Jaarverslag 2011

Page 1

Jaarverslag

2011 Feiten cijfers en


Colofon Juni 2011, Tilburg University Samenstelling: Afdeling Strategy and Policy en Afdeling Financial Administration Productie: Communications and Marketing Opmaak en Drukwerk: PrismaPrint


Jaarverslag Tilburg University 2011 Feiten & cijfers

Stichting Katholieke Universiteit Brabant Warandelaan 2 5037 AB Tilburg 1


in-

2

houdsopgave


6 8 11 11 12 12 13 14 15 17 20 21

23 33 33 33 34 34

35 35 35 35 36 38 39

40 41 42 43 44 45 46 46

Verslag van het Stichtingsbestuur Voorwoord van het College van Bestuur Hoofdstuk 1 Organisatie 1.1 Organogram 1.2 Stichtingsbestuur 1.3 College van bestuur 1.4 Risicobeheersing 1.5 Treasurybeleid 1.6 Helderheidsaspecten 1.7 Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 2011 1.8 Begroting 2012 1.9 Declaraties College van Bestuur

Hoofdstuk 2 Bestuursagenda 2011 Hoofdstuk 3 Ranking Tilburg University 3.1 Onderwijs 3.2 Onderzoek 3.3 Ranking TiasNimbas 3.4 Valorisatie

Hoofdstuk 4 Onderzoeksinstituten 4.1 Overzicht 4.1.1 Babylon – Center for Studies of the Multicultural Society 4.1.2 CenterData 4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek 4.1.4 CIR – Center for Innovation Research 4.1.5 C oRPS – Center of Research on Psychology in Somatic Diseases 4.1.6 EBC – European Banking Center 4.1.7 EVS – European Values Study 4.1.8 ILRS – Instituut voor Liturgische en Rituele Studies 4.1.9 INTERVICT – International Victimology Institute Tilburg 4.1.10 N etspar – Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement 4.1.11 R eflect – Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion 4.1.12 Thomas Instituut 4.1.13 TIBER – Tilburg Institute for Behavioral Economics Research

3


47 48 49 49 50 51 52 52 53

4.1.14 TICC – Tilburg Center for Cognition and Communication 4.1.15 TILEC – Tilburg Law and Economics Center 4.1.16 TiLPS – Tilburg Center for Logic and Philosophy of Science 4.1.17 TILT – Tilburg Institute for Law, Technology and Society 4.1.18 Tranzo – Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn 4.1.19 TSC – Tilburg Sustainability Center 4.2 Gelieerde instituten 4.2.1 IVA Beleidsonderzoek en advies 4.2.2 IVO – Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken

55

Hoofdstuk 5 Onderzoek

55 55 59 61 62

65 65 68 70 71

77 77 77 78 81 83

84 85 85 86 88 91 92

99 99

4

5.1 Visitaties en kwaliteitszorg onderzoek 5.2 Cijfermateriaal 5.3 Onderzoekssubsidies 5.4 Tilburg Social Innovation Lab 5.5 Stichting Bijzondere Leerstoelen

Hoofdstuk 6 Onderwijs 6.1 Accreditatie 6.2 Ontwikkelingen in onderwijs 6.3 ICT en onderwijs 6.4 Post experience onderwijs

Hoofdstuk 7 Studenten 7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating 7.2 Centraal Loket Geschillen en Klachten 7.2.1 Centraal Klachten Loket 7.2.2 College van Beroep voor de Examens (CBE) 7.2.3 C ommissie van advies voor de bezwaar en beroepschriften (CABB) 7.3 Language Center 7.4 Center for Knowledge Transfer 7.4.1 Inleiding 7.4.2 Samenwerking: de highlights 7.4.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten 7.4.4 Kengetallen Center for Knowledge Transfer 7.5 Kengetallen

Hoofdstuk 8 Internationalisering 8.1 International Office


100 103 103

105 105 106 108 110 111 112 112 112 113

115

115 116 120 122 142 144

148 150

8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit 8.3 Internationale studentenwerving 8.4 RISE

Hoofdstuk 9 Personeel 9.1 Algemeen 9.2 Onderverdeling naar functies en geslacht 9.3 Tijdelijk personeel 9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw 9.5 Voltijd en deeltijd personeel 9.6 Salarisschalen 9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim 9.8 Instroom en uitstroom 9.9 KCS en uitzendbureaus

Hoofdstuk 10 Jaarrekening 2010 10.1 Kengetallen 10.2 Waarderingsgrondslagen activa en passiva 10.3 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo 10.4 Jaarrekening 10.5 Letter of representation 10.6 Accountantsverklaring

Bijlage 1 Lijst van afkortingen Bijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en College van Bestuur  

5


Verslag van het Stichtingsbestuur Het Stichtingsbestuur vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur oefent de wettelijke taken en bevoegdheden uit van een raad van toezicht bij openbare universiteiten. Daarnaast heeft het bestuur een speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling. Voor de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe banden met de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in een veelvuldig aantal contacten met het College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen. In 2011 vergaderde het Stichtingsbestuur zeven keer in aanwezigheid van het College van Bestuur. Afhankelijk van de aard van het onderwerp adviseert het Stichtingsbestuur het College van Bestuur, neemt besluiten of verleent goedkeuring aan Collegebesluiten. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere vergaderingen zijn strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het toezicht op de realisering daarvan, evenals de relatie met de kerk en relevante wet- en regelgeving. Belangrijke onderwerpen die in 2011 in het Stichtingsbestuur zijn besproken betreffen de identiteit van de universiteit, de ontwikkelingen in het rijksbeleid, de financiële gevolgen daarvan, de bezuinigingoperatie en reorganisaties die binnen TiU zijn afgekondigd, de profilering van de universiteit en het hoofdlijnenakkoord dat de VSNU in het kader van profileringsdiscussie heeft gesloten met de minister van OCW. In het kader van de relatie met de kerk heeft het Stichtingsbestuur medio 2011 overleg gevoerd met de bisschoppen. Onderwerpen van gesprek waren onder andere de relatie van de Tilburg School of Catholic Theology (TST) met de grootseminaries, en de evaluatie van het functioneren van de TST in de eerste vijf jaar van haar bestaan. Het Stichtingsbestuur is verheugd dat de TST na deze ‘proefperiode’ thans definitieve kerkelijke erkenning vanuit Rome heeft gekregen. Het Stichtingsbestuur heeft in aanwezigheid van de accountant de jaarrekening 2011 besproken en geconstateerd dat de financiële huishouding van de universiteit goed op orde is. Het Stichtingsbestuur heeft daarbij gewezen op het belang van investeren, ombuigen en bezuinigen waar nodig, om de te verwachten financiële veranderingen in het hoger onderwijs het hoofd te kunnen bieden. Er heeft tweemaal regulier overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de medezeggenschap; belangrijke onderwerpen van bespreking waren de bezuinigingen en reorganisaties die daarmee samen hingen. Tevens vond extra overleg plaats in verband met de herbenoeming van de voorzitter van het College van Bestuur. Eind 2011 heeft het Stichtingsbestuur na een zittingstermijn van acht jaar afscheid genomen van de heer Jan van Zijl. Het Stichtingsbestuur heeft per 1 januari 2012 mevrouw Ella Kalsbeek, voorzitter Raad van Bestuur van Altra Jeugdzorg en Onderwijs, tevens oud lid Tweede Kamer en oud staatssecretaris van Justitie, verwelkomd als nieuw lid.

6


De vicevoorzitter van het Stichtingsbestuur nam deel aan de landelijke bijeenkomsten van de voorzitters van de Raden van Toezicht van de universiteiten. Tilburg, mei 2012 Ruud Lubbers Voorzitter Stichtingsbestuur 

7


Voorwoord van het College van Bestuur In het jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over het handelen van de universiteit. In dit jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, wetenschap en maatschappelijke dienstverlening. Ambities In 2011 is verder invulling gegeven aan de implementatie van het Strategisch Plan 2010-2013. Dit plan plaatst de ambities voor deze periode in een maatschappelijke context die zich kenmerkt door een toenemende concurrentie binnen het hoger onderwijs en een groeiend belang van de (internationale) kenniseconomie. Veel aandacht gaat uit naar het onderwijs, waarmee Tilburg University zich als kwaliteitsinstelling verder profileert. De stimulering van toponderzoek wordt voortgezet, evenals de versterking van de aandacht voor maatschappelijke relevantie van de onderzoeksresultaten. Belangrijke ambitie is het profiel van Tilburg University in nationale en internationale context te versterken. Bestuursagenda 2011 In haar bestuursagenda legt Tilburg University jaarlijks vast op welke wijze zij in het betreffende jaar uitvoering geeft aan het vigerende Strategisch Plan. Belangrijke onderwerpen in de Bestuursagenda 2011 waren verhoging van de kwaliteit van het onderwijs, ontwikkeling van Centers of Excellence, internationalisering en valorisatie. Over de Bestuursagenda 2011 wordt in het volgende hoofdstuk integraal gerapporteerd. Academisering en intensivering van het onderwijs Tilburg University hecht er groot belang aan de onderwijskwaliteit verder te verhogen. De rendementen van de studieprestaties moeten omhoog, het percentage studie-uitval omlaag. Tilburg University zet zich in om het studiesucces, met name in de bachelorfase, te vergroten door de onderwijskwaliteit en -intensiteit te verhogen. Bovendien krijgt excellentie in het onderwijs ruime aandacht. In 2011 heeft de universiteit geïnvesteerd in facultaire onderwijsplannen om deze intensivering te kunnen concretiseren. Toponderzoek in internationaal verband Om in de nationale en internationale competitie voorop te kunnen lopen, wil het College van Bestuur enkele multidisciplinaire centra laten doorontwikkelen tot Centers of Excellence; internationale topinstituten met een bewezen excellente onderzoekskwaliteit van internationale faam. In 2011 is een tweede aanvraag voor een Center of Excellence gedaan door Netspar. Onder leiding van een vooraanstaande commissie heeft eind 2011 de evaluatie plaatsgevonden; in 2012 is de besluitvorming afgerond. Studenten naar het buitenland Met faculteiten is gewerkt aan het beperken van het risico op studievertraging door verblijf in het buitenland; steeds meer programma’s hebben in het curriculum een exchange semester opgenomen. Indien nodig worden voorzieningen getroffen voor eventuele verplichte vakken in dit semester. De ingezette acties zijn succesvol. Het aantal studenten dat in 2011 koos voor een verblijf in het buitenland groeide sterk ten opzichte van eerdere jaren.

8


Valorisatie: Social Innovation Met de slogan Understanding Society ziet Tilburg University het als haar taak een wetenschappelijke bijdrage te leveren aan de maatschappij. Als een van de key-players in de regionale samenwerking Mid-point Brabant heeft de universiteit in 2011 gewerkt aan TiSIL, Tilburg Social Innovation Lab. Door middel van multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en bedrijfsleven wordt innovatie bevorderd op belangrijke maatschappelijke thema’s. Ook zijn in 2011 de eerste stappen gezet om te komen tot een business transfer office: Tilburg University Ventures in het kader van het Valorisatieplan West- en MiddenBrabant, waarin onze universiteit een belangrijke rol speelt. Financiën In de loop van 2011 is geconstateerd dat ingrijpende bezuinigingen nodig zijn door de sterke afname van de rijksmiddelen. Het oplopende bedrag dat hiermee is gemoeid, is geïndiceerd op 15 miljoen euro structureel in 2016. Voor dit bedrag zijn bezuinigingsvoorstellen ontwikkeld, die na een uitgebreid intern traject zijn vastgesteld en waarvan de implementatie is gestart. Dit heeft al onmiddellijk geleid tot een beter financieel resultaat in 2011. Bij de bezuinigingen wordt het primaire proces zoveel mogelijk ontzien. Wetenschapsfraude Begin september werd de universitaire gemeenschap geconfronteerd met het schokkende nieuws over de wetenschapsfraude door de heer Stapel. Het College van Bestuur heeft hem kort daarna ontslagen en de Rector Magnificus heeft de Commissie Levelt ingesteld en gevraagd om de zaak nader te onderzoeken. Op 31 oktober heeft de commissie een interim-rapport uitgebracht. Het onderzoek naar de omvang van de fraude loopt door in 2012. Er wordt nauw samengewerkt met de universiteiten van Amsterdam en Groningen, waar de heer Stapel eerder werkzaam was. Hein van Oorschot Voorzitter College van Bestuur

9



Hoofdstuk 1

Organisatie

1.1 Organogram

Board of Governors

University Council

Doctorate Board

Executive Board

University Labor & Representation Board

Secretary General/ Managing Director

Tilburg School of Economics and Management

TiasNimbas Business School

Corporate Staff Netspar General Services

Tilburg Law School

Library & IT Services

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences

Student Services

Facility Services Tilburg School of Humanities

Univers

Tilburg School of Catholic Theology

11


1.2 Stichtingsbestuur Tilburg University is een zogenoemde ‘bijzondere universiteit’. Anders dan de openbare universiteiten ressorteert Tilburg University onder een privaatrechtelijke stichting. Het Stichtingsbestuur bewaakt de doelstellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbestuur de leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden uit die de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten. Op 31 december 2011 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld: Voorzitter: - Prof.dr. R.F.M. Lubbers Leden: - De heer W.I.I. van Beek (lid Tweede Kamer) - Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV) - Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds) - Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie) - Drs. M.A.M. Leers (voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen) - Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad) De commissie Remuneratie / Benoemingen van het Stichtingsbestuur bestond op 31 december 2011 uit: - Prof.dr. R.F.M. Lubbers, voorzitter - Drs. M.A.M. Leers, plaatsvervangend voorzitter - Ing. J.P.C.M. van Zijl, plaatsvervangend lid Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Strategy & Policy / adjunct-secretaris van de universiteit, mevrouw drs. D.M.W. de Vet. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het Stichtingsbestuur is opgenomen in bijlage 2.

1.3 College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle bestuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur. Per 31 december 2011 bestond het College van Bestuur uit twee personen: - Mr. H.M.C.M. van Oorschot, voorzitter - Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus

12


Het College van Bestuur wordt ondersteund door de algemeen directeur / secretaris van de universiteit, de heer drs. H.A.R.R. Dekkers. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur is opgenomen in bijlage 2.

1.4 Risicobeheersing Management control Management control is gericht op het waarborgen van de realisatie van strategische doelen door middel van voortgangsbewaking en (bij)sturing. Tilburg University stelt strategische doelen en hanteert systemen, procedures en reglementen die gericht zijn op het identificeren, analyseren en beheersen van risico’s. Belangrijke risico’s zijn de ontwikkeling van de rijksbijdrage, het niet bereiken van de strategische doelen en de lange termijn huisvestingsrisico’s. De belangrijkste instrumenten voor de interne beheersing binnen Tilburg University zijn (niet limitatief): • Het Strategisch Plan 2010 – 2013 dat als uitgangspunt dient voor de jaarlijkse bestuursagenda van de universiteit. • Het Bestuurs- en Beheersreglement waarin de bevoegdheden van de door het College van Bestuur aangestelde beheersfunctionarissen zijn vastgelegd. • De mandaatregeling waarin de bevoegdheden van de faculteiten en diensten zijn vastgelegd. • De financiële planning- en controlcyclus bestaande uit het Taken Middelen Plan waarin de financiële kaders worden gesteld voor de decentrale meerjarenbegrotingen van faculteiten, diensten en gelieerde instituten die worden goedgekeurd door het College van Bestuur en als basis dienen voor de begroting van Tilburg University die wordt goedgekeurd door het Stichtingsbestuur. • Financiële managementrapportages waarin beheerseenheden minimaal viermaandelijks rapporteren aan het College van Bestuur over realisaties en verwachtingen ten opzichte van de begroting, de mogelijke risico’s en de beheersing daarvan. • Periodieke toetsing van de ontwikkeling van de financiële reserves ten opzichte van de gestelde normen. • Cashflowprognoses die worden afgegeven door de treasurer. • De stuurkaarten onderwijs, onderzoek en personeel waarin prestatie-indicatoren zijn opgenomen afgeleid uit het Strategisch Plan. • Periodieke bilaterale overleggen tussen het College van Bestuur en de faculteiten waarin onder andere de targets en de realisatie van de prestatie-indicatoren op het gebied van onderwijs, onderzoek en personeel en de financiële ontwikkeling worden besproken. • Periodiek benchmarkonderzoek overhead universiteiten 2011. • Code of Conduct. Tilburg University heeft duidelijke waarden voor gedrag benoemd voor het werken en studeren bij de universiteit, deze waarden zijn: integriteit, respect, deskundigheid en betrokkenheid. • De Regeling Nevenwerkzaamheden. • Een door het College van Bestuur vastgesteld Treasury Statuut dat voldoet aan de Regeling Beleggen en Belenen. • De Letter of Representation. • De aanwezigheid van de afdeling Internal Audit. Review vindt plaats door de externe accountant die vervolgens een verklaring afgeeft bij de jaarrekening. • Periodieke doorlichtingen van de kolommen van de ondersteunende dienstverlening. • Personeelsenquête. 13


Het bewustzijn bestaat dat geen enkel systeem van interne beheersing volledige garantie geeft op het in zijn geheel behalen van gestelde strategische doelen en het voorkomen van fouten. Genoemde instrumenten van interne beheersing worden regelmatig getoetst en geëvalueerd. In 2010 is de financiële kolom doorgelicht. Een ontwikkelpunt daaruit was het verder versterken van de koppeling tussen strategie en financiën. Naar aanleiding daarvan zijn de prestatie-indicatoren in de stuurkaart onderwijs en onderzoek in 2011 aangepast. De rollen van het College van Bestuur en het Stichtingsbestuur op het gebied van interne beheersing voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders zoals deze zijn opgenomen in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Verder is Tilburg University van mening dat de huidige beheersstructuur en -mechanismen op dit moment toereikend zijn en voldoende waarborgen bieden om risico’s waaraan wij onderhevig zijn vroegtijdig te onderkennen en –indien mogelijk– te beheersen. Wij zijn ons er van bewust dat het systeem –mede in het licht van toekomstige ontwikkelingen– niet definitief af is en zijn van daaruit op zoek naar verdere doorontwikkeling en verbetering. Wetenschappelijke integriteit Naar aanleiding van de aanbevelingen in de ‘Interimrapportage inzake door de heer Stapel gemaakte inbreuk op wetenschappelijke integriteit’ door de Commissie Levelt heeft het College van Bestuur van Tilburg University besloten de verantwoordings- en meldingstructuur met betrekking tot vermoede en geconstateerde inbreuken op de wetenschappelijke integriteit nader te onderzoeken en de desbetreffende regelingen zonodig en voor zover gewenst aan te passen. Het College heeft daarbij de eerste prioriteit gelegd bij een optimale melding- en onderzoekvoorziening voor kwesties met betrekking tot wetenschappelijke integriteit. De eerste stappen die zijn gezet betreffen de vervanging van de Regeling Wetenschappelijke Integriteit en het herzien van de Klokkenluidersregeling TiU. Op basis van de nieuwe Regeling is een Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit benoemd. De Universiteitsraad moet zich nog akkoord verklaren met de Regeling Wetenschappelijke Integriteit. Een daartoe strekkend advies zal de UR worden voorgelegd zodra de nieuwe regeling is getoetst aan de omstreeks juni 2012 te verwachten Standaard Regeling Wetenschappelijke Integriteit van de VSNU.

1.5 Treasurybeleid Grondslag voor het beleid zijn de (meer)jaren begroting en het Taken Middelen Plan van de universiteit. Naast historische informatie, vormt dit de basis voor de liquiditeits- en kasstroomprognoses voor de komende vier jaar. Daarnaast wordt volledig aangesloten bij de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. Evenals 2010 kenmerkt 2011 zich als een beleggingsjaar met veel onzeker- en onduidelijkheden op met name de Europese financiële markten, veelal mede veroorzaakt door de (on)verantwoordelijke Europese politiek, vice versa. Daarnaast speelde de bekostiging van de universiteiten en beslissingen omtrent renovatie- en nieuwbouwprojecten een belangrijke keuze bij de wijze van beleggen.

14


Op grond van voorgaande uitgangs- en aandachtspunten kon toch nog een redelijk beleggingsresultaat worden gerealiseerd. Het op elkaar afstemmen van de inkomende- en uitgaande geldstromen heeft continu de volle aandacht. De volgende beleggingen konden worden gerealiseerd. Een beleggingsportefeuille die ultimo 2011 bestaat uit obligaties. Bij de obligaties wordt gekozen voor aanschaffingen die voldoen aan de rendementsdoelstelling en aan de Regeling Beleggen en Belenen. Het grootste deel van de te beleggen tijdelijk overtollige liquiditeiten wordt op deposito geplaatst. De looptijd van de deposito’s in 2011 is maximaal 12 maanden. Door de gevolgen van de kredietcrisis is het euribor in 2011 evenals in 2010 uitzonderlijk laag geweest. Parallel hieraan heeft ook de gerealiseerde depositorente zich gedurende 2011 ontwikkeld; 2011 gemiddeld 2,0574% (2010 2,0739%). Het beschikbare volume aan liquiditeiten om op deposito te plaatsen was in 2011 hoger dan in 2010, waardoor de gerealiseerde depositorente per saldo toch hoger is uitgevallen. Om de lage depositorente deels te compenseren wordt gezocht naar kwaliteitsobligaties die voor de kortetot middellange termijn een effectief rendement genereren dat boven de huidige- en op korte termijn te verwachten depositorente zit en voldoet aan de Regeling Beleggen en Belenen. Het vinden van die kwaliteit is gezien de marktontwikkelingen zeer beperkt (geweest). In 2011 is een aantal obligaties verkocht die op het moment van verkoop koerswinst opleverden en daardoor over de periode tussen aan- en verkoop een aanzienlijk hoger effectief rendement genereerden dan aanvankelijk bij aankoop was voorzien. De hierdoor beschikbaar gekomen liquiditeiten werden voor de resterende looptijd op deposito geplaatst op een zodanige wijze dat over de volle looptijd een nog hoger effectief rendement kan worden gerealiseerd. Het absolute resultaat van de beleggingsopbrengsten in 2011 is m€ 4,1 (2010 m€ 4,4). In verband met jaarrekening- en waarderingsvoorschriften moeten de koersen per ultimo voor de balans tegen de werkelijke waarde worden gewaardeerd. De hiervoor aanwezige herwaarderingsreserve effecten is ultimo 2011 opgewaardeerd met k€ 73. Tevens heeft deze waardering een negatief effect gehad op de beleggingsopbrengsten ad k€ 111 in verband met (ongerealiseerde) koersresultaten. Dit negatieve resultaat wordt goedgemaakt door het effectieve rendement gedurende de looptijd van de obligaties. De negatieve effecten van de kredietcrisis hebben zich in 2011 gestabiliseerd door de voortdurende onzekerheid over het voortbestaan van de euro respectievelijk de financieringsproblemen van enkele eurolanden. De verwachting voor 2012 is een beleggingsopbrengst die ongeveer gelijk zal zijn aan die van 2011.

1.6 Helderheidsaspecten In deze paragraaf wordt beschreven hoe binnen Tilburg University wordt omgegaan met de thema’s zoals die zijn opgenomen in de notitie ‘Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs’, uitgevaardigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 29 augustus 2003. In aansluiting op de hieronder toegelichte helderheidsthema’s heeft Tilburg University geen publiek-private arrangementen waarbij de instelling om onderwijskundige redenen direct of indirect betrokken is bij de 15


uitoefening van een economische activiteit in een door de instelling opgerichte onderneming of in een consortium van meerdere publieke en private partijen of in een door derden opgerichte onderneming waarin de instelling beleidsbepalende invloed heeft. • Deelname eigen personeel aan opleidingen In 2011 hebben in totaal 144 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan. • Uitbesteding (delen van) Croho-geregistreerde opleidingen Tilburg University besteedde in 2011 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties en andere instellingen. • Investeren van publieke middelen in private activiteiten Tilburg University heeft in 2011 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten. • Verlenen van vrijstellingen Het verlenen van vrijstellingen is binnen Tilburg University alleen mogelijk op verzoek van de individuele student. Vrijstellingen kunnen worden verleend door de examencommissie; de gronden waarop zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. • Bekostiging van buitenlandse studenten Binnen Tilburg University worden buitenlandse studenten alleen ingeschreven als student als zij volledig voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden. Ingeschreven studenten worden alleen dan voor bekostiging in aanmerking gebracht als zij volledig voldoen aan de wet- en regelgeving hieromtrent. Uitwisselingsstudenten en buitenlandse studenten die slechts een gedeelte van een opleidingsprogramma volgen worden ingeschreven als contractcursist conform de binnen Tilburg University van toepassing zijnde regeling contractcursisten aanschuifonderwijs. • Collegegeld niet betaald door student zelf De inschrijfprocedures binnen Tilburg University zijn conform wet- en regelgeving rondom dit thema. Door Tilburg University wordt geen rijksbijdrage besteed aan het op enige manier compenseren van het door studenten betaalde collegegeld. Indien het collegegeld namens een student door derden wordt betaald staat dit aangegeven op de door de student afgegeven machtiging. • Studenten volgen modules Studenten die slecht een gedeelte van een opleidingsprogramma volgen, worden ingeschreven als contractcursist conform de binnen Tilburg University van toepassing zijnde regeling contractcursisten aanschuifonderwijs.

16


• Studenten volgen een andere opleiding Studenten geven zelf aan voor welke opleiding(en) ze zich aanmelden en inschrijven zonder tussenkomst van Tilburg University. Tilburg University schrijft studenten niet in voor andere opleidingen dan waarvoor studenten zich hebben ingeschreven. • Maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties Tilburg University organiseerde in 2011 één maatwerktraject voor KPMG Meijburg & Co, Baker & McKenzie, Loyens & Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers en Ernst & Young ten behoeve van 38 studenten.

1.7 Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 2011 Inleiding De geconsolideerde jaarrekening 2011 van Tilburg University bevat zowel de deelnemingen TiasNimbas Business School B.V. en UvT-Holding B.V. als de gelieerde instituten Stichting IVA, Stichting IVO en Stichting Universiteitsfonds Tilburg. In deze paragraaf wordt een korte analyse van de financiële exploitatie op hoofdlijnen gegeven. Het exploitatieresultaat is uitgekomen op een verlies van -2 m€. Dit is beter dan vorig jaar (-m€ 6) is veel gunstiger dan begroot (-m€ 12). Tilburg University heeft snel en flexibel gereageerd op de ongunstige marktontwikkelingen en de negatieve vooruitzichten voor de externe bekostiging via de rijksbijdrage. Ondanks het exploitatietekort blijft Tilburg University financieel gezond. In de periode 2012-2016 zullen verdere bezuinigingen worden doorgevoerd. Dit betreft vooral de ondersteunende dienstverlening. Het primair proces wordt daarbij zoveel mogelijk ontzien. Naast bezuinigingen wordt ook volop geïnvesteerd in vernieuwing en kwaliteit. Daarbij heeft de intensivering van onderwijs de grootste prioriteit. Financiële exploitatie 2011 Het exploitatieresultaat 2011 is beduidend hoger dan begroot. De aangekondigde reorganisatie op de ondersteunende dienstverlening, de grote onzekerheid van de toekomstige rijksbijdrage en de tegenvallende baten werk in opdracht van derden hebben bij de beheerseenheden geleid tot een scherper kostenbewustzijn en bezuinigingen die al op korte termijn effect sorteren.

17


De financiële exploitatie ziet er verkort als volgt uit: Geconsolideerde exploitatierekening 2011 Baten Rijksbijdragen OCW Collegegelden Batn werk i.o.v.derden Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Belasting resultaat uit gewone bedrijfsvoering Aandeel derden Exploitatieresultaat

2011

Begroting 2011

104.636.923

100.370.000

21.808.566

21.600.000

53.156.593

57.585.000

17.808.402

17.151.000

197.410.484

196.706.000

147.511.144

151.266.000

8.805.554

9.599.000

9.478.527

9.478.000

35.258.926

39.220.000

201.054.151

209.563.000

-3.643.667

-12.857.000

1.179.797

447.000

-7.570

0

113.971

0

-2.357.469

-12.410.000

Baten en lasten De hogere rijksbijdrage wordt vooral veroorzaakt door een administratief-technische correctie van de inkomensoverdrachten. Daarnaast waren er extra baten door de tijdelijke subsidieregeling voor 2e masters, een correctie voor groeiende studentenaantallen en een nominale correctie voor gestegen personele lasten. De baten in opdracht van derden zijn gedaald. Dit betreft contractonderwijs en contractonderzoek. De daling manifesteert zich zowel bij de faculteiten (-m€ 1,3) als de deelnemingen (TiasNimbas -m€ 1,8, IVO en IVA samen -m€ 0,9). De lasten voor personeel niet in loondienst, dotatie personele voorzieningen en overige personele lasten zijn gedaald. De personele lasten in loondienst zijn onveranderd bij een gelijkblijvend gemiddeld aantal FTE. De lagere afschrijvingen voor huisvesting zijn het gevolg van het afblazen van de aankoop en de verbouwing van het Duvelhok en lagere investeringsuitgaven op andere huisvestingsprojecten. De lagere afschrijvingslasten voor hard- & software hangen samen met vertraging bij enkele ICT-projecten.

18


De lagere overige lasten hangen samen met de lagere baten werk in opdracht van derden en worden voor het overige veroorzaakt door de bezuinigingen. Het saldo financiële baten en lasten is beter dan begroot. Dit is onder meer het gevolg van lagere investeringsuitgaven waardoor meer liquiditeiten beschikbaar zijn gebleven. In de paragraaf Treasurybeleid is een toelichting op de onderscheiden posten opgenomen (zie paragraaf 1.5). Behalve het Universiteitsfonds hebben alle deelnemingen een negatief resultaat gehaald. Balansposten 2011 Het totale vermogen is met ruim m€ 5 afgenomen tot bijna m€ 269 per ultimo 2011. Het exploitatietekort (-m€ 2) is in mindering gebracht op het eigen vermogen. Analyse kasstromen Per ultimo 2011 bedraagt de stand van de liquide middelen bijna m€ 104. Dit is 2% minder dan vorig jaar. Het saldo van inkomende en uitgaande kasstromen uit operationele activiteiten was m€ 5,5 positief. Er is per saldo bijna m€ 6 geïnvesteerd in materiële vaste activa en financiële vaste activa. In verband met financiële activiteiten is per saldo m€ 2 aan liquiditeiten onttrokken.

19


1.8 Begroting 2012 (bedragen x € 1.000) Baten Rijksbijdrage OCW Correctie inkomensoverdrachten Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten

Begroting 2012 Geconsolideerd 107.275 -4.361 24.400 54.887 19.352

Totaal van de baten

201.553

Personele lasten Overige lasten

149.240

Totaal van de lasten

205.955

Lasten

Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten

56.715

-4.402

2.473 1.796 677

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering

-3.725

Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten

0

Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering

0

Aandeel derden -/-

0

Exploitatiesaldo

20

0

-3.725


Vooruitblik In 2011 is een bezuinigings- en reorganisatieplan opgesteld voor de periode 2012-2016 dat moet leiden tot substantiële bezuinigingen in met name de ondersteunende dienstverlening. De budgettaire consequenties hiervan zijn voor een groot deel (pakket A en B) verwerkt in de begroting 2012 en in het TMP 2013-2016. In 2012 vindt aanvullend de doorlichting van een aantal dienstverleningskolommen plaats (pakket C). De budgettaire effecten hiervan zijn nog niet in het TMP verwerkt. Vanwege de onzekerheid over de rijksbijdrage in de komende jaren wordt krachtig verder gewerkt langs de lijnen van de ingezette bezuinigingsplannen. Het eerste doel is om te voorkomen dat het tekort na 2012 weer gaat oplopen. Het tweede doel is om financiële middelen voor onderwijsintensivering vrij te maken. Op deze manier werkt Tilburg University zowel aan de financiële ombuiging naar positieve exploitatieresultaten als aan de versterking van het onderwijs.

1.9 Declaraties College van Bestuur Per categorie

Hein van Oorschot 1.560,00

Philip Eijlander 1.560,00

Reiskosten binnenland

773,04

344,40

Reiskosten buitenland

90,00

59,55

1.240,66

840,00

3.663,70

2.803,95

Representatiekosten

Overige kosten Totaal

Toelichting: Dit betreft de door de universiteit vergoede declaraties van door de CvB-leden zelf betaalde rekeningen voor verleende diensten of gemaakte onkosten, alsmede de vaste onkostenvergoeding voor representatie, lokale dienstreizen en overige beroepsgebonden kosten. Rechtstreeks door de universiteit betaalde rekeningen, c.q. betalingen met creditcards van de universiteit zijn hierin niet opgenomen. De volledige onkosten van het College van Bestuur zijn op de website van Tilburg University terug te vinden. Deze zijn hoger dan de hier vermelde gedeclareerde bedragen.

21



Hoofdstuk 2

Bestuursagenda 2011

Met de vaststelling van het Strategisch Plan 2010 – 2013 zijn de hoofdonderwerpen van instellingsbeleid voor de periode 2010 – 2013 vastgesteld en is de richting aangegeven waarin deze worden uitgewerkt. Deze bestuursagenda geeft de uitwerking daarvan voor het begrotingsjaar 2011. Dit is het tweede jaar onder het Strategisch Plan 2010 – 2013. Bij een aantal onderwerpen wordt onder ‘middelen’ ‘Pro Memorie (PM)’ gemeld. Dit is een consequentie van de aard van de betreffende projecten: het gaat in de meeste gevallen om beleidsvoorbereiding die ten laste komt van de lopende exploitatie en die resulteert in een werkplan met begroting. De voor de uitvoering van het te ontwikkelen beleid benodigde middelen zijn met andere woorden meestal aan het eind van het beleidsvoorbereidende traject bekend. Onder ‘actie’ is aangegeven welk Collegelid het betreffende onderwerp in portefeuille heeft. Tevens is aangegeven welk organisatieonderdeel binnen de diensten in eerste instantie verantwoordelijk is voor het project in kwestie. Deze verantwoordelijkheid houdt tevens in dat het betreffende organisatieonderdeel verantwoordelijk is voor afstemming en coördinatie met andere organisatieonderdelen. 1. Onderwijs Intensivering onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Het meer uitdagen en motiveren van studenten en daarmee verhogen van het studierendement (in 2013 rondt 70% van de bachelorstudenten die een positief BSA hebben behaald in vier jaar de bachelorstudie af en 90% doet dat in vijf jaar). Verhoging BSA-norm. Implementatie voorstellen faculteiten, kwaliteitscriteria voor het onderwijs. Resultaat: Met ingang van 1 september 2011 is de BSA-norm verhoogd naar 42 ECTS. Om te bevorderen dat studenten deze norm halen hebben de faculteiten plannen ontwikkeld voor intensivering van het onderwijs. Het College heeft daarvoor voor zes jaar middelen ter beschikking gesteld, toe te wijzen in twee tranches. De faculteiten dragen daar uit eigen middelen ten minste een zelfde bedrag aan bij. De door de faculteiten ingediende voorstellen zijn alle gehonoreerd en in 2011 van start gegaan: Research Based Learning van TiSEM, Actief Leren van TSB, Intensivering en Academisering van TLS, Academische Schrijfvaardigheid van TSH en Blended Learning Project Bijbelwetenschappen van TST. Middelen: FBI, eigen bijdrage faculteiten Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: 2011 e.v.

23


Instellingstoets kwaliteitszorg Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Het aanvragen en ondergaan van de instellingstoets kwaliteitszorg. Bij de instellingstoets wordt het kwaliteitszorgsysteem van de instelling onder de loep genomen. Een positief afgelegde instellingstoets kwaliteitszorg geeft toegang tot een beperkte opleidingsbeoordeling, waardoor de administratieve lasten van de opleidingen aanzienlijk worden verminderd. Resultaat: In 2011 is begonnen met de voorbereiding voor de instellingstoets. In 2012 zal deze feitelijk plaatsvinden. Middelen: PM Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: 2011 – 2013 Academisering Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Versterken van de academische vorming in het onderwijs en profilering van het onderwijs van Tilburg University. Resultaat: Een verdere academisering van het onderwijs door onderwijs expliciet aan onderzoek te verbinden in facultaire onderwijsconcepten als research based learning, door expliciete academische vorming voor alle studenten en de ontwikkeling van academische vaardigheden in de diverse opleidingscurricula te verweven. Zie ook Intensivering onderwijs Middelen: FBI en eigen bijdrage faculteiten Actie: Faculteiten Tijdschema: 2011 – 2013 Peer review Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Het ontwikkelen van een systeem van collegiale toetsing van de opleidingen van Tilburg University. Doel is een inhoudelijke discussie op gang te brengen tussen ‘peers’ over kwaliteit van het onderwijs, teneinde de kwaliteit van de opleiding te verbeteren. Een peer review ligt in het verlengde van een beperkte opleidingsaccreditatie, omdat het ook een prominentere rol krijgt in het nieuwe stelsel. Op termijn kunnen peer reviews het systeem van Mid-term review vervangen. Resultaat: In 2011 is bij TSB geëxperimenteerd met Peer Review. Middelen: PM Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: 2010 - 2013

24


Fulltime MBA Aanleiding/kader: Bundeling van krachten TiasNimbas/TiSEM/Upgrading full time MBA Doel/omschrijving: De basis voor een Business School wordt gevormd door een top full time MBAprogramma. Dit is bepalend voor de reputatie van de Business School. Het huidige programma dat samen met Bradford wordt uitgevoerd, daalt in de rankings. Het nieuwe New Leadership MBA Program wordt in samenwerking met TiSEM uitgevoerd. Resultaat: Full time MBA-programma Middelen: Regulier (TiasNimbas) Actie: Rector Magnificus, TiasNimbas, TiSEM Tijdschema: 2011 2. Onderzoek Implementatie Centers of Excellence Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Om in de nationale en internationale competitie mee te kunnen doen zal Tilburg University de mogelijkheid scheppen om een aantal van onze multidisciplinaire onderzoekscentra door te laten ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence. Resultaat: In 2011 is na Intervict in 2010, een tweede beoordeling uitgevoerd in het kader van de Centers of Excellence: Netspar is eind 2011 positief beoordeeld door de Commissie Douwe Breimer. Middelen: FBI Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: 2010 e.v. Valorisatieplan West- en Midden Brabant Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Versterking van verankering van Tilburg University in de regionale en nationale kennisinfrastructuur. Het verder faciliteren van ondernemerschapsonderwijs en startersondersteuning bij Tilburg University. Tevens het inrichten van een Technologie Transfer Office voor het vermarkten van aan de universiteit ontwikkelde kennis. Resultaat: In 2011 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een transfer office, genaamd Tilburg University Ventures. Er is een eerste inventarisatie gedaan om te kijken waar interessante ideeĂŤn op de plank liggen die mogelijk in bedrijvigheid zouden kunnen worden omgezet. Eind 2011 zijn ook de eerste sollicitatiegesprekken gevoerd in verband met de bemensing van het loket. Zie verder ook par. 7.4. Middelen: Externe middelen en eigen middelen (nader te bepalen) Actie: Voorzitter, Strategy & Policy, Planning & Control Tijdschema: 2011 e.v.

25


Topinstituut Social Innovation (TiSIL) Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Het inrichten van een Topinstituut voor Social Innovation Resultaat: In juni 2011 is op Tilburg University het Tilburg Social Innovation Lab (TiSIL) gelanceerd. Daarmee wordt invulling gegeven aan een deel van de strategische agenda Midden-Brabant; de marsroute voor de gezamenlijke ambitie van gemeenten, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven voor de periode 2010-2014, om Midden-Brabant toekomstgericht te positioneren als Hart van Brabant: Regio voor ‘Social Innovation’. Middelen: Externe middelen en eigen middelen (PM) Actie: Voorzitter, Strategy & Policy Tijdschema: 2011 e.v. 3. Personeel Binden, boeien en begeleiden van internationale (top)medewerkers Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013, 11 puntenplan P&O 2009-2013 Doel/omschrijving: Werving, selectie en arbeidsvoorwaarden die aansluiten bij de internationale arbeidsmarkt ten einde internationale toponderzoekers te kunnen aantrekken; Resultaat: Tilburg University heeft zich in 2011 sterk gemaakt voor de uitbreiding van faciliteiten in de Tilburg voor expats en hun gezinnen. In samenwerking met de gemeente Tilburg en de Internationale School Eindhoven is er een basis gelegd voor de vestiging van een internationale basisschool. Het initiatief is ter goedkeuring voorgelegd aan het ministerie van OC&W. Op het gebied van arbeidsvoorwaarden heeft de universiteit zich sterk gemaakt voor het behoud van de 30% regeling. Samen met de VSNU is er succesvol gelobbyd bij het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst. Hierdoor kan deze regeling, die fiscale voordelen biedt aan expats, ook in de toekomst toegepast blijven worden op onze internationale wetenschappers. Daarnaast is de regeling voortaan ook toepasbaar bij promovendi Middelen: Begroting General Services/Human Resources Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2011 Sturen op prestaties en talent met een bijbehorend bewust beloningsbeleid Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 en 11 puntenplan P&O 2009-2013, P-enquête 2009 Doel/omschrijving: De kwaliteit van het personeel handhaven en verbeteren, waar nodig door instrumenten van sturing en ontwikkeling. Doel is individuele competenties ten volle te benutten. Resultaat: In 2011 Is een start gemaakt met het implementeren van het vastgestelde nieuwe R&O beleid. Er is over de nieuwe methodiek aan veel managementteams voorlichting gegeven. Tevens zijn veel leidinggevenden getraind in het zich eigen maken van de nieuwe werkwijze. De dienst LIS heeft een pilot uitgevoerd met de nieuwe werkwijze en de daarbij horende nieuwe instrumenten. In 2012 worden formeel de eerste R&O gesprekken gevoerd. 26


Middelen: In eerste instantie lopende middelen. Wanneer instrumenten ontwikkeld moeten worden en trainingen verzorgd gaan worden met behulp van externen, zullen via een aparte projectaanvraag en budgetaanvraag middelen worden aangevraagd. Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2011-2012 Meer vrouwen in hogere functies WP en OBP Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 en 11 puntenplan P&O 2009-2013 Doel/omschrijving: In 2014 is de man-vrouw-verhouding binnen het hooglerarenkorps 85%-15%. Resultaat: In 2011 heeft TiU haar vastgestelde targets gehaald om meer vrouwen in hogere functies te krijgen. Middelen: Reguliere middelen, eventueel decentrale arbeidsvoorwaardengelden Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2010-2014 4. Organisatie Faciliteren van samenwerken op afstand Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013, 11 puntenplan P&O 2009-2013 en p-enquête 2009 Doel/omschrijving: Tegen de achtergrond van ‘het nieuwe werken’ en naar aanleiding van de resultaten uit de p-enquête is in 2010 een pilot telewerken gestart. Deze pilot wordt in 2011 geëvalueerd op basis waarvan wordt besloten telewerken wel/niet regulier onderdeel te laten zijn van het beleid van Tilburg University op dit vlak. Resultaat: In mei 2011 is de Pilot Telewerken bij het Ondersteunend Beheers Personeel (OBP) afgerond. Een positieve evaluatie heeft ertoe geleid dat de mogelijkheid voor medewerkers om te telewerken in dit verslagjaar universiteitsbreed is ingevoerd Middelen: Reguliere middelen Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2010-2011 Samenvoegen StudentenServiceCentrum en Centrale Studentenbalie (een frontoffice) Aanleiding/kader: Strategisch Plan Tilburg University en StS 2010-2013 Doel/omschrijving: Integratie van het Studenten Service Centrum en de Centrale Studentenbalie met het oog op een verbeterde dienstverlening aan Nederlandse en internationale studenten. Doel is het bieden van één loket op de campus voor alle zaken die voor studenten gemeenschappelijk zijn geregeld. Resultaat: Integratie van StudentenServiceCentrum en Centrale Studentenbalie is een feit sinds april 2011, onder de naam Student Desk. De nieuwe locatie van de Student Desk is Academia building sinds 18 april 2011. Middelen: Reguliere middelen Actie: Voorzitter, Student Services Tijdschema: Maart 2011 moet de samenvoeging tussen de CSB en het SSC plaatsvinden.

27


Implementatie visie op dienstverlening Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013: ambitieniveau ondersteuning en dienstverlening Doel/omschrijving: Het benoemen, uitvoeren en monitoren van activiteiten, die ervoor moeten zorgen dat het vertrouwen van onze partners in onze samenwerking en kwaliteit in 2015 uitkomt op een 8 of hoger, zoals vastgelegd in het ‘Gewaagde Doel’. Resultaat: Vanwege de bezuinigingen die begin 2011 werden afgekondigd is dit project beëindigd. Middelen: PM Actie: Voorzitter, Ondersteunend- en Beheerspersoneel Tijdschema: 2011 e.v. Implementatie doorlichting financiële kolom Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013: doorlichting van dienstverleningskolommen Doel/omschrijving: Naar aanleiding van de conclusies van de doorlichting van de financiële kolom de werking van die kolom verbeteren. Resultaat De evaluatie van het Interne Bekostingsmodel (IBM) is in 2011 afgerond. De prestatieafspraken die Tilburg University met de minister van OCW maakt, zullen worden opgenomen in de stuurkaarten. Ook is in 2011 gewerkt aan verbetering van de P&Cfunctie. Middelen: PM Actie: Voorzitter, Corporate Program Management Tijdschema: 2011 5. Internationalisering Huisvesting internationale studenten Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Verbetering van de huisvesting voor internationale studenten, zodat internationale studenten hun verblijf in Tilburg hoger waarderen. Verbetering vindt met name plaats door middel van het aanbieden van huisvesting met een betere prijs /kwaliteit verhouding en het beter informeren van internationale studenten omtrent de huisvesting. Resultaat: De huisvestingscontracten met corporaties zijn aangepast en voorzien van minimale kwaliteitseisen over de huisvesting en voorzieningen. Hiermee kan meetbaar worden vastgesteld of het aanbod van de corporaties voldoet aan de maatstaven die Tilburg University hanteert. Daarnaast is een website ontwikkeld waarop huisvestingscorporaties de beschikbare kamers presenteren inclusief foto’s, plattegrond en huurprijs. Online en voordat de student aankomt in Tilburg kan hij een kamer te boeken die tegemoet komt aan zijn eigen wensen en mogelijkheden. Ten slotte heeft de aanpak van dit dossier ook geleid tot het nagenoeg elimineren van de leegstandskosten voor faculteiten en woningcorporaties. Dit levert jaarlijks een besparing van enkele tonnen op. Middelen: Reguliere middelen 28


Actie: Tijdschema:

Voorzitter, International Office september 2010 – september 2011

Bevorderen studie in het buitenland Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Toename van uitgaande mobiliteit onder studenten van Tilburg University van 9% naar 30% in 2013. Resultaat: In 2011 is een compleet nieuw communicatieconcept gelanceerd. Met faculteiten is gewerkt aan het beperken van het risico op studievertraging door verblijf in het buitenland; steeds meer programma’s hebben in het curriculum een exchange semester opgenomen. Indien nodig worden voorzieningen getroffen voor eventuele verplichte vakken in dit semester. De ingezette acties zijn succesvol. Het aantal studenten dat in 2011 koos voor een verblijf in het buitenland groeide sterk ten opzichte van eerdere jaren. Middelen: reguliere middelen Actie: Rector Magnificus, International Office Tijdschema: Vanaf september 2010 6. Communicatie en Marketing Strategische heroverweging bachelor- en masterwerving Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013, project UvT Web 2.0 Doel/omschrijving: De werving van bachelor- en masterstudenten wordt heroverwogen naar aanleiding van demografische ontwikkelingen, kwaliteitsbeleid, marktontwikkelingen zoals toenemende competitie, onvrede over studie-uitval en invoering van de harde knip, en de ontwikkeling van nieuwe digitale middelen voor communicatie en marketing. Resultaat: Bachelorwerving: In overleg met faculteiten is een inputdocument opgesteld als basis om te komen tot een Marketingplan voor Nationale Bachelorwerving. Daarin worden thema’s nader uitgewerkt zoals kwaliteit vs. kwantiteit van de instroom, effecten van wervingsgebied en verschillen tussen thuismarkt vs. overige regio’s, aansluiting VWO/WO en analyse studie-uitval, informatie zoekgedrag online vs. offline en effecten van naamsbekendheid en positioneringsboodschap. Masterwerving: Een Marketingplan voor Nationale Masterwerving is in overleg met faculteiten opgesteld. Hierin worden strategische keuzen voorgelegd inzake verhoging van instroom uit andere Nederlandse universiteiten, betere voorlichting en voorbereiding van HBO-instromers, en het versterken van maatschappelijke betrokkenheid en relevantie. Middelen: Reguliere middelen Actie: Voorzitter, Communications and Marketing Tijdschema: 2011

29


Internationale Marketing Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013, project UvT Web 2.0 Doel/omschrijving: Verbetering van effectiviteit en efficiĂŤntie van internationale studentenwerving en de ontwikkeling van nieuwe digitale middelen voor de internationale marketing. Resultaat: In overleg met de faculteiten is een Strategische Nota voor Internationale Marketing opgesteld rond doelstellingen, doelgroepen, proposities, doellanden, marketingmiddelen, verbetering van de recruitment funnel, effectmetingen en evaluatie. Deze nota bevat 21 aanbevelingen voor verbetering van de strategische aanpak van de internationale studentenwerving en is aangeboden aan het College van Bestuur. Middelen: Reguliere middelen en facultaire middelen voor internationalisering en recruiting. Actie: Rector Magnificus, Communications and Marketing Tijdschema: 2010-2013 7. ICT Ondersteuning van de wetenschappelijke informatievoorziening Aanleiding/kader: LBS: Memo voor SIA van 13 maart 2007 ten behoeve van TMP 2008-2011 (Nieuwe Search Engine en vervanging bibliotheeksystemen). Metis: landelijk initiatief o.l.v. SURF, i.o.m. VSNU, NFU en HBO-raad. Doel/omschrijving: Vervanging van het bibliotheeksysteem en het onderzoeksregistratiesysteem. Resultaat: Medio 2011 is begonnen met de implementatie van een nieuw bibliotheeksysteem. Met de implementatie van de producten Webbased Management Services (WMS) en WorldCat heeft de TiU als eerste universiteitsbibliotheek in Europa gekozen voor een echte cloudoplossing van OCLC voor haar bibliotheeksysteem. Op dit moment is helder in kaart gebracht wat het nieuwe systeem gaat bieden. Er zijn verschillen met het systeem dat Tilburg University nu heeft. Op korte termijn zal duidelijk zijn welke verschillen in functionaliteit wel en niet aanvaardbaar zijn. De landelijke initiatieven om te komen tot een door alle universiteiten gebruikt onderzoeksregistratiesysteem hebben tot op heden om uiteenlopende redenen niet tot resultaat geleid. Middelen: Voor LBS reeds toegekend. Europese aanbesteding is mogelijk nodig. Voor NL-RIS: voor projectfase additionele middelen nodig, aan te vragen uit ICT-compartiment. Actie: Voorzitter, Library & IT Services Tijdschema: LBS: in 2010 keuze voor leverancier, conversie en migratie n.n.t.b. Metis: in 2010 start Europese aanbesteding. Conversie en migratie mogelijk 2011 De nieuwe werkplek Aanleiding/kader: Strategisch Plan Library and IT-services 2009-2013 Doel/omschrijving: Invoeren Nieuwe Werkplek, inclusief Exchange e-mail en kalender en Sharepoint documentomgeving. Resultaat: In 2011 zijn de mail- en calendar-omgevingen van alle medewerkers van Tilburg University succesvol gemigreerd. Hoewel geen onderdeel van het project, zijn de procedures uitgewerkt om de nieuwe MultiFunctionals uit te kunnen rollen. Deze 30


Middelen: Actie: Tijdschema:

maken gebruik van de infrastructuur die door het project ‘de nieuwe werkplek’ is gerealiseerd. De migratie van andere onderdelen van de kantoorautomatiseringsomgeving heeft vertraging opgelopen. Naar verwachting wordt dit traject in 2012 afgerond. Reeds beschikbaar gesteld binnen het subcompartiment ICT Voorzitter, Library & IT Services, LAU’s 2010- zomer 2011

Customer Relationship Management (CRM) Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 en nota ICT-architectuur Doel/omschrijving: Aaneengesloten relatiebeheer van aankomende student tot een alumnus, friend- & fundraising. Resultaat: Aanvankelijk was het de wens van LIS om in 2011 te beginnen – stapsgewijs – aan de implementatie van één gezamenlijk universitair CRM-systeem. Het door LIS in 2010 uitgevoerde onderzoek gaf aan dat deze wens gerechtvaardigd en uitvoerbaar was. De praktijk bleek weerbarstiger. In 2011 is daarom geen uitvoering gegeven aan dit speerpunt. In 2012 zal waarschijnlijk een pilot worden gestart. Middelen: ICT-compartiment Actie: Voorzitter, Library & IT Services, faculteitsbureaus, Communications and Marketing, Alumni Relations and Development Tijdschema: 2011-2013 SaNS, MySIS, Studielink Aanleiding/kader: SaNS Doel/omschrijving: Invoering nieuw studentenadministratiesysteem op basis van Oracle Campus Solutions in samenwerkingsverband met drie partners. Koppeling aan Studielink. Resultaat: In 2011 is het project MySIS-volg kritisch onder de loep genomen en zijn toekomstscenario’s uitgewerkt. Daarna is het project omgezet in een ‘lichte’ variant. In april 2011 is er een koppeling tussen de lokale studentenadministratie (MySIS) en Studielink gerealiseerd en is door de administratieve organisatie daarop ingespeeld. Hierdoor voldoet Tilburg University aan de landelijke richtlijnen en is een efficiënt inschrijfproces mogelijk voor de studenten die zich via Studielink kunnen inschrijven. Middelen: Reeds toegekend. Actie: Voorzitter, Library & IT Services i.s.m. Student Services, schools en SaNS- partners Tijdschema: MySIS-volg: start implementatie begin 2011, operationeel 2e semester 2011-2012 Studielink: operationeel maart 2011

31


8. Huisvesting Studentencentrum binnenstad Aanleiding/kader: Strategisch Plan UvT en StS 2010-2013 Doel/omschrijving: Realisatie van een stadsmensa, studentencafĂŠ, studieruimten en multifunctionele ruimten in het Duvelhok, een voormalige katoenspinnerij in de binnenstad van Tilburg. Resultaat: Geplande verwerving van gebouw en omliggende percelen is niet doorgegaan vanwege financiĂŤle krapte. Middelen: Reguliere middelen Student Services en HVC Actie: Voorzitter, Student Services, Facility Services Tijdschema: Start vanaf voorjaar 2011 Ingebruikname Academiagebouw Aanleiding/kader: Aankoop Academiagebouw Doel/omschrijving: Ingebruikname Academiagebouw Resultaat: Academiagebouw is in gebruik genomen. Middelen: HVC Actie: Voorzitter, Student Services, Facility Services Tijdschema: Maart 2011 Nieuwbouw School of Social and Behavioral Sciences Aanleiding/kader: Integraal huisvestingplan Doel/omschrijving: Projectrealisatie, onderdeel bestemmingsplanwijziging Resultaat: Het project is vanwege de bezuinigingen niet gerealiseerd conform plan. Op dit moment wordt eerst campusbreed gekeken naar ruimtebehoefte. Middelen: HVC Actie: Voorzitter, School of Social and Behavioral Sciences , Facility Services Tijdschema: December 2011 Duurzaamheid Aanleiding/kader: Startnotitie duurzaamheidbeleid Doel/omschrijving: Ambities vaststellen op het gebied van duurzaam bouwen en beheren; afvalstromen in kaart brengen en een afvalbeheersplan opstellen Resultaat: Afvalbeheersplan is in 2011 opgesteld; ambitiedocument duurzaamheidbeleid volgt in 2012. Middelen: Diverse reguliere begrotingsposten Actie: Voorzitter, Facility Services Tijdschema: April 2011

32


Hoofdstuk 3

Rankings

3.1 Onderwijs Elsevier 2011 Tilburg University is voor het vijfde achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste specialistische universiteit in het jaarlijks onderzoek van het weekblad Elsevier. Bijna 2.500 hoogleraren en hoofddocenten van universiteiten en zestigduizend studenten deden mee aan het jaarlijkse onderzoek van Elsevier, dat voor de zestiende keer werd gehouden. Dertien universiteiten werden onder de loep genomen en onderverdeeld in drie groepen: brede, specialistische en technische universiteiten. De hoogleraren en hoofddocenten beoordeelden de kwaliteit van de docenten en hun wetenschappelijke werk en ook het programma van de bachelor- en masteropleidingen. De studenten legden de opleidingen langs de lat volgens de volgende criteria: de faciliteiten, het programma, de kwaliteit van het onderwijs en van de docenten, de manier van toetsen en de interne organisatie en communicatie. Ook werd gekeken naar de kansen voor afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Keuzegids 2011 Tilburg University scoort gemiddeld in de Keuzegids Universiteiten Voltijd 2011. Rechtsgeleerdheid blijft hoog scoren met een gedeelde tweede plaats. De Tilburgse studenten waarderen met name de goede spreiding van de studielast en de tevredenheid over de manier van evalueren. De opleiding Communicatie en informatiewetenschappen krijgt ook een tweede plaats met een bovengemiddelde score. Wijsbegeerte krijgt een derde plek. In de Keuzegids Universiteiten deeltijd 2011 staat Tilburg University op de tweede plaats. De deeltijdopleiding Filosofie behaalde de eerste plaats. Tilburg University scoort met de deeltijd-bachelor Filosofie veruit het beste in vergelijking met drie andere universiteiten. De deeltijd-bachelor Rechtsgeleerdheid van Tilburg University behaalde de gedeelde tweede plaats in de ranglijst, waarbij is vergeleken met zeven andere universiteiten. De ranglijsten van de Keuzegids 2011 zijn voor 70% gebaseerd op oordelen van studenten. De andere 30% is gebaseerd op onderwijsstatistieken en deskundigenrapporten over de onderwijskwaliteit.

3.2 Onderzoek Tilburg University hecht veel waarde aan een goede positie op internationale onderzoeksrankings, in het bijzonder de discipline rankings voor Business Research, Economic Research, Economics & Business, Social Sciences en Arts & Humanities. In de afgelopen jaren is de positie van TiU gestegen op zowel deze specifieke rankings alsmede op de overall rankings van Times Higher Education en QS.

33


Positie Tilburg University op een aantal onderzoeksrankings 2009 & 2011 Ranking Positie 2009 THE World University Ranking 275+ QS World University Ranking - Social Sciences 64 Sjanghai (ARWU) Economics & Business top 100 76-100 Sjanghai (ARWU) Social Sciences top 100 124 Taiwan Social Sciences top 300 Social Sciences Research Network (SSRN) Economic departments Social Sciences Research Network (SSRN) Law Schools 52 UT Dallas World Ranking Business Research 24 Tilburg World Ranking Economic Research

Positie 2011 256 97 58 88 128 1 6 41 24

3.3 Ranking TiasNimbas TiasNimbas hecht aan een goede positie op internationale rankings van business schools. Positie TiasNimbas op een aantal rankings 2011 Ranking Programma Wereld Europa 43 20 EMBA Rankings International Masters in Management Financial Times Ranking

Executive Part-time MBA

European Business School Rankings Alle programma’s

Nederland 3

95

36

5

-

24

2

Masters in Management

MSc in International Business Administration

55

50

3

Executive Education - Customized

-

46

25

2

Executive Education - Open

-

52

25

1

Global MBA Rankings

Full-time MBA

90

26

2

3.4 Valorisatie Tilburg University best communicerende universiteit van Nederland De Universiteit van Tilburg is koploper als het gaat om aanwezigheid in de media en het publieke debat. Dat bleek in juli 2011 uit vergelijkend onderzoek verricht door onderzoeks- en adviesbureau ScienceWorks in samenwerking met weekblad Elsevier. De Elsevier/ScienceWorks Valorisatieranking brengt in kaart hoe universiteiten hun wetenschappelijke en technologische kennis inzetten voor economisch of maatschappelijk nut. De term ‘valorisatie’ staat aldus voor het verzilveren van kennis. Valorisatie van kennis is op drie manieren getypeerd: als de Ondernemende Universiteit, de Samenwerkende Universiteit en de Communicerende Universiteit. Tilburg University scoorde het beste als de Communicerende Universiteit. Dat betekent dat Tilburg University gemiddeld per wetenschapper het meest zichtbaar is in de samenleving, waarmee onze universiteit dus heel goed beantwoordt aan deze opdracht uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). 34


Hoofdstuk 4

Onderzoeksinstituten

4.1 Overzicht 4.1.1 Babylon – Center for Studies of the Multicultural Society Babylon zette in 2011 cruciale stappen in de uitvoering van het strategisch plan dat de afgelopen jaren werd ontwikkeld. De hoofdlijn van deze strategie was de overgang van een lokaal verankerd onderzoekscentrum naar een coördinatiecentrum van een internationaal onderzoeksnetwerk, aangekondigd in eerdere verslagen. Dit werd in 2011 een feit. Het netwerk werd gevormd in 2008 en geconsolideerd in 2009 met een internationaal ESF colloquium gewijd aan het thema van talige en culturele superdiversiteit. Dit colloquium markeerde de paradigmatische overgang van een ethnische-minderheden paradigma naar een superdiversiteit-paradigma. Het INCOLAS consortium (International Consortium for Language and Superdiversity) groepeert onderzoekers uit Nederland, Groot-Brittanië, Denemarken, Finland, Italië, België, Duitsland, Zuid-Afrika, de Verenigde Staten, China en Australië onder de coördinatie van Babylon. In februari 2011 werd dit consortium geaffilieerd aan het Max Planck Institute for Religious and Ethnic Diversity, Göttingen (Duitsland), als ‘Sociolinguistic Diversity Working Group’ (zie www.mmg.mpg.de/). In december 2011 verscheen een eerste hoogwaardig collectief onderzoeksproduct van het consortium: een dubbel thematisch nummer van Diversities 13/2 en 14/1 (www.unesco.org). Het consortium hield twee plenaire vergaderingen, in juni 2011 (Göttingen) en oktober 2011 (Tilburg). Er is intense samenwerking in de context van een HERA-project en een SANPAD-project (allebei aflopend in 2012), en diverse projectaanvragen zijn in ontwikkeling. Het lokale Babylon-team wijdde in 2011 veel energie aan de ontwikkeling van een regionaal NederlandsBelgisch consortium van actoren betrokken op taalverwerving voor nieuwkomers, specifiek omtrent het gebruik van medium-tech instrumenten zoals de mobiele telefoon in taalverwerwerving. Tevens werd de samenwerking met actoren in het sociaal-culturele veld versterkt, via samenwerking met Kosmopolis (Rotterdam) en ImagineIC (Amsterdam) in de organisatie van een internationaal congres over superdiversiteit (Rotterdam, oktober 2011) en met de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) te Brussel inzake de vorming van stafmedewerkers omtrent superdiversiteit (vanaf juni 2011). Deze activiteiten zullen in 2012 geconsolideerd en uitgebreid worden. 4.1.2 CenterData CentERdata is een non-profit instituut voor online dataverzameling en toegepast economisch en methodologisch onderzoek. Het instituut werkt voornamelijk voor wetenschappelijke organisaties, ministeries en overheidsinstellingen. Er wordt nauw samengewerkt met de faculteiten en andere instituten van Tilburg University, op het gebied van gegevensverzameling, theorievorming, methoden van onderzoek en interpretatie van onderzoeksresultaten. CentERdata stelt alle verzamelde kennis ten dienste aan de maatschappij. Het in 2006 gestarte MESS (Measurement and Experimentation in the Social Sciences) project omvat sinds enige tijd ook een migrantenpanel. Dit migrantenpanel kan, net als het LISS panel, gratis gebruikt worden voor dataverzameling door academische onderzoekers. Alle data uit het LISS panel en migrantenpanel zijn beschikbaar op de website www.lissdata.nl. Een nieuwe, bijzondere vorm van dataverzameling binnen het MESS project is het dagelijks meten van gewicht en lichaamsvet door middel van een geavanceerde 35


weegschaal. De weegschaal stuurt de meetgegevens via internet direct door naar de LISS panel database. Een tweede nieuwe methode is het gebruik van smartphones om data over tijdsbesteding gedurende de dag te verzamelen en meteen te versturen. De smartphones sturen daarnaast GPS gegevens door, waardoor deze methode ook geschikt is voor onderzoek naar mobiliteit. Ook het CentERpanel werd in 2011 veelvuldig ingezet voor tal van vragenlijsten en experimenten. Van het langstlopende onderzoek, de DNB Household Survey (DHS), werd in 2011 de 19e golf afgenomen. De DHS data zijn gratis beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek (zie www.centerdata.nl/dhs). In het verlengde van de eigen panels, participeert CentERdata ook in het panel van de Profiles studie. Profiles, een samenwerking met de vakgroep Klinische Gezondheidspsychologie van de School of Social and Behavioral Sciences aan Tilburg University en het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) te Eindhoven, is een onderzoek naar de kwaliteit van leven van (ex-)kankerpatiënten. In 2011 zijn veel data verzameld die met het door CentERdata opgezette systeem voor datadisseminatie, genaamd ‘Questasy’, beschikbaar worden gesteld aan wetenschappers. Samen met het departement Econometrie & Operations Research (TiSEM, Tilburg University) heeft CentERdata in 2011 de bestaande e-learning omgeving voor Wiskunde D verbeterd en e-learning omgevingen opgezet voor de vakken Wiskunde B en Wiskunde 1. Op internationaal terrein zijn projecten uitgevoerd in het kader van het Europese SHARE project (Survey of Health, Ageing, and Retirement in Europe), het IMPACT project (Impact Measurement and Performance Analysis of CSR) en in opdracht van het National Centre for Social Research in Londen. Op het vlak van toegepast economisch onderzoek is in 2011 een aantal beleidsrelevante onderzoeken afgerond en gepubliceerd. Twee onderzoeken werden uitgevoerd voor het Ministerie van SZW en hebben geleid tot het rapport ‘Experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders WWB’ en het rapport ‘Evaluatie Wet investeren in jongeren’. Voor het Ministerie van OC&W werd een onderzoek naar de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt afgerond: ‘De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel 2010-2020’. CentERdata publiceert ook regelmatig op eigen initiatief over onderwerpen die los staan van het uitgevoerde contractonderzoek. De ESB publicaties ‘De sociale gevolgen van het pensioenakkoord’, ‘Informele zorg en interacties tussen broers en zussen’ en ‘Meningen over de eurocrisis’ zijn daarvan drie voorbeelden. 4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek Aan het Centrum voor Patristisch Onderzoek (CPO) van Tilburg University en de Vrije Universiteit Amsterdam werken 25 theologen, filosofen en godsdienstwetenschappers van verschillende levensbeschouwelijke achtergronden samen om wetenschappelijk onderzoek te doen naar de vroege kerk in haar culturele en historische context. Ook het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschap participeert in dit onderzoek. Op 1 maart 2011 werd te Leiden een internationaal colloquium gehouden, waar P. D. Gonnet van het Institut des Sources Chrétiennes (Université de Lyon) hoofdspreker was. De tweede Dutch Annual Lecture in Patristics werd op 22 maart 2011 gehouden door Professor Averil Cameron, Professor of Late Antique and 36


Byzantine History aan de universiteit van Oxford, in het gebouw van de KNAW te Amsterdam in aanwezigheid van onder meer kardinaal Simonis en de apostolisch nuntius, F. Bacqué. Er waren meer dan 120 mensen aanwezig. De lezing was getiteld: ‘The Cost of Orthodoxy’. Van 17 - 19 mei vond het eerste Internationale CPO congres plaats onder de titel:’ The Mystagogy of the Churchfathers’. Er waren 38 sprekers van 14 buitenlandse universiteiten (Oxford, Princeton, Creighton, Dunbar, Rome etc). Sprekers waren onder meer prof. K. Pollmann (St. Andrews), prof. A. Louth (Oxford) en metropoliet Kallistos Ware (Oxford). Er namen ongeveer 80 mensen aan het congres deel. The proceedings zullen worden gepubliceerd bij Peeters (Leuven). Onderzoekers van het Centrum voor Patristisch Onderzoek waren in groten getale aanwezig op de ‘Oxford conference of Patristics’ van maandag 8 tot vrijdag 12 augustus 2011 in Oxford. Het werd aan de leden van het CPO toegestaan in 7 workshops te spreken en 10 lezingen te geven. Daarmee werd van alle buitenlandse participerende insitituten de meest aanzienlijke bijdrage door het CPO geleverd. Met prof. B.J. Lietaert Peerbolte lanceerde prof.dr. P.J.J. van Geest in Oxford the Brill Encyclopedia of Early Christianity, een project dat door Brill wordt gefinancierd en dat door het CPO wordt gedragen. Ook in het jaar 2010-2011 verzorgde Revd. Professor Andrew Louth FBA in de maanden maart-november als gasthoogleraar aan de VU University Amsterdam verschillende lectures en was hij verbonden aan het CPO. Op 25 november 2011 werd een Festschrift aangeboden aan CPO- lid prof. Bram van den Beek op de VU in Amsterdam. De 930 pagina’s tellende bundel stond onder redactie van P. van Geest en E. van der Borght en is uitgegeven bij Brill (Leiden). Op 22 december promoveerde dr. Martin Claes aan Tilburg University bij prof.dr. P.J.J. van Geest en prof. W.Otten. Zijn proefschrift is getiteld: Exercitatio mentis als casus. Het betreft een onderzoek naar Augustinus als mystagoog. Claes blijft verbonden aan het CPO als senior research fellow. Prof.dr Paul van Geest, directeur CPO, gaf behalve lezingen in Utrecht (CPO Congres) en Oxford in 2011 ook gastcolleges in Kampen (PthU, 12 december), Rome (14 september), Leuven (7 september), Utrecht (UU, Facuty of Humanities, 24 mei 2011); Groningen, (21 maart), voornamelijk in de research master en in enkele masterclasses. Onder leiding van dr. H. Van Loon en dr. L. Westra is het eerste gedeelte van het CPO-project ‘patropedia’ in 2011 succesvol afgesloten. Dit kennisvaloriserende project is erop gericht kennis over de kerkvaders ingang te doen vinden bij een breed publiek. In het jaar 2011 verschenen van de hand van medewerkers van het CPO vier wetenschappelijke monografieën in internationale reeksen (Brill: Leiden; Peeters: Leuven), twee proceedings van eerder mede door het CPO georganiseerde congressen (Amsterdam, Leiden Rome), eveneens in internationale reeksen (Brill: Leiden; Peeters: Leuven). Verder werden er een dissertatie en drie andere zelfstandige publicaties gepubliceerd. Ten slotte zijn er ook monografieën en zelfstandige publicaties verschenen voor een breder publiek. Via gelden van de ERC en de derde geldstroom is er in 2011 aan het CPO ruimte gekomen voor één extra AIO en twee postdocs (aan VU en Tilburg University).

37


4.1.4 CIR – Center for Innovation Research 2011 was het jaar van de ‘Midterm Evaluation’ van het Center for Innovation Research (CIR). Op basis van een door CIR geschreven zelfevaluatie en een ‘site visit’ heeft een comité van externe deskundigen de kwaliteit van het onderzoek en de organisatie van CIR beoordeeld. Deze deskundigen kwamen tot het oordeel dat CIR in de eerste drie jaar van zijn bestaan erin geslaagd is om in ieder van de velden waarop het zich heeft toegelegd een zichtbare en erkende speler te worden. Het comité was in het bijzonder positief over het feit dat CIR fellows erin slagen om innovatie-onderzoek niet alleen te publiceren in de gespecialiseerde tijdschriften, maar ook in de beste algemene wetenschappelijke management-tijdschriften. Voorts was het comité van mening dat de onderwerpen waarop CIR zich richt een grote maatschappelijke relevantie hebben, hetgeen ook tot uitdrukking komt in het toenemend aantal projecten dat in samenwerking met bedrijven wordt uitgevoerd. CIR voegt waarde toe voor de universiteit op drie fronten: (1) het bevorderen van het ontstaan van een gemeenschap van wetenschappers op het terrein van innovatie, (2) het aantrekken van talentrijke promovendi, en (3) het opbouwen van een sterk onderzoeksnetwerk. Het comité beoordeelde het werk van CIR sinds de oprichting met een 4,64 (op een schaal van 1 tot 5), dat wil zeggen tussen ‘zeer goed’ en ‘excellent’, maar duidelijk dichter bij ‘excellent’ dan bij ‘zeer goed’. Op basis van dit oordeel heeft de Universiteitsraad besloten om de tweede tranche van financiering voor CIR vrij te geven. In 2011 publiceerden CIR fellows 40 tijdschriftartikelen, 13 hoofdstukken en één boek. Voorts was 2011 een goed jaar wat betreft ‘honors & awards’: elf CIR fellows en promovendi mochten een ‘best paper award’ of een ‘distinguished paper award’ ontvangen. Wat betreft de door CIR georganiseerde activiteiten kan gewezen worden op 10 seminars met vooraanstaande sprekers, en twee intensieve workshops (een nieuw type activiteit, waarin een kleine groep CIR onderzoekers intensief samenwerkt met een buitenlandse onderzoeker. Voorts is de serie bijeenkomsten van het ‘Junior Faculty Forum’, georganiseerd door en voor junior onderzoekers en promovendi, in 2011 voortgezet. De research master cursus Technology and Innovation Management is voor de tweede keer aangeboden, opnieuw in samenwerking met de Bocconi Universiteit in Milaan, middels een videolink. Deze cursus werd door de studenten zeer hoog beoordeeld, zowel wat betreft de inhoud als de wijze van aanbieden. CIR heeft twee belangrijke ‘outreach’-activiteiten ontwikkeld. In de eerste plaats, in samenwerking met TiasNimbas Business School, een seminar ‘Business Models for R&D and Innovation’, gehouden op de High Tech Campus te Eindhoven, en met als belangrijkste sprekers Mike Cusumano (MIT), Hein Schreuder (DSM), en Marius Meeus en Hans Penning (beiden CIR). Voorts was CIR mede-organisator van een workshop in het MOTI (Breda) waar Roger Leenders een presentatie hield over samenwerken en creativiteit en Eric Kessels (Kessels/Kramer) over ‘Art meets Industry’.Bij dit laatste event gingen vertegenwoordigers van bedrijven, kunstenaars en innovatie-wetenschappers met elkaar in debat. Het onderzoeksprogramma van CIR kreeg in 2011 een impuls met de aanstelling van drie nieuwe promovendi per 1 september. Steffie Janssen werkt onder begeleiding van Roger Leenders aan een project over netwerk cognitie in teams. Zij onderzoekt de vraag hoe de mate van accuraatheid van percepties van sociale netwerken van invloed is op de creativiteit van teams. Korcan Kavusan’s project gaat over complementaire 38


specialisatie in allianties. Hij onderzoekt welke factoren gunstig zijn voor dit type alliantie, en wat de resultaten van complementaire specialisatie zijn. Zijn begeleider is Niels Noorderhaven. De derde promovenda is Linda Rademakers. Zij onderzoekt in welke mate investeringen door multinationals de activiteiten van lokale ondernemingen beïnvloeden, en wel met name de tendentie van deze lokale ondernemingen om zelf buitenlandse investeringen te verrichten. Linda’s begeleider is Xavier Martin. Gedurende 2011 is er ook geworven voor een vierde promotieplaats, een project dat medegefinancierd wordt door Syntens en SIA, en dat zich richt op innovatie in publiek-private netwerken. Per 1 januari 2012 is Jet Krikhaar met dit project gestart, zij wordt begeleid door Niels Noorderhaven en Marius Meeus. Vooruitblikkend naar 2012 is het duidelijk dat de tweede CIR conferentie een belangrijke mijlpaal zal worden. Van 15 tot en met 17 juni zullen een kleine honderd innovatie-onderzoekers bijeenkomen op het landgoed De Rosep. Onder de vooraanstaande sprekers die al hun medewerking hebben toegezegd vinden we Hayagreeva Rao, Dan Levinthal, Kaye Schoonhoven, Andy van de Ven, Will Mitchell en Joe Lampel. De CIR fellows leven met enthousiasme naar deze gebeurtenis toe. 4.1.5 CoRPS – Center of Research on Psychology in Somatic Diseases Het onderzoek van CoRPS bevindt zich op het snijvlak van de medische en gedragswetenschappen. Bij het onderzoek zijn psychologen van het departement Medische en Neuropsychologie betrokken, onderzoekers van het departement Methoden en Technieken van Onderzoek, alsook artsen, medisch specialisten en psychologen vanuit de klinische praktijk. Het onderzoek richt zich op patiënten met (chronische) lichamelijke aandoeningen, zoals: cardiovasculaire aandoeningen, diabetes en depressie, oncologische en neuropsychologische aandoeningen. De onderzoeksvraagstellingen betreffen (psychologische) risicofactoren bij het ontstaan, het beloop en de behandeling van deze ziekten, de kwaliteit van leven van patiënten en behandelingsmethoden. Verder zijn de onderzoekers van CoRPS geïnteresseerd in de (biologische) mechanismen, die het verband tussen somatische ziekten en psychologische factoren kunnen verklaren. CoRPS is op 1 januari 2008 van start gegaan met een subsidie van het College van Bestuur, de Faculteit Sociale Wetenschappen en het St. Elisabeth ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis te Tilburg. In de loop van 2008 zijn het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) en de huisartsenorganisatie PoZOB tot het samenwerkingsverband toegetreden. Ook deze instellingen leveren een financiële bijdrage aan CoRPS. In 2011 werd dr. Frans Pouwer benoemd tot hoogleraar Diabetes Psychology. Er werden negen nieuwe promovendi aangesteld voornamelijk gefinancierd uit verworven subsidies en er vonden vijf promoties plaats, waarvan twee cum laude. In 2011 zagen 126 academische publicaties het licht die verschenen in toonaangevende tijdschriften. Er werden tien boekhoofdstukken en drie monografieën gepubliceerd. Halverwege het jaar vond er een midterm review plaats van CoRPS door een internationale Midterm Review committee bestaande uit prof. James Blumenthal, prof. Wolfgang Linden, prof. Aartjan Beekman en 39


dr. Robert Braam. De commissie was zeer onder de indruk van de prestaties van CoRPS; wat betreft kwaliteit, productiviteit en vitaliteit en geschiktheid werd de score ‘zeer goed tot excellent’ toegekend. Relevantie werd beoordeeld als ‘zeer goed’. Op basis van deze uitstekende kwalificaties heeft de Universiteitsraad positief geoordeeld over de voortgang en de vooruitzichten van het onderzoeksinstituut en daarmee een positief advies uitgebracht ten aanzien van de financiering van CoRPS. In 2011 organiseerde CoRPS diverse symposia, zoals een symposium over: ‘Triggers of acute cardiac syndromes: the role of biobehavioral processes’. Verder organiseerde CoRPS de eerste International Conference on ‘The CIED (cardiovascular implantable electronic device) patient perspective’ en de ‘Fifth international meeting on the (non-) expression of emotions in health and disease’. In 2011 heeft prof.dr. Beatrice de Gelder een zeer prestigieuze ERC Advanced Investigators Grant van 2,5 miljoen euro verworven voor onderzoek naar emoties en lichaamstaal. Prof. De Gelder is hiermee de eerste Tilburgse wetenschapper die deze European Research Council Advanced Grant in de wacht sleept. Verder verwierf prof.dr. Margriet Sitskoorn een subsidie van de Provincie Noord-Brabant voor de Dementie Experience, waarvoor zij eerder al de Social Innovation Award toegekend kreeg. Zij was verder succesvol bij het verwerven van subsidies van NutsOhra, Revant (Breda), Innosport en Philips. Andere CoRPS onderzoekers die subsidies ontvingen in 2011 waren dr. Martijn Baart (Rubicon subsidie van NWO), dr. Melissa Thong (persoonlijk fellowship van de KWF Kankerbestrijding), Simone Oerlemans MSc (stagebeurs van KWF Kankerbestrijding) en Moniek van Zitteren MD (subsidie van de Stichting Prof. Michaël-van Vloten Fonds). 4.1.6 EBC – European Banking Center Het European Banking Center (EBC) in Tilburg is in 2008 opgericht en richt zich met haar onderzoek op drie thematische pijlers: ‘Central Banking, Financial Regulation and Supervision’, ‘Banking and Corporate Finance’ en ‘International Banking and Finance’. De missie van het EBC is het bieden van een omgeving waarin door academische samenwerking met financiële instituten excellent multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek ontstaat. Ook leveren wetenschappers bijdragen aan het internationale en nationale overheidsbeleid en stimuleren zij met regelmaat het publieke debat hierover. Aan het EBC zijn zowel wetenschappers vanuit de disciplines Algemene Economie als Financiering van de Tilburg School of Economics and Management verbonden. Ook zijn er interdisciplinaire contacten met de Tilburg Law School. Mede door deze en een variëteit aan extramurale samenwerkingsverbanden met topwetenschappers van internationale universiteiten is het EBC in staat hoogstaand onderzoek te initiëren. Ook de nauwe samenwerkingsverbanden met instituten als het Center for Economic Policy Research, het Center for Financial Studies en het International Monetary Fund dragen hiertoe in hoge mate bij. Voor het EBC was 2011 wederom succesvol. Zo was zij mede organisator van verscheidene conferenties in Europa. Naast de reguliere events als de ‘4th Swiss Finance Conference’ in Lenzerheide in Zwitserland en de ‘3rd Financial Stability Conference’ in Tilburg met de gerenommeerde keynote speaker Charles Calomi40


ris, heeft in samenwerking met De Nederlandsche Bank de conferentie over ‘Banking and Globalization of Finance’ plaatsgevonden. Met HEC in Parijs èn de Review of Finance is er de conferentie ‘Finance and the Real Economy’ georganiseerd. Daarnaast kwamen de multidisciplinaire aspecten aan de orde tijdens de conferentie ‘Financial Regulation in Uncertain Times’ in Lugano, Zwitserland, gezamenlijk georganiseerd met de Law School van Vanderbilt University. Ook een hoogtepunt, in juni 2011, was de publicatie van de beleidsrapportage over ‘Cross-border banking in Europe’, als co-auteurs traden naast vier prominente Europese economen, twee EBC Board leden op. Het, op academisch onderzoek gebaseerde, rapport omvatte een oproep tot aanzienlijke hervormingen voor de micro- en macroprudentiële bankregulering door een macro-economisch beleid gericht op een Europees financieel systeem dat stabiliteit garandeert voor grensoverschrijdend bankverkeer. De in Londen, Brussel, Amsterdam en Frankfurt gepresenteerde rapportage kon op veel animo rekenen. Het eind van 2011 stond in het teken van de tussentijdse evaluatie van het instituut door een aantal leidende Europese onderzoekers in het veld van Banking en Finance; Mathias Dewatripont, Xavier Freixas en Luigi Guiso. Met waardevolle suggesties kwamen zij tot de conclusie dat het EBC terecht als ‘Number one in banking research in Europe’ geboekstaafd staat en wereldwijd wordt gezien als één van de topspelers. 4.1.7 EVS – European Values Study De European Values Study (www.europeanvaluesstudy.eu) is een grootschalig, internationaal vergelijkend onderzoek naar de waarden van Europeanen. Sinds 1981 worden iedere negen jaar burgers in Europa ondervraagd over een breed scala aan waarden: religieuze en politieke waarden, waarden op het gebied van gezin en familie, vrije tijd en werk, solidariteit en vertrouwen, maar ook over morele zaken zoals euthanasie en abortus. De laatste onderzoeksronde bestreek alle 45 landen in Europa (voor zover die meer dan 100.000 inwoners tellen), plus aparte onderzoeken in Noord-Ierland en Turks Cyprus. In 2011 werd de geïntegreerde longitudinale EVS dataset gepubliceerd, waarbij de dataverzamelingen van 1981, 1990, 1999 en 2008 zijn gecombineerd. In totaal gaat het om 125 surveys in 49 landen in Europa. Bovendien zijn er updates verschenen van de datasets van de afzonderlijke EVS waves met bijbehorende documentatie (zoals de vragenlijsten in alle talen). Deze datasets en documentatie zijn voor iedere wetenschapper gratis beschikbaar, en er wordt volop gepubliceerd. Alle publicaties met EVS data zijn terug te vinden in de EVS Repository, waar naast bibliografische informatie ook informatie over de gebruikte data en de operationalisatie van concepten getoond wordt. Deze vernieuwende manier om zogenaamde ´verrijkte´ publicaties te tonen biedt vele voordelen voor wetenschappers en vergroot de transparantie van onderzoek. Op dit moment telt de EVS Repository meer dan 900 (internationale) publicaties. In juni/juli 2011 werd een succesvolle internationale EVS workshop gehouden in Vilnius, Litouwen. Op 24-25 november 2011 vond het grootschaligere EVS congres ‘The Value(s) of Europe’ plaats. Naast plenaire lezingen en parallel sessies waarin wetenschappers hun papers presenteerden, werd er tijdens de publieksdag het eerste exemplaar uitgereikt van de ‘Atlas of European Values: Trends and Traditions at the turn of the Century’ aan Luuk van Middelaar, lid van het Kabinet van EU-president Herman van Rompuy. ‘s Middags werd het Nederlandstalige boek ‘Respect man! Tolerantie, solidariteit en andere moderne 41


waarden’ gepresenteerd aan Wim van de Donk, Commissaris van de Koningin in Brabant, waarna er met hem en met de Europarlementariërs Sophie in ’t Veld (D66/Alde) en Lambert van Nistelrooij (CDA/EVP) een debat plaatsvond. De gegevens van de European Values Study kunnen ook gebruikt worden in het (middelbaar) onderwijs. Samen met de Fontys Hogeschool is een speciale website (www.atlasofeuropeanvalues.eu) ontworpen, waar leerlingen en andere gebruikers zelf kaarten kunnen maken en – in zeven talen – lesmateriaal over Europa kunnen vinden. Daarnaast hebben zo’n 100 5VWO leerlingen in februari 2011 EVS Tilburg bezocht om in het kader van het Young European Specialist Programma van de Worldschool lezingen en workshops te volgen. De gegevens van de European Values Study worden ook getoond in het nieuwe bezoekerscentrum van het Europese Parlement in Brussel. Dit ´Parlementarium´ werd in oktober 2011 geopend. 4.1.8 ILRS – Instituut voor Liturgische en Rituele Studies Als interuniversitair onderzoeksinstituut functioneerde het ILRS voor het 19e achtereenvolgende jaar. Sinds enkele jaren is het ILRS tevens een interfacultair instituut. In 2011 beschikte het over vijf universitaire participanten en negen niet-universitaire participanten. Het jaar 2011 kan getypeerd worden als een turbulent jaar voor het ILRS. Vooreerst werd een nauw bij het ILRS betrokken medewerker langdurig door ziekte getroffen, waardoor vertraging ontstond in de uitvoering van diverse nieuwe initiatieven en ideeën. Ten tweede werden het Instituut en de functie van coördinator in diezelfde periode getroffen door de afkondiging van bezuinigingsmaatregelen door Tilburg University, hetgeen heeft geresulteerd in een vermindering per 1 september 2011 van de financiële ondersteuning van het ILRS door de School of Humanities, waar het ILRS is gehuisvest. Het ILRS is in 2011 betrokken geweest bij diverse studiedagen en expert meetings. Zo vond er op 11 maart 2011 aan Tilburg University de goed bezochte studiemiddag Knockin’ on heaven’s door. Ritualiteit en Coping plaats van het KSGV en het Project Kenniscentrum Ritualiteit van Mr. Dr. Laurie Faro, en op 24 maart 2011 de expert meeting Music on the move handelend over transfer en transformatie van muziek, religie en ritualiteit in de laat-moderne cultuur, eveneens aan Tilburg University. Bij beide dagen is het ILRS organisatorisch betrokken geweest. Op 26 mei 2011 vond te Utrecht een internationale studiedag van de Protestantse Theologische Universiteit plaats, in samenwerking met het ILRS en NOSTER. Het thema luidde: Liminality revisited. Twee Zuid-Afrikaanse hoogleraren, prof. dr. Johan Cilliers (Stellenbosch University) en prof. dr. Cas Wepener (University of Pretoria), met wie het ILRS goede contacten onderhoudt, waren uitgenodigd om vanuit hun eigen onderzoek over deze thematiek te reflecteren. Verder werd op 28 november 2011 te Amsterdam de expert meeting From site to site. Virtueel herdenken: contexten en perspectieven georganiseerd door Project Kenniscentrum Ritualiteit/ILRS (Dep. Culture Studies, School of Humanities, Tilburg University), het Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg. Tevens kan hier worden vermeld dat de klankbordgroep van de Stichting IMPACT, die zich bezig houdt met het samenstellen van een handreiking voor herdenkingen kort na schokkende gebeurtenissen, rampen en calamiteiten, meermaals een beroep heeft gedaan op de expertise van Mr. Dr. Drs. Laurie Faro. Tot slot hebben het Genootschap voor Liturgiestudie en de Liturgische Kring, in samenwerking met het 42


ILRS, op 3 november 2011 te Hilversum een symposium gehouden met als thema Heilig, heilig, heilig. Sacraliteit in kerk en cultuur. In 2011 zijn er in totaal vier wetenschappelijke boeken uitgegeven door het ILRS. In haar internationale reeks Liturgia Condenda verscheen: - M. KLOMP: The sound of worship. Liturgical performance by Surinamese Lutherans and Ghanaian Methodists in Amsterdam (= Liturgia condenda 26) (Leuven 2011). In haar andere wetenschappelijke series verscheen: - P. VERSNEL-MERGAERTS & L. VAN TONGEREN (red.): Heilig, heilig, heilig. Over sacraliteit in kerk en cultuur (= Meander 14) (Heeswijk 2011). - L. VAN TONGEREN & P. POST (red.): Voorbij de liturgiewetenschap. Over het profiel van liturgische en rituele studies (= NSRL 12) (Groningen/Tilburg 2011). In het Jaarboek voor Liturgieonderzoek/Yearbook for Liturgical and Ritual Studies, een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed (gevestigd aan de RUG), is deel 27 verschenen waarin dertien artikelen en drie samenvattingen van proefschriften zijn opgenomen. Verder zijn er in 2011 twee Nieuwsbrieven verschenen die verspreid zijn over ca. 600 adressen. Tot slot zij vermeld dat binnen het onderzoeksprogramma van het ILRS een nieuw PhD-project van start gegaan, namelijk ‘Festival Musica Sacra in Maastricht: discoursen over sacraliteit’ door Lieke Wijnia. 4.1.9 INTERVICT – International Victimology Institute Tilburg Voor INTERVICT begon 2011 met een belangrijk bezoek. In januari vond de visitatie plaats i.v.m. de erkenning als Center of Excellence. Een commissie van gerespecteerde wetenschappers heeft het instituut grondig onderzocht. Het resultaat mag er zijn: sinds 21 april is INTERVICT het eerste instituut binnen Tilburg University dat de titel Center of Excellence mag dragen. Een citaat uit het verslag van de visitatie commissie: ‘Het instituut INTERVICT draagt zonder enige twijfel bij aan de duurzame internationale reputatie van de universiteit. Binnen het veld van de victimologie behoren de wetenschappelijke publicaties van INTERVICT tot de wetenschappelijke top van de wereld’. De status ‘Center of Excellence’ brengt de komende drie jaar financiële middelen met zich mee voor verder onderzoek naar slachtofferschap en menselijke veiligheid. Dat INTERVICT onderzoekers tot de top behoren wordt aangetoond door een tweede belangrijk hoogtepunt voor het Instituut: op 15 november werd bekend gemaakt dat professor Jan van Dijk in juni 2012 onderscheiden wordt met de prestigieuze Stockholm prijs voor Criminologie. De prijs wordt toegekend voor zijn bijdrage aan de International Crime Victims Survey, een longitudinaal onderzoek dat hij startte in 1989 en dat nog steeds wordt voortgezet. Deze prijs wordt sinds 2006 jaarlijks uitgereikt voor topprestaties op het gebied van de criminologie door het Zweedse Ministerie van Justitie. Junior en senior onderzoekers werkten samen aan verschillende projecten die vallen onder het contractonderzoek. In 2011 hebben zij diverse projecten afgerond. Zo werd ondermeer het rapport ‘Secundaire Analyse Huiselijk Geweld; Procesevaluatie SoVa op Maat‘ gepresenteerd aan het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie). Ook het onderzoek naar de Wet Tijdelijk Huisverbod in de regio Brabant werd voor Provincie Noord-Brabant en Gemeente 43


Tilburg afgesloten. Het grootschalige Europese Daphne project ‘Realising Rights’ werd afgesloten met een onderzoeksrapport. Hoogleraren en senior onderzoekers van het instituut werden wereldwijd uitgenodigd om te spreken op symposia en seminars. Sommigen hebben zitting in internationale denktanks, besturen, expertgroepen of adviesorganen, en verzorgen onderwijsactiviteiten aan onder andere de Erasmus Universiteit, Monash University Zuid-Afrika en het Tokiwa Institute for Victimology in Japan. INTERVICT nam het initiatief voor diverse evenementen. Uiteraard waren er de goed bezochte maandelijkse Research Talks waar zowel interne als externe sprekers actuele inzichten binnen de victimologie presenteerden. In april organiseerde het instituut samen met het WODC een seminar over Huiselijk Geweld. Ook in april vond het Haagse colloquium Systematic Sexual Violence and Victims’ Rights plaats. Samen met het Illinois College of Law en het Grotius Centre for International Legal Studies (Universiteit Leiden) en de vakgroep Strafrecht (Tilburg University) participeerde INTERVICT in de organisatie van dit gerenommeerde evenement. In juni vond er een ronde tafel conferentie plaats in samenwerking met Movisie en het Aletta (Instituut voor vrouwengeschiedenis) over de Wet Tijdelijk Huisverbod. Hierbij waren specialisten uit diverse Europese landen aanwezig. Ook op het personele vlak waren er ontwikkelingen. Dr. Rianne Letschert werd benoemd tot hoogleraar Victimologie en Internationaal Recht. Karlijn Kuijpers behaalde haar doctorstitel met het proefschrift ‘Risky Relationships. Victims’ risk of revictimization of intimate partner violence.’ En in april en oktober heeft INTERVICT twee nieuwe aio’s mogen verwelkomen. In 2011 werden de definitieve stappen gezet voor de master ‘Victimology and Criminal Justice’. In november bezocht een accreditatiecommissie van de NVAO (Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan) het instituut en net voor de kerstvakantie ontving INTERVICT hun besluit om deze master te accrediteren. De voorbereidingen om de Master in augustus 2012 te laten starten, zijn in volle gang. Andere onderwijsactiviteiten in 2011 waren: Top Class Victimologie, keuzevak Victimologie voor uitwisselingsstudenten en samenwerking met de bacheloropleiding strafrecht en de masteropleiding Forensische Psychologie. 4.1.10 Netspar – Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement Netspar is een netwerk van twee belangrijke groepen: de pensioenpraktijk en pensioenwetenschap. De eerste groep bestaat uit ministeries, toezichthouders en andere instellingen, pensioenfondsen, pensioenuitvoerders, verzekeraars, banken, asset liability management bedrijven. De tweede groep bestaat uit Nederlandse en niet-Nederlandse pensioenonderzoekers, en de Nederlandse universiteiten. Netspar draagt bij aan de continue verbetering van de financieringsmogelijkheden voor de ‘ouderdom’ van de Nederlandse en de Europese burgers via het ontwikkelen van het netwerk, formuleren en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek, en kennisoverdrachtprogramma’s. Het netwerk had in 2011 zo’n 1100 leden, afkomstig van Nederlandse en buitenlandse universiteiten, verzekeraars, pensioenfondsen, ministeries en toezichthouders. Netspar investeert in kennisontwikkeling onder andere via het toekennen van subsidies aan onderzoekers voor grotere en kleinere projecten passend binnen de onderzoeks- en innovatieagenda. In totaal ontvingen 44


in 2011 ruim 125 onderzoekers een financiële bijdrage van Netspar. Voor wat betreft onderzoeksresultaten was het jaar 2011 het meest productieve jaar van Netspars bestaan. Netspar-onderzoekers genereerden in totaal zo’n 350 publicaties, variërend van publicaties in wetenschappelijke tijdschriften tot uitgaven in de zgn. Panel- en NEA-paper-reeksen van Netspar, publicaties in vakbladen en PhD- en Master-Theses. Via een evenementenprogramma rondom een breed scala aan pensioengerelateeerde onderwerpen geeft Netspar vorm aan zijn netwerkfunctie. Doel van deze evenementen is om kennis te delen tussen wetenschappers en beleidsmedewerkers uit de sector en ministeries. In de Netspar-werkgroepen werken onderzoekers en professionals uit de praktijk concreet samen aan belangrijke beleidsissues. In 2011 startten 25 studenten met de masteropleiding ‘Economics and Finance of Aging’, waarvan driekwart afkomstig is uit het buitenland. Deze eenjarige opleiding werd voor de zesde keer gegeven aan Tilburg University door aan Netspar verbonden wetenschappers en praktijkprofessionals. De Netspar - UM SBE Academy verzorgt postacademisch onderwijs en heeft in 2011 drie thematische masterclasses verzorgd, gericht op bestuurders en professionals uit de pensioenpraktijk. Per masterclass namen gemiddeld twintig personen deel. 4.1.11 Reflect – Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion Het onderzoeksprogramma van ReflecT is gericht op vraagstukken die voortvloeien uit enerzijds de tendens naar meer flexibiliteit, dynamiek en efficiëntie op de arbeidsmarkt, binnen arbeidsverhoudingen en in de organisatie van het werk en anderzijds de noodzaak om sociale cohesie, bescherming, participatie en betrokkenheid in de samenleving te garanderen. ReflecT doet daarmee onderzoek naar zowel maatschappelijk als wetenschappelijk relevante en actuele thema’s. ReflecT is in 2009 voortvarend gestart en heeft in 2011 een zeer succesvolle eerste midterm evaluatie gehad. ReflecT zal zich de komende jaren verder verankeren zowel binnen de universiteit als in de maatschappij. Een belangrijk thema in 2011 was kennisvalorisatie op het gebied van de arbeidsmarkt en economie. De activiteiten van ReflecT op dit terrein werden in 2011 beloond met de eerste Tilburg University Valorisatieprijs voor het project ‘De regio werkt!’ van René Voogt. Ook op andere vlakken hebben medewerkers van ReflecT een substantiële bijdrage geleverd aan strategische agenda’s op het gebied van regionaal arbeidsmarkt beleid. In de conferentie regionaal samenwerken aan werkzekerheid discussieerden relevante actoren bijvoorbeeld over de rol van regionale samenwerkingsverbanden bij het bieden van zekerheid om (in de regio) snel aan het werk te kunnen, wanneer men onverhoopt zonder werk komt te zitten. ReflecT heeft het afgelopen jaar veel bijgedragen aan nationale en internationale bijeenkomsten om de eigen arbeidsmarktkennis en ontwikkelde concepten uit te wisselen met academici, vertegenwoordigers van overheden en bedrijfsleven. Als arbeidsmarktcorrespondent voor de Europese Commissie analyseert ReflecT het Nederlandse arbeidsmarktbeleid, sociale wetgeving en economisch beleid. In de media kregen het onderzoek en de ideeën van ReflecT-medewerkers wederom veel aandacht, waarbij de crisis, de kabinetsplannen op het gebied van bezuinigingen en de gevolgen voor de arbeidsmarkt centraal stonden.

45


4.1.12 Thomas Instituut Binnen het Thomas Instituut te Utrecht doen theologen, filosofen en historici, die werkzaam zijn aan diverse Nederlandse universiteiten en instituten, onderzoek naar het werk van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino (1225-1274). Het instituut, gelokaliseerd aan de TST, is een internationaal bekend en gewaardeerd forum voor wetenschappelijk onderzoek naar en gedachtewisseling over Thomas van Aquino, de bronnen van zijn theologie en zijn latere invloed. De aan het instituut gelieerde onderzoekers werken middels individuele onderzoeksprojecten aan een gemeenschappelijk onderzoeksprogramma dat tevens past in het onderzoeksbeleid van de TST: ‘Ordering Christian Identity - Thomas Aquinas’. Doel van het instituutsonderzoek is het, een historisch, filosofisch en theologisch verantwoordde interpretatie van het denken van Thomas van Aquino te geven en tevens de relevantie ervan voor hedendaagse discussies over christelijke identiteit te formuleren. Daarbij wordt voortgebouwd op de twintigjarige traditie van het instituut wat betreft de vernieuwende interpretatie van het werk van Thomas van Aquino. Op 28 januari 2011 hield de oud-directeur van het Thomas Instituut, prof.dr. H.W.M. Rikhof, zijn afscheidscollege als hoogleraar Systematische Theologie aan de TST, getiteld: ‘…die nedergedaald is ter helle…’ Een zoektocht in kunst en theologie. Voorafgaand hieraan organiseerde het instituut een zeer goed bezocht symposium met de titel ‘Recedant vetera, nova sint omnia’. De bijdragen aan dit symposium werden gepubliceerd in de 30e jaargang van het Jaarboek Thomas Instituut te Utrecht, dat in september verscheen. Ook bijdragen van aankomende onderzoekers verschenen in dit nummer. In 2011 zijn voorts een aantal nieuwe initiatieven ontplooid. Zo werd er een nieuw onderzoeksproject opgezet, gericht op de invloed van Thomas van Aquino op de sociale leer van de katholieke kerk. Ook is er een samenwerkingsverband gesloten met onderzoekers aan het Grootseminarie De Tiltenberg (Vogelenzang) t.b.v. de vertaling van een aantal centrale teksten van Thomas van Aquino ter publicatie in de reeks Vertalingen Thomas Instituut te Utrecht (Meinema). 4.1.13 TIBER – Tilburg Institute for Behavioral Economics Research Het interdisciplinaire onderzoekscentrum Tiber is een platform waar onderzoekers uit de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences en de Tilburg School of Economics and Management samenwerken. Er wordt onderzoek gedaan naar Behavioral Economics; economisch gedrag dus. In de economische theorie wordt economisch gedrag traditioneel verklaard op basis van nutsdenken, rationaliteit en beschikbaarheid van volledige informatie. We weten dat dit in de praktijk zo niet werkt. Mensen nemen economische beslissingen op vaak heel andere gronden. Emoties, beperkte informatie en sociale beïnvloeding spelen een grote rol. De recente financiële crisis is daar het levende bewijs voor. Dat is het centrale thema waar onderzoekers uit het domein van de economie en dat van de sociale psychologie elkaar proberen te versterken en trachten om samen tot nieuwe inzichten te komen. In 2011 is er voor de tiende keer het Tiber Symposium on Psychology and Economics georganiseerd (TIBER X). Gastsprekers waren Dan Ariely (Duke University) en James Andreoni (University of California, San Diego). Daarnaast spraken nog 46 internationale sprekers (economen, psychologen en marketing 46


onderzoekers. Het was het best en drukst bezochte TIBER Symposium ooit. Op vrijdag 11 november sprak prof.dr. S.M. Lindenberg zijn oratie uit bij zijn benoeming tot TIBER-hoogleraar. Verder wist een jonge TIBER onderzoeker een Veni beurs van NWO in de wacht te slepen: dr. Travis Proulx. In november organiseerde Tiber onder in samenwerking met de ASPO (Associatie van Sociaal psychologische onderzoekers) het symposium on ‘Long Term Psychology’, (gastsprekers o.a.: Nira Liberman of Tel Aviv University, Bram van den Bergh of Erasmus Universiteit Rotterdam, en Carolien Martijn of Maastricht University) en in samenwerking met de EASP/SPSSI de ‘Meaning and Existential Psychology Conference’. Gastsprekers waren onder anderen Roy Baumeister (Florida State University), Kathleen Vohs (Minnesota). Tiber organiseerde tevens 13 Work in Progress meetings, 8 Tiber Talks en drie Tiber Work Shops. 4.1.14 TICC – Tilburg Center for Cognition and Communication Binnen de Tilburg School of Humanities (TSH) is TiCC het onderzoekscentrum voor Cognition en Communication. TiCC wordt geleid door Professor Jaap van den Herik. Het centrum kent twee onderzoekslijnen: LCC (Language, Communication, and Cognition) en CC (Creative Computing). Sinds de start van TiCC in september 2008 heeft het centrum een onstuimige groei gekend, in aantal mensen, in activiteiten en in onderzoekserkenning. Het LCC-programma onderzoekt cognitieve, functionele en sociale aspecten van menselijke communicatie in een multidisciplinaire omgeving. Het communicatieproces tussen zender en ontvanger wordt geanalyseerd in termen van inhoud, verpakking en context. Een belangrijk onderwerp bij de communicatie tussen mens en machine is de nadruk op flexibiliteit en adaptiviteit van sociale interactie met taal als communicatiemiddel (verbaal en non verbaal). Het CC-programma richt zich op het computationeel modelleren van processen die betrekking hebben op taal, visuele beelden (vision) en serieuze spelen. De belangrijkste onderzoeksonderwerpen zijn machine learning, adaptatie en autonomie. De nadruk bij het onderzoek ligt op de interpretatie van grote hoeveelheden data (tekst en visuele data). De onderzoekers ontwikkelen methoden voor automatisch vertalen, voor parafraseren, en voor tekstcorrectie. Daarenboven worden historische data geconverteerd naar databases om het geheel doorzoekbaar te maken (dat geldt ook voor WikiLeaks). In het afgelopen jaar (2011) hebben zich drie belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, te weten het ontstaan van (1) Data Journalism, (2) Social Signal Processing en (3) e-Humanities. Vanuit LCC is er veel aandacht besteed aan het tot stand komen van de nieuwe studierichting en onderzoekslijn Data Journalism. Hier gaan goed onderwijs en goed onderzoek hand in hand. Ook CC draagt bij aan deze ontwikkeling, namelijk op het gebied van Datamining en Machine Learning. Vanuit CC is het onderzoek naar schilderijen (visuele beelden) als basis genomen voor nieuw onderzoek op het gebied van Social Signal Processing. Dit onderzoek richt zich op het adequaat inspelen op de registraties van gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Daarbij wordt het verband bestendigd met Serious Games, waar patronenherkenning een belangrijke rol speelt bij het nemen van preventieve maatregelen. (het voorkomen van aanslagen of andere criminele activiteiten). 47


De derde ontwikkeling is e-Humanities. Dit staat voor enhanced Humanities. In 2011 is een bijzonder hoogleraar benoemd voor de verdere ontwikkeling van instrumenten die door humanities onderzoekers gebruikt kunnen worden (denk aan de microscoop die door van Leeuwenhoek ontwikkeld werd en leidde tot een enorme uitbreiding van het onderzoek op het medische gebied). TSH heeft een Tilburg e-Humanities Lab opgericht waarin alle onderzoekscentra hun e-Humanities onderzoek inbrengen. TiCC participeert met diverse projecten. E-Humanities is de onderzoekslijn waarbij geesteswetenschappers worden uitgedaagd om met geheel nieuwe, gedurfde onderzoeksvragen te komen, opdat ICT-onderzoekers binnen TiCC innovatieve methoden en technieken ontwikkelen om de geavanceerde vragen te beantwoorden. De school zal deze onderzoekslijn in de komende jaren steunen en verder uitbouwen met post-docs, aio’s en een nieuwe hoogleraar e-Humanities met nadruk op de geesteswetenschappelijke kant. Vanaf de oprichting (1 september 2008) vonden 19 promoties plaats bij TiCC. Afgelopen jaar waren dat er vijf, waaronder een cum laude (Lisette Mol: Language in the Hands). Naast onderwijs en onderzoek organiseert TiCC bijeenkomsten waarin het publiek kennis kan maken met de in Tilburg ontwikkelde technologieën. Voorts was TiCC organisator van de 19th World Computer Chess Championship, the 16th Computer Olympiad, en de 13th Advances in Computer Games Conference (ACG 2011) in Tilburg, van 19 november – 26 november 2011. 4.1.15 TILEC – Tilburg Law and Economics Center TILEC, een gezamenlijk onderzoekscentrum van de Tilburg Law School en de Tilburg School of Economics and Management, ondersteunt en stimuleert onderzoeksactiviteiten met betrekking tot het beheer van de economische activiteit. In 2011 heeft een evaluatie van TILEC plaatsgevonden. Een internationale Peer-Review Committee, bestaande uit de hoogleraren Peter Nijkamp (Vrije Universiteit, voorzitter), Daniel Kraan (Michigan Law School) en Martin Hellwig (Max-Planck-Institut, Bonn), onderzochten TILEC’s beginselen en output over de periode 2006-2010. TILEC scoorde 4,5 (op een schaal van 1-5). De commissie was in het bijzonder onder de indruk van de kwaliteit van TILEC’s onderzoek en haar maatschappelijke relevantie. De suggesties van de commissie voor verbeteringen hadden voornamelijk betrekking op de organisatie van TILEC en met het doorvoeren van deze verbeteringen wordt het voor TILEC mogelijk om optimaal te profiteren van de “unieke positie op het snijvlak van economie en recht” die zij heeft weten te verwerven. Binnen TILEC heeft in 2011 een aantal organisatorische en inhoudelijke wijzigingen plaats gevonden. De twee directeuren die TILEC hebben opgericht, Eric van Damme en Pierre Larouche, traden terug en werden beide lid van de Raad van Bestuur van het instituut. In september 2011 werden Panagiotis Delimatsis (TLS) en Cedric Argenton (TiSEM) aangesteld als nieuwe TILEC directeuren.

48


In 2011 is TILEC begonnen met het opstellen van een nieuw onderzoeksprogramma voor de periode 20122017, dat zich meer richt op ‘institutions and incentives’, mededingingsbeleid, innovatie, regulering van de zorgmarkt, regulering van netwerkindustrieën en financiën, handel en investeringen. In de 2011 werden 56 discussiestukken opgesteld en vervolgens gepubliceerd in een aantal toonaangevende tijdschriften, zoals de Common Market Law Review, de European Law Review, de American Economic Review en de Journal of Competition Law and Economics. Verder werd ook in 2011 de sponsoring van de grote onderzoeksprogramma’s door organisaties zoals Qualcomm, Microsoft en de Europese Commissie gecontinueerd. In 2011 werd tevens een reeks grote conferenties en workshops georganiseerd. Tot slot, wekelijks ontmoeten de TILEC-leden elkaar om de ontwikkelingen in beleid en wetenschap te bespreken; tevens wordt er elke maand een seminar georganiseerd, waarbij twee externe sprekers een bepaald onderwerp vanuit een economisch en een juridisch perspectief bespreken. 4.1.16 TiLPS – Tilburg Center for Logic and Philosophy of Science TiLPS richt zich op het onderzoek van logica en filosofie in al zijn vormen. TiLPS werkte ook in 2011 samen met vele internationale instellingen. In het kader van het onderzoeksproject ‘Modeling in the Social and Behavioral Sciences’ werkt TiLPS samen met onderzoeksgroepen van universiteiten uit Barcelona, Madrid, Philadelphia, Parijs (IHPST) en London (LSE). TiLPS participeert ook samen met de universiteit van Groningen in het door NWO gefinancierde onderzoeksnetwerk Rationality and Decision. Verder heeft TiLPS een NWO subsidie ontvangen voor het project ‘Towards Logic that Model Natural Reasoning’, een subsidie ontvangen in het kader van DFG Schwerpunktsprogramm New Frameworks of Rationality voor het project ‘Explanatory Reasoning: Normative and Empirical Considerations’ en een NWO Rubicon subsidie voor het project ‘An Agent-based Model of Thomas Kuhn’s Structure of Scientific Revolutions’. In 2011 organiseerde TiLPS een aantal internationale colloquia en conferenties waaraan een scala van tien tot vijftig wetenschappers hebben deelgenomen. De sprekers waren afkomstig van gerenommeerde instituten uit de VS (University of Pennsylvania, Pittsburgh en Stanford University), Australië (Sydney University) en het Verenigd Koninkrijk (University of Manchester). Zo organiseerde TiLPS de conferentie ‘On Computing Natural Reasoning’ (Tilburg, 15-16 december 2011); in samenwerking met Madrid de conferentie ‘Statistics and Scientific Method I: The Controversy about Hypothesis Testing’ (Madrid, 15-16 december) en samen met de University of Pittsburgh de conferentie ‘Formal Epistemology Meets Experimental Philosophy’ (Tilburg, 29-30 september 2011). Verder organiseert TiLPS om de twee jaar de ‘Descartes Lectures’, die weer in 2012 zal plaatsvinden. Daarbij wordt er een internationaal erkend en gerenommeerde filosoof uitgenodigd om een aantal lezingen te houden. In 2010 had TiLPS het genoegen Ian Hacking te ontvangen. 4.1.17 TILT – Tilburg Institute for Law, Technology and Society TILT is een multidisciplinair instituut dat zich richt op de complexe wisselwerking tussen ontwikkelingen in technologie, normatieve kaders en regulering. TILT combineert onderzoek van fundamentele en baanbrekende wetenschappelijke inzichten met praktische vragen en ontwikkelingen in het recht, technologie en samenleving. Daarnaast, draagt TILT actief bij aan lopende publieke debatten via media brede participatie en door het uitvoeren van opdrachten van onderzoek en onderwijs. 49


In 2011 sloot TILT enkele grotere internationale en Europese onderzoeksprojecten af, waaronder Prime-Life. Tegelijkertijd werden nieuwe projecten gestart zoals Robolaw (robotica en zijn juridische implicaties) en COMMIT (over juridische aspecten van gezondheidsportals). Ook introduceerde TILT een nieuwe succesvolle postdoctorale cursus over privacy en data protectie in samenwerking met De Brauw Blackstone Westbroek en ICT-Office. Daarnaast honoreerde de Europese Commissie het Erasmus Mundus Joint Doctorate Programme on Law, Science en Technology. Dit is een gezamenlijk initiatief van TILT en de universiteiten van Bologna, Barcelona, Turijn, Mykolas Romeris, Luxembourg en Hannover. Dit programma biedt onderwijs, trainingen en supervisie faciliteiten en beurzen voor promovendi op het gebied van recht, wetenschap en technologie. Het is het eerste Joint Doctorate Programme van Tilburg University. In november 2011 was de officiële kick-off van PI.Lab. TILT werkt hierin aan betere oplossingen voor het beheren van online privacy en elektronische identiteiten samen met de Radboud Universiteit, TNO en SIDN, het bedrijf achter de verdeling van internetdomeinnamen in Nederland, Het samenwerkingsverband is uniek omdat het de technische, juridische en socio-economische aspecten van privacy en identiteit integraal onderzoekt. TILT-hoogleraar Corien Prins werd benoemd tot ICT personality of the year voor haar bepalende bijdrage aan het onlangs verschenen WRR rapport iOveheid over de veranderende rol en verantwoordelijkheid van de overheid in de digitale samenleving. In dit rapport concludeert de WRR dat in de dagelijkse digitale praktijk een iOverheid is ontstaan die volop ‘draait’ op nieuwe informatiestromen die door ICT mogelijk zijn gemaakt. Die nieuwe iOverheid loopt echter flink uit de pas met de bestaande structuur en de verantwoordelijkheden van de overheid. De WRR doet in dit rapport inhoudelijke en institutionele aanbevelingen om de noodzakelijke paradigmawisseling van eOverheid naar iOverheid in goede banen te leiden. Op 16 februari verdedigde Nadezda Purtova cum laude haar proefschrift over ‘Property rights in personal data’, waarmee ze ook de dissertatieprijs van Tilburg University won. Op 11 en 12 april 2011 vond te Tilburg de internationale conferentie ‘TILTing Perspectives -Technologies on the Stand Legal and ethical questions in neuroscience and robotics’ plaats. Vijf internationaal gerenommeerde deskundigen op het gebied van verschillende disciplines waaronder o.a. robotica, neuroscience en ethiek gaven een Keynote speech en 23 wetenschappers presenteerden een paper. Tenslotte kan TILT ook terugkijken op een spectaculaire groei van zowel het aantal nationale als het aantal internationale studenten voor de internationale master Law and Technology. 4.1.18 Tranzo – Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn Tranzo is het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van Tilburg University. Onze missie is het verbinden van wetenschap en praktijk op het gebied van zorg en welzijn. Hierbij is de interactie tussen drie partijen van wezenlijk belang: onderzoekers, professionals (zoals zorgverleners en beleidsmedewerkers) en diegenen waar we het allemaal voor doen: de burger, de patiënt of meer algemeen: de vraagzijde. Het verbinden van wetenschap en praktijk gebeurt onder andere door middel van onze academische werkplaatsen. Dit zijn duurzame samenwerkingsverbanden tussen de universiteit en praktijkinstellingen, waarin wordt gewerkt aan wetenschappelijke kennisontwikkeling en aan innovatie van het (zorg)aanbod in de betrokken sector. Binnen de academische werkplaatsen spelen science practitioners, professionals die deels werken in de praktijk en deels binnen de universiteit, vaak een centrale rol. 50


Elke science practitioner is als het ware een brug tussen wetenschap en praktijk. In 2011 hebben we extra aandacht gegeven aan de kennis van de vraagzijde. Binnen Tranzo en haar adviesraad hebben strategiediscussies plaatsgevonden en er is een universiteitsnetwerk ‘patiëntenparticipatie’ gestart. Een zeer bijzondere gebeurtenis in 2011 is dat een achtste academische werkplaats is gestart binnen Tranzo, de Academische Werkplaats ‘Leven met een verstandelijke beperking’. Twee nieuwe bijzonder hoogleraren werken sinds medio 2011 in Tranzo-verband: Christina van der Feltz (vanuit GGz Breburg) en Petri Embregts (vanuit Dichterbij). Ook hielden de in 2010 benoemde hoogleraren Ien van de Goor (leerstoel van CZ) en Inge Bongers (leerstoel van GGzE en IVA ) in 2011 hun oratie. Daarnaast hebben zes Tranzo medewerkers in 2011 met succes hun proefschrift verdedigd. Ongeveer 105 internationale peer reviewed publicaties zijn verschenen en 119 Nederlandse publicaties. En er is voor ruim k€900 aan subsidie verworven. Een andere mijlpaal was het 25–jarig jubileum van De Stichting tot bevordering van Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek in de Gezondheidszorg (SWOOG). Ter ere van dit jubileum is het boek ‘Tilburg, broedplaats van zorgmanagers’ gepresenteerd tijdens een symposium. Jos Werner verzorgde hier de zevende Stolte lezing. Naast deze geslaagde bijeenkomst is er in 2011 nog een tiental grotere en kleinere symposia georganiseerd. 4.1.19 TSC – Tilburg Sustainability Center Het doel van het TSC is om de expertise op het gebied van duurzaamheid op Tilburg University te bundelen, te versterken en maatschappelijk en internationaal op de kaart te zetten. Onder leiding van wetenschappelijk directeur Aart de Zeeuw en manager Hilde Baert is het centrum op de rails gezet. TSC opereert als een interdisciplinair centrum voor duurzame ontwikkeling. TSC wil bijdragen leveren aan de wetenschap en, in samenwerking met bedrijven, overheid en andere organisaties, aan duurzame ontwikkeling. Inmiddels zijn er zestien hoogleraren, dertien onderzoekers en acht PhD studenten actief in het centrum. In 2011 heeft TSC structuur gekregen. De onderzoekers werken vanuit verschillende departementen aan onderwijs en onderzoek en komen in TSC verband samen om interdisciplinariteit te bevorderen. Daarnaast organiseert TSC een reeks van activiteiten in verschillende verbanden en op verschillende niveaus. Er is een regulier wetenschappelijk seminar met interne en externe sprekers en er zijn lunch seminars voor een breder publiek over actuele maatschappelijke thema’s. Eens per jaar organiseert TSC een diner pensant in den Haag voor een selecte groep mensen uit de top van de overheid en van het bedrijfsleven met een gerenommeerde gastspreker. Tot slot organiseert TSC ook internationale wetenschappelijke conferenties. Enkele highlights In 2011 waren het diner pensant op 19 april georganiseerd door Roel in ‘t Veld met als gastspreker Hans Wijers van AKZO-Nobel over het grote bedrijfsleven als motor van duurzame ontwikkeling, het lunchseminar op 21 juni met spreker Dirk Brounen over energie-indicatoren en de huizenmarkt, de wetenschappelijke conferentie op 23 en 24 mei georganiseerd door Aart de Zeeuw als afsluiting van het Europese onderzoeksproject over de ‘tragedy of the commons’, de sessie over milieubeleid op 1 juli in Rome op de conferentie van de European Association of Environmental and Resource Economists met vanuit Nederland directeur milieu Bernard ter Haar, en de Warandelezing op 18 november van Wubbo Ockels in samenwerking met Academic Forum, het Brabants Dagblad en de Brabantse Milieufederatie. 51


In 2010 is een aantal activiteiten in gang gezet die in 2011 verder zijn ontwikkeld. De website FS Insight over onderzoek op het gebied van financiering en duurzaamheid is ontwikkeld onder leiding van Kees Koedijk en Hilde Baert in opdracht van het Holland Financial Center. Reyer Gerlagh zit in een schrijfgroep van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), en Herman Vollebergh is bij het TSC gedetacheerd voor een dag in de week vanuit het Planbureau voor de Leefomgeving om de samenwerking te bevorderen. De leerstoel ‘Governance and Sustainability’ van Roel in ‘t Veld is voorgedragen bij UNESCO om opgenomen te worden in hun leerstoelenbestand. TSC draagt bij aan een onderzoeksprogramma van het CREE in Oslo. In 2011 heeft een consortium onder leiding van ZEW in Mannheim, waar TSC deel van uitmaakt onder coordinatie van Sjak Smulders, een groot project binnengehaald in het kader van FP7 van de Europese Unie. Jonathan Verschuuren is gevraagd om hiervoor juridische expertise te leveren. Andere deelnemers zijn onderzoeksinstituten in Oslo, London en Venetië. Het onderwerp is instrumenten van klimaatbeleid. Dit programma met de naam ENTRACT gaat in 2012 van start.

4.2 Gelieerde instituten 4.2.1 IVA Beleidsonderzoek en advies De missie van IVA is om door middel van toegepast sociaalwetenschappelijk onderzoek en daarop gebaseerde adviezen bij te dragen aan een verhoging van de kwaliteit van beleid dat gericht is op de verbetering van publieke waarden, meer in het bijzonder op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn, veiligheid, werk en sociale zekerheid. De visie van IVA is dat organisaties in het publieke domein tot betere prestaties komen wanneer ze meer inzicht hebben in de kwaliteit van de beleidsvoering en dat kwalitatief hoogwaardige wetenschappelijke inzichten en empirische gegevens hen daarbij kunnen ondersteunen. Dit kan zowel in de fase van de beleidsvoorbereiding en –formulering, tijdens de uitvoering en tijdens de evaluatie. Bij een moderne kenniseconomie hoort een slim georganiseerd systeem van publieke dienstverlening dat voor inwoners toegevoegde waarde heeft. Beleidsonderzoek- en advies verbetert daarbij doeltreffendheid, doelmatigheid en verantwoording. Onze verbinding met Tilburg University waarborgt daarbij zowel de wetenschappelijke kwaliteit als onze onafhankelijkheid. De economische crisis heeft de markt voor beleidsonderzoek sterk onder druk gezet. Dit heeft ertoe geleid dat IVA zich gedwongen zag een aantal pijnlijke maatregelen te nemen. Eind 2010 is besloten tot een reorganisatie met een krimp van het personeelsbestand van circa 25%. De betreffende medewerkers zijn in de loop van 2011 uitgestroomd. Ook de huisvesting werd aangepast: van twee verdiepingen heeft IVA nu alle activiteiten samengebracht op één verdieping in het Tiasgebouw. In 2011 is de derde lichting trainees gestart; drie studenten van de Extended Masteropleiding Organisatiewetenschappen combineren gedurende een jaar het schrijven van hun afstudeerscriptie met het opdoen van praktijkervaring bij IVA. Ter gelegenheid van de oratie van prof. dr. Inge Bongers, organiseerde IVA in samenwerking met GGZE en TRANZO op 11 februari 2011 het symposium: ‘GGZ innovatief: management van innovatie in de GGZ. Professor Bongers stelde in haar rede dat, door de steeds hogere eisen die de samenleving stelt aan de 52


geestelijke gezondheidszorg, continue verbetering en vernieuwing van organisatie, management en beleidsprocessen noodzakelijk is. Het is van groot belang deze processen te onderbouwen met het best beschikbare bewijs. Dit bewijs is gestoeld op wetenschappelijke kennis, professionele ervaring en kennis van de context. Senioronderzoeker Kees Korevaar presenteerde op 8 februari tijdens een symposium zijn boek ‘Op eigen kracht, arbeidsrelaties na de verzorgingsstaat’. Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan. In zijn boek belicht Korevaar de positie van ‘onafhankelijke werknemers’. Zij zijn economisch en qua beleving onafhankelijk van hun werkgever. Hij stelt in zijn boek dat werken op eigen kracht vraagt om ander leiderschap, andere rechten en plichten en nieuwe omgangsvormen op het werk. Senior onderzoeker prof. dr. Loek Nieuwenhuis werd in 2011 benoemd tot bijzonder hoogleraar aan het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit. Hij werd houder van de door IVA gevestigde nieuwe leerstoel: ‘Leven lang leren op de werkplek; de docent als professional en participant’. 4.2.2 IVO – Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken Versterking van de samenwerking met universiteiten in ontwikkelingslanden is een van de prioriteiten van het IVO. Op deze manier wordt ook mede invulling gegeven aan het internationaliseringsbeleid van de eigen universiteit. De afgelopen jaren zijn projecten uitgevoerd met universiteiten in Azië, Afrika en Latijns Amerika. In 2011 is begonnen met een groot project in Ethiopië, waarover de rest van dit verslag gaat. Dit project wordt uitgevoerd door een consortium geleid door het IVO. De andere partners zijn Fontys in Tilburg, het Afrika Studie Centrum in Leiden en Northwest University in Zuid Afrika. Vanaf begin 2011 wordt door dit consortium samengewerkt met vier universiteiten in Ethiopië: Addis Abeba University (de Faculty of Economics and Business en de School of Commerce), de Civil Service University (ook in de hoofdstad), Arba Minch University (de Faculty of Economics) en Mekelle University (waar naast de economische ook de juridische faculteit deelneemt). Het accent ligt daarmee sterk op de samenwerking op het gebied van de economische wetenschap, inclusief een component openbaar bestuur (met name belastingen). Doel is het in brede zin versterken van de capaciteit van de deelnemende faculteiten, in een project met een looptijd van vier jaar. Volgens de richtlijnen van de Nuffic (de financier van het project) moet daarbij in het bijzonder aandacht worden besteed aan het gender beleid en aan de relatie van de faculteiten met de arbeidsmarkt en meer algemeen het bedrijfsleven. Met het project wordt vooral beoogd de onderzoekscapaciteit te versterken, en meer in het bijzonder de capaciteit van de eigen promotieprogramma’s. Daarnaast wordt beoogd de curricula beter te laten aansluiten bij de mogelijkheden van de arbeidsmarkt. Binnen de gender component worden meer kansen geboden voor vrouwen om deel te nemen, terwijl bij het onderzoek extra aandacht wordt gegeven aan gender gerelateerde thema’s.

53


Voor Tilburg is vooral interessant dat het project de mogelijkheid biedt aan 100 stafleden van de deelnemende Ethiopische faculteiten om te promoveren. De basis hiervoor wordt gelegd in een cursus van twee maanden in Tilburg, gericht op methoden van onderzoek. Deze cursus wordt aangeboden aan vijf groepen van steeds twintig deelnemers. De eerste is gestart in november, helaas met enige vertraging omdat het erg moeilijk is voor zo’n grote groep adequate huisvesting te vinden in Tilburg. Naast een formeel klassikaal programma krijgen de deelnemers begeleiding bij het verbeteren van hun onderzoeksvoorstel. Gelukkig bleek het mogelijk een groot aantal stafleden in Tilburg bereid te vinden een bijdrage te geven aan de begeleiding, zodat optimaal geprofiteerd kan worden van de hier aanwezige specialistische kennis. Deze begeleiding wordt op afstand voortgezet na terugkeer van de deelnemers naar de eigen universiteit. Het eerste jaar is er primair op gericht een onderzoeksvoorstel te schrijven dat voldoet aan internationale standaarden. Aan het einde van het eerste jaar valt voor de kandidaten de definitieve beslissing over doorgaan of stoppen. Gezien de context van het project is de keuze van onderwerpen primair gericht op Ethiopië. Op deze manier wordt meer systematisch meegewerkt aan de opbouw van meer hoogwaardige kennis over de eigen economie en samenleving. Over het onderzoek moet ook worden gepubliceerd in internationale tijdschriften als onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Door deze formule is de verwachting dat op termijn ook meer langdurige samenwerking op het gebied van onderzoek kan worden gerealiseerd tussen Tilburg University en de partners in Ethiopië.

54


Hoofdstuk 5

Onderzoek

5.1 Visitaties en kwaliteitszorg onderzoek In 2011 zijn de onderzoeksprogramma’s van de departementen Psychologie en Methoden en Technieken van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences door een externe evaluatiecommissie beoordeeld. Het betrof een landelijke visitatie, waarin vrijwel alle Nederlandse universiteiten hebben geparticipeerd. De resultaten van de beoordeling zullen naar verwachting in 2012 worden bekend gemaakt. In 2011 heeft tevens de mid-term review van Economie en Management (CentER for Research in Economics and Business) plaatsgevonden. De resultaten van deze tussentijdse beoordeling waren zeer positief, waarbij de commissie primair wees op de vooraanstaande internationale reputatie van het onderzoek. Geplande visitaties in 2012 Voor 2012 zijn er diverse onderzoeksvisitaties gepland: - De Tilburg School of Humanities voert in 2012 een onderzoeksvisitatie uit voor haar departementen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Filosofie. Voor het departement Cultuurwetenschappen zal een mid-term review worden uitgevoerd. - De Tilburg School of Catholic Theology neemt in 2012 deel aan de landelijke onderzoeksvisitatie Theologie. - Het departement Bestuurskunde van de Tilburg Law School voert in 2012 een mid-term review uit.

5.2 Cijfermateriaal Wetenschappelijke publicaties 1) 2) TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 1) 2)

2009 344 632 512 329 119 1936

2010 344,5 609 543,5 355 87 1939

2011 410,5 685 664 410,5 108 2280

Inclusief proefschriften, monographs en edited books Bij een gezamenlijke promotie wordt deze over twee of meer faculteiten verdeeld

55


Output per faculteit Tilburg School of Economics and Management Output volgens SEP-indeling

2009

2010

2011

230 5 79

248 3 63

262 6 93

314

314

361

13 17 94

7 23,5 52

12 37,5 98

2009

2010

2011

142 146 264

142 124 242

177 130 274

Totaal

552

508

581

Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Professional publications and products

60 20 363

82 19 275

80 24 235

2009

2010

2011

367 0 100

365 4 112

438 1 150

467

481

589

15 30 88

17 47,5 79

32 43 115

Academic Publications

In refereed journals In other journals Book chapters

Totaal Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Professional publications and products Tilburg Law School Output volgens SEP-indeling Academic Publications

In refereed journals In other journals Book chapters

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Output volgens SEP-indeling Academic Publications

Totaal Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Professional publications and products

56

In refereed journals In other journals Book chapters


Tilburg School of Humanities Output volgens SEP-indeling Academic Publications

In refereed journals In other journals Book chapters

Totaal Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Professional publications and products Tilburg School of Catholic Theology Output volgens SEP-indeling Academic Publications

In refereed journals In other journals Book chapters

Totaal Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Professional publications and products

2009

2010

2011

102 14 176

110 10 182

133 14 212

292

302

359

22 15 45

33 20 66

31 20,5 59

2009

2010

2011

28 11 64

21 11 48

26 10 60

103

80

96

13 3 65

7 0 53

9 3 66

2009

2010

2011

17

23,5

37,5

20

19

24

30

47,5

43

15

20

21,5

3

-

3

-

1

2

85

111

131

Promoties per faculteit Promoties 1) TiSEM TLS TSB TSH TST TIAS NIMBAS Tilburg University 1) Bij een gezamenlijke promotie wordt deze over de twee faculteiten verdeeld

57


Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied HOOP-gebied instroom 2001 t/m 2007

promotie <4 jr

<5 jr

>5 jr

Economie Rechten G&M T&C

166

22%

58%

75%

89

7%

28%

45%

109

15%

50%

65%

66

5%

24%

56%

Tilburg University

430

14%

45%

63%

Onderzoeksinzet 2011 per faculteit (in FTE) Faculteit

1e geldstroom

2e geldstroom

3e geldstroom

Totaal

117,7

28,6

12,7

159,0

TLS

42,0

13,7

15,4

71,0

TSB

80,2

23,6

25,5

129,3

TSH

57,8

21,2

7,6

86,6

TST

14,3

0,0

2,1

16,4

312,0

87,1

63,3

462,3

Onderzoeksinzet 2011 per HOOP-gebied (in FTE) HOOP-gebieden 1e (aanlevering VSNU KUOZ) geldstroom

2e geldstroom

3e geldstroom

Totaal

117,7

28,6

12,7

159,0

Recht

42,0

13,7

15,4

71,0

G&M

80,2

23,6

25,5

129,3

T&C

72,1

21,2

9,7

103,0

312,0

87,1

63,3

462,3

TiSEM

Tilburg University

Economie

Tilburg University

58


Toegewezen 1e geldstroom per faculteit in € x 1.000* 2009 29.640 14.520 17.721 13.003 5.223

2010 27.674 14.751 17.566 13.301 4.481

2011 29.013 15.975 16.937 14.441 4.508

80.107

77.773

80.874

2011 3.425.194 1.091.298 3.651.696 1.534.099 -

2009 6.644.327 4.470.594 2.886.263 801.750 67.233

3e geldstroom 2010 6.435.204 5.259.708 3.879.706 734.616 178.938

2011 6.850.158 4.071.764 3.112.802 714.695 112.826

9.702.287

14.870.167

16.488.172

14.862.245

2009

2010

2011

TiSEM TLS TSB TSH TST

3.943.000 1.610.034 4.562.770 456.336 -

3.583.526 1.405.000 7.797.648 100.000 -

835.077 458.193 1.392.674 1.138.269 -

Totaal

10.572.140

12.886.174

3.824.213

Toegekende NWO-subsidies, uitsplitsing 2011 Persoonsgebonden subsidies

Overige NWO-subsidies

Totaal

TiSEM TLS TSB TSH TST

426.002 250.000 368.000 118.000 -

409.075 208.193 1.024.674 1.020.269 -

835.077 458.193 1.392.674 1.138.269 -

Totaal

1.162.002

2.662.211

3.824.213

TISEM TLS TSB TSH TST Totaal * 1e geldstroom is totale 1e geldstroom (onderwijs en onderzoek)

Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit 2e geldstroom 2009 2010 5.371.273 5.745.620 TISEM 1.095.175 951.375 TLS 2.030.241 2.841.675 TSB 1.301.023 1.178.378 TSH TST Totaal

9.797.712

10.717.048

5.3 Onderzoekssubsidies Toegekende subsidiebedragen NWO (in euro’s) 2009, 2010 en 2011

59


Toegekende subsidiebedragen EU (in euro’s) 2009, 2010 en 2011 2009

2010

2011

861.913 467.681 215.764 216.550 -

1.485.344 912.000 586.273 1.511.000

369.486 739.226 3.019.787 -

1.761.908

4.494.617

4.128.499

TiSEM TLS TSB TSH TST Overige Totaal EU-subsidies 2011 Acroniem / Naam

TiSEM TiSEM TiSEM TLS TLS TLS

ORGGROWTH INCPATSYS FINMIS EDOLAD Female genital mutilation ROBOLAW

TSB TSB TSB TSB

B-CCENTRE BRAINAGE REPOPA EMOBODIES

Totaal

Regeling

Aanvrager

KP7 Marie Curie, IRG KP7 Marie Curie, IEF KP7 Marie Curie, CIG DG Education, Erasmus LLP Tender EIGE KP7 Capacities, Science in Society DG Home Affairs, ISEC KP7 Cooperation, Health KP7 Cooperation, Health KP7 ERC Advanced Grant

J. Kuilman F. Schütt B. Uras M. Goodwin A. Middelburg R. Leenes S. Bogaerts B. van den Bergh L. van de Goor B. de Gelder

Subsidie (aandeel TiU) 100.000 169.486 100.000 285.000 10.650 443.576 97.887 66.300 355.600 2.500.000 4.128.499

In 2011 zijn er aan tien onderzoeksprojecten waarin Tilburg University participeert EU-subsidies toegekend. Het betreft hier zowel projecten bij het 7e Kaderprogramma (KP7) als projecten van andere Europese organisaties, waaronder tenders van de verschillende Directoraten-Generaal. Van een aantal projecten is hieronder een korte samenvatting te lezen. ORGGROWTH - The Growth of New Entrepreneurial Ventures and the Internal Dynamics of Resources ORGGROWTH is een Marie Curie project, onder het subprogramma International Reintegration Grants. Het onderzoek gaat uitgevoerd worden door Jeroen Kuilman bij Tilburg School of Economics and Management. Kernvraag van zijn onderzoek is hoe recente opgerichte organisaties succesvol groter kunnen groeien.

60


INCPATSYS - Incentives in the Patent System INCPATSYS is een Marie Curie project, onder het subprogramma Intra-European Fellowships. Het onderzoek gaat uitgevoerd worden door Florian Schütt bij Tilburg School of Economics and Management. Centraal in dit onderzoek staat het begrijpen van de stimulansen van de verschillende marktspelers die betrokken zijn bij het proces van patentaanvragen. FINMIS - Financial Development, Factor Misallocation and Total Factor Productivity FINMIS is een Marie Curie project, onder het subprogramma Career Integration Grants. Het onderzoek gaat uitgevoerd worden door Burak Uras bij Tilburg School of Economics and Management. Dit project heeft als doel een kwantitatief macro-economisch model te maken waarmee de effecten van financiële ontwikkelingen op middelentoewijzing en prestaties kunnen worden verklaard. ROBOLAW - Regulating Emerging Robotic Technologies in Europe: Robotics facing Law and Ethics De hoofddoelstelling van het project ROBOLAW is om te onderzoeken op welke wijze opkomende technologieën op het terrein van de (bio)robotiek een impact hebben op de inhoud, betekenis en setting van ‘harde’ en ‘zachte’ wetten. Men onderzoekt hiertoe primair hoe regulatie beïnvloed wordt door ontwikkelingen op het gebied van robotiek, met speciale aandacht voor menselijke verbeteringen. Het consortium bestaat uit vier partners. Vanuit Tilburg University is TLS betrokken. De coördinatie ligt in handen van de Sant’Anna School of Advanced Studies of Pisa (Italië). BRAINAGE - Impact of Prenatal Stress on BRAIN AGEing Binnen het BRAINAGE project onderzoekt men wat de effecten zijn van levensstijl, genetische factoren en milieu-invloeden in de prenatale fase op het verouderen van de hersens en met leeftijd geassocieerde hersenaandoeningen. Het gezond ouder worden van de hersens is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de levenslange gezondheid. Het consortium bestaat uit acht partners. Vanuit Tilburg University is TSB betrokken. De coördinatie ligt in handen van de University of Jena (Duitsland). REPOPA - REsearch into POlicy to enhance Physical Activity Het basisidee van REPOPA is het integreren van wetenschappelijke kennis, ervaringen uit het veld, en het betrekken van beleidsmakers, om te onderzoeken waar synergie en duurzaamheid kunnen worden verkregen op het gebied van het bevorderen van gezondheid en preventie. Het consortium bestaat uit negen partners. Vanuit Tilburg University is TSB betrokken. De coördinatie ligt in handen van de University of Southern Denmark (Denemarken).

5.4 Tilburg Social Innovation Lab In juni 2011 is op Tilburg University het Tilburg Social Innovation Lab (TiSIL) gelanceerd. Daarmee wordt invulling gegeven aan een deel van de strategische agenda Midden-Brabant; de marsroute voor de gezamenlijke ambitie van gemeenten, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven voor de periode 2010-2014, om Midden-Brabant toekomstgericht te positioneren als Hart van Brabant: Regio voor ‘Social Innovation’.

61


Binnen Midpoint Brabant is een belangrijke rol weggelegd voor de kennisinstellingen. TiSIL draagt bij aan de doelstellingen van Midpoint door het inbrengen van hoogwaardige wetenschappelijke kennis van mens- en maatschappijwetenschappen. TiSIL vertegenwoordigt daarin ook Avans en Fontys hogescholen, alsmede de NHTV en heeft als doel bij te dragen aan de valorisatie van de aan de instellingen aanwezige kennis, maar ook een zichtbare bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de regio Midden-Brabant. TiSIL is onderdeel van de Stakeholder Community waarbinnen een ecosysteem voor Social Innovation gecreëerd wordt en kan zo ondermeer invulling geven aan de missie van Tilburg University; bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving van vandaag en morgen.

5.5 Stichting Bijzondere Leerstoelen In dit verslag wordt gerapporteerd over de werkzaamheden van de Stichting Bijzondere Leerstoelen (SBL) in 2011. Verder wordt beschreven welke nieuwe bijzondere leerstoelen er in 2011 zijn gevestigd. Activiteiten In 2011 zijn vier nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd, er zijn drie bijzondere leerstoelen beëindigd. Reden voor beëindiging is in de meeste gevallen dat de middelen ontbraken om de bijzondere leerstoel voort te zetten. De werkzaamheden van SBL hadden in 2011 voornamelijk betrekking op de voorbereiding van de vestiging van bijzondere leerstoelen, de benoeming van bijzonder hoogleraren en het in overleg met de contactpersonen van de faculteiten sluiten van overeenkomsten met de vestigende instanties. Ook zijn evaluaties en verlengingen van de leerstoelen in gang gezet. Inmiddels heeft de belastingdienst de modelovereenkomst die wordt gebruikt voor gesponsorde hoogleraren beoordeeld als BTW-proof. Verder heeft een werkgroep zich gebogen over de vraag of het onderscheid tussen de bijzonder en (gesponsorde) gewoon hoogleraar nog wel zinvol is. De voorzitter van SBL zal met de decanen hierover in gesprek gaan. Faculteiten zijn op de hoogte gesteld van de verhoogde, geïndexeerde, bijdragen die vanaf januari 2011 van externe instanties worden gevraagd voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Deze bedragen staan ook op internet. Het overzicht van de bijzondere leerstoelen is geactualiseerd en naar de faculteiten gestuurd. In december 2011 voert de secretaris van SBL gesprekken met de faculteiten over de voortgang van de leerstoelen en de acties die in 2012 moeten worden ondernomen.

62


De bijzondere leerstoelen In 2011 zijn de volgende leerstoelen gevestigd: TLS Naam bijzonder hoogleraar prof.mr.dr. A.T. Marseille Titel Empirische bestudering van het Bestuursrecht Initiatiefnemer Stichting Bestuursrecht en Bestuurskunde TSB Naam bijzonder hoogleraar prof. dr. H.J.A. van Bakel Titel Infant Mental Health Initiatiefnemer Stichting Dimence TiasNimbas Naam bijzonder hoogleraar prof.dr.ir.M.F. van Assen Titel Operational Excellence Initiatiefnemer Berenschotgroep b.v. Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. L. Houwen Titel Privaat-publiek ondernemingsrecht Initiatiefnemer Dirkzwager advocaten & notarissen In 2011 zijn de volgende bijzondere leerstoel beĂŤindigd: TiSEM Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. G.Kant Titel Operations, Management en Informatietechnologie Initiatiefnemer Stichting EIT Reden Stichting heeft geen middelen gevonden. TSH Naam bijzonder hoogleraar prof. A. Bodar Titel Christendom, Cultuur en Media Initiatiefnemer Stichting Hieronymus Reden Stichting heeft onvoldoende middelen; TST heeft het voornemen om de leerstoel over te nemen en is bezig een sponsor te vinden. Naam bijzonder hoogleraar prof. M.J .M. Hoondert Titel Muziek en Christendom Initiatiefnemer NSGV Reden NSGV heeft onvoldoende middelen; profiel sluit niet meer aan bij het verder ontwikkelde profiel van TSH. 63


In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de bijzondere leerstoelen te zien in de afgelopen vijf jaren, en tevens de verhouding hoogleraar – bijzonder hoogleraar in fte in 2011. Ontwikkeling bijzonder hoogleraren in aantal 2007 - 2011 2007 2008 12 12 TiSEM 13 14 TSB 8 9 TLS 8 11 TSH 4 5 TST 1 2 TiasNimbas 46 53 Totaal

Cijfers verhouding hoogleraar-bijzonder hoogleraar in fte 2011 M 73.7 TiSEM reg 2.8 bijz 25.4 TSB reg 2.4 bijz 33.4 TLS reg 1.4 bijz 20.5 TSH reg 1.8 bijz 6.6 TST reg 1.8 bijz 159.6 Totaal reg 10.2 bijz

2009

2010

2011

11

12

11

15

17

19

7

8

9

13

15

12

6

8

8

4

7

9

56

67

68

V 7.5 0 6.3 1.85 4.2 0.4 2.2 0.8 0.2 20.2 3.25

Totaal 81.2 2.8 31.7 4.25 37.6 1.8 22.7 2.6 6.6 2.0 179.8 13.45

% 97 3 88 12 95 5 90 10 77 23 93 7

Van de in totaal 193.25 fte hoogleraren in 2011 behoorde 7% tot de bijzonder hoogleraren. In 2010 bedroeg dit percentage eveneens 7%. Van de reguliere hoogleraren (in fte) is in 2011 11% vrouw; van de bijzonder hoogleraren is dit 24%. In 2010 waren deze percentages respectievelijk voor de reguliere en bijzonder hoogleraren 11% en 23%.

64


Hoofdstuk 6

Onderwijs

6.1 Accreditatie Tilburg School of Economics and Management B Bedrijfseconomie februari 2017 B Econometrie en Operationele Research februari 2017 B Economie februari 2017 B Economie en Bedrijfseconomie februari 2017 B Economie en Informatica februari 2017 B Fiscale Economie februari 2017 B International Business augustus 2012 B International Business Administration december 2013 M Accounting februari 2017 M Econometrics and Mathematical Economics februari 2017 M Economics februari 2017 M Economics and Finance of Aging februari 2017 M Finance februari 2017 M Fiscale Economie februari 2017 M Information Management februari 2017 M International Economics and Finance februari 2017 M International Management februari 2017 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie juni 2016 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde juni 2016 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie juni 2016 M Marketing Management februari 2017 M Marketing Research februari 2017 M Operations Research and Management Science februari 2017 M Quantitative Finance and Actuarial Science februari 2017 M Strategic Management februari 2017 M Supply Chain Management augustus 2012 Onderzoeksmasters Research Master Business augustus 2015 Research Master Economics augustus 2015

Tilburg Law School B Bestuurskunde april 2018 B Fiscaal Recht maart 2012 B Internationaal en Europees Recht maart 2012 B Recht en Management december 2013 B Rechtsgeleerdheid maart 2012 M Bestuurskunde april 2018 M Fiscaal Recht maart 2012 65


M International and European Public Law maart 2012 M International Business Law maart 2012 M Law and Technology maart 2012 M Milieurecht maart 2012 M Nederlands Strafrecht in Europa maart 2012 M Recht en Management december 2013 M Rechtsgeleerdheid maart 2012 M Sociaal Recht en Sociale Politiek maart 2012 Onderzoeksmasters Research Master Grondslagen en Methoden van de Rechtswetenschap Research Master Public Administration and Organizational Science

februari 2016 april 2017

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences B Organisatiewetenschappen december 2013 B Personeelwetenschappen december 2013 B Psychologie december 2013 B Sociologie december 2013 B Vrijetijdwetenschappen december 2013 M Human Resource Studies december 2013 M Leisure Studies december 2013 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer juni 2016 M Medische Psychologie augustus 2017 M Organisation Studies december 2013 M Psychologie en Geestelijke Gezondheid december 2013 M Social Psychology december 2013 M Sociology december 2013 Onderzoeksmaster Research Master Social and Behavioral Sciences

december 2012

Tilburg School of Humanities B Algemene Cultuurwetenschappen december 2014 B Communicatie- en Informatiewetenschappen december 2014 B Liberal Arts and Sciences januari 2013 B Religie in Samenleving en Cultuur mei 2014 B Wijsbegeerte februari 2017 M Communicatie- & Informatiewetenschappen december 2014 M Filosofie februari 2017 M Kunst- & cultuurwetenschappen december 2014 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie juni 2016 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands juni 2016 66


M Opleiding tot leraar v.o. van de 1e graad in Religie in Samenleving en Cultuur december 2014 M Theologie & Religiewetenschappen december 2014 Onderzoeksmasters Research Master Communicatie- & Informatiewetenschappen maart 2017 Research Master Filosofie februari 2016 Research Master Theologie & Religiewetenschappen februari 2016

Tilburg School of Catholic Theology B Theologie december 2014 M Theologie december 2014 M Theologie & Religiewetenschappen december 2014 Onderzoeksmaster Research Master Theologie & Religiewetenschappen

februari 2016

TiasNimbas Business School Executive Master in Finance november 2016 Executive Master in Public and Non-Profit Management maart 2017 Executive Master of Actuarial Science oktober 2017 Executive Master of Business Valuation november 2016 Executive Master of Health Administration september 2014 Executive Master of Information Management november 2014 Executive Master of Management and Organisation oktober 2016 Executive Master of Management in Education maart 2017 Executive Master of Operations and Supply Chain Excellence oktober 2014 Register Controller / Executive Master of Finance and Control april 2018 Voltijdprogramma International MSc in Business Administration mei 2016 Deeltijdprogramma International MSc in Business Administration mei 2016 MBA provision & Internationals MSc in Business Administration februari 2016 Accreditatie Tilburg University heeft zich aangemeld bij de NVAO voor de Instellingstoets kwaliteitszorg. In het najaar van 2012 zal Tilburg University worden beoordeeld op een aantal centrale kenmerken op het terrein van kwaliteitszorg. Door deelname aan de instellingstoets komen de opleidingen aan onze instelling die ge(her)accrediteerd moeten worden sinds 1 januari 2011 in aanmerking voor een ‘beperkte toetsing’. Elementen die al in de Instellingstoets beoordeeld worden, vallen buiten de opleidingsbeoordeling. De opleidingen worden nog enkel geaccrediteerd op basis van de inhoudelijke kwaliteit waardoor de aandacht bij de essentie van het onderwijs ligt.

67


Nieuwe opleidingen In 2011 is een aantal initiatieven in gang gezet voor het starten van nieuwe opleidingen. Een nieuwe opleiding wordt door het ministerie van OCW en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) getoetst op respectievelijk macrodoelmatigheid en op potentiële kwaliteit. Tilburg University heeft voor de bacheloropleiding Global Law een toets macrodoelmatigheid aangevraagd. Het ministerie van OCW besluit in 2012 over de macrodoelmatigheid van de voorgenomen opleiding. De masteropleidingen International Business Taxation en Victimology and Criminal Justice zijn door een visitatiecommissie onderzocht op potentiële kwaliteit. De NVAO zal hierover in 2012 een besluit nemen. Heraccreditatie Bestaande opleidingen worden om voor bekostiging van overheidswege in aanmerking te blijven zesjaarlijks beoordeeld door de NVAO. In 2011 heeft de NVAO de volgende opleidingen positief beoordeeld: B Economie en Informatica B Economie M Finance M Information Management M Econometrics and Mathematical Economics M Operations Research and Management Science M Quantitative Finance and Actuarial Science M Accounting M Marketing Research M Strategic Management M Supply Chain Management M International Management M Economics and Finance of Aging M Economics B Bestuurskunde M Bestuurskunde

6.2 Ontwikkelingen in onderwijs Uitreiking onderwijsprijzen Tilburg University kent jaarlijks prijzen toe voor de beste masterthesis en researchmasterthesis uit het voorgaande academisch jaar. In 2011 ging de eerste prijs voor de masterthesis naar de thesis ‘The effects of knowledge base characteristics and dynamics upon firm performance in technological innovation’ van Martijn Goossen. In deze thesis heeft Martijn Goossen een specifiek conceptueel model ontwikkeld waarin knowledge base diversiteit, evaluatie en integratie de kwantiteit en kwaliteit van de technologische innovatie van een bedrijf beïnvloeden. Voor het empirisch testen van dit model maakte hij gebruik van een dataset met 825 jaarlijkse observaties van de Noord-Amerikaanse semi-conductor industrie. De jury was onder de indruk van de uitstekende analytische vaardigheid en de creativiteit in de onderzoeksdesign van deze student. 68


De 2e prijs voor de beste masterthesis was voor een thesis over de geschriften en het denken van Elisabeth Catez, een heilige mystica, die leefde van 1880 tot 1906. Het betreft een zeer goed geschreven werkstuk met een uitgesproken theologisch karakter en is zowel maatschappelijk als wetenschappelijk relevant. De onderzoeksvraag is creatief en grensverleggend en gedegen methodologisch uitgewerkt. De studente, Jolanda Jacobs, heeft op innovatieve en intelligente wijze elementen uit verschillende feministisch literaire benaderingen gecombineerd en uitgewerkt naar een coherente analysemethode. De prijs voor de beste researchmasterthesis ging naar Veronique Verhagen voor haar thesis ‘Individual differences in entrenchment of Multi-word units’. Voor deze thesis ontving ze het ongewone cijfer 10. De thesis gaat over het verschijnsel dat veel woorden in taal steeds samen voorkomen. Veronique onderzoekt of er verschil is in de sterkte waarmee deze woordcombinaties in de hoofden van mensen zitten en waardoor deze eventuele verschillen verklaard kunnen worden. Ze heeft daarvoor een relatief nieuwe methode in de taalkunde geĂŻntroduceerd. De resultaten van het onderzoek zijn bijzonder interessant. De thesis draagt daadwerkelijk bij aan de ontwikkeling van het onderzoeksgebied. De thesis is helder geschreven, de onderdelen zijn mooi in balans, de resultaten worden toegankelijk gepresenteerd en gevolgd door een interessante discussie. Tweejaarlijks wordt de onderwijsinnovatieprijs uitgereikt voor de beste onderwijsinnovatie van de voorgaande twee jaar. In 2011 is de eerste prijs toegewezen aan de Extended Master Organization Studies van TSB. In deze master volgen studenten het eerste semester onderwijs. In het daarop volgende jaar besteden studenten gemiddeld 50% van hun tijd aan het uitvoeren van onderzoek en het schrijven van de masterthesis en 50% aan een junior traineeship bij een van de partnerorganisaties van het departement. De master duurt in totaal 1,5 jaar. Centrale doelstelling van de extended master is studenten in de gelegenheid stellen concrete werkervaring in een organisatie op te doen, de empirische basis voor hun masterthesis te verstevigen en het tijdens de studie geleerde in de praktijk te brengen. De tweede prijs was voor de Distance Courses Liberal Arts and Sciences. Deze cursussen zijn ontwikkeld door een team van docenten van de verschillende faculteiten van TiU. Door deze cursussen kunnen studenten die voor hun studie in het buitenland verblijven een verplichte bachelorcursus volgen. De cursussen starten met een kick off meeting. Vervolgens is een flexibel programma uitgewerkt zodat studenten de activiteiten voor de cursussen zoveel mogelijk zelf in kunnen plannen in hun rooster. Wel is een aantal deadlines ingebouwd. De technische vereisten zijn zo beperkt mogelijk gehouden omdat niet alle studenten in het buitenland over geavanceerde internetmogelijkheden kunnen beschikken. Hoewel deze onderwijsvorm meer inspanning en discipline vraagt van de studenten, zijn de studieresultaten van deze studenten dezelfde als van de studenten die de reguliere cursussen volgen. Een eervolle vermelding ging naar Angela Driessen, die een website heeft ontwikkeld waarin alle innovatie op het gebied van onderwijs van docenten bij TiSEM op een overzichtelijke wijze gepresenteerd wordt. Intensivering onderwijs Met ingang van 1 september 2011 is de BSA-norm verhoogd naar 42 ECTS. Om te bevorderen dat studenten deze norm halen hebben de faculteiten plannen ontwikkeld voor intensivering van het onderwijs. 69


Het College heeft daarvoor voor zes jaar middelen ter beschikking gesteld, toe te wijzen in twee tranches. De faculteiten dragen daar uit eigen middelen ten minste een zelfde bedrag aan bij. De door de faculteiten ingediende voorstellen zijn allen gehonoreerd en in 2011 van start gegaan. Het betreft Research Based Learning van TiSEM, Actief Leren van TSB, Intensivering en Academisering van TLS, Academische Schrijfvaardigheid van TSH en Blended Learning Project Bijbelwetenschappen van TST. Toetsbeleid In de nieuwe wet Versterking Bestuur en de nieuwe opzet van het accreditatiestelsel wordt een groter gewicht gegeven aan de kwaliteit van toetsen en de rol van de examencommissie bij de borging van deze kwaliteit. Om nader vorm te geven aan de kwaliteit van toetsen heeft het College een werkgroep toetsbeleid ingesteld. Deze werkgroep heeft een notitie voorbereid waarin een algemeen universitair toetsbeleid voor Tilburg University wordt geschetst. Het is aan de examencommissies en de opleidingen om hier binnen de eigen faculteit verder invulling aan te geven. In de notitie wordt vooral ingegaan op de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van de toetsing en de wijze waarop de examencommissies de kwaliteit van de toetsing kunnen borgen. Belangrijkste aanbevelingen zijn het opstellen van een toetsplan door de opleidingen en het maken van een specificatietabel voor hun cursus door docenten. Ter ondersteuning hierbij zijn voorbeelden gegeven.

6.3 ICT en onderwijs PC Availability Over de campus verspreid zijn 1300 werkplekken beschikbaar voor de studenten. Hiervan zijn er ruim 740 voorzien van een pc. In 2011 is een vernieuwde tool ontwikkeld door LIS onder de naam ‘PC Availability’. Hiermee kunnen studenten zien welke werkplekken er op de campus vrij zijn. Deze tool is ook te downloaden als app voor de iPhone, Android en Blackberry. iStudent TiU app In samenwerking met TiSEM ontwikkelde LIS een handige app voor de Blackberry, iPhone en Android. Cijfers, roosters, roosterwijzigingen, beschikbare pc’s op de campus, OV-informatie etc. zijn gratis te downloaden in de App World. Dat de app goed loopt blijkt wel uit de raadpleegaantallen voor Android en Blackberry (d.d. 19 december): PC Availability (41506) – Personal Schedule (31404) – Personal Grades (13473) – Personal Schedule Changes (3603) – OV 9292 (2276) – MenuPubTrans (1770) – News & Events (1683). Tilburg University RefCite LIS heeft samen met het Language Center de RefCite ontwikkeld. Een online zelfstudiemodule over refereren, plagiaat, citeren en citatiestijlen. Het is een bundeling van de expertise van LIS over refereren en van het Language Center over academisch schrijven. ‘Teaching large groups: new horizons in interactive learning’ LIS organiseerde 19 december een universiteitsbrede onderwijsmiddag met als centrale thema ‘Teaching large groups: new horizons in interactive learning’. Deze middag werd met 130 deelnemers, voornamelijk docenten, een groot succes. De middag startte met de keynote prof dr. Martin Valcke (universiteit van 70


Gent). Op levendige en actieve wijze werd het thema How can we activate students in a traditional lecture? behandeld. Practise what you preach is zijn credo. Een verhaal dat voor zowel beginnende als ervaren docenten interessant was en aanknopingspunten bood voor het activeren van studenten. Na deze key-note vonden er diverse inspirerende parallele sessies plaats, die werden verzorgd door collega-docenten. TiU-wireless Begin 2011 is de grens van meer dan 100.000 TiU-wireless sessies per dag gepasseerd. In het nieuwe collegejaar is het aantal verbindingen met het wireless netwerk enorm toegenomen. Dit heeft vooral te maken met de toename van het gebruik van internet op de mobiele telefoons. Er is een verdriedubbeling van het aantal connecties ten opzichte van 2010. Op het piekmoment waren er zelfs 3907 verbindingen tegelijkertijd. Interactieve web lectures Tilburg University heeft in de persoon van Bob van den Brand van de Tilburg School of Economics and Management in samenwerking met de afdeling LIS de eerste prijs gewonnen voor de meest innovatieve web lecture. Dat gebeurde op een landelijke bijeenkomst waar tien onderwijsinstellingen hun meest innovatieve web lectures presenteerden. Van den Brand bespreekt tijdens zijn live web lectures de leerstof en tentamens, waarbij zijn studenten de mogelijkheid hebben om via een chat-functie vragen te stellen. Het doel van de web lectures is het verhogen van het studiesucces. Dat is zeker gelukt: voor de cursus Accounting 2 steeg het slagingspercentage van 69 procent naar 83 procent. Van den Brand biedt studenten in het project ‘studeren zonder betutteling’ vijf mogelijkheden om naast de traditionele hoor- en werkcolleges de kennis te verrijken aan de hand van korte web lectures: De prijs voor de web lectures maakt deel uit van OASE, een 2-jarig onderwijsinnovatieproject van SURFfoundation.

6.4 Post experience onderwijs Een belangrijke vorm van kennisoverdracht aan de samenleving is het executive of postervarings onderwijs. Tilburg University heeft het executive onderwijs ondergebracht in TiasNimbas Business School. TiasNimbas is zowel de business school van Tilburg University als van de Technische Universiteit Eindhoven en heeft vestigingen in Tilburg, Eindhoven, Utrecht, Bonn en Taipei. TiasNimbas streeft ernaar om door middel van kwalitatief hoogwaardige opleidingen toegevoegde waarde te creëren voor managers en hun organisaties. Onder het motto ‘Never Stop Asking’ combineert TiasNimbas de ‘frontiers of knowledge’ met ‘project based learning’. Dit alles leidt tot nieuwe inzichten en kennis in een omgeving waar service en persoonlijke aandacht centraal staat. Het productportfolio bestaat uit diverse MBA opleidingen, een DBA opleiding, executive master opleidingen, korte executive programma’s, een MSc opleiding en company specific programma’s. In 2011 is de samenwerking tussen TiasNimbas en Tilburg University versterkt door een nieuwe full-time MBA-opleiding te starten in samenwerking met TiSEM. Daarnaast heeft TiasNimbas gezamenlijk met TiSEM en Cranfield University School of Management de doctorale propositie versterkt door een combinatie te maken tussen het DBA en PhD en vanaf 2012 het International Executive Doctorate aan te bieden. In vergelijking met 2010 daalden de inkomsten van TiasNimbas Business School met 10% tot EUR 23,7 miljoen in 2011 71


MBA programma’s TiasNimbas heeft een breed portfolio aan MBA programma’s voor professionals met minimaal 3 jaar werkervaring. In 2011 is TiasNimbas, in samenwerking met TiSEM, succesvol gestart met een nieuwe internationale full-time MBA waaraan 33 studenten uit 22 verschillende landen deelnamen. Uniek aan dit programma is de koppeling tussen het academische curriculum, een ‘personal and career development program’ en een ‘societal program’. Dit laatste biedt de deelnemers de mogelijkheid om vanuit andere disciplines (neurologie, sport, kunst) of instituten (ngo’s, publieke organisaties) naar business management te kijken. Een belangrijk aspect voor elk full-time MBA programma is professionele en pro-actieve Career Services. In 2011 is het aanbod aan Career Services aanzienlijk uitgebreid en verbeterd met meer carrière gerelateerde workshops, een digitaal career platform en company visits. In 2011 heeft TiasNimbas stappen ondernomen om van de beste aspecten van de twee MBA’s in Utrecht en Tilburg, een nieuwe part-time Executive MBA te ontwerpen welke in september 2012 op beide locaties start. Het programma is, net zoals de full-time MBA, gericht op een academisch curriculum gecombineerd met praktische relevantie en persoonlijke en loopbaanontwikkeling om op deze manier deelnemers in staat te stellen een verschil te maken op persoonlijk, organisatie- en maatschappelijk niveau. Het International Executive MBA is een partnership tussen TiasNimbas en de graduate schools van Purdue University (USA), Central European University Budapest (Hongarije), en GISMA Business School Hannover (Duitsland). Het programma heeft consistent een plaats in de Europese top 20 en is leidend in de volgende categorieën: carrièrevoortgang, internationale studenten, internationale cursussen en wetenschappelijke staf met doctoraten. In 2011 is dit programma vernieuwd door onder andere een structurele incorporatie van ‘blended learning’. Executive Master programma’s TiasNimbas blijft marktleider op het gebied van Executive Master Programma’s in Nederland. In 2009 is besloten om alle Executive Master Programma’s van TiasNimbas te laten accrediteren door de NVAO als MSc’s om hiermee het onderscheid met deeltijd HBO-masters verder aan te scherpen. In 2011 zijn de volgende Executive Masters geaccrediteerd: Health Administration, Public and Non-Profit Management, Management in Education, Operations and Supply Chain Management, Information Management en Actuarial Science. Het aantal deelnemers aan Executive Masters in 2011 stond vanwege de conjuctuur onder druk. Voor 2012 wordt (nog) geen herstel voorzien. In 2011 is een start gemaakt met het introduceren van een Executive Master opleiding in Amsterdam. Het gaat om de succesvolle Master of Management and Organisation. Het programma zal aanvangen in maart 2012. Eind 2011 is eveneens een strategisch proces opgestart met alle academic directors van alle Executive Masteropleidingen. De doelstelling is om de positionering van TiasNimbas als instituut te vernieuwen en tot uiting te laten komen in alle programma’s. In de loop van 2012 en 2013 zullen de vernieuwingen worden geïmplementeerd.

72


MSc programma’s Naast MBA programma’s en Executive Masters biedt TiasNimbas ook de masteropleiding, Internationaal MSc in Business Administration, aan. Het full-time programma bestond in 2011 voor meer dan de helft uit internationale studenten die de keuze hadden uit de specialisaties ‘Financial Management’ en ‘ Marketing Management’. Dit programma is afgelopen jaar zowel in de full-time variant als in de part-time variant succesvol van start gegaan, ondanks de niet altijd gunstige economische situatie. Focus voor 2011 was verdere internationalisering via de uitbreiding van exchange mogelijkheden en toename van het aantal internationale studenten. De International MSc in Business Administration is in 2011 door AMBA erkend en succesvol geaccrediteerd. Tevens is het programma weer opgenomen in de Financial Times ranking voor Masters in Management en heeft op dit moment een 55e positie wereldwijd. Executive programma’s Het portfolio van korte Executive programma’s is in 2011 als nummer 1 gerankt in Nederland volgens de Financial Times. Hiermee is de koppositie overgenomen van Nyenrode. Het gaat hierbij om een opmerkelijke prestatie gegeven het feit dat TiasNimbas slechts vijf jaar geleden is begonnen om van deze activiteit een strategisch speerpunt te maken. De flexibele opleidingsformule ‘Masterclass Cyclus for Executives’ is in aantal deelnemers enorm gegroeid van 158 in 2010 naar 250 deelnemers in 2011. Deze groei onderstreept de groeiende behoefte aan modulaire opleidingsformats. Een deel van deze groei is gerealiseerd in Amsterdam waar Executive Programma’s in toenemende mate actief is. In de tweede helft van 2011 heeft dit portfolio te kampen gekregen met vraaguitval, met name voor de Advanced Management Programma’s. Senior managers en directeuren hadden als gevolg van de economische crisis in toenemende mate moeite om tijd en geld vrij te maken voor het volgen van een Executive Programma. TiasNimbas blijft in het domein van Executive Programma’s investeren in programmaontwikkeling. Zo is TiasNimbas de nieuwe partner geworden van Netspar voor het verzorgen van masterclasses op het gebied van pensioenen. Voorts is in samenwerking met EuroCIO, de Europese community van CIO’s, TiSEM en enkele buitenlandse business schools een project opgestart voor het ontwikkelen en uitvoeren van een Europees opleidingsprogramma op het gebied van Business & Enterprise Architecture. Dit programma gaat van start in september 2012. Company Specific Programma’s De divisie Company Specific Programma’s specialiseert zich in het ontwikkelen van exclusieve, maatwerk programma’s voor organisaties. De programma’s voorzien in managementontwikkeling en in organisatorische ontwikkelingsdoelen, die een substantiële impact en verandering in de organisatie teweeg brengen. Het ontwerp en de organisatie van de maatwerk programma’s vindt plaats in nauwe samenwerking met onze klant (‘co-creatie’). Company Specific Programma’s zijn flexibel in inhoud, lengte, formaat, methodologie en faculty . Alle programma’s worden door een toegewijd klantteam begeleid, dat verantwoordelijk is voor inhoud, logistiek en kwaliteitscontrole. Programma’s worden naar wens van onze klanten op zowel nationale als internationale locaties uitgevoerd. Maatwerk programma’s worden ontwikkeld op het gebied van Leiderschap, General Management, Strategie, Finance, Marketing, Technologie & Operational Excellence en Human Resource Management, voor zowel de profit als non-profit en publieke sector. ‘ 73


2011 was een goed jaar. Ongeveer de helft van de programma’s betrof nieuwe opleidingen voor bestaande klanten zoals Randstad, Alliander, DHV, Rabobank. Daarnaast zijn in 2011 programma’s ontwikkeld voor nieuwe klanten zoals VION en Amphia. TiasNimbas Company Specific Programma’s heeft in de Financial Times haar positie verder verbeterd in de Europese top 25 en scoort hoog op de criteria ‘Future Use’ en ‘Value for Money’ Doctor of Business Administration In 2011 is de laatste groep deelnemers gestart van het DBA programma dat samen met Bradford University wordt aangeboden. Deze groep bestaat uit 18 personen met een verscheidenheid aan achtergronden. In een vierjarig traject wordt er gewerkt aan een proefschrift en bijbehorend DBA diploma. De samenwerking met Bradford University is verdisconteerd en op het gebied van doctorale opleidingen is TiasNimbas in november 2011 een samenwerking aangegaan met Cranfield University. Deze Engelse universiteit heeft een sterke reputatie op het gebied van post-initieel onderwijs en draait al meer dan tien jaar een succesvol DBA programma. TiasNimbas heeft gezamenlijk met TiSEM de doctorale propositie versterkt door een combinatie te maken tussen het DBA en PhD. Vanaf 2012 biedt TiasNimbas het International Executive Doctorate (DBA+PhD) aan. Competence Centers Binnen TiasNimbas zijn verschillende competence centers actief. Een competence center is een platform voor onderzoekers binnen een specifiek domein. Een competence center heeft als hoofddoel bijdragen aan de onderzoeksoutput van TiasNimbas en daarnaast een verbinding te maken met de maatschappij. De hoofdactiviteiten van een competence center zijn onderzoekspublicaties, case studies, bedrijfsprogramma’s, bijdrage aan de programma’s van TiasNimbas en de organisatie van seminars en conferenties. In 2011 waren er de volgende centers: • C BMO (Centrum voor het Bestuur van de Maatschappelijke Onderneming) met een focus op onderzoeksen onderwijsactiviteiten voor het bestuur en management van de maatschappelijke onderneming. Geleid door prof.dr.ir. Kees Mouwen en prof.dr. Sietske Waslander. • Globus (Instituut voor Globalisering en Duurzame ontwikkeling) richt zich op multidisciplinair onderzoek en onderwijs op het gebied van corporate global responsibility and governance. Geleid door prof.dr. Paul van Seters. • LDC (Leadership Development Centre), richt zich op onderzoek over leiderschapsontwikkeling én maakt kennis uit onderzoek productief door deze te verspreiden richting collegebanken en organisaties. Met activiteiten en publicaties wordt een zo een breed mogelijk publiek bereikt en wordt er samen gewerkt aan leiderschapsontwikkeling. Geleid door dr.ir. Gerda van Dijk. • PMC (People Management Centre) is een samenwerking tussen TiasNimbas en TSSBS (departement HR Studies). PMC is het HR-platform voor industriële / non-profit-/ overheidsinstellingen en de academische wereld. Het PMC zet zich in voor de professionalisering van human resources management (werk, welzijn en prestaties) binnen organisaties door kennis te verspreiden en kennis op te doen in samenwerking met mensen uit de praktijk. Geleid door prof.dr. Jaap Paauwe en drs. Jo Vincken.

74


• R eal Estate LAB is een open platform waarin de synergie tussen academische gestrengheid en praktische relevantie zorgvuldig wordt gestimuleerd. Het Real Estate LAB is een gezamenlijk initiatief van Tilburg University en de oprichtende partners Amvest, FGH Bank, PGGM, en PwC. De missie: Een natuurlijke hotspot voor nieuwe en relevante vastgoedkennis creëren. Instroomgegevens TiasNimbas MBA programma’s Company specific programma’s Executive Master programma’s Executive Programma’s MSc/MA Programma’s DBA Programma’s Aantal uitgegeven diploma’s Aantal ingeschreven studenten

2006

2007

2008

2009

2010

2011

133

127

162

156

144

117

1012

973

539

530

535

921

292

337

407

326

353

412

185

252

417

400

535

421

65

77

78

98

89

91

8

18

20

18

19

17

435

401

404

468

522

483

2186

2352

2112

2408

2640

3039

75



Hoofdstuk 7

Studenten

7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating In de voorlichting naar studiekiezers is in 2011 de verschuiving naar online activiteiten verder doorgevoerd. De website is veruit de belangrijkste bron van informatie voor studiekiezers gebleken. In 2011 is er 37 miljoen keer op een pagina van de website geklikt, waarvan 25 miljoen keer door iemand van buiten de universiteit. In 2011 zijn 123 online marketing campagnes gerealiseerd; een stijging van 64% ten opzichte van 2010. In 2011 is tevens de mobiele website van Tilburg University live gegaan. Naast online activiteiten blijven de grote voorlichtingsactiviteiten op de campus, waaronder bachelorvoorlichtingsdagen en de mastervoorlichtingsavonden in het voor- en najaar, onverminderd belangrijk bij de studiekeuze. Rondom deze evenementen zijn online campagnes gevoerd die geresulteerd hebben in een toename van het aantal deelnemers aan deze activiteiten. Aansluitend aan de voorlichtingsdagen hebben alle faculteiten studiekiezers de mogelijkheid geboden om proefstudeerdagen te volgen. Offline middelen zoals brochures, flyers en offline advertising (kranten, magazines) nemen verder af in zichtbaarheid en effectiviteit. In 2011 is de samenwerking met VWO-scholen verder geïntensiveerd om de zichtbaarheid van Tilburg University bij studiekiezer hoog te houden. Er zijn wederom voorlichtingsactiviteiten op scholen georganiseerd voor 3-6 VWO-ers. Er zijn gastlessen door de faculteiten aangeboden waar scholen enthousiast op hebben gereageerd en er is een experiment gedaan met begeleiding van het profielwerkstuk in 5/6-VWO. Daarnaast hebben een twintigtal scholieren gebruik gemaakt van de mogelijkheid een programma voor ‘Excellente VWO-ers’ te volgen aan Tilburg University. Uit onderzoeken in 2011 onder ouders blijkt dat zij in toenemende mate betrokken zijn bij de studiekeuze van hun kinderen. Tijdens voorlichtingsactiviteiten op de campus zijn presentaties voor ouders gehouden en ook op de website is informatie voor ouders te vinden. In 2011 is door landelijke studentenraden de behoefte geuit aan objectieve voorlichting over opleidingen zodat deze beter vergelijkbaar zijn tussen alle universiteiten in Nederland. Vanuit de overheid is hier positief op gereageerd. Er is een aanvang gemaakt met de opzet van een ‘universele bijsluiter’. Naar verwachting worden alle universiteiten verplicht deze bijsluiter op te nemen in hun voorlichting rondom opleidingen vanaf 2012 of 2013. Ten slotte is in 2011 continu gewerkt aan de verbetering en actualisering informatie op de website. Dit proces, waarbij ook de faculteiten nauw betrokken zijn, is een continu proces en zal ook in 2012 onverminderd aandacht krijgen.

7.2 Centraal Loket Geschillen en Klachten Tilburg University heeft vanaf 1 september 2010, conform artikel 7.59a WHW, een eenduidige faciliteit ingericht waar studenten (en ‘betrokkenen’ in de zin van de wet) terecht kunnen voor het inwinnen van advies over procedures en waar zij klachten, beroepen en bezwaren kunnen indienen: het Centraal Loket Geschillen en Klachten (CLGK). Het CLGK heeft een website waar informatie te vinden is over de verschillende procedures en waar studenten van TiU die een administratienummer hebben kunnen inloggen, en hun klacht, beroep of bezwaar online kunnen indienen. Het CLGK is te vinden op de volgende website: www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/klacht-beroep/

77


Betrokkenen die geen administratienummer van TiU hebben, kunnen per brief een klacht, bezwaar of beroep indienen. Het CLGK fungeert als een front office; klachtafhandeling vindt plaats door directeuren van de diensten en de hoofden van de onderwijsbureaus; afhandeling van bezwaarschriften en beroepschriften geschiedt door de Commissie van Advies voor de Bezwaar- en Beroepschriften en het College van Beroep voor de Examens. Het klachtenloket wordt beheerd door de studentendecanen en het beroepen- en bezwarenloket (het College van Beroep voor de Examens en de Commissie van Advies voor de Bezwaar- en Beroepschriften) wordt beheerd door de afdeling General Services/Legal Affairs. In de volgende paragrafen worden (cijfermatige) overzichten getoond van het Centraal Klachtenloket, het College van Beroep voor de Examens (CBE) en de Commissie van Advies voor de Bezwaar- en Beroepschriften (CABB). 7.2.1 Centraal Klachten Loket Het aantal klachten is in 2011 opvallend afgenomen (2010: 105, 2011: 70). Vanaf 1 september 2010 functioneert het Centraal Klachtenloket als een onderdeel van het Centraal Loket Geschillen en Klachten. Sinds die datum kunnen studenten online niet alleen klachten, maar ook bezwaar- en beroepschriften indienen. Aantallen klachten In onderstaande tabellen staan de kengetallen van 2008-2011. Zichtbaar is van welke faculteit de student afkomstig is die een klacht heeft ingediend en wie de klacht heeft afgehandeld. In 2011 kwamen 70 klachten binnen, dat is een opmerkelijke daling ten opzichte van het jaar daarvoor, maar sluit aan bij het gemiddelde van de afgelopen jaren, namelijk 75 klachten per jaar. De afname is vooral te verklaren door het dalend aantal klachten van TiSEM (2010: 55, 2011: 24). Uit de inhoudelijke typering van klachten van TiSEM blijkt dat er vooral minder klachten zijn ingediend over onderwijsorganisatie, tentamenplanning -en organisatie en het niveau van de tentamens. Het aantal klachten afkomstig van studenten TLS en TSB is afgenomen; het aantal klachten van studenten TSH is toegenomen. (2010: 5, 2011: 12). Deze toename is voor een deel te verklaren door een aantal klachten over de langstudeerdersmaatregel (4). De overige klachten van studenten van TSH vallen onder verschillende inhoudelijke typeringen. 47 Klachten waren bestemd voor de faculteiten, 23 zijn voor afhandeling doorgestuurd naar de diensten. Van de klachten voor de diensten gaat het overgrote deel naar Student Services (12 van de 23), het betreft klachten die te maken hebben met het werk van de Student Administration en daarnaast zijn er over de langstudeerdersmaatregel extra klachten binnen gekomen (5). LIS en FS hebben ook een eigen klachtenprocedure. Onbekend is hoeveel klachten daar binnenkomen.

78


Kengetallen 2008-2011 Herkomst klachten studenten TiSEM TLS TSB TSH TST Totaal

2011 24 21 13 12 70

2010 55 26 18 5 1 105

2009 21 25 18 10 74

2008 33 19 23 3 78

Klachten afgehandeld door: TiSEM TLS TSB TSH TST FS GS LIS StS Overig Totaal

2011 15 17 8 7 7 1 3 12 70

2010 41 16 11 3 8 * 6 20 105

2009 12 18 11 7 2 * 6 3 15 74

2008 20 15 21 3 6 * 2 1 10 78

Soort klachten In de volgende tabel zijn de klachten naar inhoud in acht hoofdcategorieĂŤn ingedeeld. Uit het overzicht blijkt dat opnieuw de meeste klachten (13) de planning en organisatie van tentamens betreffen. Daarna komen in volgorde van belang: de kwaliteit van algemene voorzieningen (12); gedrag en service van medewerkers van TiU (9) en de onderwijsorganisatie (7). Pas in de loop van 2011 zijn we klachten over de langstudeerdersmaatregel (met name van premasterstudenten) en scriptieproblematiek apart gaan registreren.

79


TiSEM TSH

Diversen Diversen Scriptie Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Tentamens Tentamens Tentamens Voorlichting

1

diversen

TST

1

TLS

TSB

1

FS

GS

LIS

StS TOTAAL

1 5

Langstudeerdersmaatregel Begeleiding onderwijsaanbod begeleiding docent onderwijsorganisatie didactische vaardigheid

2 1

1 2 3

docent bekendmaking uitslag planning en organisatie beoordeling (inhoudelijk) voorlichting studiepro-

3 2 1 1

gramma Examencommissie facultaire regelgeving

1 1

2

2 5 1

1

1 1

2 1

3 1

1

(bijv. OER) Examencommissie beslissingen en procedure

1

5 13 4 1 1

1

examencommissie Medewerkers TiU gedrag, service Voorzieningen TiU capaciteit ,kwaliteit en

4 5 2 2 2 7 2

1 1

3

1 2

6

8

7

1

2 1

1 2

9 12

1

3

12

70

functioneren algemene voorzieningen

15

Totaal

7

0

17

Resultaat Uit de volgende tabel blijkt dat 50% van de klachten terecht is ingediend (in 2010 47%). Ongeveer 11% is ‘ongegrond’ verklaard (20% in 2010). In 30% van de gevallen is tekst en uitleg verschaft over regelingen, voorzieningen, beslissingen (17% in 2010). TiSEM TSH

klacht gegrond: probleem (nog) niet

2

opgelost, wordt aan gewerkt klacht gegrond: probleem opgelost,

3

tegemoet gekomen aan wens student klacht ingetrokken klacht ongegrond, geen verdere actie klager verwezen naar andere instantie

2 1 1

2

6 15

2 7

(o.a. bezwaar/beroep) tekst en uitleg gegeven Totaal

TST

TLS

TSB

CS

1 3

8

3

0

5 17

FS

GS

5 4

1

1

LIS

1

1

10

2

3

25

1

2 8 4

7 12

21 70

3 1

8

0

1 7

1

StS TOTAAL

3

Af handeling Klachten moeten binnen 6 weken worden afgehandeld. In tabel 4 is te zien dat in het verslagjaar 53 klachten binnen de termijn zijn afgehandeld. In 17 gevallen is de termijn overschreden. Dit is een stijging ten opzichte van vorig jaar (13). De termijnoverschrijding is verdubbeld ten opzichte van vorig jaar (van 12% in 2010 naar 24% in 2011). 80


AANTAL 15 11 9 6 5 7 17 70

in week 1 in week 2 in week 3 in week 4 in week 5 in week 6 in week > 6 Totaal 7.2.2 College van Beroep voor de Examens (CBE) Samenstelling van het CBE in 2011 Kamer 1 Voorzitter Mw. dr. M.H. Kobussen Personeel Dr. A.R. Vermeer Dr. J.A.G. van der Geld Drs. A.L.W. Hexpoor Student Mw. A.M.I. Verschuren I. De Bree

Kamer 2 Voorzitter Mr. P.L.J.M. van Dun Personeel Dr. A.A.J. Wismeijer Dr. A.J. Haans Mw. mr. M. IJzermans Student N.A.M. Thijssen M.N.R. van Bijlevelt

Kamer 3 Voorzitter Prof. mr. P.J.J. Zoontjens Personeel Mw. mr. J.M.H.P. van Neer Mr. A.A.L. Beers Dr. K.A. Soudijn Student M. Dammers K.J.M. Hilkens

Het CBE bestaat uit ĂŠĂŠn voorzitter, twee leden (wetenschappelijk personeel) en twee student-leden. Het CBE wordt ondersteund door een secretaris. Beroepen: het cijfermatig overzicht In 2011 werden door studenten in totaal 138 beroepen ingesteld (2010: 93, 2009: 109). De beroepen bij het College van Beroep voor de Examens zijn ingediend door studenten van alle faculteiten. 57 beroepen werden ingediend door studenten van TLS (41%), 39 door studenten van TiSEM (28%), 27 door studenten van TSB (20%), 13 door studenten van TSH (9%), en 2 door studenten van TST (1%).

81


In 25 gevallen werd het beroepschrift doorgestuurd, in 38 gevallen werd het beroep ingetrokken, in 58 gevallen werd er minnelijk geschikt, waarvan 1 tijdens de zitting, 3 zaken werden niet-ontvankelijk verklaard en in 14 zaken deed het College van Beroep voor de Examens uitspraak. TiSEM Van studenten van TiSEM zijn 39 beroepen (2010: 43) binnengekomen, waarvan 7 zaken zijn doorgezonden, 7 zaken zijn ingetrokken, 19 zaken minnelijk geschikt, en in 6 zaken uitspraak is gedaan door het CBE. TLS Van studenten van TLS zijn 57 beroepen (2010: 34) binnengekomen, waarvan 9 zaken zijn doorgezonden, 18 zaken zijn ingetrokken, 25 zaken minnelijk geschikt, en in 5 zaken uitspraak is gedaan door het CBE. TSB Van studenten van TSB zijn 27 beroepen (2010: 24) binnengekomen, waarvan 5 zaken zijn doorgezonden, 8 zaken zijn ingetrokken, 9 zaken minnelijk geschikt, en in 5 zaken uitspraak is gedaan door het CBE. TSH Van studenten van TSH zijn 13 beroepen (2010: 8) binnengekomen, waarvan 4 zaken zijn doorgezonden, 4 zaken zijn ingetrokken, 4 zaken minnelijk geschikt, en 1 zaak niet-ontvankelijk werd verklaard. TST Van studenten van TST zijn 2 beroepen (2010: 1) binnengekomen, waarvan 1 zaak is ingetrokken en 1 zaak minnelijk geschikt. Uitspraken: het cijfermatig overzicht In zeventien zaken heeft het CBE uitspraak gedaan: in drie gevallen werd appellant niet-ontvankelijk verklaard. Geen beroepen werden gegrond verklaard, en derhalve werden veertien beroepen ongegrond verklaard. De beroepen die niet-ontvankelijk werden verklaard, werden ingesteld door een student van TSH en twee studenten van TiSEM. Van de veertien beroepen die ongegrond werden verklaard, werden er vier ingesteld door studenten van TiSEM, vijf door studenten van TLS en vijf door studenten van TSB. De beroepen die ongegrond werden verklaard hadden betrekking op: - Tentamen; beoordeling - (Pre)Master; toelating - Research Master; toelating - Extra tentamengelegenheid - Bindend studieadvies - Judicium

82


Indien een student zich niet kan verenigen met de uitspraak van het CBE, kan de student hoger beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), gevestigd te Den Haag. In 2011 heeft één student, afkomstig van TLS, beroep aangetekend bij het CBHO. Dit beroep is door het CBHO ongegrond verklaard. 7.2.3 Commissie van advies voor de bezwaar en beroepschriften (CABB) Inleiding Indien een student met een besluit geconfronteerd wordt dat door of namens het instellingsbestuur is genomen, kan een student hiertegen bezwaar aantekenen. Op grond van artikel 7.63a WHW en hoofdstuk 4 van het Bestuurs- en Beheersreglement van Tilburg University, heeft Tilburg University een geschillenadviescommissie (de Commissie van advies voor de bezwaar en beroepschriften) die aan het instellingsbestuur advies uitbrengt over deze bezwaren, na te zijn nagegaan of er een minnelijke schikking tussen partijen mogelijk is. Samenstelling CABB Kamer 1 Voorzitter Mw. dr. M.H. Kobussen Personeel Dr. A.R. Vermeer Dr. J.A.G. van der Geld Drs. A.L.W. Hexpoor

Kamer 2 Voorzitter Mr. P.L.J.M. van Dun Personeel Dr. A.A.J. Wismeijer Dr. A.J. Haans Mw. mr. M. IJzermans

Kamer 3

Personeel Mw. mr. J.M.H.P. van Neer Mr. A.A.L. Beers Dr. K.A. Soudijn

De CABB bestaat uit één (externe) voorzitter en twee leden (wetenschappelijk personeel). De CABB wordt ondersteund door een secretaris. Bezwaren: cijfermatig overzicht In 2011 zijn in totaal 30 bezwaren ingediend door studenten. Vier zaken zijn ingetrokken, drie zaken zijn door het instellingsbestuur, na advies van de CABB, niet-ontvankelijk verklaard, in negentien zaken werd een minnelijke schikking bereikt, en in vier zaken heeft de CABB een zitting gehouden en advies uitgebracht aan het instellingsbestuur. In deze zaken werd het advies van de CABB door het instellingsbestuur overgenomen.

83


De zaken waar een minnelijke schikking werd bereikt en de zaken waarin de CABB advies uitbracht hadden betrekking op (naheffing van) het instellingscollegegeld. Indien een student zich niet kan verenigen met het besluit van het instellingsbestuur, kan de student hoger beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), gevestigd te Den Haag. In 2011 hebben twee studenten tegen het besluit van het instellingsbestuur hoger beroep aangetekend bij het CBHO. Deze beroepen werden door het CBHO ongegrond verklaard.

7.3 Language Center Algemeen Het Language Center heeft in 2011 vanuit haar kerntaak: ‘de ontwikkeling van de sociaal-communicatieve vaardigheden van studenten en medewerkers’, een breed aanbod van taalcursussen gegeven. Daarnaast heeft het Language Center op het gebied van maatwerkcursussen voor faculteiten een nieuw prijsbeleid geïntroduceerd, waarbij langlopende contracten met korting kunnen worden afgenomen. De samenwerking met de faculteiten is in 2011 geïntensiveerd waarbij de integratie van vaardigheden en inhoud centraal staat. Dit heeft tot zeer positieve evaluaties geleid. Tijdens de Tilburg University Summer School heeft het Language Center diverse intensieve taalcursussen gegeven in de talen Nederlands, Engels en Spaans. Het aantal inschrijvingen heeft de verwachtingen overtroffen en daarom zal het Language Center ook in 2012 deelnemen aan de TUSS, met als toevoeging een cursus Chinees. Voucheronderwijs Het voucheronderwijs is een belangrijke activiteit van het Language Center. Iedere student ontvangt bij aanvang van de studie 12 taalvouchers. Met deze vouchers kan de student taalcursussen bij het Language Center volgen. De vraag naar deze populaire vouchercursussen blijft toenemen. In 2011 is het aanbod van het aantal cursussen echter vanuit financieel oogpunt gestabiliseerd, waardoor de wachtlijsten verder oplopen. Uit evaluaties blijkt dat de vouchercursussen erg goed gewaardeerd worden. In 2011 zijn verschillende cursussen gereviseerd om het aanbod nog beter aan te laten sluiten op de wensen van de student.

84


Vouchercursussen vouchers Deelnemers Personen op de wachtlijst Evaluatie vouchercursus ( schaal 1-5)

2008

2009

2010

2011

9837

9705

11055

10851

1864

1806

2028

2001

326

320

304

458

4,3

4,4

4,4

4,3

Scriptorium In 2011 is gebleken dat het Scriptorium binnen de universiteit als onmisbaar wordt beschouwd. Deze samenwerking, op het gebied van scriptie ondersteuning, tussen de informatiespecialisten van LIS en de schrijftutoren van het Language Center wordt zeer erkend door de studenten. Door de in 2011 aangekondigde overheidmaatregelen voor langstudeerders kan het Scriptorium uitkomst bieden om deze groep studenten te ondersteunen in het tijdig afstuderen. Scriptorium: Aantal gesprekken Aantal studenten Bachelorwerkstuk Masterscriptie

2008

2009

2010

2011

725

800

826

695

517

644

591

542

212

191

162

153

220

417

379

347

Externe ontwikkelingen Het Language Center is in 2011 gestart met het nadrukkelijker betreden van de externe markt. Met name voor de vouchercursussen is er serieuze interesse. De gesprekken met externe partijen zijn in 2011 gestart en moeten in 2012 tot een vruchtbare samenwerking leiden.

7.4 Center for Knowledge Transfer 7.4.1 Inleiding Het Center for Knowledge Transfer (CKT) geeft invulling aan de derde kerntaak van de universiteit: valorisatie van wetenschappelijke kennis. Dat doen wij door wetenschappelijke kennis via studenten in te zetten voor maatschappelijke organisaties, voor het MKB, voor startende ondernemers en voor het grootbedrijf (middels de Career Portal). In toenemende mate betrekken wij ook wetenschappers bij onze dienstverlening. Door studenten middels onderzoeksopdrachten en projecten in contact te brengen met potentiële werkgevers en door hen te faciliteren en begeleiden bij het opzetten van een eigen bedrijf leveren wij als CKT een bijdrage aan hun arbeidsmarktoriëntatie. Daarnaast maken wij kennis beschikbaar voor het brede publiek door het uitdragen van onderzoeksresultaten in de vorm van het publiceren van rapporten en door het organiseren van expertmeetings en symposia. Wij houden onze voelsprieten in de samenleving om te signaleren waar behoefte is aan academisch onderzoek. Dat doet het CKT door veelvuldig en actief te netwerken. Op die manier houden wij zicht op de actuele thema’s die in de regio spelen en vormen wij een brug tussen universiteit en samenleving. 85


In 2011 is er hard gewerkt aan de centrale loketfunctie van het CKT. De verschillende pijlers die zich bezighielden met kennistransfer - de Wetenschapswinkel, het Loket MKB, Ondernemer en Recht, de Career Portal - zijn verder ineengevlochten. Het CKT opereert nu als één valorisatieafdeling met twee diensten: kennistransfer en ondernemerschap. Verder is er veel geïnvesteerd in de samenwerking met in- en externe partners. 7.4.2 Samenwerking: de highlights Het CKT werkt op allerlei manieren samen met diverse partners in de maatschappij. Hieronder volgen de highlights van 2011. Valorisatieprijs 2011 Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van het Center for Knowledge Transfer in 2010 heeft het College van Bestuur de Tilburg University Valorisatieprijs ingesteld. Met deze prijs wordt het beste initiatief binnen deze universiteit op het gebied van kennisvalorisatie beloond. De prijs is voor de eerste keer uitgereikt op woensdag 15 juni 2011 tijdens de bijeenkomst ‘Valorisatie: What’s in it for me?’. Valorisatie vraagt extra inspanningen van wetenschappers en gaat verder dan de traditionele manier van het verspreiden van kennis (via onderwijs). De resultaten van onderzoek dienen zodanig bewerkt te worden dat deze geschikt worden voor toepassing en gebruik door een breder publiek. Een uitzending op televisie, een populariserend artikel in pers/media en een presentatie van een wetenschapper bij een kenniscafé kunnen ook worden aangemerkt als manieren van kennisvalorisatie. De winnaar van de Tilburg University Valorisatieprijs 2011 is geworden: Het project ‘De regio werkt!’ van ir. René Voogt - ingediend door prof. dr. Ton Wilthagen van ReflecT. Het CKT organiseerde de prijsuitreiking en ondersteunde de jury. Het CKT draagt door het uitreiken van de Valorisatieprijs bij aan het valoriseren van wetenschappelijke kennis als ook aan de profilering, positionering en regionale verankering van onze universiteit. Career Portal In 2011 is binnen een gemeenschappelijk project door Student Services (Center for Knowledge Transfer en Student Advisory Office) en TiSEM het universiteitsbreed Career Center voor studenten verder op de kaart gezet. De belangrijkste doelen in dit project zijn het verbeteren van de aansluiting op de huidige arbeidsmarkt en de dienstverlening op het gebied van career services meer zichtbaar maken voor de studenten. In 2011 zijn op twee vlakken investeringen gedaan. Ten eerste is het TiU Career Portal gerealiseerd: dé digitale marktplaats voor stages, afstudeeropdrachten en startersfuncties. Deze portal verkleint de brug tussen de student en de arbeidsmarkt. Inmiddels hebben ruim 900 studenten en 550 bedrijven een account aangemaakt op de TiU Career Portal. Ten tweede is de zichtbaarheid van de dienstverlening op het gebied van career services vergroot. Dit door de dienstverlening van TiSEM en Student Services voortaan vanuit één punt, onder de noemer Career Services en met één gemeenschappelijk beeldmerk te communiceren. Ook zijn de websites van TiSEM en Student Services op het gebied van loopbaandienstverlening samengevoegd.

86


Juridische samenwerking Het CKT heeft in 2011 ruim 200 (startende) ondernemers en maatschappelijke organisaties in Midden-Brabant kunnen helpen met juridische vraagstukken. Sinds 2009 worden bij het CKT enthousiaste juridische studenten ingezet voor juridische advisering. Deze studenten zijn afkomstig van Tilburg Law School en van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys. In 2011 was er veel vraag naar ondersteuning bij het opstellen van contracten en algemene voorwaarden. Om de drempel zo laag mogelijk te houden, heeft het CKT ook dit jaar weer zijn wekelijkse juridische spreekuur gehouden bij de Kamer van Koophandel Brabant. Dat de vraag naar toegankelijk juridisch advies nog steeds stijgt, blijkt wel uit het feit dat het aantal opdrachten sinds de start in 2009 meer dan verdubbeld is. United Brains Midden-Brabant In 2011 heeft het CKT veel geïnvesteerd in de samenwerking met andere kennisinstellingen in de vorming van één kennisloket, genaamd United Brains Midden-Brabant. Hierin werken we als Tilburg University samen met Fontys Hogescholen, Avans Breda en het ROC Tilburg. Voor starters en bedrijven/organisaties met eenvoudige vragen is het vaak volstrekt onduidelijk bij welke kennisinstelling ze het beste hun vraag neer kunnen leggen. Door samen één loket te vormen, bundelen we de krachten en bieden we optimaal toegang tot het kennisaanbod van de aangesloten partners. United Brains Midden-Brabant wordt mede mogelijk gemaakt door Midpoint Brabant en de gemeente Tilburg. In 2011 heeft United Brains Midden-Brabant 43 vragen binnengekregen waarvan 30 prak-tijkopdrachten, 9 stageopdrachten, 2 afstudeeropdrachten, 1 opdracht die in het regulier onderwijs geplaatst kon worden en 1 opdracht waarbij de ondernemer nog beschikte over een innovatie-voucher van Agentschap.NL. Naast het vormen van één loket ligt de kracht van United Brains Midden-Brabant vooral ook in het brede kennisveld en de mogelijkheden om multidisciplinaire en multilevel samenwerking op wo-, hbo- en mbo-gebied aan te bieden. Deze kan het beste ingezet worden bij grotere vraagstukken, bij grotere organisaties en/of branches. Deze vraagstukken leveren tevens een werkelijke bijdrage aan de ontwikkeling van studenten en de onderwijsvernieuwing in het algemeen. De samenwerking zal in 2012 verder worden uitgebreid met andere kennispartners in de regio en Syntens. Tilburg University Ventures Tilburg University werkt in het kader van het Valorisatieplan West- en Midden-Brabant nauw samen met de Stichting Starterslift, de NHTV Internationaal Hoger Onderwijs Breda, Avans Hogeschool Breda en het Brabant Center for Entrepreneurship. Het Valorisatieplan ziet toe op een verdere samenwerking tussen Starterslift en de genoemde kennisinstellingen op het gebied van het stimuleren van ondernemerschap en wil een bijdrage leveren aan het realiseren van een excellent klimaat voor nieuwe bedrijvigheid, zodat Brabant uitgroeit tot de meest innovatieve regio van Europa. Het CKT is met name betrokken bij Pijler 2 ‘Ondersteunen van startende ondernemers’ en Pijler 3 ‘Realiseren van nieuwe bedrijvigheid’. Voor de ontwikkelingen in 2011 met betrekking tot pijler 2 wordt verwezen naar het stuk hierna over Starterslift. Binnen het Valorisatieplan willen de kennisinstellingen een impuls geven aan de economische valorisatie door het oprichten van een gezamenlijk transfer office (pijler 3). Het gaat hierbij om het oprichten van een verbindende organisatie tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven in het vercommercialiseringsproces 87


van kennisproducten. De activiteiten van het transfer office worden in elke kennisinstelling vanuit een eigen ‘loket’ (zowel fysiek als virtueel) uitgevoerd. In 2011 zijn binnen Tilburg University de eerste stappen gezet om te komen tot een dergelijk loket, genaamd Tilburg University Ventures. Er is een eerste inventarisatie gedaan om te kijken waar interessante ideeën op de plank liggen die mogelijk in bedrijvigheid zouden kunnen worden omgezet. Eind 2011 zijn ook de eerste sollicitatiegesprekken gevoerd in verband met de bemensing van het loket. Inmiddels zijn er twee business developers en een jurist aangesteld. Het CKT ondersteunt Tilburg University Ventures bij kennisvragen, stelt zijn in- en externe netwerk beschikbaar voor het loket en draagt zorg voor de huisvesting. Brabant Bekent Kleur Brabant Bekent Kleur is een samenwerking tussen het CKT, K2 en Palet. Dit samenwerkingsverband heeft jarenlang een symposium georganiseerd met betrekking tot diversiteit. In 2011 is dit samenwerkingsverband beëindigd doordat het project niet langer door de Provincie Noord-Brabant wordt gesubsidieerd en ook Palet is opgeheven. Het belang om aandacht te blijven besteden aan het maatschappelijk actuele thema ‘diversiteit’ heeft het CKT, K2, het Huis van de Wereld, Radar en het PON ertoe aangezet om in 2011 een heroriëntatie te starten met verschillende maatschappelijke organisaties uit de regio, met wie voortdurend gezocht wordt naar meer structurele samenwerkingsverbanden in de transfer van kennis. Het CKT hecht veel waarde aan het participeren in dergelijke samenwerkingsverbanden en het entameren van onderzoek op de universiteit rond maatschappelijke relevante thema’s. 7.4.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten Zoals al aangegeven houdt het CKT zich in de kern bezig met valorisatie: het toekennen van maatschappelijke en economische waarde aan kennis. Dat doen we door ons te richten op twee zaken: kennistransfer en ondernemerschap. Hieronder een schets van wat er zich op beide aandachtsgebieden in het afgelopen jaar in grote lijnen heeft afgespeeld. Kennistransfer Onderzoeksvragen, vacatures, starters In 2011 laat het CKT op het gebied van kennistransfer een totale groei van ruim 25% zien. Er werden in totaliteit 638 onderzoeksvragen, vacatures en starters bemiddeld. Uit onderstaande lijngrafiek is af te lezen dat de groei voornamelijk zit in de onderzoeksvragen. De dalende trend in de profit sector vanaf 2008 lijkt achter ons te liggen. Vragen vanuit non-profit organisaties laten een lichte stijging zien. De verhouding profit / non-profit is ongeveer 4:1. Dat wil zeggen dat zo’n kwart van de klanten van het CKT uit de non-profit afkomstig is. Juridisch advies is de grote groeier: het aantal juridische onderzoeksvragen is ten opzichte van 2010 meer dan verdubbeld.

88


Kengetallen Center for Knowledge Transfer 2008 - 2011 2008 300 Onderzoeksvragen 265 Vacatures Career Portal 44 Ondersteunde starters binnen TiU

2009

2010

2011

277

320

462

115

129

120

52

60

56

Op 1 september is het Career Portal door middel van een ludieke actie richting studenten gelanceerd. Eind 2011 waren er 511 werkgeversaccounts op het Career Portal en 775 studentaccounts. In totaal waren er op dat moment 120 actieve vacatures, waarvan 70 stageopdrachten, 36 afstudeeropdrachten en 14 startersfuncties. Promotieonderzoeken Het CKT entameert langer lopende onderzoeksprojecten rondom actuele maatschappelijke thema’s. In 2011 liepen er een zestal promotieonderzoeken. Deze worden uitgevoerd binnen de velden ‘Economie en Bedrijf’, ‘Recht en Bestuur’, ‘Gedrag, Organisatie en Welzijn’, ‘Communicatie en Cultuur’, ‘Zingeving en Ethiek’ in de sectoren zorg, recht en welzijn. Deze onderzoeken worden komende jaren afgerond. Het in 2010 gestarte onderzoek naar empowerment in de wijk is eind 2011 door de promovendus stopgezet. De bevindingen uit de aanzet voor deze promotie zullen worden gepresenteerd in een discussiepaper om alternatieve mogelijkheden tot voortzetting van het onderzoek verder te bespreken, aangezien het thema een grote maatschappelijke relevantie heeft. T-Challenges Steeds vaker houdt onderzoek niet op bij de grenzen van de eigen wetenschappelijke discipline. Onderzoekers werken intensief samen met collega’s uit andere disciplines. Interdisciplinaire samenwerking vindt ook plaats door studenten vanuit verschillende opleidingen van het Hoger Onderwijs in Tilburg in te zetten voor de beantwoording van een kennisvraag uit het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties. Het team krijgt ondersteuning van het CKT, het Brabant Center for Enterpreneurship en een budget om eventuele ontbrekende kennis extern in te kopen. Op deze manier wordt de kwaliteit van het proces en de output zoveel mogelijk gegarandeerd. In 2011 heeft het CKT drie T-Challenges georganiseerd. Ondernemerschap Sinds vijf jaar stimuleert Tilburg University actief het ondernemerschap als mogelijke carrièrekeuze onder haar studenten. Ondernemerschap en innovatie staan als speerpunten op de agenda’s van Europa, Nederland, de provincie Noord-Brabant, de gemeente Tilburg en Tilburg University. Starterslift In 2011 waren er 56 deelnemers die van Starterslift bij Tilburg University ondersteuning hebben gekregen om hun idee uit te werken en te onderzoeken of het een kans van slagen heeft. Hiervan zijn 10 ondernemers daadwerkelijk opgenomen als deelnemer van Starterslift. Tevens is in het afgelopen jaar de samenwerking tussen Starterslift, het Brabant Center of Entrepreneurship (BCE) en de Academic Business Club (ABC) verder uitgebreid. In 2011 is gestart met het gezamenlijk afnemen van intakegesprekken door Starterslift en BCE. Studenten die het BCE programma volgen en een bedrijf willen starten, krijgen een gezamenlijke 89


intake. Daarna ontvangen ze eerst begeleiding vanuit BCE om hun bedrijfsplan verder uit te werken. Per deelnemer wordt het juiste moment bepaald om ze in Starterslift in te laten stromen voor verdere ondersteuning bij de start van hun bedrijf. In 2011 hebben er zeven gezamenlijke intakes plaatsgevonden met in totaal negen deelnemers. Zes daarvan zijn daadwerkelijk onder begeleiding hun business idee gaan uitwerken. Opvallend is dat ook medewerkers van Tilburg University zich steeds vaker tot Starterslift wenden voor ondersteuning bij het starten van een bedrijf. In 2011 hebben negen medewerkers Starterslift weten te vinden. Ondernemerscentrum Starters hebben de mogelijkheid om kantoorruimte te huren in het Ondernemerscentrum van Tilburg University. Hier ontmoeten, inspireren en motiveren de ondernemers elkaar. In 2011 zijn er acht bedrijven gevestigd in het Ondernemerscentrum. Gezamenlijk maken zij gebruik van vijftien van de negentien vaste werkplekken. Dat is een bezettingsgraad van bijna 80%. Daarnaast hebben tien ondernemers gebruik gemaakt van de pre-startersruimte en de flexruimte. De bedrijven richten zich op zeer diverse activiteiten. Bij binnenkomst zijn de meeste nog in de ontwikkelingsfase met hun idee, maar soms is een bedrijf al echt gestart. Ultimaker is een dergelijk voorbeeld: ze hadden hun project met betrekking tot 3D printers al ontwikkeld voordat ze bij Starterslift aanklopten. In 2011 zijn ze gestart met de daadwerkelijke verkoop. Het jaar 2011 was ook voor Boxplosive een gedenkwaardig jaar: na jaren van ontwikkeling is eind 2011 een overeenkomst met Sodexo gesloten. Het concept van Boxplosive zal in 2012 middels een pilot met Sodexo op de campus van Tilburg University worden gelanceerd. Boxplosive, opgericht door Robin en Paul Maijers, wil het gebruik van coupons of kortingsbonnen een nieuwe impuls geven door coupons via internet aan te bieden en direct aan de kassa te verwerken. Dit levert direct allerlei marktinformatie voor de ondernemer op. Tegelijkertijd bereik je hiermee dat de online consument weer de fysieke winkel ingaat, om zijn coupon te verzilveren. Voor Robin en Paul zit de meerwaarde van het ondernemerscentrum in de directe nabijheid van Starterslift en collega-ondernemers. Starterslift ondersteunt de ondernemer om de eerste hordes van het ondernemerschap te kunnen nemen. Verder beschikt Starterslift over een uitstekend netwerk: daar vind je de goede en betrouwbare partners om de onderneming tot een succes te maken. “Via Starterslift hebben we een lening gekregen als startkapitaal. Daarnaast zijn we gekoppeld aan een financiĂŤle expert uit het netwerk die ons heeft geholpen met het opstellen van een financieel plan, waarmee we vervolgfinanciering voor ons bedrijf hebben gerealiseerd.â€? Er wordt in toenemende mate samengewerkt tussen de bedrijven. Naast gezamenlijke projecten worden ook regelmatig opdrachten voor elkaar uitgevoerd. Het ondernemerscentrum is volgens de bewoners een unieke plek. Hier komen immers ondernemers met allerlei specialismen bij elkaar, wat al een netwerk op zich is. De ondernemers op het ondernemerscentrum helpen elkaar zodat iedereen daar voordeel van heeft. Steeds meer studentondernemers doen ook geslaagde opdrachten voor de universiteit.

90


7.4.4 Kengetallen Center for Knowledge Transfer Door de kanteling van een organisatie met zes pijlers naar één valorisatieafdeling met twee diensten, te weten ‘kennistransfer’ en ‘ondernemerschap’ zien ook de kengetallen er vanaf 2011 anders uit. Kengetallen CKT 2011 Bemiddeling onderzoeksvragen, opdrachten, vacatures en starters Aantal promoties Lopende promotie-onderzoeken per 31/12 Uitingen in de media Verschenen periodieken Totale oplage periodieken Congressen, studiedagen e.d. Aantal bezoekers congressen, studiedagen e.d. Onderzoekspresentaties Aantal verspreide publicaties Omvang bureau CKT (in fte) Kennistransfer 2011 Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen, opdrachten en vacatures Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen, opdrachten Beantwoorde en afgeronde onderzoeken/opdrachten Geplaatste onderzoeken/opdrachten per 31/12 Nog openstaande onderzoeksvragen/opdrachten per 31/12 Aantal actieve vacatures op de Career Portal* (stages, afstudeeropdrachten en startersfuncties) Door bedrijven aangemaakte accounts op de Career Portal Door studenten aangemaakte accounts op de Career Portal

638 6 12 2 1600 10 1665 6 306 8,75

582 462 138 42 63 120

511 775 * Tilburg Matchpoint heeft in 2011 een upgrade ondergaan en heet voortaan Career Portal. Door de upgrade zijn ook de kengetallen die uit het systeem te halen zijn, veranderd en derhalve niet meer vergelijkbaar met voorgaande jaren.

Ondernemerschap 2011 Ondersteund door Starterslft binnen Tilburg University Aantal student-bedrijven in het OC** Aantal bedrijven op de flexplekken Aantal pre-startende bedrijven in 2011 Aantal ondernemers in 2011 Aantal bezette werkplekken in 2011**

56 8 4 7 13 15

** OC staat voor Ondernemerscentrum *** Dit kengetal is toegevoegd omdat het de bezettingsgraad van het OC weergeeft. In 2011 was de bezettingsgraad van de vaste werkplekken 80%. In totaal heeft het OC 19 vaste werkplekken en 5 flexplekken.

91


7.5 Kengetallen Aantal ingeschrevenen 2009/10 5690 3061 2557 1215 155 12678

2010/11 5927 3135 2605 1322 164 13153

2011/12 5963 3296 2706 1496 138 13599

% buitenlandse ingeschrevenen

7,2%

7,3%

8,8%

Aantal eerstejaarsstudenten

3522

3425

3649

man vrouw

6739 5939

7027 6126

7115 6484

voltijd deeltijd

12173 505

12668 485

13118 481

19% 59% 16% 3% 3%

18% 59% 17% 4% 3%

18% 58% 17% 4% 3%

2009/10

2010/11

2011/12

TiSEM bachelor premaster master totaal

1020 378 189 1587

997 360 196 1553

1046 325 262 1633

TLS bachelor premaster master totaal

504 178 107 789

438 207 79 724

452 224 105 781

TSB bachelor premaster master totaal

527 140 69 736

561 109 69 739

542 146 73 761

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University

Aantal ingeschrevenen: jonger dan 20 jr 20 t/m 25 jr 26 t/m 30 jr 31 t/m 39 jr 40 jr en ouder Instroom eerstejaars instelling (WO-I)

92


TSH bachelor premaster master totaal

205 157 30 392

199 158 24 381

225 177 58 460

TST bachelor premaster master totaal

12 4 2 18

16 4 8 28

6 1 7 14

2268 857 397 3522

2211 838 376 3425

2271 873 505 3649

2009/10 42 85 96 25 4 252

2010/11 34 70 16 16 5 141

2011/12 28 102 31 11 3 175

Tilburg University bachelor premaster master totaal Aantal contractstudenten TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University Instroom buitenlandse studenten Bachelor EER exclusief Nederland niet EER landen Premaster EER exclusief Nederland niet EER landen Master EER exclusief Nederland niet EER landen 1) 2)

2009/10

2010/11

2011/12

2009/10

2010/11

2011/12

71 82

48 94

77 99

3% 4%

2% 4%

3%1) 4%

11 26

12 17

16 29

1% 3%

1% 2%

2%1) 3%

128 218

120 251

206 252

5% 9%

5% 10%

8%2) 10%

van Eerstejaars WO Instelling van Eerstejaars WO Curriculum Opleiding Instelling

93


Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (gemiddeld aantal EC binnen de opleiding) 1) TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 1)

2008/09 39 40 36 41 34 38

2009/10 38 36 40 42 31 38

2010/11 41 40 40 43 38 41

2008/09

2009/10

2010/11

12% 8% 8% 7% 8% 9% 21% 26% 100%

12% 9% 8% 6% 8% 9% 23% 25% 100%

9% 8% 7% 7% 8% 9% 23% 29% 100%

2008/09 72% 70% 72% 75% 100% 72%

2009/10 69% 69% 80% 82% 57% 73%

2010/11 77% 71% 83% 86% 100% 78%

2008/09

2009/10

2010/11

0 0 0 1 6 7

0 0 0 0 1 1

0 0 0 0 2 2

inclusief studenten met nul studiepunten

Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (frequentieverdeling behaalde studiepunten)

0 1 - 11 12 - 23 24 - 35 36 - 41 42 - 47 48- 59 60 of meer

Positief bindend studieadvies Positief bindend studieadvies TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University Diploma’s

Doctoraalopleidingen TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University

94


Bacheloropleidingen TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University

598 354 328 73 20 1373

574 301 371 104 15 1365

696 321 339 121 14 1491

Masteropleidingen TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University

877 387 431 162 11 1868

884 491 473 151 16 2015

1027 515 473 198 9 2222

Totaal initiĂŤle opleidingen

3839

3381

3340

Postdoctorale opleidingen

57

72

52

95


Rendement bachelor (voltijd) 2002/03 aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen binnen binnen binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 2003/04

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 2004/05

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 2005/06

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University

96

743 353 489 103 1688

21% 23% 25% 29% 23%

45% 41% 50% 49% 46%

57% 50% 61% 55% 57%

64% 56% 66% 55% 64%

67% 57% 67% 56% 66%

68% 58% 69% 56% 67%

aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen binnen binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 819 397 526 95 1837

24% 27% 26% 32% 25%

46% 42% 51% 51% 47%

59% 50% 62% 56% 59%

66% 54% 67% 59% 65%

68% 57% 69% 64% 68%

aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 865 420 486 71 1842

20% 23% 20% 34% 21%

42% 44% 44% 46% 44%

55% 53% 52% 51% 55%

61% 58% 56% 54% 61%

aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 898 403 426 68 1795

22% 27% 32% 18% 25%

41% 46% 52% 44% 45%

54% 53% 62% 50% 57%

61% 56% 65% 54% 63%

64% 59% 58% 55% 63%

69% 58% 70% 64% 69%

69% 59% 70% 56% 68%


2006/07

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 2007/08

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University 2008/09

TiSEM TLS TSB TSH TST Tilburg University

aantal geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 5 jaar 841 439 430 110 23 1843

21% 28% 24% 21% 13% 23%

39% 48% 46% 49% 30% 44%

54% 56% 56% 61% 39% 57%

aantal geslaagd geslaagd eerste binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 882 405 419 117 9 1832

20% 20% 31% 35% 44% 23%

43% 43% 52% 47% 56% 46%

aantal geslaagd eerste binnen jaars 3 jaar 1010 427 464 174 7 2082

21% 24% 27% 37% 29% 24%

 

97



Hoofdstuk 8

Internationalisering

8.1 International Office Internationalisering blijft een dominant thema in de strategie van Tilburg University. Ook in 2011 speelde het International Office een belangrijke rol in het internationaliseringsbeleid van de universiteit. Het International Office adviseert het College van Bestuur, faculteiten en diensten over de implementatie van de internationale strategie. Ook is het International Office verantwoordelijk voor de uitvoering van diensten c.q. projecten rond internationalisering. Deze diensten worden zowel direct geleverd aan internationale studenten als aan de faculteiten. Samenwerking met institutionele preferred partners Sinds 2003 wordt op instellingsniveau geïnvesteerd in het opzetten van internationale samenwerkingsverbanden. Na een eerste focus op China, Turkije, Zuid-Afrika en Indonesië, richtte de blik zich sinds 2008 op instellingen in Latijns Amerika en Centraal-Europa. In het voorjaar van 2010 is door de Rector Magnificus, decanen en enkele hoogleraren een werkbezoek gebracht aan China. Met Chinese topinstellingen zoals Fudan University, Peking University en Tsinghua University zijn afspraken gemaakt voor samenwerking op gebied van onderwijs en onderzoek. In het najaar heeft een delegatie onder leiding van de Rector Magnificus een werkbezoek gebracht aan Moskou en Sint Petersburg. Met vertegenwoordigers van Moscow State University, Higher School of Economics en Sint Petersburg State University zijn de mogelijkheden tot samenwerking nader verkend. Voor een goed begrip van de context waarbinnen de buitenlandse instellingen opereren is ook steeds een bezoek gebracht aan de Nederlandse ambassade en de Nuffic Education Support Offices. Beide missies zijn bijzonder succesvol verlopen en hebben geleid tot een uitbreiding van het internationale partnernetwerk van Tilburg University. Samenvoeging Welcome week en Introductieweek In voorgaande jaren vonden de introductieweken voor nationale en internationale studenten gescheiden plaats. Ter bevordering van de integratie tussen beide groepen is gekozen voor het samenvoegen van beide evenementen in één gezamenlijke week. De evaluatie van de eerste gezamenlijke introductieweek was positief. Zowel de Nederlandse als internationale studenten gaven aan dat zij door deze opzet niet alleen kennis hebben kunnen maken met de universiteit en stad, maar ook vooral met elkaar. Tilburg University zal de gezamenlijke introductieweek dan ook continueren. Huisvesting Internationale studenten Het verbeteren van de huisvesting van internationale studenten was een van de grote uitdagingen van 2011. Hoewel de universiteit een woongarantie bood, waren veel studenten ontevreden over de wijze van huisvesting. Belangrijke oorzaken lagen in de kwaliteit van het aanbod en de beperkte keuzemogelijkheid van de student. De huisvestingscontracten met corporaties zijn hierop aangepast en voorzien van minimale kwaliteitseisen over de huisvesting en voorzieningen. Hiermee kan meetbaar worden vastgesteld of het aanbod van de corporaties voldoet aan de maatstaven die Tilburg University hanteert. 99


Daarnaast is een website ontwikkeld waarop huisvestingscorporaties de beschikbare kamers presenteren inclusief foto’s, plattegrond en huurprijs. Online en voordat de student aankomt in Tilburg kan hij een kamer te boeken die tegemoet komt aan zijn eigen wensen en mogelijkheden. Tenslotte heeft de aanpak van dit dossier ook geleid tot het nagenoeg elimineren van de leegstandskosten voor faculteiten en woning corporaties. Dit levert jaarlijks een besparing van enkele tonnen op. International Student Barometer Sinds 2007 wordt onder de internationale studentenpopulatie twee keer per jaar een uitgebreid tevredenheidonderzoek afgenomen. Dit instrument peilt de mening van internationale studenten over de kwaliteit van het onderwijs, de leeromgeving en voorzieningen. Op basis van de uitkomst worden door faculteiten en diensten maatregelen ter verbetering ondernomen. Uit de resultaten van 2011 bleek dat Tilburg haar dienstverlening rond visa- en verblijfsvergunningen goed op orde heeft. Een positieve ontwikkeling is zichtbaar in de score op het academische deel van de leerervaring. Een duidelijke verbetering is zichtbaar in de studentenhuisvesting. Het eerder genoemde nieuwe huisvestingsbeleid werpt daarmee haar vruchten af. Tilburg University Summer School groeit gestaag door Een record aantal van 215 studenten nam deel van ÊÊn van de 14 cursussen aangeboden in de Summer School. Hierdoor ontwikkelt de Summer School zich steeds meer als de beoogde etalage van Tilburg University. Na drie edities is de pilotfase van de Summer School afgesloten. Het aantal internationale studenten dat aan de Summer School deelnam is jaarlijks gestegen. Zij waren positief over het aanbod van zowel het academische als sociale programma. Tilburg University zal daarom de Summer School continueren. Hierbij is het streven om het cursusaanbod verder uit te breiden, met extra focus op het aanbieden van cursussen binnen de kenmerkende specialisaties van de universiteit. Een Summer School is een belangrijke activiteit, maar dient na de opstartfase op eigen benen te gaan staan. Het streven is dan ook dat de Summer school binnen enkele jaren kostendekkend is. De combinatie van een aantrekkelijk cursusaanbod en goed sociaal programma moet dit mogelijk maken.

8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit Uitgaande mobiliteit De hedendaagse complexe maatschappelijke vraagstukken vereisen analyses en oplossingen waarbij men verder kijkt dan de eigen landsgrenzen. Dit vermogen wordt mede ontwikkeld door een verblijf in het buitenland. Een dergelijk verblijf heeft niet alleen een aanzienlijke impact op iemands internationale competenties, maar ook op de ontwikkeling van algemene competenties, zoals probleemoplossend vermogen, analytisch denkvermogen, initiatief en aanpassingsvermogen. Tilburg University heeft in 2009 de ambitie uitgesproken dat in 2013-2014 tenminste 30% van de afgestudeerde studenten een deel van de studie in het buitenland heeft gedaan. Om deze ambitie te kunnen realiseren is in 2010 gestart met het intensiveren en verbeteren van de voorlichtingscampagnes over een verblijf in het buitenland. In 2011 is een compleet nieuw communicatieconcept gelanceerd. De eerste campagne volgens dit concept leidde tot een verdubbeling van het aantal bezoekers op de informatiemarkt over studeren in het buitenland. Verder is een webtool ontwikkeld om studenten beter in 100


staat te stellen een buitenlandse bestemming te kiezen en wordt per bestemming een indicatie gegeven van de te verwachten kosten. Niet iedere student kan of wil een volledig semester naar het buitenland. In de campagne worden daarom ook andere vormen van mobiliteit onder de aandacht gebracht. Vooral deelname aan een Summer School blijkt een aantrekkelijk alternatief. Het risico op studievertraging beïnvloedt de keuze voor een verblijf in het buitenland. Met faculteiten is gewerkt aan het beperken van dit risico. Steeds meer programma’s hebben in het curriculum een exchange semester opgenomen. Indien nodig worden voorzieningen getroffen voor eventuele verplichte vakken in dit semester. De ingezette acties zijn succesvol. Het aantal studenten dat in 2011 koos voor een verblijf in het buitenland groeide sterk ten opzichte van eerdere jaren. Excellente uitgaande studenten zijn - net als buitenlandse studenten die terugkeren naar de Alma Mater - goede ambassadeurs voor onze universiteit. Een aantal studenten heeft de ambitie om na een bachelor in Tilburg, een volledige Master in het buitenland te volgen. Tilburg University stimuleert deze uitgaande mobiliteit via het Excellence Scholarship. In 2011 hebben tien studenten met deze beurs hun studie in het buitenland voortgezet. Het International Office ondersteunt ook studenten in het verwerven van beurzen uit het VSB-fonds. Dit jaar toonden 21 studenten belangstelling voor deze beurzen. De voordracht van kandidaten heeft plaatsgevonden na een interview, op basis van een uitgebreide motivatie. Uiteindelijk hebben 5 kandidaten een VSB-beurs ontvangen. Uitgaande mobiliteit Europa Canada/US Latijns Amerika Afrika Australië/Nieuw Zeeland Azië Midden Oosten Totaal

2008/2009

2009/2010

2010/2011

125

138

191

40

34

47

15

11

29

8

17

8

18

18

11

20

20

44

0

0

1

226

238

331

Inkomende mobiliteit Het aantal buitenlandse studenten dat voor een uitwisselingsperiode naar Tilburg University kwam, is ook gegroeid in 2011. Het grote aantal buitenlandse studenten op de Tilburgse campus draagt bij aan de internationalisering ‘at home’. De instroom van studenten vindt plaats via universiteitsbrede of facultaire overeenkomsten. Een bijzonder programma voor instroom van buitenlandse studenten betrof het Erasmus Mundus Action 2 programma, waaraan Tilburg University in 2011 heeft deelgenomen. Dit programma omvat partnerschappen tussen vijf Europese instellingen en dertien Aziatische instellingen. Deelname aan dit programma leidde tot instroom 101


van elf exchange studenten, dertien Master studenten en twee promovendi uit landen als India, Bhutan, Filippijnen, Afghanistan en Indonesië. Deze groep studenten ontving een beurs vanuit de Europese Unie. Inkomende mobiliteit Europa Canada/US Latijns Amerika Afrika Australië/Nieuw Zeeland Azië Midden Oosten Totaal

2008/2009

2009/2010

2010/2011

216

261

274

46

47

38

23

19

33

0

3

4

12

17

21

36

33

49

0

0

1

333

380

420

Internationale studiebeurzen Sinds enkele jaren heeft Tilburg University een beurzenprogramma voor het aantrekken van getalenteerde internationale studenten voor een Masteropleiding. De beurs bestaat uit een korting op het collegegeld en een bijdrage voor het levensonderhoud van € 5.000 per jaar. In 2011 is het programma geëvalueerd. Uit een vergelijking van de studieresultaten van de beursstudenten met andere internationale en Nederlandse studenten blijkt dat bij de meeste faculteiten de beursstudent het best scoort. Omdat faculteiten ook de nationaliteit van een student in aanmerking nemen bij de toewijzing van de beurs, draagt het scholarship programma bovendien bij aan een grotere diversiteit van nationaliteiten. Op basis van deze evaluatie is besloten het beurzenprogramma voor de komende jaren te continueren. Gezamenlijke internationale programma’s Gezamenlijke internationale programma’s verrijken het bestaande opleidingsaanbod. Studenten volgen een curriculum dat door meerdere universiteiten in verschillende landen wordt verzorgd. Zij zijn hierbij verplicht om te reizen, waardoor het programma bijdraagt aan de mobiliteit. Tilburg University biedt diverse internationale joint programmes aan. In 2011 coördineerde Tilburg University twee Erasmus Mundus programma’s verbonden aan het departement Information Management van Tilburg School of Economics and Management. Tilburg Law School was als partner betrokken bij een Erasmus Mundus programma, dat wordt aangeboden in samenwerking met universiteiten in Bilbao, Frankfurt en Straatsburg. Een tweede gezamenlijke programma biedt Tilburg Law School aan met de Katholieke Universiteit Leuven. Dit betreft een eenjarige advanced masterprogramma European Tax College. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences biedt sinds 2010 een gezamenlijk internationaal programma aan op het terrein van ‘Leadership, Organisational Psychology and Organisational Studies’. Deze opleiding wordt uitgevoerd in samenwerking met BI Norwegian School of Management in Oslo, Noorwegen. Na het succesvol afronden van deze tweejarige opleiding ontvangen de studenten diploma’s van beide instellingen.

102


Een tweede programma binnen deze School is beschikbaar voor Master studenten Sociologie. Zij kunnen na voltooiing van hun Tilburgse Master doorstromen in het tweede jaar Sociology van de University of Trento. De meerwaarde van de tweede Master ligt in de mogelijkheid tot specialisatie op een aanvullend terrein. Ook op bachelor niveau heeft Tilburg University een gezamenlijk internationaal programma. Bachelor studenten van de Tilburg School of Economics and Management kunnen zich aanmelden voor dit programma op het gebied van Information Management. Na het succesvol doorlopen van dit internationale curriculum ontvangen de studenten zowel een bachelordiploma van Bentley University (USA) als van Tilburg University. Studenten ontvangen voor hun deelname een beurs vanuit het Europese Atlantis programma. Om de ontwikkeling van internationale joint degrees extra kracht bij te zetten heeft het Ministerie van OCW extra middelen beschikbaar gesteld voor de periode van 2009 tot en met 2013. Op 8 februari 2011 heeft het College ingestemd met de notitie Internationale Joint Degrees. De notitie bevatte een toetsingskader voor Tilburgse initiatieven om te participeren in internationale joint degree programma’s en een werkwijze voor de besteding van de Joint Degree middelen. Een eerste evaluatie zal worden uitgevoerd begin 2012.

8.3 Internationale studentenwerving De faculteiten en hun recruiters zijn verantwoordelijk voor het werven van internationale studenten en werken hierin samen met de marketing medewerkers van de centrale afdeling Communicatie & Marketing. In 2011 is wederom gefocust op een aantal doellanden, die per faculteit verschillen in aantal en prioriteit. De doellanden zijn veelal bezocht voor deelname aan beurzen en presentaties voor internationale studiekiezers. Tilburg University heeft in 2011 deelgenomen aan ruim 70 internationale beurzen, evenementen, kennismakingsbezoeken bij instituten en presentaties. In toenemende mate worden bij de internationale marketing activiteiten online campagnes ingezet. De budgetverschuiving van offline naar online activiteiten zal in 2012 worden voortgezet. Daarnaast is de samenwerking met agenten in een aantal doellanden uitgebreid. Ook is in 2011 door C&M een strategische nota uitgebracht om de internationale werving verder te kunnen professionaliseren. Tevens is geëvalueerd of en in welke mate de overheveling van het onderdeel ‘Internationale Marketing’ van het International Office naar de centrale afdeling Communicatie & Marketing succesvol is geweest. Het betreft hier een tussenevaluatie, de eindevaluatie volgt in 2013.

8.4 RISE Het door Tilburg University geïnitieerde Europese lobby-netwerk RISE (Raising the Impact of the Social Sciences and Economics) heeft in het voorjaar van 2011 een position paper gepubliceerd als reactie op het groenboek Common Strategic Framework for Future Research and Innovation Funding van de Europese Commissie. Het position paper van RISE was voor de commissie ITRE (Industry, Resaerch and Energy) aanleiding om RISE uit te nodigen leden van deze commissie te ondersteunen bij het opstellen van de amendementen op het groenboek. RISE heeft in haar voorstellen vooral ingezet op een eigenstandige positie voor Social Sciences and Humanities (SSH) in Horizon 2020, het nieuwe onderzoeksprogramma van de Europese Commissie voor 2014 tot 2020.

103


In 2011 is RISE tevens benaderd om te participeren in de Alliance for the Social Sciences and Humanities in Europe (EASH). Deze organisatie, waar in beginsel rond de dertig organisaties op het gebied van SSH in samenwerken, heeft tot doel het actief promoten van SSH in Brussel. Door het bijeenbrengen van een groot aantal organisaties op dit gebied verwacht EASH een effectieve lobby te kunnen voeren in Brussel. In 2012 wordt dit samenwerkingsverband verder uitgewerkt. 

104


Hoofdstuk 9

Personeel

9.1 Algemeen Stand van zaken per 31 december 2011: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar geslacht.

Personen Fte’s

2009 man 1141 897,0

vrouw 1093 794,7

totaal 2234 1691,7

2010* man 1135 907,9

vrouw 1140 834,1

totaal 2275 1742,0

2011 man 1051 855,9

vrouw 1084 805,1

totaal 2135 1661,0

* Na de definitieve vaststelling van het jaarverslag 2010 is geconstateerd dat in het salarissysteem oproepkrachten ten onrechte met een parttime-factor van 1,0 fte zijn gecodeerd met als gevolg dat in het jaarverslag 2010 een te hoog aantal fte’s is opgenomen (nl. 1803,9 fte in plaats van 1742,0 fte). In het jaarverslag 2011 is dit gecorrigeerd.

De gemiddelde omvang van een dienstverband van een universiteitsmedewerker is 0,78. Dat betekent dat de gemiddelde medewerker ongeveer 29,6 uur per week werkt. Vrouwen werken gemiddeld 28,2 uur. Mannen werken gemiddeld iets meer (30,9 uur). Ontwikkeling personeelsformatie in fte

De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang afgenomen (-4,6%). De diensten (-6,0%), TISEM (-7,3%) en TLS (-6,0%) daalden het hardst. TSH groeide met (+ 6,2%).

105


Aantal medewerkers per faculteit en diensten

TISEM is de faculteit die de meeste medewerkers in dienst heeft. Bij TISEM werken 37% vrouwen. TSB is de faculteit waar naar verhouding de meeste vrouwen werkzaam zijn namelijk 63%. Binnen Tilburg University is de verdeling man/vrouw nagenoeg gelijk namelijk 49% mannen en 51% vrouwen. Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling weergegeven van de personeelsaantallen in fte en de personele lasten.

Personeelsbestand TiU (in fte’s) Wetenschappelijk personeel Ondersteunend beheerspersoneel Totaal personele lasten (in m€)

2008

2009

2010*

2011

1579

1692

1742

1661

931 (59%)

992 (59%)

994 (57%)

986 (59%)

648 (41%)

700 (41%)

748 (43%)

675 (41%)

115

128

134

131

* Gecorrigeerde cijfers t.o.v. jaarverslag 2010

9.2 Onderverdeling naar functies en geslacht De volgende tabellen geven een beeld van de aantallen WP en OBP medewerkers in fte per faculteit en voor de diensten onderverdeeld naar mannen en vrouwen. Tevens wordt in de volgende tabellen het wetenschappelijk personeel nader uitgesplitst naar functiecategorieën.

106


WP, OBP en totaal in fte naar geslacht WP M V totaal 242,7 80,8 323,5 TISEM 105,8 97,0 202,8 TLS 107,3 154,5 261,8 TSB 93,4 62,0 155,4 TSH 29,7 6,0 35,7 TST 2,9 3,7 6,6 Diensten 581,8 404,0 985,8 TOTAAL

M 23,9 8,6 21,2 11,3 6,1 203,0 274,1

V 79,5 45,0 47,0 30,0 8,5 191,1 401,1

OBP totaal 103,4 53,6 68,2 41,3 14,6 394,1 675,2

Totaal M 266,6 114,4 128,5 104,7 35,8 205,9 855,9

V 160,3 426,9 142,0 256,4 201,5 330,0 92,0 196,7 14,5 50,3 194,8 400,7 805,1 1661,0

% WP 76% 79% 79% 79% 71% 2% 59%

In de laatste kolom is het percentage wetenschappelijk personeel opgenomen ten opzichte van het totaal aantal medewerkers (in fte). Van de faculteiten hebben TLS, TSB en TSH het hoogste percentage wetenschappers (79%). Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht In de onderstaande grafiek wordt weergegeven hoe de ontwikkeling is van de functies hoogleraar, UHD en UD weergegeven in fte. Ook is gekeken naar de onderverdeling man/vrouw. De organisatie-opbouw bij mannen is een omgekeerde piramide. Bij de vrouwen is het beeld omgekeerd. Bij de vrouwen is sprake van een licht stijgend aantal hoogleraren 21,8 fte (was 19,4 fte). Ook het aantal vrouwelijke UD’s is in 2011 toegenomen van 59,5 fte naar 66,2 fte, terwijl het aantal mannelijk UD’s is gedaald van 128,5 fte naar 118,2 fte.

107


Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht In de volgende grafiek worden de ontwikkelingen in de functies promovendus en overig wp geschetst. Overig wetenschappelijk personeel zijn onder andere de docenten en onderzoekers. Te zien is dat het aantal mannelijke promovendi in het afgelopen jaar licht is gestegen, terwijl het aantal vrouwelijke promovendi licht is gedaald. Ten aanzien van het overig wetenschappelijk personeel is er sprake van een daling, waarbij de daling onder vrouwen minder sterk is dan de daling onder mannen.

9.3 Tijdelijk personeel De ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit in verhouding tot het totale personeelsbestand (onderverdeeld naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen. Vooral de faculteiten hebben met hun promovendi en student-assistenten veel tijdelijk personeel in dienst. Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2011) 2009 2010 2011 man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal 50,7 55,4 52,5 52,5 54,4 53,2 47,2 46,4 46,9 TISEM 48,3 57,5 53,3 48,8 54,6 52,0 46,9 52,7 50,1 TLS 46,1 74,2 62,5 46,9 73,0 62,6 42,3 70,9 59,7 TSB 37,4 43,3 39,8 42,1 52,6 46,7 41,3 55,2 47,8 TSH 14,6 54,1 23,1 12,9 45,6 22,2 19,3 37,9 24,7 TST 17,6 17,2 17,4 19,1 23,4 21,1 8,5 11,7 10,1 Diensten 38,8 49,9 44,0 39,9 50,8 45,1 35,2 46,1 40,5 TOTAAL Het totaal aantal medewerkers in tijdelijke dienst is ten opzichte van de voorgaande jaren afgenomen. Als gevolg van de bezuinigingen is het percentage tijdelijke medewerkers over de gehele linie gedaald. Bij de diensten is het percentage in 2011 het sterkst gedaald. Binnen het OBP krijgen nieuwe personeelsleden het eerste jaar een tijdelijk dienstverband aangeboden. Bij goed functioneren wordt dit dienstverband omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Daarnaast wordt er een aantal projecten uitgevoerd door voornamelijk personeelsleden met een tijdelijk dienstverband. 108


Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst (m.u.v. promovendi en student-assistenten) in fte (per 31 december 2011) Als promovendi en student-assistenten buiten beschouwing worden gelaten, twee groepen die per definitie een tijdelijk contract hebben, dan had op 31 december 2011 15,6 procent van het wetenschappelijk personeel een tijdelijk contract. De functies van UD (tenure track), docent en onderzoeker zijn de grootste groepen. 2009

TISEM TLS TSB TSH TST Diensten TOTAAL

man 59,3 38,9 31,9 11,2 3,5 0,7 145,3

2010

vrouw 29,2 31,3 50,4 5,2 0,6 0,7 117,4

totaal 88,5 70,2 82,3 16,4 4,1 1,4 262,8

Man 67,3 37,6 29,9 12,0 3,5 0,0 150,2

2011

vrouw 29,9 34,0 49,2 12,1 1,4 0,7 127,2

totaal 97,2 71,6 79,0 24,1 4,9 0,7 277,4

Man 54,8 26,5 26,7 15,1 4,0 0,0 127,1

vrouw 25,1 37,1 51,5 17,3 0,6 0,8 132,4

Totaal 79,9 63,6 78,2 32,4 4,6 0,8 259,5

Ontwikkeling promovendi in fte (per 31 december 2011) Het aantal promovendi vertoont het afgelopen jaar een lichte daling. Bij TSH en TST valt daarentegen een verhoogde instroom te constateren. 2009

TISEM TLS TSB TSH TST Diensten TOTAAL

man 70,6 19,9 22,4 20,5 0,8 0,0 134,2

2010

vrouw 36,8 35,5 66,1 16,2 1,5 0,3 156,4

totaal 107,4 55,4 88,5 36,7 2,3 0,3 290,6

man 64,8 18,8 24,6 23,8 0,8 0,0 132,8

2011

vrouw 42,1 26,5 76,2 19,9 2,5 0,3 167,5

totaal 106,9 45,3 100,8 43,7 3,3 0,3 300,3

Man 67,0 19,9 21,8 23,8 2,6 0,0 135,1

vrouw 37,4 24,8 73,9 22,7 1,7 0,3 160,8

totaal 104,4 44,7 95,7 46,5 4,3 0,3 295,9

Ontwikkeling student-assistenten in fte (per 31 december 2011) Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. In deze tabel zijn geen werkstudenten opgenomen. Dit zijn studenten die ondersteunende werkzaamheden verrichten ten behoeve van het bestuur en beheer van de universiteit met betrekking tot bijvoorbeeld voorlichting of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werkzaam zijn op een IT helpdesk. In deze tabel staan alleen de student-assistenten die een arbeidsovereenkomst hebben met de universiteit. Omdat TISEM de student-assistenten aanstelt via KCS, zijn hiervan geen cijfers opgenomen in deze tabel. In tabel 9.2 wordt het totaal aantal student-assistenten aangegeven, die via KCS worden ingeleend. Het totaal aantal student-assistenten is ten opzichte van vorig jaar licht gestegen. 109


2009

TISEM TLS TSB TSH TST Diensten TOTAAL

man 0,0 5,3 5,0 0,7 0,3 0,0 11,3

2010

vrouw 0,2 11,9 12,0 1,8 0,5 0,0 26,4

totaal 0,2 17,2 17,0 2,5 0,8 0,0 37,7

Man 0,0 4,3 4,6 1,0 0,4 0,0 10,2

2011

vrouw 0,0 9,4 11,1 3,1 0,5 0,0 24,0

totaal 0,0 13,7 15,6 4,1 0,9 0,0 34,2

Man 0,0 6,4 4,1 1,8 0,1 0,0 12,4

vrouw 0,0 7,1 9,4 5,2 0,7 0,0 22,4

totaal 0,0 13,5 13,5 7,0 0,8 0,0 34,8

9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw In de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw door de jaren heen is te zien dat de verdeling over de leeftijdsklassen redelijk gelijk blijft. Ontwikkeling leeftijdopbouw in procenten

110


Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten

Het aandeel jonge vrouwen in de wetenschap blijft onverminderd hoog. Bijna 80% van de vrouwelijke wetenschappers is jonger dan 40 jaar. Bij de ondersteunende functies is te zien dat iets minder dan 50% van de mannen ouder is dan vijftig jaar. Bij de twee andere categorieĂŤn (WP mannen en OBP vrouwen) is een wat gelijkmatiger spreiding over de verschillende leeftijdsklassen te zien.

9.5 Voltijd en deeltijd personeel Voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen

111


Van de mannelijke medewerkers heeft 35% een deeltijdaanstelling en werkt dus minder dan gemiddeld 38 werkuren per week. Bij de vrouwen heeft 62% van de medewerkers een deeltijdaanstelling.

9.6 Salarisschalen Salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december 2011) WP OBP totaal man vrouw totaal man vrouw totaal man 1 0 1 21 34 55 22 schaal 1 t/m 5 198 286 484 140 317 457 338 schaal 6 t/m 9 229 207 436 132 162 294 361 schaal 10 t/m 12 91 34 125 17 10 27 108 schaal 13 en 14 115 22 137 8 5 13 123 schaal 15 en 16 97 7 104 2 0 2 99 schaal 17 en hoger 731 556 1287 320 528 848 1051 TOTAAL

vrouw 34 603 369 44 27 7 1084

totaal 56 941 730 152 150 106 2135

9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages) Ziekteverzuimpercentage Meldingsfrequentie Gemiddelde verzuimduur (in dagen)

2007

2008

2009

2010

2011

2,9

2,5

2,5

2,5

2,5

0,98

0,92

0,93

0,87

0,82

14

11

11

13

13

Het verzuimcijfer voor de gehele universiteit is in het afgelopen jaren gedaald van 2,9% naar 2,5%. Ook de verzuimfrequentie daalt van 0,98 in 2007 naar 0,82 in 2011. Verzuim heeft constant de aandacht van het management, niet alleen door gerichte verzuim-begeleidingcursussen voor leidinggevenden, maar ook door regelmatig overleg tussen leidinggevende, personeelsfunctionaris en bedrijfsarts.

9.8 Instroom en uitstroom Voor de berekening van de in- en uitstroomcijfers worden vanaf 2008 gegevens uit de stuurkaart Personeel gebruikt. De instroomcijfers van dit jaar worden tevens als percentage uitgedrukt ten aanzien van de totale groep op 31 december 2011.

112


Instroom in personen naar faculteit en diensten 2008 118 (25%) TISEM 185 (43%) TLS 153 (39%) TSB 73 (33%) TSH 6 (11%) TST 121 (23%) Diensten 660 (32%) TOTAAL Uitstroom in personen naar faculteit en diensten 2008 81 (17%) TISEM 149 (34%) TLS 115 (30%) TSB 57 (26%) TSH 7 (13%) TST 100 (19%) Diensten 506 (24%) TOTAAL

2009

2010

2011

132 (25%)

120 (22%)

77 (16%)

159 (37%)

141 (36%)

97 (27%)

171 (38%)

163 (35%)

127 (29%)

69 (30%)

79 (31%)

106 (40%)

14 (25%)

9 (13%)

13 (19%)

131 (23%)

130 (22%)

84 (19%)

676 (30%)

642 (28%)

504 (24%)

2009

2010

2011

70 (13%)

102 (18%)

128 (26%)

146 (34%)

182 (46%)

142 (40%)

108 (24%)

142 (30%)

157 (36%)

71 (31%)

47 (18%)

90 (34%)

12 (21%)

5 ( 7%)

12 ( 17%)

93 (16%)

108 (19%)

132 (26%)

500 (22%)

586 (25%)

661 (31%)

9.9 KCS en uitzendbureaus Door de universiteit wordt gebruik gemaakt van KCS en van uitzendbureaus voor het inhuren van personeel. De exacte omvang daarvan in fte’s is moeilijk te bepalen, omdat deze niet in het personele informatiesysteem worden vastgelegd. Wel is de omvang in geld uit te drukken, en te relateren aan de totale personele lasten. In de volgende tabel worden deze cijfers gepresenteerd over de afgelopen vijf jaren. Inhuur van derden in K₏, en als % van de totale personele lasten KCS 2007 2.012 (1,9%) 2008 1.972 (1,7%) 2009 2.574 (2,0%) 2010 3.307 (2,5%) 2011 2.984 (2,3%)

Uitzendbureaus 992 (1,0%) 1.513 (1,3%) 1.642 (1,3%) 912 (0,7%) 943 (0,7%)

113


Inhuur via KCS in fte en personen (tussen haakjes) per faculteit en diensten onderverdeeld naar functiecategorie WP(excl AIO’s) OBP Student assistenten AIO’s TOTAAL 2,0 (11) 6,9 (50) 11,9 (160) 0 (0) 20,8 (221) TISEM 0,1 (5) 2,9 ( 43) 0,4 ( 4) 0 (0) 3,4 (52) TLS 1,1 (6) 0,2 ( 4) 0,3 5) 0 (0) 1,6 (15) TSSBS 1,8 (9) 3,2 (44) 1,1 (19) 0 (0) 6,1 (72) TSH 0,1 (2) 0,7 (10) 0 (0) 0,2 (1) 1,0 (13) TST 0,0 (0) 28,3 (362) 0 (0) 0 (0) 28,3 (362) Diensten 5,1 (33) 42,2 (513) 13,7 (188) 0,2 (1) 61,2 (735) TOTAAL Van de student-assistenten hebben er 160 een aanstelling bij TISEM. De omvang en duur van de aanstelling varieert: van 0,1 fte tot fulltime en van twee weken tot meer dan een jaar. Onder het OBP zijn in 2011 140 surveillanten opgenomen die samen 11,4 fte vertegenwoordigen.

114


Hoofdstuk 10

Jaarrekening 2011

10.1 Kengetallen 2007 Kengetallen 1) Studenten 2.771 Eerstejaars (WO/I) 11.326 Ingeschrevenen initiële opleidingen 275 Ingeschrevenen postdoctorale opleidingen 2) Ingeschrevenen TiasNimbas Business School 2.352

2008

2009

2010

2011

3.083 11.900 270 2.112

3.562 12.678 236 2.408

3.425 13.153 193 2.640

3.649 13.599 208 3.309

Onderwijs Doctoraal diploma’s Postdoctoraal diploma’s Bachelor diploma’s Master diploma’s

250 58 1.733 1.713

145 72 1.474 1.704

7 57 1.373 1.868

1 72 1.365 2.015

2 52 1.491 2.222

Promoties 3) Wetenschappelijke publicaties 4)

83 1.881

85 2.025

85 1.936

111 1.939

131 2.280

Rijksbijdragen (in m€) College- en examengelden (in m€) Overige baten (in m€) Exploitatie resultaat (in m€)

92 17 61 19,3

117 17 68 21,1

108 19 70 3,8

106 20 73 -6,1

106 22 71 -2,4

Eigen vermogen (in m€) Vreemd vermogen (in m€)

117 108

138 114

142 121

136 138

134 135

86 44 1,7 0,9 0,5 0,6

111 66 1,9 0,9 0,6 0,6

104 64 1,8 0,9 0,5 0,5

106 62 1,7 0,9 0,5 0,5

104 56 1,7 pm 0,5 pm

1.438 151 843 746 119

1.579 167 931 815 130

1.746 168 993 921 143

1.742 164 994 912 151

1.661 166 986 841 148

Onderzoek

Exploitatie

Vermogen

Liquiditeit Liquide middelen (in m€) Netto werkkapitaal (in m€) Current ratio Current ratio alle universiteiten Solvabiliteit Solvabiliteit alle universiteiten Personeel Personeelsbestand UvT 5) Personeelsbestand verbonden partijen Wetenschappelijk personeel Ondersteunend beheerspersoneel Totale personeelslasten (in m€) 1)

De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen.

2)

Exclusief TiasNimbas Business School.

3)

Inclusief dubbelpromoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld.

4)

Inclusief proefschriften, monographs en edited books

5)

Fte’s op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12), cijfers 2010 zijn gecorrigeerd.

115


10.2 Waarderingsgrondslagen activa en passiva Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings¬prijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Grondslagen voor de consolidatie Verbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap, zijn geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van minder dan 100% dan is separaat een aandeel derden opgenomen. In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken: - Tilburg University (TiU) - UvT Holding B.V. • KUB Career Services B.V. - TiasNimbas Business School B.V. • TiasNimbas Business School Utrecht BV • TiasNimbas Business School Eindhoven BV • TiasNimbas Business Germany GmbH - Stichting Instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek (IVA) - Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO) - Universiteitsfonds Tilburg Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Er is geen sprake van andere verbonden partijen dan de in de consolidatie betrokken verbonden partijen. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.

116


Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van de TiU zich een oordeel over verschillende zaken en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Immateriële vaste activa Goodwill De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. De goodwill wordt lineair afgeschreven over een periode van 5 jaar en 10 jaar.   Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen inclusief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd, voorzover sprake is van financiering met vreemd vermogen. Apparatuur en inventarisgoederen Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500. Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. Technische vervangingen Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord. Bijzondere waardevermindering Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Eventuele bijzondere- waardeverminderingsverliezen worden direct als last verwerkt in de staat van baten en lasten. Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

117


Effecten Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder financiële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderings-reserve. Op het moment dat de desbetreffende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het eigen vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winst-enverliesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen de effectieve-rentemethode. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten). Indien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Indien nodig wordt een voorziening voor oninbaarheid getroffen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Algemene reserve gebouwen Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van desinvesteringen. Algemene reserves Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.

118


Bestemde reserves Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Herwaarderingsreserve Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderingen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen Wachtgelden De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maximale verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van v贸贸r 1991, die voor 100% zijn voorzien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken. Jubilea Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-jarige en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel. Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig sparen van verlofdagen. WIA/WGA Eigen Risico De TiU is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de verplichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidsongeschiktheid. Overige voorziening Dit betreft een voorziening voor een buitengewone verlofconstructie. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs.

119


10.3 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Rijks- en overige bijdragen Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede de toegekende doelsubsidies. College en examengelden Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Opbrengst werk voor derden Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projecten en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele positieve resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt. Overige opbrengsten Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Rentebaten De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Lasten Personele lasten Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. De Tilburg University heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies betaald door de instelling. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. 120


Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige lasten Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

121


10.4 Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31-12-2011 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €) 31-12-2011 31-12-2010 Activa Vaste activa 5.220.242

5.597.610

Materiële vaste activa

121.934.281

120.068.335

Financiële vaste activa

14.362.266

18.874.526

Immateriële vaste activa

141.516.789

Totaal vaste activa

144.540.471

Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen

120.801

44.832

23.273.120

23.455.753

103.672.851

106.120.693

Totaal vlottende activa

Totaal activa

Passiva

127.066.772

129.621.278

268.583.561

274.161.749

31-12-2011

31-12-2010

Groepsvermogen Eigen vermogen

133.849.168

136.387.434

Aandeel derden

703.344

817.315

134.552.512

137.204.749

6.296.753

6.429.034

Langlopende schulden

42.186.588

44.155.753

Kortlopende schulden

85.547.708

86.372.213

Voorzieningen

Totaal passiva

122

134.031.049

136.957.000

268.583.561

274.161.749


Geconsolideerde exploitatierekening 2011 (alle bedragen in €) 2011 Begroting 2011

2010

Baten 104.636.923

100.370.000

104.214.035

Collegegelden

21.808.566

21.600.000

20.459.802

Baten werk i.o.v. derden

53.156.593

57.585.000

57.633.321

Overige baten

17.808.402

17.151.000

15.008.220

Rijksbijdragen OCW

197.410.484

Totaal baten

196.706.000

197.315.378

Lasten 147.511.144

151.266.000

150.463.213

Afschrijvingen

8.805.554

9.599.000

9.364.355

Huisvestingslasten

9.478.527

9.478.000

8.841.743

35.258.926

39.220.000

36.330.205

Personele lasten

Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering vóór belastingen Belasting resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat uit gewone bedrijfsvoering na belastingen Aandeel derden

Exploitatieresultaat

201.054.151

209.563.000

204.999.516

-3.643.667

-12.857.000

-7.684.138

1.179.797

447.000

1.747.859

-2.463.870

-12.410.000

-5.936.279

-7.570

-

112.730

-2.471.440

-12.410.000

-6.049.009

113.971

-

-25.664

-2.357.469

-12.410.000

-6.074.673

123


Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2011 (alle bedragen in â‚Ź) 2011 Kasstroom uit operationele activiteiten -3.643.667 Saldo baten en lasten 7.570 Belastingen Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen

8.805.554 -132.281

2010 -7.684.138 -112.730

9.364.355 -207.337 8.673.273

Veranderingen in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Schulden

-75.969 182.633 -824.505

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriele vaste activa Desinvesteringen in immateriele vaste activa Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen in materiele vaste activa Investeringen in deelnemingen Mutaties leningen Overige investeringen in financiĂŤle vaste activa

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Kasstroom uit overige balansmutaties Mutatie liquide middelen 124

-717.841

6.040.992

4.319.335

7.401.142 3.216.493 -1.468.634 -

1.179.797

1.747.859

5.499.132

9.149.001

-10.294.132 19.000 4.505.260

-18.374.064 15.207 8.000 -2.133.562 -5.769.872

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden

135.910 1.885.161 4.019.921

3.061.480 -1.881.683 -

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

9.157.018

-1.969.166

-20.484.419

15.000.000 -1.969.166 -1.969.166

13.030.834

-180.798

702

-2.420.704

-4.137.537


Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans Activa Immateriële vaste activa

Aanschaf prijs Afschrijvingen

Boekwaarde

Investeringen Desinvesteringen 2011 2011 AW

t/m 2010

t/m 2010

31-12-2010

Goodwill

7.322.421

1.724.811

5.597.610

-

-

Totaal immateriële vaste activa

7.322.421

1.724.811

5.597.610

-

-

Aanschaf prijs Afschrijvingen

Boekwaarde

Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen (incl. inrichting) Terrein TFT Gebouwen in uitvoering Inventaris en apparatuur Totaal materiële vaste activa

Investeringen Desinvesteringen

t/m 2010

t/m 2010

31-12-2010

2011

2011 AW

156.267.299 13.576.188 882.408 9.138.037 179.863.932 35.487.954

70.427.686 1.712.342 72.140.028 23.143.523

85.839.613 11.863.846 882.408 9.138.037 107.723.904 12.344.431

9.861.700 154.601 -3.387.063 6.629.238 3.664.894

-

215.351.886

95.283.551

120.068.335

10.294.132

-

Activa Immateriële vaste activa

Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschaf prijs Afschrijvingen 2011 AFS 2011 t/m 2011 t/m 2011

Boekwaarde 31-12-2011

Goodwill

-

377.368

7.322.421

2.102.179

5.220.242

Totaal immateriële vaste activa

-

377.368

7.322.421

2.102.179

5.220.242

Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschaf prijs Afschrijvingen

Boekwaarde

Materiële vaste activa

2011 AFS

2011

t/m 2011

t/m 2011

31-12-2011

-

4.469.987

166.128.999

74.897.673

91.231.326

-

186.787 -

13.730.789 882.408 5.750.974

1.899.129 -

11.831.660 882.408 5.750.974

-

4.656.774

186.493.170

76.796.802

109.696.368

Inventaris en apparatuur

-

3.771.412

39.152.848

26.914.935

12.237.913

Totaal materiële vaste activa

-

8.428.186

225.646.018

103.711.737

121.934.281

Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen (incl. inrichting) Terrein TFT Gebouwen in uitvoering

125


De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaarde en zijn gebaseerd op de volgende percentages: Goodwill 5% - 10% Terreinen 0% Inrichting van terreinen 3,3% Gebouwen 3,3% Apparatuur en inventaris 10% - 25 %

Financiële vaste activa Overige leningen u/g

Plaats

d’Artagnan

Tilburg

19.000

-

19.000

-

ESN

Tilburg

-

12.000

-

12.000

19.000

12.000

19.000

12.000

Totaal overige leningen u/g

Boekwaarde Verstrekkingen 31-12-2010 2011

Aflossingen Boekwaarde 2011 31-12-2011

De renteloze lening aan d’Artagnan had een oorspronkelijke looptijd van 5 jaar. Het restant van de lening is afgeboekt (zie voorziening dubieuze debiteuren). De renteloze lening aan ESN heeft een looptijd van 3 jaar. De resterende looptijd is 3 jaar.

Effecten

Obligaties Aandelen Totaal effecten

Boekwaarde 31-12-2010

Investeringen Desinvestering Boekwaarde in 2011 in 2011 31-12-2011

18.855.526

5.065.400

9.570.660

14.350.266

-

-

-

-

18.855.526

5.065.400

9.570.660

14.350.266

De actuele waarde van de effecten per 31-12-2011 is € 14.350.266 Totaal financiële vaste activa

126

18.874.526

14.362.266


Vlottende activa 31-12-2011

31-12-2010

Voorraden Gebruiksgoederen

120.801

44.832

Totaal voorraden

120.801

44.832

13.027.440

12.830.064

Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen: Kaskortingen OCW Overige Totaal overige vorderingen

537.611

204.000 503.720 537.611

Overlopende activa: Vooruitbetaalde kosten Nog te factureren kosten contractonderzoek Verstrekte voorschotten Overige Totaal overlopende activa

3.706.049 3.416.205 198.062 2.387.753

3.020.541 4.333.052 108.437 2.482.939 9.708.069

9.944.969

-

-27.000

23.273.120

23.455.753

Af: voorzieningen wegens oninbaarheid Totaal vorderingen

707.720

De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

Stand per 1 januari Ontrekking Dotatie Stand per 31 december Liquide middelen Banken Kasmiddelen Deposito’s Totaal liquide middelen

31-12-2011 31-12-2010 -27.000 -192.870 27.000 192.870 -27.000 -27.000

15.262.303

16.538.632

14.106 88.396.442

10.307 89.571.754

103.672.851

106.120.693

Deposito’s zijn voor € 64.000.042 niet direct opeisbaar. Geen van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden.

Totaal vlottende activa

127.066.772

129.621.278

127


Passiva Groepsvermogen Eigen vermogen

Saldo 31-12-2010

Bestemming resultaat 2011

Overige Mutaties

Saldo 31-12-2011

Algemene reserve publiek

83.380.239

-1.404.173

-5.282.900

76.693.166

Algemene reserve privaat

11.500.038

-256.678

-

11.243.360

Bestemmingsreserve publiek: Reserve huisvestingsbeleid Bestemde reserves

14.493.931 25.450.867

-317.695

5.282.900

14.493.931 30.416.072

Bestemmingsreserve privaat: Eigen vermogen geconsolideerde verbonden partijen

1.166.185

-378.923

-

787.262

Herwaarderingsreserve effecten

396.174

-

-180.798

215.376

136.387.434

-2.357.469

Aandeel derden

Saldo 31-12-2010

Bestemming resultaat 2011

Overige Mutaties

Saldo 31-12-2011

Aandeel derden

817.315

-113.971

-

703.344

Totaal aandeel derden

817.315

-113.971

-

703.344

Totaal eigen vermogen

Totaal groepsvermogen

Voorzieningen

Wachtgelden Spaarverlof WIA/WGA eigen risico Jubilea Voorziening belastingen Overige voorzieningen Totaal voorzieningen

128

-180.798 133.849.168

137.204.749

Saldo 31-12-2010

134.552.512

Dotaties Onttrekkingen 2011 2011

1.020.509 3.217.651 786.598 1.183.575 220.701

942.568 173.107 171.426 55.683 292.000

871.228 2.015 116.975 181.694 220.701

6.429.034

1.634.784

1.392.613

Vrijval Saldo 2011 31-12-2011 5.931 270.246 98.275 -

1.085.918 3.118.497 841.049 903.606 55.683 292.000

374.452 6.296.753


Bestedingen van het saldo per 31-12-2011 Wachtgelden Spaarverlof WIA/WGA eigen risico Jubilea Voorziening belastingen Overige voorzieningen Totaal voorzieningen Langlopende schulden Plaats

BNG 32 jaar (renteperc. 4,4%) BNG 30 jaar (renteperc. 4,0%) BNG 25 jaar (renteperc. 4,0%) BNG 17 jaar (renteperc. 3,5%)

< 1 jaar 466.193 311.850 121.794 92.522 55.683 64.745

1 > 5 jaar 506.116 1.247.399 487.177 373.237 227.255

1.112.787

2.841.183

Saldo Verstrek31-12-2010 king 2011

Aflossingen 2011

> 5 jaar 113.609 1.559.249 232.078 437.847 -

Totaal 1.085.918 3.118.497 841.049 903.606 55.683 292.000

2.342.783 6.296.753

Saldo Aflossings31-12-2011 verplichting 2012

Balans 31-12-2011

Den Haag

23.161.229

-

945.356

22.215.873

945.356

21.270.517

Den Haag

6.312.500

-

250.000

6.062.500

250.000

5.812.500

Den Haag

15.000.000

-

600.000

14.400.000

600.000

13.800.000

Den Haag

1.651.190

-

173.810

1.477.381

173.810

1.303.571

46.124.919

-

1.969.166

44.155.754

1.969.166

42.186.588

Totaal langlopende schulden

Van deze langlopende schulden heeft â‚Ź 34.309.924 een looptijd langer dan 5 jaar.

Kortlopende schulden Vooruitontvangen termijnen OHW

31-12-2011 15.343.472

31-12-2010 17.162.943

9.556.361 4.785.556 386.840 910.792 1.668.803

7.679.322 5.608.906 879.260 1.013.814 1.694.984

Crediteuren Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Aflossingsverplichting langlopende schulden Penvoerderfondsen Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT1 Flankerend Sociaal Beleid Theologieopleidingen UvT2 Winstaanspraken derden Overige Totaal overige kortlopende schulden

1.969.166

1.969.166

1.083.404 352.752 551.095

1.513.423 352.752 551.095

238.918 426.352

548.738 531.285 4.621.687

5.466.459 129


Overlopende passiva Vooruitontvangen collegegelden Vooruitontvangen collegegeld contractonderwijs Vakantiegeld Vakantiedagen Overige

10.063.560 15.245.488

8.967.964 14.957.204

3.930.816 3.183.343 15.850.990

4.107.868 3.203.351 15.630.138

Totaal overlopende passiva

48.274.197

46.866.525

Totaal kortlopende schulden

85.547.708

86.372.213

1

De kortlopende schuld Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT (€ 352.752) was voorheen sinds 1991 opgenomen als rijkssubsidie KIWTO’s bij de geïncorporeerde Stichting TFT.

2

De kortlopende schuld Flankerend Sociaal Beleid theologieopleidingen UvT (€ 551.095) is afkomstig van de geïncorporeerde Stichting TFT en zal nu de reorganisatie van de katholieke theologieopleidingen van de STFT en de FKTU is afgerond conform de doelstelling worden aangewend voor de daaruit voortvloeiende reorganisatiekosten.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen Leaseverplichtingen De Universiteit van Tilburg heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd van 5 jaar. De jaarkosten bedragen € 215.323, waarvan € 127.009 bij TiasNimbas Business School B.V.. Investeringsverplichting De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor investeringen met een verplichting in 2012 van 7.089.683. Ondershoudscontracten De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhouds- contracten met een verplichting van € 2.366.507 in 2012, een verplichting van € 573.881 tussen 2013 en 2016 en een verplichting van € 80.313 vanaf 2017. ICT Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van € 261.000. Huurcontracten De TiasNimbas Business School B.V. heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor huurcontracten met een jaarlijkse verplichting van € 333.428.

Niet uit de balans blijkende rechten IVA Ultimo boekjaar bedragen de niet gewaardeerde vorderingen uit hoofde van voorwaartse verlies-verrekening € 146.333 op basis van 20% vennootschapsbelasting (2010: € 63.947). 130


Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatierekening 2011 Baten Rijksbijdragen OCW Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) Overige overheidsbijdragen en -subsidies Inkomensoverdrachten

2010

105.849.283

105.817.000

451.587

Totaal rijksbijdragen Collegegelden College- en examengelden Totaal collegegelden

-1.663.947

-1.602.965

104.636.923

104.214.035

21.808.566

20.459.802

21.808.566

20.459.802

24.930.719

28.514.607

Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs Contractonderzoek Internationale organisaties Nationale overheden NWO KNAW Overige non-profit organisaties Bedrijfsleven Totaal contractonderzoek Overige baten in opdracht van derden Totaal baten werk in opdracht van derden Overige baten Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige baten Totaal overige baten

5.017.864

4.625.648

4.060.005

5.182.870

12.283.527

12.549.064

26.280

58.984

3.037.622

3.070.860

2.169.067

2.109.825 26.594.364

27.597.251

1.631.510

1.521.463

53.156.593

57.633.321

394.417

295.944

1.168.126

561.620

16.245.859

14.150.656

17.808.402

15.008.220

131


Lasten

2011

Personele lasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Overige personele lasten Uitzendkrachten Dotatie personele voorzieningen Overige Totaal overige personele lasten Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten Afschrijvingen ImmateriĂŤle vaste activa MateriĂŤle vaste activa Totaal afschrijvingen Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal huisvestingslasten Overige lasten Administratie- en beheerlasten Accountantskosten Inventaris en apparatuur Overige Totaal overige lasten

132

2010

102.446.926

102.749.281

9.958.680

10.048.055

14.194.867

13.804.733

16.072.047

17.631.444

1.579.286

1.743.885

4.036.520

5.422.361 21.687.853

24.797.690

-777.182

-936.546

147.511.144

150.463.213

377.368

377.367

8.428.186

8.986.988

8.805.554

9.364.355

718.448

924.083

201.018

203.650

1.195.949

1.069.804

1.999.164

1.871.982

1.727.386

1.664.914

544.382

526.508

3.092.180

2.580.802

9.478.527

8.841.743

367.990

243.349

275.267

250.604

1.054.757

1.501.753

33.560.912

34.334.499

35.258.926

36.330.205


Accountantskosten Honorarium onderzoek jaarrekening Honorarium andere controle werkzaamheden Honorarium fiscale advisering Honorarium andere niet-controlediensten Totaal

2011

2010

156.134

94.500

78.657

156.104

13.286

-

27190

-

275.267

250.604

2011

2010

2.327.323

2.110.345

154.157

385.135

Financiële baten en lasten Rentebaten Waardeveranderingen financiële activa Overige opbrengsten financiele activa Rentelasten

580.000

721.013

-1.881.683

-1.468.634

Saldo Financiële baten en lasten

1.179.797

1.747.859

Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Juridische Statutaire vorm

Code Vermogen per

zetel activiteiten

Exploitatie

Omzet in Verklaring

31-12-2011 saldo in 2011

2011 art. 2:403

name solida-

BW

tie

Tilburg

1

3.516.719

-569.857 23.712.757

Business School UvT Holding BV Tilburg Totaal meerderheidsdeelneming

4

422.381 3.939.100

50.063 3.096.747 -519.794 26.809.504

TiasNimbas

BV

Deel-

Con-

80%

Ja

N 100%

Ja

N

Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) Juridische Statutaire vorm

Code Vermogen per

zetel activiteiten

Exploitatie

31-12-2011 saldo in 2011

Omzet in Verklaring 2011

art. 2:403 BW

Tilburg Tilburg

2 4

1.325.440 -506.117

fonds Tilburg stichting Tilburg Totaal beslissende zeggenschap

4

255.940 1.075.263

IVA IVO Universiteits-

stichting stichting

-278.527 -311.468

3.412.956 434.631

N N

211.072 220.488 -378.923 4.068.075

N

Toelichting code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige. Gemiddeld aantal medewerkers: TiasNimbas 117, UvT Holding 1, IVA 42, IVO 6.

Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)

Stichting Steun Sportcentrum KUB Stichting Bijzondere Leerstoelen

Juridische

Statutaire

Code

vorm

zetel

activiteiten

stichting stichting

Tilburg Amsterdam

4 4

133


Overzicht bezoldigingen CvB / RvT College van Bestuur Mr. H.M.C.M. van Oorschot Prof. Dr. Ph. Eijlander Raad van Toezicht Prof. dr. R.F.M. Lubbers Dhr. W.I.I. van Beek Mevr. drs. R.I. Doerga RA Mevr. dr. A. Esmeijer Drs. H. Borstlap Ir. B.W.M. Koeckhoven Drs. M.A.M. Leers Ing. J.P.C.M. van Zijl

Totaal bezoldigingen CvB / RvT

134

2011

2010

220.342 215.616 435.958

216.973 215.236 432.209

11.000 5.500 5.500 5.500 5.500 8.250 5.500 46.750

11.000 5.500 5.500 7.150 5.500 8.250 5.500 48.400

482.708

480.609


Enkelvoudige balans per 31-12-2011 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €) Activa 31-12-2011 31-12-2010 Vaste activa Materiële vaste activa 91.231.326 85.839.613 Gebouwen 12.714.068 12.746.254 Terreinen 5.750.974 9.138.037 Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen 109.696.368 107.723.904 11.738.548 11.866.523 Inventaris en apparatuur 121.434.916

Financiële vaste activa Deelnemingen Overige leningen u/g Effecten

119.590.427

3.235.754

3.641.578

12.000

19.000

13.930.516

17.888.146 17.178.270

21.548.724

Totaal vaste activa

138.613.186

141.139.151

Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen

120.801

44.832

Vorderingen Debiteuren Verbonden partijen Kasstortingen OCW Overige vorderingen Nog te factureren kosten contractonderzoek Overlopende activa

Af: voorzieningen wegens oninbaarheid Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

6.261.771

6.152.348

370.008

364.812

-

204.000

23.690

34.304

2.605.278

3.448.200

5.101.098

4.177.318 14.361.845

14.380.982

-575.000

-27.000

88.749.092

90.417.374

102.656.738

104.816.188

241.269.924

245.955.339

135


Passiva 31-12-2011

Eigen vermogen Algemene reserve publiek Algemene reserve privaat Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Herwaarderingsreserve

31-12-2010

76.118.164

83.380.239

8.007.605

7.858.459

44.910.003

39.944.798

3.235.754

3.641.578

215.376

396.174 132.486.902

Voorzieningen Wachtgeld Overige

1.085.918

1.020.509

5.113.295

5.145.782

Langlopende schulden Overige langlopende schulden Kortlopende schulden Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek Crediteuren Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Aflosverplichting langlopende schulden Overige kortlopende schulden Overlopende passiva

Totaal passiva

136

135.221.248

6.199.213

6.166.291

42.186.588

44.155.753

13.377.058

14.895.679

8.168.009

5.855.920

4.254.952

4.780.478

229.023

641.504

910.792

1.013.814

1.635.051

1.663.703

1.969.166

1.969.166

2.372.055

2.912.906

27.481.115

26.678.877 60.397.221

60.412.047

241.269.924

245.955.339


Enkelvoudige exploitatierekening 2011 2011 Baten Rijksbijdragen OCW 104.576.923 21.808.566 Collegegelden Baten werk in opdracht van derden 27.771.562 18.596.605 Overige baten

104.214.035 20.459.802

29.444.000 15.157.000

29.062.501 16.505.480 166.571.000

170.241.818

131.479.768 8.177.838 8.758.015

134.877.000

133.711.432 8.737.316 7.819.839

27.387.262

44.474.000

26.689.083

Totaal lasten Saldo baten en lasten FinanciĂŤle baten en lasten Resultaat Resultaat deelnemingen Exploitatieresultaat

2010

100.370.000 21.600.000

172.753.656

Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten

Begroting 2011

175.802.883

179.351.000

176.957.670

-3.049.227

-12.780.000

-6.715.852

901.505

197.000

1.446.759

-2.147.722

-12.583.000

-5.269.093

-405.824

-241.000

134.154

-2.553.546

-12.824.000

-5.134.939

137


Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Financiële vaste activa Boekwaarde Investeringen Desinvestering Deelnemingen Plaats 01-01-2011

UvT Holding B.V. TiasNimbas Business School B.V.

2011

2011

Resultaat

Boekwaarde

2011

31-12-2011

Tilburg

372.318

50.063

422.381

Tilburg

3.269.260

-455.886

2.813.374

-405.823

3.235.755

Totaal deelnemingen

3.641.578

-

-

UvT Holding B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een maatschappelijk kapitaal van € 226.890 waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding B.V. neemt voor 100% deel in KUB Career Services B.V.. TiasNimbas Business School B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000. TiasNimbas Business School B.V. neemt voor 100% deel in TiasNimbas Business School Eindhoven B.V., TiasNimbas Business School Utrecht B.V. en TiasNimbas Business School Germany GmbH en deze deelnemingen zijn betrokken in de consolidatie. De 100% deelneming in VRZ Tilburg B.V. is niet meegenomen in de consolidatie. Op 31 maart 2011 zijn TiasNimbas Business School Eindhoven B.V. en VRZ Tilburg B.V. geliquideerd. UvT heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V..

138


Eigen vermogen Algemene reserve publiek: Algemene reserve centraal Algemene reserve gebouwen Algemene reserves decentraal Algemene reserve privaat: Algemene reserves decentraal Bestemmingsreserve publiek: Bestemde reserves Bestemde reserve huisvestingsbeleid Bestemmingsreserve privaat: Reserve deelnemingen Herwaarderingsreserve effecten Totaal eigen vermogen

Saldo 31-12-2010

Bestemming resultaat 2011

Overige Mutaties

Saldo 31-12-2011

17.506.567

-3.667.929

-904.281

12.934.357

24.900.596

-

-

24.900.596

40.973.076

1.688.756

-4.378.621

38.283.211

7.858.459

149.146

0

8.007.605

28.975.622

-317.695

5.282.900

33.940.827

10.969.176

-

-

10.969.176

3.641.578

-405.824

-

3.235.754

396.174

-

-180.798

215.376

135.221.248

-2.553.546

-180.800 132.486.902

Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening 31-12-2011 Vermogen

31-12-2010

Eigen vermogen UvT Eigen vermogen I.V.A. Eigen vermogen I.V.O. Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg

133.061.904

135.221.248

1.325.440

1.603.967

-794.117

-482.649

255.941

44.867

Geconsolideerd eigen vermogen

133.849.168

136.387.433

2011

2010

Exploitatiesaldo UvT Exploitatiesaldo I.V.A. Exploitatiesaldo I.V.O. Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg

-1.978.546

-5.134.939

-278.527

-470.514

-311.468

-503.236

211.072

34.016

Geconsolideerd exploitatiesaldo

-2.357.469

-6.074.673

Exploitatiesaldo

139


Resultaatbestemming Het exploitatieresultaat 2011 bedraagt -/- € 2.357.469 en zal als volgt worden bestemd: Aan de algemene reserves op centraal en decentraal niveau wordt -/- € 1.660.851 onttrokken. Aan diverse bestemde reserves wordt -/- € 317.695 onttrokken. Het resultaat van de verbonden partijen ad. -/- € 378.923 wordt onttrokken aan het eigen vermogen van deze partijen. Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt. Geoormerkte Doelsubsidies OCW Aflopend per ultimo verslagjaar Subsidie Kenmerk Jaar Bedrag Ontvangen Totale Te van toet/m kosten verrekenen wijzing verslagjaar t/m verultimo slagjaar verslagjaar Krachtig meesterschap

804AO-27006

2009

250.000

Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Subsidie Kenmerk Jaar Bedrag van toewijzing Subsidieregeling Sirius Programma

705AO-2184

2009

250.000

250.000

-

Saldo Ontvangen Lasten Totale Saldo nog 2010 t/m in 2011 kosten te besteden verslagjaar 31-12-2011 ultimo verslagjaar

949.050 63.515

405.200 245.192

383.677

21.523

Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen Op grond van artikel 6 van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT, Stb. 2006, 95) is de universiteit verplicht jaarlijks het belastbare loon te publiceren van functionarissen van wie dit bedrag uitgaat boven het zgn. normsalaris (gemiddeld belastbare jaarloon van de ministers). Voor het verslagjaar 2011 is het gemiddelde belastbare jaarloon vastgesteld op € 193.000 (indicatie norm 2011). Voor de universiteit heeft de publicatieplicht betrekking op de navolgende functionarissen:

140


Duur dienst-verband in maanden 2011

Contractuele uren per week

Belastbaar loon 2010

“Pensioen-afdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2010”

Duur dienst-verband in maanden 2010

“Pensioen-afdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2011” 40.258

202.333 12

38,0

148.376

54.367

202.743 12

2.

Lid CvB (rector) 163.042

39.479

202.521 12

38,0

163.460

38.606

202.066 12

3.

Hoogleraar/ decaan

158.749

74.694

233.443 12

34,2

174.301

85.158

259.459 12

4.

Hoogleraar

149.430

51.098

200.528 12

38,0

149.123

50.188

199.311 12

5.

Hoogleraar

184.837

97.600

282.437 12

38,0

161.012

120.914

281.926 12

6.

Hoogleraar

172.660

46.150

218.810 12

38,0

176.327

44.910

221.237 12

7.

Hoogleraar

145.508

56.139

201.647 12

34,2

145.891

40.257

186.148 12

8.

Hoogleraar

156.760

41.592

198.352 12

38,0

157.152

40.671

197.823 12

9.

Hoogleraar

142.645

65.925

208.570 12

38,0

146.557

65.238

211.795 12

10. Hoogleraar

151.742

41.441

193.183 12

38,0

156.326

40.944

197.270 12

11. Hoogleraar

37.116

5.714

42.830 12

7,6

108.381

26.612

134.993 12

12. Hoogleraar

159.140

39.477

198.617 12

38,0

156.096

30.996

187.092 12

13. Hoogleraar

147.774

49.638

197.412 12

38,0

124.815

48.888

173.703 12

21.943 225.121

331.349 12

38,0

83.022

14.825

97.847 12

14. Projectmanager

84.285

Totaal 2010

Belastbaar loon 2011 162.075

Totaal 2011

Functie Voorzitter CvB

Ontslag- vergoeding

Nr. 1.

Ad 1 en 2: Dit betreft de leden van het College van Bestuur met een salaris van resp. 137,5% en 135% van het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten. Ad 3:

Dit betreft een decaan met een bijzondere bestuurstoelage.

Ad 4 t/m 13: Dit betreft hoogleraren die een persoonlijke toelage ontvangen vanwege hun bijzondere verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk ondezoek. Ad 14: Dit betreft een projectmanager met wie een beëindigingsovereenkomst is gesloten per 1-1-2012, waarbij de (langdurige) ontslaguitkeringen zijn afgekocht.

141


10.5 Letter of representation

142


143


10.6 Accountantsverklaring

144


145


146


147


Bijlage 1 AIO AVC B BaMa BSA CAO CentER CIR CKT CoRPS CPO CS CvB CWL EBC ECTS ENTER FBI FS FSW fte GS HBO HOOP HRM IB ICT Intervict ISI IVA IVO KNAW LIS M MBA MKB Netspar NVAO NWO OBP OCW QANU 148

Lijst van afkortingen Assistent in opleiding Audio Visueel Centrum Bachelor Bachelor Master Bindend Studie Advies Collectieve Arbeidsovereenkomst Center for Economic Research Center for Innovation Research Center for Knowledge Transfer (voormalig CvK) Center of Research on Psychology in Somatic diseases Centrum voor Patristisch Onderzoek Corporate Staff College van Bestuur Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing European Banking Center Tilburg European Credit Transfer System European Network for Training in Economic Research Fonds Beleidsinitiatieven Facility Services (voormalig DFB) Faculteit Sociale Wetenschappen fulltime-equivalent General Services (voormalig BU) Hoger Beroeps Onderwijs Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan Human Resource Management Instellingsbeleid Informatie en Communicatie Technologie International Victimology Institute Tilburg Institute of Scientific Information Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen Library and IT Services Master Master of Business Administration Midden- en Kleinbedrijf Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Ondersteunend en beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Quality Assurance Netherlands Universities


ReflecT RV SBL SEP SIS SKO StS TiasNimbas Tiber Tilec TiLPS TILT TiSEM TiSIL TiU TLS TMP TSH TSB TST UD UHD UvT VSNU VWO WHW WIA WO Wopi WP  

Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion Restauratieve Voorzieningen Stichting Bijzondere Leerstoelen Standard Evaluation Protocol Studenten Informatie Systeem Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs Student Services (voormalig DSZ) TiasNimbas Business School Tilburg Institute for Behavioral Economics Research Tilburg Law and Economics Center Center for Logic and Philosophy of Science Tilburg Institute for Law, Technology and Society Tilburg School of Economics and Management (voormalig FEB) Tilburg Social Innovation Lab Tilburg University Tilburg Law School (voormalig FRW) Taken Middelen Plan Tilburg School of Humanities (voormalig FGW) Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (voormalig FSW) Tilburg School of Catholic Theology (voormalig FKT) Universitair Docent Universitair Hoofddocent Universiteit van Tilburg Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wetenschappelijk Onderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie Wetenschappelijk Personeel

149


Bijlage 2

evenfuncties Stichtingsbestuur N en College van Bestuur

Stichtingsbestuur Prof.dr. R.F.M. Lubbers • Minister van Staat • Lid Earth Charter Commission • Voorzitter Raad van Toezicht ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) • Voorzitter Curatorium VNO-NCW • Lid directie Breesaap BV • Voorzitter Council Rotterdam Climate Initiative • Voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF • Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV) • Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam • Lid Board IFAC (International Federation of Accountants) • Lid Monitoring Commissie Talent naar de Top • Voorzitter Intac (NBA) • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds) • Vice-voorzitter Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten • Lid bestuur Rathenau Instituut • Lid bestuur Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland • Lid bestuur Stichting Collecteplan • Lid bestuur Goede Doelen Platform • Waarnemer Advisory Council van de European Cultural Foundation • Jurylid Academische Jaarprijs • Lid Raad van Advies stichting Democratie en Media • Secretaris bestuur van The Hague Club (Europees netwerk van vermogensfondsen) • Lid Comité van Aanbeveling van de stichting Wetenschapsoriëntatie Nederland (won) • Directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Drs. M.A.M. Leers (Voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen) • Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Tilburg e.o. • Lid bestuur Stichting Nederlandse Lourdesbedevaart voor Zieken • Lid European Healthcare Innovation Leadership Network • Voorzitter programmacommissie Thema 2 (Positie van de cliënt en patiënt) van het Nationaal Actieprogramma Diabetes (NAD) 150


• • • • • • • •

Lid Raad van Toezicht St. Maartenskliniek Nijmegen Lid Raad van Toezicht Thebe Zorg Tilburg Lid Raad van Advies Meduon Holding Lid Toetsingscommissie RvvZ Zeist Voorzitter stichting Perspekt Keurmerk in de Zorg Utrecht Voorzitter Kenniscentrum Zorg en Ervaringsdeskundigheid Tilburg Lid Raad van Advies Nederlandse Zorgautoriteit Vice-voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University

Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie) • Voorzitter Raad van Commissarissen Recreatie Noord-Holland NV • Lid Raad van Commissarissen LTO-Groeiservice BV • Lid Adviesraad Social Sciences Group Wageningen UR • Bestuurslid Stichting MARA • Voorzitter Stichting Samenwerkende Organisaties voor Christelijk Maatschappelijk Activeringswerk • Penningmeester Adrianusfonds • Bestuurslid Stichting ‘Ons Erf’ • Lid Ereraad Katholieke Studenten Vereniging (KSV) • Lid Bestuur Stichting ‘Eigen Huis’ • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University De heer W.I.I. van Beek (Lid Tweede Kamer) • Lid Raad van Commissarissen Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch • Lid Raad van Advies Vereniging Hou’ en Trou • Voorzitter Raad van Toezicht Catharina Ziekenhuis, Eindhoven • Lid Raad van Toezicht Nationaal Monument Kamp Vught • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad) • Voorzitter Platform Beroepsonderwijs Bedrijfsleven i.o. • Voorzitter Stichting Emplooi (arbeidsbemiddeling vluchtelingen) • Voorzitter Stichting Chakana (NGO) • Voorzitter Het Platform Beroeps Onderwijs • Lid bestuur Vluchtelingenwerk Nederland • Lid bestuur Platform Bèta Techniek • Lid bestuur Stichting van het Onderwijs • Lid Raad van Advies Stichting GAK Fonds • Lid Raad van Advies Akkermans & Partners Groep (pensioenbranche) • Lid Raad van Advies Nationaal Initiatief Lang Leve Leren! • Lid Raad van Advies Expertisecentrum LEEFtijd • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

151


College van Bestuur Mr. H.M.C.M. van Oorschot (Voorzitter Tilburg University) • Bestuurslid Nationaal Comité 4 en 5 mei • Lid Raad van Toezicht Legermuseum • Lid Raad van Commissarissen Lysias Adviseurs BV • Lid Raad van Commissarissen Energie Beheer Nederland NV • Lid Raad van Commissarissen Eon-Benelux • Vice-voorzitter bestuur Omroep Brabant • Lid Raad van Toezicht St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Prof.dr. Ph. Eijlander (Rector Magnificus Tilburg University) • Lid VSB-fonds adviescommissie WO • Lid Adviesraad Nuffic • Voorzitter SER-Commissie Monitoring Code Goed Bestuur Product- en Bedrijfschappen • Voorzitter Comité 4 mei Tilburg • Lid van de Board of Trustees CASE Europe • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas • Vice-voorzitter Dagelijks Bestuur Midpoint

152


Tilburg University Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 9111 www.tilburguniversity.edu


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.