2 minute read

THEMASYNTHESE

Next Article
CHECK IT OUT

CHECK IT OUT

Kernbegrippen Kernvragen Notities

HOOFDSTUK 1: Hoe onderscheiden we stoffen van elkaar?

Soorten stofeigenschappen:

- massadichtheid Eigenschappen, die specifiek zijn voor een stof en waarmee je stoffen van elkaar kunt onderscheiden, noemt men stofeigenschappen.

- massadichtheid: geeft de verhouding weer tussen de massa van een stof en het volume dat die stof inneemt bij een bepaalde temperatuur.

Als gevolg van een verschil in massadichtheid zal één stof gaan bovendrijven.

- kookpunt van een vloeistof: de temperatuur waarbij een vloeistof overgaat van de vloeibare fase naar de gasvormige fase

- kookpunt

- smeltpunt - smeltpunt van een vaste stof: de temperatuur waarbij de stof overgaat van de vaste fase naar de vloeibare fase

(zuivere) stof HOOFDSTUK 2: Is het een zuivere stof of een mengsel?

- Een zuivere stof wordt gekenmerkt door welbepaalde waarden voor een hele reeks stofeigenschappen (smeltpunt, kookpunt, massadichtheid …). Die waarden zijn constant en karakteristiek (typisch voor de stof).

mengsel van zuivere stoffen homogene mengsels - legering heterogene mengsels - rook - nevel - schuim - suspensie - emulsie - aerosol THEMA 02 THEMASYNTHESE 71

- Een mengsel van stoffen bevat meerdere stoffen. Als we naar kookpunt enz. kijken, zijn de waarden voor die grootheden afhankelijk van de samenstelling van het mengsel. - Homogene mengsels = mengsels waarin je de verschillende componenten met het blote oog niet meer van elkaar kunt onderscheiden (oplossingen). Een homogeen mengsel van twee metalen = legering - Heterogene mengsels = mengsels waarin je ten minste een van de componenten kunt onderscheiden Op basis van de aggregatietoestand van de twee componenten krijgen sommige heterogene mengsels nog een specifieke naam: vast in gasfase = rook vloeistof in gasfase = nevel gas in vloeistoffase = schuim vast in vloeistoffase = suspensie vloeistof in vloeistoffase = emulsie Vast of vloeistof in gasfase = aerosol (bv. rook, nevel) ©VAN IN

Scheidingstechnieken op basis van: HOOFDSTUK 3: Hoe kunnen we een mengsel van stoffen scheiden?

- verschil in deeltjesgrootte Zeven De grotere korrels kunnen niet door de zeef, maar de kleinere component(en) wel. Gebruikt voor: heterogene mengsels (v + v, v + vl)

Filteren, filtratie Vaste korrels zijn groter dan vloeistof- of gasdeeltjes. De vaste korrels kunnen niet door de poriën van de filter, maar de vloeistof of het gas wel. De vaste deeltjes die achterblijven, worden het residu genoemd. Wat door de filter gaat, is het filtraat. Gebruikt voor: heterogene mengsels (v + vl, vl + g, v + g)

- verschil in massadichtheid Decanteren Elke stof heeft zijn eigen massadichtheid, waardoor zich afzonderlijke lagen zullen vormen (eventueel na verloop van tijd). Die lagen kunnen, min of meer, van elkaar gescheiden worden door het afgieten van de bovenste laag. Gebruikt voor: heterogene mengsels (v + vl, vl + vl)

Centrifugeren Met behulp van machines (die het effect van de zwaartekracht versterken) zullen die lagen beter van elkaar gescheiden kunnen worden dan via decanteren. Gebruikt voor: heterogene mengsels (v + vl, vl + vl) 72 THEMA 02 THEMASYNTHESE - verschil in kookpunt Indampen Door het opwarmen van het mengsel en het verschil in kookpunt, verdampt de vloeistof en blijven enkel de vaste deeltjes (of de vloeistof met het hogere kookpunt) over. Gebruikt voor: homogene mengsels (v + vl, vl + vl) Destilleren Wanneer het mengsel aan de kook wordt gebracht, zal de component met het laagste kookpunt eerst verdampen. De gassen die zo ontstaan worden door een liebigkoeler geleid, zodat ze terug condenseren. Zo verkrijg je een destillaat. In tegenstelling tot indampen, worden beide componenten behouden. Gebruikt voor: homogene mengsels (v + vl, vl + vl) BEKIJK KENNISCLIP©VAN IN

This article is from: