UT Nieuws - 23 juni 2011

Page 5

ut Nieuws weekblad van de Universiteit Twente

5

Donderdag 23 juni 2011

professor daniel saris, orthopedisch chirurg

Technovolutie van de geneeskunst Professor en orthopedisch chirurg Daniël Saris (45) is ruim een jaar in dienst van de UT als leerstoelhouder Reconstructive Medicine. Morgen houdt hij zijn oratie met als titel: Technovolutie van de geneeskunst. Zijn redevoering is de eerste die via een livestreamverbinding op het internet te volgen is, en daarna als podcast beschikbaar komt.

De bladen De helft van de Maastrichtse studenten vindt het belangrijk dat de universiteit uitmuntende studenten beloont met een studiebeurs. Het college van bestuur heeft echter net een regeling ingetrokken die stelde dat de beste drie procent van de studenten van elk jaar het collegegeld terugkrijgt. Van de groep die in het verleden al eens in de prijzen viel dankzij deze top-3-procent-regeling vindt 80 procent de beloning ‘belangrijk’. De bedoeling van de regeling was onder andere om excellente studenten aan te trekken. Daar blijkt weinig van terechtgekomen. Onder Nederlandse studenten koos slechts 1 procent voor Maastricht mede vanwege deze tegemoetkoming, bij buitenlanders ging het om 17 procent.

maaike Platvoet

Saris vindt dat hij zijn publiek morgen wel wat ‘te bieden moet hebben’. ‘Want er is meer dan alleen maar luisteren naar een oratie van drie kwartier. Ik vind het vooral een mooie manier om aan mijn collega’s uit het UMC Utrecht te laten zien wat hier op de UT allemaal gebeurt.’ Voorafgaande aan zijn oratie houdt Saris daarom een ‘Techno & Tapas-meeting’ in het Experimental Center for Technical Medicine. ‘Het zal een soort markt zijn, met aan de ene kant kraampjes die laten zien wat wij zoal technisch in huis hebben en aan de andere kant lekkere hapjes.’ Saris studeerde in de jaren tachtig geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij specialiseerde zich in diverse ziekenhuizen in de orthopedie, deed een fellowship in de Mayo Clinic in de USA en kwam in 2000 in het UMC Utrecht te werken als orthopedisch chirurg. Daar werd hij al snel Chef de clinique orthopaedie. ‘Deze kliniek loopt landelijk voorop in regeneratieve toepassingen.Vroeger was de enige oplossing voor een patiënt met knieproblemen het boren van kleine gaatjes door bot naar beenmerg, zodat het kapotte kraakbeen weer aangevuld kon worden. Nu halen we kraakbeencel-

‘Als ik ooit met pensioen ga wil ik de orthopedie in Nederland beter achterlaten dan hoe ik die aantrof.’ Foto: Gijs van Ouwerkerk

len uit de knie, kweken dat op in het lab en plaatsen het vervolgens terug. Het resultaat is beter voor een heel belangrijk deel van de patiënten’ Over die techniek met gekweekte cellen publiceerde Saris in 2008 een artikel in de American Journal of Sports Medicine. Daarvoor ontving hij niet veel later de Amerikaanse Hughston award voor ‘beste paper 2008’. ‘Het onderzoek heeft veel internationale aandacht gekregen en het celtherapiegeneesmiddel dat hier uitvoortkwam voldoet inmiddels aan de Europese wetgeving. Nu nog zorgen dat het in Nederland deel van het zorgpakket wordt.’ Zijn contacten met de UT ontstonden via Clemens van Blitterswijk, die enkele jaren geleden met zijn biotechbedrijf (Isotis, red) in Bilthoven zat en nu de vakgroep Tissue Regeneration leidt aan de UT.Via Blitterswijk werd Saris benaderd voor het hoogleraarschap aan de UT. ‘Dat vond ik direct interessant, ik hou er enorm van om nieuwe dingen op te pakken.’ Saris is bovendien van mening dat de input van klinische toepassingen hard

nodig is binnen de wetenschap. ‘Ik wil die link nog veel directer maken en vind het daarom belangrijk om collega’s te laten zien wat op de UT op onderzoeksgebied gaande is. Wij noemen dit translationeel onderzoek; het vertalen van de wetenschap naar klinische toepassingen en andersom. De tijd dat we zonder commentaar of verantwoording op zoek gaan het zoveelste natuurkundige deeltje kunnen we ons – naar mij idee - dan ook niet meer permitteren. De vertaalslag naar toepassingen moet gemaakt worden.’ Het opleiden van mensen – zowel artsen als studenten technische geneeskunde – vindt Saris een belangrijk onderdeel van zijn vak. ‘Als ik ooit met pensioen ga, wil ik de orthopedie in Nederland beter achterlaten dan hoe ik die aantrof in de jaren negentig. Dus is het van belang dat de huidige generatie goed wordt opgeleid.Verschillende masterstudenten technische geneeskunde lopen dan ook stage in Utrecht.’ In zijn onderzoek wil de hoogleraar zich richten op het ontwikkelen van een sensor, die in staat is om te bepalen hoe oud het defect is van een gewricht. ‘We

hebben namelijk ontdekt dat een defect ouder dan drie jaar moeilijk te behandelen is met celtherapie. Als we via een sensor kunnen uitzoeken hoe oud het defect is, kan je beter inschatten hoe het gewricht zich met reconstructie zal gedragen en is dat nuttig voor de keuze van de behandeling. Bovendien kan dat erg schelen in de kosten. Celtherapie is een dure behandeling. Dus passen we die alleen op heel goed geselecteerde patiënten toe.’ Die ene dag per week dat Saris op de UT te vinden is, staat eigenlijk niet in verhouding tot zijn ambities. ‘Ik heb een aanstelling van 0,2 fte, maar het loket van Recontructive Medicine is vijf dagen per week geopend. Inmiddels is er ook een celbioloog, een postdoc, aangetrokken en een juniorpostdoc plek beschikbaar voor een enthousiast top talent. Mijn streven is om mensen te laten weten dat hier op de UT een internationaal expertisecentrum op het gebied van regeneratieve geneeskunde gevestigd is. Ja, dat is een forse ambitie. Maar het gaat wel lukken.’ De oratie van Saris is live te volgen via www.Technovolutie.info

De Delftse studentenvakbond VSSD is boos op het college van bestuur van de TU Delft. De bond vindt dat de bestuurders niet hebben geluisterd naar de studenten.Vooral het doorzetten van de verhoging van het bindend studieadvies naar 45 punten stuit de VSSD tegen de borst. De bond denkt dat een verhoging leidt tot een leegstroom bij opleidingen. ‘De studeerbaarheid van opleidingen moet eerst verbeteren voor dat dit soort drastische maatregelen met goed geweten kunnen worden genomen. Het college bepaalt vanuit zijn ivoren toren dat het bsa zo snel mogelijk naar 45 punten moet worden verhoogd, maar lijkt blind voor de rampzalige gevolgen die dit zal hebben.’ In Groningen wil het college van bestuur geen pottenkijkers meer bij de wekelijkse collegevergadering. Volgens de universiteitsraad legt dat een bom onder de medezeggenschap. Op dit moment worden de vergaderingen gevolgd door twee leden (het presidium) van die raad, maar het college wil dit veranderen. Studentenpartijen stelden voor een student-assessor in plaats van het presidium de collegevergaderingen te laten bijwonen. Het Groningse CvB voelt daarvoor, maar de personeelsfracties uit de U-raad zijn woedend. ‘Een student-assessor is onderdeel van het college van bestuur, daar heb je als medezeggenschap niets aan. Het college heeft zo geen last meer van die ervaren medewerker die kritiek heeft op besluiten. De inspraak is uitgehold, met dank aan de studenten’, aldus Hilly Mast, de voorzitter van de universiteitsraad.

Het taalgebruik in kranten is de afgelopen vijftig jaar informeler en subjectiever geworden. Dit is vooral te zien in de manier waarop mensen direct geciteerd worden. Dat blijkt uit onderzoek van communicatiewetenschapper Kirsten Vis van de Vrije Universiteit. Vis analyseerde in totaal twee miljoen woorden uit vijf Nederlandse kranten uit 1950 en 2002. In de krantenberichten uit 2002 worden mensen vaker direct geciteerd en bevatten de citaten meer subjectieve bewoordingen dan in 1950.

‘‘Er is zoveel nieuws te zien en te beleven’’ Waar zit je ergens? ‘Ik ben in Iasi, een stad in het noordoosten van Roemenië. Ik wilde graag mijn bachelor opdracht doen in het buitenland. Na enkele gesprekken ben ik hier terecht gekomen via een PhD kandidaat, Joanne Vinkede Kruijf, van de afdeling Water Engineering and Management. Ik woon in een van de studentenflats hier op de Tudor Vladimirescu Campus. Mijn kamer deel ik met een Roemeense student die gelukkig goed Engels spreekt en toevallig ook Civiele Techniek studeert. Een gesprek onder het genot van de eerste halve liter Roemeens bier was zo aangeknoopt.’ Wat doe je precies? ‘Op tien minuten loopafstand van mijn kamer heb ik mijn werkplek

op de ‘Gheorghe Asachi’ Technical University, bij de Faculty of Chemical Engineering and Environmental Protection. Daar werk ik aan mijn opdracht: Evaluation of the Ciobarciu Wetland Project. Door middel van interviews in Nederland en hier in Roemenië probeer ik de langetermijneffecten van het project in kaart te brengen.’ Wat heb je geleerd? ‘Het voorbereiden en afnemen van interviews en het documenteren en analyseren van de vergaarde informatie was geheel nieuw voor mij. Verder is leven in het buitenland op zich al iets waarvan ik leer. Denk aan het communiceren in een andere taal en het omgaan met de andere cultuur. Het is vooral een leuke ervaring. De mensen

hier kijken niet altijd even vrolijk, maar zodra je ze aanspreekt zijn ze altijd in voor een praatje en bereid je te helpen.’ Hoe is het om te wonen en werken in Roemenië? ‘Het is interessant om de verschillen te zien met Nederland. Hoe er bijvoorbeeld wordt omgegaan met veiligheidsmaatregelen bij wegwerkzaamheden of bouwprojecten. Verder bevalt me hier goed. Aardige mensen en het eten is ook prima. Wel is het soms lastig om aan het studeren te gaan terwijl er buiten zoveel nieuws te zien en te beleven is. Ook het weer nodigt uit om naar buiten te gaan. Het is ruim dertig graden.’

Wat doe je in je vrije tijd? ‘Ik vind het leuk om de stad in te gaan en samen met mijn kamergenoot en zijn vrienden gaan we regelmatig een potje poolen of even wat drinken in

de kroeg. Na mijn stage ga ik terug naar Nederland om mijn opdracht af te ronden en te bespreken met mijn begeleiders. Daarna vakantie vieren.’ Sandra Pool

Mark Cornelissen (22) zit voor zijn studie civiele techniek nog tot en met zondag in Roemenië. Hij doet daar zijn bachelor eindopdracht.

Bellen met het buitenland Tips voor deze rubriek? Info@utnieuws.utwente.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.