De mond, spiegel van gezondheid - inkijkexemplaar

Page 2

D E M O N D H O LTE

1.1 Het verhemelte

Het verhemelte heeft zowel in transversale (links-rechts) als in sagittale (voor-achterwaarts) zin een concave vorm. Het harde verhemelte of palatum durum, dat ondersteund wordt door bot, gaat over in het zachte verhemelte of palatum molle, dat beweeglijker is. De achterkant van het zachte verhemelte gaat in het midden over in de uvula of huig en aan beide zijkanten in de verhemeltebogen. Het slijmvlies (ook wel mucosa genoemd) van het verhemelte is gekeratiniseerd; het is stevig aangehecht aan het onderliggende bindweefsel dat zelf aan het periost of beenvlies is bevestigd. Het verhemelteslijmvlies bevat verschillende kleine speekselklieren.

1.2 De tong

De tong is een gespierd orgaan dat bedekt is met slijmvlies. De tong is van essentieel belang bij het spreken, kauwen, smaken en slikken. De tong hangt onderaan vast met een tongriempje. Op de dorsale zijde is een V-vormige groeve, sulcus terminalis, waarvan de punt naar achter gericht is en die eindigt in een indeuking, het foramen caecum. Op de tongrug vindt men verschillende papillen; de smaakknoppen bevinden zich in groten getale in de zijwanden van de papillae vallatae, minder in de papillae fungiformes en in de papillae foliatae. Verder liggen er nog afzonderlijke smaakknoppen in het zachte verhemelte, in de achterste keelwand en bij het strotklepje.

1.3 De omslagplooi en het tandvlees

De omslagplooi van de mond is de ruimte tussen de gebitsbogen enerzijds en de lippen en wangen anderzijds. Ze is bekleed met een slijmvlies, waarin zich een groot aantal kleine speekselklieren bevindt. Zowel in de bovenkaak als in de onderkaak vormt het slijmvlies een plooi die het lipbandje (frenulum labii) wordt genoemd; het is meer uitgesproken ter hoogte van de bovenlip en loopt soms door tot in de papil tussen de twee centrale snijtanden. Naar de tanden toe gaat het slijmvlies van de omslagplooi over in het tandvlees (de gingiva). De gingiva is dikker en gekeratiniseerd. De gingiva is niet langer vrij maar is aangehecht aan het periosteum. Het driehoekig stukje tandvlees dat de ruimte tussen twee tanden (de interdentale ruimte) opvult, wordt papil genoemd.

1.4 De speekselklieren

De mondholte wordt voortdurend vochtig gehouden door de productie van speeksel en in mindere mate door de productie van sulcusvloeistof (dit is de vloeistof die wordt afgescheiden in de zone tussen tand en tandvlees). Het speeksel is afkomstig van de parotis (ook wel: oorspeekselklier) en van de submandibulaire, sublinguale en verschillende kleinere speekselklieren. De aanwezigheid van voldoende speeksel

14


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
De mond, spiegel van gezondheid - inkijkexemplaar by Uitgeverij Acco - Issuu