Zwiso gebruikswijzer leerjaar 3

Page 69

Gebruikswijzer

Net zoals bij tijd is het belangrijk om aan het aspect temperatuur systematischer aandacht te schenken dan alleen in de daaraan gewijde lessen.

Hoeken In het derde leerjaar introduceer je het begrip hoek op een speelse, informele manier. Je geeft de leerlingen de opdracht om hoeken te onderzoeken met een zwaaihoek (twee met een splitpen aan elkaar bevestigde kartonnen repen) en ze te vergelijken. De leerlingen rangschikken deze hoeken van klein naar groot en omgekeerd. Dit meten met een kwalitatieve maat is een goede voorbereiding op het meten van hoeken met de graadboog (geodriehoek).

4 Meetkunde Voor het domein meetkunde geldt dat de inhouden handelend benaderd worden. De leerlingen ervaren de verschillende aspecten van meetkunde die aan bod komen door figuren te onderzoeken, te handelen met materiaal en zichzelf te verplaatsen in de ruimte.

gebruiken om die positie aan te geven. Voorts werk je aan patronen en blokkenbouwsels. Je laat de leerlingen bouwsels nabouwen (op basis van foto’s en hoogtegetallen) en een grondplan met hoogtegetallen noteren. Je laat de leerlingen de aanzichten verwoorden als voorzijde/vooraanzicht, achterzijde/achteraanzicht, zijaanzicht, …

Vormleer In het derde leerjaar worden eigenschappen van vlakke figuren verder verkend, op een formelere manier dan in het tweede leerjaar. Je geeft de leerlingen bijvoorbeeld de opdracht om bij vlakke figuren en vormen in de omgeving platte en gebogen oppervlakken en gebogen, gebroken en rechte lijnen aan te wijzen. In blok 6 introduceer je de begrippen punt, rechte en lijnstuk door de leerlingen die te laten onderzoeken, benoemen en tekenen. Voorts ga je vlakke figuren classificeren als veelhoeken en niet-veelhoeken en veelhoeken rangschikken en benoemen volgens het aantal hoeken. De leerlingen geven het begrip hoek invulling vanuit hun intuïtieve kennis en onderzoeken welke elementen invloed hebben op de grootte van een hoek. Ze gebruiken de termen hoek, hoekpunt en benen en classificeren hoeken als recht, scherp en stomp. Je geeft de leerlingen ook de opdracht om scherpe, rechte en stompe hoeken te tekenen. Je schenkt extra aandacht aan de drie- en vierhoeken en laat de leerlingen die grondig onderzoeken (diagonalen, hoeken en zijden). De leerlingen vormen ook driehoeken, rechthoeken en vierkanten met bepaalde eigenschappen. Ze tekenen in een driehoek de hoogte op een gekozen basis en gebruiken daarbij de termen overstaande hoek, hoogte en basis.

Ruimtelijke oriëntatie Je werkt met de leerlingen bijvoorbeeld aan het onderwerp richting. Je onderzoekt samen met hen wat je vanuit verschillende gezichtspunten ziet door je te verplaatsen in de ruimte. Hierbij stimuleer je het gebruik van termen als links, rechts, voor, achter, … Je geeft de leerlingen ook de opdracht om een route te beschrijven en aan te geven op een plattegrond en een rooster en om letters en getallen te

67


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.