Zelftechnieken is een term van de Franse filosoof Foucault (19261984). Hij is een van de denkers uit de twintigste eeuw die het thema ‘persoonlijke identiteit’ onder de loep neemt. Foucault raakte geïnteresseerd in de interactie tussen het zelf en anderen middels technieken van persoonlijke beheersing, dat wil zeggen in de manier waarop een individu op zichzelf inwerkt door middel van zelftechnieken. Door zelftechnieken te gebruiken krijg je volgens Foucault zicht op je identiteit. Zelfonderzoek is een vorm van zelfopvoeding, ook wel ‘Bildung’ genoemd. Hierbij legt Foucault het accent op de verwerving van een persoonlijke ethiek. Foucault kan beschouwd worden als een van de wegbereiders van de zogenaamde levenskunstfilosofie. De vertegenwoordigers van deze stroming in de filosofie (en psychologie) behandelen aloude levensvragen, zoals ‘Wat is levensgeluk?’, ‘Wat is goede zelfzorg?’ en ‘Wat is de kunst van het leven met anderen?’ Levenskunst is het persoonlijk antwoord op de vraag: hoe te leven? In Wat is Liefde? wordt het gedachtegoed van deze filosofen in hoofdstuk 5 beschreven. Hierbij komt ook de tegenwoordig veel gebezigde term ‘Dikke ik’ aan bod. Het is een typering van de genotzuchtige, consumptieve mens met zijn platte zelfgerichtheid, egoïsme en drang tot zelfverrijking. De hedendaagse filosoof Dohmen beschrijft dikke ikken als “narcistische navelstaarders die geen enkele bijdrage leveren aan de samenleving”. In Wat is Liefde? wordt de levenshouding van dit type mens beschreven.
41