Wat bij botkanker? Kan de Ilizarov-aanpak om bot bij te laten groeien ook bij patiënten die lijden aan botkanker en daardoor een deel van het bot moeten missen? Prof. dr. Johan Lammens stelt dat dat in theorie kan, maar dat het in de praktijk veel moeilijker is. De chemotherapie die de patiënten moeten ondergaan, is een ‘hinderpaal’. Door de chemo zal de celdeling sterk vertragen en zal daarom ook de botgroei veel langer duren. Vandaar dat men voor die gevallen vaker een prothese plaatst (als het gaat om een letsel dicht bij een gewricht) of met donorbot werkt.
Dezelfde techniek past men toe bij kinderen als er een groeistoornis wordt vastgesteld in het bot van een van de benen en er daardoor een verschil in lengte tussen de benen ontstaat. In een dergelijk geval zal men ingrijpen als er op een leeftijd van vijf of zes jaar al een verschil van vier centimeter ontstaat. Het kan zijn dat er tijdens de groei meerdere keren zo’n ingreep gedaan moet worden als er zich opnieuw een groeiachterstand voordoet.
Breuk Bij botmisvormingen zal men eveneens een breuk veroorzaken – een zogenaamde osteotomie. Dan doet men geen verlenging, maar wordt enkele keren per dag het bot een millimeter rond zijn as gedraaid of gekanteld tot de juiste stand is bereikt. In zo’n geval moet men aan een in principe gezond bot een beschadiging in de vorm van die breuk toebrengen. “Ja, maar we hoeven daarvoor maar een kleine insnede te maken. Opereren is overigens altijd schade toebrengen”, stelt prof. dr. Johan Lammens. Is eenmaal de juiste positie bereikt, dan moet de breuk verder helen. “Je hebt dan nog bij benadering twee maanden nodig om die te laten ‘rijpen’”, zegt hij. Dan is de hele stellage rond het been niet meer nodig en kan men volstaan met een monofixatie (aan één zijde van het lidmaat). In de praktijk gaat het erom dat de patiënten op de been blijven. Prof. dr. Johan Lammens: “Vanaf de eerste dag na de operatie leren ze met die fixatie stappen. ‘s Maandags doen we de ingreep en op dinsdag leren ze rechtstaan. De spieren en gewrichten blijven zo actief en het lidmaat blijft goed doorbloed. De filosofie van 8 UZ-magazine - maart 2010
Ilizarov is ook om de functionele hinder zoveel mogelijk te beperken. Mensen moeten met de fixatie maximaal kunnen functioneren.” Theoretisch kan botverlenging ‘tot in het oneindige’, maar in de praktijk is er een fysieke limiet. Niet van het bot,
maar van de gewrichten en de spieren. Als men te ver zou gaan, dan zal bijvoorbeeld de achillespees stroever werken of de knie verstijven. Soms voert men een verlenging uit aan beide benen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van ‘dwerggroei’ en de lengte van de persoon nog geen 1,40 meter bedraagt. “Zo iemand heeft niet alleen te korte benen, maar ook kromme ledematen. Die worden dan én rechtgezet én verlengd”, aldus prof. dr. Johan Lammens. Maar wat als iemand die klein van gestalte is (bijvoorbeeld 1,49 meter), normaal gebouwd en verder goed gezond is, komt vragen om een beenverlenging? Dan moet men nagaan hoe moeilijk die persoon het daarmee heeft. “Dat is iets dat onze psychologe moet uitkienen. Gaat het om iemand die twintig is en bijvoorbeeld door zijn gestalte geen vriendin