Inhoudsopgave_Praktisch vennootschapsrecht_2023

Page 1

9 Inhoud Inhoud Voorwoord 5 Leeswijzer 8 Inleiding Bronnen en structuur 25 1 De bronnen van het vennootschapsrecht 27 1.1 Wetgeving 27 1.2 Rechtspraak 28 1.3 Rechtsleer 28 1.4 Gewoonte 28 2 De structuur van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen 29 3 De overgangsbepalingen 31 4 Diverse bepalingen 32 5 Oefeningen 32 Deel I Algemene bepalingen 35 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen 37 1 Het begrip vennootschap, vereniging en stichting 37 1.1 Een contract – meerhoofdigheid – eenhoofdigheid 37 1.2 Inbreng 38 1.3 Voorwerp – welbepaalde activiteiten 39 1.4 Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel 39 2 Waarom opteren voor een vennootschap? 39 3 De soorten vennootschappen 40 3.1 De drie pijlers van het vennootschapsrecht: vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, met onvolkomen rechtspersoonlijkheid en met volkomen rechtspersoonlijkheid 40 3.1.1 Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid 41 3.1.2 Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid 41 3.1.3 Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid 42 3.2 Personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen 42 3.2.1 Overdracht van vennootschapstitels 42 3.2.2 Toestemming met het vennootschapscontract 43 3.2.3 Overlijden, onbekwaamverklaring, onvermogen, faillissement van een vennoot 43
Inhoud 10 3.2.4 Concurrerende activiteiten van de vennoot 43 3.2.5 Aansprakelijkheid van de vennoten 43 4 UBO-register 43 5 Algemene strafbepaling 44 6 Oefeningen 45 Hoofdstuk 2 Bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in dit wetboek 47 1 Verbintenissen in naam van een vennootschap in oprichting 47 2 De naam en zetel van een rechtspersoon 48 3 Oprichting en openbaarmakingsformaliteiten 48 3.1 Vorm van de oprichtingsakte 48 3.2 Verkrijging van de rechtspersoonlijkheid 49 3.3 Openbaarmakingsformaliteiten 50 3.3.1 Belgische rechtspersonen 50 3.3.1.1 Het dossier van de rechtspersoon 50 3.3.1.2 Bekendmakingsverplichtingen 50 3.3.1.3 Tegenwerpelijkheid 50 3.3.1.4 Enige in de stukken op te nemen vermeldingen 51 3.3.2 Buitenlandse rechtspersonen 51 3.4 Website van de rechtspersoon en mededelingen 51 3.5 Taal 52 4 Nietigheid 52 4.1 Procedure en gevolgen van nietigheid van rechtspersonen 52 4.2 Regels van beraadslaging, nietigheid en opschorting van besluiten van organen van rechtspersonen en van besluiten van de algemene vergadering van obligatiehouders 52 4.2.1 Regels van beraadslaging 52 4.2.2 Nietigheid en opschorting van besluiten van organen, van besluiten van de algemene vergadering van obligatiehouders en van stemmen 53 4.2.2.1 Organen en besluiten 53 4.2.2.2 Stemmen 54 4.2.2.3 Procedure 54 5 Bestuur 55 5.1 Bestuur en vertegenwoordiging 55 5.2 Bestuurdersaansprakelijkheid 56 5.2.1 Aansprakelijkheid 56 5.2.2 Beperking van de aansprakelijkheid 57 5.2.3 Uitzonderingen op de aansprakelijkheidsbeperking 57
11 Inhoud 6 De geschillenregeling in de nv en de bv 58 6.1 Algemene bepalingen 58 6.2 Uitsluiting 58 6.2.1 Wie kan de uitsluiting vragen? 58 6.2.2 Gegronde reden 59 6.2.3 Prijs en peildatum 60 6.3 Uittreding 61 6.3.1 Wie kan de uittreding vragen? 61 6.3.2 Gegronde reden 61 7 Rechtsvordering en verjaring 61 8 Oefeningen 62 Hoofdstuk 3 De jaarrekening van vennootschappen, verenigingen en stichtingen 65 1 De jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening 65 1.1 De jaarrekening 65 1.2 Het jaarverslag 66 1.3 Openbaarmakingsverplichtingen voor Belgische vennootschappen 66 1.4 Openbaarmakingsverplichtingen voor buitenlandse vennootschappen met een bijkantoor in België 67 1.5 Geconsolideerde jaarrekening, jaarverslag en openbaarmakingsverplichtingen 68 1.5.1 Toepassingsgebied 68 1.5.2 De consolidatieverplichting 68 1.5.3 Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening 68 1.5.4 Openbaarmakingsverplichtingen van de geconsolideerde jaarrekening en het jaarverslag 68 1.5.5 Strafbepalingen 68 1.6 Enkele specifieke bepalingen voor verenigingen en stichtingen 69 2 De controle van de jaarrekening en van de geconsolideerde jaarrekening 69 2.1 Algemene bepalingen inzake controle 69 2.1.1 Benoeming 69 2.1.2 Bezoldiging 70 2.1.3 Ontslag 70 2.1.4 Bevoegdheden 70 2.1.5 Aansprakelijkheid 71 2.2 Controle op de jaarrekening 72 2.3 Controle op de geconsolideerde jaarrekening 73 2.4 Controle in vennootschappen waar een ondernemingsraad werd opgericht 73 2.5 Controle in verenigingen en stichtingen 73 2.6 Individuele onderzoeks- en controlebevoegdheid van vennoten 74 2.7 Strafbepalingen 74 2.8 Oefeningen 74
Inhoud 12 Deel II De vennootschappen 77 Hoofdstuk 1 Maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap 79 1 Definities 79 1.1 Maatschap 79 1.1.1 Stille maatschap 80 1.1.2 Tijdelijke maatschap 80 1.1.3 Gewone maatschap 80 1.2 Vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap 81 2 Gelijkenissen 81 2.1 Personenvennootschappen 81 2.2 Toepasselijke wetgeving 81 2.3 Het voorwerp 82 2.4 Bewijsregels 82 3 Verschilpunten 82 3.1 Vormvereisten 82 3.2 Geen/onvolkomen rechtspersoonlijkheid, zuiver/gemengd contractueel 82 3.3 Het vennootschapsvermogen en de rechten van de schuldeisers 84 3.3.1 Maatschap 84 3.3.2 vof en commv 84 3.4 (Geen) duurzaam karakter en (niet) openbaar 84 4 De bestuursbevoegdheid en de vertegenwoordigingsbevoegdheid 84 4.1 De bestuursbevoegdheid 84 4.1.1 Geen zaakvoerders aangeduid 85 4.1.2 De statutaire zaakvoerder 85 4.1.3 De niet-statutaire of gewone zaakvoerder 86 4.1.4 Meerdere zaakvoerders 86 4.1.5 Specifieke regels voor de commv 87 4.2 Vertegenwoordigingsbevoegdheid 87 4.3 Beslissingen van vennoten verenigd in vergadering 87 5 Aansprakelijkheid 88 5.1 De aansprakelijkheid van de vennoten ten aanzien van derden 88 5.2 De aansprakelijkheid van de zaakvoerder ten aanzien van de vennoten 88 6 De overdracht van de aandelen 89 6.1 Aandelen 89 6.2 De overdracht van de aandelen 89
13 Inhoud 7 Ontbinding van de vennootschap, terugtrekking en uitsluiting van een vennoot 90 7.1 Het verstrijken van de tijd 90 7.2 Het tenietgaan van de zaak of voltrekken van de handeling 90 7.3 Het overlijden, de onbekwaamverklaring en het faillissement 91 7.4 De wil van een van de partijen 91 7.5 Terugtrekking en uitsluiting van een vennoot 91 7.6 Wanprestatie van een vennoot 92 7.7 Vereffening: regels vereffening nalatenschap 92 8 Oefeningen 92 Hoofdstuk 2 De besloten vennootschap (bv) 95 1 Begrip en kenmerken 95 2 Oprichting 95 2.1 Aanvangsvermogen 95 2.1.1 Het aanvangsvermogen moet toereikend zijn 95 2.1.2 Het financieel plan 96 2.2 Plaatsing van de aandelen 97 2.2.1 Volledige plaatsing 97 2.2.2 Inbreng in natura 97 2.3 Storting van de inbrengen 98 2.4 Oprichtingsformaliteiten 98 2.5 Nietigheid 99 2.6 Garantie en aansprakelijkheid 99 3 Effecten en hun overdracht 99 3.1 Algemeen 99 3.2 De vorm van effecten 100 3.2.1 Effecten op naam 100 3.2.2 Gedematerialiseerde effecten 101 3.3 De verschillende soorten effecten 101 3.3.1 Aandelen 101 3.3.2 Certificaten 102 3.3.3 Obligaties 102 3.3.4 Inschrijvingsrechten 103 3.4 Overdracht en overgang van effecten 103 3.4.1 Algemene regels 103 3.4.2 Overdracht en overgang van aandelen 103 3.4.2.1 Beperkingen aan de overdracht – overgang 103 3.4.2.2 De overdracht van niet-volstorte aandelen 104 3.4.3 Uitkoopbod 104
Inhoud 14 4 Vennootschapsorganen – algemene vergadering van obligatiehouders 105 4.1 Het bestuur 105 4.1.1 Samenstelling 105 4.1.2 Bezoldiging 106 4.1.3 Bevoegdheid en werkwijze 106 4.1.3.1 Omvang van de bevoegdheid 106 4.1.3.2 Schriftelijke besluiten 107 4.1.3.3 Strijdigheid van belangen 107 4.1.4 Dagelijks bestuur 108 4.2 Algemene vergadering van aandeelhouders 108 4.2.1 Spelregels die gelden voor alle algemene vergaderingen van aandeelhouders 108 4.2.1.1 Gelijke behandeling 108 4.2.1.2 Bevoegdheden 108 4.2.1.3 Bijeenroeping van de algemene vergadering 108 4.2.1.4 Schriftelijke algemene vergadering 109 4.2.1.5 Deelname aan de algemene vergadering 109 4.2.1.6 Het verloop van de algemene vergadering 109 4.2.1.7 Wijze van uitoefening van het stemrecht 110 4.2.2 Gewone algemene vergadering 110 4.2.3 Buitengewone algemene vergadering 111 4.3 Vennootschapsvordering en minderheidsvordering 111 4.4 Algemene vergadering van obligatiehouders 112 4.4.1 De bevoegdheid van de algemene vergadering 112 4.4.2 Bijeenroeping van de algemene vergadering 112 4.4.3 Deelneming aan en verloop van de algemene vergadering 112 5 Het vermogen van de besloten vennootschap 113 5.1 Bijkomende inbrengen – uitgifte van nieuwe aandelen 113 5.1.1 Algemene regels 113 5.1.2 Inbreng in geld 114 5.1.3 Inbreng in natura 114 5.1.4 Bevoegdheidsdelegatie aan het bestuursorgaan 114 5.2 De instandhouding van het vermogen van de vennootschap 115 5.2.1 Uitkeringen aan aandeelhouders – tantièmes 115 5.2.2 Verkrijging van eigen aandelen of certificaten 116 5.2.2.1 Voorwaarden 117 5.2.2.2 Statuut van de verkregen aandelen en certificaten 117 5.2.3 Financiering van de verkrijging van aandelen door een derde 117 5.2.4 Alarmbelprocedure 118 5.2.5 Uittreding en uitsluiting lastens het vennootschapsvermogen 118 5.2.5.1 Uittreding 118 5.2.5.2 Uitsluiting 119
15 Inhoud 5.2.5.3 Uittreding van rechtswege 119 6 Duur en ontbinding – strafsancties 119 6.1 Duur en ontbinding 119 6.2 Strafbepalingen 119 7 Oefeningen 120 Hoofdstuk 3 De coöperatieve vennootschap 123 1 Begrip en kenmerken 123 2 Oprichting 124 2.1 Grondvoorwaarden 124 2.1.1 Aantal oprichters 124 2.1.2 Het aanvangsvermogen en het financieel plan 124 2.1.3 Inbrengmodaliteiten 124 2.1.3.1 Inbreng in geld 124 2.1.3.2 Inbreng in natura 125 2.1.3.3 Inbreng in nijverheid 125 2.2 Vormvoorwaarden 125 2.2.1 Authentieke akte 125 2.2.2 Openbaarmaking 125 2.2.3 Oprichters en inschrijvers 125 3 Effecten uitgegeven door de cv 126 3.1 Aandelen op naam 126 3.2 Obligaties 127 3.3 Gedematerialiseerde effecten 127 3.4 Overdracht van effecten 127 4 Wijzigingen in het vennotenbestand en in het vermogen: toetreding en uittreding 128 4.1 Toetreding 128 4.2 Uittreding lastens het vennootschapsvermogen 128 5 De organen van de cv 129 5.1 De bestuurder(s) 129 5.1.1 Samenstelling 129 5.1.2 Duur 129 5.1.3 Benoeming en ontslag 129 5.1.4 Bevoegdheden 130 5.1.5 Beperkingen aan de bevoegdheden 130 5.1.6 Tegenstrijdige belangen 130 5.1.7 Vertegenwoordiging van de vennootschap 130 5.1.8 Dagelijks bestuur 130
Inhoud 16 5.2 Algemene vergadering van vennoten 131 5.2.1 Algemeen 131 5.2.2 Bijeenroeping en verloop 131 5.2.2.1 Bijeenroeping 131 5.2.2.2 Schriftelijke algemene vergadering 131 5.2.3 Deelneming aan de algemene vergadering 131 5.2.4 Verloop van de algemene vergadering 132 5.2.5 Stemrecht 132 5.2.6 Gewone algemene vergadering 132 5.2.7 Buitengewone algemene vergadering 133 5.2.7.1 Wijziging statuten 133 5.2.7.2 Wijziging voorwerp, finaliteit en waarden vennootschap 133 5.2.7.3 Notaris 133 5.3 Algemene vergadering van obligatiehouders 134 5.3.1 Bevoegdheden 134 5.3.2 Bijeenroeping 134 5.3.3 Verloop en stemrecht 134 6 Het vermogen van de coöperatieve vennootschap 135 6.1 Uitgifte van nieuwe aandelen en toetreding 135 6.1.1 Algemene bepalingen 135 6.1.2 Inbreng in natura 136 6.2 Verlies van het toereikend aanvangsvermogen: de alarmbelprocedure 136 6.3 Instandhouding van het vermogen van de vennootschap 137 6.3.1 Uitkeringen aan aandeelhouders en tantièmes 137 6.3.1.1 De balanstest 137 6.3.1.2 De liquiditeitstest 137 6.3.2 Financiering door de vennootschap van de verkrijging van haar effecten door derden 137 7 De aansprakelijkheid 138 8 Uitsluiting ten laste van het vennootschapsvermogen 138 9 Duur, ontbinding en nietigheid 139 10 Oefeningen 139
17 Inhoud Hoofdstuk 4 Naamloze
141 1 Begrip en kenmerken 141 2 Oprichting 141 2.1 Bedrag van het kapitaal 141 2.2 Plaatsing van het kapitaal 142 2.2.1 Volledige plaatsing 142 2.2.2 Inbreng in geld en natura 142 2.2.3 Quasi-inbreng 143 2.3 Storting van het kapitaal 143 2.4 Oprichtingsformaliteiten 144 2.5 Nietigheid 144 2.6 Garantie en aansprakelijkheid 144 3 Effecten en hun overdracht en overgang 145 3.1 Algemeen 145 3.2 De vorm van effecten 145 3.2.1 Effecten op naam 145 3.2.2 Gedematerialiseerde effecten 146 3.3 De verschillende soorten effecten 146 3.3.1 Aandelen 146 3.3.1.1 Algemeen 146 3.3.1.2 Aandelen zonder stemrecht 147 3.3.2 Winstbewijzen 147 3.3.3 Certificaten 148 3.3.4 Obligaties 148 3.3.5 Inschrijvingsrechten 148 3.4 Overdracht en overgang van effecten 149 3.4.1 Algemeen 149 3.4.2 Vrije overdraagbaarheid – mogelijke beperkingen 149 3.4.3 Uitkoopbod 150 3.4.4 Openbaarmaking van belangrijke deelnemingen 150 4 Vennootschapsorganen en algemene vergadering van obligatiehouders 150 4.1 Het bestuur 150 4.1.1 Het monistisch bestuur 151 4.1.1.1 Samenstelling 151 4.1.1.2 Bezoldiging 152 4.1.1.3 Bevoegdheid en werking van de raad van bestuur 152 4.1.2 De enige bestuurder 153
vennootschap (nv)
Inhoud 18 4.1.3 Duaal bestuur 154 4.1.3.1 Organen en samenstelling 154 4.1.3.2 Bezoldiging 155 4.1.3.3 Bevoegdheden en werking 155 4.1.4 Dagelijks bestuur 156 4.1.5 Aansprakelijkheid 157 4.2 Algemene vergadering van aandeelhouders 157 4.2.1 Spelregels die gelden voor alle algemene vergaderingen van aandeelhouders 158 4.2.1.1 Gelijke behandeling 158 4.2.1.2 Bevoegdheden 158 4.2.1.3 Bijeenroeping 158 4.2.1.4 Schriftelijke algemene vergadering 159 4.2.1.5 Deelname aan de algemene vergadering 159 4.2.1.6 Verloop van de algemene vergadering – uitoefening van het stemrecht 160 4.2.2 Gewone algemene vergadering 160 4.2.3 Bijzondere algemene vergadering 161 4.2.4 Buitengewone algemene vergadering 161 4.2.4.1 Algemeen 161 4.2.4.2 Wijziging van het doel of voorwerp 161 4.2.4.3 Uitgifte van nieuwe soorten aandelen of winstbewijzen 161 4.3 Vennootschapsvordering – minderheidsvordering – deskundige 162 4.3.1 Vennootschapsvordering 162 4.3.2 Minderheidsvordering 162 4.3.3 Deskundige 163 4.4 Algemene vergadering van obligatiehouders 163 4.4.1 Bevoegdheid 163 4.4.2 Bijeenroeping van de algemene vergadering van obligatiehouders 163 4.4.3 Deelneming aan de algemene vergadering van obligatiehouders 164 4.4.4 Verloop van de algemene vergadering van obligatiehouders 164 4.4.5 Wijze van uitoefening van het stemrecht 165 5 Kapitaal 165 5.1 Kapitaalverhoging 165 5.1.1 Regels die van toepassing zijn op elke kapitaalverhoging 165 5.1.1.1 Waarover gaat het? 165 5.1.1.2 Statutenwijziging? 165 5.1.1.3 Voorwaarden 165 5.1.2 Kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in geld 166 5.1.2.1 Voorkeurrecht 166 5.1.2.2 Beperkingen aan het voorkeurrecht 167 5.1.3 Kapitaalverhoging bij wijze van inbreng in natura 167 5.1.4 Het toegestane kapitaal 168
19 Inhoud 5.1.5 Kapitaalverhoging ten gunste van het personeel 168 5.1.6 Garantie en aansprakelijkheid 168 5.2 Kapitaalvermindering 169 5.2.1 Algemeen 169 5.2.2 Kapitaalvermindering door terugbetaling aan aandeelhouders 169 5.2.3 Kapitaalvermindering tot aanzuivering van verliezen 169 5.3 Instandhouding van het kapitaal 170 5.3.1 Winstverdeling 170 5.3.2 Verkrijging van eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten 170 5.3.3 Alarmbelprocedure 171 6 Duur en ontbinding 171 7 Strafbepalingen 171 8 Oefeningen 172 Hoofdstuk 5 Erkenning van vennootschappen 175 1 De erkenning als landbouwonderneming 175 2 De erkenning als coöperatieve vennootschap 175 2.1 Erkende cv 175 2.2 Cv erkend als so 176 2.3 Erkende cvso 176 3 De gerechtelijke ontbinding 177 Deel III De verenigingen en stichtingen 179 Hoofdstuk 1 De vereniging zonder winstoogmerk en de internationale vereniging zonder winstoogmerk 181 1 Wetgeving 181 2 Inleidende bepalingen 182 3 Leden en ledenregister 183 4 Oprichting 183 5 De organen van een vzw 183 5.1 De algemene vergadering 183 5.1.1 Bevoegdheden 183 5.1.2 Bijeenroeping van de algemene vergadering 184 5.1.3 Deelneming aan de algemene vergadering 184 5.1.4 Verloop van de algemene vergadering 184 5.1.5 De gewone algemene vergadering 184 5.1.6 De buitengewone algemene vergadering 184
Inhoud 20 5.2 Bestuur 185 5.2.1 Samenstelling 185 5.2.2 Bevoegdheid en werkwijze 185 5.2.3 Dagelijks bestuur 185 5.2.4 Overschrijding van het voorwerp 185 6 Giften 186 6.1 Uittreding en uitsluiting van leden 186 6.2 Erkenning van de vzw als beroepsvereniging 186 7 Nietigheid van de (i)vzw 186 8 Oefeningen 187 Hoofdstuk 2 De stichting 189 1 Algemene bepalingen 190 1.1 Oprichtingsformaliteiten 190 1.2 Belangeloos doel 190 1.3 Geen winstuitkering 190 2 De organen van een stichting 190 2.1 De algemene vergadering 190 2.2 Bestuur 190 2.2.1 Samenstelling 190 2.2.2 Bevoegdheid en werkwijze 191 2.2.3 Dagelijks bestuur 191 3 Giften 192 4 Nietigheid van de stichting 192 5 Oefeningen 192
Herstructurering van vennootschappen en verenigingen 193 1 Definities 195 1.1 Fusie door overneming of door oprichting van een nieuwe vennootschap 195 1.2 Splitsing door overneming, door oprichting of gemengde splitsing 197 1.3 Inbreng van een algemeenheid 199 1.4 Inbreng van een bedrijfstak 199 2 De regeling inzake fusies en splitsingen 200 2.1 Rechtsgevolgen van fusie en splitsing 200 2.2 Tegenwerpelijkheid van de fusie of splitsing 200 2.3 Zekerheidsstelling t.v.v. de schuldeisers 200 2.4 Aansprakelijkheid 201 2.5 Nietigheid van de fusie of splitsing 201
Deel IV
21 Inhoud 3 Procedure 201 3.1 Fusievoorstel 201 3.2 Schriftelijk verslag van het bestuursorgaan 202 3.3 Schriftelijk verslag van de commissaris/bedrijfsrevisor/externe accountant 202 3.4 Wijzigingen meedelen in actief en passief 202 3.5 Agenda van de buitengewone algemene vergadering en stukken 202 3.6 Beraadslaging van de buitengewone algemene vergadering 203 3.7 Authentieke notulen – publicatie 203 3.8 Aandelenruil 203 3.9 Opstellen en goedkeuren van de jaarrekening van de ontbonden vennootschappen 203 4 Oefeningen 204 Deel V De Europese rechtsvormen 205 Hoofdstuk 1 De Europese vennootschap 207 1 Wetgeving 207 2 Doel 207 3 Oprichting 207 4 Maatschappelijk kapitaal 208 5 Hoofdbestuur 208 6 Rol van de werknemers 208 7 Oefeningen 208 Hoofdstuk 2 De Europese coöperatieve vennootschap 209 1 Wetgeving 209 2 Doel 210 3 Oprichting 210 4 Maatschappelijk kapitaal 210 5 Statutaire zetel en hoofdbestuur 211 6 Organen en bestuur 211 6.1 Monistisch stelsel 211 6.2 Dualistisch stelsel 211 6.2.1 Directieraad 211 6.2.2 Raad van toezicht 212 6.2.3 Aansprakelijkheid 212 6.2.4 Algemene vergadering 212
Inhoud 22 7 Rol van de werknemers 213 8 Ontbinding, vereffening, insolventie en staking van betaling 213 Hoofdstuk 3 Europees economisch samenwerkingsverband 215 1 Wetgeving 215 2 Definitie en doel van het eesv 215 2.1 Definitie 215 2.2 Doel 215 3 Oprichting 216 4 Aard en karakter 216 5 Bestuur en vertegenwoordiging 217 5.1 De bestuurder(s) 217 5.2 De gezamenlijk handelende leden 217 6 Ontbinding 217 7 Oefeningen 218
moeilijkheden: insolventiewetgeving 219 1 Inleiding 221 2 Toepassingsgebied 221 3 Insolventieregister 221 4 Vroegtijdige waarschuwing, kamers voor ondernemingen in moeilijkheden en ondernemingsbemiddeling (art. XX.21 e.v. WER) 221 5 Minnelijk akkoord buitengerechtelijke reorganisatie (art. XX.37 e.v. WER) 222 6 Gerechtelijke reorganisatie 223 6.1 Dossier van gerechtelijke reorganisatie 223 6.2 Openbare gerechtelijke reorganisatie en overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag (art. XX.41 tot en met XX.63 WER) 223 6.3 Openbare gerechtelijke reorganisatie door minnelijk akkoord 224 6.4 Openbare gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord 225 6.5 Besloten gerechtelijke reorganisatieprocedure 225 6.6 Overdracht onder gerechtelijk gezag 225 7 Faillissement (art. XX.98 e.v. WER) 226 7.1 Wanneer? 226 7.2 De curator 226 7.3 Gevolgen 226
Deel VI De onderneming in

Deel VII De ontbinding en vereffening van de vennootschappen en verenigingen

23 Inhoud
227 1 De ontbinding van de vennootschap, de (i)vzw en de stichting 229 1.1 De vrijwillige ontbinding 229 1.2 De ontbinding van rechtswege 230 1.3 De gerechtelijke ontbinding 230 2 De vereffening van de vennootschap en de (i)vzw 232 2.1 De benoeming van de vereffenaar(s) 233 2.2 De rol van de vereffenaar 235 2.2.1 Algemeen 235 2.2.2 De bevoegdheden van de vereffenaar 236 2.2.2.1 Algemeen principe 236 2.2.3 Verplichtingen van de vereffenaar 238 2.2.3.1 Bijeenroeping van de algemene vergadering 238 2.2.3.2 Verslaggeving en rapportering 238 2.3 De sluiting van de vereffening 239 2.3.1 Opstellen van het verdelingsplan 239 2.3.2 Betaling 239 2.3.3 Goedkeuring van de vereffening door de algemene vergadering 240 2.3.4 Bekendmaking van de sluiting van de vereffening 240 2.4 De aansprakelijkheid van de vereffenaar 241 2.4.1 De burgerrechtelijke aansprakelijkheid 241 2.4.1.1 De aansprakelijkheid van de vereffenaar t.o.v. de vennootschap 241 2.4.1.2 De aansprakelijkheid van de vereffenaar t.o.v. de vennootschapsschuldeisers 242 2.4.1.3 De aansprakelijkheid van de vereffenaar t.o.v. derden 242 2.4.2 De strafrechtelijke aansprakelijkheid 242 2.4.2.1 De strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens laattijdige aangifte van het faillissement 242 2.4.2.2 De strafrechtelijke aansprakelijkheid voorzien in artikel 2:108 WVV 243 3 Oefeningen 244
Inhoud 24 Bijlagen 245 Bijlage 1 Vergelijkende tabel 247 Bijlage 2 Verklarende begrippenlijst 250 Bijlage 3 Definities uit het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen 256 1 Genoteerde vennootschappen 256 2 Controle, moeder- en dochtervennootschappen 256 2.1 Controle in rechte en controle in feite 256 2.2 Moeder- en dochtervennootschap 257 2.3 Exclusieve controle 257 2.4 Gezamenlijke controle – gemeenschappelijke dochtervennootschap 257 2.5 Consortium 257 2.6 Verbonden en geassocieerde vennootschappen 258 2.7 Deelneming en deelnemingsverhouding 258 3 Grootte van vennootschappen, verenigingen, stichtingen en groepen 258 3.1 Kleine vennootschappen, kleine verenigingen en kleine stichtingen 259 3.2 Microvennootschappen, microverenigingen en microstichtingen 259 4 Groepen van beperkte omvang 259 5 Personeel 260
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.