigenlijk is het gebrek aan kennis het grootste risico”, stelt Veldhuis. “Je moet goed weten wat je nodig hebt en hoe je de oude en nieuwe IT-wereld integreert. Daarbij moet je wel bedenken dat cloud een middel is, niet de oplossing. Overigens is het makkelijk na te gaan welke oplossing bij een organisatie hoort vanwege het flexibele karakter van cloud computing. Falen hoort bij het leerproces en is geen probleem. Je zit niet meteen voor jaren vast aan een bepaalde keuze.” Tange voegt eraan toe: “Wij hebben zelf veel geleerd de laatste jaren. Eerst deden we alles on-premises, tegenwoordig doen we bijna alles in de cloud. Het applicatielandschap is altijd het uitgangspunt voor een cloudstrategie. Daarbij komt dat applicaties in verschillende momenten van hun levenscycli zitten. We hebben wel gemerkt dat je waanzinnig veel kennis nodig hebt om de strategie uit te denken en toe te passen.” Het advies van Veldhuis en Tange is derhalve: begin klein, doe ervaring op en pas voortschrijdend inzicht toe om tot de beste oplossing te komen. n

‘HET APPLICATIELANDSCHAP IS ALTIJD HET UITGANGSPUNT VOOR EEN CLOUDSTRATEGIE’

Op Koers • Editie 9

21


‘ Innovatie ontstaat op snijvlak van ICT en andere sectoren’ Nederland heeft alles in huis om de nummer één digitale economie van Europa te worden, vindt branchevereniging Nederland ICT. “Waar uitdagingen zijn, zien we kansen die we kunnen benutten. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt.”

“O

nze digitale infrastructuur is waanzinnig. Daarnaast zijn Nederlanders ontzettend nieuwsgierig en enthousiaste gebruikers van digitale technologie. Niet voor niets wordt Nederland vaak gebruikt als toetsingsmarkt voor nieuwe diensten of producten. Het vestigingsklimaat is prettig. En we hebben veel hoogopgeleide mensen.” Directeur Lotte de Bruijn is van mening dat Nederland hiermee de nummer één digitale economie van Europa kan worden. “Misschien zelfs wel van de wereld.

‘JE KUNT KRACHTEN BUNDELEN OP THEMA’S. DAAR HOEF JE NIET PER SE LID VOOR TE ZIJN’ Om dat te bereiken moet Nederland leidend zijn in de toepassing van digitale technologie in de verschillende sectoren. Maar ook proberen we zo goed mogelijk de ontwikkeling van de ICT-sector te faciliteren. De seinen staan op groen.” De Bruijn is directeur van branchevereniging Nederland ICT met ruim 550 leden, die tachtig procent van de markt vertegenwoordigen. Dat zijn grote ICT-bedrijven, maar ook zzp’ers. Met dienstverlening en belangenbehartiging ondersteunt de vereniging de sector. Daarnaast organiseert Nederland ICT workshops en netwerkbijeenkomsten, bijvoorbeeld voor juridisch advies. 22

Op Koers • Editie 9

Zijn de uitdagingen waar je het over hebt, ook de thema’s waar jullie op inzetten? “Deels. Voor onderwijs en arbeidsmarkt geldt dat wel. De vraag matcht niet met het aanbod in specifieke functieprofielen. We doen onderzoek naar welke vacatures niet opgevuld worden. En we pleiten voor een aanpassing aan het curriculum op scholen, zoals het toevoegen van computational thinking waar programmeren een onderdeel van is. We vinden dat we als sector en overheid een verantwoordelijkheid en verplichting hebben om kinderen voor te bereiden op een wereld die over twaalf jaar zoveel anders is. Ook zien we kansen op het gebied van privacy en beveiliging, het thema vertrouwen. We zetten ons in om de digitale veiligheid te bevorderen. Daar liggen ook economische kansen voor Nederland. Maar we verzetten ons bijvoorbeeld ook tegen het voorstel voor de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In dat nieuwe wetsvoorstel gaat Nederland heel ver, verder dan andere landen. Het voorstel zegt nu dat ieder bedrijf dat digitale communicatie mogelijk maakt de diensten toegang moeten verlenen tot data. Het gaat dan ook om diensten als Deliveroo of Flitsmeister. Er zijn al bedrijven die hebben aangegeven dat als deze wet werkelijkheid wordt, ze de grens over gaan. We zoeken daarom de dialoog met het ministerie en de diensten.”

Ook innovatie is een belangrijk thema voor Nederland ICT. Vindt digitale innovatie nog wel plaats bij ICT-bedrijven? Of gebeurt dat eerder bij eindgebruikers als Bol.com of Booking.com? “Bij beide denk ik. Er zijn waanzinnige initiatieven waarbij onze achterban samenwerkt met de technische universiteiten. Daarnaast vindt op het snijvlak van onze sector met andere sectoren ook innovatie plaats. Het VU en OLVG zijn bijvoorbeeld een proefproject gestart om de behandeling van bloedvergiftiging te verbeteren. Dat doen ze op basis van data-analyse.”

ICT is inmiddels overal. Gaat Nederland ICT ook meer bedrijven aan zich binden? “We beperken het tot bedrijven die de digitale economie mogelijk maken. We gaan wel partnerships aan met bedrijven die dezelfde belangen hebben. Dit jaar ging de jaarlijkse ICT Personality Award naar Daniel Ropers van Bol.com. Zij zetten zich net zo fanatiek in voor het

Lotte de Bruijn, directeur van branchevereniging Nederland ICT


INTERVIEW

‘MIJN BAAN IS ZO LEUK OMDAT HET MAATSCHAPPELIJK RELEVANT IS’ onderwijs en de aanpassing van het curriculum als wij. Je kunt ook de handen in elkaar slaan en krachten bundelen op thema’s. Daar hoef je niet per se lid voor te zijn.”

Zijn er concrete resultaten van jullie werk? “Een voorbeeld van hoe we samenwerkten met andere partijen is bij het terugdraaien van de numerus fixus bij technische opleidingen. Samen met de SER en VNO/ NCW schreven we een brief. En vervolgens is een motie van VVD en CDA aangenomen waarin de minister wordt gevraagd met een oplossing te komen. Een prachtig resultaat, waarin wij een duidelijk aandeel hebben.”

Waar ben je het meest trots op? “Ik ben zo ontzettend trots op mijn team. We doen het met zoveel energie en enthousiasme. Dat zie je bijvoorbeeld als onze young professionals in debat gaan met jonge ambtenaren. Daar spat de energie vanaf. Ik ben heel blij met de hoeveelheid bedrijven die gastlessen geven. Mijn baan vind ik zo leuk omdat het maatschappelijk relevant is. Wat wij doen, heeft echt impact. Ik zet me in voor een wereld waarin mijn nichtjes opgroeien. Ik wil dat ze in een wereld terechtkomen die veilig is, waar ze goed opgeleid zijn, een wereld die niet vervuild is. En dat kan allemaal met ICT.” ■

WAT DOET NEDERLAND ICT? Al sinds 1920 werken bedrijven in verenigingsverband samen om de belangen van de ICT-sector te behartigen. In het begin werd daarbij nadrukkelijk een onderscheid gemaakt tussen hard- en software, maar later werd ingezien dat som der delen groter was dan de losse clubs. De vereniging stond de afgelopen jaren als volgt bekend: 1920: VIFKA 1971: COSSO 1995: FENIT 2001: Nederland-ICT 2005: ICT-Office 2013: Nederland ICT

Op Koers • Editie 9

23


COLUMN

HEALTHCARE CONTENT MANAGEMENT: HET GAAT NIET OM HET TERUGVERDIENEN

Z

eker, een Healthcare Content Management (HCM)-systeem helpt ziekenhuizen om bepaalde kosten te drukken. Kostenbesparing mag echter niet meer dan een bijrol spelen bij het bepalen van een langetermijnstrategie voor HCM. Waarom vind ik dat?

Healthcare Content Management is een relatief nieuwe term in Nederland. Het brengt Enterprise Content Management (ECM) en Vendor Neutral Archive (VNA)-technologieën samen in één krachtig, geïntegreerd framework voor het opslaan, managen, raadplegen en uitwisselen van allerlei soorten content, waaronder klinische beelden, biomedische signaaldata, digitale foto’s, video’s en documenten. Naar schatting ‘leeft’ meer dan dertig procent van alle patiëntgegevens buiten het elektronisch patiëntendossier (EPD). Een HCM-strategie richt zich op deze content en zorgt dat deze binnen het EPD beschikbaar wordt gesteld aan eindgebruikers. Dit resulteert in een completer patiëntendossier. Idealiter volgt uit de businesscase voor een HCM-systeem natuurlijk een terugverdientijd. Maar met name de voordelen voor de kliniek – en daar gaat het uiteindelijk om – laten zich lastig kwantificeren (en misschien moet je dat ook niet willen). Zo hoeft een specialist niet meer in verschillende systemen te zoeken omdat er met de Universele Viewer snel toegang is tot alle beschikbare content behorend bij een patiënt. Dit is een zwaarwegend voordeel in de businesscase, maar het gaat ver om dit uit te drukken in tijdwinst per consult (en dus een hogere throughput of meer tijd voor de patiënt).

Toch geld besparen

Toch zijn er wel degelijk voorbeelden van kostenbesparingen die concreet gemaakt kunnen worden. Zo kunnen door de inzet van HCM dure opslagsilo’s van PACS’en gereduceerd worden tot een stabiel beperkte hoeveelheid, de zogenaamde working storage. Ook kunnen kosten worden bespaard op migraties bij PACS- en storagevervangingen. Afgaand op het feit dat PACS’en gemiddeld eens in de tien jaar worden vervangen en storage eens in de vijf jaar, kunt u wel uitrekenen hoe vaak gemigreerd moet worden gedurende de (wettelijk voorgeschreven) levensduur van medische data. Bijkomend voordeel van een HCM-systeem is dat al deze migraties zonder productieverstoringen kunnen worden uitgevoerd. Ook op het vlak van koppelingen kan financieel voordeel worden gerealiseerd. Zo hoeven niet alle PACS’en afzonderlijk aangesloten te worden op de regionale XDS-infrastructuur, maar volstaat één koppeling met het HCM-systeem. Daarnaast kan, indien gewenst, het aantal viewer-integraties in het EPD worden beperkt. Bij i3 groep adviseren we om aspecten als interne informatievoorziening, performance bij het raadplegen van beelden, transmurale informatie-uitwisseling, beschikbaarheid en migraties leidend te laten zijn bij het opstellen van de businesscase. Als een HCM-systeem en bijbehorende Universele Viewer zorgvuldig worden geïmplementeerd zullen zorgverleners hier significant van gaan profiteren tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Een deel van de investering in een HCM-systeem is inderdaad op termijn terug te verdienen, maar dit is niet de drijvende kracht achter deze innovatie. Loyd Slikboer, Solution Consultant bij i3 groep 24

Op Koers • Editie 9


De Glazen Bol Oneens

Eens 56% 100%

Eens 53%

47%

3 Wij vroegen 100% de i groep-medewerkers naar hun visie op de toekomst van technologie in onze maatschappij

Over 15 jaar worden robots ingezet als docent-assistenten Eens

Oneens

Oneens

Eens

Over 10 jaar koop ik mijn auto niet meer bij een dealer, maar in een webshop

Eens 53% Eens 47% Oneens 100% Eens 53% 47% Oneens Eens 100% 47% Eens 53%

44% Oneens Eens 56% Eens Oneens 44% 100% EensOneens 56% Eens 24% 44% 100% Eens 56% Eens Eens 100% 100%76%

100%

Over 5 jaar draaien er 24%virtualrealityfilms in de bioscoop

Oneens

Oneens

Oneens

Oneens 53%

Eens

37%

Eens 24% Eens Oneens 100% Eens 76%Eens Eens 24% Oneens 47% 100%76% Eens Eens Eens 44% Eens 100% 56% 76% 100%

Eens 63%

Over 20 jaar voert een robot routineoperaties uit in plaats van de chirurg

Over 10 jaar bellen we elkaar via hologrammen

100%

53%

Eens

44%

Eens

Eens 53%

neens

Oneens

Oneens 37% Oneens

Oneens

37%

Eens

53% Oneens 53%

47% Eens 47% Oneens Oneens 53% 24%

Eens

Eens 63% Oneens Eens 37% 63%

Eens 63%

47%

Eens Eens 100%76%

WAT VALT ONS OP: De toekomst lijkt redelijk in balans te zijn in deze editie van de Glazen Bol. Behalve bij robotisering in het onderwijs zijn de meningen over de invloed van technologie op ons dagelijks leven redelijk gelijk verdeeld. Toch lijkt het vertrouwen in technologie op termijn dermate groot te worden dat routineoperaties door robots uitgevoerd kunnen worden. Ook viel deze redacteur op dat iets meer dan Oneens 50% van de respondenten overweegt hun auto in de toekomst niet langer bij een dealer te kopen maar online. Hoe de proefrit er dan 37% precies uit ziet (Gerobotiseerde depots? Proefritten aan huis?) laten we nog even inEens het midden, maar na de retail lijken de autoEens dealers op hun tellen te moeten gaan passen en worden ze gedwongen mee te innoveren. 63% 47%

Op Koers • Editie 9

25


Cloudstrategie nog niet op orde Een groot deel (68%) van de Nederlandse IT-managers heeft een sterk vermoeden dat er applicaties buiten de regie van zijn of haar afdeling uit de cloud worden gebruikt. Nog eens 5% weet helemaal niet of dit het geval is. Dit betekent dat 73% van de Nederlandse ITmanagers niet de volledige controle heeft over de data en applicaties in zijn of haar organisatie. Dit blijkt uit het onderzoek Cloud 360 dat werd uitgevoerd door i³ groep, specialist in hybrid cloud management. Het onderzoek werd afgenomen bij 120 respondenten werkzaam bij middelgrote en grote Nederlandse organisaties in diverse sectoren. De respondenten werden bevraagd over hoe hun organisatie staat tegenover cloudtechnologie en welke rol dit gaat spelen in de toekomst.

Gebrek aan regie Rob Vissers, Managing Director van i³ groep, staat niet te kijken van de resultaten. Vissers: “Uit het onderzoek kan worden opgemaakt dat Nederlandse organisaties behoorlijk inzetten op cloud als het gaat om SaaS, maar dat van een mooi sluitende cloudstrategie nog niet echt sprake is. Men heeft een gebrek aan grip en regie op de applicatie- en datastromen in de eigen organisatie. Dit brengt niet alleen organisatorische en governancerisico’s met zich mee, maar kost door inefficiëntie waarschijnlijk ook bakken met geld. IT-managers worden als eerste

aangekeken als er iets niet beschikbaar of kwijt is, maar dit komt in de praktijk vaker door een gebrek aan budget voor goede cloudmanagementoplossingen dan door onwil of onbekwaamheid.”

Hybrid cloud In de NIST-definitie van cloud zijn onder andere ‘on demand selfservice’ en ‘measured service’ belangrijke sleutelwoorden. Uit het onderzoek van i³ groep blijkt dat 57% van de respondenten geen duidelijke servicecatalogus heeft van de intern aan te bieden dienstverlening. En bij respondenten die een selfserviceportal menen aan te bieden aan eindgebruikers (45%) blijkt dat 85% van deze portals nog altijd menselijke handelingen vraagt om aanvragen te verwerken.

VERMOEDT U DAT ER APPLICATIES BUITEN DE REGIE VAN DE IT-AFDELING UIT DE CLOUD WORDEN GEBRUIKT?

26

Op Koers • Editie 9


ONDERZOEK

BEKIJK HET VOLLEDIGE ONDERZOEK Het volledige onderzoek voorzien van commentaren en analyses van de specialisten van i³ groep is gratis te downloaden als e-book of als hardcopy verkrijgbaar via www. i3-groep.nl/cloud360. In deze video is alvast een klein voorproefje van het volledige onderzoek te zien: https://www.youtube.com/ watch?v=cvNqjECs0RY

Vissers: “Het automatiseren van resources en het afrekenen naar gebruik zijn belangrijke componenten in een hybrid cloud-aanpak. Natuurlijk hoeft niet iedereen een volledig geautomatiseerde cloudomgeving, dat zal soms zelfs overkill zijn. Maar als nog altijd 85% menselijk handelen vraagt, dan is daar voor deze organisaties absoluut een kans om kosten te besparen.” Uit het onderzoek bleek ook dat maar 52% van de respondenten in staat is om inzichtelijk te maken wat een IT-resource precies kost. “En van die groep kan ook maar de helft deze kosten intern doorbelasten aan de betreffende afdeling. Als we het hebben over regievoering en een eerlijke positie van IT in de boardroom en over exploitatie kan een goede cloudmanagementstrategie organisaties met grote sprongen vooruit helpen.”

BENT U IN STAAT KOSTEN PER GEBRUIKTE RESOURCE INZICHTELIJK TE KRIJGEN?

WAT VINDT U BELANGRIJK TIJDENS HET GEBRUIK VAN CLOUDOPLOSSINGEN? 1. 2. 3. 4.

Continuïteit en beschikbaarheid Het kunnen opvangen van pieken in de IT-behoefte Rapportage van beschikbaarheid en gebruik Het beter kunnen verwerken van informatie

Op Koers • Editie 9

27


Zorggroep Adelante vernie u

De storageoplossing van zorggroep Adelante was economisch en technisch afgeschreven. Het nieuwe systeem moest een grote datagroei aankunnen en minimaal dezelfde uptime bieden. Samen met i3 groep ging René Jacobs, Manager I&A bij Adelante, op zoek naar een toekomstbestendige oplossing. Adelante is een zorggroep met kernactiviteiten volwassenenrevalidatie & arbeidsreïntegratie, kinderrevalidatie, speciaal onderwijs & wonen, en audiologie & communicatie. Het motto van Adelante is ‘haal het beste uit jezelf’. Samen met cliënten richten ze zich niet op beperkingen, maar juist op mogelijkheden: wat kan er nog wel? In de afgelopen jaren is Adelante gegroeid van 500 naar ongeveer 1.150 werkplekken. De organisatie gebruikt veel applicaties en de complexe ICT-omgeving omvat een grote diversiteit aan ‘best of breed’-oplossingen. René Jacobs, Manager I&A bij Adelante: “Wij hadden een storageomgeving in gebruik die we destijds bij i3 groep hebben gekocht. Deze heeft altijd prima gewerkt, maar was zowel economisch als technisch afgeschreven.”

De aanpak “Wij hebben onze wensen opgesteld en die vervolgens samen met i3 groep naar oplossingen vertaald”, vertelt Jacobs. “Daarbij speelde een aantal belangrijke factoren. We wilden minimaal dezelfde uptime, maar ook een upgrade van de back-upomgeving. Er zijn regelmatig 28

Op Koers • Editie 9

nieuwe normen waar Adelante aan moet voldoen, wat de omgeving en het beheer nog complexer maken. Verder speelde een uitbreiding van het aantal locaties, wat behoorlijke impact heeft op de ICT-omgeving. Tot slot zien we dat we steeds meer mediabestanden in de vorm van video-, foto- en röntgenmateriaal moeten bewaren. Het nieuwe systeem moest deze datagroei probleemloos kunnen opvangen.”

De keuzes De keuze voor i3 groep als partner stond in dit project al vast, gezien de jarenlange goede ervaringen. Jacobs: “We hebben er geen moment over nagedacht om naar een andere partner op zoek te gaan, want i3 groep is qua service en kennis echt een verlengstuk van ons team. De archivering van het elektronisch patiëntendossier gebeurde altijd op tape, maar dat vergde veel tijd en kennis van het team. En als we ooit een probleem hadden, was het met de tapeback-ups. We besloten informatie langer op disk op te slaan. Er moest ook meer performance komen voor onze applicaties, wat we hebben vertaald naar een keuze voor SSD-opslag. Na een selectieprocedure hebben we in overleg met


KLANT AAN HET WOORD

e uwt storage met i groep

FOTO’S: ROB NIJPELS

3

i3 groep gekozen voor een combinatie van EMC storage en een HP blade chassis met blade servers.”

‘ZE ZIJN ERG PROACTIEF EN SCHAKELEN DIRECT WANNEER DAT MOET’

De ervaringen met i3 groep Patrick Nijsten is senior medewerker I&A bij Adelante. Hij vertelt: “De migratie verliep vrijwel vlekkeloos: de migratie van EMC naar EMC was een kwestie van synchroniseren en omschakelen. Op een gegeven moment bleek dat een klein aspect door i3 groep niet helemaal goed was ingecalculeerd. De connectivity naar de DMZ was niet zichtbaar in HPE OneView. Om dit op te lossen hebben ze kosteloos andere switches en adapters geleverd, waarna het vlekkeloos draaide.” Jacobs: “Dat is wat mij betreft tekenend voor de volwassen samenwerking die wij met i3 groep hebben. We werken niet ad hoc samen, maar heel soepel. Als beide partijen zich flexibel opstellen, elkaar de ruimte geven en naar het doel toe werken, biedt dat voor beide kanten toegevoegde waarde.”

CARE-contract

Adelante zorgt zelf voor eerste- en tweedelijnssupport en voor de derdelijnssupport werd een CAREcontract met i3 groep afgesloten. Daarbinnen vallen ook CARE-checks: twee keer per jaar controleert i3 groep de hele omgeving, inclusief eventuele firmware-updates en actualiteit van licenties. Jacobs: “Bij een CARE-contract wordt i3 groep de spin in het web. Zij controleren iedere melding vanuit de hele keten van het product, ook richting andere leveranciers.” Nijsten voegt toe: “i3 groep is een van de meest professionele partijen waar wij mee samenwerken. Bij de meeste bedrijven moet je er zelf achteraan gaan om iets geregeld te krijgen. Bij i3 groep is dat andersom, zitten zij achter mij aan. Dat is niet alleen zo binnen het CAREcontract, maar ook op het gebied van projectmanagement. Ze zijn erg proactief en schakelen direct wanneer dat moet. Onze back-up was de afgelopen vijf jaar af en toe problematisch, maar nu zijn er geen klachten meer. Ik had eigenlijk veel meer problemen verwacht bij dit project. We zijn echt heel tevreden.” n Op Koers • Editie 9

29


Hemd van het lijf Joep Leurs werkt zes jaar bij i3 groep. Als kind was hij veel met muziek bezig, maar inmiddels is hij helemaal op zijn plek als Technical Consultant. Hoewel hij wel continu moet blijven leren om de razendsnelle technologische ontwikkelingen bij te kunnen houden. Waar werkte je voor je bij i3 groep aan de slag ging? “Na mijn studie heb ik eerst twee jaar gewerkt in het midden- en kleinbedrijf. Hierna ben ik mijn vrouw achterna gegaan, bij wijze van spreken, en ben ik in Amersfoort terecht gekomen bij een bedrijf waar ik tien jaar heb gewerkt. Daarna heb ik de overstap naar i3 groep gemaakt, waar ik meer met storage- en servervirtualisatie aan de slag ben gegaan. Ik vond het vooruitzicht om weer in hechtere teams te werken erg fijn. Die korte lijnen tussen afdelingen zorgen voor een meer klantgerichte aanpak, die mij enorm aanspreekt.”

1

2

Waar houdt een Technical Consultant zich gedurende een werkdag mee bezig? “Een gemiddelde werkdag begint met kijken in de agenda wat er voor die dag gepland staat. Ik spreek met de projectmanager door wat er precies wordt verwacht die dag. Als ik bij de klant aankom, luister ik naar de problemen en hoor welke ondersteuning ze nodig hebben. En natuurlijk doen we van tevoren meestal wel een bakje koffie met de klant om even goed af te stemmen wat er precies is afgesproken.” Kan je stellen dat de Technical Consultant de uitvoerende kracht is van een project? “Ja, je moet het zo zien: de Solution Consultants komen met een plan, waar wij mee aan de slag gaan om dit compleet naar wens bij de klant te implementeren. Daarnaast ontdek je door het contact met de klant voor en tijdens de implementatie wel eens een extra behoefte van de klant. Die kun je vervolgens terugkoppelen naar de accountmanagers of Solutions Consultants. Nieuwe ontwikkelingen zie je dan in de praktijk naar boven komen.”

STELLINGEN

3

FESTIVAL Kroeg BIER Wijn Sneeuw STRAND Snack SALADE Solist TEAMSPELER

30

Op Koers • Editie 9


PROFIEL

HEMD VAN HET LIJF

NAAM Joep Leurs FUNCTIE Technical Consultant WOONT IN Lelystad LEEFTIJD 39 jaar GEBOREN IN Roermond, opgegroeid in Heythuysen GETROUWD Met Jolanda, inmiddels 10 jaar OPLEIDING Computertechniek met differentiatie telematica WERKZAAM BIJ I3 GROEP 6 jaar

Is er in zestien jaar binnen het vakgebied veel veranderd in de rol van Technical Consultant? “Ja, zeker! Vroeger ging je vaker naar klanten toe, terwijl je tegenwoordig veel meer de mogelijkheid hebt om een installatie of vergaderingen remote te doen. Je bent hierdoor minder fysiek in het datacenter bezig dan toen. Deze verandering brengt wel veel nieuwe uitdagingen met zich mee, maar dat is goed. Het is mooi om nieuwe technieken en tools te leren en die uiteindelijk te beheersen. Ook al heeft het fysieke werk, in tegenstelling tot remote, ook zijn charmes.”

4

5

Wat had je graag willen weten voordat je als Technical Consultant aan de slag ging? “Toen ik nog op school zat, had ik niet verwacht dat ons vakgebied zo snel zou groeien en veranderen. Hierdoor moet je continu blijven leren om de trends en ontwikkelingen bij te houden en je werk goed te kunnen blijven doen. Als ze me dat vroeger op school hadden verteld, had ik bij wijze van spreken net zo goed niet naar school kunnen gaan. Nee, zo erg is het niet, want het constant moeten leren in dit vakgebied is ook juist het leuke! Je bent daar gewoon continu mee bezig omdat je in de praktijk steeds de nieuwe ontwikkelingen onder de knie moet krijgen, zowel in systemen als diensten.”

‘CONSTANT MOETEN LEREN IN DIT VAKGEBIED IS OOK JUIST HET LEUKE’

Wat wilde je vroeger worden? “Dat is een goeie ...Jee, wat wilde ik vroeger worden? Ik was veel met muziek bezig en vond het wel stoer om gitaar te kunnen spelen. Ik heb een paar gitaarlessen genomen, maar dacht toen ‘weet je wat, ik zet wel gewoon een (cassette)bandje op’. Ik kijk wel nog steeds op tegen iemand die echt goed gitaar kan spelen en op het podium staat. Ik hield aan die periode een voorliefde voor muziek over en heb ook Pinkpop bezocht met mijn vrouw. We hebben Muse een paar keer live gezien, wat ik iedereen kan aanraden! We hopen die ervaring ook met onze kinderen te kunnen delen wanneer ze (5, 7 en 9 jaar) iets ouder zijn.”

6

Op Koers • Editie 9

31


We willen naar een ‘alles-in-een’-platform Al in 2003 lanceerde de KLM haar eerste website. Vrij snel daarna kon men online bij KLM tickets reserveren en inchecken. Inmiddels checkt zeventig procent van de passagiers online in en kunnen ook hotels en huurauto’s via de KLM-website gereserveerd worden. Toch is uitbreiding van de website niet het enige waarin KLM momenteel fors investeert. Volgens Tjalling Smit, Senior Vice President Digital bij KLM/Air France, draait het in de toekomst met name om daar aanwezig te zijn waar de klant is: op de populaire socialmediaplatforms.

D

e Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) zit al jaren op Facebook, LinkedIn en Twitter, verstuurt haar passagiers sms’jes en was eerder dit jaar de eerste airline ter wereld die de boekingsbevestiging en boardingpass via Facebook Messenger aanbood. Ook is er een KLM-media-app waarmee kranten en tijdschriften gelezen kunnen worden, terwijl er gekeken wordt naar nauwere samenwerking met WhatsApp en Twitter. “Messaging-apps zijn de toekomst en ondersteunen ons streven om een gesloten customer journey te realiseren”, stelt Tjalling Smit. “Hiermee bedoelen we dat we zowel voor, tijdens, als na de vlucht onze passagiers online, 24/7, gepersonaliseerde ondersteuning bieden. Ook via chat- en messaging-apps die wereldwijd op miljarden telefoons, tablets en computers zitten. Een goed voorbeeld van geïntegreerde ontwikkelingen op dat gebied is het Chinese WeChat. Gebruikers kunnen daarmee informatie opvragen, chatten, een afspraak bij de tandarts maken, mailen, betalingen doen, vliegtickets kopen, een taxi oproepen, een maaltijd bestellen, et cetera. Dit snelgroeiende netwerk waarop wij uiteraard ook actief zijn, kent al meer dan 800 miljoen gebruikers. De meeste groei zit nu nog in China, maar ook daarbuiten neemt het aantal WeChat-deelnemers snel toe.”

Klanttevredenheid KLM (30.000 medewerkers, omzet 10 miljard euro) vervoert jaarlijks ruim 30 miljoen passagiers. De naamsbekendheid in Nederland is meer dan 90%, maar 70% van KLM’s klanten komt niet uit Nederland. Je moet volgens Smit dus niet verwachten dat men in het buitenland, waar de naamsbekendheid van KLM aanzienlijk lager is, automatisch inlogt op de KLM-website. “KLM is in Maleisië bijvoorbeeld bekend als de afkorting van Kuala Lumpur Municipality, wat daar op alle putdeksels staat. Dat associeer je natuurlijk helemaal niet met een airline. Wij moeten het internationaal vooral hebben van een concurrerende prijsstelling in combinatie met een goede mondiale service. Wij hebben heel veel 32

Op Koers • Editie 9

transitreizigers die ons kiezen vanwege ons netwerk en onze scherpe prijsstelling. Qua extra benefits kunnen we niet op tegen de gesponsorde maatschappijen uit het Midden- en Verre-Oosten. Bedenk ook dat onze klanten gemiddeld 1,5 keer per jaar vliegen. Dan is het een uitdaging om hun aandacht het hele jaar door vast te houden, zelfs als ze de KLM-app op hun telefoon zouden hebben. Door te streven naar een absoluut laagdrempelige communicatie via apps van derden en socialmediaplatforms willen we onze customer intimacy intensiveren. Digitale media zijn daar ideaal voor.”

Koppelen van layers Hoe doet KLM dit? Kun je alle (big) databases en socialmediaplatforms zomaar aan elkaar knopen? “Dat gaat uiteraard niet zomaar”, antwoordt Smit. “Je hebt immers met een installed base te maken van allerlei systemen met vele touch points. Overal ontstaat informatie. Als je tot voor kort iets wijzigde, moest je dit ook in alle andere platforms invoeren. Dat is tijdrovend. Twee jaar terug besloten we de architectuur aan te passen door een zogeheten API (Application Programming Interface)-architectuur te ontwikkelen. Deze fungeert als middenlaag die onder meer het complete incheckproces coördineert en alle informatie van een individuele klant bevat. Verandert er iets,


INTERVIEW

Tjalling Smit, Senior Vice President Digital bij KLM/Air France bijvoorbeeld omdat een passagier een vluchtwijziging wil of een andere stoel, of bagage wil toevoegen, dan voeren we dat nu één keer in en vervolgens wordt dat overal automatisch doorgevoerd. Dus ook op de iPad van de purser die dan bijvoorbeeld weet dat iemand een koffer kwijt is, zodat deze persoon na het boarden persoonlijk wordt opgevangen.”

100.000 berichten

vragen analyseert en hier zo mogelijk een antwoordsuggestie voor geeft. Dat systeem heet digital genius. Het antwoord komt op het scherm van de medewerker die op OK kan drukken als het antwoord klopt of het weigert en de beantwoording overneemt als dit niet klopt. Daar leert het systeem weer van, dus op den duur zal een steeds groter percentage van de vragen door dit systeem afgehandeld kunnen worden. Zijn vluchten vertraagd door bijvoorbeeld mist, dan krijg je hier op één dag zomaar 1700 vragen over. Het antwoord daarop is vaak hetzelfde, dus dan is het prettig als onze medewerkers dit soort saaie routineklusjes door digital genius uit handen wordt genomen. Een andere uitdaging is om de look & feel van al onze digitale uitingen wereldwijd hetzelfde te krijgen. Dat vergt aanpassingen van de user interfaces. Ook de apps op de iPads van ons personeel moeten er hetzelfde uit gaan zien als de apps op de smartphones van onze passagiers. Daar zijn we nu ook druk mee. Digitaal is ideaal, maar er komen heel veel verschillende aspecten bij kijken voor je alles optimaal hebt.” n

‘ZOWEL VOOR, TIJDENS, ALS NA DE VLUCHT BIEDEN WE ONZE PASSAGIERS ONLINE, 24/7, GEPERSONALISEERDE ONDERSTEUNING’

In verschillende landen heeft KLM teams met in totaal 250 medewerkers die 24/7 communiceren met KLM-passagiers. Die teams handelen meer dan 5 miljoen zogeheten mentions per jaar af: berichten waarin KLM wordt genoemd. Ongeveer 15 tot 20% van die mentions leidt tot een echte dialoog met de klant over bijvoorbeeld zijn reservering. Het gaat daarbij om zoekgeraakte koffers, vertragingen, stoelwijzigingen, omboekingen, annuleringen, et cetera. “Die communicatie doen we in twaalf talen”, zegt Smit hierover. “Het moeilijkst is om de toename van het aantal berichten onder controle te krijgen. We werken met een artificial intelligence-systeem dat

Op Koers • Editie 9

33


Van start-up naar rock solid enterprise Dankzij de digitale transformatie ontzorgt VMware organisaties met betrekking tot de

Better Agility

Transforming the Data Center

Reduced Cost

Freedom and Control in the Cloud

More Choice

Empowering the Digital Workplace

kwaliteit en beheerlast van de IT infrastructuur. Bij elkaar verbetert hierdoor de innovatiekracht van bedrijven zodat zij kunnen innoveren als een start-up en leveren als een volwassen organisatie.

Voor meer informatie: www.vmware.com


COLUMN

‘S

tilstand is achteruitgang’ is al jaren het devies binnen de ICTindustrie. Vandaag de dag geldt dat echter nog sterker: gewone (lineaire) groei is niet meer genoeg, alleen met exponentiële groei blijf je de competitie voor. Daar komt bij dat competitie tegenwoordig ook nog eens vanuit onverwachte hoek kan komen. Vooruitkijken en vernieuwen is bittere noodzaak! Uit onderzoek van de Singularity University is gebleken dat er één overeenkomst is tussen bedrijven die exponentiële groei hebben gerealiseerd. Zij hebben dit allemaal gedaan middels digitale transformatie. OK, denkt u nu, maar wat is digitale transformatie dan precies? De term zingt al sinds 2006 rond in onze ICT-industrie. Volgens Gartner is het een agenda voor bedrijven die gericht is op het ontwikkelen van nieuwe services om aan een (nieuwe) doelgroep aan te kunnen bieden via internetservices, websites, of mobiele applicaties. Dit gebeurt uiteraard met een zo kort mogelijke time-to-market, tegen de laagste kosten en met een maximale (persoons)veiligheid. De Google trendanalyse laat zien dat de term ‘digitale transformatie’ de laatste twee jaar zélf een exponentiele groei laat zien. Door industrialisatie van datacenters en consumerization van de front-end is de belofte van de digitale transformatie nu een feit! Dit stelt nieuwe en bestaande bedrijven in staat om snel en flexibel nieuwe markten te veroveren. Virtualisatie en automatisering hebben gezorgd voor een industrialisatie van datacenters. We hoeven nu niet langer te wachten op het inrichten van servers, het connecteren van netwerken en alloceren van storageomgevingen. Bedrijven willen de intelligentie in de digitale infrastructuur beleggen om deze op afroepbasis ter beschikking te

FOTO: JONI ISRAELI

DIGITALE TRANSFORMATIE hebben. Daardoor kunnen ze zich puur richten op het ontwikkelen van nieuwe services. Fail quick, move on and be successful! De digitale infrastructuur is hiermee een policy-based-platform geworden ten dienste van de applicatie en is softwarematig aan te passen al naar gelang gedrag en wensen van de applicatie. Dit zelfsturende karakter van de digitale infrastructuur is het beste te vergelijken met de zelfrijdende auto van Google: het ‘dopje’ op het dak van de auto houdt in de gaten hoe het gaat met de omgeving, om vervolgens eventuele correctieve acties door te voeren aan de infrastructuur van de auto door te versnellen, remmen of bij te sturen. De applicatie is dus de baas in het software defined datacenter! Nu nog deze nieuwe applicaties en services bij de doelgroep krijgen... Door de consumerization van de front-end is er een grote diversiteit ontstaan van hoe de klant gebruik kan maken van al deze nieuwe services. Om het geheel nog complexer te maken, verwacht de klant een naadloze gebruikerservaring over alle mobiele devices. Hij wil de juiste applicatie en de juiste data op het juiste moment beschikbaar hebben. Hoe dan ook en waar dan ook. De applicaties moeten als het ware meereizen met de klant. Dit vraagt om een digitale werkplek die op basis van de identiteit van de klant voor deze ervaring kan zorgen. Waar en wanneer dan ook. Ik vind het fantastisch om te zien dat wij met VMware organisaties helpen met hun digitale transformatie, zodat ze competitief kunnen zijn in deze sterk veranderende markt! Boudewijn Aelbers, Senior Manager Presales Benelux bij VMware Op Koers • Editie 9

35


Het Software Defined Blog is een initiatief van i³ groep om haar lezers kennis te laten maken met de wereld van het Software Defined Datacenter. De intelligentie en efficiëntie in het datacenter worden meer en meer bepaald door slimme softwareoplossingen en steeds minder door de hardware. Server, storage en networking, de fundamentele bouwblokken van elke infrastructuur worden steeds meer gemeengoed en het slim benutten van deze middelen is een uitdaging waar elke ICT’er mee worstelt. Door het gebruik van orchestration en automation software worden de resources die beschikbaar zijn in het datacenter steeds meer door de software toebedeeld en beheerd: vandaar de naam Software Defined Datacenter. Kijk op www.softwaredefinedblog.nl voor de meest recente ontwikkelingen en blogs.

[1] Het API-verdienmodel

Als onmisbaar onderdeel binnen de IT komt de #API steeds weer uit de mouw (sorry, we konden het niet laten), zeker als we het hebben over software defined en #cloud. Iedere keer als je toegang wilt tot een dataset van een #applicatie moet je de API aanspreken. Deze API is een soort tussenpersoon tussen een softwareprogrammeur en een applicatie. Hij accepteert verzoeken en komt terug met de gevraagde data indien het verzoek wordt toegestaan. Daarbij informeert de tussenpersoon de programmeur over wat er kan worden opgevraagd, hoe dit te doen en hoe data kan worden ontvangen.

Google weet hoe het moet API’s maken het mogelijk om je alledaagse werk effectiever uit te voeren. Google ontwikkelt al lange tijd API’s, zoals bijvoorbeeld de search API die toegang geeft tot hun zoekmechanisme. Sinds enige tijd is daar de Cloud 36

Op Koers • Editie 9

Vision API bijgekomen, die mogelijkheden biedt rondom het analyseren van beelden. Hiermee is het mogelijk om bijvoorbeeld gezichtsherkenning binnen een foto uit te voeren en bedrijfslogo’s te detecteren. Dit geeft ontwikkelaars mogelijkheden die tot voor kort niet beschikbaar waren. Allemaal uiteraard tegen een leuke vergoeding per feature die je wilt gebruiken via de Cloud Vision API…

Snapchat past het toe Snapchat introduceerde Memories, een manier om foto’s gemaakt in de app te bewaren en te zoeken. Gebruikers kunnen met een druk op een knop een ‘snap’ bewaren in Memories. Vervolgens maakt Snapchat een back-up van die foto en met behulp van #metadata en beeldanalyse maakt de app de foto’s doorzoekbaar op trefwoorden. Snapchat heeft zo’n 150 miljoen dagelijkse gebruikers. Ik weet niet zeker

AUTEUR: PETER VAN DER TORN

of men gebruik maakt van de Google API, maar de kans is groot. Gelet op de prijzen die Google voor het gebruik van de API hanteert, dan hebben we het hier over enkele tonnen euro’s per dag.

Impact Naast het voorbeeld van Snapchat zijn er talloze andere toepassingen te verzinnen. Wat voor impact gaat dit hebben? Bestaande beelden kunnen, voor zover #Google dat nog niet heeft gedaan, worden geanalyseerd. Dit levert een berg aan nieuwe metadata en die moet allemaal worden opgeslagen. Het liefst uiteraard bij Google. Als er steeds meer beelden op deze wijze worden geanalyseerd, dan kunnen relatief eenvoudig verbanden tussen de verschillende data worden gelegd. Persoonsherkenning is dan een koud kunstje. Maar of dat past binnen de bestaande wetgeving?


SOFTWARE DEFINED BLOG [2] Hyper-converged is

AUTEUR: MISCHA HAL

niet belangrijk

Als je de IT-marketing mag geloven, gaat het tegenwoordig maar om één ding, namelijk dat je gek bent als je geen #hyperconverged-oplossing koopt of iets wat zich voordoet als #softwaredefined. Ik begrijp dat niet helemaal. Als je een auto koopt, bedenk je toch eerst wat je wilt vervoeren en waar je naar toe wilt, en niet welke motor er in moet zitten? Wat doet er dan wel toe? Het gaat natuurlijk om de voordelen die u als klant kunt realiseren met een bepaalde oplossing. Op basis van uw IT-omgeving en de eisen en wensen kijkt u welke oplossingen hieraan

voldoen. De gekozen technologie is een resultaat en niet het doel. Toch begrijp ik dat dit best lastig kan zijn omdat de markt nu eenmaal wordt overspoeld met de mooiste oplossingen. Eigenlijk zou je ook nog willen dat de gekozen oplossing vijf jaar mee gaat. Met de snelheid waarmee dingen nu veranderen is het echter al lastig te voorspellen waar we over een jaar staan, laat staan over drie of vijf jaar. Op basis van bijvoorbeeld moderne hyperconverged-oplossingen zijn er diverse scenario’s mogelijk waarmee je flexibel kunt schalen, afhankelijk van eisen en wensen. Ook die kunnen immers in

de loop van de tijd wijzigen en dan is het prettig als een oplossing mee kan bewegen. Verleiding Dus laat u niet verleiden om op basis van ‘gekozen’ technologie een plan van eisen te maken. Blijf altijd gericht op wat u wilt bereiken. Als de business een behoefte heeft die u moet invullen als IT-afdeling, dan begint u met het inventariseren van deze behoeften, en niet bij welke behoeften de technologie wellicht aan zou kunnen. Op basis daarvan kunt u een businesscase uitwerken en de basis leggen voor de technologiekeuze voor de komende jaren.

Op Koers • Editie 9

37


Gerard Lubberink, Solution Consultant en CISO bij i³ groep

De razendsnelle ontwikkeling van h In de IT-infrastructuur staat of valt alles met goede communicatie. Een van de belangrijkste drie kerncomponenten van de IT, het netwerk, is na jaren van stilstand in een technologische stroomversnelling gekomen. Het statische netwerk is niet meer voldoende voor veel organisaties. Een nieuwe visie is nodig om de business tevreden te houden.

G

erard Lubberink, Solution Consultant en CISO bij i³ groep, ziet een grote verandering in de moderne netwerkinfrastructuur: “Het netwerk is zich aan het opsplitsen. Een deel verhuist naar ongrijpbare cloudomgevingen of externe datacenters en een deel blijft in het traditionele on premises netwerk. Het landschap versplintert en organisaties willen daar grip op houden: ze willen controle over hoe en welke data er over het netwerk beweegt, wie er op het netwerk zit en of dit gaat conform het afgesproken beleid. Het on premises deel hebben organisaties vaak wel in de hand, maar vooral de externe locaties maken het ingewikkeld. Het netwerk wordt groter dan fysiek aan te wijzen is. En ondanks het feit dat het interne netwerk goed in de hand kan worden gehouden is de controle daarover ook een kunst op zich. Medewerkers en gasten nemen immers devices van huis mee en willen toegang tot het netwerk.”

Virtualisatie maakt alles (on)veiliger Doordat we de laatste jaren zo sterk aan het virtualiseren zijn geslagen vindt er steeds meer verkeer plaats tussen virtuele machines. “Je moet 38

Op Koers • Editie 9


NETWORKING structuur: “Omdat er nu zoveel verkeer gegenereerd wordt binnen één host dat naar een andere host wil over de fysieke verbindingen, zijn een paar 1 Gbit-verbindingen niet meer voldoende. 10 Gbit heeft een lange adoptietijd gekend, maar we zien nu al servers met standaard 25 Gbit-verbindingen op de markt komen. Daarom moeten we nu gaan zorgen dat ook de fysieke switches die dat verkeer in goede banen moeten leiden heel snel op 40 of 100 Gbit gaan komen. Dan kan al dat verkeer efficiënt en snel genoeg van virtuele host naar virtuele host worden geleid. Er moet eigenlijk een soort overprovisioning van bandbreedte gaan plaatsvinden om de vergaande virtualisatie binnen servers en applicaties (Docker) te kunnen faciliteren.” Datacenterswitches worden steeds slimmer. Er kan nu per applicatie, virtuele machine of type data gekeken worden hoe dat verkeer het beste gerout kan worden, aldus Lubberink: “Vroeger waren netwerken statisch en werd voor enkele jaren vastgelegd hoe zij moesten gaan werken. De rest van het landschap werd om dat plaatje heen gebouwd. Tegenwoordig wordt er verwacht dat het netwerk flexibel is en zichzelf kan plooien naar waar een applicatie of datastroom behoefte aan heeft. Oplossingen op het gebied van Software Defined Networking of binnen de virtualisatielaag VMware NSX maken dit mogelijk voor organisaties met complexe netwerken waar regelmatig veranderingen in plaatsvinden. Bijkomend voordeel is dat in veel gevallen de lock-in verdwijnt: IT-afdelingen krijgen weer de vrijheid om eigen keuzes te maken en zijn niet langer gebonden aan de oplossingen van een monopolistische speler.”

‘ RANSOMWARE KAN ZICH IN EEN VM ALS EEN WARE PLAAG BINNEN DE VIRTUELE HOST VERSPREIDEN’

De eindgebruiker bepaalt

n het netwerk beseffen dat er op een fysieke host al gauw dertig tot veertig VM’s draaien die allemaal onderling verkeer uitwisselen, zonder ook maar een fysieke netwerkkabel of switch aan te raken”, vertelt Lubberink. “Dit brengt de nodige risico’s met zich mee omdat beveiliging vaak is ingericht om het fysieke netwerkverkeer te borgen. Virtueel verkeer valt vaak buiten de boot. Het verkeer dat horizontaal beweegt (binnen een host, van links naar rechts) is kwetsbaarder voor ‘besmetting’ dan verkeer dat verticaal (van host naar host) beweegt. Dat verticale verkeer gaat nog over een fysieke netwerklaag die je als een soort ophaalbrug kunt sluiten, maar het horizontale verkeer heeft die mogelijkheid niet op die manier. Daardoor kan bijvoorbeeld ransomware zich, als het eenmaal binnen is, in een VM als een ware plaag binnen de virtuele host verspreiden. Dat gebeurt zonder dat de fysieke netwerkbeveiliging daar ook maar iets van ziet.”

Snelheid De backbone die tussen virtuele servers ligt is op dit moment volgens Lubberink vaak een beperkende factor voor de snelheid van de infra-

Eindgebruikers worden steeds veeleisender, signaleert Lubberink: “Als ze beperkt worden omdat ze bepaalde hardware niet kunnen of mogen gebruiken op het netwerk, of als ze niet snel met een nieuwe applicatie aan de slag kunnen, worden ze ongelukkig en lopen ze weg. Dat het veilig moet van de werkgever is voor hen vanzelfsprekend, maar het mag het gebruiksgemak niet in de weg staat. Dat is een heel lastig snijvlak voor de IT’er, want hij moet de eindgebruiker optimaal bedienen zonder de bedrijfsveiligheid uit het oog te verliezen.” Eindgebruikers moeten daarvan bewust worden gemaakt, zegt Lubberink. “Eindgebruikers hebben nu soms noodgedwongen twee devices bij zich. Het mooiste zou natuurlijk een geïntegreerde oplossing zijn, waarmee ze door de dag heen, ook ’s avonds thuis of in het weekend, naadloos tussen hun rol als medewerker en privépersoon kunnen wisselen. Zonder dat het netwerk daar een beperkende factor in is. Dat moet je als werkgever mogelijk maken om medewerkers tevreden en productief te houden. Maar wel volgens jouw beveiligingseisen en je interne QoS.” Lubberink signaleert niet alleen snelle ontwikkelingen in de techniek, maar ook in cultuur: “Het feit dat werk en privé steeds meer gaan mixen moet goed besproken worden door de betrokken partijen. Als een medewerker onder werktijd het zakelijke netwerk mag gebruiken voor privédoeleinden, mag een werkgever dan ook vragen om in privétijd zakelijke dingen te regelen? En hoe regel je dat het allemaal veilig gebeurt? Dat is een verdomd interessante discussie die veel vraagt van alle betrokkenen én van het netwerk.” n Op Koers • Editie 9

39


Helen van der Sluys, Coördinator Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI)

‘ Opeens heb je een wietplantage op je naam staan...’ “D Het zal je maar gebeuren dat er plotseling politie voor de deur staat omdat iemand onder jouw naam strafbare feiten heeft gepleegd. Of dat je rekeningen krijgt voor producten die je nooit besteld hebt. Volgens Helen van der Sluys van het CMI komen er steeds meer meldingen van gestolen identiteiten. De opmars van digitale communicatie maakt het kwaadwillenden makkelijker om onder andermans naam frauduleuze handelingen te verrichten. Wat kun je daartegen doen?

40

Op Koers • Editie 9

it meldpunt is in 2008 ontstaan als proef”, vertelt Helen van der Sluys, Coördinator Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en –fouten (CMI) in een gesprek op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in Den Haag. “Het gaf burgers die te maken hadden met identiteitsfraude en -fouten een loket waar ze terecht konden met hun ervaringen. In 2010 werden we als CMI definitief onderdeel van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en we voorzien sindsdien in een helaas groeiende behoefte.” Inmiddels zijn er zeven medewerkers werkzaam voor het CMI. In 2012 kregen het meldpunt 291 meldingen, in 2014 waren dat er 844 en medio november 2016 zijn dat er al tegen de 1700. “Dit wil overigens niet zeggen dat er een explosie is van identiteitsfraude”, verklaart Van der Sluys. “De stijging komt ook omdat we bekender worden en mensen ons via de website sneller weten te vinden. In de loop van 2016 hebben we bovendien een nieuw ontwikkeld webformulier op de site gezet, waardoor het makkelijker is geworden om melding te doen. Maar ik ben bang dat niet alleen het aantal meldingen maar ook


INTERVIEW het absolute aantal fraudegevallen zal blijven stijgen. Daders worden steeds slimmer en brutaler en er vinden steeds meer zaken op afstand plaats waardoor je niet weet met wie je te maken hebt.”

Kopietje opsturen “Er zijn verschillende soorten van identiteitsfraude”, stelt Van der Sluys. “De eerste en belangrijkste is fraude met identiteitsdocumenten. Fraudeurs hebben allerlei trucs om iemands identiteit te ontfutselen. Ze bieden bijvoorbeeld kaartjes te koop aan op internet voor een concert dat al maanden is uitverkocht. Na de mailwisseling vragen ze om een kopie van je identiteitsbewijs zodat ze zeker weten dat ze de kaarten straks aan de juiste persoon overhandigen. Je wilt dolgraag naar het concert, dus wat doe je dan? De tickets zie je nooit, maar jouw gegevens hebben ze. Ook worden er onbestaande vacatures op internet gezet en word je gevraagd een kopie van een loonstrookje en identiteitsbewijs op te sturen. Dan hebben ze vaak ook je bankrekeningnummer. Studenten worden gelokt met een huurkamer. De kamernood is hoog, dus als iemand dan vraagt even een kopie-identiteitsbewijs op te sturen zodat ze alvast een concept huurcontract op kunnen stellen, doe je dat meteen. Die kamer is natuurlijk al lang verhuurd of bestaat niet eens.” Met een kopie-ID kun je telefoonabonnementen afsluiten, een rekening openen bij een online bank of leningen afsluiten. “Stuur dus nooit zomaar een kopie van een volledig identiteitsdocument op”, vervolgt Van der Sluys. “En als je dit doet, gebruik dan de app KopieID van het ministerie van BZK die is te downloaden via de app-stores. Op onze website staat ook een filmpje van deze nuttige app. Hierop is te zien dat je na het maken van een foto van je identiteitsbewijs met je smartphone of tablet, bepaalde gegevens eenvoudig kunt doorstrepen en een uniek watermerk kunt aanbrengen op de kopie, waardoor deze geen eigen leven kan gaan leiden.”

daard voor toegang tot online dienstverlening met een elektronische identiteit (eID), waarmee begin dit jaar een proef is gestart. Burgers, consumenten en ondernemers kunnen straks met eID zelf het verificatiemiddel kiezen waarmee ze bij een organisatie willen inloggen om een dienst af te nemen of informatie uit te wisselen. Bij eID wordt gebruikgemaakt van een chip waarvan de gegevens uitgelezen worden met een kaartlezer. Het klinkt veelbelovend, maar eerst moeten er uitgebreide tests mee worden gedaan om te kijken of de gegevens niet te hacken zijn. Dit is belangrijk, want identiteitsfraude is ongelooflijk ingrijpend voor het slachtoffer. Kevin Goes, die er een boek over heeft geschreven, overkwam het dat hij een wietplantage op zijn naam kreeg en opeens een strafblad had. Wees dus vooral alert. Mensen die zodra ze geslaagd zijn een foto van hun rijbewijs op Facebook zetten vragen erom. Doe dat vooral niet. En is er sprake van identiteitsfraude, doe dan aangifte bij de politie voor opsporing van de daders en meld dit bij ons voor hulp en advies. En vraag ook onmiddellijk een nieuw identiteitsdocument aan als je vermoedt dat je gegevens misbruikt zijn!” n

MEDIO NOVEMBER WAREN ER AL TEGEN DE 1700 MELDINGEN VAN IDENTITEITSFRAUDE IN 2016

Kijk voor meer informatie op www.rijksoverheid.nl/identiteitsfraude

DigiD-fraude “Los van het misbruik van openbare gegevens die je makkelijk via internet of zelfs in een ouderwets telefoonboek kunt vinden, is fraude met DigiD-gegevens ook een vervelende”, zegt Van der Sluys. “Dit komt vooral voor bij aanstaande ex-partners of net gescheiden partners die de DigiD-inloggegevens van hun ex nog hebben en snel allerlei zaken onder de naam van hun ex regelen. Bewijs dat maar eens! Ga je uit elkaar of vermoed je fraude, vraag dan onmiddellijk een nieuwe DigiD-inlogcode aan. Wat weinig mensen weten is dat DigiD ook een sms-verificatieservice heeft. Zodra jij of iemand anders op jouw DigiD-account inlogt, krijg je op jouw telefoon een berichtje. Zo kom je er onmiddellijk achter als er iets vreemds gebeurt. Dit kun je via de DigiD-website instellen.”

Do’s & don’ts “Omdat identiteitsfraude veelomvattend is, werken we nauw samen met instanties als de politie, de Belastingdienst, de RDW, de marechaussee, de IND en de beheerder van DigiD”, vertelt Van der Sluys. “Momenteel werkt de overheid met het bedrijfsleven aan een stanOp Koers • Editie 9

41


HPE: ‘i groep voegt waarde toe aan ons portfolio’ 3

De overgang van HP naar HPE, een jaar geleden ingezet, is soepel verlopen, aldus Wijnand Boender, Country Manager Indirect Sales bij de IT-leverancier. “We hebben nu meer focus en we merken dat onze partners dit ook oppakken. Bijvoorbeeld met goede advisering, zoals i3 groep dat doet. Zo leveren ze meerwaarde voor onze klanten die voor complexe vraagstukken staan.”

H

ewlett Packard Enterprise (HPE) ontstond op 1 november 2015, toen de printer- en pc-divisie werd afgesplitst van het deel van HP dat computerinfrastructuren met bijbehorende (management)software levert voor organisaties. “Toen we wisten dat de splitsing eraan zat te komen, konden we er meteen op inspelen”, zegt Boender. “Uiteindelijk is dit proces het afgelopen jaar heel soepel verlopen. Er zijn geen neveneffecten geweest en wij hebben meer focus kunnen aanbrengen. Wij leveren oplossingen voor the intelligent edge, maken hybride IT makkelijker en zorgen voor de juiste dienstverlening eromheen.”

Idee-economie Boender vertelt dat we in de ‘idee-economie’ leven: informatietechnologie is bij elke onderneming onderdeel van de creatie van producten en diensten, die zich steeds sneller vernieuwen. IT moet dit niet alleen bijbenen, maar liefst het bedrijf in staat stellen om concurrerend te blijven. Cloud computing, DevOps en virtualisatie zijn de termen die bij de snelle, innovatieve IT-platformen horen. “Maar er draaien nog steeds heel veel workloads rechtstreeks op een server – op bare metal – en dat zal ook wel zo blijven. Daarom moet je een platform hebben dat met alle workloads op de meest geëigende manier overweg kan. Hier hebben we Synergy voor ontwikkeld: een architectuur die je kunt samenstellen om aan de eisen van de idee-economie te kunnen voldoen. Wij noemen het een composable infrastructure. Die wordt aangevuld met managementsoftware OneView waarmee je vanuit één console het landschap kunt samenstellen. Als je meer computerkracht nodig hebt, dan hoef je maar een paar keer te klikken. Hetzelfde geldt voor opslag.”

Extra inspanningen Onlangs vond in Londen het jaarlijkse HPE-evenement Discover voor partners en klanten plaats. Ook daar was veel aandacht voor Synergy. “Het is een andere aanpak, eentje die onze klanten helpt bij te blijven of voorop te lopen. Dit vraagt veel uitleg. Daarom hebben we al veel extra inspanningen verricht om onze partners uit te leggen hoe de hybride wereld van cloud en on-premises, van virtueel en reëel, in elkaar steekt. En hoe Synergy daarvoor een oplossing kan zijn. Want onze partners moeten in staat zijn de vragen van organisaties te beant42

Op Koers • Editie 9

Wijnand Boender, Country Manager Indirect Sales bij HPE


PARTNER AAN HET WOORD woorden. Zij bouwen met hun klanten de use cases. Zeventig procent van onze omzet in Nederland komt binnen via ons partnerkanaal.” Het gaat dan niet meer om de verkoop van machines, maar om het bieden van oplossingen waarmee organisaties in de snel veranderende wereld verder kunnen. “Onze partners zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor onze klanten. Daarom hebben wij al onze toppartners onlangs bijgepraat en uitgelegd wat wij in 2017 gaan doen. i3 groep pakt dat goed op, bijvoorbeeld door managed services te ontwikkelen die zij in aanvulling op onze infrastructuur kunnen bieden aan hun klanten.”

Marktleider Boender vertelt dat HPE nummer één is op het gebied van infrastructuur voor de private cloud. “Dat is niet iets wat wij zelf hebben berekend, maar dat komt van vooraanstaande analistengroepen als Gartner en IDC. Hetzelfde geldt voor (externe) storage. We hebben zelf geen clouddatacenter, maar we faciliteren wel de cloudinfrastructuren. Zo hebben we op dit vlak een warme band met onder andere Microsoft en diverse servicepartners”, vertelt hij. De samenwerking tussen HPE en bijvoorbeeld Docker (voor softwarecontainers) en Arista Networks (voor snelle switches) maakt dat de IT-leverancier volledige oplossingen kan bieden voor moderne datacenters. De partners plukken de vruchten van deze samenwerking. “Zo kunnen zij bijvoorbeeld hyper-converged-oplossingen aan de man brengen. Ook hier spelen partners een belangrijke rol. Allereerst bij de advisering, maar vervolgens bij de juiste samenstelling voor een klant. En dat kunnen zij vervolgens uitbouwen door aan te bieden om de infrastructuur te beheren.”

Financiën Nieuwe technologieën zorgen voor een transformatie waarbij nieuwe businessmodellen ontstaan, mogelijk gemaakt door informatietechnologie. Denk hierbij aan Uber en Airbnb. “Het IT-landschap bij organisaties verandert, maar ook het werk van onze partners. Zij zitten ook volop in een transformatie. Zij gaan van hardwareverkoper naar dienstverlener. Onze partners moeten voor zichzelf vaststellen welke rol zij willen spelen in de nieuwe, hybride wereld.” Overigens strekt het aanbod van HPE verder dan hardware en software. “Wij bieden ook financial services. Het kan soms lastig zijn voor een klant om de overgang en integratie gefinancierd te krijgen. Dan willen wij op dit vlak de helpende hand bieden, bijvoorbeeld via pay-per-use-oplossingen en natuurlijk ook via onze partners. Die moeten dit aanbod in hun achterhoofd hebben zitten.”

‘ZEVENTIG PROCENT VAN ONZE OMZET IN NEDERLAND KOMT BINNEN VIA ONS PARTNERKANAAL’

Open standaarden Boender verwacht dat de veranderingen in het IT-landschap zich bij organisaties de komende jaren nog sneller zullen voltrekken. “Zij willen flexibiliteit en alleen betalen voor wat zij gebruiken. En tegelijkertijd willen zij zich verlaten op bewezen technologie. Dat kunnen wij met onze partners bieden en daar mogen we best trots op zijn”, stelt hij. Die gewenste flexibiliteit sluit een vendor lock-in uit. “Maar dat geldt tegenwoordig ook voor de cloud. Het mag niet zo zijn dat je nooit meer weg kunt bij een clouddienstverlener. Daarom baseert HPE zich altijd op open standaarden.” n Op Koers • Editie 9

43


i³ groep tilt disaster recoveryservice naar hoger plan i³ groep breidt het IT-dienstenportfolio uit met Flex ON Disaster Recovery Cloud. Daarmee borduren we voort op onze eerdere DRaaS-oplossing (Disaster Recoveryas-a-Service), die we begin 2015 in de markt zetten. “De technologie evolueert in hoog tempo, dus evolueert onze dienstverlening net zo hard mee”, aldus Rob Vissers, Managing Director i³ groep en Eric Meybaum, Solution Consultant bij i³ groep.

I

n de markt staat i³ groep van oorsprong bekend als storage integrator, maar die aanduiding is veel te beperkt voor wat we tegenwoordig allemaal doen. Nieuwe technologische ontwikkelingen, met name op gebied van virtualisatie, hebben ertoe geleid dat je storage

44

Op Koers • Editie 9

niet meer los kunt zien van servers en networking, zegt Managing Director Rob Vissers. “Dus is i³ groep als organisatie ook servers, storage en networking gaan doen. Wij zien de markt bewegen richting het concept software defined datacenter: domme hardware met een intelligente softwarelaag daar bovenop. De integratie-expertise die we in de loop der jaren hebben opgebouwd, gebruiken we nu om die softwarelaag in te richten. En de softwarelaag ontsluit traditionele IT, private cloud en public cloud. Hybrid cloud management is dan ook een van de drie thema’s die wij tot speerpunt hebben verheven. De andere twee zijn dynamic data protection en information management.”

DRaaS 2.0 In het kader van de clouddienstverlening breidt i³ groep het portfolio nu uit met Flex ON Disaster Recovery Cloud, een nieuwe Disaster Recovery-as-a-Service (DRaaS)-propositie. Vergeleken met de Flex ON DRaaS-oplossing die i³ groep ruim anderhalf jaar geleden lanceerde,


DISASTER RECOVERY

MET DE NIEUWE FLEX ON DISASTER RECOVERY CLOUD IS DE DRAASPROPOSITIE VAN I³ GROEP GEËVOLUEERD TOT EEN VOLWAARDIGE CLOUDOPLOSSING teren daarvoor meestal een zogeheten dual datacenterstrategie. Maar een volledig ingericht tweede datacenter erop nahouden, is nogal kapitaalintensief. “Steeds meer klanten kwamen dan ook met de vraag of we daarvoor geen ander concept konden bedenken”, zegt Vissers. “Onze DRaaS-propositie is daar een antwoord op.” Door de evolutie op technologisch gebied kan i³ groep klanten in de eigen Flex ON-cloud nu voorzien van een back-upvoorziening voor hun IT-processen die het runnen van een tweede datacenter overbodig maakt. “Steeds meer bedrijven hebben hun applicaties gevirtualiseerd”, legt Meybaum uit. “Dat maakt dat wij nu als het ware een back-up kunnen verzorgen voor hun gehele virtuele omgeving. Dat wil zeggen een replicatie van hun virtuele machines, applicaties, databases en data, all-in! Het betekent tevens dat je als kleinere, minder kapitaalkrachtige partij met onze dienst nu vrij laagdrempelig over een volwassen disaster recovery-voorziening kunt beschikken, alsof je zelf een tweede datacenter hebt.”

FOTO: SHUTTERSTOCK

Beter en sneller

Eric Meybaum, Solution Consultant bij i³ groep kan Flex ON Disaster Recovery Cloud worden getypeerd als DRaaS 2.0, stelt Meybaum. “Het is niet iets volledig nieuws, maar wel een sterk verbeterde versie van wat we op dit vlak al hadden draaien; een doorontwikkeling dus, gebaseerd op nieuwe inzichten en gebruikmakend van de laatste snufjes op technologisch gebied.”

Kostenbesparend Elk zichzelf serieus nemend bedrijf zal zich willen indekken tegen calamiteiten. Op IT-gebied hield dat voorheen op zijn minst in het maken van een betrouwbare back-up van alle bedrijfskritische data. Maar een adequate voorziening voor disaster recovery houdt natuurlijk veel meer in dan dat. Het gaat erom zo snel mogelijk met je bedrijfsprocessen weer volledig up & running te zijn. Grotere bedrijven han-

Met de nieuwe Flex ON Disaster Recovery Cloud is de DRaaS-propositie van i³ groep geëvolueerd tot een volwaardige cloudoplossing. We hebben echt grote stappen gemaakt, zegt Meybaum. “De vorige oplossing was meer gericht op back-up richting de cloud en vanuit die back-up vervolgens alle processen weer opstarten. Met onze nieuwe, veel verder geautomatiseerde oplossing zorgen we nu voor nog lagere RPOen RTO-waardes (Recovery Point Objective, Recovery Time Objective). Dat houdt in dat bedrijven in geval van een calamiteit nog sneller weer in de lucht kunnen zijn en eventueel dataverlies nog verder tot een minimum wordt beperkt. Daarnaast kunnen in geval van een calamiteit de noodzakelijke resources veel sneller geautomatiseerd worden opgeschaald.” Ook qua testmogelijkheden zijn er nu meer mogelijkheden, vervolgt hij. “In de dienst ondersteunen wij standaard één test per jaar. Maar daarnaast kunnen klanten nu op aanvraag ook tussendoor eenvoudige checks uitvoeren door een test in een beschermde ‘bubbel’ op te starten. Daarbij draaien hun processen op de eigen locatie gewoon door. Zo kunnen ze controleren of datgene wat in geval van een calamiteit moet opstarten, ook daadwerkelijk nog opstart. Erg handig voor als ze vermoeden dat ze hun disaster recovery-procedures moeten aanpassen na een ‘major change’ in hun IT-omgeving.” n

‘WE KUNNEN NU EEN BACK-UP VERZORGEN VOOR EEN GEHELE VIRTUELE OMGEVING’

Op Koers • Editie 9

45


Plaslijst-app maakt leven artsen e Tot nu toe vindt vrijwel alle medische diagnostiek plaats in het ziekenhuis, terwijl patiënten de problemen van hun aandoening vaak thuis ervaren. Om te weten wat er thuis gebeurt, vragen veel specialisten hun patiënten een dagboek in te vullen. Gewoon, op papier. Erich Taubert, uroloog in het Slingeland Ziekenhuis, vond dat niet meer van deze tijd. Hij ontwikkelde een app die nu door urologen wereldwijd wordt gebruikt. Andere medisch specialismen kunnen, gebruikmakend van standaard bouwstenen, eenvoudig een app voor hun eigen patiëntgroep ontwikkelen.

B

ij veel vormen van medische diagnostiek is een eenmalige meting in het ziekenhuis een volstrekt onbruikbare methode om een goed beeld te krijgen. Dat geldt helemaal voor aandoeningen waar je maar zo af en toe last van hebt. Wat heeft het voor zin om de pols te meten bij iemand met boezemfibrillatie? De kans dat hij die klachten net heeft als hij bij de cardioloog komt, is niet zo groot. “We moeten als dokters gewoon veel meer gebruikmaken van het feit dat er vandaag de dag technologie bestaat die het mogelijk maakt om patiënten in hun thuissituatie te volgen”, zegt uroloog Erich Taubert.

Op de telefoon In zijn eigen specialisme, urologie, wordt voor patiënten met blaasproblemen een zogenaamde plaslijst gebruikt. Dit is een A4’tje waarop patiënten bijhouden hoeveel ze drinken en hoe vaak ze plassen. Het duiden van die informatie doen de urologen zelf, op basis van wat ze tijdens hun opleiding hebben geleerd en jarenlange ervaring. Het hoeft geen betoog dat een computer veel beter in staat is om deze data te analyseren. Die ziet niets over het hoofd, maakt geen fouten, gaat nooit te laat naar bed en kent geen slechte dag. Er is nog een andere reden om digitale technologie te gebruiken: patiënten vergeten de papieren plaslijst vaak mee te nemen. Bovendien is het in veel situaties best gênant om de lijst in te vullen (en je neemt nu eenmaal ook niet pen en papier mee naar het toilet). Hun telefoon hebben de meeste mensen daarentegen wél de hele dag bij zich, zelfs op het toilet. Het is dus veel makkelijker om de plaslijst op een telefoon bij te houden dan op papier.

Van idee naar uitvoering Zo is het idee voor de IP Voiding Diary – in het Nederlands de plaslijst-app – geboren. Maar van idee naar uitvoering was een hele exercitie, vertelt Taubert. “Mijn eerste gedachte was: ik ga met dit idee naar de IT-afdeling van ons ziekenhuis en zij helpen mij wel. Maar helaas, zij waren daar nog niet rijp voor. Dus ik heb medestanders gezocht onder andere medisch specialisten in ons ziekenhuis die ook met dagboektoepassingen werken. Ook dat leverde weinig respons op. Eigenlijk zijn dokters hopeloos moeilijk vooruit te bewegen. Iedereen kwam met argumenten als: ik heb veel oudere patiënten en die hebben geen smartphone. Of: wat is er mis met papier?” De meeste mensen zouden op dit moment opgeven, maar dat was Tauberts eer te na. “Met twee anderen heb ik Synappz opgericht. We begonnen als een medisch app-ontwikkelbedrijf”, vertelt hij. Dat is al weer vijf jaar geleden. De eerste versie van de IP Voiding Diary kwam in 2012 beschikbaar in de App Store van Apple en inmiddels zijn er 27.000 digitale plaslijsten ingevuld.

Standaardisering Tijd voor doorontwikkeling. Want met zoveel data komen nieuwe mogelijkheden om de hoek kijken, zoals big data. Bovendien is het goed om aan te sluiten bij standaarden. En die worden nu in rap tempo ontwikkeld. Eén van die standaarden zijn de zorginformatiebouwstenen die 46

Op Koers • Editie 9


INTERVIEW

n en patiënten makkelijker zijn voortgekomen uit het programma ‘Registratie aan de bron’, een samenwerking tussen de NFU en Nictiz. De zorginformatiebouwstenen gaan uit van eenmalige registratie van data die vervolgens door meerdere medisch specialisten kan worden gebruikt. Een voorwaarde voor meermalig gebruik van data is wel dat ook hiervoor standaarden worden gebruikt. Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat een internist een zevenpuntsschaal gebruikt, de huisarts een vijfpuntsschaal en de diëtist een driepuntsschaal. Er ontstaat een rommeltje als je de data van de ene zorgverlener volautomatisch inleest in een ander systeem. Er is interventie nodig om de data goed te interpreteren. Daar kunnen standaarden bij helpen. Taubert noemt dat: data liquide maken. “Want alleen dan kunnen ze gaan ‘rondzingen in systemen’ en kun je echt van elkaars data profiteren.”

Bouwstenen

Erich Taubert, uroloog in het Slingeland Ziekenhuis: ‘Hier moet iedere zorgverlener toch enthousiast van worden?’

De zorginformatiebouwstenen van Nictiz maken verschillende methoden van dataverzameling mogelijk: via sensoren die bijvoorbeeld hartslag of activiteit meten, data die mensen zelf ingeven via een dagboekachtige toepassing, data die mensen via een vragenlijst invoeren, data die wordt ingegeven door gebruik te maken van externe databases zoals de pollenmonitor, het weer en vele andere bronnen. Voor ieder soort meting is een kaart ontwikkeld. Deze wordt door Synappz de Clinicard genoemd. Door kaarten samen te voegen, kun je eenvoudig een nieuwe app ontwikkelen. In het geval van de plaslijst-app staat de dagboektoepassing centraal, maar je kunt meerdere kaarten combineren. Taubert noemt als voorbeeld een pilot die de cardiologen in het Slingeland Ziekenhuis doen rondom boezemfibrillatie. “Patiënten met deze klachten krijgen vaak een Holter-kastje mee naar huis dat 24 uur hun hartslag meet. Dat kastje ziet echter niet wat je aan het doen bent. Dus wil je de data goed interpreteren, dan zou je dit moeten combineren met een dagboek of met een activity tracker. In de app voeg je dan gewoon die kaarten toe. Zo kun je op basis van standaardbouwblokken toch een maatwerkproduct maken.”

‘WE MOETEN ALS DOKTERS MEER GEBRUIKMAKEN VAN TECHNOLOGIE OM PATIËNTEN IN HUN THUISSITUATIE TE VOLGEN’

Continu verbeteren Er is inmiddels een versie 2.0 van de IP Voiding Diary, met veel verbeteringen die zijn ontstaan door feedback van gebruikers. En Taubert werkt al weer hard aan ideeën voor versie 3.0. Daarin wil hij meer gebruik gaan maken van persuasive technologie. “Denk bijvoorbeeld aan een berichtje op een warme dag dat patiënten wat meer moeten drinken”, zegt hij. Het idee deed hij op van de cardiologen, die een patiënt via de app willen aansporen om meer te bewegen als ze zien dat deze een dag niet zo actief is geweest. De cardiologen gebruiken namelijk een kaart die is gekoppeld aan een activity tracker. De steeds nauwere samenwerking met patiënten vindt Taubert een van de aantrekkelijkste aspecten van deze ontwikkeling. “Je kunt patiënten veel actiever betrekken bij hun eigen traject door deze instrumenten. Het gebruik ervan geeft inzicht en is vaak hierdoor al de halve oplossing. Patiënten zijn vaak erg enthousiast over dit soort nieuwe vormen van diagnostiek en ze komen spontaan met ideeën om de app te verbeteren. Ook verpleegkundigen staan ervoor open en denken mee. Mijn ervaring is dat het vooral de medisch specialisten zelf zijn die moeite hebben met vernieuwing.” Nergens voor nodig, denkt hij. “Want dit soort toepassingen helpen je gewoon om een betere diagnose te stellen en het effect van je behandeling te meten. Daar moet iedere zorgverlener toch enthousiast van worden?” n Op Koers • Editie 9

n

47


Ransomware: wees de digitale gijzelnemer te slim af Er gaat geen maand voorbij zonder berichtgeving over ransomware. Steeds meer nieuwe varianten of doorontwikkelingen van bestaande varianten duiken op. Ook het aantal ondernemingen dat wordt getroffen, neemt toe. Hoe voorkom je dat je slachtoffer wordt van datagijzeling?

R

ansomware is niet nieuw. Dertig jaar geleden waren er ook al vormen van ransomware, maar de verspreiding ging toen nog per floppydisk. Ransomware nam een enorme vlucht toen encryptietechnieken als AES-256 en RSA1024 werden ontwikkeld, waarmee op hoge snelheid data versleuteld kan worden. Met de immer sneller wordende processoren werd het mogelijk om onopgemerkt op de achtergrond data te versleutelen. Samen met de Bitcoin, een anonieme en moeilijk traceerbare munt, zorgde dit voor het ontstaan van de ideale digitale kapingsvorm.

Big business Recent onderzoek van Kaspersky Labs wijst uit dat ransomware snel groeit. In het eerste kwartaal van dit jaar werden alleen al 2900 nieuwe modificaties van ransomware-implementaties ontdekt. Het afgelopen kwartaal groeide dit aantal naar ruim 9200. Persbureau Reuters meldde in april dat er in de Verenigde Staten in het eerste kwartaal van 2016 ongeveer 209 miljoen dollar aan losgeld is betaald. Een gigantische stijging ten opzichte van het hele jaar 2015, toen ‘slechts’ 24 miljoen werd betaald. Alhoewel de sourcecode van trojans vrij eenvoudig te verkrijgen is, komen nu ook Ransomware-as-a-Service-diensten op. Kwaadwillenden kunnen een trojandistributie verkrijgen voor hun aanvallen en van de opbrengst wordt weer een deel afgestaan aan de ontwikkelaars. Nederland staat in de top tien van landen waar de meeste ransomware-attacks plaatsvinden. En dat merken we bij i3 groep ook. Tijdens een presentatie op het On Air event in juni 2016 werd de aanwezigen gevraagd wie het afgelopen jaar te maken had gehad met ransomware. Bijna de hele zaal stak zijn hand op. We zijn dus gewaarschuwd.

Nieuwe focus en technieken Waar in het verleden met name eindgebruikers werden benaderd voor bedragen van enkele honderden dollars, verschuift het jachtgebied nu razendsnel naar ondernemingen. Dat gebeurt in de hoop op een hogere bereidwilligheid om te betalen en omdat bij ondernemingen veel hogere losgeldeisen mogelijk zijn. Naar verwachting is nu ongeveer 20 procent van alle attacks gericht op ondernemingen. En dat loont. Recentelijk waren nog een ziekenhuis en een universiteit in het nieuws die bedragen tot ongeveer 20.000 dollar hebben betaald om hun geïnfecteerde servers weer vrij te spelen. In het verleden richtte ransomware zich met name op één specifieke computer of server. Inmiddels zijn de ontwikkelingen zo ver dat de 48

Op Koers • Editie 9

malware op zoek gaat naar meer databronnen of andere backdoors. Het is slechts een kwestie van tijd voordat niet alleen het operating/ filesystem wordt aangepakt, maar ook de hypervisor wordt gekaapt. Dat zou natuurlijk een nachtmerrie zijn in het software defined datacenter. Microsoft Hyper-V lijkt de meest logische eerste kandidaat, omdat waarschijnlijk het merendeel van de Hyper-V-implementaties nu nog uit een volledig geïnstalleerde Microsoft Windows-server met de Hyper-V-hypervisorrol bestaat. Maar ook KVM en ESXi zijn in de toekomst mogelijk niet veilig. En wat te bedenken van het merendeel van de (software defined) storage arrays die een vorm van een Linuxgebaseerd besturingssysteem hebben?

Getroffen, en dan? Nu duidelijk is welke vormen en impact ransomware kan hebben, kunnen we bekijken of je een ransomware-aanval voor kunt zijn. Of wat je kunt doen in het geval je ‘gegijzeld’ bent. Als je gegijzeld bent, zijn er in feite maar twee opties: betalen, of je data herstellen van een externe bron. De keuze hangt af van een goed plan voor business continuity. Ontbreekt dat, dan kan een ransomware-aanval zomaar enkele dagen downtime tot gevolg hebben. Wat is dan goedkoper: het losgeld betalen of data herstellen vanuit een back-up? En wat zijn de garanties als het losgeld wordt betaald? Komt de kaper zijn belofte na, of jaagt hij vervolgens op het grote geld? En heeft u überhaupt een courante kopie van de data, die hersteld kan worden?

Goede dataprotectiestrategie is de sleutel Er wordt vaak gezegd dat ondernemingen geen losgeld moeten betalen, maar dit betekent wel dat de dataprotectie goed op orde moet zijn. En dan is de inzet van antivirus en firewalls niet genoeg. Een goede dataprotectiestrategie vergt ook training van het personeel, dataclassificatie, een goed securitybeleid/compliancy en, als slot op de deur, een goede back-up. Zoals eerder gesteld kan downtime duurder zijn dan de hoogte van het losgeld. Om de downtime te minimaliseren is er dus een back-upoplos-


SECURITY

NEDERLAND STAAT IN DE TOP TIEN VAN LANDEN WAAR DE MEESTE RANSOMWARE-ATTACKS PLAATSVINDEN

Jeroen van Lieshout, Solution Consultant bij i³ groep sing nodig met een zeer lage hersteltijd. Eén herstelpoging is mogelijk niet voldoende. Want het is niet gezegd dat het tijdstip van ontdekken gelijk is aan het tijdstip waarop de infectie begon. Het kan zijn dat de infectie al maanden geleden heeft plaatsgevonden en dat de software geleidelijk de data versleutelde, beginnend met de oudste files. Kortom, het terugzetten van de laatste snapshot of back-up is niet altijd de oplossing. Voor bepaling van het juiste moment is een vorm van anomaly detection nodig, waarmee afwijkend gedrag opgespoord kan worden. Indien dit niet mogelijk is of dit niet aanwezig is, zal het neerkomen op een trial-and-error-proces met het terugzetten van diverse back-ups. Hoe sneller de hersteltijd, des te korter dit proces en dus de downtime.

Oók de back-up Het is natuurlijk belangrijk dat de back-upomgeving zelf ook veiliggesteld wordt. Immers, de back-upserver is een centrale spil in het netwerk en kan dus door de malware ontdekt worden in zijn speur-

tocht op het netwerk. En omdat veel back-upservers zijn geïmplementeerd op Microsoft Windows Server kunnen deze dus net zo goed geïnfecteerd worden. Indien deze de back-ups alleen op ‘lokale’ disken bewaren, is daarmee herstel van data onmogelijk.

HET BORGEN VAN DATA OP EEN TWEEDE LOCATIE IS EEN VERSTANDIGE ZET Dit vraagt dus om aanvullende maatregelen, zoals het vervangen van de back-upserver door een purpose built back-up appliance (PBBA) of het toepassen van back-up target appliances. Daarnaast is ook het borgen van de data op een tweede locatie een verstandige zet, bijvoorbeeld via toepassing van een BaaS- of DRaaS-clouddienst. Zelfs het soms verguisde tape kan een prima vorm van extra protectie zijn, al is het niet de snelste methode van herstel. n Op Koers • Editie 9

49


SLOTWOORD

T

DRUK

ijdens de laatste uren van het maken van deze Op Koers realiseerde ik mij dat het hele leven tegenwoordig lijkt te draaien om het woord ‘druk’. Als je het niet druk hebt, lijkt dat iets negatiefs. Druk is tegenwoordig bijna altijd beter. Vraag aan iemand hoe het gaat, dan is diegene ‘lekker druk’. Mensen zeggen beter te presteren onder druk. De eerste druk van een uitgave is altijd de mooiste en natuurlijk is er die eeuwige dooddoener ‘onder druk wordt alles vloeibaar’. Je zou je bijna willen verontschuldigen als je gesprekspartner het druk heeft en jij moet bekennen dat het eigenlijk wel lekker rustig is. Maar is rustig nou zo erg? In deze Op Koers hebben we u veel verteld over hoe u met de inzet van innovatie en slimme diensten het dagelijks leven voor een IT’er een stukje makkelijker maakt. Automatiseer de automatisering en u krijgt het wat minder druk. Schrap uw tweede datacenter voor DRaaS, daar gaat weer wat werkdruk. Gebruik geïntegreerde systemen in plaats van silo’s en dat haalt een partij druk van de ketel. U gaat het gewoon weer rustig krijgen, toch? Tsja, dat had u gedacht: IT blijft een doorgaande cyclus van verbeteren, versnellen en veranderen. U moet nu alleen met andere dingen bezig gaan. En onderweg kan er van alles mis gaan. Net als met dit magazine, dat mag u best weten. Interviews die op de rand van deadline binnenkomen en artikelen die bij de eerste redactievergadering als echte ankers werden gezien blijken niet te realiseren. Aan het eind is het magazine voor bijna dertig procent anders geworden dan dat we aan het begin hadden bedacht. Klinkt het bekend?

C

M

Is rustig dan een utopie? En is rustig beter dan druk? Nee, ze moeten in balans zijn. De mens is gemaakt om te bewegen, om te denken en te doen. Van stilzitten worden we ongelukkig. We willen vermaakt worden of anderen vermaken en we willen bezig gehouden worden. Gelukkig gaat er in het tempo waarin de IT-sector momenteel aan het transformeren is, nog even geen FUNDAMENTEEL BETE R verandering komen.

OP KOERS OP KOERS • EDITIE 9

• NAJAAR 2016

EEN UITGAVE VAN

TJALLING SMIT, KLM

Tom Jansen, Marketing & Communicatie i³ groep

24/7 Onl

ine co nt ac met klante t n

4

DATA-ANALYSE

SPORT ROALD VAN DER VLIET

DEZE UITGAVE VAN OP KOERS WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:

50

Op Koers • Editie 9

• INNOSPORTLAB

14

Terwijl deze Op Koers naar de drukker gaat, maak ik me alvast druk over de volgende. En aangezien dat ons jubileumnummer 10 wordt, zit daar natuurlijk nogal wat druk op!

QUANTUM COMPUTER

KEMO AGOVIC • QUTECH

NAJAAR

2016

Y

CM

MY

CY

CMY

K


C

M

Y

CM

MY

CY

MY

K


(Hybrid) Cloud Management Dynamic Data Protection Information Management

Hoe overtref je iedere verwachting?

Door elke dag opnieuw te werken aan de verdere verfijning van onze prestatie, om die van u te kunnen verbeteren Ons succes wordt bepaald door onze ambitie om morgen beter te zijn dan vandaag. We willen uw verwachtingen iedere keer weer overtreffen. Wat onder andere betekent dat wij als i³ groep IT-teams helpen om hun organisatie te transformeren naar een (veer)krachtige en uiterst moderne onderneming. Een omgeving waarin zijzelf, maar natuurlijk ook hun collega’s, excelleren. Iets wat wij doen door een uiterst betrouwbare, veilige en effectieve infrastructuur te leveren en te beheren. Voor meer informatie over i3 groep bezoekt u onze website of belt u ons direct voor een afspraak.

FUNDAMENTEEL BETER i³ groep

|

Ir. D.S. Tuijnmanweg 1

|

4131 PN Vianen

|

Tel. 0347-32 46 00

|

info@i3-groep.nl

| www.i3-groep.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.