9 minute read

Interview Jan Delvaux

Jan Delvaux:

“Soms heb ik er geen goesting meer in.”

Advertisement

Tekst en foto: Sil Popelier

‘Scheiden doet lijden’, luidt een be-

kend spreekwoord. Alhoewel, nieuw

samengestelde gezinnen leveren

vaak evenveel hoofdbrekens op. De

fusie van het Steunpunt Geestelijke

Gezondheid met het Vlaams Over-

legplatform Geestelijke Gezondheid

(VLOGG) lijkt wel wat op dat laatste.

Jan Delvaux, kersverse ondervoor-

zitter van de nieuwgevormde vzw

Psyche, vertelde me er op een warme

dag het fijne over… Wat heb je gedaan sinds je geen voorzitter meer bent van UilenSpiegel?

Van 2012 tot ongeveer 2017 ben ik voorzitter geweest. Nadien werd ik secretaris - bestuurslid bij de Vlaamse Vereniging Geestelijke Gezondheid (VVGG). Daar was toen al een fusie gaande. De toenmalige Vlaamse minister van Welzijn en Gezin, Jo Vandeurzen, had die fusie opgelegd, omdat er een wildgroei was ontstaan van allerlei vzw’tjes en steunpuntfuncties, waarvan VVGG er ook een was. We moesten samengaan met Te Gek!? (publiekscampagne die geestelijke gezondheid bespreekbaar maakt, red.), de Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg (koepelorganisatie van ambulante GGZ, red.) en een deel van Zorgnet-Icuro (koepel van o.a. initiatieven uit de GGZ, red.), een stukje links en rechts: alles tezamen wel zes of zeven verschillende steunpuntfuncties. Dat was een heel moeizame fusieoperatie, waaruit Steunpunt Geestelijke Gezondheid ontstaan is. Eind 2018 was die operatie rond. Zo werd ik voorzitter van het Steunpunt.

Wat deed het Steunpunt precies?

Het Steunpunt heeft twee belangrijke pijlers:

1. Methodiek en praktijk:

Nieuwe methodieken ontdekken – herstelvisie, kwartiermaken, Herstel Academies, open dialogue, en noem maar op – en die onder ogen brengen van het publiek. Herstel Academies zijn in alle provincies, in alle netwerken een succesverhaal geworden. Kwartiermaken is aan het lopen: er zijn al enkele proefprojecten geweest, zoals in de Gentse wijk Watersportbaan. In de eerstkomende tijd worden er vijf nieuwe projecten op de sporen gezet, waaronder één in De Panne, waar ik nu woon. Blijkbaar kan dat nu. Wij (Jan en Nadine, red.) vragen onszelf af hoe het kan dat ze De Panne gekozen hebben. Ik dacht: ‘Ja, misschien is dat wel om mij gunstig te stemmen?’ (Jan en Sil schieten allebei in de lach). Ik heb daar niet in gepusht, hoor. Wel heb ik gewezen op de noden die er zijn.

2. Beeldvorming:

VVGG deed al aan beeldvorming; denk maar aan de Levende Bibliotheek, wat nog steeds loopt. En daarnaast was er Te Gek!? met hun brede publiekscampagnes.

De fusie van VVGG met Te Gek!? verliep eerst schoorvoetend. Beide partijen hadden koudwatervrees en dachten dat ze aan belang gingen inboeten. Dat is niet gebeurd. Het blijft natuurlijk noodzakelijk om goed af te wegen wat we inzetten op methodiek en praktijk en wat op beeldvorming. Goed (resumeert), dat was dé fusie. Tot daar was het ongeveer geslaagd … En toen kregen we een brief binnen van toenmalig minister Vandeurzen dat we nog

eens moesten fusioneren met de overlegplatforms. Eigenlijk had ik zo’n wending wel een beetje verwacht. Men maakte me voorzitter van deze fusieoperatie, die ik lang meegemaakt heb – lange gesprekken – , maar die niet zo beladen was als de eerste fusie. Toch heeft het nog 8 à 10 maanden geduurd voor deze fusie rond was.

Waarom drong een fusie van beide organisaties zich op?

Omdat sommige taken van het Vlaams Overlegplatform Geestelijke Gezondheid (VLOGG) vrijwel gelijkliepen met die van het Steunpunt en omdat er nood was aan uniformiteit, om onder één noemer naar buiten te treden. Het was zeker geen besparingsoperatie, want als je twee kleinere organisaties samenvoegt, levert dat niet per se een besparing op. Ik kan de cijfers inkijken. Dus ik kan het weten.

Behalve Vlaams minister van Welzijn Vandeurzen heeft Bert Plessers, voormalig voorzitter van het Overlegplatform voor Geestelijke Gezondheidszorg van Limburg, ook wel een rol in de fusie gespeeld, hoor. Nog voor alle fusies had ik eens tegen Bert gezegd: ‘Er zijn toch veel vzw’tjes, hé?’ Maar ik had het toen eerder over allerlei initiatieven Beschut Wonen. Hier in Gent heb je er al drie of vier bij wie cliënten een aanvraag kunnen indienen. Eigenlijk was het mijn opzet om die initiatieven meer te groeperen. Maar ja, ’t is er nooit van gekomen. Soit, Vandeurzen was mij voor. Hij zag in dat die steunpuntfuncties meer moesten samenkomen en ik zie dat nu ook wel in. Maar je kan niet blijven fusioneren tot in het oneindige. Want hoe groter je wordt, hoe minder efficiënt.

Welke activiteiten had het VLOGG voor de fusie?

Tot voor kort werden de overlegplatformen per provincie georganiseerd. Nu zijn die geïntegreerd in de netwerken. Het VLOGG had als voornaamste doeleinden:

1. Procesbegeleiding aanbieden:

Via procesbegeleiding worden partners uit de GGZ en andere sectoren samengebracht om netwerkoverschrijdende problemen aan te pakken. Op die manier worden oplossingen gezocht voor moeilijke problematieken als transitieleeftijd, gedwongen opname, dubbeldiagnose, etc. We moeten nog uitklaren hoe we deze werking in de nieuwe organisatie zullen oriënteren.

2. Overlegfunctie voor de netwerken:

Vroeger, voor de netwerken bestonden, was dat overleg er niet. De provinciale overlegplatformen hebben dat toen wel gedaan. Maar nu gebeurt dat allemaal in de netwerken (in werk- en functiegroepen e.d.), die zowel onder federale als Vlaamse bevoegdheid vallen. De netwerkcoördinatoren komen regelmatig samen in Brussel voor overleg. Dus is de vraag of het VLOGG daar nog echt een rol in te spelen heeft. Kortom: ‘Men is zoekende’.

3. TANDEM (staat voor Toeleiding en Aanmelding Na Detentie En Meer):

Ex-gedetineerden blijven vaak zitten met allerhande problematieken. En dan hebben we het niet over geïnterneerden, hé. Als je navraagt bij gevangenisdirecteurs, dan blijkt dat een groot deel van de gedetineerden – zeker zij die kortere straffen uitzitten van maximaal een jaar – kampen met psychische problematieken. Zo’n mensen doen soms ‘domme dingen’. Je moet die mensen opzoeken in de gevangenissen en ervoor zorgen dat er na hun vrijlating een traject wordt opgestart.

4. Onafhankelijke ombudsfunctie:

Men wil hier meer eenheid in brengen, zodat een ombudsman of -vrouw in OostVlaanderen ongeveer hetzelfde doet als die in Vlaams-Brabant, enz. Bovendien moet de financieringswijze overal gelijklopend zijn. De ombudsfunctie wordt voor een deel gefinancierd vanuit de ziekenhuizen,

die hiervoor geld krijgen van de federale overheid. We proberen de ziekenhuizen nu zo ver te krijgen dat ze 80 % van die middelen in de onafhankelijke ombudsfunctie stoppen. Met wat overblijft kunnen ze een interne ombudsdienst bemannen. De Vlaamse overheid is trouwens vragende partij om naast initiatieven Beschut Wonen, Psychiatrisch Verzorgingstehuizen ook in de revalidatiesector een ombudsfunctie te verzorgen.

Dat er niks fout loopt in de eerstelijns psychologische zorg, zou overigens vreemd zijn. Daarvoor is in principe nog geen ombudsfunctie voorzien. Daar is nog veel werk aan, want die eerstelijnszorg is nog maar juist van start gegaan. Cliënten hebben bij een conflict met een psycholoog weinig andere keuze dan terug te vallen op de Psychologencommissie in Brussel. Maar die kan je niet bepaald onpartijdig noemen. Ons doel is om ook daarvoor op termijn een onafhankelijke ombudsfunctie in het leven te roepen, zodat mensen toch ergens verhaal kunnen halen.

Je bent nu ondervoorzitter van vzw Psyche. Wat houden je taken precies in?

Het moet zichzelf nog uitwijzen. Soms heb ik er minder goesting in. Ik zie het wel. Ik heb mij héél lang, héél hard voor die fusie ingezet. Achteraf was het voor mij een beetje óp. … Als ondervoorzitter heb ik het wat rustiger, minder te beslissen. Het is wel een goed signaal dat er naast de voorzitster prof. Frieda Matthys, een ervaringsdeskundige mee aan het roer zit.

Hoe wil de nieuwe vzw Psyche de belangen van patiënten behartigen?

Psyche werkt in trialoog, in een samenspraak – net zoals het VLOGG en het Steunpunt dat deden – met drie partijen: één: patiënten en familie, twee: de zorgaanbieders en de professionals, en drie: de wetenschap. Ik zal ervoor blijven strijden dat de belangen van patiënten niet verloren gaan binnen de fusie. Bij de VVGG was dat duidelijk: wij kwamen regelmatig samen en zo hadden we er een serieuze vinger in de pap. Nu voelt het aan alsof dat een beetje wegvalt. Men raadpleegt mij , maar of veel anderen nog worden gehoord, weet ik niet. Bovendien is een gevolg van de fusie dat het personeel zoekend is naar wat ze nu wel of niet moeten doen. Er gebeurt al veel en op den duur kan je dat overleg er niet meer bij inplannen. Dat is natuurlijk niet goed. Er wordt intern wel gezocht hoe die link met alle stakeholders kan worden bestendigd.

Te Gek!? maakt nu deel uit van de fusie. Zal het niet wegzinken in het geheel?

Nee, daarvoor ben ik heel alert: dat ze niet te weinig krijgen, maar ook niet te veel. Het mag bijvoorbeeld niet ten koste gaan van methodieken. Het blijft voortdurend belangen tegen elkaar afwegen. We moeten blijven afwegen of een bepaalde methodiek al volwassen genoeg is om op eigen kracht door te gaan, op die manier komt er ruimte voor andere methodieken die zich zullen aanbieden. Het probleem is dat we niet voldoende personeel hebben om álles te doen. Anders zouden we misschien het dubbele van het personeel nodig hebben, maar dat zal de Vlaamse overheid ons nooit geven. De laatste tijd merk ik op dat er drukkingsgroepen zijn die via de minister een thema proberen in te brengen. Dan denk ik: ‘Maar jongens toch, dat past toch niet in onze strategie! We moeten er toch eens over nadenken, want als je dat wilt, dan pak je tijd en middelen weg van een ander project.’

Hoe wil Psyche de hervorming van de GGZ verder ondersteunen?

We doen dat bijvoorbeeld door de herstelacademies en het kwartiermaken te promoten. Let op: het is niet de bedoeling dat we die dingen zelf blijven uitvoeren. Ik wil dan ook bewaken dat we niet in de plaats van de zorg komen. We kunnen wel de zorg doen nadenken en stimuleren opdat er initiatieven komen. En we hebben toch een aantal projecten waar ik vragen bij heb. Het is niet de bedoeling dat we zelf een mobiel team bemannen. Is het bijvoorbeeld onze taak om mensen te begeleiden die in aanraking gekomen zijn met het gerecht? Is dat onze taak? Want zorg verstrekken is niet de bedoeling van Psyche. Stimuleren betekent niet het zelf gaan doen.

Hoe kunnen we de geestelijke gezondheid in onze buurten verbeteren?

Door zoveel mogelijk zwakkeren te laten participeren aan het gemeenschapsleven. Maar ja, dat is gemakkelijk gezegd: ik heb hier in Zwijnaarde gewoond en heb mij eigenlijk niks aangetrokken van het gemeenschapsleven … (lacht groen) Ik zat altijd op andere plekken. Er zijn wel wat initiatieven, zoals hier in Gent de ontmoetingshuizen. Dan nóg is het niet gemakkelijk om iemand met een afwijkend profiel daar een goeie plek te laten vinden.

Wat we ook beogen is door beeldvormingscampagnes en open dialogue de stigmatisering weg te halen, zodanig dat men gaat inzien: ‘Dat is afwijkend gedrag, maar het schaadt ons niet echt.’ En schaadt het toch, dan is er nog altijd de oplossing van een ambulante behandeling of een korte opname in een regionaal respijthuis of een soteriawoning. De psychiatrische ziekenhuizen zouden dan enkel mensen met een heel ernstige problematiek opvangen.

Dit in tegenstelling tot wat er geweest is: mensen jarenlang in opname houden. Ideaal gezien zou je dat moeten kunnen in je eigen buurt. Dat is uiteindelijk ook wat de WHO voorschrijft met community care. Maar we slagen er nog steeds niet volledig in de vermaatschappelijking van de zorg te verwezenlijken.

This article is from: